MASSA-BIJEENKOMST IN DE APOLLO-HAL TE AMSTERDAM SAMBO, DE OLIFANT MAANDAG 12 AUGUSTUS 1«>40 Dr. Colijn, Prof. Slotemaker en Mr. Roosjen 'spreken over den nieuwen tijd Hechter saambinding noodig, maar tevens eerbiediging der geestelijke verscheidenheid „Vraag niet, dat wij bij onzen hartstochtelijken dienst aan ons ééne volk het geestelijke beneden het nationale schatten; dit kunnen wij niet" Zaterdagmiddag is te Amsterdam in de Apollohal een groote vergadering gehouden uitgeschreven door de A.R. en C.-H. Kies- vereenigingen, waar als sprekers optraden dr. H. Coüjn en prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine. Voor deze vergadering bestond massale belangstelling. Ruim 17,000 toegangs kaarten waren uitgereikt, zoodat driemaal vergaderd werd, tweemaal des middags en een keer des avonds. De vergadering werd geopend door prof. dr. V. H. Rutgers na psalmgezang en gebed. Nadat prof. Rutgers een kort openingswoord gesproken had, sprak allereerst dr. H. Colijn. Rede di. H. Colijn Spr. ving aan roet de herinnering aan deD titel van zijn jongste geschrift. Hij heeft de critiek vernomen, dat men niet op de grens van twee werelden moest blijven staan, doch moedig de nieuwe wereld, die voor ons lag, moest binnentreden. Op zichzelf vereischt die critiek geen wederlegging, omdat spreker het er mee eens is. Alleen is het niet juist om het nieuwe dat nog grootendeels onbekend is, on gezien te aanvaarden en het oude als waarde loos weg te werpen. En toch zijn er velen, die dit laatste zonder eenige bedenking doen. Met name geldt de critiek dan ons staatsbestel en het partijwezen. Wanneer spreker met die critiek gedeeltelijk instemt dan is dat geen novum. Twintig jaar lang heeft hij in woord en geschrift op de fouten van de moderne democratie gewezen. Fouten, die tot gevolg hadden onzelfstandigheid van de kabinetten, afhankelijkheid van de po litieke partijen, verzwakking van het eigen recht der Overheid. Ook de volksvertegenwoor diging zelf is in de vervulling van haar taak dikwerf gehinderd door druk van buiten de Kamer. Maar omdat men op fouten uit het verleden wijst behoeft men nog niet alles wat als nieuw wordt aangeprezen met gretigheid te aanvaarden. Een wijze uit de Grieksche oud heid heeft eens terecht opgemerkt dat wanneer een nieuwe tijd botst met een verleden tijd de groote kunst hierin bestaat dat men het goede in het nieuwe moet trachten te grijpen zonder het goede in het oude te verliezen. Daarom is het nuttig om op een keerpunt der tijden eer. oogenblik op de grens te blijven staan en oogen en ooren de kost te geven. Dit rustig waarnemen schijnt voor velen moeilijk. Van alle kanten klinkt het haastig geroep: Er moet wat gebeuren, er moet wat gedaan worden. En dan liefst in hetzelfde tempo waarmede de Duitsche weermacht haar aanvallen verricht. Men is daarbij al spoedig tevreden en denkt iets gedaan te hebben wanneer men ergens een kaartje heenstuurt met een adhaesiebetui- ging. Maar om iets te doen is meer noodig. Om iets te doen is het hebben van bestuursmacht vereischt en de vrijheid om die bestuursmacht uit te oefenen. Aan die voorwaarde is op het oogenblik echter niet te voldoen. Begrijpelijk is het dat men zoekt naar een nauwer aaneen sluiting, naar een hechter samenbinding van het Nederlandsche volk omdat men niet ten onrechte daarin een soort waarborg zoekt voor het behoud van wat ons lief is. De Nederlandsche Unie In dit verband wil de spreker iets mede- deelen over den gang van zaken met de Neder landsche Unie en van deze gelegenheid ge bruik maken om zijn advies aan de kiesver- eenigingen in het openbaar toe te lichten. Den eersten Juli van dit jaar zijn te 's-Gravenhage bijeengekomen een 12-tal personen, twee aan twee afkomstig uit de zes groote politieke par tijen. Voor de antirevolutionnairen waren dat de heer Schouten en spreker zelf. Deze twaalf personen, overtuigd van de noodzakelijkheid van grooter eensgezindheid, besloten er naar te streven dat de politieke partijen hun ver schillen laten rusten en dat zij zich zouden vereenigen op een kort program van actie dat aller instemming zou moeten hebben. Die al- gemeene instemming werd gemakkelijk ver kregen en 5 dagen later (6 Juli) werd een tweede vergadering gehouden, waarbij ook aanwezig waren drie heeren van de Neder landsche Gemeenschap Weer twee dagen later, den achtsten Juli, werd ook met deze heeren overeenstemming verkregen over een gemeenschappelijk door de 15 heeren uit te vaardigen manifest 8 Juli was er dus een Nederlandsche Unie, een gemeenschappelijk gekozen naam, die geacht kon worden na verloop van tijd waarschijnlijk 90 pet. van het Nederlandsche volk te represen- teeren. Om redenen, die niet gelegen zijn in verschil tusschen de vijftien heeren heeft de uitvaardiging van dit mani fest geen voortgang kunnen hebben. Een goede veertien dagen later duikt nu plotseling een nieuwe Nederlandsche Unie op, geleid door dezelfde personen (althans twee van de drie), die aan de vorming der eerste Nederlandsche Unie hadden deelgenomen. Dit optreden ging vergezeld van een geheel nieuw program, dat sterk afweek van het program, waarover overeenstemming verkregen was in de eerste Nederlandsche Unie. Dit nieuwe program wekte al dadelijk het vermoeden dat het voor sommige volksgroepen moeilijk zou zijn met deze tweede unie, waarover zij trou wens niet geraadpleegd waren, mee te gaan. Vooral de toelichtingen, die van tijd tot tijd in interviews op het program gegeven werden, versterkten dien twijfel. En na den derden Augustus werd die twijfel zekerheid. Het blijkt niet het doel te zijn om te trachten de bestaande organisaties en stroomingen in ons volksleven in één bedding te brengen, teneinde een groote nationale beweging te verkrijgen, maar feitelijk te' komen tot de stichting van een nieuwe partij met de daarbij gedachte algeheele oplossing van de andere op beginse len opgebouwde partijen. Ook is vrij duidelijk aangekondigd dat b.v. onze jeugdbeweging, die bijna een eeuw' oud is, 'zal moeten worden samengesmolten met de andere onder een hoofdige leiding. Toen spreker op 31 Juli in zijn advies aan de kiesvereenigingen den raad gaf zich voorshands te onthouden, zal dit voorshands thans dienen te vervallen. Zoo, zoo vervolgde spreker, zoo kan het niet, want zoo wordt het voor 1/3 van het Nederlandsche volk onmogelijk om mee te doen. Dit doet spreker leed voor de zaak, die hem zeer ter harte ging. Het doet hem ook leed voor het driemanschap dat van goeden wille is, maar dat door -onvoldoende inzicht in de struc tuur van het Nederlandsche volk het spoor is bijster geraakt. Op allerlei detail- bezwaren tegen het program gaat spreker thans niet in. Want veel belangrijker blijft de vraag als het dan niet zoo kan, wat kan er dan wel geschieden. Spreker begint op den voorgrond te stellen dat hij voor zich nog altijd bereid is tot samenwerking op zoo breed mogelijke basis. Die samenwerking was ver kregen in het program van de eerste Neder landsche Unie. Die samenwerking is nog-moge- lijk, indien men zich niet verliest in fantasieën, maar de nuchtere, klare werkelijkheid tot uit gangspunt neemt Die nuchtere, klare werke lijkheid beteekent internationaal,, dat men de gewijzigde toestanden op het continent van Europa als feit moet aanvaarden. Hoe de oorlog ook eindigt, naar den menscb gesproken kan men geen andere uitkomst zien dan dat het Duitsche overwicht op het vasteland van Europa moet worden aanvaard. Dat een nieuwe orienteering op nationaal'terrein noodzakelijk is, behoeft wel geen betoog. Maar even duide lijk is het dat wij ahn een vernieuwing van ons staatsbestel tijdens de bezetting niet kun nen bouwen en ook niel moeten willen bouwen al zijn er tal van begeerten, die wij in ons hart koesteren en al mogen wij de omtrekken van het toekomstbeeld voor ons zelf trachten in ge reedheid te brengen. Heroriënteering is ook op sociaal en oeconomisch gebied noodzakelijk, al was het alleen maar door de veranderde toe standen, die op het continent van Europa geboren zijn. Maar hierbij zal men wel er op hebben te rekenen, dat sommige sociale of eco nomische hervormingen zoodanig afhankelijk zijn van de toestanden, zobals die na den oorlog zullen zijn, dat het dwaasheid is er nu reeds bespiegelingen over te houden. Al zulk streven schaadt de eensgezindneia, die thans bovenal noodig is. Dit beteekent niet, dat men op sociaaGpeconomisch gebied intusschen niets kan verrichten. Alles wal kan strekken tot versterking van het gemeen-, schapsbesef, tot hechter samenbinding van het Nederlandsche volk met eerbiediging van de geestelijke verscheidenheid verdient met kracht te worden gesteund. Op zulk een basis zou het mogelijk zijn samenwerking te ver krijgen, waarvan nu een derde deel van het Nederlandsche volk om gewichtige redener. zich zal hebben te onthouden. In .dit opzicht is er ook in eigen kring nog heel wat te doen, want ook daar werd wel wat heel erg naast elkaar heengeleefd. Het is dan ook verheu gend te kunnen zeggen, dat antirevolutionai ren en cbristelijk-historischen begonnen zijn hun eigen organisaties met elkander in aan raking te brengen door een contact-commis sie in het leven te roepen, waarin die orga nisaties met elkaar hun parallel loopende belangen kunnen bespreken. Spreker besloot met de betuiging van zijn inzicht dat de vormen waaronder een groote nationale beweging zich moet openbaren bij zaak zijn, mits de le'idende gedachte van die vormgeving Nederlandsch is in den histori- schen zin, dat volksinvloed niet wordt bui tengesloten. Ook de vraag, welke personen leiding moeten geven is bijzaak, mits deze leiders inderdaad berekend zijn voor him taak, zuiver Nederlandsch denken en voelen en een goede dosis historisch besef be zitten, en tegelijk beseffen, dat de Neder landsche bevolking is samengesteld uit 1/3 Roomsch-Kathoheken, 1/3 orthodox-pro testanten en 1/3 op wie het humanisme beslag heeft gelegd. Met-alle twee aspecten zal reke ning moeten worden gehouden wil men op vruchtbare resultaten kunnen rekenen. Wet tot nu toe door spreker gezegd is, was bedoeld voor het Nederlandsche volk in zijn geheel, voor zoover dit althans naar hem luisteren wil. Daarna richtte spreker zich tot zijn engere geestverwanten met de vermaning: ook in eigen kring reformatie niet uit het oog te verliezen. Het Nederlandsche volks karakter Na dr. H. Colijn' betrad het podium prof dr. J. R. Slotemaker de Bruine, die over het Nederlandsche volkskarakter het woord zou voeren. Wij zijn samen aldus. spr. om ons oe- wust te worden van ons volkskarakter en van onze eigen plaats in het volksgeheel Een volk draagt een stempel. Het is niet maar een verzameling van personen, wonend op eenzelfde stuk grond; het volksleven is niet maar de som van maatregelen op ad ministratief, oeconomisch en ander -gebied. Een volk is een grootsche innerlijke eenheid met eigen ziel en eigen stempel. Het is geen toeval, dat meer dan vroeger de menschheid zich daarvan bewust wordt. Alom, waar Duitschers wonen, breekt de ééne Duitsche ziel naar buiten. Zoo willen wij een klaar naar buiten treden van de Nederlandsche ziel. Wie die ziel doorschouwt, ontwaart er elementen, die niet gelijksoortig zijn. Hierbij denkt spr. niet aan verschil van inzicht in zake finahcieele, organisatorische, oeconomi- sche vragen; verschillen, die er zijn doch die niet al te tragisch behoeven genomen te worden. Hij denkt aan wat hooger reikt en dieper ligt; aan de onstoffelijke wereld, waarin, onze wortels liggen en zonder welke wij veroordeeld zijn om in de materie op te gaan èn onder te gaan. Als daarover Neder landers spreken, zeggen zij niet allen het zelfde; zy zijn niet gelijk religieus noch gelijk als het den invloed geldt van dit religieuze op heel het openbare levensgebied. Dit is een feit; de kernvraag is nu, hoe dit feit ge hanteerd wordt Men kan het aldus hanteeren: dat de een heid van het nationale, bet „volksche" boven -al is, zoodat de elementen, die verscheiden heid brehgen, op den achtergrond moeten tredeh, al zijn zij op zichzelf nog zoo waarde vol. De diepste geestelijke overtuigingen hebben -dan slechts recht van bestaan, in dien zij zich in de volksverbondenheid laten invoegen en daaraan ondergeschikt willen zijn. Men kan het bedoelde leit echter ook aldus hanteeren, dat men de diepste beginselen niet op den achtergrond kan lateD dringen, omdat een aldus gekochte eenheid te duur ge kocht zou zijn. Vraag niet '.oo klinkt het dan dat wij bij onzen hartstochtelijken diei^t aan ons ééne volk het geestelijke be neden het nationale schatten; dit kunnen wij niet. Wij hier heden in de. Apollo-hal aldus spreker zeggen onvoorwaardelijk het twee de. Neem ons, zoo vragen wij, ten bate van ons volk, zooals wij zijn, vraag ons niet het heiligste, dat wy bezitten, buiten het open bare leven te plaatsen. Vraag dat niet, juist ter wille van ons volk! Vooreerst zoudt gij door anders te doen, onszelf verzwakken en daarmede dus het volksgeheel: Met verzwakte stukken kan men niet een krachtig geheel bouwen. Wat wij zijn, zijn wij. door Christus, niet enkel voor de binnenkamer, doch ook voor het openbare leven. Maak niet van ons halve menschen of minder dan dat. De kern van de kwestie Bovendien zal het nationale, het „volksche" een geestelijken inhoud mo?ten hebben; an ders "blijkt het hol. Nu zijn wij bij de kern van de kwestie. De Rijkscommissaris heeft óp 29 Mei verklaard, niet onze vrijheid ons te willen ontnemen en niet ons volkskarak ter te willen vernietigen. Best; maar hij zeide nog iets; ter- bepaling van ons volkskarakter noemde hij rOnzen vrijheidsoorlog tegen den geloofsdwang. Dat sloeg den spijker precies op den kop. Zonder 1568 zou ons volkskarak ter anders-gevuld zijn; 1565 stempelt ons. 1568 is echter niet 1789. De.Fransche revo lutie bracht een verdraagzaamheid, verkregen door de onderschatting van dé geestelijke goe deren; en 'deze was. er dan ook naar. Wiliem de Zwijger vocht voor de geestelijke vrijheid cm de hooge waarde der geestelijke goederen Terwijl 1789 leidt tot secularisatie van het openbare leven, bewaart 1568 ons het geeste lijk goed. Dit is specifiek Nederlandsch karak ter; de rijkscommissaris wil het ons bewaard zien. Laten Nederlanders niet pogen het ons te ontnemen. Er is helaas reden, dit met groo- ten ernst te zeggen; niet van Duitschers doch van Nederlanders, particulieren en ambtena ren, ontwaren wij pogingen, die als ze door gezet werden, op zeer groot verzet zouden moeten stuiten in de kringen, die hier verga derd zijn: doch waarlijk niet alleen bij Recht zinnige Protestanten, doch evenzeer bij R- Katholieken en Vrijzinnigen. Men moet nog één stap verder-gaan m hei oepalen van het Nederlandsche volk. Niemand verstaat de Duitsche ziel buiten Luther om niemand verstaat de Nederlandsche buiten Calvijn om. Hiermede wordt natuurlijk niet speciaal gedoeld op kerkelijke of dogmatische grootheden: het stempel van hetgansche volks leven is in geding. Wij in Nederland vragen, dat hetgeer God ons geschonken heeft, doordringe niel alleen in de kerk, doch ook in de opvoeding de school, de jeugdbeweging, den barmhartig heidsdienst. Onze Christelijke instituten wil len wij met man en macht bewaren; wie daar van afdoet, verarmt het Nederlandsche natio nale karakter. Men zal nu vragen, of deze opvatting mei Leiden moet tot de vorming van een aantal onderscheiden en elkaar bestrijdende kringen, waardoor het nationale zeer ver te zoeken zal zijn Het antwoord luidt, dat het tegendeel het geval is. In 1568 bestond één sterk-gefun- deerde groep, die tot concentratie-punt werd voor de velen. Het is waarschijnlijk, dat dit verschijnsel zich herhalen zal. Want dagelijks beter wordt beseft, dat „nationaal" zonder vulling leeg is. Na den jongsten storm wanke len personen, groepen, ia heele partijen Wie thans zal blijven staan, behoeft een houvast voor zijn handen boven en voor zijn voeten beneden. Wie dit missen, worden duizelig; er is een roep om een steunpunt! Het is natio naal, dien roep te verhooren; het is on-natio- naal, langs het eigenlijke steunpunt heen te werken. Neem de vrijheid! Gij zult haar niet kunnen handhaven doch juist vervallen eerst tot een chaos en dan tot een mist; tenzij ge in Gods openbaring de lijnen voor de vrij heid vindt Dat zien thans telkens meerderen, ongeacht welk geesteskind ze. zijn en welke confessie zij belijden. Neem de sociale bemoei enis! Zü is brandend noodig; denk slechts aan het spook der werkloosheid Gerechtigheid en erbarmeb moeten ons voortjagen Zij wel len, nergens zoo krachtig als in Christus, die barmhartige Samaritaan en heilige Richter tegelijk is. Het christelijke is niet het secta- rische doch het nationale bij uitnemendheid Spr. eindigt met een roep om eenheid van allen, die bouwen op hetzelfde fundament; met de waarschuwing, dat men in dezen kring aile pharizeïsms moet bestrijden: met den drang; dat dit geestelijk bezit de zware verantwoordelijkheid doe beseffen jegens heel ons volk. Want christelijk is nationaal. (Men zie ook bladz. 1.) ZIEKENGELD VOOR WERKLOOZEN In de Donderdag te Groningen gehouden aJgemeene vergadering van de bedrijfsver- eeniging voor ziekengelduitkeering De Samen werking werd besloten in contact te treden met de andere bedrijfsvereenigingen, waar arbeiders in het landbouwbedrijf en aanver wante vakken verzekerd zijn, teneinde zoo mogelijk een regeling te maken, waardoor bereikt wordt dat de verzekering bij werk loosheid der arbeiders doorloopt. Men ging uit van het standpunt, dat het misschien mogelijk is de arbeiders in de gelegenheid te stellen de verzekering te doen doorloopen tegen de helft der normale premie, fcijnde het deel van de premie, dat volgens de wet van het arbeidsloon mag worden afgehouden. Voor de seizoenarbeiders, die als regel eenige maanden per jaar werkloos zijn, zou daardoor de mogelijkheid geschapen worden om tegen een geringe premie aanspraak op ziekengeld te behouden. Van de tegenwoor dige mogelijkheid om een vrijwillige ver zekering te sluiten wordt niet voldoende gebruik gemaakt. Men besloot deze aangelegenheid in den ruimsten zin aanhangig te maken bij de cen trale commissie uit de Landbouwbedrijfs- vereenigingen. Garage te Appingedam uitgebrand 16 aula's en 3 autobussen vernield Gistermorgen heeft in een bijgebouw van de n.v. Damster .Auto Mij. een felle brand gewoed, welke een groote schade heeft ver oorzaakt Het vuur werd ontdekt in de '-■J ltspr DRIE MEL» AANGERfl*^ Na een botsing van voonJ Zondagavond, omstreeks BprÜ* de bestuurder van «en h van den Amstel. op de Sa sterdam links afbuigen na. plein. Od dat oogenbik nadL een particuliere aütó die hiBewy verleende. Een botsirg was -logrljl De taxi geraakte net een de particuliere auto in bot?—— volgens het voetpad op Ju' blik liepen daar drie jonge r streeks 16 jaar oud. Twee door de auto gegrepn. me zij van de trappen Ingszij afgeslingerd Geneeskindige *en ter plaatse. 'De G.G. en G.l e op beide slachtoffers nar hei wa gasthuis. Een van demeisjet-'jke fractuur te hebben opgelo» wa een arm- en beenfratuur. en ondervond geen ernsige gp «hei aanrijding. Alhoewel ij erg j -u* kon zij haar weg verolgen. Van de beide voertilgen i ticuliere auto vrij errstig bt 1311 ede HAVERVERVOER ZONDER, De brigadecommandani w ke wacht ontdekte, toen Kij sun m rijksstraatweg Amsterdam, dei de gemeente Loener^oot, di [üe tingen van twee huurkoetsje, werpen waren verboren. Hij aan en ondervroeg ie ko" zekere B. uit Maarhnsdijk' d€ Utrecht, vertelden, dit zij 20 voor het paard onder de baij ók gen. De rijksveldwachter m: eni merkzaam op, dat hiver n de roerd. Bij een nacer on ïn het eene voertug tw« haver, terwijl hij uit het ai zakken haver te voorschijn werd in beslag gmomei 331 koetsiers proces-verbaal op het ongeoorloofde vervoer zien beiden niet vilden mi 'ore haver vandaan kwam, ve jani deze van diefstal afkamstij urei komst wordt 'een ondtrzoe 3Unl i tijei Lichamelijke e«k VIERDAAGSCHE VA.' leIiJk te t Men meldt ons-uit Girl hou De jongenswandelveiet Arckel" organiseerde dt vierdaagsche wandelmasi met de „Jonge Bataven' Dinsdag werd bij hetbI .'an de deelnemers uit mann aangevangen, we.lke o1 van GiessenNieuwkerk gi 'jde b de terugweg naar Gorir hier genomen. het Woensdag ving de ti flcen Ceeien aan, ging over broek naar Leerdam, 1 en gezellige avond, ,a"faa5c „Jonge Bataven". -h Van Leerdam uit ging s we iver Acquoy en Asper i poli a-aar de tocht onderbt nu o voetbalwedstrijd, welke de: voo mers gewonnen werd. 's >ver men te Gorinchem terug- gjcin. Vrijdag, de laatste dag. rgn j. de Vijfde UUgang^V "tkun morgens ving de marScb anJfiBï men weer te Goirincher "zien 2 bij de brug van Ceelc mi Thans ging de tocht n he den Mollenbürgschenw knde, 12 K.M. In de J. van eindpunt, waar het bé. vereeniging aanwezig -. de heer Joh. van Carr 'eVer uitreikte. In totaal is in deze geloopen. De tippelaars De Roode Krulsvlag wordt gehesehen aan boord van de nieuwe reddingboot „Arthur" der Noord Zuid Hollandscha Reddingmaatschappij. 155. Sambo werd met een ketting aan zijn poot vastgezet. Na een paar dagen kwam de Sultan .eens kijken hoe het met Sambo was. Zo zo vriendje, een beetje gekalmeerd, vroeg de Sultan. Vergenoegd, liep de sultan weer door. Maar. op 't zelfde ogenblik voelde hij iets aan zijn oor. Een vlieg, dacht- hij en schudde zijn hoofd Maar 't gevoel bleef en het werd vreemd en angstig om hem heen. Hard liep hij naar zijn kamerheren. De Do 215 is het nieuwste Duitsche gevechtsvliegtuig, dat speciaal geconstrueerd h voor verre verkenningsvluchten en bombardementen (Foto Weltbtld) 156. Zodra deze hem zagen, begonnen zij suist in mijn hoofd, klaagde de sultan. Wat. Uw oren groot en opgezet. Bent U soms gesto dienaar angstig. Hevig geschrokken greep d zijn hoofd en ja. nu- voelde hu zijn grote or< knappe dokters! dadelijk, commandeerde hy Een practisch middel. - Ter besproeiing van de droge helling der Jekervallei bij Maastricht halen de boeren in groote vaten het zoo noodige vocht uit de snelstroomende rivier zeil Neaerianascne mien«in8 wui -j™"- Een afbeelding van de bekende Alkmaarsche kaasdragers mag b' coHectie niet ontbreken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6