liiruiiir geïiisct)t (tfdurant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
GRONINGEN 900 JAAR
MOLESTVERZEKERING
«nnementsprijs:
oemd
[ie li per 3 maanden in Leiden en in plaatsen
öltgsf waar een agentschap gevestigd i6 2.36
standPer week 18 ct" Losse nummers 5 ct-
Alle* bij vooruitbetaling.
4^2^ ct" per re£el- Ingezonden Mede-
ooi: deellngen 45 ct. per regel. Minimum
aan g regels. Bewijsnummer 5 ot. Bij con-
^^■tract belangrijke korting.
No. 6194
DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1940
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123, LEIDEi'i.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 56936.
Bijdragen van medewerkers,
den stukken aan de Bed.
<he Jaargang
ïaat^ offeren bereid
teije dagen hoeren we veelvuldig en van
den, kant, dat we tot offeren bereid moe-
In we, zooals deze week een der
i mjLde Nederlandsohe Unie het uit-
'h?> weer moeten leeren, offers te bren-
ïers^r een groote zaak." „Een volk, dat
ïustu offeren bereid is, is op een hellend
bespioo noteerden wij verder. In dit alles
i dat ons toespreekt. En ook mag het
orts,s worden gezegd: wij weten, wij in
van Protestantsch-Christelijken,
djten, wat offeren is. Van den gulden
p "%en band, die onze instellingen, onze
Uierrivaak, door sufosidiebepalingen aan den
'msUilde binden, wilden we weinig of niets
van Hier, begrepen we, moesten verschil-
uitberreinen worden onderscheiden, hier
en taak voor een andere gemeenschap
het Staatsverband was belichaamd.
io zijn door kleyne luyden zij
ider zich waarlijk niet vele rijken
edelen duizenden, neen, mil-
bijeengebracht, opdat zij hun kin-
ichticonden doen onderwijzen onder het
■an de leer die naar de Godzaligheid is,
ift ójj hun hooge roeping konden vervul-
sebftot hen kwam in het bevel van hun
•„Verkondigt het Evangelie aan alle
on", opdat zij barmhartigheid moohten
■n jegens kranken en krankzinnigen,
»vij de wetenschap mochten beoefenen
Drderen die uitging van den stelregel,
vreeze des Heeren het beginsel der
I is.
en8djelijk, deze kleine luyden waren niet
tenw aan de overwinning van den school-
ïenk?an de doorwerking van Christelijke
12.l5len op het breede terrein van Staat
'UJ^tschappij, aan ons we mogen dat in
2.30'eken wel eens zeggen aan ons
volkskarakter.
5.js wordt van ons allen een offer ge-
00J^ Omlijnd is deze vraag niet steeds. Be-
,Jit offer in geldelijke giften? Of bestaat
le£ het opgeven van andere belangrijkere
imri die ons lief en dierbaar zijn? Men
p spoedig: in dezen tijd moet men laten
hetgeen in het verleden werd verwor-
(Eor'' Christenvolk kan met hen, die
een flink eind meegaan. Is het goed,
het als niet bezittende. Het weet
ïjder voor zich, niets meer dan rent-
rpj jTs. Niets meer, maar ook niets i
Vat wij, ook door ons werken, hebben
kre£en wij als uit des Heeren
kentïij zal ons rekenschap vragen, vragen
<pj deden met hetgeen wij, vooral op het
Vrajder beginselen, door Zijn gunst moch-
(Erilles laat de kwestie van het offeren'
J'-veroerd. De Christen kan zich, op
i-30<eDied, veel ontzeggen, zooals hij zich
verleden, wanneer tallooze anderen
1, uitgaven aan genot en ontspanning,
de voor Kexik, zending, school
onderwerpen meer. Maar men vrage
:t het offer van zijn beginsel, want
hij op zijn God aanloopen als op
,Onze Vader, Die in de hemelen zijt,
niet in verzoeking!"
men er het woordenboek van Van
i, dan zal men als eerste beteekenis
woord „offer" vinden: „elke gave, die
de Godheid toewijdt en welke haar
pgedragen". Hebben wij het goed
lan wil men thans van ons een offer
gemeenschap, de volksgemeen-
Ve zijn ons niet bewust, dat wij ons
testantsch-Christelijken op dit gebied
'k in gebreke hebben getoond, doch
bereid mee te gaan, niet één, maar
ee mijlen. Mits men van de gemeen-
ook van de volksgemeenschap geen
ing van onderscheidingen in levens
wing wil maken! Dan toch dreigt het
dat die gemeenschap wordt tot een
En hiertegen zouden we evenzeer
hebben als we hadden tegen het
LSme, toen dit aan den enkelen
weinig minder dan diezelfde „eer'
£*it bezwaar zou voor ons onover-
zijn.
De „kleyne luyden"
de „kleyne luyden" schreven we. Het
•'s, men weet het, van Dr. Abraham
de man, die zich nauw-vereenigd
,et het Christenvolk, die het op meer
'Odn terrein wist te brengen tot belang-
aden. Hij kende dé groote kracht, welke
ooi in deze kleine menschen, en toen
1 het vallen van zijn levensavond, in
10 g eens een deputaten-vergadering
«^wijdde hij aan hen een goed deel van
tidaoht.
ten herinnerend, hoezeer de „kleyne
den Vader des Vaderlands hadden
Ï7' feide h.V: »Die »kleyne luyden" van
Willem zijn niet enkel de kommer-
iniet enkel de verlegenen, niet de half-
lerenden. Ook wel dezen, want ook
tellen mede, edoch, ook onder
jijn, helaas, maar al te velen, die God
eere verzaken en uit dien hoofde met
jk niets hoegenaamd uitstaande heb-
«en, de „kleyne luyden" waren, al
ii de toenmalige dagen, zij, die buiten
Jer Machtigen, Edelen en Wijzen ston-
l^heel die breede klasse was er mee
die geen ander karakter dan van
burger bezat. Die, ja, rond-
konden met. wat hun jaarlijks ten
^lel, doch alleen door zuinig sparen
.nden overleggen, en die althans niet
als er sprake was van de gelde-
/vchtige en door fortuin schitterende
#er maatschappij. Dus óók de armen,
[bedeelden, óók de volstrekt behoeftige
"Sn. Alleen maar volstrekt niet dezen
d°ch slechts als onderdeel van die
i zoo breede klasse, die gewoonweg
zonder hoogere stelling in het leven
°foemen. Brave, goede burgers, maar
alle geleerdheid; iets wat destijds
uitkwam, overmits al wat. hooger
es Latynsche taal vroeg. Niet alzoo de
r di© van hooge herkomst waren, en
ij heel een reeks van privüegiën be-
Ikondeij, Niet de in officie gestelden,
Sinds verleden jaar zijn er al plannen in
voorbereiding om het negenhonderdjarig be
staan van de stad Groningen op plechtige in
het bestek der tijdsomstandigheden passende
wijze te gedenken en te vieren.
De historische bezinning richt zich derhalve
op een archivisch stuk, dat een gedenkwaardig
feit meldt uit het jaar 1040. Men vindt het o.a.
opgenomen in het Oorkondenboek van Gro
ningen en Drenthe als oorkonde no. 17 van
21 Mei 1040: „Koning Hendrik III schenkt aan
de Utrechtsche kerk eene bezitting in de
villa Cruoninga in het graafschap
Drenthe".
Is deze oorkonde waarop de aanstaande
herdenking gebaseerd is, betrouwbaar als
bron Prof. I. H. Gosses heeft dezen giftbrief
van 1040 destijds een „onzalig charter" ge
noemd, „uit oneerlijkheid geboren". De oor
konde van 1040 heeft, zoo luidde zijn vonnis,
herhaaldelijk als een schim rondgewaard, on-
eenigheid verwekkende of aanstokende tus-
schen politici en geschiedkenners- .Bloed heeft
het niet meer doen vergieten, stroomen inkt
heeft het stuk echter noodeloos doen vloeien.
Zou het nu bezworen zijn
Nèen, zeggen de Groningers. Wij nemen die
oorkonde als leidraad, want we bezitten niets
beters.Trouwens, het verhaal gaat wij
hoorden het uit een alleszins betrouwbare
bron dat prof. Gosses zijn verwerping van
den giftbrief heeft herroepen in een persoon
lijk gesprek. Later was de hoogleeraar daar
over anders gaan denken. Helaas kan de heer
Gosses als eenig gezaghebbende dit verhaal
niet meer den ijk van echtheid geven. Wat
blijft is zijn woord zwart op wit dat van die
oorkonde als authentiek stuk niets zegt te ge-
looven. Men marcheert nu te Groningen op de
herdenking aan zónder het fiat van de eigen
historici
Overigens meenen wij, dat de Groningers
het 900-jarig bestaan hunner stad met een
gerust hart kunnen gedenken. Want natuur
lijk heeft Groningen langer dan negen hon
derd jaar- bestaan. Hoe lang, zal niemand
kunnen zeggen. Volgens Oudheden en Ge
stichten in Groningen,de oudste stad
niet alleen van Vriesland, maar van de gan-
sche zeekust over den Rhijn" en werd zij
reeds in de negende eeuwals de
Noormannen hier om streeks wijd en zijd
alles verwoestten, onder de vermaardste
koopsteden gerekent".
Op één punt echter grijpt men vaster; vrij
zeker is de oudste kerk die Groningen heeft
gekend, de St. Walburg, een Carolingisch
bouwwerk geweest.
Van feestelijkheden zal natuurlijk niets
komen. Het zal een eenvoudige herdenking
worden, zonder veel openbaar vertoon. In
het kader der herdenking zal worden gebracht
de overdracht van de poort in het Prinsen
hof. De restauratie van deze poort is door
verschillende corporaties bekostigd. Voorts
zal een versiering van den Martinitoren, be
staande uit een driétal beelden, worden aan
geboden als een geschenk' vair de Groninger
burgerij, waarvoor ook uit het Martini
torenfonds zal worden bijgedragen. In de
derde plaats zal er een historische tentoon
stelling van platen en schilderijen worden
ingericht, welke in kaart en beeld een over
zicht zal geven van de ontwikkeling der stad
van de 16e tot de 19e eeuw, nauwkeuriger
gezegd tot 1874, in welk jaar de stedelijke
vesting is ontmanteld.
Van gemeentewege wordt ter gelegenheid
dezer herdenking een „Stadsboek" aange
legd, waarin met gulden letters de namen
dergenen die zich jegens de stad verdienste
lijk hebben gemaakt, zullen wórden inge
schreven. Deze tijd, straks tot dramatische
historie geworden, zal dit stadsboek al
dadelijk wijden: de namen der gesneuvelden
zullen de eersten zijn, die op het perkament
worden geschreven.
Tenslotte noemen wij de uitgave van een
geschiedenisboek, waarin de voornaamste
feiten uit de Groninger historie zullen zijn
beschreven. Dit boek zal dan in de scholen
aan de leerlingen worden uitgereikt.
Een in beheerschten toon gehouden her
denking!
DE GESCHIEDENIS VAN
STAD-EN-LANDE
Friesche sagen in beeld
Het is bekend dat bij den gemiddelden
Stad-en-Lander historische zin maar nauwe
lijks of niet aanwezig is. De belangstelling
voor de rijke en veelbewogen geschiedenis
van dit gewest, gaat er doorgaans niet diep.
Hoe weinig weet men in breede kringen af
van de geschiedenis in die eeuwen toen de
Groninger ommelanden nog tot Friesland
behoorden.
Onze tijd schijnt terug te komen op die on
wetendheid aangaande de historie van eigen
(Vervolg van de eerste kolom)
die door hun ambt zich onderscheidden. Niet
de in Raad geroepenen, op wier advies de
Regenten vaak af moesten gaan. Het was
veeleer die breede groep in de maatschappij,
die van alle hoogere vlucht in het saamleven
had af te zien. Doortastende, ijverige bur
gers, die steeds doende en bezig waren, om
van den dag 'op den morgen te leven. Ze
waren aan zedelijken ernst gehecht, in de
samenleving op stille deugd prijss tell end, en
alzoo mannen en vrouwen, die juist uit dien
hoofde de religie in eere hielden, in trouwe
hun overheid dienden, zich aan hun vader
land toewijdden, en in Christus' kerk heul
zochten voor wat ook hen in de saamleving
verdroot en lijden deed."
Later waren het dezelfde kleyne luyden,
die den strijd om de schoolvrijheid begonnen,
die het machtige liberalisme en individualisme
bekampten, die tegenover de socialistische
beschouwingen een eigen leer stelden. En
thans nog maken deze zelfde kleyne luyden
een belangrijken kern in ons volksleven uit
Zij zijn het, die aan dat vólksleven een veels
zins Calvinistisch karakter verleenden. Zij
hopen, zoolang hun God hun daartoe de ge
nade verleene, staande te blijven en zich
dicht te houden aan Zijn Woord. Zij zijn
gedachtig aan de opwekking, waarmede
Dr. Kuyper zich in 1917 tot hen richtte:
.Blijft, mannen-broeders, de kleyne luyden,
maar blijft, om 't te kunnen zijn, steeds groot
in God."
gewest. Men ziet van de retrospectieve hou
ding althans enkele teekenen. De kunstenaars
gaan voor. Van den beeldhouwer Valk zullen
straks de beelden van St. Martinus, Bernlef
de blinde Friesche skalde en Agricola,
de Westzijde van den Martinitoren sieren.
Voor de nieuwe ramen van de aula der
Groninger universiteit ontwierp de Gronin
ger kunstenaar Dijkstra een viertal ont
werpen, ontleend aan de historie- In het
eerste raam grijpt hij terug naar de sage.
Wij zagen in het atelier van den kunstenaar
het ontwerp, dat een der diepzinnigste mo
menten uit de Friesche sage-literatuur be
handelt, n.l. hoe „de dertiende" aan de
twaalf asega's het recht leerde. Deze „der
tiende" waarmee de Christus zal zijn be
doeld verscheen op het prijs gegeven schip
dn den kring der asega's. Hij stuurde het
schip uit storm en branding naar den wal en
leerde hen. Nadat hij hun het recht had
geleerd, verdween hij, en ze waren weer met
hun twaalven. En zij gingen tot koning
Karei, die hun recht bezegelde.„Aldus
is het landriocht aller Fresen", staat er in
den oudfrieschen tekst.
Deze sage is ook in Stad en Lande geloca-
liseerd en ds er bekend als de sage van het
Zeerijpster licht.
In het tweede raam verbeeldt Dijkstra de
invoering van het Christendom, met als be-
heerschende figuren den Christenprediker
Liudger en den zanger Bernlef. Het derde
raam is aan het humanisme gewijd, met den
filosoof Rudolf Agricola, in Baflo geboren,
zich Phrisiis (uit Friesland afkomstig) noe
mend, en den stad-Groninger Wessel Gans-
vort, een vermaard theoloog. De latere tijd
vindt zijn uitdrukking in het vierde raam,
waarin de personages van den astroloog (prof.
Kapteyn), den medicus en hoogleeraar (Petrus
Camper) zijn verwerkt.
Eerlang zal men in de aula uit de ramen
de tijdperken der Groninger geschiedenis kun
nen aflezen.
Jaarvergadering Jachin
Het vertellen op de Zondagsschool
Aan de jaarvergadering van de Geref. Zon-
dagsschoolvereeniging Jachin, gisteren te
Haarlem gehouden, ging een bidstond vooraf
in de Kloppersingelkerk, waarin voorging De
A. J. van S1 u ij s van Rotterdam, met een
predikatie over Jacobus 1 5.
In de morgenvergadering is nog het woord
gevoerd door den heer van Schouwen
burg namens de Ned. Zondagsschoolver-
eeniging, en door Mr. P. J. Klaver, secre
taris van het Geref. Traktaatgenootschap
„Filippus".
In de middagvergadering heeft mej. G.
Ingwersen een causerie gehouden over
Het vertellen op de Zondagsschool.
In deze causerie wees spr. er op, dat het
vertellen op de Zondagsschool moet boeien,
pakkend zijn en daartoe is een goede voor
bereiding voor den verteller noodig. Daarbij
moet niet „gepreekt" worden en moet niet
de toepassing tot het laatste bewaard worden.
Want dan dreigt het gevaar, dat de jongens
en meisjes het niet „nemen".
Spr. waarschuwt er haar gehoor voor, dat
men bij het vertellen niet ironisch moet zijn
en dat men niet moet probeeren geestig te
zijn. Ook moet men niet een verhaal van
menschen vertellen om er dan later een
etiket met de naam van den Heere Jezus op
te plakken. Ook moet men niet losse, op
zichzelf staande verhalen vertellen en ook
niet fantaseeren dat doet de jeugd zelf
wel men moet in zijn vertellen niet
hoogdravend zijn. Hoe eenvoediger hoe beter,
waarbij er echter voor gewaakt moet worden,
dat men plat wordt. Tenslotte moet men niet
te veel willen zeggen, niet het geheele onder
werp willen uitputten.
Na aldus te hebben aangegeven hoe het
niet moet, kwam spr. tot het ware positieve.
Al vertellende moet men zooveel goeds
zeggen van God, van Zijn liefde, toorn, be
reidheid tot vergeven, enz., dat de kinderen
niet anders kunnen dan Hem liefhebben. Men
moet in zijn vertellen den Heere Jezus zoo
heerlijk maken, dat de kinderen er vanzelf
toe komen om te zingen het „Veilig in Jezus'
ai-men". Maar ook moet men de kinderen
doen beven voor de heiligheid des Heeren en
Zijn straffen over de goddeloozen. Men moet
hen brengen tot de kennis van de zonde, van
hun zonden.
Vanzelfsprekend kan men alleen zóó ver
tellen, als men zelf God kent in Zijn liefde
en gerechtigheid.
Vervolgens wees mej. Ingwersen, die haar
causerie met pakkende voorbeelden uit de
praktijk illustreerde, er op, dat men bij zijn
vertellen de menschen, waarover het gaat:
moet laten leven en handelen. Men moet zoo
vertellen, dat het hart der kinderen erin be
trokken is. En bij het vertellen der bijbel-
sche geschiedenissen moet men steeds laten
zien de lijn, welke er loopt van de schep
ping over den zondeval, de komst van den
Heere Jezus en het Pinksterfeest naar de
wederkomst van Christus.
Tenslotte wees mej. Ingwersen erop, dat
men zich in de onderwerpen van zijn vertel
lingen en in het aantal dier onderwerpen
moet beperken, steeds bedenkende voor wie
men vertelt en wat het doel is van het ver
tellen.
De voorzitter, prof. Grosheide dankte
mej. Ingwersen voor haar causerie, die door
het gehoor met groote aandacht was gevolgd.
Nadat nog besloten was 't er op aan te
houden, dat de jaarvergadering volgend jaar
te Apeldoorn zal worden gehouden en
bij de rondvraag nog enkele zaken van meer
huishoudelijken aard besproken waren, is de
vergadering gesloten.
Na afloop der vergadering heeft een deel
der vergaderingbezoekers de Bybelsche dio
rama's in het huis aan den Schotersingel
bezichtigd, terwijl een ander deel een uit
stapje maakte naar Zandvoort.
Het lijk van den vermisten
kanovaarder gevonden
Aan de onzekerheid, waarin de ouders
van Feenstra te Hilversum over hun 17-jari-
gen zoon verkeerden, is thans een einde ge
komen. De politie van Loosdrecht heeft met
de zegen het lijk van den vermiste uit de
Loosdrechtsche Plas opgehaald.
Het slachtoffer was verleden week met
zijn kano de plas opgegaan en was daarbij
gaan zwemmen. Toen hij niet weerkeerde en
men op zoek ging, vond men slechts de kano
mei de kleeren van den jongeman.
De textielkaart is er en met de uitreiking is inmiddels een aanvang gemaakt. Een
Inwoner van Den Haag neemt zijn kostbaar bezit in ontvangst
DE HERBOUW VAN VEENENDAAL
Een onderhoud met den
burgemeester
Het is opmerkelijk, hoe snel ons land zich
herstelt van de nadeelige invloeden der oor
logsdagen, die door het tempo, waarin thans
gewerkt wordt, al weer een langen tijd achter
ons schijnen te liggen.
Dit blijkt duidelijk, als men een "bezoek
brengt aan de Utrechtsche Veluwe met de
plaatsen Veenendaal, Woudenberg, Scherpen-
zeel, Wageningen en Rhenen.
In een onderhoud, dat een redacteur van
het A.N.P. met den burgemeester van Vee
nendaal mr. J. J. P. C. van Kuyk, heeft ge
had, kwam duidelijk de wensch van de ber
volking en de plaatselijke autoriteiten tot
uiting om zoo spoedig mogelijk de geleden
schade te herstellen.
Er is hier, aldus deelde mr. van Kuyk
mede, veel verwoest, doch uitsluitend door
onze eigen troepen om het noodzakelijke
schootsveld te verkrijgen. Alleen in de be
bouwde kom reeds 130 woonhuizen, terwijl
daar nog bijgerekend moeten worden de ver
schillende boerderijen in de omgeving. Zooals
u gezien zult hebben, wordt hier hard ge
werkt om het puin zoo spoedig mogelijk te
verwijderen en alles wat nog maar eenige
waarde bezit, te verzamelen om dit opnieuw
voor den herbouw te gebruiken.
De regeling voor de
schadevergoeding zal eenige
maanden vorderen
Wij hunkeren naar dezen wederopbouw,
omdat hierin een flink stuk werk zit, doch in
verband hiermede dient toch wel het volgende
onder de aandacht van de bevolking te wor
den gebracht. Herhaaldelijk word ik met ver
zoeken lastig geVallen en zoo nu en dan als
het ware met verzoeken overstelpt om zoo
spoedig mogelijk die maatregelen te treffen,
waardoor binnen een minimum van tijd zal
kunnen worden meegedeeld, op welke wijze
de schaderegeling zal plaats vinden en op
welk bedrag men bij den wederopbouw van
overheidswege zal kunnen mogen rekenen.
Men schijnt maar niet te kunnen begrijpen,
dat er heel wat komt kijken om tot een op
lossing van dit voor ons zeer zeker dringende
vraagstuk te komen. Behalve den tijd noodig
om het bedrag te taxeeren, dat als schadever
goeding zal kunnen worden uitgekeerd, komt
er ook nog een ander niet minder belangrijk
vraagstuk kijken, ten aanzien van den weder
opbouw en wel het streven om te komen tot
een beter aesthetisch geheel. Wij hebben hier
b.v. een hoofdstraat met tal van fraaie win
kelpanden, en groote heerenhuizen. Verschil
lende hiervan zijn met den grond gelijk ge
maakt en zullen opnieuw worden opge
trokken.
Er zijn evenwel eenige vrij onooglijke huis
jes onaangetast gebleven, welke geheel ver
ouderd zijn en in deze omgeving niet meer
passen. Wij zullen nu "trachten een betere op
lossing te vinden. Hiervoor zullen wij de per-
ceelen moeten onteigenen en nieuwe gronden
aanwijzen, waar deze eigenaars opnieuw zul
len kunnen bouwen. U begrijpt, dat zooiets
eenigen tijd vergt. Vroeger deden wij daar
tenminste een paar jaar over, doch de Op-
bouwdienst werkt hier zoo buitengewoon hard,
dat het er naar uitziet, dat de oplossing bin
nen afzienbaren tijd kan worden verwacht.
Zoo lang als vroeger zal het nu niet duren, het
zal thans een kwestie van maande*, zijn. Doch
men moet nu niet eischen, dat het in een paar
weken kan gebeuren. Dat is nu eenmaal on
mogelijk en daarmede zal in de eerste plaats
de bevolking rekening moeten houden. Men
moge evenwel gerust zijn met de mededeeling
dat er hard aan gewerkt wordt en een snellere
afwerking tot de onmogelijkheden behoort.
De sigaren- en de textielindustrie
Wij hebben hier trouwens met nog andere
factoren rekening, te houden. Zooals u weet,
viert de industrie hier hoogtij, speciaal de
textiel- en sigarenindustrie. Nu is het wel erg
jammer, dat wij voor wat betreft de textiel-
Extra brood- en vetrantsoenen
voor landarbeiders
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van landbouw en vis-
scherij deelt mee, dat landarbeiders, werk
zaam in den hooibouw en landarbeiders, die
zware oogstwerkzaamheden vementen, nog
tot 1 Septemoer 1940 voor een extra brood
rantsoen van 100 pet. in aanmerking komen.
Genoemde categorieën van landarbeiders
kunnen gedurende deze periode echter geen
aanspraak maken op extra- boter- of vet
kaarten voor „zeer zwaren" arbeid. Zij
komen derhalve uitsluitend voor de extra-
boter- of vetkaarten voor „zwaren arbeid",
dat is dus voor een extra boter- of vet
rantsoen van 50 pet. in aanmerking.
Na 1 September wordt het extra brood
rantsoen van genoemde landarbeiders tot 50
pet. verminderd.
industrie met groote moeilijkheden te kampen
hebben, daar de noodzakelijkste grondstoffen
ontbreken. Men heeft nog wel al het personeel
in dienst gehouden, door ploeg voor ploeg
minder werktijd te geven, doch zonder steun
van overheidswege komt daar natuurlijk in de
praktijk niets van terecht. Deze steun komt in
ieder geval, doch het beste zou zijn, als spoe
dig de aanvoer van grondstoffen wederom
normaal zou kunnen plaats vinden.
Wat de sigarenindustrie betreft verkeeren
wij in de gelukkige positie, d-at er hier volop
gewerkt kan worden, omdat er voldoende
grondstoffen zijn voor de groote orders
welke zijn binnengekomen. Er is hier dus
werk genoeg, doch iedere textielarbeider
nog geen sigarenmaker, zoodat wij hier alles
toch niet zoo maar kunnen reorganiseeren.
Met dat ad, ziet het er voor onze gemeente
nog niet zoo erg slecht uit. Wij vertrouwen
dan ook, dat wij op allerlei gebied medewer
king zullen ondervinden als vergoeding voor
den zwaren tol, welken wij gedurende de oor
logsdagen in het belang van onze nationale
veiligheid hebben betaald.
Uitbreiding van de gemeente
Amersfoort
Gedeelten van Soest en Hoogland
worden toegevoegd.
De gemeente Amersfoort wordt met ingang
van 1 September aan de Noordelijke zijde
vrij belangrijk uitgebreid.
Dan worden namelijk, blijkens een in de
Staatscourant van gisteren opgenomen be
schikking van den secretaris-generaal van het
departement van binnenlandsche zaken, die
daartoe is gemachtigd op grond van de Ver
ordening no. 79 van den Rijkscommissaris
voor het bezette gebied, aan de gemeente
Amersfoort toegevoegd:
a. van de gemeente Soest een gedeelte
rijksweg met omgeving ten Noord-Oosten van
het sportterrein Birkhoven ter lengte van ruim
2 km en een breedte van ongeveer 750 m.
Ten Zuiden van de Eem, met inbegrip van
het aansluitende gedeelte van deze rivier;
b. van de gemeente Hoogland een ge
deelte ten Noorden van de Eem en verder
Oostwaarts zoowel ten Noorden als ten Zui
den van deze rivier, tot ongeveer 850 m. ten
Oosten van de spoorlijn naar Zwolle en Zui
delijk van het kruispunt dezer lijn met de
spoorlijn naar Apjeldoorn, tot een lengte van
ongeveer 3.2 km en ten breedte van gemid
deld ongeveer 400 m, eveneens met inbegrip
van de Eem, voorzoover deze door dit gebied
loopt
Kinderschoenen zonder bon
Naar het Alg. Hdbld. verneemt, is thans de
verkoop van kinderschoenen in de maten
van 18—23 vrijgegeven. Voor den aankoop
van deze kinderschoenen behoeft men dus van
te vpren geen bon aan te vragen.
Luistert niet naar verboden
radio-zenders!
Een Amsierdammer aangehouden
Hoe gevaarlijk het is, wanneer men tegen
het uitdrukkelijke verbod in naar andere
radiozenders luistert dan die, welke in de
betreffende verordening zijn toegelaten, is
gisteren weer eens gebleken te Amsterdam,
waar een 55-jarige bewoner van de Marcus-
straat door de Amsterdamsche politie is aan
gehouden wegens het luisteren naar de En-
gelsche radio. Ook had hij zich binnenshuis
beleedigend uitgelaten over de Duitsche
weermacht. Hjj is ter beschikking van den
officier van justitie gesteld. Zooals bekend,
kan men voor het eerste feit worden gestraft
met gevangenisstraf van twee jaren en boete
van honderdduizend gulden of een van beide
en in het bijzonder ernstige gevallen met
gevangenisstraf van tien jaren en boete van
onbeperkte hoogte of een van beide.
voor OPSTALLEN, INBOEDELS en inventaris
sen van woon- en winkelhuizen, boerderijen e.d.
IS WEER MOGELIJK. LAGE PREMIE
Inlichtingen verstrekken
PONTIER KARREMAN
Makelaars in Assurantiën.
Telefoon 38535.
WESTERSINGEL 9b, Rotterdam
EEN RUPS VAN ACHTTIEN CENTIMETER
De heer G. Doesborgh heeft in zijn tuin
te Tegelen op een komkommerplant een
zeldzaam groote rups ontdekt. Het beest,
aldus de Vooruit, was ongeveer 18 cm. lang
en had een omtrek van 3 cm. De broeders
van het Missiehuis te Steyl, die over een
groot museum beschikken, waarin een uit
zonderlijke collectie vlinders is onderge
bracht, hebben de rups gevangen. De
broeders zullen het diertje in leven trach
ten te houden, totdat het zich zal verpon-
pen in een vlinder, teneinde dit exemplaar
by de collectie in hun museum te voegen.
Uit de Pers
Niet midden in den stroom
„Het Landstormblad", orgaan ten behoeve
van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm,
instituut tot steun aan het wettig gezag, is
als ,.no. 8, Augustus Oorlogsjaar 1940, 17e
jaargang" voor het laatst verschenen, zulks
in verband met het feit, dat op bevel van
de Duitsche Overheid ook de B-V.L. wordt
opgeheven.
Uit dit laatste nummer nemen we het vol
gend artikeltje, dat getiteld is „Niet midden
in den stroom", over:
Het is nog niet zoo heel lang geleden,
dat Dr. Colijn het woord van een Ameri-
kaansch staatsman aanhaalde: „Men moet
bij het overtrekken van een rivier niet
van paarden verwisselen, als men midden
in den stroom is".
Aan deze uitspraak moeten wij herhaal
delijk denken, als wij kleingeloovige men
schen hooren, die nu al bezig zijn al het
oude overboord te gooien en die halsover
kop in het duister van den nieuwen tijd
willen springen.
Laat men zich bepalen tot de dingen,
die men ziep kan; tot den arbeid, die klaar
en duidelijk vlak bij ligt, ook aL lijkt hij
onbelangrijk.
De huisvrouw, die zich eenige uren in
de weeK van haar arbeid vrijmaakt om aan
de gewonde soldaten in het ziekenhuis een
opbeurend bezoek te brengen, doet beter
werk dan de oppervlakkige, die zit te be
peinzen of het niet nuttig zou kunnen zijn
onze hoop en verwachtingen maar over
boord te werpen en een nieuw bewind op
het veroverde schip aan te stellen.
Bij deze overweging loopen alle plannen
gevaar, uit te komen.
De realiteit is echter, dat wij nog steeds
leven in een tijd van oorlog en revolutie.
Het bezettingsleger heeft volledig de
macht gehoorzaamheid af te dwingen.
Wij zijn nu eenmaal krijgsgevangenen,
van hoog tot laag.
De ruime mate van vrijheid, die het be
zettingsbestuur ons laat, kan intusschen
worden gebruikt om de eenheid te be
werkstelligen van al die groepen, welke
krachtens levensbeschouwing en doelstel
ling zóózeer bijeen behooren, dat zij een
waarlijk levende gemeenschap kunnen
En voor 't overige is het meer de tyd om
e zaaien dan om te oogsten. Zaaien, goede
begrippen, gedachten en beginselen zaaien
bij jong en oud. En te begrijpen en beleven,
dat er van de toekomst van ons volk en
van de wereld niets kan terecht komen,
dan alleen langs den weg van verootmoe
diging en gebed.
Doodelijk ongeluk met een lift
Men meldt ons uit Amsterdam:
In het gebouw van de Rijksverzekerings
bank aan de Apollolaan ds gistermiddag een
ernstig ongeluk gebeurd, dat aan een 19-
jarigen jongeman het leven gekost heeft.
De jongeman wenschte gebruik te maken
van de goederenlift en had zich in de lift
schacht voorovergebogen in afwachting van
de lift. Op hetzelfde oogenblik kwam deze
omlaag. De man geraakte met het hoofd
bekneld tusschen den muur en de lift. Met
een schedelfractuur en een ernstige hoofd
wonde ds hij naar het Wilhelmina gasthuis
vervoerd, waar hij korten tijd later is over-
led -i.
BALTISCHE RUSLAND-ARBEID.
In de jaarvergadering van het Landelijk
Werk-Comité „Dr. O. Schabert", na uitstel
tengevolge der omstandigheden te Utrecht ge
houden onder leiding van dr. F. J. K r o p, is
5en breede bespreking gehouden over de
eerdere actie. Alle leden waren van oordeel,
dat het werk der voorlichting over de ge
varen der Bolsjewistische wereldbeschouwing,
indien eenigszins mogelijk, moet voortgaan.
Wordt nu de arbeid gestaakt, dan zal het wel
heel moeilijk, zoo niet onmogelijk zijn, later
nog weer eens te beginnen. Ook zijn er co-
mité's geweest, die te kennen gaven, zich
tijdelijk meer te interesseeren voor hulp in
eigen land.
Na ampele bespreking besloot het comité
aan alle provinciale en plaatselijke comité's,
busjes-houders en medewerkers te adviseeren:
a. gewoon door te gaan met onzen arbeid op
de oude wijze, voor zoover dat mogelijk i6.
b. indien daartegen bezwaren bestaan tijde
lijk onze organisatie te gebruiken tot steun
aan het comité voor den geestelijken weder
opbouw,