JUcuurr (iourant
FOTO
Concentratie der harten
noodzakelijk voor zendingsorbeid
GE
Abonnementsprijs:
per 3 maanden in Lelden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 2.35
Per week 18 ct. Losse nummers 5 ct
Alle» bij vooruitbetaling.
Advertentieprijzen:
2214 ct per regel Ingezonden Mede-
deelingen 45 ct per regeL Minimum
5 regels. Bewijsnummer 5 ot Bij con
tract belangrijke korting.
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
No. 6189
VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1940
21e Jaargang
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 1». LEIDEN.
Telefoon 22710.
(Na 6 uur 23186).
Postbox 20. Postrek. 68968.
Bijdragen van medewerken. Ingezon
den stukken aan de Red.
Abonnementen, Advertenties, ens. aan
d« Administratie
Interim-periode
Wanneer een zwemmer zich op den
stroom laat drijven, dan kan hij niet om
den hoek zien. Hij moet dan maar af
wachten, wat zich daar voor hem zal
openbaren.
Zoo is ons volk in dezen tijd. Het is
meegesleurd in den volkerenstroom en
moet zich thans laten drijven. Voor hoe
lang, en tot wanneer, weet niemand. Om
den hoek kijken, wat er zich zal opdoen,
kunnen we niet.
Er is geen heden zoo heeft eens een
filiosoof gezegd. Er is een gisteren en er
ie een morgen, maar het heden is zoo dun
als de scherpe zijde van een scheermes.
Vandaar dat we lessen kunnen trekken
uit het verleden, dat we daarmee korten
tijd bezig kunnen zijn voor het heden,
maar dat we voor de toekomst bijna geen
lijnen kunnen trekken.
Dit geldt zeer zeker in een tijd, als
welken wij thans beleven. Vóór den
vorigen oorlog, dus voor 1914, toen alles
langs lijnen van geleidelijkheid ging was
dit nog eerder mogelijk dan in de jaren
van 1918 tot 1939. Maar thans is dit totaal
uitgesloten.
Het volkerenconflict, dat thans aan den
gang is, werd nog niet beëindigd. Hoe
de vafloop daarvan zal zijn, is dus nog
niet te voorzien. Dat een nieuw, een
ander Europa groeit, staat vast, maar hoe
dat tevoorschijn zal komen uit den smelt
kroes der beproevingen, valt thans nog
niet te zeggen.
Ons land is bezet, maar wordt weer
vrij. Wanneer dat gebeuren zal valt niet'
te zeggen. Hoe de staatkundige positie
van ons volk zal zijn valt evenmin te
voorspellen.
Op het terrein van de voortbrenging
zullen zich ingrijpende veranderingen
voordoen evenals op het gebied van de
verdeeling der goederen. Maar hoe die
wijzigingen zich zullen manifesteeren en
ln welke mate zij ons volksleven zullen
beïnvloeden, kan nog niemand zeggen.
De verhouding tusschen patroon en
arbeider z£l worden herzien. Maar wat
precies de positie zal zijn van den werk
gever tegenover den werknemer, hoe de
verhouding zal worden geregeld van den
arbeider tegenover den patroon, kan
nog niet worden uitgemaakt.
Nederland ligt thans stil op den volke
renstroom. Het geweld van den oorlog
schaadt ons soms wel, maar we staan er
toch buiten. We wachten af, de dingen
die komende zijn. Het is alles een
interim-periode, een tusschenspel.
Waarom we dit zoo uitvoerig uiteen
gezet hebben?
Om daarmee aan te toonen, dat het
niet wijs zou zijn om in dit tijdsgewricht
alles overhoop te halen, en onderstboven
te werpen, wat er gegroeid is op velerlei
gebied, in ons land. Het zou niet verstan
dig zijn om nu al regelingen te willen
vaststellen, welke gericht zijn op een
definitieven toestand.
Als we nu alleen maar nemen de zucht
naar eenheid, dan kunnen we daarmee
gantoonen, wat we bedoelen.
Iemand heeft geestig opgemerkt, dat
bp dit oogenblik de eenheidsbacil heviger
woedt dan vroeger de splijtzwam.
Zoo is raak getypeerd de zucht naar
eenheid, welke op dit oogenblik ons volk
bevangen heeft, en waarvan het
gewenschte gevolg zou kunnen zijn, dat
tr een s c h ij n eenheid kwam, welke veel
funester zou zijn dan de gevarieerdheid,
welke ons nationale leven totdusver ver
toonde.
Het is onwaar en sterk overdreven,
Wanneer men het laat Voorkomen.
bns volk versplinterd was in allerlei
kleine groepjes. Er waren een paar zeer
kleine groepjes, maar die stonden aan
jlen zelfkant. In een paar groote volksgroe
pen was ons volk politiek en geestelijk
g e deeld (niet ver deeld, want wanneer
het erop aankwam, dan vond ons volk
•ich altijd weer als een sterk nationaal
roeiende eenheid terug). Indien de Neder-
landsche Unie zich in haar propaganda
bewust op dit practische standpunt plaatst,
ral zij haar weg voorspoediger maken,
dan indien zij te veel overhelt naar het
'.hans opgelddoend-geroep, dat al het oude
-ioet verdwijnen.
W(j hebben gepleit voor concentratie,
- wij doen dit nog, waar dit kan. Maar
daaraan mag niet worden opgeofferd, wat
we aan geestelijke vrijheid hebben ge-
Wonnen in den loop der eeuwen.
Ons volk heeft altijd nuchteren zin
betoond. Het loopt thai*s eenigermate
gevaar om dezen werkelijkheidszin te
verliezen. En daartegen willen wij waar
schuwen. Het jachten naar veranderingen,
het forceeren van eenheid op allerlei
eebied zou groote schade kunnen aan-
^c'hten, geestelijk en materieel, e?n schade
welke wij niet direct zouden onderkennen,
■•naar die zich later in volk n omvang zou
openbaren.
Ons land w^s tot 10 Mei ingesteld op
bepaalde verhoudingen. Onze binnenland-
sche politiek, onze ecomr >che, sociale
en financieele instellingen hadden een
bepaald rhythme, en een ->epaaldelijk
gerichte doelgtelüjig. Onze organisaties en
DE MAXIMUM-SNELHEDEN
VOOR MOTORRIJTUIGEN
Welke zullen gelden van
5 Augustus af
De Rijkscommissaris voor het bezette Neder-
landsche gebied heeft bij verordening no. 73
betreffende de snelheid van motorrijtuigen
het volgende bepaald:
De maximum toegelaten snelheid be-
1) binnen bebouwde kommen voor alle
soorten motorrijtuigen 40 km per uur;
2) buiten bebouwde kommen, ook op
de autosnelwegen;
a) voor personenrijtuigen, die met In
begrip vin den bestuurder ten hoogste
8 personen mogen vervoeren, en voor
motorrijwielen met of zonder zijspan 80
km per »ur;
b) voir andere motorrijtuigen 60 km
per uur.
Het bovenstaande geldt onverminderd
de bestainde bepalingen, volgens welke
slechts greden mag worden met een
kleinere inelheid dan 40 km per uur.
De uitzonderingen
De Duitshe weermacht, de die'nstbureaux
n den Rjkscommissaris, de SS-doodskop-
formaties, de grenswachtdienst (Grenzauf-
sichtsdienst, de technische hulpdienst (Tech
nische Notblfe), de rijksarbeidsdienst, en de
Duitsche er Nederlandsche politie en brand
weer, evenls ambulance-motorrijtuigen en
motorrijtuign van diensten voor eerste hulp
en van artsn, die als zoodanig te onderken
nen zijn, zki van de bepalingen dezer ver
ordening irgezonderd, voor zoover de uit
voering var van overheidswege gegeven op
drachten of le vervulling van plichten, welke
uit dienst f beroep voortvloeien, dit ver-
eischt, een e ander voor het geval vertraging
gevaar zou -pleveren.
Hij, dieopzettelijk of door zijn schuld
ln strijd iet de bepalingen dezer ver
ordening f met de te harer uitvoering
uit te vardigen nadere voorschriften
handelt, wrdt voor zoover geen strenger
straf is bdreigd, met hechtenis van ten
hoogste 3( dagen of met een geldboete
van ten bogste 300 gulden gestraft.
Handeligen, als bedoeld in het vorige
lid, zijn aertredingen.
Deze vrordening treedt Maandag 5
Augustus i werking.
Nederlindsehe bloemen naar
Duit-schland
Het A.N.P meldt uit Berlijn:
De voor len invoer van Nederlandsche
bloemen doa. Duitschland beschikbaar ge
stelde betaligscontingenten voor het derde
kwartaal blijen het viervoud van het vorige
jaar te bedigen. Men moet hierbij echter
bedenken, da het Duitsche rijk thans grooter
dan het vorig jaar is.
De' Duitscü markt voor de Nederlandsche
bloemen heet in Juli geheel stil gelegen.
Tot 10 Mei i werden er m Duitschland ge
regeld Nedeiandsche bloemen ontvangen.
Van 11 tot !0 Mei moest Duitschland het
zonder Nedeiandsche bloemen doen. Tot
ieders verwodering kwamen er echter reeds
op 21 Mei weer Nederlandsche bloemen
in groote hoeeelheden op Duitsche markten
aan. Dat duurie tot eind Juni. De toegestane
betalingscontijgenten waren toen geheel op
gebruikt. Begn Juli waren de nieuwe con
tingenten nog niet toegestaan. Ook de zgn.
„Vorgenehmigng" liet langer dan in andere
jaren op zich wachten. Maar thans is alles
in orde en zufen tegen 2 Augustus de Neder
landsche bloenen weer in Duitschland ver
schijnen en wd in zeer groote hoeveelheden,
tot vreugde vn den invoerhandel en van de
Duitsche volisgenooten, die het zonder
Nederlandsche bloemen niet kunnen stellen.
Aalsmeer is ei naar wij vernemen, ook zeer
verheugd over Immers, van ouds her ging
omstreeks 80 pocent van den Nederlandschen
uitvoer van geneden bloemen naar Duitsch-
(Vervolg van ie eerste kolom)
bonden werkten ieder op eigen terrein
naar een gezamenlijk schema, al was
dat vaak niet met zooveel woorden vast
gelegd. Heel onze volkshuishouding, en
heel de openbaring van ons leven als
Nederlandsche natie was op een bepaalde
leest geschoeid
Nu is het afeoluut onmogelijk, dat dit
alles op eenmaal veranderd en omgezet
zou kunnen worden, zonder dat dit met
heftige schokkon gepaard zou gaan, wat
belangrijke naifeelen voor groote groepen
met zich zou brengen en een stoornis
teweeg zou hengen in verhoudingen,
welke jarenlang gegroeid waren.
Men mag ziel niet keeren tegen wijzi
gingen, welke ein verbetering zijn. Dat
daartoe pogingn worden ondernomen,
verheugt ons. Kaar dat moet dan niet
geforceerd, doel met wijs beleid ge
schieden.
Laat men voonichtig te werk gaan, bij
veranderingen, ojdat in dezen interimtijd,
in dit tusschenspd, niet veel omvergeke-
geld wordt, dat men later zou betreuren.
Overhaaste hervormingen kunnen tot niets
goeds leiden, ze schaden het volksgeheel
en maken de verwarring nog grooter,
hoewel ze ingevoerd worden om grooter
eenheid te verkrijgen. Zooals we reeds
eerder schreven: als de kleine groepen,
die jachten naar hervormingen en
wijzigingen, wat worden ingetoomd, dan
komen de rustiger methoden vanzelf voor
den dag, waarnaar ons volksleven econo
misch en geestelijk te bekwamer tijd, kan
worden ingesteld op de nieuwe verhou
dingen en toestanden, welke zich dan
zullen voordoen.
De Mantel der
Modder
Gruwelcampagnes over eigen land
Het „Handelsblad" neemt met volkomen
instemming ons artikel Scheeve voor
stelling rechtgezet over. In dat
artikel braken wij den staf over vele
lieden in ons land, die zich thans inspan
nen om te laken wat Hollandsch is. Het
„Handelsblad" doet dat overnemen verge
zeld gaan van de volgende ontboezeming:
Nieuwe omstandigheden vragen
nieuwe methoden. In de wereld van
vandaag wordt gewerkt met groote ge
organiseerde eenheden. Daartegenover
kunnen wij geen versplinterde Neder
landsche volkskracht plaatsen zonder
achter- of onderop te komen. Vroeger
heeft men de volkswelvaart en het
volkswelzijn naar beste weten meenen
te kunnen dienen met staatkundige
organisatorische methoden die haar
fouten hadden zooals alle methoden
haar fouten hebben welke veel min
der dan thans op geordenden organi-
schen opbouw waren ingesteld. Die
methoden zijn thans niet meer bruik
baar, en ons volk heeft in de stroom
versnelling van den oorlogstijd in
breeden kring begrepen dat het andere
wegen moet kiezen. Zij die den eigen
aard van de Nederlandsche gemeen
schap, een erfenis van eeuwen gemeen
schappelijke historie, willen eerbiedigen,
zoeken daarvoor nu naar wegen en
vormen die het best op onzen volksaard
en op de omstandigheden passen. Maar
het is daarbij niet noodig, niet verant
woord en weinig Nederlandsch, om nu
maar blindelings in de concurrentie om
voorop te komen alles te verguizen dat
in het verleden is gedaan en tot stand
gebracht. En om, in een soort van wed
strijd naar het nieuwe, de voorstelling
te wekken alsof het in Nederland vóór
den tienden Mei één groote janboel, één
groote aaneenschakeling van onkunde,
politieke corruptie, onrechtvaardigheid
en uitbuiting was. Wie de zaken zóó
schildert, werpt met modder naar het
Nederlandsche volk zelf, dat aan het
oude systeem vele jaren lang in zijn
verscheidenheid medewerkte, en er vele
groote dingen in tot stand bracht, al
waren er ook ernstige tekortkomingen.
In ons artikel „Eigen aard" hebben
wij op 23 Juli nog eens op deze kanten
van den overgang van het vroegere
naar het nieuwe gewezen, met eer
biediging van de eerlijke bedoelingen
aan weerszijden van den drempel. In
zijn brochure „In vaderlandschen zin"
is mr. Linthorst Homan eveneens tegen
elke blinde verguizing van het verleden
opgekomen. Men behoeft toch waarlijk
niet het verleden te bezoedelen om met
overtuiging nieuwe wegen in te slaan.
Het neertrappen van het verleden om
den schijn te wekken in het heden zoo
veel hooger te stijgen, is een zielige
methode. Het is niet noodig en weinig
fier om een vorige levensperiode met
den mantel dermodder te bedek
ken, en om beweegkracht voor het be
treden van nieuwe paden vooral te
zoeken in het modderspuiten naar
achteren.
Laten wij, lezers, ieder in zijn eigen om
geving, ons krachtig verzetten tegen het
omlaag halen van het verleden, al erken
nen wij patuurlijk wel dat er fouten zijn
gemaakt In het algemeen is er geen
enkele reden ons te schamen over wat ons
voorgeslacht heeft gemaakt van de Neder
landsche samenleving. Een welvarend
geheel en geestelijke vrijheid, welke hand
in hand gingen. Gelukkig beginnen steeds
meerderen dezen lieden, welke slechts
kwaad weten te spreken van het verleden,
tegenstand te bieden. „Wij willen Holland
houen", ook in de herinnering van het
goede, 't welk in 't nabije verleden kon
worden opgemerkt.
Twee doodelijke ongelukken
te Zeist
Op den Woudenbergschen weg nabij de
uitspanning De Pyramide bij Zeist is gister
middag het tweejarig kind van ds. Zemel uit
Vianen, die met zijn familie te Zeist de
vacantie doorbracht, door een autobus aan
gereden en gedood.
Ds. Zemel wilde met zijn echtgenoote, die
het kind achter op haar fiets had, den weg
oversteken. Mevrouw, die voorop reed, lette
daarbij blijkbaar niet voldoende op het ver
keer en werd door een autobus van achteren
aangereden, waarbij het kind op slag werd
gedood. De moeder bleef ongedeerd.
De chauffeur van de bus trachtte nog door
het omgooien van het stuur de aanrijding te
vermijden, waarbij hij niet kon verhinderen,
dat zijn wagen tegen een boom reed en ver
volgens den berm af in het bosch langs den
weg tot stilstand kwam.
Hoewel de autobus zwaar werd beschadigd,
kwamen de inzittenden er vrijwel zonder
verwondingen af. Zij konden door een ge
broken ruit het voertuig verlaten.
Op den Amersfoortschen weg ls een 45-
jarige fabrikant, die van bet rijwielpad den
rijweg wilde oversteken naar zijn woning,
door een luxe auto gegrepen en op slag ge
dood. Het lijk is naar het lijkenhuisje over
gebracht. De politie stelt een onderzoek ïd
naar de toedracht van het ongeval.
SCHAAP Co.
AMSTERDAM - ROKIN 106
MOOIERE AF0RUKKEN
6x94 ets.
Geen teelt van karwij in 1941
In verband met de omstandigheid, dat de
dekvruchten der karwij zijn geoogst, ligt het
in het voornemen bij de vaststelling der
maatregelen met betrekking tot het teeltplan
voor den oogst van 1941 geen teelt van karwij
toe te staan.
Bij de bewerking van de afgeoogste velden
kan men hiermede dus rekening houden.
Nadere mededeelingen omtrent bovenge
noemde maatregelen kunnen spoedig worden
tegemoetgezien.
Het werk onder de heidenen in de smeltkroes
der beproeving
De drie en dertigste zendings
dag van den Gereformeerden
Zendingsbond te Driebergen
(Van een onzer redacteuren.)
Utrecht, 2 Augustus.
Het was wel te voorzien dat de tijdsom
standigheden ook hun stempel zouden druk
ken op het bezoek aan en het verloop van den
traditioneelen zendingsdag van den Gere
formeerden Zendingsbond in het
Rijsenburgsche Bosch te Driebergen gis
teren gehouden.
Het aantal spreekplaatsen was gereduceerd
tot één terwijl ook de verdere opzet van dezen
zendingsdag het was de drie-en-dertigste
zeer sober was gehouden.
Maar niettegenstaande dit alles is toch dui
delijk genoeg gebleken dat bij velen groote
dankbaarheid was voor het feit dat de zen
dingsdag nog doorgang kon vinden, zoodat
achteraf gezegd kan worden dat het maar
goed geweest is de samenkomst toch te orga-
niseeren ondanks de bezwarende omstandig
heden. Want ruim 2500 personen zijn toch nog
opgekomen om van hun liefde voor het zen
dingswerk getuigenis af te leggen.
Zij allen waren, zooals de voorzitter van den
G.Z.B. ds. J. H. F. Rem me, Ned. Herv.
Pred. te Amsterdam het uitdrukte in zijn
openingsrede, met meer dan ongewone be
wogenheid bijeen, een bewogenheid waarvan
zeker geen verdere rekenschap gegeven be
hoefde te worden.
Er gingen stemmen op, zoo zeide d s.
Re mme. om dit jaar maar geen zendingsdag
te organiseeren. Maar uiteindelijk vond het
bestuur toch de vrijmoedigheid om door te
zetten niet in de laatste plaats omdat het ge
leid werd door de gedachte dat juist temidden
van alle moeilijkheden de behoefte tot dit
samenzijn zich sterker deed gevoelen dan ooit.
Ook de zendingsarbeid, aldus d s. R e m m e.
ligt in de smeltkroes der beproeving. De be
hoefte om dezen dag met gelijkgezinden bijeen
te zijn was zoo sterk dat met de soberheid
van opzet genoegen werd gennomen. Spr.
bracht dank aan de landelijke en plaatselijke
autoriteiten die geen struikelblok in den weg
gelegd hadden. Aan de voorzichtige aandrang
om sober te zijn werd gevolg gegeven. Wij
kunnen veel ontberen, zoo ging ds. Remme
voort, maar niemand kan buiten de open
toegang tot den troon der genade.
Deze dag moet dan ook in de eerste plaats
een zendingsbidstond zijn. Vervolgens
sprak ds. Remme uitvoerig over het Schrift
woord Habakuk 3 vers 2 „Uw werk o Heere
behoudt dat in het leven in het midden der
Menschen in nood hebben hulp noodig.
Habakuk had de God Jacobs tot zijn hulp en
hij beluisterde in de stormen van zijn tijd de
stem des Heeren. Van God geleerd zag deze
profeet Israels onwaardigheid en in al het
wereldgebeuren van zijn tijd zag hij het werk
Gods. In het zendingswerk in het algemeen en
in dat van den G.Z.B. in het bijzonder mogen
wij ook een werk Gods zien. Bij al het ge
krakeel en gestumper waarmede wij menschen
dit werk doen blijft het toch Gods werk.
Daarom mogen wij ook in deze moeilijke
dagen voor wat betreft de zending, bidden
„Uw werk o Heere behoudt dat".
Sterkte in Zendingsstrijd
Nadat gemeenschappelijk gezongen was
Psalm 67 vers 2 (ditmaal werd gezongen zon
der begeleiding van een muziekcorps zooals
andere jaren), beklom ds. Jac. Vermaas,
Ned. Herv. pred., van Huizen het spreekge
stoelte om te spreken over het onderwerp
„Sterkte in Zendingsstrijd".
Ds. Vermaas deed zulks naar aanleiding
van het eerste hoofdstuk uit de Brief aan de
Colossenzen waaruit zoo klaar blijkt de zen
dingsijver van Paulus om het Evangelie te
brengen aan Joden en heidenen. Ondanks alle
moeiten en tegenstand die Paulus moest
ondergaan, is hij toch arbeidende gebleven in
zijn zorg voor zijn gemeente en voor anderen.
In de prediking van dezen grooten onder de
zendelingen zien we eenerzijds de donkerte
en anderzijds het licht. En hoe staat het met
onze zendingsarbeid in deze oordeelstijden?
Roeping en doel blijft onveranderd, dat leert
ons de prediking van Paulus. Deze tijden
hebben ons ook d i t te zeggen, dat wij vaak
zending hebben bedreven „omdat het er nu
eenmaal bijhoort" maar van de waarachtige
ijver werd vaak zoo weinig gevonden.
In dezen tijd wordt veel gesproken over
concentratie. Wat wij noodig hebben voor
waarachtige zendingsarbeid is ook: concen
tratie maar dan ook de concentratie van
onze harten op het doel dat wij hebben na
te streven. Concentratie van door God ver
nieuwde harten brengt liefde voor Christus
en Zijn Kerk met zich mede. In de kracht
bron Christus moeten wij onze kracht zoeken
voor het zendingswerk, ook nu
Over een „alarmkreet uit de heidenwereld"
sprak vervolgens d"s. G. van Ieperen
Ned. Herv. pred. te Hillegersberg. Spr.
ging uit van het Schriftwoord Johannes 12
vers 20 en 21 en wees erop dat ofschoon de
heidenen het zich niet bewust zijn er toch
diep in hun ziel de onuitroeibare en schreien
de behoefte leeft aan verlossing, aan geluk,
aan zaligheid welke alleen in Christus is. De
nood van het heidendom is zeer groot. De
reddende hand moet worden uitgestoken en
die nood mag ons niet onbewogen laten. Spr.
wekte de aanwezigen op tot hernieuwde zen
dingsijver, tot gebed om de vermeerdering
van Christus's Kerk en uitbreiding van Zijn
Koninkrijk, ook door de chaos van onzen tijd
heen zal Christus die bede niet afwijzen.
Ds. J. F. Doornenbal Ned. Herv. pre
dikant te Kesteren sprak hierna over het
onderwerp ,,'t Zal alles door den vrede
bloeien" en wees op de tegenstelling tus
schen de profetie van Jesaja „het zal ge
schieden in het laatste der dagen dat de berg
des Heeren zal vastgesteld zijn" en den toe
stand welke in onze dagen heerscht.
Er is verdeeldheid, strijd, afval, ongeloof
en verscheuring. Maar ook nu bestaat de
tegenstelling want er is ook een werkelijk
heid welke wij niet zien dat is de berg Sions
waarvan Christus de grondslag is.
Dat te weten en daaruit te leven geeft
moed ook in onze dagen. Wat winden dat er
waaien, wat regent dat er plast, de hooge
berg van Sion, staat onbeweeglijk vast.
Middagbijeenkomst
Om twee uur werd de samenkomst her
opend. Eerste spreker was nu d s. H. A.
Leenmans Ned. Herv. pred. te E d e die
handelde over het „eeuwig vrederijk". Ook
deze spr. wees op de tegenstellingen waarvan
Jesaja spreekt zoowel in het tiende en elfde
hoofdstuk alsook in het 24ste en 25ste. Maar
door alles heen klinkt daar de verwachting
naar dat vrederijk Gods hierboven waarvan
op vele plaatsen in de Schrift gesproken
wordt. Daar zal geen leed en geen verderf
meer zijn. Spr. wekte d^ aanwezigen op om
toch uit die verwachting te leven en ook de
heidenwereld in kennis te doen brengen van
dil heerlijke Evangelie.
Ds. H. Schroten, Ned. Herv. prer.
te Rotterdam, had Matth. 12 vers 18
tot uitgangspunt van zijn na ds. Leenmans
uitgesproken rede gekozen, met daarbij als on
derwerp „Wij hebben geen halven Zaligmaker"
(Art. 22 der Ned- Geloofsbelijdenis).
Spr. stond eerst stil bij het ontstaan van
deze merkwaardige uitspraak en herinnerde
aan het ,,sola fide" der Hervormers dat zij
stelden tegenover de gansch andere gedach
ten van Rome. Ook heden dient er de nadruk
op gelegd dat Christus onze volkomen Zalig
maker is en dat niets anders buiten Hem
mag worden gezocht. Dit ook de heidenen te
verkondigen is de heerlijke taak der zending.
Slotrede
Het was inmiddels al kwart voor vier ge
worden, toen d s. W. L. Mulder, Ned.
Herv. pred. te Veenendaal, het spreekgestoelte
beklom voor de slotrede. Spr. hield deze naar
aanleiding van Jesaja 44 vers 2 en 3 om zijn
gehoor erop te wijzen, dat de Heere de vrees
wegneemt en wat Hij ervoor in de plaats
geeft. Met het oog op de zending is dit een
troostrijk woord. De zending heeft het moei
lijk, maar wij behoeven niet bevreesd te zijn,
God zegt dat zijn Geest zal uitstorten ook op
hen die na ons komen. De Heere laat niet
varen het werk Zijner handen. Al is het op
het oogenblik met alles en ook met de ben-
dingsarbeid donker gesteld, wij weten dat
de Heere de vrees wegneemt en dat zijn Ko
ninkrijk komt, dwars door alles heen. Spr.
besloot zijn rede met de aanwezigen dit Pro
fetisch getuigenis op het hart te binden om
daarmee de toekomst tegen te gaan, een toe
komst waarvan wij niet weten wat die bren
gen zal, maar die in de handen is van Hem,
die gezegd heeft dat Hij de vrees wegneemt
Met het zingen van het Te Deum Laudamus
der Psalmen: „Zijn Naam moet eeuwig eer
ontvangen" werd deze zendingsdag na gebed
door ds- Mulder gesloten.
Dankbaar voor hetgeen deze bijzondere
dag geboden was en niet het minst voor het
feit dat de weersgesteldheid een terugtrekken
avnuit het bosch naar een der kerkgebouwen
niet noodzakelijk had gemaakt, verlieten de
aanwezigen de tempel van ongekorven hout
De drie en dertigste zendingsdag van den
G Z. B-, ditmaal in oorlogstijd, was voorbij.
De begrafenis van de slachtoffers
van de Bulgia
Op den morgen van den twaalfden Mei
werd in de buitenhaven van Vlissingen de
Nederlandsche mijnenlegger Bulga door de
uitwerking van een bom getroffen. Het schip
zonk onmiddellijk. Van de vijftien opvarenden
wisten slechts twee zich te redden. Zij wer
den naar het ziekenhuis Bethesda overge
bracht. De overige dertien manschappen kwa
men bij de uitoefening van hun plicht om het
Dinsdag, na 2% maand, is de Bulgia door
drijvende bokken gelicht en konden de lijken
van twaalf slachtoffers worden geborgen.
Gistermiddag zijn op de Algemeene be
graafplaats te Vlissingen 11 opvarenden met
militaire eer ter aarde besteld. Het stoffelijke
overschot van den twaalde, Wesselink, is per
auto naar Winschoten vervoerd. Honderden
belangstellenden woonden deze droeve plech
tigheid bij.
Coördinatie in de bouwnijverheid
Er zijn besprekingen gevoerd tusschen ver
tegenwoordigers van de Vereeniging van han
delaren in Bouwmaterialen in Nederland, den
Ned. Houtbond en de Federatie van werk
gevers in het Bouwbedrijf. Deze organisaties
hebben het initiatief genomen, om tot nauwe
samenwerking en coördinatie op het gebied
van de bouwnijverheid te komen.
VERHOOGING VAN DEN
TABAKSACCIJNS
Met ingang van 15 September
In het Verordeningenblad van gisteren is
een besluit opgenomen van den secretaris
generaal van het departement van financiën
betreffende verhooging van den tabaksaccijns.
Daarbij worden met ingang van 15
September 1940 verhoogd:
De accijns voor sigaren met dichtge-
werkten kop, wegende per 1000 stuks
314 kg. of meer, van 1214 procent op
20 procent;
de accijns voor andere sigaren van
1714 procent op 25 procent;
de accijns voor rook- en pruimtabak
en snuif van 2214 procent op 30 procent:
alles gerekend van den kleinhandels
prijs.
De accijns op sigaretten, thans 50 pet.
bedragende, wordt met 10 opcenten ge
bracht op 55 procent.
De secretaris-generaal van het departement
van financiën kan voorschrijven, dat op het
tijdstip van het in werking treden van dit
besluit fabrikanten en groothandelaren de bij
hen voorhanden niet gebruikte zegels moeten
inleveren, ten einde tegen andere zegels te
worden ingeruild.
Degene, die de voorschriften van dit be
sluit en die, uitgevaardigd ter uitvoering
daarvan, overtreedt, wordt gestraft met een
boete van ten minste vijf-en-twintig en ten
hoogste duizend gulden, onverminderd de
inbeslagneming en verbeurdverklaring van
de zegels, waarvan de voorgeschreven in
levering is nagelaten.
H0LLANDSCHE ftO 10(17
SOCIËTEIT H lOUf
Heerengracht 475 Amsterdam C
Vraagt tarieven voor
LEVENSVERZEKERING
LIJFRENTEN PENSIOENEN
DE NEDERLANDSCHE
OPBOUWD1ENST
Bij verordening van den Rijkscommissaris
is betreffende den Nederlandschen Opbouw-
dienst o. a. het volgende bepaald:
De Opbouwdienst is bestemd om de leden
van de voormalige Nederlandsche land- ea
zeemacht in de gelegenheid te stellen nutti®
werk ten behoeve van de Nederlandsche
volksgemeenschap te verrichten. Hij is een
eervolle dienst ten behoeve van volk en
vaderland.
Aan het hoofd van den opbouwdienst staan;
1. de commandant (Arbeitsleiter);
2. het hoofd der administratie (Verwal-
tungsdirektor).
De commandant en het hoofd der adminis
tratie worden door den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied benoemd en
ontslagen. Zij stdan onder den secretaris
generaal van het departement van algemeene
zaken.
De jaarlijksche begrooting van den Opbouw
dienst wordt op grond van een gemeenschap
pelijk voorstel van den commandant en het
hoofd der administratie door den secretaris
generaal van het departement van algemeene
zaken in overeenstemming met den secretaris
generaal van het departement van financiën
vastgesteld. Zij behoeft de goedkeuring van
den Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied.
De secretaris-generaal van het departement
van algemeene zaken vaardigt de voor
schriften, noodig voor de uitvoering van deze
verordening, uit. Deze worden in de Neder
landsche Staatscourant bekend gemaakt.
Deze verordening treedt in werking met
terugwerkende kracht tot 15 Juli 1940.
De brandstoffenvoorziening
Te Utrecht is dezer dagen de jaarlijksche
vergadering gehouden van den Bond van Ned.
handelaren in Brandstoffen.
De voorzitter, de heer H. van Galen Last,
herinnerde aan de afneming in den loop van
dit jaar van het eerste vak-examer voor den
brands toffenhandeL
Nu de regeling voor den verkoop van hijls-
brandkolen voorloopig buiten werking gesteld
is, zoo vervolgde hij, zal de handel vermoede
lijk eerst tot het besef komen, wat hem hier
door ontvalt.
In de naaste toekomst ls een toenemende
overheidsbemoeiing met den brandstoffen-
handel te verwachten in het belang van een
zoo goed mogelijke kolenvoorziening, nu
vooral het vervoer zulke groote zorgen baart.
Bemoedigend is, dat er overleg met den
handel gepleegd wordt en de organisatie
vertegenwoordigd is in de advies-commissie
voor huisbrand-aangelegenheden. Het bestuur
is gemachtigd de noodige stappen te onder
nemen om te geraken tot één organisatie
voor den brandstoffenhandel.
Tegen de thans van kracht zijnde regeling
van de kolenvoorziening zijn van de vergade
ring uit onderscheidene bezwaren geopperd,
met name tegen de wijze van verdeeling van
de ter beschikking komende brandstoffen
onder den handel. Men \ag hierin een
achterstelling van degenen die voorheen uit
het buitenland invoerden. Geantwoord is
hierop dat de tegenwoordige bepalingen geen
andere mogelijkheid open laten.
Bevestigend luidde het antwoord op de
vraag, of de leveranties voor kook-doelein-
den in mindering van de 20 pet. gebracht moe
ten worden.
Het bestuur gaf den afdalingen den raad
zich zooveel mogelijk in verbinding te stellen
met de distributie-kantoren ten einde voor
de uitvoering van de regelingen te komen tot
een zekere samenwerking.