DC" H°r°'
"ftÊ
SAMBO, DE OLIFANT
30 JULI 1940
PAG. 3
en Zending
Ned. Hetv. Kerk.
P Te Jukwerd-Krewer<! (Gron.),
Eï' .fVecht, W?* Boeksema
Voor Almkwk E Bro-
rerth-Heelsum.
Geref. Kerken. Streef-
Te Glanerbru* Jn K Streef
geg* hulppred. te Z^en-
KMfcopsgez. Broed»«ehap'
gy Te Ternaarf, A. J. Snaayer.
_ene Sy»»de der Ned-
drij He" Kerk
I M ,0 t" lining.
elt opBid» de zitting, las Ps. 91 en
»n SSdcn vastgesteld en de agenda
J de stukken ter behandeling
bk deed hierna mededeeling, dat
lean 2000 ter hand gesteld was
jboBollecte. Met groote dankbaarheid
kennisgenomen.
'erea commissie voor de stukken ter
k-r-h^raPPort eerde Prof- Berkelbach v.
jver een schrijven van den ker-
n njpogcveen, waarbij gevoegd werd
in6 Kjven van den kerkeraad* van
JouvCrsteiiende de verkiezing voor
derfean het kiescollege niet te laten
volkj rapport concludeerde, dat geen
ndemig waren, om deze verkiezing op
ïn yB"gezien deze zaken hun regel-
kunnen hebben; dat de ernstige
heden wel invloed kunnen heb-
stance waarop de verkiezing zal plaats
op het feit, dat ze gehouden
ie niet belemmerend behoeven te
d deadens in enkele gevallen, waar
der kiezerslijsten moeilijkheden
welke gevallen één voor één
worden gehouden,
lend met dit onderwerp rappor
namens de commissie ad hoe
-an den voorzitter van den Ker-
euwarden. bevattende hetzelfde
.commissie stelde voor een nood-
treffen volgens welke de ver-
in gemachtigden voor het Kies-
'ie iiar in gemeenten, die het recht
vi enz aan zich hebben gehouden
indsc(rten werden tegelijkertijd in be-
eninmcht. Na ernstige discussie werd
>vez« wëekblad der Hervormde Kerk
er dat van de verkiezing van ge-
gemfepensatie kan worden verkregen
arbden. die overtuigend kunnen aan-
e n]*et 'houden van zulk een ver-
5» niet mogelijk is.
„^"vergadering werd gevuld met
s: de verslagen van de Persoon-
n* tatie: van de hand van ds. v. d.
op-oCkerkvisitatie in Zeeland en in
de J niet Limburg; van de hand van
i-oec# over de visitatie in Friesland,
de dn lokten besprekingen uit en
gSSc»nk aanvaard.
pn de president de zitting en ver-
jigadering wegens samenspreking
ïjfsl/an beheer tot vanmorSen 10 uur-
edrijCHEID EN INTREDE.
'anl«ens bevestigd te zijn door zijn
er b- W. Geels van Apeldoorn, met
J over Joh. 1 43a, deed DS. J.
on-e®'dagavond zijn intrede als pre-
woï Geref. kerk te Aalsmeer, pre-
de ,.den weg van den Bruidegom
;n tisgemeente". De intreetekst was
n bi 12. Achtereenvolgens wees Ds.
cuipn liefdevollen drang, 2. een be-
nkiisch en 3. een gunstrijke ver-
dat1 nieuwe predikant werd toege-
ens den kerkeraad en gemeente
;h tg O. J. Meijer, door burgemeester
>r feens B. en W. en door zijn vader,
aveïoegezongen werd Psalm 132 6.
:n Qordigd waren de Ned. Herv.
rij (stuur der Chr. Schoolvereen. als-
blijden der drie Chr. scholen,
jkheüensten was het kerkgebouw
^de,ln der Heide hoopt Zondag
30U.\fscheid te nemen van de Ned.
e "smeente te Broek op Langendijk
'erepSeptember 1940 zijn intrede te
en, na bevestigd te zijn door zijn
)R jis. M. J. A. Bouwers van Dan-
li.ikeolenaar, Ned. Herv. Predikant te
isjesr., hoopt op Zondag 25 Augustus
meinen van zijne gemeente en 1 Sept.
erscfen bij de Ned. Herv. Gem. van
t sufstede, na bevestigd te zijn door
t opDs. H. O. Molenaar, van Halfweg,
esten DS. J. C. JöRG
scho
16-flag herdenkt ds. J. C. Jörg, Ned.
Nqit te Steenwijk, den dag waarop
»i«l het Pred'kambt aanvaardde.
werd 1886 geboren en in
>ld r in Noord-Brabant om 1 Aug.
sai£weer het Predikambt 'te aan-
i{|jdaar vertrok hy in 1920 naar
ij ofich 5 Aug. 1928 aan zijn tegen-
nogeheente te verbinden, nadat hij
ven» voor een beroep daarheen had
leln jhtte in Delfzijl een groote school
lksonderwijs en mocht er door
NSÏ een nieuw kerkgebouw zien
•roojebledWeeSt 5ubüaris op
eve«etlscht ziïn gedenkdag onopge-
^rjvoorbijgaan.
Jjj^ERK VAN AMSTELVEEN.
>oi E1 s h o u t, hulpprediker bij
"teek van Zeist, zal met ingang van
id tee als hulpprediker optreden bij
ellenfe van Amstelveen, speciaal voor
ilkin»r evangelisatie. Hij zal daartoe
ats be middagen en drie avonden te
werkzaam zijn. Gezieh de offer-
REIer gemeente voor het werk der
^ERlin het verleden, zal de komst
JBHIshout van de gemeente geen I
nieuwe bijdragen vergen, aangezien de gelden
voor deze benoeming, die voor den tijd van
een jaar is geschied, reeds voorhanden zijn.
De kerkeraad vertrouwt dat de offervaardig
heid voor het werk der evangelisatie bij de
gemeente niet verminderen zal.
AMBTSJUBILEUM Ds. J. J. WOLDENDORP
Op Donderdag 1 Augustus a.s. herdenkt
Ds. J. J. Woldendorp, Herv. pred. te
Zoetermeer, zijn 25-jarig ambtsjubileum. Het
zal den jubilaris dien dag zeker niet aan be
langstelling ontbreken.
CONFERENTIES ZENDINGSSTUDIE-RAAD.
In verband met diverse aanvragen betreffen
de het al of niet doorgaan van de Zendings
conferenties te Lunteren, kan worden mede
gedeeld. dat er zich voor de eerste conferentie
Voor de tweede is het getal deelnemers tot
heden nog aanmerkelijk kleiner, maar de aan
meldingstermijn loopt dan ook nog tot 3 Aug.
■zoodat wel mag worden aangenomen, dat ook
deze conferentie met een voldoende aantal
deelnemers zal doorgaan.
VEREENIGING VAN KERKVOOGDIJEN
IN DE NED. HERV. KERK
Het hoofdbestuur van de vereeniging van
kerkvoogdijen in de Ned. Herv. kerk heeft
een schrijven gezonden aan de besturen van
de prov. afdeelingen der vereeniging waarin
gewezen wordt op het belang der kerkvoog
dijen dat ook de prov. afdeelingen hun arbeid
weer hervatten. Het hoofdbestuur acht het
nu meer dan ooit plicht om de kerk getrouw
te blijven dienen en haar opbouw, ook in
dezen kommervollen tijd, met de uiterste
kracht te bevorderen.
Het hoofdbestuur verzoekt de prov. af
deelingen die hun jaarlijksche inkomsten niet
geheel verbruiken een belangrijk bedrag te
willen bijdragen in de door de algemeene
synode der Ned. Herv. kerk uitgeschreven
noodcollecte waarvoor het hoofdbestuur zelve
reeds 500 voteerde.
Onderwijs
-te
J. FOKKINGA. t
In den ouderdom van 73 jaar is te Bode
graven overleden de heer J. Fokkinga,
rustend heefo der Chr. school te Niawier (Fr.).
De overledene ving zijn loopbaan als onder
wijzer aan de Chr. school te Middelburg op
1 Aug. 1885 en arbeidde vervolgens als zoo
danig te Groningen en te Veenendaal, waarna
hij hoofd werd van de Chr. school te Zwin
gelspaan (N.Br.) om vervolgens hoofd te wor
den te Niawier waar hij is werkzaam geweest
tot aan zijn pensionneering op 1 Jan. 1923
waarna hij zich metterwoon te Bodegraven
vestigde. De heer Fokkinga is ook werkzaam
geweest als leeraar aan de Chr. kweekschool
te Dokkum.
CALVINISTISCH STUDENTENCONGRES
Het 22ste Calvinistisch Studentencongres
wordt, zoo deelt men ons mede, van 9 tot 14
September a.s. te Lunteren op het bekende
terrein van den Zendingsstudieraad ge
houden.
Het programma luidt als volgt:
Maandagavond: opening door den congres
voorzitter, den heer M. G. J. Teerink; voorts
N. Baas: „Geloof en Compromis".
Dinsdagmorgen: Dr. K. Sietsma: „Geloof en
Openbaring"; Dinsdagavond: S. J. Ridderbos:
„Belijden".
Woensdagmorgen: Dr. H. Smitskamp:
„Groen van Prinsterer en het Calvinisme";
Woensdagavond H. van Andel: „Trouw."
Donderdagmorgen: Prof. Dr. J. H. Bavi-ck:
„De plaats van het Evangelie in de Volkeren
wereld"; B. D. van Schelven: „Getuigen".
Vrijdagmorgen: Ds. S. G._ de Graaf: „De
plaats van de toekomstverwachting van Jezus
Christus in ons leven"; Vrijdagavond: Ds. C.
Veenhof: „Ambtsdragers"; sluiting.
lederen morgen zal een korte bijbellezing
en -verklaring worden gehouden, die zal
staan onder leiding van Ds. Jac. Jonker te
Schiebroek. Chef-corvée is de heer W.
van Rijn.
Blijkens de toelichting is het programma
ditmaal opzettelijk zoo ingericht, dat niet
eenzelfde thema gedurende het heele congres
wordt ontwikkeld, maar elkeiï dag een nieuw
onderwerp aan de orde wordt gesteld. Zoo
blijft eentonigheid vermeden. Wèl is beoogd,
dat de vier afzonderlijke onderwerpen onder
ling een eenheid vormen: tezamen behan
delen zij enkele actueele en elkander aanvul
lende momenten uit het Calvinistisch leven
en denken. Daarbij zal elke dag een eigen
eenheid vormen, doordat de avondtoespraken
aansluiten op de respectieve morgenreferaten.
Ter inleiding van dit vierdaagsch program
wordt gesproken over de vraag: kunnen wij
onze geloofsbelijdenis consequent „beleven"
óf eischt de practijk niet veelszins het aan
vaarden van een compromis tusschen
geloof en werkelljkheidseischen? Met
name de volgende avondtoespraken belich
ten dan verschillende zijden, die met deze
vraag samenhangen.
Is zoo terstond het geloof aan de orde ge
steld, dan volgt de vraag naar den oorsprong
van dat geloof: het spreken Gods, Zijn Open
baring. Deze Openbaring is het, waarop
wy kinderlijk ons „amen" zeggen in ons ge
loof, waarvan wij rekenschap afleggen in ons
bely den.
De God, die in Zijn Openbaring tot ons
komt, heeft in de geschiedenis Zijn „getrouwe
dienstknechten" uitgezonden om Zijn Woord
te doen heerschen in en over het leven. Een
van hen, wiens strijd nog immer de onze
moet zijn, is Groen van Prinsterer.
En de band tusschen verleden en heden wordt
heel voelbaar, als wij bedenken, dat de
trouw aan Christus nu in óns werkelijkheid
moet worden.
De God, die Zich aan ons openbaarde, wil
die Openbaring verder gedragen zien over
heel de wereld. Juist in een tijd, waarin
elk wereldburger zieh aan alle kanten door
oorlogsgronden gebonden weet, zien wij pers-
spectief in Paulus' boodschap: Het Woord
Gods is niet gebonden! Op de plaats, die God
zullen wij als studenten ons
getuigen moeten weten van dat Woord
en getuigenis daarvan geven.
Tenslotte, Gods Openbaring spreekt ons
van den goddelijken haast naar het wereld
einde, van den Christus, die Zijn regiment
gaat voltooien voor de eeuwigheid. Hierin
culmineeren èn Gods Openbaring èn Zijn
leiding in de geschiedenis èp Zijn uitbreiding
van de Kerk over de wereld. Dit gezichts
punt moet ook heel óns leven beheerschen.
Ook wij moeten den C h r i s t u
ten, die komt als een dief in den nacht. En
wij doen dat als degenen, die door Hem zijn
gezalfd tot de dragers van Zijn eigen
heerlijk Ambt. Hierin ligt de opdracht v<
ons werk èn de kracht daartoe, waarmee wij
een congres kunne-1 verlaten en het actieve
studentenleven in-- n.
Concentratie op het terrein van het
Prot. Chr. Onderwijs
Ook in de Prot. Chr Schoolpers gaan stem
men op om te komen tot nauwere concen
tratie. Er zijn op het terrein van het gewoon
lager onderwijs acht organisaties, n.l. de Ver
eeniging van Chr. onderwijzers en onder
wijzeressen in Nederland en de Overzeesche
gewesten, de Ver. voor Christelijk Nationaal
Schoolonderwijs, Geref. Schoolverband, de
Unie „Een School met den Bijbel", de School
raad voor de Scholen met den Bijbel, de Ver.
voor Christ. Volksonderwijs, de Unie van
Chr. onderwijzers en onderwijzeressen in
Nederland en de Ver. voor Chr. Geref.
Schoolonderwijs.
Als een der centralen kan de Schoolraad
worden aangemerkt. Bij hem zijn aange
sloten de Ver. van Chr. Onderwijzers enz.,
de Ver. voor Chr. Nat. Schoolonderwijs,
Geref. Schoolverband en de Unie „Een
School met den Bijbel". Behalve deze sta-
tuair aangesloten vereenigingen heeft de
Schoolraad ook leden met een adviseerende
stem, n.l. de Bond van Prot. Chr. Kweek
scholen, de Bond van Chr. Muloscholen, de
Ver. voor Chr. buitengewoon onderwijs en
de Centr. Bond voor Prot. Chr. schoolonder
wijs aan schipperskinderen.
In het Correspondentieblad van de Ver
eeniging van Chr. Onderwijzers enz. pleit
dr. D. L a n g e n d ij k te 's-Gravenhage meer
eenheid. Hij wijst er op dat de Schoolraad
z.i. het element van eenheid bevat en de
schrijver herinnert er aan, hoe de eerste
voorzitter van den Schoolraad, wijlen dr. H.
Pierson, steeds weer heeft gewezen op de
noodzakelijkheid van samenwerking rnet de
Ver. voor Chr. Volksonderwijs en de Unie van
Chr. onderwijzers, die beiden buiten den
Schoolraad staan. Dr. Langendijk oordeelt dat
we noodig hebben één organisatie, die het
geheele Christelijke schoolwezen omspant.
Wanneer men hiertoe zou kunnen komen dan
zouden de 7 vereenigingen m den School
raad moeten geïncorporeerd worden, en deze
nieuwe Schoolraad zou dan de materieele en
geestelijke belangen van het Chr. onderwijs
moeten behartigen waardoor zijn werkzaam
heid natuurlijk sterk zou worden uitgebreid.
Mogelijk zou het aantal commissies van den
Schoolraad (thans zijn er voor de behartiging
van de paedagogische belangen, het leerplan,
de examens, de gewone en de kerkelijke ge
schillen etc.) moeten worden uitgebreid. In
ieder geval zouden ze een welomschreven
taak moeten hebben die nu lot de verschil-
wijst
zen dat de rivaliteit bestaan blijft zoolang
er verschillende organisaties zijn. Daarom is
het noodig dat het Christelijk schoolwezen ge
centraliseerd wordt wil het zijn taak vervul
len in de nieuwe maatschappij die we tege
moet gaan. Dr. Langendijk oordeelt dat als
men tot een eenheidsfront komen wil, een
Christelijk nationale school er komen moet.
Meer dan ooit roept de geest van den tijd,
naar de meening van den schrijver, om
nationaal onderwijs en echt nationaal onder
wijs is in Nederland ook Christelijk. Groen
van Prinsterer heeft het zoo menigmaal ge
zegd en voor dit Chr. Nationale onderwijs een
groot deel van zijn leven geijverd. De schrij
ver herinnert er tenslotte aan, dat hy reeds
in, 1931 in het Rapport over de enquête van
de Unie „Een school met den Bijbel" schreef.
Laten wij toch bedenken, dat hoog boven de
kerkelijke muren het woord van Christus
staat: „Ik ben de Weg, de Waarheid en net
Leven" en: „Die in den Zoon gelooft, die
heeft het eeuwige leven". Deze woorden gel
den voor allen tot welke kerkelijke richting
ze ook behooren en het geloof daarin is het
voornaamste voor ons leven en dat van onze
kinderen. Wie dat voor oogen houdt leert de
dingen zien in groot verband en de schrijver
hoopt, dat zij die de leiding hebben iri het
Chr. schoolwezen, nu, terwijl het nog niet te
laat is, de handen ineens zullen slaan, ge
dreven door de liefde tot Christus.
Examens
Staatsexamen ter toelating tot de universiteiten
(art. 12 der hooger-onderwljswet). Geslaagd voor
diploma A: mej. B. Kaufmann en de heeren: P. A.
Roggen. H. Vermeulen. M. Prins, JP J. A. DU
iaga: ae aames
C. J, Groenen
boom, Rotterdam; J. Hess-Molier, 's-Gravenhage;
M. M. Huisinga, Rotterdam; M. Langschnudt. Bilt-
hoven: E. M. B. van Niekerk, Arnhem en J. J.
RIT5EMA STOFZUIGER
Utrecht. Fransch M.O. A: de dames: F. Brul-
linga. Den Haag; A. N. Maasdijk. Amsterdam;
3. Looyen, Gorinchem en de heer G. J. Ten Dam.
Geslaagd
beiden te
Hill'i-ii'ji'-!)'
J Vreeling. 's-
wjjk
voor de schoolakte, vijf candidaten.
R E Heintz en mevr. C. de Haas.
ivenhage en de heeren A. de Jong.
nhage Hoogduitsche
ia! (l.o.) Geslaagd:
Waalre; D. Dil. Oi
Vuuren. Rotterdam;
J. Clabber
Waal. Olst e
Ploeg. Haulerwijk en de dames: C. I
sterdam en H. Jongeling. Rotterdam.
wijs). Toegelaten de lie
■llJM.
.is, Wormerveer. C. v. d. Reepe, Wa:
H. Roest. Roosendaal (N. Br.): H. van Velthulj-
zen; Edam; A Verpjoegh, Amersfoort en de dam -
C. W. Bels. Den Hoorn; C. A. Commandeur. D'
Haag en H. M. Gerner, Steggerda (Fr.).
Utrecht. Fransch L.O. Geslaagd de dames: M.
M. Ebend, Amsterdam; M. W E. Ercns. Wasse
naar, A. M. C. Etman. Rijswijk (Z.H.), J. A.
Evers, Arnhem; A. C. Feuth. Rotterdam. A.
Gebhaft-Vring. Amsterdam; A. Gerbranda. Heem
stede. W. H. Hesse. Groningen; A. W. v. d. Heu
vel. Hoogerheijde; M. B. v. d. Hoek. DronrUp en
de heeren: A de Eoer Hillegersberg. C. J. Broers.
Den Haag; H. Bron. Scheveningen; C. P. M.
Dam. Amsterdam; J. A. Damhuis. Soestdijk; W. A.
Bitter. Ebbenbroek. G. Boerstoel. Nieuw-Vennep;
H. A. V. Broekhoven. Waalwijk. K. H. Buffinga.
Bedum; A C. L. S. de Cocq. Medemblik. J. A.
Cuppen. Lotti
Utre
sch. Am
xt: Engeïsch L.O. Do dames: P. J.
rt: C.
P. Landm
Haag:
Spekholzerheide.
Klinken. Leeuwardi
Geer
J. Gunther. Almelo: G. J. V
C. Ami. James. Leiden: W.
Rekken; J. P. L. v. d. Toorn.
Breda. Hoofdakte. Geë
's-Gravenhage. Hoofdakte. Geslaagd voor beide
gedeelten- M P. Boender. Leiden en mej. A. H. M.
Frietman Schever.ingen
Voor gedeelte B: mej. A. A. de Groot. Leldschen-
dam en Tj K Lingsma Leiden.
s-Gravenhage. Hootdakte-examens Geslaagd voor
beide gedeelten: B Star. Oegstgeest en mej C.
Maasdijk. Voor gedeelte A: J. W. Stol. Lei-
Ue B: W. F. van Weizen. Leiden en
Hoofdacte Goëx. 8 cand. Geslaagd
voor het geheele examen mej. M. J. A. Jongen,
Schaesberg: mej. A. G. H. Kuypers. Vlodorp;
T A. M. Kok. Venlo Geslaagd voor A M. W
Janssen Roermond
Rotterdam. Hoo'.dacte. Commissie Rotterdam I.
Geslaagu vorr het geheele examen: mej. M. L.
Lamkamp tc Hillegersberg; voor gedeelte A: A. v/d
Le<*r F Nabers mej. M. Meyster. W. C. A. Schalck.
gedeelte B: dv heer L. Prins, allen te Rotterdam.
Commissie Rotterdam II. Geslaagd voor gedeelte
B- de heere-> A L. Ouweneel. Gouda; J. J. Pol
derman, Lekkerkerk; W. v. Soest. Brielle. Afge-
de heeren
d. Bergh. Amersfoort. H. Berkhoudt.
Zuilen. J. H. Kok. Leersum. J. W. de Vries.
Hilversum A.-gedeelte: de heeren C. J. Maas,
Barneveld. W J. L. A. Bos. ZeistB-gedeelte:
de heer P W. Boogaard. Veenendaal.
's-Gravenhage. Examen handenarbeid. Geslaagd
de dames: J. C. Abrahamse en I. B. van Asbeck.
te Scheveningen. J. A. Cupedo, N;_ G.
A M. Meyer en P. T Smits, alli
G. P. Dekkr- A
Utrecht. Hoofdakte. Volledig
Rot-
JP9 HL Goethala. Dor
drecht!" M.' T. Schijfsma. Voorburg. B. C. G. de
Haas. den Haag.
's-Gravenhage. Handelskennis 1. o. Geslaagd: H.
1. Helleman. Alkmaar. J. Houtepen. Amersfoort. K.
(engeveld en M. G. van der Horst, belden te 's-Gra-
enhaee en H. de Heus. "s-Gravenhage.
Handteekenen 1. o Geslaagd de dames: H. H.
an der Smit. Arnhem; H. K. Vogel. Het Loo. (Apel
doorn); F B. van der Waa, Doetlnchem; E. J. M.
Wessels, Rotterdam. A. G. Becker. Amsterdam. G.
Emsbroek, V< jj 11
A. P. M. Fr:
Dokkum. Zwolle, P. Hach-
Apothekersassistent. Geslaagd: mej.
te Bussum en de heeren K. Kok te
M. Basseleur te Schoorl en
H. C. N. VuyV
M.
rdam
Gravenhage. Machinisten Geslaagd voor diplom
C: de heeren C. Zijp te Heemstede en G. Klem t
Land- en Tuinbouw
Een kftuppel in het hoenderpark
Hoewel we reeds meerdere jaren gewend
zijn aan het remmen van een uitbreiding van
den pluimveestapel, door beperkende bepa
lingen ten aanzien van het broeden en hel
afleveren van kuikens, toch heeft de thans
afgekondigde maatregel tot inkrimping van
het pluimvee een geweldige indruk gemaakt.
Niet alleen onder de belanghebbenden, dat
zijn de pluimveehouders, doch ook onder het
publiek, dat zich even realiseerde wrat dit
beteekent
Wanneer van een hoeveelheid kippen als
in ons land aanwezig niet minder dan twee
derde deel afgeslacht moet worden, dan wil
dit zeggen, dat zoo ongeveer 12,000,000 dieren
vóór 15 September a.s. het slachtoffer
den van dezen maatregel. Twaalf millioen
kippen in zeven weken tijds afslachten, dat
is een rigoureuse maatregel.
En toch is het een noodzakelijk gevolg
den algemeenen toestand, waarin we sedert
1 September 1939 gekomen zijn. Reeds toen
moesten maatregelen genomen worden
een ander deel van de pluimveehouderij te
beperken en noopte de voederschaarschte tot
het vrij plotseling afslachten van een groot
aantal eenden.
De toestand is sedert dien verergerd
vooral in de laatste maanden zóó geworden,
dat heel geen voeder meer aangevoerd kon
worden.
Er móet beperkt worden. Dat is een onver
mijdelijke eisch.
De voeding van de menschen gaat vóór
alles, en alleen wat daarna nog overblijft kan
voor de dieren gebruikt worden. Dat is nu
eenmaal niet veel. Voor het rundvee kan
zooals reeds lang bekend is, niet vóór Febru
ari a.s. krachtvoeder beschikbaar gesteld
worden. Er is nog niet mondjesmaat voor
radig.
Vanzelfsprekend is het, dat de gevolgen
voor de toekomst onder de oogen gezien zijn
bij het bepalen van de houding inzake de
verdeeling van het nog aanwezige vee
voeder. Daarbij was een punt van gewicht
de mogelijkheid van het zich min of meer snel
herstellen van een beperkte veestapel als
eenmaal de toestanden weer tot de normale
terugkeerden en aanvoeren van overzee weer
mogelijk zouden worden.
En dan is het gemakkelijker om in een be
trekkelijk korten tijd de pluimveestapel weer
op een bepaald peil te brengen dan de rund
veestapel. Een broedseizoen kan de 12 mil
lioen thans af te slachten hoenders weer op
de bedrijven terug brengen. Dit zal men toe
stemmen als men b.v. weet, dat de teelt-
regeling voor pluimvee in 1935 bepaalde dat
niet meer dan 22,8 millioen kippen- en een
deneieren in de broedmachines gelegd moch
ten worden. Het is dus een betrekkelijk koud
kunstje om heel spoedig de pluimveestapel
te herstellen. Met rundvee zou het heel wat
langer duren Ook bij varkens gaat de her
stelling tamelijk snel. Vandaar ook, dat deze
mede in aantal beperkt zullen worden. Het
is een geluk (als men in dit verband van
geluk mag spreken) dat het juist de veel
graan etende dieren zijn, die zoo snel weer
aangefokt kunnen worden.
Wet de pluimveestapel aangaat, deze is in
ons land in de laatste 50 jaar zeer sterk tot
uitbreiding gekomen. Bij het begin van deze
eeuw bedroeg het aantal kippen in ons land
ca. 3,6 millioen stuks, dat was ongeveer twee
maal zooveel als 40 jaar daarvoor, in 1860.
Maar in de dertig jaar na 1900 was het aantal
opgeloopen tot bijna 25 millioen en bedroeg
dus ongeveer zeven moal zooveel als in 1900.
Een geweldige stijging alzoo. Sedert is door
de algemeene malaise in den wereldhandel
en de daarmee gepaard gaande steunver-
leeningen, die teeltregelingen noodig maak
ten, het aantal weer teruggeloopen, maar het
bedraagt thans toch nog ca. 18 millioen stuks.
Het is een harde, maar, zooals we reeds
schreven, een noodzakelijke maatregel, die
thans is afgekondigd.
Naast een sterke daling in de eierproductie
krijgt men in de eerstvolgende weken een
buitengewoon groot aanbod van kippen voor
de slacht. Wel zal een deel in koel- en vries-
inrichtingen ondergebracht worde,n, doch de
beperkte ruimte zal spoedig gevuld zijn. En
dan zal het aanbod de vraag ver overtreffen,
zoodat een scherpe prijsdaling zoo goed als
zeker is. Temeer waar ook Duitschland niet
alles zal kunnen gebruiken.
Dat de stimulatie van de eierprijzen een
zoodanige beteekenis zal hebben, dat de na-
deelen van de inkrimping voor een deel
zullen worden opgeheven, mag voor een
klein deel verwacht worden, doch niet in
die mate, dat het veel gewicht in de schaal
zal leggen. Als de eierprijzen te hoog op-
loopen, koopt het Nederlandsche publiek
ze niet meer, waar nog bij komt, dat naar de
woorden van den Rijksminister Seyss Inquart,
de levenswijze van den Nederlander beper
kingen zal ondergaan en het gebruik van
eieren, door zeer velen nog als een luxe be
schouwd, dan zeker verminderen zal en zeer
stellig zal dit het geval zijn, als de prijs ook
nog hoog oploopt
Toch zal er iets gevonden moeten worden
om de vele kippenboeren in ons land, o.a.
Barneveld, van een dreigende ondergang te
redden.
En dat daar iets op gevonden zal worden
staat voor ons vast. Maar op welke wijze dat
zal geschieden is ons niet duidelijk en daar
om kunnen we daarover niet uitweiden.
Oploopende eierprijzen
Veeren worden thans ook verhandeld.
Bij de dalende aanvoeren op de groote eier
markten, zoo b.v. te Barneveld, valt een
stijgende prijs op te merken, die reeds tot
4.75 is gerezen en vermoedelijk nog wel
iets meer zal oploopen, al zal van een abnor-
malen prijs wel niet gesproken worden. Dit
laatste zal voorkomen worden door het stel
len van maximumprijzen, waarover al, naar
we vernemen, plannen voorbereid worden.
Plannen, die tot uitvoering zullen komen als
de prijs wat al te veel aantrekt
Momenteel heeft zoo goed als geen uitvoer
van eieren naar Duitschland plaats omdat de
binnenlandsche vraag groot genoeg is om de
aanvoeren te verzetten.
Een eigenaardig verschijnsel doet zich thans
voor b.v. op de Barneveldsche markt, waar
de veeren van de geslachte kippen verhan
deld worden. Er waren dezer dagen meerdere
honderden kilo's aan de markt die 30 k 40
cent per k.g. opbrachten. Vroeger werden de
veeren als afval beschouwd, waar men meer
last dan baat van had.
Lichamelijke Oefening
COMPETITIE-UITSLAGEN C.K.B.
District Zuid-Holland Zuid klasse Hl Rotter
dam-Zuid— O.D.I. III: 2—2.
District Utrecht klasse III: DaltoD.O.S.: 32.
District Gelderland klasse 22: S.S.S. HD£
O.D.: 0—1. S.K.V.—Animo: 6—1.
Radioprogramma
WOENSDAG
JAARSVELD. 414.4 m: KRO-Uitzendins. 8.00
Jerichten ANP. 8.05 WJj beginnen den dag. 8.15
10 00 vpro; Morgenwijding.
muziek. 11.30 Godsdienstig half-
10.15 Gramofoc
uur. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Rococ
12.45 Berichten ANP en gramofoonmuziek. 1.15
KRO-Melodisten. 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Gramo
foonmuziek. 4.30 Kinderuurtje. 5.15 Berichten
den dag (ANP).
Berichten (Duitsch).
nts-orkest. AVRO-Mus
gramofoonmuziek. 5.00 Berichten (Duitsch). 5,15
Berichten- - - - -
Dansorkcs
Onderwijsfonds Scheepvaart Technische
dag (ANP). 7.15 De Roman-
Gramofoonmuziek (9.15—9.30 Berichten (Engelsch).
10.00 Berichten (Duitsch). 10.15—10.30 Berichten
ANP. 10.30—10.45. 11.15—11.30, 0.15-0.30 en L15—
Berichten (Engelsch).
139. De geest vertelde nu, dat hij kort geleden enkele van
die dieren had zien loopen. Maar er waren menschen bij,
voegde hij er aan toe. En alsof hij spijt had van zijn vriende
lijke woorden, voegde hij er meteen aan toe: En nou weg
jullie. De jongens deden of ze weggingen, maar ze verscholen
zich, tot de geest zijn avondwandeling ging maken. Want ze
wilden de Toekan in elk geval verlossen.
140. Zoodra de geest weg was, gingen ze naar de kooi.
Lange Jan verbrak met zijn sterke handen de houten tralies
en ging dan geknield liggen. Vooruit, goede vogel, spring er
uit, even op mijn rug en dan ben je vrij. De Toekan begreep
er niets van, maar deed alle moeite zich uit zijn gevangenis
te wringen.
"n"h op den Oceaan
igad r
n die wijn vandaan, zal men
in londer de dingen die de neger
gad* was opk een vaatje Canarische
•idfr'ii131' vo1 was en daarom niet
kwam nu beter dan ooit van
8bv?en allen opgewekt aan
in vertrouwen, dat nu twee
de*e" mannen zij aan zij stonden,
?n« beho,ud vo°f allen heel wat
i'ST'3 Un' Ew,t h®4 se-
llhK065011 en,de waterzak voor-
p!m«et zeildoek, de bij! en het over_
handspaak waren daarna aan
tenslotte werd het vlot zelf uit-
T El stuk voor stük in het vlot van
'E fevoegd. Heel den dag Was men
Dn de weer, zonder dat men aan
ook verzamelde men nog nieuwe
n di om daarmee den arbeid te vol-
ldaen volgenden morgen had men
iiL,nden nog voL Het nieuwe
Tiet langwerpigen vorm; het werd
t w? Primitief platboomd vaartuig,
Oil zes meter lang en drie meter
he* voor- en achtersteven werden
e dwarsliggend vat gevormd; de
dj eveneens "it vaten en tonnen
lersnet den arbeid gereed had
dat vrij b^aoorlijk kon zecoou-1
wen, en dat door Ben, onder wiens leiding het
gereed was gekomen, de „Catamaran" werd
genoemd, omdat volgens hem elk vaartuig nu
eenmaal een naam moet hebben.
Zoo de neger alleen was geweest, zou hij
zeker niet zooveel moeite hebben aangewend
om zyn vlot zoo stevig en volledig mogelijk
uit te rusten, omdat hij meende dat er niet
de geringste kans bestond, ergens land te be
reiken. Maar de zeeman, die veel meer begrip
van de zeevaart had, dacht daar anders over.
Hij wist, dat het vlot zich op de zeerou+e
bevond van de zeilschepen, die naar Zuid-
Amerika koers zetten, en dat, zelfs zoo de
bemanning aan zich zelf bleef overgelaten,
deze op den langen duur het uitzicht had, er
gens aldaar de kust te bereiken. Een zeil zou
de snelheid kunnen vergrooten; alles was
slechts een kwestie van tijd en van levens
middelen, en bovenal van toereikenden water
voorraad.
Ben besloot derhalve, een mast op te zetten
en zeil aan te brengen. De kans, dat wij door
anderen opgemerkt worden wordt er eer groo-
ter dan kleiner door, concludeerde hij, en als
wij den wind kunnen benutten, vorderen wij
beter dan alleen door de kracht van den
stroom.
Bens plannen werden ook in dit opzicht uit
gevoerd, en na enkele dagen kon men een
grootzeil voeren, dat ook de lichtste wind
zucht opving.
Het weer bleef zeer kalm, het zee-opper
vlak lag stil als een 6piegel en weerkaats'
het vlot met zijn fusten en zijn mast, die zich
eenzaam in het midden daarvan verhief.
Niemand beklaagde zich over het gebrek
aan wind, want men had nog voldoende om
handen om zich den geheelen dag" bezig te
houden. Met behulp van de riemen voer men
hierheen en daarheen, om nog meer dingen
te kunnen opvisschen. Zoo kon Ben zelfs zijn
oude scheepskist nog machtig worden, waarin
hij linnengoed en andere kleeren geborgen
had.
Aan het einde van den vijfden dag rustten
de schipbreukelingen van hun inspanning uit,
in de hoop dat spoedig een gunstige wind
zou opsteken om hen naar het Westen te
voeren.
Toen de zon den volgenden morgen zich
opnieuw boven den oceaan verhief, werd het
water gerimpeld door een wind die uit de
gunstige richting woei. Men kon toen het
zeil zetten en zich verwijderen uit de wate
ren, waarin zoo ontelbare negerslaven een
rampzaligen dood gevonden hadden.
En nu naar de west, riep Ben Brace
uit, toen hij zag dat het zeil begon te bollen
en het vlot, dat goeddeels zijn werk was, zich
als een levend wezen door het water begon
te spoeden.
Ja, naar het westen! antwoordden de
neger en Wil; de oogen van de kleine Lily
begonnen te schitteren van opwinding.
Hoofdstuk XXII.
De wind was gunstig. Niet alleen bracht hij
hen in de gewenschte richting, maar hij was
bovendien constant; hij werd niet sterker dan
een lichte bries en ook niet zwakker, zoodat
mén niet voor windstilte beducht behoefde
te wezen.
Teneinde te vermijden dat het vlot om
zijn as draaidé hadden de schipbreukelingen
een soort van roer gemaakt met behulp
een zwaren roeiriem, die bij de sloep vai
„Pandora" had behoord, en die vanaf het
groote achterste fust in zee gehouden werd.
Met behulp van touwen werd hij daar op zijn
plaats vastgemaakt, zoodat het vlot den wind
kon achterhouden, en zelfs eenigszins kon
manoeuvreeren. Natuurlijk was het nood
zakelijk, dat een van de schipbreukelingen als
roerganger optrad, gelijk Ben het noemde.
Gedurende meer dan een uur vervolgde
de „Catamaran" zijn weg, zonder dat zich
iets bijzonders»voordeed. Ben zat achter en
hield het roer; Sneeuwbal ordende opnieuw
zijn voorraden en rangschikte deze zoo, dat
zij buiten bereik van wind en golven waren.
Wil en Lily bevonden zich voorop en
hac' niets anders te doen, dan elkaar wat
bezii te houden. Aan boord van den neger-
haler hadden zy elkaar maar heel weinig
gezien. De aardige kleine Portugeesche bleef
in haar hut, en de scheepsjong# was steeds
veel te beducht geweest voor de ruwe
bejegening van den kapitein en de officieren
cm zich op dit deel van het schip te wagen,
tenzij op uitdrukkelijk bevel van rijn
superieuren.
Toch had Wil Lily vaak uit de verte gade
geslagen, haar aardige gezicht en haar don
kere lokken kwamen hem nu zoo vertrouwd
voor, en hij was thans geneigd, te vergeten
hoe gevaarlijk de vlotreis was, die zij te den
ondernamen, nu hij in haar gezelschap was.
Na eenigen tijd trok echter een zeer
vreemde visch him aandacht, die op ongeveer
een kabellengte afstand voor het schip uit-
zwom. Zij bezagen hem met afschuw, want
het was een der schrikkelijkste monsters van
den oceaan.
Zijn lichaam had zoo ongeveer de afme
tingen van een mensch, doch tengerder; zijn
vinnen waren talrijk en stonden overeind, en
in tegenstelling met de meeste visschen was
zyn hals smaller dan zijn kop. Al de afschu
welijkheid van het beest was in zijn kon
geconcentreerd. De schedel droeg links en
rechts een uitsteeksel, en daarin bevonden
zich de oogen, voorzien van een glanzende
gele iris. i
De bek was niet minder abnormaal door
zijn vorm dan door de positie, waarin hij zich
bevond. Hy ging aan de buikzijde van den
visch open en toonde een viervoudige rij van
scherpe, zaagvormige tanden.
Wil kende den naam van dezen visch niet,
ofschoon hij in bepaalde deelen vay den
Atlantischen Oceaan vrij veelvuldig voor
komt. Daar hij in dit opzicht de nieuwsgierig
heid van Lily niet kon bevredigen wendde
hij zich tot Ben, die inmiddels aan het roer
door Sneeuwbal afgelost was.
Ben, die bezig was in zijn zeekist te rom
melen, keek in de aangeduide richting en
ontwaarde den visch eveneens, die thans met
het vlot gelijk op scheen voort te zwemmen
Dat is een hamer-visch, zei Ben, een
soort van haai is het, en wel de leelijkste van
al zijn soortgenooten.
De zeeman dook daarop opnieuw in zijn
kist, zonder meer aandacht aan den hamer-
visch te besteden, wiens nabijheid hem aller
minst scheen te verontrusten. Maar tien
minuten later zou de matroos zich op minder
dan twee meter afstand van diens verschrik
kelijke kaken bevinden.
Wil en Lily sloegen het dier ook Verder
gade, daar het vlak onder den waterspiegel
voor het vlot uitzwom. Maar weldra verslapte
hun aandacht om zich ergens anders op te
richten.
„Kijk eens! riep Wil uit, Sneeuwbal is bij
het roer in slaap gevallen!
Maar bijna op hetzelfde oogenblik liet hij
een alarmkreet hooren. Het vlot veranderde
van richting onder den druk van den wind,
het zeil begon vervaarlijk aan te zwellen, de
schoot vloog los en het zware hout, dat daar
door in bedwang moest worden gehouden, en
waaraan het zeil met den onderkant was be
vestigd, zwiepte vlak o ver het primitieve
vaartuig heen.
Wils angstkreet kwam helaas te laat; Lily
had niet tijdig het gevaar gezien en zich daar
tegen kunnen in veiligheid stellen. Zij werd
overboord gedrukt en verdween een eind-
weegs verder in de golven!
HOOFDSTUK XXIII.
Wil rende naar de zijde, waar Lily over
boord was geslagen, gereed om daar in het
water te springen om haar te redden, doch
Juist op hetzelfde oogenblik zwiepte het zeil
opnieuw over, wierp hem van de beenen en
dee l hem terechtkomen, over Bens rug heen,
in de scheepskist, waarmee deze zoo druk
bezig was.
(Wordt vervolgdJ