DC" H°r°' "ftÊ SAMBO, DE OLIFANT 30 JULI 1940 PAG. 3 en Zending Ned. Hetv. Kerk. P Te Jukwerd-Krewer<! (Gron.), Eï' .fVecht, W?* Boeksema Voor Almkwk E Bro- rerth-Heelsum. Geref. Kerken. Streef- Te Glanerbru* Jn K Streef geg* hulppred. te Z^en- KMfcopsgez. Broed»«ehap' gy Te Ternaarf, A. J. Snaayer. _ene Sy»»de der Ned- drij He" Kerk I M ,0 t" lining. elt opBid» de zitting, las Ps. 91 en »n SSdcn vastgesteld en de agenda J de stukken ter behandeling bk deed hierna mededeeling, dat lean 2000 ter hand gesteld was jboBollecte. Met groote dankbaarheid kennisgenomen. 'erea commissie voor de stukken ter k-r-h^raPPort eerde Prof- Berkelbach v. jver een schrijven van den ker- n njpogcveen, waarbij gevoegd werd in6 Kjven van den kerkeraad* van JouvCrsteiiende de verkiezing voor derfean het kiescollege niet te laten volkj rapport concludeerde, dat geen ndemig waren, om deze verkiezing op ïn yB"gezien deze zaken hun regel- kunnen hebben; dat de ernstige heden wel invloed kunnen heb- stance waarop de verkiezing zal plaats op het feit, dat ze gehouden ie niet belemmerend behoeven te d deadens in enkele gevallen, waar der kiezerslijsten moeilijkheden welke gevallen één voor één worden gehouden, lend met dit onderwerp rappor namens de commissie ad hoe -an den voorzitter van den Ker- euwarden. bevattende hetzelfde .commissie stelde voor een nood- treffen volgens welke de ver- in gemachtigden voor het Kies- 'ie iiar in gemeenten, die het recht vi enz aan zich hebben gehouden indsc(rten werden tegelijkertijd in be- eninmcht. Na ernstige discussie werd >vez« wëekblad der Hervormde Kerk er dat van de verkiezing van ge- gemfepensatie kan worden verkregen arbden. die overtuigend kunnen aan- e n]*et 'houden van zulk een ver- 5» niet mogelijk is. „^"vergadering werd gevuld met s: de verslagen van de Persoon- n* tatie: van de hand van ds. v. d. op-oCkerkvisitatie in Zeeland en in de J niet Limburg; van de hand van i-oec# over de visitatie in Friesland, de dn lokten besprekingen uit en gSSc»nk aanvaard. pn de president de zitting en ver- jigadering wegens samenspreking ïjfsl/an beheer tot vanmorSen 10 uur- edrijCHEID EN INTREDE. 'anl«ens bevestigd te zijn door zijn er b- W. Geels van Apeldoorn, met J over Joh. 1 43a, deed DS. J. on-e®'dagavond zijn intrede als pre- woï Geref. kerk te Aalsmeer, pre- de ,.den weg van den Bruidegom ;n tisgemeente". De intreetekst was n bi 12. Achtereenvolgens wees Ds. cuipn liefdevollen drang, 2. een be- nkiisch en 3. een gunstrijke ver- dat1 nieuwe predikant werd toege- ens den kerkeraad en gemeente ;h tg O. J. Meijer, door burgemeester >r feens B. en W. en door zijn vader, aveïoegezongen werd Psalm 132 6. :n Qordigd waren de Ned. Herv. rij (stuur der Chr. Schoolvereen. als- blijden der drie Chr. scholen, jkheüensten was het kerkgebouw ^de,ln der Heide hoopt Zondag 30U.\fscheid te nemen van de Ned. e "smeente te Broek op Langendijk 'erepSeptember 1940 zijn intrede te en, na bevestigd te zijn door zijn )R jis. M. J. A. Bouwers van Dan- li.ikeolenaar, Ned. Herv. Predikant te isjesr., hoopt op Zondag 25 Augustus meinen van zijne gemeente en 1 Sept. erscfen bij de Ned. Herv. Gem. van t sufstede, na bevestigd te zijn door t opDs. H. O. Molenaar, van Halfweg, esten DS. J. C. JöRG scho 16-flag herdenkt ds. J. C. Jörg, Ned. Nqit te Steenwijk, den dag waarop »i«l het Pred'kambt aanvaardde. werd 1886 geboren en in >ld r in Noord-Brabant om 1 Aug. sai£weer het Predikambt 'te aan- i{|jdaar vertrok hy in 1920 naar ij ofich 5 Aug. 1928 aan zijn tegen- nogeheente te verbinden, nadat hij ven» voor een beroep daarheen had leln jhtte in Delfzijl een groote school lksonderwijs en mocht er door NSÏ een nieuw kerkgebouw zien •roojebledWeeSt 5ubüaris op eve«etlscht ziïn gedenkdag onopge- ^rjvoorbijgaan. Jjj^ERK VAN AMSTELVEEN. >oi E1 s h o u t, hulpprediker bij "teek van Zeist, zal met ingang van id tee als hulpprediker optreden bij ellenfe van Amstelveen, speciaal voor ilkin»r evangelisatie. Hij zal daartoe ats be middagen en drie avonden te werkzaam zijn. Gezieh de offer- REIer gemeente voor het werk der ^ERlin het verleden, zal de komst JBHIshout van de gemeente geen I nieuwe bijdragen vergen, aangezien de gelden voor deze benoeming, die voor den tijd van een jaar is geschied, reeds voorhanden zijn. De kerkeraad vertrouwt dat de offervaardig heid voor het werk der evangelisatie bij de gemeente niet verminderen zal. AMBTSJUBILEUM Ds. J. J. WOLDENDORP Op Donderdag 1 Augustus a.s. herdenkt Ds. J. J. Woldendorp, Herv. pred. te Zoetermeer, zijn 25-jarig ambtsjubileum. Het zal den jubilaris dien dag zeker niet aan be langstelling ontbreken. CONFERENTIES ZENDINGSSTUDIE-RAAD. In verband met diverse aanvragen betreffen de het al of niet doorgaan van de Zendings conferenties te Lunteren, kan worden mede gedeeld. dat er zich voor de eerste conferentie Voor de tweede is het getal deelnemers tot heden nog aanmerkelijk kleiner, maar de aan meldingstermijn loopt dan ook nog tot 3 Aug. ■zoodat wel mag worden aangenomen, dat ook deze conferentie met een voldoende aantal deelnemers zal doorgaan. VEREENIGING VAN KERKVOOGDIJEN IN DE NED. HERV. KERK Het hoofdbestuur van de vereeniging van kerkvoogdijen in de Ned. Herv. kerk heeft een schrijven gezonden aan de besturen van de prov. afdeelingen der vereeniging waarin gewezen wordt op het belang der kerkvoog dijen dat ook de prov. afdeelingen hun arbeid weer hervatten. Het hoofdbestuur acht het nu meer dan ooit plicht om de kerk getrouw te blijven dienen en haar opbouw, ook in dezen kommervollen tijd, met de uiterste kracht te bevorderen. Het hoofdbestuur verzoekt de prov. af deelingen die hun jaarlijksche inkomsten niet geheel verbruiken een belangrijk bedrag te willen bijdragen in de door de algemeene synode der Ned. Herv. kerk uitgeschreven noodcollecte waarvoor het hoofdbestuur zelve reeds 500 voteerde. Onderwijs -te J. FOKKINGA. t In den ouderdom van 73 jaar is te Bode graven overleden de heer J. Fokkinga, rustend heefo der Chr. school te Niawier (Fr.). De overledene ving zijn loopbaan als onder wijzer aan de Chr. school te Middelburg op 1 Aug. 1885 en arbeidde vervolgens als zoo danig te Groningen en te Veenendaal, waarna hij hoofd werd van de Chr. school te Zwin gelspaan (N.Br.) om vervolgens hoofd te wor den te Niawier waar hij is werkzaam geweest tot aan zijn pensionneering op 1 Jan. 1923 waarna hij zich metterwoon te Bodegraven vestigde. De heer Fokkinga is ook werkzaam geweest als leeraar aan de Chr. kweekschool te Dokkum. CALVINISTISCH STUDENTENCONGRES Het 22ste Calvinistisch Studentencongres wordt, zoo deelt men ons mede, van 9 tot 14 September a.s. te Lunteren op het bekende terrein van den Zendingsstudieraad ge houden. Het programma luidt als volgt: Maandagavond: opening door den congres voorzitter, den heer M. G. J. Teerink; voorts N. Baas: „Geloof en Compromis". Dinsdagmorgen: Dr. K. Sietsma: „Geloof en Openbaring"; Dinsdagavond: S. J. Ridderbos: „Belijden". Woensdagmorgen: Dr. H. Smitskamp: „Groen van Prinsterer en het Calvinisme"; Woensdagavond H. van Andel: „Trouw." Donderdagmorgen: Prof. Dr. J. H. Bavi-ck: „De plaats van het Evangelie in de Volkeren wereld"; B. D. van Schelven: „Getuigen". Vrijdagmorgen: Ds. S. G._ de Graaf: „De plaats van de toekomstverwachting van Jezus Christus in ons leven"; Vrijdagavond: Ds. C. Veenhof: „Ambtsdragers"; sluiting. lederen morgen zal een korte bijbellezing en -verklaring worden gehouden, die zal staan onder leiding van Ds. Jac. Jonker te Schiebroek. Chef-corvée is de heer W. van Rijn. Blijkens de toelichting is het programma ditmaal opzettelijk zoo ingericht, dat niet eenzelfde thema gedurende het heele congres wordt ontwikkeld, maar elkeiï dag een nieuw onderwerp aan de orde wordt gesteld. Zoo blijft eentonigheid vermeden. Wèl is beoogd, dat de vier afzonderlijke onderwerpen onder ling een eenheid vormen: tezamen behan delen zij enkele actueele en elkander aanvul lende momenten uit het Calvinistisch leven en denken. Daarbij zal elke dag een eigen eenheid vormen, doordat de avondtoespraken aansluiten op de respectieve morgenreferaten. Ter inleiding van dit vierdaagsch program wordt gesproken over de vraag: kunnen wij onze geloofsbelijdenis consequent „beleven" óf eischt de practijk niet veelszins het aan vaarden van een compromis tusschen geloof en werkelljkheidseischen? Met name de volgende avondtoespraken belich ten dan verschillende zijden, die met deze vraag samenhangen. Is zoo terstond het geloof aan de orde ge steld, dan volgt de vraag naar den oorsprong van dat geloof: het spreken Gods, Zijn Open baring. Deze Openbaring is het, waarop wy kinderlijk ons „amen" zeggen in ons ge loof, waarvan wij rekenschap afleggen in ons bely den. De God, die in Zijn Openbaring tot ons komt, heeft in de geschiedenis Zijn „getrouwe dienstknechten" uitgezonden om Zijn Woord te doen heerschen in en over het leven. Een van hen, wiens strijd nog immer de onze moet zijn, is Groen van Prinsterer. En de band tusschen verleden en heden wordt heel voelbaar, als wij bedenken, dat de trouw aan Christus nu in óns werkelijkheid moet worden. De God, die Zich aan ons openbaarde, wil die Openbaring verder gedragen zien over heel de wereld. Juist in een tijd, waarin elk wereldburger zieh aan alle kanten door oorlogsgronden gebonden weet, zien wij pers- spectief in Paulus' boodschap: Het Woord Gods is niet gebonden! Op de plaats, die God zullen wij als studenten ons getuigen moeten weten van dat Woord en getuigenis daarvan geven. Tenslotte, Gods Openbaring spreekt ons van den goddelijken haast naar het wereld einde, van den Christus, die Zijn regiment gaat voltooien voor de eeuwigheid. Hierin culmineeren èn Gods Openbaring èn Zijn leiding in de geschiedenis èp Zijn uitbreiding van de Kerk over de wereld. Dit gezichts punt moet ook heel óns leven beheerschen. Ook wij moeten den C h r i s t u ten, die komt als een dief in den nacht. En wij doen dat als degenen, die door Hem zijn gezalfd tot de dragers van Zijn eigen heerlijk Ambt. Hierin ligt de opdracht v< ons werk èn de kracht daartoe, waarmee wij een congres kunne-1 verlaten en het actieve studentenleven in-- n. Concentratie op het terrein van het Prot. Chr. Onderwijs Ook in de Prot. Chr Schoolpers gaan stem men op om te komen tot nauwere concen tratie. Er zijn op het terrein van het gewoon lager onderwijs acht organisaties, n.l. de Ver eeniging van Chr. onderwijzers en onder wijzeressen in Nederland en de Overzeesche gewesten, de Ver. voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs, Geref. Schoolverband, de Unie „Een School met den Bijbel", de School raad voor de Scholen met den Bijbel, de Ver. voor Christ. Volksonderwijs, de Unie van Chr. onderwijzers en onderwijzeressen in Nederland en de Ver. voor Chr. Geref. Schoolonderwijs. Als een der centralen kan de Schoolraad worden aangemerkt. Bij hem zijn aange sloten de Ver. van Chr. Onderwijzers enz., de Ver. voor Chr. Nat. Schoolonderwijs, Geref. Schoolverband en de Unie „Een School met den Bijbel". Behalve deze sta- tuair aangesloten vereenigingen heeft de Schoolraad ook leden met een adviseerende stem, n.l. de Bond van Prot. Chr. Kweek scholen, de Bond van Chr. Muloscholen, de Ver. voor Chr. buitengewoon onderwijs en de Centr. Bond voor Prot. Chr. schoolonder wijs aan schipperskinderen. In het Correspondentieblad van de Ver eeniging van Chr. Onderwijzers enz. pleit dr. D. L a n g e n d ij k te 's-Gravenhage meer eenheid. Hij wijst er op dat de Schoolraad z.i. het element van eenheid bevat en de schrijver herinnert er aan, hoe de eerste voorzitter van den Schoolraad, wijlen dr. H. Pierson, steeds weer heeft gewezen op de noodzakelijkheid van samenwerking rnet de Ver. voor Chr. Volksonderwijs en de Unie van Chr. onderwijzers, die beiden buiten den Schoolraad staan. Dr. Langendijk oordeelt dat we noodig hebben één organisatie, die het geheele Christelijke schoolwezen omspant. Wanneer men hiertoe zou kunnen komen dan zouden de 7 vereenigingen m den School raad moeten geïncorporeerd worden, en deze nieuwe Schoolraad zou dan de materieele en geestelijke belangen van het Chr. onderwijs moeten behartigen waardoor zijn werkzaam heid natuurlijk sterk zou worden uitgebreid. Mogelijk zou het aantal commissies van den Schoolraad (thans zijn er voor de behartiging van de paedagogische belangen, het leerplan, de examens, de gewone en de kerkelijke ge schillen etc.) moeten worden uitgebreid. In ieder geval zouden ze een welomschreven taak moeten hebben die nu lot de verschil- wijst zen dat de rivaliteit bestaan blijft zoolang er verschillende organisaties zijn. Daarom is het noodig dat het Christelijk schoolwezen ge centraliseerd wordt wil het zijn taak vervul len in de nieuwe maatschappij die we tege moet gaan. Dr. Langendijk oordeelt dat als men tot een eenheidsfront komen wil, een Christelijk nationale school er komen moet. Meer dan ooit roept de geest van den tijd, naar de meening van den schrijver, om nationaal onderwijs en echt nationaal onder wijs is in Nederland ook Christelijk. Groen van Prinsterer heeft het zoo menigmaal ge zegd en voor dit Chr. Nationale onderwijs een groot deel van zijn leven geijverd. De schrij ver herinnert er tenslotte aan, dat hy reeds in, 1931 in het Rapport over de enquête van de Unie „Een school met den Bijbel" schreef. Laten wij toch bedenken, dat hoog boven de kerkelijke muren het woord van Christus staat: „Ik ben de Weg, de Waarheid en net Leven" en: „Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven". Deze woorden gel den voor allen tot welke kerkelijke richting ze ook behooren en het geloof daarin is het voornaamste voor ons leven en dat van onze kinderen. Wie dat voor oogen houdt leert de dingen zien in groot verband en de schrijver hoopt, dat zij die de leiding hebben iri het Chr. schoolwezen, nu, terwijl het nog niet te laat is, de handen ineens zullen slaan, ge dreven door de liefde tot Christus. Examens Staatsexamen ter toelating tot de universiteiten (art. 12 der hooger-onderwljswet). Geslaagd voor diploma A: mej. B. Kaufmann en de heeren: P. A. Roggen. H. Vermeulen. M. Prins, JP J. A. DU iaga: ae aames C. J, Groenen boom, Rotterdam; J. Hess-Molier, 's-Gravenhage; M. M. Huisinga, Rotterdam; M. Langschnudt. Bilt- hoven: E. M. B. van Niekerk, Arnhem en J. J. RIT5EMA STOFZUIGER Utrecht. Fransch M.O. A: de dames: F. Brul- linga. Den Haag; A. N. Maasdijk. Amsterdam; 3. Looyen, Gorinchem en de heer G. J. Ten Dam. Geslaagd beiden te Hill'i-ii'ji'-!)' J Vreeling. 's- wjjk voor de schoolakte, vijf candidaten. R E Heintz en mevr. C. de Haas. ivenhage en de heeren A. de Jong. nhage Hoogduitsche ia! (l.o.) Geslaagd: Waalre; D. Dil. Oi Vuuren. Rotterdam; J. Clabber Waal. Olst e Ploeg. Haulerwijk en de dames: C. I sterdam en H. Jongeling. Rotterdam. wijs). Toegelaten de lie ■llJM. .is, Wormerveer. C. v. d. Reepe, Wa: H. Roest. Roosendaal (N. Br.): H. van Velthulj- zen; Edam; A Verpjoegh, Amersfoort en de dam - C. W. Bels. Den Hoorn; C. A. Commandeur. D' Haag en H. M. Gerner, Steggerda (Fr.). Utrecht. Fransch L.O. Geslaagd de dames: M. M. Ebend, Amsterdam; M. W E. Ercns. Wasse naar, A. M. C. Etman. Rijswijk (Z.H.), J. A. Evers, Arnhem; A. C. Feuth. Rotterdam. A. Gebhaft-Vring. Amsterdam; A. Gerbranda. Heem stede. W. H. Hesse. Groningen; A. W. v. d. Heu vel. Hoogerheijde; M. B. v. d. Hoek. DronrUp en de heeren: A de Eoer Hillegersberg. C. J. Broers. Den Haag; H. Bron. Scheveningen; C. P. M. Dam. Amsterdam; J. A. Damhuis. Soestdijk; W. A. Bitter. Ebbenbroek. G. Boerstoel. Nieuw-Vennep; H. A. V. Broekhoven. Waalwijk. K. H. Buffinga. Bedum; A C. L. S. de Cocq. Medemblik. J. A. Cuppen. Lotti Utre sch. Am xt: Engeïsch L.O. Do dames: P. J. rt: C. P. Landm Haag: Spekholzerheide. Klinken. Leeuwardi Geer J. Gunther. Almelo: G. J. V C. Ami. James. Leiden: W. Rekken; J. P. L. v. d. Toorn. Breda. Hoofdakte. Geë 's-Gravenhage. Hoofdakte. Geslaagd voor beide gedeelten- M P. Boender. Leiden en mej. A. H. M. Frietman Schever.ingen Voor gedeelte B: mej. A. A. de Groot. Leldschen- dam en Tj K Lingsma Leiden. s-Gravenhage. Hootdakte-examens Geslaagd voor beide gedeelten: B Star. Oegstgeest en mej C. Maasdijk. Voor gedeelte A: J. W. Stol. Lei- Ue B: W. F. van Weizen. Leiden en Hoofdacte Goëx. 8 cand. Geslaagd voor het geheele examen mej. M. J. A. Jongen, Schaesberg: mej. A. G. H. Kuypers. Vlodorp; T A. M. Kok. Venlo Geslaagd voor A M. W Janssen Roermond Rotterdam. Hoo'.dacte. Commissie Rotterdam I. Geslaagu vorr het geheele examen: mej. M. L. Lamkamp tc Hillegersberg; voor gedeelte A: A. v/d Le<*r F Nabers mej. M. Meyster. W. C. A. Schalck. gedeelte B: dv heer L. Prins, allen te Rotterdam. Commissie Rotterdam II. Geslaagd voor gedeelte B- de heere-> A L. Ouweneel. Gouda; J. J. Pol derman, Lekkerkerk; W. v. Soest. Brielle. Afge- de heeren d. Bergh. Amersfoort. H. Berkhoudt. Zuilen. J. H. Kok. Leersum. J. W. de Vries. Hilversum A.-gedeelte: de heeren C. J. Maas, Barneveld. W J. L. A. Bos. ZeistB-gedeelte: de heer P W. Boogaard. Veenendaal. 's-Gravenhage. Examen handenarbeid. Geslaagd de dames: J. C. Abrahamse en I. B. van Asbeck. te Scheveningen. J. A. Cupedo, N;_ G. A M. Meyer en P. T Smits, alli G. P. Dekkr- A Utrecht. Hoofdakte. Volledig Rot- JP9 HL Goethala. Dor drecht!" M.' T. Schijfsma. Voorburg. B. C. G. de Haas. den Haag. 's-Gravenhage. Handelskennis 1. o. Geslaagd: H. 1. Helleman. Alkmaar. J. Houtepen. Amersfoort. K. (engeveld en M. G. van der Horst, belden te 's-Gra- enhaee en H. de Heus. "s-Gravenhage. Handteekenen 1. o Geslaagd de dames: H. H. an der Smit. Arnhem; H. K. Vogel. Het Loo. (Apel doorn); F B. van der Waa, Doetlnchem; E. J. M. Wessels, Rotterdam. A. G. Becker. Amsterdam. G. Emsbroek, V< jj 11 A. P. M. Fr: Dokkum. Zwolle, P. Hach- Apothekersassistent. Geslaagd: mej. te Bussum en de heeren K. Kok te M. Basseleur te Schoorl en H. C. N. VuyV M. rdam Gravenhage. Machinisten Geslaagd voor diplom C: de heeren C. Zijp te Heemstede en G. Klem t Land- en Tuinbouw Een kftuppel in het hoenderpark Hoewel we reeds meerdere jaren gewend zijn aan het remmen van een uitbreiding van den pluimveestapel, door beperkende bepa lingen ten aanzien van het broeden en hel afleveren van kuikens, toch heeft de thans afgekondigde maatregel tot inkrimping van het pluimvee een geweldige indruk gemaakt. Niet alleen onder de belanghebbenden, dat zijn de pluimveehouders, doch ook onder het publiek, dat zich even realiseerde wrat dit beteekent Wanneer van een hoeveelheid kippen als in ons land aanwezig niet minder dan twee derde deel afgeslacht moet worden, dan wil dit zeggen, dat zoo ongeveer 12,000,000 dieren vóór 15 September a.s. het slachtoffer den van dezen maatregel. Twaalf millioen kippen in zeven weken tijds afslachten, dat is een rigoureuse maatregel. En toch is het een noodzakelijk gevolg den algemeenen toestand, waarin we sedert 1 September 1939 gekomen zijn. Reeds toen moesten maatregelen genomen worden een ander deel van de pluimveehouderij te beperken en noopte de voederschaarschte tot het vrij plotseling afslachten van een groot aantal eenden. De toestand is sedert dien verergerd vooral in de laatste maanden zóó geworden, dat heel geen voeder meer aangevoerd kon worden. Er móet beperkt worden. Dat is een onver mijdelijke eisch. De voeding van de menschen gaat vóór alles, en alleen wat daarna nog overblijft kan voor de dieren gebruikt worden. Dat is nu eenmaal niet veel. Voor het rundvee kan zooals reeds lang bekend is, niet vóór Febru ari a.s. krachtvoeder beschikbaar gesteld worden. Er is nog niet mondjesmaat voor radig. Vanzelfsprekend is het, dat de gevolgen voor de toekomst onder de oogen gezien zijn bij het bepalen van de houding inzake de verdeeling van het nog aanwezige vee voeder. Daarbij was een punt van gewicht de mogelijkheid van het zich min of meer snel herstellen van een beperkte veestapel als eenmaal de toestanden weer tot de normale terugkeerden en aanvoeren van overzee weer mogelijk zouden worden. En dan is het gemakkelijker om in een be trekkelijk korten tijd de pluimveestapel weer op een bepaald peil te brengen dan de rund veestapel. Een broedseizoen kan de 12 mil lioen thans af te slachten hoenders weer op de bedrijven terug brengen. Dit zal men toe stemmen als men b.v. weet, dat de teelt- regeling voor pluimvee in 1935 bepaalde dat niet meer dan 22,8 millioen kippen- en een deneieren in de broedmachines gelegd moch ten worden. Het is dus een betrekkelijk koud kunstje om heel spoedig de pluimveestapel te herstellen. Met rundvee zou het heel wat langer duren Ook bij varkens gaat de her stelling tamelijk snel. Vandaar ook, dat deze mede in aantal beperkt zullen worden. Het is een geluk (als men in dit verband van geluk mag spreken) dat het juist de veel graan etende dieren zijn, die zoo snel weer aangefokt kunnen worden. Wet de pluimveestapel aangaat, deze is in ons land in de laatste 50 jaar zeer sterk tot uitbreiding gekomen. Bij het begin van deze eeuw bedroeg het aantal kippen in ons land ca. 3,6 millioen stuks, dat was ongeveer twee maal zooveel als 40 jaar daarvoor, in 1860. Maar in de dertig jaar na 1900 was het aantal opgeloopen tot bijna 25 millioen en bedroeg dus ongeveer zeven moal zooveel als in 1900. Een geweldige stijging alzoo. Sedert is door de algemeene malaise in den wereldhandel en de daarmee gepaard gaande steunver- leeningen, die teeltregelingen noodig maak ten, het aantal weer teruggeloopen, maar het bedraagt thans toch nog ca. 18 millioen stuks. Het is een harde, maar, zooals we reeds schreven, een noodzakelijke maatregel, die thans is afgekondigd. Naast een sterke daling in de eierproductie krijgt men in de eerstvolgende weken een buitengewoon groot aanbod van kippen voor de slacht. Wel zal een deel in koel- en vries- inrichtingen ondergebracht worde,n, doch de beperkte ruimte zal spoedig gevuld zijn. En dan zal het aanbod de vraag ver overtreffen, zoodat een scherpe prijsdaling zoo goed als zeker is. Temeer waar ook Duitschland niet alles zal kunnen gebruiken. Dat de stimulatie van de eierprijzen een zoodanige beteekenis zal hebben, dat de na- deelen van de inkrimping voor een deel zullen worden opgeheven, mag voor een klein deel verwacht worden, doch niet in die mate, dat het veel gewicht in de schaal zal leggen. Als de eierprijzen te hoog op- loopen, koopt het Nederlandsche publiek ze niet meer, waar nog bij komt, dat naar de woorden van den Rijksminister Seyss Inquart, de levenswijze van den Nederlander beper kingen zal ondergaan en het gebruik van eieren, door zeer velen nog als een luxe be schouwd, dan zeker verminderen zal en zeer stellig zal dit het geval zijn, als de prijs ook nog hoog oploopt Toch zal er iets gevonden moeten worden om de vele kippenboeren in ons land, o.a. Barneveld, van een dreigende ondergang te redden. En dat daar iets op gevonden zal worden staat voor ons vast. Maar op welke wijze dat zal geschieden is ons niet duidelijk en daar om kunnen we daarover niet uitweiden. Oploopende eierprijzen Veeren worden thans ook verhandeld. Bij de dalende aanvoeren op de groote eier markten, zoo b.v. te Barneveld, valt een stijgende prijs op te merken, die reeds tot 4.75 is gerezen en vermoedelijk nog wel iets meer zal oploopen, al zal van een abnor- malen prijs wel niet gesproken worden. Dit laatste zal voorkomen worden door het stel len van maximumprijzen, waarover al, naar we vernemen, plannen voorbereid worden. Plannen, die tot uitvoering zullen komen als de prijs wat al te veel aantrekt Momenteel heeft zoo goed als geen uitvoer van eieren naar Duitschland plaats omdat de binnenlandsche vraag groot genoeg is om de aanvoeren te verzetten. Een eigenaardig verschijnsel doet zich thans voor b.v. op de Barneveldsche markt, waar de veeren van de geslachte kippen verhan deld worden. Er waren dezer dagen meerdere honderden kilo's aan de markt die 30 k 40 cent per k.g. opbrachten. Vroeger werden de veeren als afval beschouwd, waar men meer last dan baat van had. Lichamelijke Oefening COMPETITIE-UITSLAGEN C.K.B. District Zuid-Holland Zuid klasse Hl Rotter dam-Zuid— O.D.I. III: 2—2. District Utrecht klasse III: DaltoD.O.S.: 32. District Gelderland klasse 22: S.S.S. HD£ O.D.: 0—1. S.K.V.—Animo: 6—1. Radioprogramma WOENSDAG JAARSVELD. 414.4 m: KRO-Uitzendins. 8.00 Jerichten ANP. 8.05 WJj beginnen den dag. 8.15 10 00 vpro; Morgenwijding. muziek. 11.30 Godsdienstig half- 10.15 Gramofoc uur. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Rococ 12.45 Berichten ANP en gramofoonmuziek. 1.15 KRO-Melodisten. 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Gramo foonmuziek. 4.30 Kinderuurtje. 5.15 Berichten den dag (ANP). Berichten (Duitsch). nts-orkest. AVRO-Mus gramofoonmuziek. 5.00 Berichten (Duitsch). 5,15 Berichten- - - - - Dansorkcs Onderwijsfonds Scheepvaart Technische dag (ANP). 7.15 De Roman- Gramofoonmuziek (9.15—9.30 Berichten (Engelsch). 10.00 Berichten (Duitsch). 10.15—10.30 Berichten ANP. 10.30—10.45. 11.15—11.30, 0.15-0.30 en L15— Berichten (Engelsch). 139. De geest vertelde nu, dat hij kort geleden enkele van die dieren had zien loopen. Maar er waren menschen bij, voegde hij er aan toe. En alsof hij spijt had van zijn vriende lijke woorden, voegde hij er meteen aan toe: En nou weg jullie. De jongens deden of ze weggingen, maar ze verscholen zich, tot de geest zijn avondwandeling ging maken. Want ze wilden de Toekan in elk geval verlossen. 140. Zoodra de geest weg was, gingen ze naar de kooi. Lange Jan verbrak met zijn sterke handen de houten tralies en ging dan geknield liggen. Vooruit, goede vogel, spring er uit, even op mijn rug en dan ben je vrij. De Toekan begreep er niets van, maar deed alle moeite zich uit zijn gevangenis te wringen. "n"h op den Oceaan igad r n die wijn vandaan, zal men in londer de dingen die de neger gad* was opk een vaatje Canarische •idfr'ii131' vo1 was en daarom niet kwam nu beter dan ooit van 8bv?en allen opgewekt aan in vertrouwen, dat nu twee de*e" mannen zij aan zij stonden, ?n« beho,ud vo°f allen heel wat i'ST'3 Un' Ew,t h®4 se- llhK065011 en,de waterzak voor- p!m«et zeildoek, de bij! en het over_ handspaak waren daarna aan tenslotte werd het vlot zelf uit- T El stuk voor stük in het vlot van 'E fevoegd. Heel den dag Was men Dn de weer, zonder dat men aan ook verzamelde men nog nieuwe n di om daarmee den arbeid te vol- ldaen volgenden morgen had men iiL,nden nog voL Het nieuwe Tiet langwerpigen vorm; het werd t w? Primitief platboomd vaartuig, Oil zes meter lang en drie meter he* voor- en achtersteven werden e dwarsliggend vat gevormd; de dj eveneens "it vaten en tonnen lersnet den arbeid gereed had dat vrij b^aoorlijk kon zecoou-1 wen, en dat door Ben, onder wiens leiding het gereed was gekomen, de „Catamaran" werd genoemd, omdat volgens hem elk vaartuig nu eenmaal een naam moet hebben. Zoo de neger alleen was geweest, zou hij zeker niet zooveel moeite hebben aangewend om zyn vlot zoo stevig en volledig mogelijk uit te rusten, omdat hij meende dat er niet de geringste kans bestond, ergens land te be reiken. Maar de zeeman, die veel meer begrip van de zeevaart had, dacht daar anders over. Hij wist, dat het vlot zich op de zeerou+e bevond van de zeilschepen, die naar Zuid- Amerika koers zetten, en dat, zelfs zoo de bemanning aan zich zelf bleef overgelaten, deze op den langen duur het uitzicht had, er gens aldaar de kust te bereiken. Een zeil zou de snelheid kunnen vergrooten; alles was slechts een kwestie van tijd en van levens middelen, en bovenal van toereikenden water voorraad. Ben besloot derhalve, een mast op te zetten en zeil aan te brengen. De kans, dat wij door anderen opgemerkt worden wordt er eer groo- ter dan kleiner door, concludeerde hij, en als wij den wind kunnen benutten, vorderen wij beter dan alleen door de kracht van den stroom. Bens plannen werden ook in dit opzicht uit gevoerd, en na enkele dagen kon men een grootzeil voeren, dat ook de lichtste wind zucht opving. Het weer bleef zeer kalm, het zee-opper vlak lag stil als een 6piegel en weerkaats' het vlot met zijn fusten en zijn mast, die zich eenzaam in het midden daarvan verhief. Niemand beklaagde zich over het gebrek aan wind, want men had nog voldoende om handen om zich den geheelen dag" bezig te houden. Met behulp van de riemen voer men hierheen en daarheen, om nog meer dingen te kunnen opvisschen. Zoo kon Ben zelfs zijn oude scheepskist nog machtig worden, waarin hij linnengoed en andere kleeren geborgen had. Aan het einde van den vijfden dag rustten de schipbreukelingen van hun inspanning uit, in de hoop dat spoedig een gunstige wind zou opsteken om hen naar het Westen te voeren. Toen de zon den volgenden morgen zich opnieuw boven den oceaan verhief, werd het water gerimpeld door een wind die uit de gunstige richting woei. Men kon toen het zeil zetten en zich verwijderen uit de wate ren, waarin zoo ontelbare negerslaven een rampzaligen dood gevonden hadden. En nu naar de west, riep Ben Brace uit, toen hij zag dat het zeil begon te bollen en het vlot, dat goeddeels zijn werk was, zich als een levend wezen door het water begon te spoeden. Ja, naar het westen! antwoordden de neger en Wil; de oogen van de kleine Lily begonnen te schitteren van opwinding. Hoofdstuk XXII. De wind was gunstig. Niet alleen bracht hij hen in de gewenschte richting, maar hij was bovendien constant; hij werd niet sterker dan een lichte bries en ook niet zwakker, zoodat mén niet voor windstilte beducht behoefde te wezen. Teneinde te vermijden dat het vlot om zijn as draaidé hadden de schipbreukelingen een soort van roer gemaakt met behulp een zwaren roeiriem, die bij de sloep vai „Pandora" had behoord, en die vanaf het groote achterste fust in zee gehouden werd. Met behulp van touwen werd hij daar op zijn plaats vastgemaakt, zoodat het vlot den wind kon achterhouden, en zelfs eenigszins kon manoeuvreeren. Natuurlijk was het nood zakelijk, dat een van de schipbreukelingen als roerganger optrad, gelijk Ben het noemde. Gedurende meer dan een uur vervolgde de „Catamaran" zijn weg, zonder dat zich iets bijzonders»voordeed. Ben zat achter en hield het roer; Sneeuwbal ordende opnieuw zijn voorraden en rangschikte deze zoo, dat zij buiten bereik van wind en golven waren. Wil en Lily bevonden zich voorop en hac' niets anders te doen, dan elkaar wat bezii te houden. Aan boord van den neger- haler hadden zy elkaar maar heel weinig gezien. De aardige kleine Portugeesche bleef in haar hut, en de scheepsjong# was steeds veel te beducht geweest voor de ruwe bejegening van den kapitein en de officieren cm zich op dit deel van het schip te wagen, tenzij op uitdrukkelijk bevel van rijn superieuren. Toch had Wil Lily vaak uit de verte gade geslagen, haar aardige gezicht en haar don kere lokken kwamen hem nu zoo vertrouwd voor, en hij was thans geneigd, te vergeten hoe gevaarlijk de vlotreis was, die zij te den ondernamen, nu hij in haar gezelschap was. Na eenigen tijd trok echter een zeer vreemde visch him aandacht, die op ongeveer een kabellengte afstand voor het schip uit- zwom. Zij bezagen hem met afschuw, want het was een der schrikkelijkste monsters van den oceaan. Zijn lichaam had zoo ongeveer de afme tingen van een mensch, doch tengerder; zijn vinnen waren talrijk en stonden overeind, en in tegenstelling met de meeste visschen was zyn hals smaller dan zijn kop. Al de afschu welijkheid van het beest was in zijn kon geconcentreerd. De schedel droeg links en rechts een uitsteeksel, en daarin bevonden zich de oogen, voorzien van een glanzende gele iris. i De bek was niet minder abnormaal door zijn vorm dan door de positie, waarin hij zich bevond. Hy ging aan de buikzijde van den visch open en toonde een viervoudige rij van scherpe, zaagvormige tanden. Wil kende den naam van dezen visch niet, ofschoon hij in bepaalde deelen vay den Atlantischen Oceaan vrij veelvuldig voor komt. Daar hij in dit opzicht de nieuwsgierig heid van Lily niet kon bevredigen wendde hij zich tot Ben, die inmiddels aan het roer door Sneeuwbal afgelost was. Ben, die bezig was in zijn zeekist te rom melen, keek in de aangeduide richting en ontwaarde den visch eveneens, die thans met het vlot gelijk op scheen voort te zwemmen Dat is een hamer-visch, zei Ben, een soort van haai is het, en wel de leelijkste van al zijn soortgenooten. De zeeman dook daarop opnieuw in zijn kist, zonder meer aandacht aan den hamer- visch te besteden, wiens nabijheid hem aller minst scheen te verontrusten. Maar tien minuten later zou de matroos zich op minder dan twee meter afstand van diens verschrik kelijke kaken bevinden. Wil en Lily sloegen het dier ook Verder gade, daar het vlak onder den waterspiegel voor het vlot uitzwom. Maar weldra verslapte hun aandacht om zich ergens anders op te richten. „Kijk eens! riep Wil uit, Sneeuwbal is bij het roer in slaap gevallen! Maar bijna op hetzelfde oogenblik liet hij een alarmkreet hooren. Het vlot veranderde van richting onder den druk van den wind, het zeil begon vervaarlijk aan te zwellen, de schoot vloog los en het zware hout, dat daar door in bedwang moest worden gehouden, en waaraan het zeil met den onderkant was be vestigd, zwiepte vlak o ver het primitieve vaartuig heen. Wils angstkreet kwam helaas te laat; Lily had niet tijdig het gevaar gezien en zich daar tegen kunnen in veiligheid stellen. Zij werd overboord gedrukt en verdween een eind- weegs verder in de golven! HOOFDSTUK XXIII. Wil rende naar de zijde, waar Lily over boord was geslagen, gereed om daar in het water te springen om haar te redden, doch Juist op hetzelfde oogenblik zwiepte het zeil opnieuw over, wierp hem van de beenen en dee l hem terechtkomen, over Bens rug heen, in de scheepskist, waarmee deze zoo druk bezig was. (Wordt vervolgdJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 3