GEDACHTEN OVER PAULUS lv'r"ii III LEVEN is lijden. Of zooals de man' Gods 't bezong in zijn onsterfelijk lied: het uitne- mendste van ons leven is moeite en verdriet. Paulus was een lijder bij uitnemendheid. Hij liep met dat lijden niet te koop. Maar toen de gemeen te van Korinthe hem pijnlijk griefde, wilde hij niet, dat men daar onwetend zou zijn van de ver drukking, die hem in Azië was overkomen. Dan schrijft Paulus dat hij „in slagen uitnemender en in gevangenissen overvloediger is geweest dan eenige der andere Apostelen" (2 Kor. 11 23). En dan volgt een opsomming, die wij natuurlek allen vaak hebben gelezen, maar die telkens weer ont roert ieder, die indenkt wat hier in woorden wordt verklankt. Zie hier wat Paulus van zyn lijdensweg zegt: In doodsgevaar menigmaal. Van de Joden heb ik veertig slagen min één vijf maal ontvangen. Driemaal ben ik met roeden gegeeseld geweest. Eens ben ik gesteenigd. Driemaal heb ik schipbreuk geleden. Een gansche nattfit en dag heb ik in de diepte doorgebracht. In het reizen menigmaal in gevaren van rivieren. In gevaren van moordenaars. In gevaren van mijn geslacht. In gevaren van de heidenen. In gevaren in de stad, In gevaren in de woestijn. In gevaren op de zee. In gevaren onder valsche broeders. In arbeid en moeite. In waken menigmaal. In honger en dorst. In vasten menigmaal. In koude en naaktheid. Dit lijden van Paulus was voorzegd. Toen de verschrikte Ananias te Damaskus bezwaar maakte den blinden Paulus te bezoeken, zeide de Heere tot hem: „Ga heen' Want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn naam te dragen voor de heidenen en de koningen en de kinderen Israëls. Want Ik zal hem toonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn naam." (Hand .9 15, 16). Vooral Paulus heeft ondervonden, dat de discipel niet meer is dan zijn Meester en dat wij alleen door veel verdru leking tot de heerlijkheid kun- nen ingaan. De droeve opsomming van hierboven vormt een belangrijk deel van zijn levensboek; En waarlijk behoeft men geen fantast te zijn, om bij 't bepein zen ,van dit lijden zulk een schrikkelijk en af schuwelijk beeld voor de oogen te zien opdoe men. dat we huiverig worden dit aangrijpend levensdrama lang te aanschouwen. Die geeselingen, die schipbreuken, die steeniging, die gevaren ondervonden op zee, in de woestyn en temidden van moordenaars wie ontzet zich niet als hij bedenkt, dat dit alles en nog veel meer 't deel was van een man, die eigenlijk geen oogenblik kon missen om aan zijn ontzaglijke le vensroeping te beantwoorden? Nauwelijks was 't gevaar weer eenigszins voorbij, of Paulus moest zijn vermoeid, afgebeuld, bloe dend en verminkt lichaam weer dwingen dienst baar te zijn aan zijn rusteloozen geest. Hebt ge in dit licht al eens getracht den diepen zin te ver staan van het woord, dat hij schreef aan de ge meente van Korinthe: „Ik bedwing mijn lichaam en breng het tot dienstbaarheid."? Ên alsof dit alles nog niet voldoende ware, zoo was den Apostel gegeven „een scherpen doom in bet vleesch, een engel des Satans, die hem met Wisten sloeg." Waarin dit lijden bestond, is ons ftiet' geopenbaard. Velen denken aan 'een ernstige zemiwkrankheid; anderen veronderstellen, dat Paulus' gezichtsvermogen was aangetast. Uit het feit, dat hij tot driemaal toe ernstig hëeft gebeden dit lijden van hem Weg'te nemen, mag zeker Worden afgeleid, dat dit een bezoeking van zeer ernstigen aard was. Moeten wij onszelf niet wègschamen als we in dit licht ons levensbeeld beschouwen Wat hebben wij aanstonds een verontschuldigingen en uitvluchten gereed als God ons op verschillend terrein roept tot arbeid. Laten wij naast het lijden van Paulus ook eens een lijst schrijven van ons lijden. Maar immers de gedachte alleen klaagt ons aan en stelt ons schuldig. En daarom is 't zoo goed, dat de Paulus-figuur ons voor oogen staat als een mensch van gelijke Jbeweging als wij. Wel een man, die door God Ver boven anderen met zeer uitnemende gaven en talenten was bedeeld, maar vooral ook als een man, die niets kende van het gemak en de weelde, die ons leven veraangenaamt en ons Banvattings- en doorzettingsvermogen moest ver- li oogen. Toch —dit lijden van Paulus, dat 'k u met een lenkele trek teekende, was zyn e i g e n 1 ij k e dijden nog niet, zelfs lang niet 't ergste. Li c h a a m s lyden kan zwaar zijn, maar ziele- dijden gaat nog veel dieper. En dat lyden vooral ia 't geweest, dat Paulus volgde als zyn scha duw. Daar was de tegenwerking en haat der Joden, Qie Paulus als een verrader beschouwden en hem overal nareisden. In eerlijk tournooi vreesde hij hen niet, want zijn heldennatuur kende geen vrees., En 't was juist iets voor hem, den kundi- gen farizeeër, door niemand minder dan Gama liel onderwezen, om met de Joodsche rabbijnen den degen te kruisen. Hoe moet 't echter de gevoelige, fijnbesnaarde ziel van Paulus doorvlymd hebben, dat die Joden telkens zijn goeden naam en eerlijk streven heb ben verdacht gemaakt. En ineengekrompen heeft zijn ziel, toen zij eenparig hun eindoordeel over hem weergaven in dit woord „Wij hebben dezen man bevonden te zijn een pes t". (Hand. 24 vers 5). Nog feller treffen de pijlen op Paulus afgescho ten uit het kamp der Joodsche Christe nen. En vooral ook heeft hij nameloos veel ge leden van de meeste gemeenten door hem ge sticht. Daarby kwam dan nog de achterdocht, waar mede velen hem tegentraden. Toen hij als een gebroken man van Damaskus in Jeruzalem terug keerde, durfde daar niemand van de discipelen hem te ontvangen; Lukas verhaalt ons, dat zy hem allen vreesden, niet geloovende, dat hy een discipel was. lp Petrus en Barnabas heeft de eenzame toen veel vergoeding gevonden, maar zelfs deze vriendschap scheen tenslotte alleen gekomen om den beker van zyn lijden nog zwaarder en bitterder te maken. Want met Barnabas kwam 't tot een breuke, en te Antiochië moest hy Petrus in 't aangezicht bestraffen, omdat door diens menschenvrees een groot gevaar de jeug dige gemeenten bedreigde. (Gal. 2 11 v.v.). STEMMEN UIT OORLOGSTIJD A VOND WIJ DING IN HET KRIJGS GEVANGENKAMP IN „Oude Paden" verhaalt een nu weer gelukkig thuis gekomen Nederlandsch krijgsgevangene van zyn ervaringen in DuitschlancL Hij schrijft daarin ook over de „Avondwijding", hetgeen wij hier laten volgen: „En dan heb ik nog iets heel moois te vertellen. Niet alleen werden wij in het gevangenkamp als Nederlanders naar elkaar toegedreven, maar plot seling vielen ook alle kerkmuren, weg tusschen Protestantsche Christenen. Een paar vrppie evangelisten gewone soldaten en nog een enkel militair belegden eiken avond een godsdienstige samenkomst met toe stemming van den kampcommandant. Allen, die in leven en sterven hun heil van Jezus Christus verwachten, waren welkom. En zie: hon derden stroomden toe. Hoeveel waren er precies Niemand dacht aan tellen. Men schatte wel eens 800, óf 1000, of meer. Dan zongen we eerst samen onze Psalmen en gees telijke liederen. Dan klonk het met wonderlijken nadruk ,,'t Hijgend hert, der jacht ontkomen", en „Maar de Heer zal uitkomst geven", en „Nooit kan 't ge loof te veel verwachten", enz. Och, wat hebben wij toch mooie Psalmen en Ge zangen I En dan werd de Schrift gelezen en op eenvoudige wyze verklaard en op het leven der krijgsgevan genen toegepast. Dezer dagen is 't kruis op den Domtoren te Utrecht geschilderd. Onze foto toont den specialist op dit gebied, den heer van ijler Valk. bezig met het afkrabben van de spits op ruiin 115 nieter hoogte. WANNEER Wanneer ik sterven zal, weet C^od, Sn hoe ik sterven zalweet Dij Dit is voor Hem. En slechts 't gèbod Dat ik zal leven, is vóór mij. Die mij eertijds geschapen heeft En veilig in het leven bracht, Zal mij, heb ik mijn dag doorleefd, Ook wel geleiden door den nacht. P. VAN RENSSEN. Onder ademlooze stilte werd er geluisterd en zelfs Duitsche wachters stonden met gevouwen handen. Dan gingen we bidden. Die duizend krijgslieden knielden allen in het stof voor hun God en het gebed uit de diepte werd opgezonden, eenvoudig, stamelend soms, maar het was de weerklank van wat daar aan boete en bede leefde in verslagen harten, in het verbrijzelde en bedrukte gemoed. En God heeft gehoord en op Zijn tyd ónze gevan genis ook geopend." Dat is een bijzonder verblijdende mededeéling. Nog één vraag: „Deden de Katholieken ook mee?" „Bie vergaderden afzonderlijk. Aan1 de andere zijde van het kamp, na afloop van onze samen komst." „Krijgsgevangenschap kan dus den muur tussóhen Protestant en Roomsch niet breken?'' „Troost u! De dood zal ook dien -mUur-eenmaal breken: er is maar één Vaderhuis." GEBÉD IN OORLOGSTIJD ONZE Vader, in groote smart en, gedruktheid door het lijden en het verderf, dat nu over de aarde waart, komen wij tot U. Wij denken aan de millioenen, die dakloos en berooid zyn( ien die het verlies van hen, die hun het liefste waren, en van hunne aardsche bezittingen, hebben moeten dragen. Wij denken aan hen, die onder gevaarlijke omstandigheden moeten leven en werken, en,,die niet weten, wat hun elk oogenblik kan overkomen. Wees hen genadig, Vader, troost hen ey leid, hunne schreden, help hen, om moedig en geduldig de, be proevingen, die zij moeten doorstaan, tegemp^t te treden. Wij loven U, Vader, omdat wij zelf? in c^eze ure der duisternis tot U kunnen komen in vol. vertrou wen en ongeschokt geloof. Wij weten, dat Gij de volkeren bestuurt en de geschiedenis maakt; wij weten, dat niets, wat menschen ondernemen, Uw heiligen en rechtvaardigen wil kan keeren; wij wc1,en, dat Gij zelfs den toorn van menséh'en tot een loflied aan U kunt maken. Bfelp' óns,' Vader, om uii'de lessén, die dit verwoestende cdnfiïét ons geeft, iets te leeren; help ons om aah' den'nieuwen dag, die over de asch van de ruïnen zal gaan glo ren, te werken, en laat dit alles Uw'Koninkrijk iets nader tot ons brengen. Vergeef ons onze zonden, die wy allen tegenover U hebben begaan. Vergeef ons onze koortsachtige levénswijze, onzen trots, ons egoïsme, onzé eigen gerechtigheid, ons gebrek, dat wij Christus niet toelóten, Zijn geest aan ons in situaties' van span ning en conflict te openbaren. Nbem uit onze har ten eiken haat, dien wij tegen hen, die ons onrecht aandeden, koesteren. Schenk ons 'n heilige bezieling om togen 't kwaad, dat de menschheid bezoekt, te vechten en-vervul onze harten ook met 't besef van onze gemeen schappelijke schuld, zoodat wij behoed, worden, hard en liefdeloos te worden in werken en daden. Help Qy ons, temidden van het wijdverbreide ge- brek en leed, aityd te denken aan det nooden ,van anderen, mild te zyn in het aanbieden van onze djenstpn om die te lenigen, en dankbaar te zijn voor zoovele onopgemerkte gaven, die Gij in ons eigen leven gebracht hebt. Genadige God 'en Vader der menschheïd,' geef, dat de dag niet te ver af moge wezen, waarop de Vol- kèrefj één zullen worden, waarop oorlógen niet meer zullen bestaan en wij allen Iri vréde als broe ders zullen léven in'Uw Heilig Huis, Amén.' (Overgenomért liit „Elthetó".) Snippers De snelst stroomende rivier ter wereld is de Tutley in Britsch-Indië ,die 4600 M. boven den zeespiegel ontspringt en 3700 Meter verval heeft over een afstand van 290 K.M. Van de pl.m. 4200 soorten bloemen, in Europa voorkomende, zyn er 1200 wit, 950 geel, 800 rood en 600 blauw. Toen Jacobus I van Engeland, die alle rookers aan de galg wilde brengen, vernam, dat dan 1/10 van zyn volk zou moeten hangen, beperkte hij zich tot Rawley, die de pijp in Engeland had in gevoerd. Een Chinees vindt het onbeleefd zijn bril op te houden, als hij gasten ontvangt of als gast ont vangen wordt, Eén 'banaan bevat 40 maal zooveel voedingswaar de als een aardappel en 140 ihaal zóóveel als diq van tarwe. '"078 Gaat U ook naar zee IN zomersche dagen trekt de zee. Dan grypen velen, die niet al te ver van de kust wonen, hun fiets om eens een dagje op het strand te bla keren en dan pakken velen, die wat verder weg wonen, hun koffers om voor enkele dagen of ook voor enkele weken een onderdak te zoeken in een van onze badplaatsen. Het is dan een tijd van veel vreugde, maar voor de moeder des hui zes ook weer een tijd, waarin ze om .heel wat moet denken. De voornaamste moeilijkheid is wel, dat aan de kinderen eenige remmen moeten worden aange legd. Ze willen den heelen dag in het water, den heelen dag in de zon, den heelen dag dit en den heelen dag dót. En vooral niet te vergeten ze willen vaak ook den ganschen dag snoepen, pin da's, ijs, ja wat niet al. Er is voor moeder de vrouw dan niet weinig te regelen en klaar te maken. Hierop moet gelet worden en dót mag niet over het hoofd worden, gezien. Ja, zoo'n vacantiedag. we zouden 'm niet graag missen, maar om nu te zeggen, dat alles vanzelf loopt, nee, dat ook weer niet De zon en de zee stellen hun eischen.. En hun voornaamste stelregel voor de vacantiegangers is langzaam, dan breekt het lijntje niet. Niet ineens hreh lang in dè héete zon liggen, hiet dadelijk tyden lang in het soms nog koude water. Zeker, dank zy de schommelingen, die wij' ten onzent toch al in het weer kennen, k14npen .de jongeren heel wat verdragen, al zijn er natuurlijk per soonlijke verschillen, maar oppassen blijft de - boodschap. Vooral omdat bij de' kleineren de tem peratuur toch al heel gauw begipt te rijzep. De cep reageert vlugger dan de ander. De een heeft met gebrek aan eetlust te kampen, hij wordt nerveus en kan niet slapen, de ander eet-ons de Öoren yan het hoofd en slaapt als hy- het bed maar ryikt. Zoo is er geen regel te geven, die voor allen geldt, dari miss'chien dat men elk ge val moet beoordeelen, en wél even de kat uit den boom moet zien. En verder is er nog zooveel om aan te denken. Daar is b.v. het weer I Den eenen dag droogt het natte badpakje van onze kleintjes heel wat vlugger dan den anderen dag. Of ook verkeert rpen in dubio, of men de kinderen al dadelijk luchtigjes kan kleeden. Zoo bezien, komt er voor de moeder heel wat kijken. Zij moet niet al te bang z^jn, weten te geven, maar ook weten te weigeren, en het b.v. niet op rekening van de zee schrijven, als haar kinderen zooveel gesnoept hebben, dat de maagjes des avonds volkomen in de war zijn. Zij late de kinderen genieten van de natuur, zorge voor wat afleiding, zoodat ze piet vppjrtdurend in het zilte nat zijn, en lette op elk afzonderlijk. En ze behoeft ook niet bang te zyn, om het zuigelingetje mee te nemen. De verhalen, die hierover loopen, ^ijn als regel uit dé lucht gegrepen. Wél bedenke zy natuurlijk, dat de huid van de baby nog erg gevoelig is en daarom niet te lang in de zon mag. Vooral het hoofdje moet goed worden beschermd. Ook als we naar deze regels zien, blijft er veel te genieten over, ja dan wordt het genieten pas. mogelijk gemaakt, omdat mogelijke vervelende nasmaakjes dan achterwege blijven. Zuinigheid met Vlijt Het stukje zeep bij het fonteintjehóe spoedig wordt de onderkant zacht I En daar- 1 door wordt de levensduur aanmerkelijk ver- 'X kort. Nu kan men wel den goeden raad ge- venZorg dat het zeepbakje volkomen 2 droog is. Maar wanneer een gezin den ge- j heelen dag door van het fonteintje gebruik maakt, is dat moeilijk door te voeren. Nu z zijn er rubber roostertjes in den handel om j de zeep op te leggen. Wij zelf hebben er zoo een liggen op de vaste waschtafel, en het Z voldoet uitstekend. Er is echter ook nog een ander maniertje, 1 dat eveneens naar onze ervaring zeer aan te bevelen is. U hebt wel een stukje stan- X niool, d.i. dat zilverpapier, dat o.a. om de 'X meeste pakjes soep zit. en ook om bouillon- j> blokjes Dan maken we de zeep nat, en l doen een passend stukje van bedoeld papier op den eenen kant. Dat plakt vanzelf prach- l tig vast. We gebruiken de zeep nu altijd aan de andere zijde en leggen haar steeds 7 zoo neer, dat het stanniool onder ligt. U I? zult eens zien, hoeveel langer het duurt, eer de zeep verbruikt is. In de keuken gaat meestal heel wat zachte zeep of zeeppoeder op. Indien men 't zoo kan schikken, dat slechts één of hoogstens S tweemaal per dag afgewasschen wordt, dan v geeft dit een aanzienlijke besparing aan water, warmteverbruik en zeep tezamen. X Natuurlijk moeten we er wel voor zorgen, wanneer we b.v. de vaat van het middag- t eten laten staan, dat deze steeds even afge- t spoeld wordt by het wegzetten. Het is ook zaak, alles wat later afgewasschen wordt, keurig gerangschikt neer te zetten. Want het is net of een rommelige keuken verlam- mend op onze arbeidslust werkt. a Woorden met zin Waardeer de liefde, die men u toedraagt, én probeer ze te "behouden. Tracht het. noodzakelijke zoa licht mogelijk te dragen. Toewijding eischt soms van ons, het wezen, dat men lief heeft, los te laten. Wij kunnen het leven opvatten als iets, waar in wij geworpen zijn, of als iets, waartoe wy ge schapen zijn, als iets dat eindigt met een stran ding, of als iets, dat eindigt met een aan wal komen. Een portemonnaie, die leeg raakt, kan ons wijs maken.- Elkaar leeren begrijpen is een voorname levenskunst. Men. behoeft niet alles te zeggen wat men weet, maar wel moet men alles weten wat men zegt. Het leven, schreef eens iemand, is geen hand werkje, dat men kan lostornen of uittrekken, wanneer patroon en kleuren niet langer bevallen. Geheel waar is dit gelukkig niet. Ons leven ként de mogelijkheid van vernieuwing, van bekeering Fabr. Barendrecht bij R'dam, Tel. 400 Crack/Pee EDEL STIJFSEL nieuw* itijfiel «tokt d* tloH*n gemakkelijk itrijken VAN LIMBURG STIRUM SCHOOL Easeblusbuitenslngel ARNHEM CHR. MEISJESSCHOOL (met Internaat). Opgericht Mei 1913 Vijfjarigo Cursus aansluitend aan de Lagere School. Opleiding naar aard en aanleg In velerlei richting en voor onder scheiden werkkring. Eigen erkend diplo ma. Prospectus en inlichtingen te ver krijgen bij de Diieotrice: Mej. C. M. ARNTZEN. DAMES EN MEISJES MAAKT NU ZELF UW KLEEDING Zendt bon en 25 cent aan postzegels bij voorkeur van 3 cent en U ontvangt een to ooi boek met ruim 100 maten en modellen en teven» een gratis apparaat om U te laten kien hoe gemakkelijk onze methode i» om THUI8 alle kleeding te leeren maken en Vermaken. aan INSTITUUT ■ar» ai e.n.s.a.i.d. D V-r lv Tolsteegsingel 54 - Utrecht Naam tot God. Moge Hij ons leeren, de verkeerde steken (en streken in ons levenspatroon te zien! Een gedachte kan van haar waarde verliezen, als ze wordt geuit Men moet zijn humeur beheerschen, als men er niet door beheerscht wil wórden. Voorzorg kan zorg voorkomen. Wat is gezelligheid anders dan tevredenheid in huis Genoeg is meer; niet slechts meer dan „te weinig", maar Meer dan „te veel". Die 't er mee doen kan, vindt het waar. Eenvoudige zomerjapon DEZE eenvoudige zomerjapon van effen linnen is op aparte wijze gegarneerd met geruit linnen en leent zich daardoor behalve voor nieuwe stof, bijzonder om te vermaken. De halsgarneering bestaat uit een half-opstaand kraagje met grooten strik. Deze strik kan ook eventueel vervallen, alhoewel de strik de japon een vlot aanzien geeft. Het klokrokje is hier kort en kwiek en moet voor al niet te lang worden gedragen. Behalve linnen, kan voor dit model ook zijde, kunstzijde, crêpestof, katoen, alpaca en andere zachte wollen stof worden gebruikt Het model leent zich voor alle figuren, behalve voor de corpulente dame, die beter doet geen sluitende ceintuur, geen strik en geen geruite stof fen te dragen. De hoeveelheid stof wordt bij de gemaakte pa tronen aangegeven. Men 'gelieve de maten niet ruim te meten, om dat de overwijdte aan de patronen wordt toege voegd. Men meet de volgende maten De halve bovenwijdte, van middenachter onder den arm doorgemeten, tot middenvoor. De lengte, van het hoogste punt op den schouder naast den hals, over den rug, zoo lang men de japon wenscht. De taillewijdte, strak om de taille. De heupwijdte, om het breedste gedeelte van de heup, ongeveer 25 c.M. beneden de taille, glad gemeten. De voorlengte, van den halskuil tot laag in de taille. De ruglengte, van den halswervel tot laag in de taille. De pry's van het op-maat-gemaakte patroon be draagt 50 cent plus 5 cent porto toe te zenden aan de Redactie van „Van en voor Vrouw", adres Administratie van ons blad. BESTELBON VOOR PATROON nr 66. Ondergeteekende wenscht te ontvangen het pa troon van de japon nr 66, waarvoor bijgaand het bedrag in postzegels. Halve bovenwijdte Taillewijdte Heupwijdte Voorlengte isl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10