DE DEMOBILISATIE VAN DE WEERMACHT VRIJDAG 2S JUNI 1940 De beroepsmilitairen zooveel mogelijk in dienst van den wederopbouw Volgens de bepalingen van de wapenstil standsovereenkomst zou het geheele beroeps- personeel van de Nederlandsche weermacht eigenlijk nog als krijgsgevangen moeten wor den beschouwd en dus in krijgsgevangenkam pen moeten zijn ondergebracht. De Führer echter heeft met ruimhartigheid anders be schikt en ter uitvoering van deze beschikking heeft de Duitsche commissaris voor de demo bilisatie van het Nederlandsche leger thans richtlijnen uitgegeven, die beoogen de krach ten van de Nederlandsche beroepsmilitairen xooveel mogelijk in dienst uon den wederop bouw van het land te stellen. Deze richtlijnen bepalen o.a., dat beroeps militairen ontslagen kunnen worden, indien cij een verklaring op eerewoord afleggen, dat zij op geen enkele wijze tegen de belangen van het Dyitsche rijk werkzaam zullen zijn Deze verklaring is vanzelfsprekend; zij beves tigt slechts een sinds de capitulatie bestaan- den toestand. Verder zijn deze beroepsmili tairen na hun ontslag onderworpen aan een meldingsplicht en een beperking van bewe gingsvrijheid voorzoover wij niet in openbaoe •diensten treden, welke onder den Rijkscom missaris staan. Beroepsmilitairen kunnen overgaan 1. het vrije bedrijf, voor zoover zij vaste werkgelegenheid, hetzij hier te lande, hetzij in Duitschland, kunnen aan- toonen; 2. openbar e diensten (politie, op- bouwdienst, invoerrechten en accijnzen, rivierpolitie e. d.) De overgang naar deze diensten is afhankelijk van de toestem ming van den Rijkscommissaris en van het aangaan van een vast dienstverband; 3. den gepensionneerden staat, voor zoover recht op pensioen aanwezig is- Instelling van een „opbouwdienst" Als nieuwe dienst wordt een „Opbouw- dienst" ingesteld, een instituut, dat waar dig aansluit aan de maatregelen van het Duitsche staatshoofd tot vermijding van hardheid tegenover den vroegereu tegen stander, ja zelfs nog daarboven uit gaat. Demobiliseering van de rest van het Neder landsche leger zou voor verreweg het groot ste deel van de soldaten neerkomen op werk loosheid. Praktisch stond tot nu toe niets anders open en daardoor waren duizenden jonge menschen en huisvaders steuntrekkers geworden, een toestand, welke op den duur het gezondste en krachtigste volk moet onder mijnen en verlammen. De werkloosheid is een moreele verdelgingsoorlog, die een volk in het merg aantast. Daartegen helpt slechts een krachtig aan pakken, geen halve maatregelen. Dit leert een ervaring van jaren, dat bewijst een eindelooze lijdensweg, aan welks rand ontelbare, voor het leven gebroken, hopelooze en gedemorali seerde menschen zijn neergr: inken. Hier roept de vroegere tege de dappere jeugd van Nederland en ge. haar de ge legenheid zich zelf te helpc ch midden in het werkzame leven te plaatsen -n de op het slagveld beoefende kamer.* -chap nu ook op het veld van den arbeid in daden om te zetten. Om misverstanden te vermijden moet echter eerst dit worden opgemerkt; de opbouwdienst is geen blij\ e nde nd ersteuning, doch een voorziening voor een vergangstijd. Hij is ook geen arbeidsdienst, zoo a Is die in Duitschland voor de jeugd bestaat. Hij is veeleer een niet-militaire instelling van den Nederlandschen staat en is bestemd om de rest van de Nederlandsche weermacht naar de burgermaatschappij over te brengen, om den werkloozen soldaat te helpen zijn krachten aan .den wederopbouw van zijn land te wijden, zoodat hij als gaaf man en mensch uit de arbeidsgemeenschap den weg naar het vrije bedrijf vindt. Wanneer de werklooze soldaat met behulp van het bemiddelingsbureau van den Opbouwdienst weder een betrekking ge vonden heeft, heeft de Opbouwdienst zijn taak in elk opzicht vervuld. De Opbouwdienst is voor alle dienstplichtige onderofficieren en manschappen verplicht, die zich thans bij het leger bevinden en die, na 15 Mei j.l. uit de weermacht ontslagen, thans geen werk hebben gevonden of zich niet vrijwillig voor werk gelegenheid in Duitschland hebben gemeld. De opbouwdienst staat onder leiding van vrijwilligers, in de eerste plaats onder die van jonge oud-officieren en oud-oncierot'fi- cieren, die voor deze groote taak alle krach ten willen en kunnen geven. Het moet een werk zijn naar het hart van vele ifficieren, hun menschen thans weer het leven binnen te voeren en hen te helpen het juiste start punt te vinden. Dat deze leiders een finan cieel zekere positie zullen verkrijgen, spreekt vanzelf. Ingenieurs en eenige andere vrijwil ligers zullen aan het leidercorps worden toe gevoegd. Strenge discipline is natuurlijk nood zakelijk, wil men slagen. De opbouwdienst zal geen nieuwe vorm van werkverschaffing moeten zijn. Slechts objecten, voor de gemeenschap van oeteeke- nis, komen in aanmerking. In de eerste plaats de vele opruimingswerken. die thans noodig zijn. In den landbouw, die in dezen oorlogs tijd voor de levensmiddelenvoorziening van het grootste belang is, zullen behulpzame handen veel nuttig werk kunnen doen. Hoe veel noodzakelijke werken, die het belang der gemeenschap zouden hebben gediend, heeft men laten liggen, omdat men er geen geld voor over had. Daarom kan de Opbouw dienst op veel gebied goed werk doen: de aanleg van golfbrekers, dijkverzwaringen en -verhoogingen, de aanleg van waterwegen, boschbouw en dergelijke, welke werken groo- tendeels door ongeschoolde arbeidskrachten kunnen worden verricht. Beter dan werkloos te zijn Is het, opbou- wenden arbeid te verrichten en de gemeen schap te dienen, dan zal men ook zelf weder werk vinden. STATEN-GENERAAL In het door het overlijden van den heer Th. van der Waerden opengevallen plaats is mevrouw C. A. Weersma, geb. van Duin. te Zutphen, tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Crhieraal verklaard. De werkgelegenheid in Duitschland Bij weigering worden steuntrekkers enz. uitgesloten van hulp Gisteren is te Utrecht de 42ste vergadering gehouden van den directeur van den rijks dienst der werkloosheidsverzekering en ar beidsbemiddeling met de directeuren van ar beidsbeurzen. In den voormiddag werd beraadslaagd over de intensiveering van de arbeidsbemiddeling in Nederland in de tegenwoorige omstandig heden. Verwacht wordt, dat de Nederland sche werkgevers, gezien de ontwikKeling van de arbeidsmarkt door de oorlogsomstandig heden, bereid zullen zijn veel meer dan vroeger, bij de indienstneming van personeel van de diensten der arbeidsbeurzen gebruik te maken. In dit verband kwam ter sprake de uitvoering van de verordening op het ont slag van arbeiders, waarover namens de di rectie van den arbeid door den hoofdinspec teur, den heer Winkel, inlichtingen werden gegeven. In den namiddag had een bespreking plaats over de werkgelegenheid voor Nederlanders in Duitschland. Het bleek, dat voor zoover er voor onze arbeiders geen werk in Nederland kan wor den gevonden, Duitschland in staat is, in ruime mate Nederlandsche arbeiders op te nemen. Er is werkgelegenheid voor Neder landers in welhaast alle beroepen. Uitvoerige inlichtingen werden gegeven over de arbeids voorwaarden, huisvesting, overmaking van loonen. vergoeding, van reiskosten, doorbe taling van steun aan gehuwden en kostwin ners gedurende twee weken, de wijze van bemiddeling en het vervoer der arbeiders. Blijkens een circulaire van den secre taris-generaal van net departement van sociale zaken aan de gemeentebesturen d.d. 25 dezer wordt de arbeid in Duitsch land in het algemeen voor Nederlanders passend geacht, d.w.z. dat deze arbeid zal worden aangeboden aan al degenen, die voor dit werk in aanmerking komen. Het weigeren van werk in Duitschland heeft tot gevolg stopzetting van onder steuning, van plaatsing bij de werkver schaffing of van uitkeering uit de werk- loozenkas, tenzij in bijzondere omstan digheden anders wordt beslist. Zoo zal o.a. rekening worden gehouden met gezinsomstandigheden, zooals ziekte der huisvrouw, of met vaders van gezinnen met meer dan vier kinderen, beneden den tien jarigen leeftijd. De arbeidsbeurzen zijn reeds sedert eenigen tijd bezig om onder leiding van den rijks dienst de plaatsing van Nederlandsche arbei ders in Duitschland te regelen. De rijksdienst werkt hierbij nauw samen met de sociale afdeeling van den commissaris-generaal voor oeconomische zaken en financiën. Er hebben zich reeds duizenden arbeiders voor werk in Duitschland bij de arbeidsbeur zen opgegeven. Tusschen 21 en 26 Juni jl. zijn reeds plus minus 2000 Nederlandsche arbei ders naar Duitschland vertrokken. HET OUDE KERKJE TE JANUM De gemeenteraad var sloten een subsidie v; voor de restauratie va kerkje te Janum, dat worden bestemd tot Dantumadeel heeft be- n 1000 te verleenen n het oude Ned. Herv na de restauratie zal a bouwfrag- ALGEMEENE NEDERLANDSCHE Z'JIVELBOND Algemeene vergadering te Amsterdam De algemeene vergadering van den Alge- meenen Nederlandschen Zuivelbond (F.N.Z.), welke aanvankelijk 30 Mei te Utrecht genou- den zou worden, doch in verband met de om standigheden is uitgesteld, heeft gistermiddag in hotel Krasnapolsky te Amsterdam doorgang gevonden. De vergadering stond onder leiding van den voorzitter, den heer H. K. Koster, die er in zijn openingswoord op wees, dat de bond als organisatie den plicht heeft er zooveel moge lijk toe mede te werken dat al het mogelijke wordt gedaan om de bedrijven aoo goed moge lijk te doen functionneeren. Het is aldus de voorzitter van groote beteekenis, dat de bezettende macht daartoe de gelegenheid geeft en het Nederlandsche karakter der instellingen wil eerbiedigen. Ook de coöperatieve zuiwlbereiding heeft haar deel gedragen in opofferingen voor het vaderland. De bedrijven en de organisaties lost. De melkaanvoer, de voorziening met hulp stoffen, de betalingsmogelijkheden, het zakelijk verkeer, zijn thans echter weer voor een be langrijk deel hersteld. Wat er voor ons ligt is nog niet na te gaan. De bond zal echter alles doen, wat in zijn vermogen ligt om de taken der bedrijven te verlichten. Tenslotte deelde de voorzitter mede, dat bijna alle coöperatieve zuivelfabrieken in Ne derland thans zijn aangesloten. Na de rede van den voorzitter deed de secre taris, de heer J. A. Geluk, een aantal mede- ccelingcn. Deze betroffen allereerst de in samenwerking met de centrale landbouworga nisaties ingestelde commissie, welke de op- dracht kreeg de positie van de melkveehouderij tc bestudeeren in verband met den invloed van de oorlogsomstandigheden op de prijzen der producten en op de veehoudersbedrijven. De commissie zou een rapport uitbrengen over ten eerste de positie der melkveehouders en haar beteekenis voor ons land, ten tweede de hoogte van den melkprijs en ten derde de maatregelen, welke noodig zijn om tot een gezond en voor den veehouder loonend bedrijf te komen. In verband met het naderende zomerseizoen werd de hoogte van den melkprijs behandeld. Daar over werd met het college van regeerings- commissarissen geconfereerd. Men kwam tot overeenstemming, waarbij de boterprijs op 1.55 per kg in den groothandel werd bepaald. Deze stimulans voor het boterverbruik in het binnenland was van groote waarde, daar de boterafzet er zeer slecht voorstond. Sedert 15 Mei is uiteraard dc situatie vol komen gewijzigd. De export naar Duitschland is thans krachtig ter hand genomen. De mede- deelingen bevatten voorts nog een verslag van het werk der proefmelkwolfabriek Casalana, welke thans meer dan ooit van belang is. Ook kwamen in deze mededeelingen de maat regelen in verband met den oorlog genomen ter sprake. De voorziening van hulpstoffen is tot nog toe vrijwel overal gelukt. Moeilijker is het vraagstuk der brandstoffen en benzine- voorziening. Het jaarverslag over 1939 Aan het jaarverslag over 1939 wordt het vol gende ontleend: Op 31 December 1939 waren bij de vereeni- ging aangesloten 8 provinciale bonden met 442 leden-tabrieken (vorig jaar 4201. verwerkende 2.722,743.056 kg melk, tegen 2,586,281.948 kg in 1938. De stijging van het aantal fabrieken is grootendeels het gevolg van de opheffing van den z.g. Nieuwen Bond van Zuivelfabrieken in Noord-Holland, gevolgd door aansluiting van 19 zuivelfabrieken bij den Bond van op coöpera tieven grondslag werkende Zuivelfabrieken in Noord-Holland. De gemiddelde per fabriek verwerkte hoeveelheid melk bleef gelijk, ni. 6 2 millioen kg per jaar. De proefnemingen voor fabricage van melk- wol werden voortgezet. Op 23 November werd de vereeniging melkwolfabriek Casalana, ge vestigd te 's-Gravenhage, opgericht. Op de sta tuten dezer vereeniging, voor welker reke ning de proeven thans plaats vinden, is in middels de Koninklijke goedkeuring verkregen. Aan 165 van de 384 personen, die aan de examens van den F.N.Z. deelnamen, werd een diploma uitgereikt Het oeconomische en statistische voorlich- tingswerk van het handelsconsulentschap is dit jaar verder uitgebreid. Door den oorlog verviel later grootendeels het werk voor het buitenland en moest deze afdeeling zich meer en meer als documentatiedienst voor de oeconomische positie der melkveehouderij gaan ontwikkelen. Kwaliteitscontrole. De commissie van advies voor afzetbelangen sprak zich uit voor een algemeene kwaliteits controle op Nederlandsche zuivelproducten, op de wijze zooals die thans voor den export naar Duitschland plaats vindt. Verder werd het wenschelijk geacht om den uitvoer van 30- kaas, behalve die in Cheshire-model, te verbieden. De meerderheid der commissie achtte verder qen_ uitvoerverbod van 20-f Goudsche kaas aanvaardbaar. Standaardisatie van het gewicht der kaas en controle der kaas en controle daarop werd wenschelijk geacht. Ten slotte adviseerde de commissie bij meer derheid om pogjjigcn in het werk te stellen tot de invoering van een maximumtemperatuur van boter bij export. Slechte positie van den zuivelboer. In het slotwoord van het verslag wordt geconstateerd dat 1939, evenals 1938, voor den zuivelboer een teleurstellend jaar is ge weest. De daling van de prijzen van de ver schillende producten tengevolge vooral van de moeilijkheden bij den export heeft voort gang gevonden, terwijl daartegenover een langzame doch zekere stijging der productie kosten viel waar te nemen. In alle streken van ons land kwamen bovendien nog ernstige verliezen tengevolge van het mond- en klauwzeer voor. Een en ander had tot gevolg, dat het netto inkomen van den boer volgens de resultaten der landbouwboek houdingen in verschillende deelen des lands tot de helft van dat in 1937/38 en daar beneden daalde. Was deze toestand reeds onbevredigend bij overigens nog normale omstandigheden, be slist onhoudbaar werd deze, toen door den oorlog sedert September de productiekosten nog verder stegen en ook de kosten van het levensonderhoud steeds toenamen. De moeilijk heid deed zich hierbij voor, dat de prijzen der meeste landbouw- en veeteeltp'-oducten, in gevolge de landbouwcrisismaat regelen, van overheidswege worden geregeld, zoodat het van het inzicht der regeering afhing op welke hoogte deze werden vastgesteld. Uit den aard der zaak heeft de regeering ook met vele andere dan landbouwbelangen te maken en dit oefende ongetwijfeld invloed uit cp haar standpunt, om ongemotiveerde prijsstijgingen zooveel mogelijk te voorkomen. Doo middel van een wettelijken maatregel werd hierin voorz-en. Hoewel zeker geen bezwaar kan bestaan tegen de bestrijding van oorlogswinstmakerij, schuilt in een te streng doorgevoerde be strijding der prijsverhoogingen toch het ge vaar, dat bepaalde groepen hierdoor in het gedrang komen. Toen kort na het uitbreken van den oorlog de prijzen van vele gebruiks artikelen e.d. gingen stijgen en de meeste pro ducten van landbouw en veeteelt door de regeering op dezelfde hoogte werden gehouden, ontstond dit gevaar voor den boer inderdaad. Zoowel door bezwaren welke hiertegen naar voren kwamen in de volksvertegenwoordiging als door het gemeenschappelijke optreden van de landbouw- en zuivelorganisaties, werd de minister van oeconomische zaken tot eenige wijziging van zijn standpunt gebracht. Het gevolg hiervan was echter niet, dat een be- Het De veenderijen hebben werk in overvloed. Bij tienlallen verlaten de zwaar oe.aaen semmen ne. veen-gebied, om haar lading naar de verschillende steden te vervoeren. Een der vaartuigen wordt te Zwolle gelost Bij het bombardement op Den Helder door de Engelsche luchtmacht zijn vele niet-militaire doeleinden getroHen. - hoofdbureau van politie aan het Stationsplein werd geheel vernield Het kolen transport van da Zuid- Linburgs^he mijnen wordt lang- xemerhand In vollen omvang her vat, nu vele spoorlijnen weer In be- cfcijt zijn en de binnenscheepvaart weer op gang is gekomen. Qrukte <p de laadplaats van de Staatsmijn Emma te Hoerwbroek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 12