;H1 1S40 PAS. 5 nu Zending Ln a. d. Vecht, pl te Bolsward. d^EF. KERK rd •rdam-Wcst. L S den Smits te Sliedrecht. N LEGATEN IPLerd een gift van 500 ian de Ned' HerV- Dia" f ePP®J- - Ned- Herv. gemeente :ng van een onbekende 500. Jenburg. t (68 jaar is te Noord- ïnt bij de Ned. Herv. Werd in 1872 geboren jj). Noord-Brabant om ji^ordbergum in zijn eerste f-ite worden bevestigd. Ti hij meer dan 43 jaar khersteld verband Bentveld !s vanwege de Gerefor- a-land in hersteld ver- jkershouse een twee- rouden. Er was voor een zeer groote be- leityr der conferentie was 14 vfrecht, de huishoudelijke M, Hinlopen, uit Am- g opende de voorzitter korte toespraak, waar- 1 r. uit Rotterdam sprak ;Id", waarbij hij de die- e Ut^istelijke hoop belichtte, togen zien als een soort eef i E. L. Smelik, uit Am- n 0]ae en ongeloof. i;j,er een gemeenschappc- jg in de kerk van Zand- ,.§an der Vloed voorging. e- ';:Ös. B A. Venemans van :ts it; Jeremia. Des avonds vanjet uit Amsterdam over: wasl deze laatste voordracht, ,uuer karakter droeg, is ter tan gedachten gewisseld Wlfeferaten. 3?e voorzitter jrden van grooten dank rofg te Neerbosch lUnfe vergadering var teldj^werden uitsluitend huis- leld. Tot bestuursleden in ds. W. C. Posthumus der Vereeniging), te Velp (G.) en ir. G. van «penningmeester der ver- 'ges, luzifcring uitgebrachte jaar- lat net financieele eind- is een tekort van bevonden zich op I Voor 23 meisjes en 35 irvoor in aanmerking -betrekkingen gevonden denpderen, dat in het zieften- worden was zeer bevre- leegdagen was 6681. Met nemoreerd de cursus in gie, welke voor het op- ven word door de heeren eywegt uit Nijmegen. Na 120 personen een diploma ula j zonder al te groote stoor- lorbijgegaan en het leven E- zijn gewonen gang. ïiTTERD. DAKLOOZEN. SS;: ontvangen. het Ned. Bijbel- :ht op zijn oproep mede der dan ruim 3000 ge- jbels, N.T.' en Kerkboe- chr. lectuur en 189 n, waarvoor het zijn ügt. Het comité is daar- q L zoowel' in Den Haag k" "ele honderden oor- Bijbel. N.T. ol ,5tuur te verblijden. Ook Comité gaarne over. mvrage van Bijbel of A. Fortgens, Franken- ;nde; ^rkn^NISATIE te lii orgaan der vea-eeniging alengjft het volgende: ing van onze kerk reor- "r dan tien jaren wordt ien. En juist nu is het iziqh positief over aller- uitspreken en haar be- ielijk late uitgaan, zoo 30 BESPARING op Uw Brandstoffen- rekening met een: PELGRIM K0LENF0RNUIS en bovendien nooit geen vuile pannen meer. Steunt dan Uw EIGEN Industrie en koopt: NEDERLANDS FABRIKAAT N.V. „PELGRIM" - GAANDEREN wordt gezegd. Laten wij in deze dagen onze nuchterheid niet verliezen. Gesteld dat wij tot reorganisatie komen, dan zal het eerst over anderhalf jaar op zijn allersnelst in werking kunnen treden. Hoeveel tijd moe ten wij dan nog rekenen, voordat de nieuwe organisatie inderdaad doeltreffend function- neert? En hoeveel zal over anderhalf, over zoovele jaren meer, al weer veranderd zijn? Daarom geen overhaaste besluiten en onbe raden stappen, alsof van een snel tot stand gebrachte reorganisatie het heil van de kerk zou afhangen. „Al zou men dadelijk een geheel nieuwe kerkinrichting kunnen instellen wat moge lijk is zou deze nieuw georganiseerde kerk inderdaad geestelijk sterk genoeg zijn, om allle innerlijk verschil ten opzichte van wat de belijdenis moet :nhouden, te over winnen? Zullen zij die voor onveranderde handhaving der drie belijdenisschriften zijn, nu opeens een geheel nieuw belijdenis geschrift goedvinden? Maar deze groep vormt zeker het vierde deel der kerk. En zouden omgekeerd degenen die een nieuwe belijdenis verlangen, nu opeens genegen zijn, de drie formulieren met het gevaarlijke artikel 36 en met de dreiging van daaraan vastgekoppelde leertucht, zoo maar te - aanvaarden? Maar deze groep is zeker niet minder sterk dan de eerstgenoemde. „Wij moeten daarom onze nuchterheid niet verliezen. Wanneer wij nu willen reorgani- seeren, dan moet het ons niet te doen zijn, om een of andere groep, links of rechts (of beide), uit de kerk te werken. Het moet ons er om te doen zijn een zoodanige verandering tot stand te brengen, dat niet alleen de clas sical vergaderingen maar ook de hoogere vergaderingen als juiste vertegenwoordiging der kerk geëerbiedigd worden. „Nu de toestand in ons land plotseling zoo gewijzigd is, zou het van belang zijn, als de verschillende groepen met elkander óverleg pleegden. Wij zouden dan een streep onder het verleden moeten zetten en moeten overleggen, of wij niet een dusdanige verandering in de kerk orde kunnen brengen dat de kerk op een wijze functionneert, die allen bevredigt, zon der wederzijdsche bedreigingen. DFZUIGER 'êT m Onderwijs ONDERWIJSBENOEMINGEN te Oosterbeek. Oosterbeek J. P. Heye-stichting tot intern onderwijzer de heer van Winkeler te Middelburg. Dedemsvaart Geref. sohool tot onder wijzer de heer D. Dijkstra, id. te Rinsuma- geest. Voorburg Van Wassenaar Hoffmannschool. Tot kw. m. a.: de heer T. Kool te Rotterd. De bibliotheek der rijksuniversiteit te Utrecht Geschenk van dr. J. H. Gunning Tot de belangrijkste geschenken,welke de bibliotheek van de rijksuniversiteit te Utrecht werden gegeven, behoort de bibliotheek Gunning. Deze colectie is bijeengebracht door dr. J. H. Gunning J.H.zn., op 20 dezer te Am sterdam overleden. Deze collectie maakt in de universiteits bibliotheek een uitstekenden indruk. Zij draagt geheel het kenmerk van den verzamelaar, die zich zijn levenlang op velerlei wetenschappelijk getyed heeft bewogen. Een belangrijk deel van deze boekerij is af komstig van den vader van den verzamelaar, prof dr. J. H Gunning jr., hooglecraar in de theologie. De zoon heeft alle geschriften zijn vader,, die ook als geleerde een vruchtbaar auteur was, bijeengebracht en eenigd met zijn eigen zeer omvangrijke cei De werkmethode van den thans overledene bracht mee, dat, zoodra hij een studie over een bepaald onderwerp aanvatte, hij zich allerlei materiaal aanschafte en in zijn immer groeiende bibliotheek inlijfde. Aan deze zorgvuldige we tenschappelijke methode dankt men nu allerlei interessante literatuurgroepen, o.a. een mooie verzameling van Dante en een zeer groote col lectie Hebreeuwsche geschiedenisboeken. De overledene heeft veel gereisd en er was geen reis begonnen, of de taal van het land werd een jaar lang vooraf grondig geleerd. Er een mooie collectie over het Leger des Heils en over den stichter William Booth. Verder noe men wij nog verzamelingen over lithurgie in den hervormden eeredienst, over Zionisme, Diaconessenarbeid, de Oxfordgroep en de Ma- rathanbeweging. Er zijn Bijbels in vrijwel alle Europeesche talen. Voorts trekken de duizen den brochures en heele reeksen tijdschriften, waaronder vele thans schaarsch geworden weekbladen, de aandacht. Uit deze verzameling blijkt Gunning's nimmer aflatende belangstel ling in zijo tijd in de secten en stroomingen van ons land. Als stichter en redacteur van het veelgelezen weekblad „Pniël" ontving Gunning tallooze boeken ter bespreking. Ook dit alles 'iwam in zijn boekerij terecht. Dit lijfblad Pniël" vindt men er in een statige reeks van vijftig banden. De verzameling, die een omvang van dertig boekenkasten heeft, is ondergebracht in het verband der universitaire leeszalen, gelegen naast de universiteitsbibliotheek en wel in een deel van het voormalige paleis van koning Lodewijk Napoleon, Drift 31. H. LEENE. Op medisch advies moet de heer H. Leene, hoofd van de school van „Groot Emaus" te Ermelo, drie maanden rust hou den. Het secretariaat van de Vereen, tot be vordering van het Chr. Onderwijs aan ach terlijke en zpnuwzwakke kinderen zal nu worden waargenomen door den heer G. Bunt, Korte Scheidingsweg 46, Dordrecht. Examens .-deningen op do zelfbestuursonderhi rigen in de buitengewesten" do heer G. W. Fris. te 's-Gravenhage. geologie: de heer J. E. Muller. Leiden. Voorbereidend kerkelijk examen de heer A. P. Haar. Hillegersberg. Oegstgeest. Leiden. Candidaats Chlneesch-Japansche taal- en letterkunde de heer F. Vos. Delft. Utrecht. Candidaats klassieke letteren: mej. C. H. C. Berkelbach van der Sprenkel, doctoraal wis- en natuurkunde, hoofdvak natuurkunde: W. Maas. K. J. Keiler (metlof). Amsterdam. Gem. Universiteit. Doctoraal schei kunde mej. J B. Strijken candidaats wis- en natuurkunde (I.) de heer G. Seegers. Amsterdam. Candidaatsrechten de heer W. a. i; doctoraal Nederlandsche taal inde H« huizum (gem. Wonseradeel). op proefschrift, ..De quantitativiteit van de Geiger- Müllertellerhet i Rae" Kweekschool. Geslaagd de da mes L. M Kuyper, Zaandam; G. Dokter. O. I. C. Duisen. M Mons, W. M. Muller, te Amsterdam. Afgewezen één Apeldoorn. Stedelijk gymnasium. Tweede groep. Geslaagd voor A: de heeren A. J. Onstenk en A. W. P v. d. Ree. Met 2 candidaten wordt het examen voortgezet. Afgewezen: 3 candidaten. Breda. Stedelijk Gymnasium. Alsnog geslaagd: voor diploma A J. H. Croon en. na verl. ex.. I. Elfriede van den Hurk. Brielle. R.H.ES. Geslaagd: mej. L. Nieuwland. P. Bosman. T. Kruine. A. Middelhoek en W. Ren ders ielle. ej. N. Arkenbout. J. J. Hoogendam P. Rademaker en N. Wessels te Oost- voorne C. G J. Roest te Heenvliet en J. H. P. Zeeman te Kockanje. Dordrecht. Christelijke Kweeicschool. Geslaagd: en J. Kooijmans te Dordrecht. Eindhoven. Lorentzlyceum Eindexamen B. Ge ëxamineerd, 9 cand Geslaagd: A. Bouten. H. Geiss. R. v d Ham, J. Klinkhamer. O. Kraus. A. Kruijer, R Scholten R. Wesselink. Afgewezen één. Haarlem. Dacostakweekschool. geslaagd de dames R. P. M. van er Meer, Haarlem; K. Tibboel, Bever wijk en J. A. van der Velden. Santpoort. Harderwijk. Chf. Lyceum, Afd. Gymnasium B: Geslaagd J. P. Bouwes, Harderwijk; H. A. van Marie. Nunspeet; J, D. van Ramshorst. Ermelo M. van Wenum, Barneveld en mej. P. J. Wessels, Ermelo. Geslaagd a A: A. J. Ti cand. Herex. vooor B: 1 cand. Rotterdam. Eindexamen Mar nix-gymnasium. Ge slaagd voor A- A. Heinsius. Cor Karsemeyer. B. A. Kleinbloesem. Gré Kooyman. Dodo Kwak en S. Lock. Na verlengd examen C. den Engelse. Amsterdam. Apothekersassistent mej. J. E. Smits (Rotterdam) en de heer H. J. Blokpoel (Den Haag) 'sGravenhage. Madhindsten-examen. Voorloopig diploma: de heeren J. C. Steennis te Rotterdam. P. Verheij te Zuidland, G. vain Oosten te Velsen, L. H. Helder te Utrecht, M. Leegwater te West-Graftdijk J. van Elsas te Dien— Dennenoord. Bevorderd vgn leerling A tot leer- ling B de zusters G. Kampstra en M. Steenwijk. Rechtszaken RECHTBANK TE ROTTERDAM Strafzitting ONVOORZICHTIG GEREDEN De 40-jarige winkelier H. van M. zou op 31 Januari met zijn auto op den Walenburgerweg zoo onvoorzichtig gereden hebben, dat hij in botsing was gekomen met de fiets van den 22- jarigen slagersknecht L. de Wolf, die dienten gevolge was gevallen en een hersenschudding had gekregen. Verdachte gaf de feiten toe, doch beweerde, dat hij niet onvoorzichtig, maar juist heel nor maal gereden had. Uit de getuigenverklaringen bleek, dat het wegdek uitermate glad was geweest. Bij het passeeren van den Spoorsingel, waaruit een vrachtauto kwam, die stopte, had verdachte een zwenking naar links gemaakt, die eigenlijk overbodig was en die er aanleiding toe ge worden is, dat verdachte's wagen is geslipt. Naar de meening van den agent van de ver keerspolitie A. Budding had verdachte de zwenking te bruusk gemaakt. De vertegenwoordiger van het O.M. achtte verdachte's schuld bewezen en eischte 40 boete subs. 20 dagen hechtenis. Slecht gebruik van een gegeven kans valschheid in geschrifte en verduistering dienstbetrekking. Verdachte was, tweemaal gevangenisstraf had ondt aanraking gekomen met den ko Schepp, een jeugdvriend van hem. had opgebiecht, dat er al eens iéts me de hand was geweest, maar Schepp kans willen geven en hem genomen. Al spoedig ontvreemdde h«j w. ..ci pakhuis vier kistjes melkpoeder, ter gezamen lijke waarde van 112. Een paar maanden later schreef hij voor een der afnemers van den koop kwitantie uit, die hij valschelijk met van dezen onderteekende, waarop hij het geld inde en behield. Weer twee maanden later ontving verdachte van een anderen af nemer 21.85, dat hij had moeten afdragen, doch dat hij eveneens voor zichzelf behouden had. Verdachte gaf de feiten, volmondig toe. De koopman Schepp,, die als getuige ge hoord werd, verklaarde, dat hij ook ihans verdachte, die na het bombardement uit de voorloopige hechtenis was ontslagen, weer in dienst genomen had, omdat hij hem voor de laatste maal nog een kans wilde geven, en om hem in de gelegenheid te stellen de schade, die hij aan getuige berokkend heeft, geleidelijk te vergoeden. De vertegenwoordiger van- het O. M. wees er op, dat verdachte de kans, die hem gegeuen werd, al heel slecht benut heeft en dat hij niet verdient andermaal een kans te krijgen. Uit een oogpunt van generale preventie acht spr. het bovendien noodig hier een onvoorwaarde lijke straf op te leggen. Spr. eischte 6 maanden De verdediger, mr. M. L. v. d. Berg, achtte het gevaar, dat verdachte nu opnieuw zal strui kelen, niet zoo groot, aangezien thans alle transacties a contant geschieden. Pleiter drong er op aan, dat verdachte een voorwaardelijke, althans gedeeltelijk voorwaardelijke straf zal worden opgelegd. ZAKKENDIEFSTAL Irtbn niet-verschenen G. v. d. V., 48 jaar, lossen werkman en recidivist, was ten laste gelegd, dat hij op 23 April van den wal aan de Scheepmakershaven een pak zakken had weggenomen, ten nadeele van Leyendekker's Zakkenhandel. De vertegenwoordiger van het O.M. eischte 6 maanden gevangenisstraf met last tot on middellijke gevangenneming. De rechtbank heeft de beslissing op het ver zoek tot gevangenneming aangehouden tot de uitspraak. OPLICHTING De 51-jarige koopman A. V. heeft zich terzake van twee feiten van oplichting te verantwoor den gehad. Den caféhouder L. H. F. Huypers had hij f 5 weten afhandig te maken, door hem te vertellen, dat hij, in verband met een door hem aangenomen verhuizing, naar Am sterdam moest en dat hij daarvoor het geld miste, waarop hij f 5 ter leen had gekregen. De tweede benadeelde, A. J. v .d. Krog, was aan verdachte f 25 tekort gekomen, doordat hij hem deze som als voorschot had gegeven op den verkoopprijs van een auto, die ver dachte vertelde te moeten verkoopen voor een dame en waarbij hij v. d. Krog als bemiddelaar wilde gebruiken. Verdachte bekende beide feiten .Hij verklaar de het gebeurde zeer te betreuren en alles in het werk te zullen stellen om de benadeelden schadeloos te stellen. De vertegenwoordiger van het O.M., mr. J. C. V. Meischke, wees er op, dat verdachte al zes maal is veroordeeld en in zijn goede voor nemens had spr. niet zoo veel vertrouwen. Spr. eischte 8 maanden gevangenisstraf met last tot onmiddellijke gevangenneming op grond van vrees voor herhaling. De rechtbank, na raadkamer, besliste, dat voor een onmiddellijke gevangenneming geen termen aanwezig waren. HOOGE RAAD. DE AUTOMATEN EN DE WINKELSLUITINGSWET Bij verkoop door middel van automaten mag geen persoonlijk contact bestaan lusschen winkelier en koopér De hooge raad heeft arrest gewezen in een zaak van P. J. L. L., winkelier te Leiden, die door de rechtbank te 's-Gravenhage, bij be vestiging, van een vonnis van den Leidschen kantonrechter, is veroordeeld tot 10 boete wegens het iemand bedienen, in strijd met de Winkelsluitingswet Hij had namelijk na sluitingstijd een broodje met pekelvleesch ge reed. gemaakt op bestelling en vervolgens het broodje in een automaat gedaan, waarna de klant het er weer uit haalde door middel van het inwerpen van een kwartje. In cassatie deed de winkelier een beroep op art 3 der Winkelsluitingswet, dat bepaalt, dat Rechtbank te 's-Gravenhage DE ZAAK VAN DE VERWISSELDE KINDEREN lenverhoor :oopsautomaten. De hooge raad heeft thans overwogen, dat de omstandigheden, waaronder deze verkoop heeft plaats gehad, aan een beroep op ge noemd artikel alle kracht ontnemen omdat een redelijke en ook door de geschiedenis der wet gerechtvaardigde uitlegging van dat voor schrift medebrengt, dat het niet op eiken ver koop van waren, waarbij van het mechaniek van een verkoopautbmaat wordt gebruik ge maakt, betrekicing heeft, doch alleen op een gebruik van zoodanig instrument, waarbij dit wordt gebruikt overeenkomstig zijn bestem ming om den verkooper geheel te vervangen, d. w. z. op een gebruik, waarbij een persoon lijke aanraking tusschen verkooper en kooper achterwege blijft, de verkooper zich met de levering en betaling van het bepaalde door den kooper gewenschte artikel niet bemoeit, kortom zijn directe medewerking aan de sluiting en de uitvoering der koopovereen komst door den automaat geheel wordt over bodig gemaakt. De Hooge Raad verwierp aldus het beroep. iet getuigenverhoor in a de families S. en van ver de vraag, aan wie le laatste familie thans herinneren zal, heeft eerstgenoemde familie een eisch tot afgifte ge- s.eld van het kind, dat de familie van der W thans bezit en ais het hare beschouwt. Mevrouw S. is echter overtuigd, dat dit jongetje haar toebehoort. De onzekerheid over de afkomst van het kind is een gevolg van de verwarring, die in den ochtend van tien Mei ontstond, toen in de kraamvrouwenkliniek Huize Bethlehem op den hoek van de Casuaristraat en de Princessegracht een bom insloeg. Uit het verhoor van den agent-rechercheur van politie, die het onderzoek in handen heeft gehad, bleek, dat de mogelijkheid bestaat, dat mevrouw Van der W., inderdaad niet in den schuilkelder van de Eerste Nederlandsche is geweest. Toen het rapport werd opgemaakt kon zij niet nader aanduiden, in welk gebouw zij geweest was, doch later is zij met haar man er langs geloopen en toen wees zij het pand Prin cessegracht 6 of 6a als zoodanig aan. Twee keer heeft getuige een rondgang gemaakt langs de patiënten; den eersten keer bij alle patiën ten, die op 10 Mei op de zalen 8 (waar mevrouw S. verpleegd werd) en 9 (waar mevr. van der W. lag) aanwezig waren en later, na het vinden van het tweede kinderlijkje in het puin van zaal 9 op 30 Mei, langs de patiënten van die zaal, die daar bevallen waren van een zoontje. Bij den eersten rondgang is de bege leidende zuster alleen binnen geweest, wan neer er sprake was van een doehtertje. Mevrouw S. ging mee om naar het kind te kijken, wanneer het een jongetje was. Alleen bij mevrouw Van der W. is zij den eersten keer door een vergissing niet binnen geweest. Bij den tweeden rondgang herkende zuster H. van de inrichting het kindje bij mevrouw van der W. als het zoontje van de familie S. Uit zijn aanteekeningen, dus niet uit zijn rapport, putte deze getuige nog de mededeeling, dat zuster de F. het kindje als dat van de familie Van der W. meende te herkennen aan den vorm van het linkerbeentje en -voetje. Naar deze getuige voorts verklaarde, waren op zaal 9 tijdens den bominslag negen kraamvrouwen en acht kin deren. De als getuige gehoorde kraamverzorg ster mej. van H. echter verklaarde, dat op die zaal zeven kraamvrouwen verpleegd werden met in totaal zes kinderen, waarvan vier jon getjes. De raadsman van de familie S. legde een lijst over van de verpleegden op 10 Mei. waarop, naar enkele getuigen verklaarden eenige namen stonden, die hun onbekend wa ren. Deze getuige had in het kind in het huis van mevrouw van der W. het zoontje van die familie herkend. Later had zij zich echter herinnerd, dat dit een kleiner neusje had. Mevrouw de G., een patiënte, die op zaal 9 naast mevrouw van der W. verpleegd werd, was door een heer naar een huis naast de Casuaristraat gedragen, op de Princessegracht, en heeft daar mevrouw van der W. gezien. Zij weet zeker, dat dit niet de eerste Nederland sche is geweest. In een zaal met schotten als bij een kapper zaten werkmeisjes met kinde ren. In één van die kinderen herkende ir van der W. het hare. De president merkte op, dat hij zich ter plaatse heeft overtuigd en geen zaal met schof ten heeft gezien. Deze getuige zal den president het gebouw nader aanwijzen. De hoofdzuster van zaal 8, zuster H., die de kinderen dagelijks hielp, herkende het kindje, dat mevrouw van der W. had. dadelijk als dat van de familie S. Zij heeft niet getwijfeld en twijfelt nog niet. Deze getuige verklaarde zeker te weten, dat alle kinderen van zaal 8 gered zijn. Mevrouw S. heeft zelf haar eigen kind uit het raam aan een heer aangereikt, aldus zuster H. In het bijzijn van de politie heeft zij het kind ten huize van de familie van der W. gewogen; het woog toen acht pond en 70 gram. Bij de geboorte op 1 Mei woog het kindje S. op anderhalf ons na acht pond. het kindje van der W. op 2 Mei zes en een half pond. Het wegen had plaats op 30 of 31 Mei. Ook een leerlingverpleegster, mej. M.. die alleen op zaal 8 werkte, had het kindje ten huize van mevrouw van der W. herkend als het kindje S. Gedurende tien dagen had zij het heel veel handen gehad. De kraamverzorgster zuster de F., die op zaal 9 werkte, ontmoette des morgens na den bom inslag mevrouw van der W., toen deze met haar kind uit de richting van de teekenacademie kwam. Zij is niet in het huis geweest, waarin mevrouw van der W. geweest moet zijn. Doch zij verklaarde, dat dit zeker niet het gebouw van de Eerste Nederlandsche geweest was. De moeder had het kind niet aan getuige willen laten zien of afgeven. Later bij confrontatie, vond de getuige het kind wel erg groot gewor den, naar zij verklaarde. Het linkervoetje stond een beetje scheef en getuige heeft dadelijk daarnaar gekeken, doch verklaarde thans dat dit wel meer voorkomt bij pas geboren kinderen. In tegenstelling tot zuster van H verklaarde deze getuige, dat het kind niet in fte zaal, doch drie weken na den bominslag een vlekje van zilvernitraat op de neus had. Eerstgenoemde getuige had dit vlekje later niet meer gezien. In verband met het geboortegewicht achtte zuster de F. het kind bij mevrouw van der W. te veel aangekomen. Overigens kon zij het kindje niet als dat van mevrouw van der W. herkennen. Een belangrijke getuige voor het bewijs van de aanwezigheid van mevrouw van der W. in den schuilkelder van Princessegracht 6a was de lichtdrukker A, die haar van vroeger kende en in dien kelder werkte, toen de patiënten van Bethlehem in den kelder kwamen. Zij had haar kind toen reeds bij zich, doch getuige wist niet, hoe het in haar bezit was gekomen. Er waren vele dames met kinderen in den kelder. Deze getuige had met haar gesproken. Bij de behandeling van de zaak op 15 Juni had mevrouw van der W. verklaard het kind van een werkmeisje van Bethlehem in het bewuste huis in ontvangst te hebben genomen. Bij het verhoor van dit meisje mej. N. bleek uit het raam niet langer kon vasthouden, heeft zij het den kelder afgegeven aan een dame met e bril op, één van de patiënten. Zij wist eclr niet, wie dit was, doch zeker wist zij, dat de dame niet mevrouw van der w. was gewee Deze laatste verklaarde hierop, dat zij het 1 inderdaad niet van een werkmeisje, doch een der partiënten in ontvangst had genom Als laatste getuige werd gehoord de heer 1 die verklaarde van mevrouw S., die hij ht kende, een kind te hebben aangenomen dc geopend raam van zaal 8. Dit heeft hij ns de Eerste Nederlandsche gebracht, wafer hij l den kelder aan een dame gegevet-Reeft. 1 ...i confrontatie met het geheele pera&neel v die maatschappij in het bijzijn van de poli heeft een der dames van dat personeel den he. W. herkend als degene, die haar het kind hee gegeven. Naar de heer W. verklaarde is ha; naam door de politie genoteerd, hoewel er get rapport van is opgemaakt. Alvorens een beslissing te nemen zal de president op enkele plaatsen een persoonlijk: onderzoek instellen. Radioprogramma WOENSDAG 26 JUNI. I SVELD, 414.4 m: VAR A-Uitzending, ^(oo ichten ANP. 8.10 Orgelspel. 8.30 Gramofoon- 0.00 VPRO: Morgenwijding. 10.15 Gramo- 7.10 Kojjr- 7.40 Hobo en piano. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Puzzle-uitzending. (3.30 De Ramblers. 9.00 Radiotooneel. 9.25 Rosian-orkjest. 10.00—10.10 Berichten ANP. KOOTWIJK ,1875 m. AVRO-Uitzending. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.001 Be richten (Fransch.). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr.pl). 10.30 De Twilight SJere- naders en solist (opn.). 11.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Omroeporkest. 12.30 Belichten (Duit6ch). 12.45 Berichten £NP. eventueel Gramofoonm 1.00 AVRO-Amuscmentsorkes (Frai - 'mm 1.45 Beri$ _.-kest. del destino". opera (opn.). 4.40 Orgelspel. 5.00 Berichten (Duitsch). 5 15 AVRO-Amusementsorkest (Engelsch). 6.30 Alf/RO- Marktberichten ROTTERDAM, 25 Juni. 1940. Veemarkt. Ter veemarkt werden heden aanfeevoerd 2850 dieren, waaronder: 178 paardjfen, 707 gebruiksvee, 700 vette runderen, 756 nuchtere kalveren, 100 schapen, 10 varkens, 5/veulens, 110 stieren, 40 vette kalveren, 44 graskalve ren, 147 zuiglammeren, 53 bokken eln geiten. Prijzen per K.G.: vette koeien 5464, 68 78, 80—92 ct.; vette ossen 56—66^ 68—78, 8090 ct.; vette stieren 5864, 6674, 76 80 ct.; vette kalveren 6070, 80BO, 100 110 ct.; nuchtere kalveren 45, 50, 55 ct.; slachtpaarden 53, 63, 73 ct.; schapen 55, 65, 70 ct. Prijzen per stuk: schapen 20, f 30, 38; zuiglammeren 7, 14, 17; nuchbere slacht- kalveren 9, f 12, 14; werkpaarden 200, 300, 410; slachtpaarden 165, 225, 325; hitten 170, 240, 300; kalfkoeien 165, 25. 285; melkkoeien 160, 205, 280; varekoeien 145, 170, 225; vaarzen 105, 135, 170; pinken 75, 95, 115; bokken en geiten 8, 13, 17. Vette koeien en osgen aanvoer iets ruimer, de handel was tamelijk tegen hoogere prijzen. Een prima koe ging nog tot 92 ct. en een. prima os tot 90 ct. Stieren met aanvoer als vorige week, stroeven handel en prijshou dend. Vette kalveren iets kleiner aangevoerd, vlotten handel en iets hoogere prijzen. Een. prima kalf ging tot 1.25. Nuchtere kalveren aanvoer als vorige 'week, tamelijken handel en hooger in prijs. Schapen en lammeren iets kleiner aangevoerd. De handel was rede lijk en de prijzen als gisteren. Paarden aan voer als vorige week, met levendigen han del. Slachtpaarden waren prijshoudend, werk paarden en hitten hooger in prijs. Melk- en kalfkoeien iets ruimer aangevoerd, de han del was stil en goed prijshoudend. Vare koeien waren matig aangevoerd, de handel was tamelijk en de prijzen waren iets hooger. Vaarzen en pinken aanvoer gewoon, de han del was kalm en de prijzen waren iets stijver. Bokken en geiten iets ruimer aangevoerd, met vlotten handel en iets hoogere prijzen. Zuig lammeren aanvoer iets grooter. D,e handel was kalm en de prijzen waren onveranderd, AMSTERDAM. 25 Juni. Aaardappelpryzen: N.H. muizen 7 c Wc5:'andsche muizen 8 c, duinzand muizen 9 c, Friesche reds+ar 4.30 p. hl. Aange voerd: 378,000 kg. NOORD-SCHARWOUDE. 25 Juni. Noordermarkt- bond. Aangevoeld: 51.700 kg Schotsche muizen, prijs 6—6.30. driel. 66.30. kleine 3—4.30, alles per 100 kg of 100 stuks of bos. EN KENS - var» der SPI EC E L. tet, ste t hes heel wat heerlijker dan zoo'n Kerstfeest, zoniiet precies, hoe het er is en dat is maar zichf we ket wisten, zouden we hier nooit meer :bbep}e dingen weten we er wel van. Het is er ïoofó is er nooit koud, niemand is er ooit ziek, rop^i verdriet, de engelen zijn er, de menschen, v'as i den ^eere Jezus hebben liefgehad, zijn er te#eerlykste is, dat we er Hem Zelf zullen zenrfcel wordt van den - hemel gezegd, dat er 6n Paar*en Poorten, maar hóe mooi en tarik^s ook voorstellen, het zal toch altijd nóg Ir. (^er zijn. En in dien hemel heeft de Heere en Plaats klaar gemaakt. Jij was maar een e daar niets van wist en, net als andere eboel verkeerde dingen deed. Maar toen jij Heere Jezus wist, wist de Heere Jezus al hl/, de Heere Jezus zei: Ook voor Dolf van |ik een plaatsje klaar. Ook de zonden van bbeijyn heb ik gedragen. Ik zal Dolf op de.Zon- )?.teJn- Haar zal hij van Mij hooren. Daar zal Jaaci a*s ^et dan tijd voor hem vind,' haal ver»an maê hij altijd bij me blijven. Dan mag hij -n «P zal hij nooit meer pijn of verdriet hebben. sn fs l°en de Heere Jezus lijden ging aan het JStuf^ou §ed&cht. Vlak voordat het lijden begon, ome^aderi Hs wil, dat waar Ik ben, ook die bij ■n fctj gegeven hebt. Dat beteekent: Al de Mijnen den |e/i, Vader, en daarvoor ga ik lijden en ster ven. Ik ga hun schuld dragen, opdat ze nooit de straf hoeven te krijgen, die ze verdiend hebben. En als de Heere Jezus spreekt vam: al de Mijnen, wie bedoelt Hij dan, Dolf? Weet je dat nog?" „Die in Hem gelooven". „Juist. We hebben daar verleden jaar ook eens over ge sproken, hè? In Hem gelooven, dat is: gelooven, dat Hij ons verlost, heeft, dat is: ons heelemaal aan Hem overgeven, Hem liefhebben". „Ik houd erg veel van den Heere Jezus en ik wil erg graag naar Hem toe", zegt Dolf peinzend, „maar. v. „Maar je houdt ook veel van vader en moeder en je wilt ook wel graag bij hèn blijven, hè?" „Ja". „Luister nou eens goed, Dolf! Als jij alles van den Heere Jezus verwacht, maakt Hij alles goed. Als de Heere Jezus je bij vader en moeder wil laten, zal Hij het doen, maar als Hij het beter vindt, dat je bij Hem komt, zal Hij maken, dat je het niet erg meer vindt, van vader en moeder weg te gaan. Nu vind je het nog wèl erg, hè? Maar de Heere Jezus komt je nu ook nog niet halen. Je moogt bij vader en moeder blijven, net zoo lang als de Heer het goedvindt. En, als dan de tijd komt, dat Hij je bij zich neemt; o Dolf, dan zul je zoo blij zijn, ik weet zeker, dat je dan niet anders meer zoudt willen". „Als vader en moeder maar mee konden". „Als jij voor ze bidt en ook daarin den Heere Jezus vertrouwt, dan zal Hij je vader en moeder ook wel tot zich roepen. Maar ook al weer: op Zijn tijd, jongen! Alles, alles, moeten we aan onzen Heiland overlaten. Wij kunnen niets, Hij kan alles en Hij maakt alles goed. Willen we samen bidden, Dolf?" Zich nauwelijks bewust van de aanwezigheid der moeder, die zich heeft teruggetrokken en achter het hoofdeinde van het ledikant, ineengedoken, zachtjes schreit, neemt mevrouw Klarenbeek de handen van het kind in de hare en draagt ze hem op aan den Heiland, die op zoo wonderê wijze hem trok. Dit bidden begint met een dankzegging. Wout zou het mis schien hinderen, als hij er voor hoorde danken, dat de schuld van. het in zijn oogen schuldelooze kind aan het kruis werd gedragen, maar Jannie dankt mee. Ze heeft telkens en telkens weer moeten denken aan den „ijveren God", die de zonder der vaderen bezoekt aan de kinderen en het heeft in haar ge kermd: Heer, o Heer, bezoek aan mijn jongen toch niet den vloek, die op ons rust, maar nu ziet ze het schrikbeeld ver dwijnen. Haar jongen gelooft, haar jongen^ wordt zalig, aan haar jongen wordt gegeven, wat zij zooveel jaren vergeefs heeft gezocht. Haar jongen is het eigendom van Jezus Christus, in Wien ze nu heel beslist den Verlosser, den Godmensch ziet. Ze heeft Hem miskend, ze heeft Hem verloochend, ze heeft haar kind niet tot Hem gebracht, maar Hijzelf heeft het tot Zich getrokken. Dit is een wonder, dat het kind zoo onvoor waardelijk gelooft is ook een wonder, naar verdere wonderen vraagt ze niet meer. Als mevrouw bidt om genezing, als ze zegt: „Heere, mocht het Uw wil zijn, dat Dolf nog wat bij zijn ouders blijft, dat hij van zijn ziekte geneest", bidt Jannie van harte mee, maar ook het Uw-wil-geschiede kan ze nazeggen. Ze voelt op dit oogenblik zichzelf zoo heel klein, ze voelt God zóó groot en Zijn almacht als iets zoo geweldigs, dat ze huivert bij de ge dachte, hoe ze gedwongen heeft, hoe ze Zijn heiligen wil wou neertrekken tot de hare. Gisteren, een uur geleden zelfs, zou ze het slot van het gebed niet hebben kunnen meebidden, maar nu kan ze het. Haar ziel smeekt mee: „Heere Jezus, als Gij Dolf bij U in den hemel wilt halen, o, geef ons dan toch, dat we daar blij om mogen zijn. Vergeef ons toch, dat we hem al maar willen vasthouden en leer ons eiken dag weer danken voor al wat Gij hem geeft „Mevrouw, U weet niet, hoe dankbaar ik u ben", zegt Jannie bij het afscheid. „U hebt meer voor mijn kind gedaan dan ik, als moeder, ik benSnikken beletten haar, voort te gaan. „Mevrouw Van Ravesteijn", is het antwoord, „dankt u mij in geen geval. Ik zelf zal er mijn leven lang voor danken, dat ik uw lieven jongen den weg heb mogen wijzen naar het Vader huis. We moeten allebei God danken voor de genade aan uw kind bewezen". „Ja, God en Jezus Christus". „Die zijn één". „Dat geloof ik. Dat weet ik. O, ik zou u nog zooveel willen zeggen". Wout staat bij den wagen, de hand aan het portier. Hij kan niet gelooven, wat er gesproken wordt, maar heel zijn houding getuigt van zijn onwil tot langer wachten. „Zoo gauw ik kan, kom ik terug", zegt mevrouw Klaren beek. „Ik denk wel, dat ik de volgende week het eind zal mogen loopen". „We willen u graag halen". „Als u me noodig hebt, kunt u me halen, al was het midden in den nacht". Dien avond, als Dolf slaapt, wil Jannie zoo graag Wout deel genoot maken van de rust, die over haar kwam. Ze heeft ver teld van mevrouw Klarenbeek's spreken, van haar bidden. „Het werd zoo zoo anders in me", zegt ze aarzelend. „Ik voelde het egoïsme van mijn vasthouden, ik voelde, hoe ik blij hoorde te zijn, omdat onze jongen naar den hemel mag". „Zoo. Had je tevoren misschien gedacht, dat hij in de hel zou komen?" „Gedacht heb ik dat nooit Maar als hij anderhalf jaar geleden gestorven was, zou ik nooit zeker geweest zijn van zijn zaligheid". „O nee? Waarom niet? „Omdat hij toen den Heiland niet kende". „Dat bezoek van vanmiddag schijnt wonderen te hebben gedaan". „God heeft wonderen gedaan. Hij heeft een kind, dat buiten allen godsdienst werd opgevoed, het vaste geloof in Jezus Christus gegeven". „En jou d'r bij, zeker". „Ja. Ik weet nu, dat jij en ik ons schromelijk vergisten, toen we in Jezus slechts een mensch zagen. Hij is Gods Zoon en zonder Hem wordt niemand zalig". „Wat ben jij toch inkonsekwent. Eerst zei je: als Jezus onzen jongen beter maakt, zal ik in Hem gelooven. Dat was ten minste nog verstandige taal. Ik zeg je: ik zou zelf in Hem hebben geloofd, als dat gebeurd was, maar nu.... Laat Hij toonen, wie Hij is". „Precies wat de Joden onder het kruis riepen. Als Hij er afkomt, zullen we in Hem gelooven. Maar alle verlosten zullen er eeuwig voor danken, dat Hij niet op die manier toonde, wie Hij was".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 3