;H1 1S40
PAS. 5
nu
Zending
Ln a. d. Vecht,
pl te Bolsward.
d^EF. KERK
rd
•rdam-Wcst. L S den
Smits te Sliedrecht.
N LEGATEN
IPLerd een gift van 500
ian de Ned' HerV- Dia"
f ePP®J-
- Ned- Herv. gemeente
:ng van een onbekende
500.
Jenburg. t
(68 jaar is te Noord-
ïnt bij de Ned. Herv.
Werd in 1872 geboren
jj). Noord-Brabant om
ji^ordbergum in zijn eerste
f-ite worden bevestigd.
Ti hij meer dan 43 jaar
khersteld verband
Bentveld
!s vanwege de Gerefor-
a-land in hersteld ver-
jkershouse een twee-
rouden. Er was voor
een zeer groote be-
leityr der conferentie was
14 vfrecht, de huishoudelijke
M, Hinlopen, uit Am-
g opende de voorzitter
korte toespraak, waar-
1 r. uit Rotterdam sprak
;Id", waarbij hij de die-
e Ut^istelijke hoop belichtte,
togen zien als een soort
eef i E. L. Smelik, uit Am-
n 0]ae en ongeloof.
i;j,er een gemeenschappc-
jg in de kerk van Zand-
,.§an der Vloed voorging.
e- ';:Ös. B A. Venemans van
:ts it; Jeremia. Des avonds
vanjet uit Amsterdam over:
wasl deze laatste voordracht,
,uuer karakter droeg, is ter
tan gedachten gewisseld
Wlfeferaten. 3?e voorzitter
jrden van grooten dank
rofg te Neerbosch
lUnfe vergadering
var
teldj^werden uitsluitend huis-
leld. Tot bestuursleden
in ds. W. C. Posthumus
der Vereeniging),
te Velp (G.) en ir. G. van
«penningmeester der ver-
'ges,
luzifcring uitgebrachte jaar-
lat net financieele eind-
is een tekort van
bevonden zich op
I Voor 23 meisjes en 35
irvoor in aanmerking
-betrekkingen gevonden
denpderen, dat in het zieften-
worden was zeer bevre-
leegdagen was 6681. Met
nemoreerd de cursus in
gie, welke voor het op-
ven word door de heeren
eywegt uit Nijmegen. Na
120 personen een diploma
ula
j zonder al te groote stoor-
lorbijgegaan en het leven
E- zijn gewonen gang.
ïiTTERD. DAKLOOZEN.
SS;:
ontvangen.
het Ned. Bijbel-
:ht op zijn oproep mede
der dan ruim 3000 ge-
jbels, N.T.' en Kerkboe-
chr. lectuur en 189
n, waarvoor het zijn
ügt. Het comité is daar-
q L zoowel' in Den Haag
k" "ele honderden oor-
Bijbel. N.T. ol
,5tuur te verblijden. Ook
Comité gaarne over.
mvrage van Bijbel of
A. Fortgens, Franken-
;nde;
^rkn^NISATIE
te lii orgaan der vea-eeniging
alengjft het volgende:
ing van onze kerk reor-
"r dan tien jaren wordt
ien. En juist nu is het
iziqh positief over aller-
uitspreken en haar be-
ielijk late uitgaan, zoo
30 BESPARING
op Uw Brandstoffen-
rekening met een:
PELGRIM
K0LENF0RNUIS
en bovendien nooit geen vuile pannen
meer. Steunt dan Uw EIGEN Industrie
en koopt:
NEDERLANDS FABRIKAAT
N.V. „PELGRIM" - GAANDEREN
wordt gezegd. Laten wij in deze dagen onze
nuchterheid niet verliezen. Gesteld dat wij
tot reorganisatie komen, dan zal het eerst
over anderhalf jaar op zijn allersnelst
in werking kunnen treden. Hoeveel tijd moe
ten wij dan nog rekenen, voordat de nieuwe
organisatie inderdaad doeltreffend function-
neert? En hoeveel zal over anderhalf, over
zoovele jaren meer, al weer veranderd zijn?
Daarom geen overhaaste besluiten en onbe
raden stappen, alsof van een snel tot stand
gebrachte reorganisatie het heil van de kerk
zou afhangen.
„Al zou men dadelijk een geheel nieuwe
kerkinrichting kunnen instellen wat moge
lijk is zou deze nieuw georganiseerde
kerk inderdaad geestelijk sterk genoeg zijn,
om allle innerlijk verschil ten opzichte van
wat de belijdenis moet :nhouden, te over
winnen? Zullen zij die voor onveranderde
handhaving der drie belijdenisschriften zijn,
nu opeens een geheel nieuw belijdenis
geschrift goedvinden? Maar deze groep vormt
zeker het vierde deel der kerk. En zouden
omgekeerd degenen die een nieuwe belijdenis
verlangen, nu opeens genegen zijn, de drie
formulieren met het gevaarlijke artikel 36 en
met de dreiging van daaraan vastgekoppelde
leertucht, zoo maar te - aanvaarden? Maar
deze groep is zeker niet minder sterk dan de
eerstgenoemde.
„Wij moeten daarom onze nuchterheid niet
verliezen. Wanneer wij nu willen reorgani-
seeren, dan moet het ons niet te doen zijn,
om een of andere groep, links of rechts (of
beide), uit de kerk te werken. Het moet ons
er om te doen zijn een zoodanige verandering
tot stand te brengen, dat niet alleen de clas
sical vergaderingen maar ook de hoogere
vergaderingen als juiste vertegenwoordiging
der kerk geëerbiedigd worden.
„Nu de toestand in ons land plotseling zoo
gewijzigd is, zou het van belang zijn, als
de verschillende groepen met
elkander óverleg pleegden. Wij
zouden dan een streep onder het verleden
moeten zetten en moeten overleggen, of wij
niet een dusdanige verandering in de kerk
orde kunnen brengen dat de kerk op een
wijze functionneert, die allen bevredigt, zon
der wederzijdsche bedreigingen.
DFZUIGER
'êT
m
Onderwijs
ONDERWIJSBENOEMINGEN
te Oosterbeek.
Oosterbeek J. P. Heye-stichting tot
intern onderwijzer de heer van Winkeler
te Middelburg.
Dedemsvaart Geref. sohool tot onder
wijzer de heer D. Dijkstra, id. te Rinsuma-
geest.
Voorburg Van Wassenaar Hoffmannschool.
Tot kw. m. a.: de heer T. Kool te Rotterd.
De bibliotheek der rijksuniversiteit
te Utrecht
Geschenk van dr. J. H. Gunning
Tot de belangrijkste geschenken,welke
de bibliotheek van de rijksuniversiteit te
Utrecht werden gegeven, behoort de bibliotheek
Gunning. Deze colectie is bijeengebracht door
dr. J. H. Gunning J.H.zn., op 20 dezer te Am
sterdam overleden.
Deze collectie maakt in de universiteits
bibliotheek een uitstekenden indruk. Zij draagt
geheel het kenmerk van den verzamelaar, die
zich zijn levenlang op velerlei wetenschappelijk
getyed heeft bewogen.
Een belangrijk deel van deze boekerij is af
komstig van den vader van den verzamelaar,
prof dr. J. H Gunning jr., hooglecraar in de
theologie. De zoon heeft alle geschriften
zijn vader,, die ook als geleerde een
vruchtbaar auteur was, bijeengebracht en
eenigd met zijn eigen zeer omvangrijke cei
De werkmethode van den thans overledene
bracht mee, dat, zoodra hij een studie over een
bepaald onderwerp aanvatte, hij zich allerlei
materiaal aanschafte en in zijn immer groeiende
bibliotheek inlijfde. Aan deze zorgvuldige we
tenschappelijke methode dankt men nu allerlei
interessante literatuurgroepen, o.a. een mooie
verzameling van Dante en een zeer groote col
lectie Hebreeuwsche geschiedenisboeken. De
overledene heeft veel gereisd en er was geen
reis begonnen, of de taal van het land werd
een jaar lang vooraf grondig geleerd. Er
een mooie collectie over het Leger des Heils en
over den stichter William Booth. Verder noe
men wij nog verzamelingen over lithurgie in
den hervormden eeredienst, over Zionisme,
Diaconessenarbeid, de Oxfordgroep en de Ma-
rathanbeweging. Er zijn Bijbels in vrijwel alle
Europeesche talen. Voorts trekken de duizen
den brochures en heele reeksen tijdschriften,
waaronder vele thans schaarsch geworden
weekbladen, de aandacht. Uit deze verzameling
blijkt Gunning's nimmer aflatende belangstel
ling in zijo tijd in de secten en stroomingen
van ons land. Als stichter en redacteur van het
veelgelezen weekblad „Pniël" ontving Gunning
tallooze boeken ter bespreking. Ook dit alles
'iwam in zijn boekerij terecht. Dit lijfblad
Pniël" vindt men er in een statige reeks van
vijftig banden.
De verzameling, die een omvang van dertig
boekenkasten heeft, is ondergebracht in het
verband der universitaire leeszalen, gelegen
naast de universiteitsbibliotheek en wel in een
deel van het voormalige paleis van koning
Lodewijk Napoleon, Drift 31.
H. LEENE.
Op medisch advies moet de heer H.
Leene, hoofd van de school van „Groot
Emaus" te Ermelo, drie maanden rust hou
den. Het secretariaat van de Vereen, tot be
vordering van het Chr. Onderwijs aan ach
terlijke en zpnuwzwakke kinderen zal nu
worden waargenomen door den heer G.
Bunt, Korte Scheidingsweg 46, Dordrecht.
Examens
.-deningen op do zelfbestuursonderhi
rigen in de buitengewesten" do heer G. W. Fris. te
's-Gravenhage.
geologie: de heer J. E. Muller. Leiden.
Voorbereidend kerkelijk examen de heer A. P.
Haar. Hillegersberg.
Oegstgeest.
Leiden. Candidaats Chlneesch-Japansche taal- en
letterkunde de heer F. Vos. Delft.
Utrecht. Candidaats klassieke letteren: mej. C.
H. C. Berkelbach van der Sprenkel, doctoraal wis-
en natuurkunde, hoofdvak natuurkunde: W. Maas.
K. J. Keiler (metlof).
Amsterdam. Gem. Universiteit. Doctoraal schei
kunde mej. J B. Strijken candidaats wis- en
natuurkunde (I.) de heer G. Seegers.
Amsterdam. Candidaatsrechten de heer W. a.
i; doctoraal Nederlandsche taal
inde H«
huizum (gem. Wonseradeel). op proefschrift, ..De
quantitativiteit van de Geiger- Müllertellerhet
i Rae"
Kweekschool. Geslaagd de da
mes L. M Kuyper, Zaandam; G. Dokter. O. I. C.
Duisen. M Mons, W. M. Muller, te Amsterdam.
Afgewezen één
Apeldoorn. Stedelijk gymnasium. Tweede groep.
Geslaagd voor A: de heeren A. J. Onstenk en A.
W. P v. d. Ree. Met 2 candidaten wordt het
examen voortgezet. Afgewezen: 3 candidaten.
Breda. Stedelijk Gymnasium. Alsnog geslaagd:
voor diploma A J. H. Croon en. na verl. ex.. I.
Elfriede van den Hurk.
Brielle. R.H.ES. Geslaagd: mej. L. Nieuwland.
P. Bosman. T. Kruine. A. Middelhoek en W. Ren
ders
ielle.
ej. N. Arkenbout. J. J.
Hoogendam P. Rademaker en N. Wessels te Oost-
voorne C. G J. Roest te Heenvliet en J. H. P.
Zeeman te Kockanje.
Dordrecht. Christelijke Kweeicschool. Geslaagd:
en J. Kooijmans te Dordrecht.
Eindhoven. Lorentzlyceum Eindexamen B. Ge
ëxamineerd, 9 cand Geslaagd: A. Bouten. H.
Geiss. R. v d Ham, J. Klinkhamer. O. Kraus. A.
Kruijer, R Scholten R. Wesselink. Afgewezen één.
Haarlem. Dacostakweekschool. geslaagd de dames
R. P. M. van er Meer, Haarlem; K. Tibboel, Bever
wijk en J. A. van der Velden. Santpoort.
Harderwijk. Chf. Lyceum, Afd. Gymnasium B:
Geslaagd J. P. Bouwes, Harderwijk; H. A. van
Marie. Nunspeet; J, D. van Ramshorst. Ermelo
M. van Wenum, Barneveld en mej. P. J. Wessels,
Ermelo.
Geslaagd a
A: A. J. Ti
cand. Herex. vooor B: 1 cand.
Rotterdam. Eindexamen Mar nix-gymnasium. Ge
slaagd voor A- A. Heinsius. Cor Karsemeyer. B. A.
Kleinbloesem. Gré Kooyman. Dodo Kwak en S.
Lock. Na verlengd examen C. den Engelse.
Amsterdam. Apothekersassistent mej. J. E. Smits
(Rotterdam) en de heer H. J. Blokpoel (Den
Haag)
'sGravenhage. Madhindsten-examen. Voorloopig
diploma: de heeren J. C. Steennis te Rotterdam. P.
Verheij te Zuidland, G. vain Oosten te Velsen, L. H.
Helder te Utrecht, M. Leegwater te West-Graftdijk
J. van Elsas te Dien—
Dennenoord. Bevorderd vgn leerling A tot leer-
ling B de zusters G. Kampstra en M. Steenwijk.
Rechtszaken
RECHTBANK TE ROTTERDAM
Strafzitting
ONVOORZICHTIG GEREDEN
De 40-jarige winkelier H. van M. zou op 31
Januari met zijn auto op den Walenburgerweg
zoo onvoorzichtig gereden hebben, dat hij in
botsing was gekomen met de fiets van den 22-
jarigen slagersknecht L. de Wolf, die dienten
gevolge was gevallen en een hersenschudding
had gekregen.
Verdachte gaf de feiten toe, doch beweerde,
dat hij niet onvoorzichtig, maar juist heel nor
maal gereden had.
Uit de getuigenverklaringen bleek, dat het
wegdek uitermate glad was geweest. Bij het
passeeren van den Spoorsingel, waaruit een
vrachtauto kwam, die stopte, had verdachte
een zwenking naar links gemaakt, die eigenlijk
overbodig was en die er aanleiding toe ge
worden is, dat verdachte's wagen is geslipt.
Naar de meening van den agent van de ver
keerspolitie A. Budding had verdachte de
zwenking te bruusk gemaakt.
De vertegenwoordiger van het O.M. achtte
verdachte's schuld bewezen en eischte 40
boete subs. 20 dagen hechtenis.
Slecht gebruik van een
gegeven kans
valschheid in geschrifte en verduistering
dienstbetrekking. Verdachte was,
tweemaal gevangenisstraf had ondt
aanraking gekomen met den ko
Schepp, een jeugdvriend van hem.
had opgebiecht, dat er al eens iéts me
de hand was geweest, maar Schepp
kans willen geven en hem
genomen. Al spoedig ontvreemdde h«j w. ..ci
pakhuis vier kistjes melkpoeder, ter gezamen
lijke waarde van 112. Een paar maanden later
schreef hij voor een der afnemers van den koop
kwitantie uit, die hij valschelijk met
van dezen onderteekende, waarop hij
het geld inde en behield. Weer twee maanden
later ontving verdachte van een anderen af
nemer 21.85, dat hij had moeten afdragen,
doch dat hij eveneens voor zichzelf behouden
had.
Verdachte gaf de feiten, volmondig toe.
De koopman Schepp,, die als getuige ge
hoord werd, verklaarde, dat hij ook
ihans verdachte, die na het bombardement uit
de voorloopige hechtenis was ontslagen, weer
in dienst genomen had, omdat hij hem voor de
laatste maal nog een kans wilde geven, en om
hem in de gelegenheid te stellen de schade, die
hij aan getuige berokkend heeft, geleidelijk te
vergoeden.
De vertegenwoordiger van- het O. M. wees er
op, dat verdachte de kans, die hem gegeuen
werd, al heel slecht benut heeft en dat hij niet
verdient andermaal een kans te krijgen. Uit
een oogpunt van generale preventie acht spr.
het bovendien noodig hier een onvoorwaarde
lijke straf op te leggen. Spr. eischte 6 maanden
De verdediger, mr. M. L. v. d. Berg, achtte
het gevaar, dat verdachte nu opnieuw zal strui
kelen, niet zoo groot, aangezien thans alle
transacties a contant geschieden. Pleiter drong
er op aan, dat verdachte een voorwaardelijke,
althans gedeeltelijk voorwaardelijke straf zal
worden opgelegd.
ZAKKENDIEFSTAL
Irtbn niet-verschenen G. v. d. V., 48 jaar,
lossen werkman en recidivist, was ten laste
gelegd, dat hij op 23 April van den wal aan
de Scheepmakershaven een pak zakken had
weggenomen, ten nadeele van Leyendekker's
Zakkenhandel.
De vertegenwoordiger van het O.M. eischte
6 maanden gevangenisstraf met last tot on
middellijke gevangenneming.
De rechtbank heeft de beslissing op het ver
zoek tot gevangenneming aangehouden tot de
uitspraak.
OPLICHTING
De 51-jarige koopman A. V. heeft zich terzake
van twee feiten van oplichting te verantwoor
den gehad. Den caféhouder L. H. F. Huypers
had hij f 5 weten afhandig te maken, door
hem te vertellen, dat hij, in verband met een
door hem aangenomen verhuizing, naar Am
sterdam moest en dat hij daarvoor het geld
miste, waarop hij f 5 ter leen had gekregen.
De tweede benadeelde, A. J. v .d. Krog, was
aan verdachte f 25 tekort gekomen, doordat
hij hem deze som als voorschot had gegeven
op den verkoopprijs van een auto, die ver
dachte vertelde te moeten verkoopen voor een
dame en waarbij hij v. d. Krog als bemiddelaar
wilde gebruiken.
Verdachte bekende beide feiten .Hij verklaar
de het gebeurde zeer te betreuren en alles in
het werk te zullen stellen om de benadeelden
schadeloos te stellen.
De vertegenwoordiger van het O.M., mr. J.
C. V. Meischke, wees er op, dat verdachte al
zes maal is veroordeeld en in zijn goede voor
nemens had spr. niet zoo veel vertrouwen. Spr.
eischte 8 maanden gevangenisstraf met last tot
onmiddellijke gevangenneming op grond van
vrees voor herhaling.
De rechtbank, na raadkamer, besliste, dat
voor een onmiddellijke gevangenneming geen
termen aanwezig waren.
HOOGE RAAD.
DE AUTOMATEN EN DE
WINKELSLUITINGSWET
Bij verkoop door middel van automaten mag
geen persoonlijk contact bestaan lusschen
winkelier en koopér
De hooge raad heeft arrest gewezen in een
zaak van P. J. L. L., winkelier te Leiden, die
door de rechtbank te 's-Gravenhage, bij be
vestiging, van een vonnis van den Leidschen
kantonrechter, is veroordeeld tot 10 boete
wegens het iemand bedienen, in strijd met de
Winkelsluitingswet Hij had namelijk na
sluitingstijd een broodje met pekelvleesch ge
reed. gemaakt op bestelling en vervolgens het
broodje in een automaat gedaan, waarna de
klant het er weer uit haalde door middel van
het inwerpen van een kwartje.
In cassatie deed de winkelier een beroep op
art 3 der Winkelsluitingswet, dat bepaalt, dat
Rechtbank te 's-Gravenhage
DE ZAAK VAN DE VERWISSELDE KINDEREN
lenverhoor
:oopsautomaten.
De hooge raad heeft thans overwogen, dat
de omstandigheden, waaronder deze verkoop
heeft plaats gehad, aan een beroep op ge
noemd artikel alle kracht ontnemen omdat
een redelijke en ook door de geschiedenis der
wet gerechtvaardigde uitlegging van dat voor
schrift medebrengt, dat het niet op eiken ver
koop van waren, waarbij van het mechaniek
van een verkoopautbmaat wordt gebruik ge
maakt, betrekicing heeft, doch alleen op een
gebruik van zoodanig instrument, waarbij dit
wordt gebruikt overeenkomstig zijn bestem
ming om den verkooper geheel te vervangen,
d. w. z. op een gebruik, waarbij een persoon
lijke aanraking tusschen verkooper en kooper
achterwege blijft, de verkooper zich met de
levering en betaling van het bepaalde door
den kooper gewenschte artikel niet bemoeit,
kortom zijn directe medewerking aan de
sluiting en de uitvoering der koopovereen
komst door den automaat geheel wordt over
bodig gemaakt.
De Hooge Raad verwierp aldus het beroep.
iet getuigenverhoor in
a de families S. en van
ver de vraag, aan wie
le laatste familie thans
herinneren zal, heeft
eerstgenoemde familie een eisch tot afgifte ge-
s.eld van het kind, dat de familie van der W
thans bezit en ais het hare beschouwt. Mevrouw
S. is echter overtuigd, dat dit jongetje haar
toebehoort. De onzekerheid over de afkomst
van het kind is een gevolg van de verwarring,
die in den ochtend van tien Mei ontstond, toen
in de kraamvrouwenkliniek Huize Bethlehem
op den hoek van de Casuaristraat en de
Princessegracht een bom insloeg.
Uit het verhoor van den agent-rechercheur
van politie, die het onderzoek in handen heeft
gehad, bleek, dat de mogelijkheid bestaat, dat
mevrouw Van der W., inderdaad niet in den
schuilkelder van de Eerste Nederlandsche is
geweest. Toen het rapport werd opgemaakt kon
zij niet nader aanduiden, in welk gebouw zij
geweest was, doch later is zij met haar man er
langs geloopen en toen wees zij het pand Prin
cessegracht 6 of 6a als zoodanig aan. Twee
keer heeft getuige een rondgang gemaakt langs
de patiënten; den eersten keer bij alle patiën
ten, die op 10 Mei op de zalen 8 (waar
mevrouw S. verpleegd werd) en 9 (waar mevr.
van der W. lag) aanwezig waren en later, na
het vinden van het tweede kinderlijkje in het
puin van zaal 9 op 30 Mei, langs de patiënten
van die zaal, die daar bevallen waren van een
zoontje. Bij den eersten rondgang is de bege
leidende zuster alleen binnen geweest, wan
neer er sprake was van een doehtertje.
Mevrouw S. ging mee om naar het kind te
kijken, wanneer het een jongetje was. Alleen
bij mevrouw Van der W. is zij den eersten keer
door een vergissing niet binnen geweest. Bij
den tweeden rondgang herkende zuster H. van
de inrichting het kindje bij mevrouw van der
W. als het zoontje van de familie S. Uit zijn
aanteekeningen, dus niet uit zijn rapport, putte
deze getuige nog de mededeeling, dat zuster de
F. het kindje als dat van de familie Van der
W. meende te herkennen aan den vorm van
het linkerbeentje en -voetje. Naar deze getuige
voorts verklaarde, waren op zaal 9 tijdens den
bominslag negen kraamvrouwen en acht kin
deren. De als getuige gehoorde kraamverzorg
ster mej. van H. echter verklaarde, dat op die
zaal zeven kraamvrouwen verpleegd werden
met in totaal zes kinderen, waarvan vier jon
getjes. De raadsman van de familie S. legde
een lijst over van de verpleegden op 10 Mei.
waarop, naar enkele getuigen verklaarden
eenige namen stonden, die hun onbekend wa
ren. Deze getuige had in het kind in het huis
van mevrouw van der W. het zoontje van die
familie herkend. Later had zij zich echter
herinnerd, dat dit een kleiner neusje had.
Mevrouw de G., een patiënte, die op zaal 9
naast mevrouw van der W. verpleegd werd,
was door een heer naar een huis naast de
Casuaristraat gedragen, op de Princessegracht,
en heeft daar mevrouw van der W. gezien. Zij
weet zeker, dat dit niet de eerste Nederland
sche is geweest. In een zaal met schotten als
bij een kapper zaten werkmeisjes met kinde
ren. In één van die kinderen herkende ir
van der W. het hare.
De president merkte op, dat hij zich ter
plaatse heeft overtuigd en geen zaal met schof
ten heeft gezien. Deze getuige zal den president
het gebouw nader aanwijzen.
De hoofdzuster van zaal 8, zuster H., die de
kinderen dagelijks hielp, herkende het kindje,
dat mevrouw van der W. had. dadelijk als dat
van de familie S. Zij heeft niet getwijfeld en
twijfelt nog niet. Deze getuige verklaarde zeker
te weten, dat alle kinderen van zaal 8 gered
zijn. Mevrouw S. heeft zelf haar eigen kind
uit het raam aan een heer aangereikt, aldus
zuster H. In het bijzijn van de politie heeft
zij het kind ten huize van de familie van der
W. gewogen; het woog toen acht pond en
70 gram.
Bij de geboorte op 1 Mei woog het kindje S.
op anderhalf ons na acht pond. het kindje van
der W. op 2 Mei zes en een half pond.
Het wegen had plaats op 30 of 31 Mei. Ook
een leerlingverpleegster, mej. M.. die alleen op
zaal 8 werkte, had het kindje ten huize van
mevrouw van der W. herkend als het kindje S.
Gedurende tien dagen had zij het heel veel
handen gehad.
De kraamverzorgster zuster de F., die op zaal
9 werkte, ontmoette des morgens na den bom
inslag mevrouw van der W., toen deze met haar
kind uit de richting van de teekenacademie
kwam. Zij is niet in het huis geweest, waarin
mevrouw van der W. geweest moet zijn. Doch
zij verklaarde, dat dit zeker niet het gebouw
van de Eerste Nederlandsche geweest was. De
moeder had het kind niet aan getuige willen
laten zien of afgeven. Later bij confrontatie,
vond de getuige het kind wel erg groot gewor
den, naar zij verklaarde.
Het linkervoetje stond een beetje scheef en
getuige heeft dadelijk daarnaar gekeken, doch
verklaarde thans dat dit wel meer voorkomt
bij pas geboren kinderen. In tegenstelling tot
zuster van H verklaarde deze getuige, dat het
kind niet in fte zaal, doch drie weken na den
bominslag een vlekje van zilvernitraat op de
neus had.
Eerstgenoemde getuige had dit vlekje later
niet meer gezien.
In verband met het geboortegewicht achtte
zuster de F. het kind bij mevrouw van der W.
te veel aangekomen.
Overigens kon zij het kindje niet als dat van
mevrouw van der W. herkennen.
Een belangrijke getuige voor het bewijs van
de aanwezigheid van mevrouw van der W. in
den schuilkelder van Princessegracht 6a was
de lichtdrukker A, die haar van vroeger kende
en in dien kelder werkte, toen de patiënten
van Bethlehem in den kelder kwamen. Zij had
haar kind toen reeds bij zich, doch getuige
wist niet, hoe het in haar bezit was gekomen.
Er waren vele dames met kinderen in den
kelder. Deze getuige had met haar gesproken.
Bij de behandeling van de zaak op 15 Juni
had mevrouw van der W. verklaard het kind
van een werkmeisje van Bethlehem in het
bewuste huis in ontvangst te hebben genomen.
Bij het verhoor van dit meisje mej. N. bleek
uit het raam
niet langer kon vasthouden, heeft zij het
den kelder afgegeven aan een dame met e
bril op, één van de patiënten. Zij wist eclr
niet, wie dit was, doch zeker wist zij, dat de
dame niet mevrouw van der w. was gewee
Deze laatste verklaarde hierop, dat zij het 1
inderdaad niet van een werkmeisje, doch
een der partiënten in ontvangst had genom
Als laatste getuige werd gehoord de heer 1
die verklaarde van mevrouw S., die hij ht
kende, een kind te hebben aangenomen dc
geopend raam van zaal 8. Dit heeft hij ns
de Eerste Nederlandsche gebracht, wafer hij l
den kelder aan een dame gegevet-Reeft. 1
...i confrontatie met het geheele pera&neel v
die maatschappij in het bijzijn van de poli
heeft een der dames van dat personeel den he.
W. herkend als degene, die haar het kind hee
gegeven. Naar de heer W. verklaarde is ha;
naam door de politie genoteerd, hoewel er get
rapport van is opgemaakt.
Alvorens een beslissing te nemen zal de
president op enkele plaatsen een persoonlijk:
onderzoek instellen.
Radioprogramma
WOENSDAG 26 JUNI. I
SVELD, 414.4 m: VAR A-Uitzending, ^(oo
ichten ANP. 8.10 Orgelspel. 8.30 Gramofoon-
0.00 VPRO: Morgenwijding. 10.15 Gramo-
7.10 Kojjr-
7.40 Hobo en piano.
8.00 Berichten ANP. 8.15 Puzzle-uitzending. (3.30
De Ramblers. 9.00 Radiotooneel. 9.25 Rosian-orkjest.
10.00—10.10 Berichten ANP.
KOOTWIJK ,1875 m. AVRO-Uitzending. 8.00
Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.001 Be
richten (Fransch.). 10.00 Morgenwijding. 10.15
Gewijde muziek (gr.pl). 10.30 De Twilight SJere-
naders en solist (opn.). 11.15 Berichten (Engelsch).
11.30 Omroeporkest. 12.30 Belichten (Duit6ch).
12.45 Berichten £NP. eventueel Gramofoonm
1.00 AVRO-Amuscmentsorkes
(Frai - 'mm
1.45 Beri$
_.-kest.
del destino". opera (opn.). 4.40 Orgelspel. 5.00
Berichten (Duitsch). 5 15 AVRO-Amusementsorkest
(Engelsch). 6.30 Alf/RO-
Marktberichten
ROTTERDAM, 25 Juni. 1940. Veemarkt.
Ter veemarkt werden heden aanfeevoerd
2850 dieren, waaronder: 178 paardjfen, 707
gebruiksvee, 700 vette runderen, 756 nuchtere
kalveren, 100 schapen, 10 varkens, 5/veulens,
110 stieren, 40 vette kalveren, 44 graskalve
ren, 147 zuiglammeren, 53 bokken eln geiten.
Prijzen per K.G.: vette koeien 5464, 68
78, 80—92 ct.; vette ossen 56—66^ 68—78,
8090 ct.; vette stieren 5864, 6674, 76
80 ct.; vette kalveren 6070, 80BO, 100
110 ct.; nuchtere kalveren 45, 50, 55 ct.;
slachtpaarden 53, 63, 73 ct.; schapen 55, 65,
70 ct.
Prijzen per stuk: schapen 20, f 30, 38;
zuiglammeren 7, 14, 17; nuchbere slacht-
kalveren 9, f 12, 14; werkpaarden 200,
300, 410; slachtpaarden 165, 225,
325; hitten 170, 240, 300; kalfkoeien
165, 25. 285; melkkoeien 160, 205,
280; varekoeien 145, 170, 225; vaarzen
105, 135, 170; pinken 75, 95, 115;
bokken en geiten 8, 13, 17.
Vette koeien en osgen aanvoer iets ruimer,
de handel was tamelijk tegen hoogere prijzen.
Een prima koe ging nog tot 92 ct. en een.
prima os tot 90 ct. Stieren met aanvoer als
vorige week, stroeven handel en prijshou
dend. Vette kalveren iets kleiner aangevoerd,
vlotten handel en iets hoogere prijzen. Een.
prima kalf ging tot 1.25. Nuchtere kalveren
aanvoer als vorige 'week, tamelijken handel
en hooger in prijs. Schapen en lammeren
iets kleiner aangevoerd. De handel was rede
lijk en de prijzen als gisteren. Paarden aan
voer als vorige week, met levendigen han
del. Slachtpaarden waren prijshoudend, werk
paarden en hitten hooger in prijs. Melk- en
kalfkoeien iets ruimer aangevoerd, de han
del was stil en goed prijshoudend. Vare koeien
waren matig aangevoerd, de handel was
tamelijk en de prijzen waren iets hooger.
Vaarzen en pinken aanvoer gewoon, de han
del was kalm en de prijzen waren iets stijver.
Bokken en geiten iets ruimer aangevoerd, met
vlotten handel en iets hoogere prijzen. Zuig
lammeren aanvoer iets grooter. D,e handel
was kalm en de prijzen waren onveranderd,
AMSTERDAM. 25 Juni. Aaardappelpryzen: N.H.
muizen 7 c Wc5:'andsche muizen 8 c, duinzand
muizen 9 c, Friesche reds+ar 4.30 p. hl. Aange
voerd: 378,000 kg.
NOORD-SCHARWOUDE. 25 Juni. Noordermarkt-
bond. Aangevoeld: 51.700 kg Schotsche muizen,
prijs 6—6.30. driel. 66.30. kleine 3—4.30, alles per
100 kg of 100 stuks of bos.
EN KENS - var» der SPI EC E L.
tet,
ste
t hes heel wat heerlijker dan zoo'n Kerstfeest,
zoniiet precies, hoe het er is en dat is maar
zichf we ket wisten, zouden we hier nooit meer
:bbep}e dingen weten we er wel van. Het is er
ïoofó is er nooit koud, niemand is er ooit ziek,
rop^i verdriet, de engelen zijn er, de menschen,
v'as i den ^eere Jezus hebben liefgehad, zijn er
te#eerlykste is, dat we er Hem Zelf zullen
zenrfcel wordt van den - hemel gezegd, dat er
6n Paar*en Poorten, maar hóe mooi en
tarik^s ook voorstellen, het zal toch altijd nóg
Ir. (^er zijn. En in dien hemel heeft de Heere
en Plaats klaar gemaakt. Jij was maar een
e daar niets van wist en, net als andere
eboel verkeerde dingen deed. Maar toen jij
Heere Jezus wist, wist de Heere Jezus al
hl/, de Heere Jezus zei: Ook voor Dolf van
|ik een plaatsje klaar. Ook de zonden van
bbeijyn heb ik gedragen. Ik zal Dolf op de.Zon-
)?.teJn- Haar zal hij van Mij hooren. Daar zal
Jaaci a*s ^et dan tijd voor hem vind,' haal
ver»an maê hij altijd bij me blijven. Dan mag hij
-n «P zal hij nooit meer pijn of verdriet hebben.
sn fs l°en de Heere Jezus lijden ging aan het
JStuf^ou §ed&cht. Vlak voordat het lijden begon,
ome^aderi Hs wil, dat waar Ik ben, ook die bij
■n fctj gegeven hebt. Dat beteekent: Al de Mijnen
den |e/i, Vader, en daarvoor ga ik lijden en ster
ven. Ik ga hun schuld dragen, opdat ze nooit de straf hoeven
te krijgen, die ze verdiend hebben. En als de Heere Jezus
spreekt vam: al de Mijnen, wie bedoelt Hij dan, Dolf? Weet
je dat nog?"
„Die in Hem gelooven".
„Juist. We hebben daar verleden jaar ook eens over ge
sproken, hè? In Hem gelooven, dat is: gelooven, dat Hij ons
verlost, heeft, dat is: ons heelemaal aan Hem overgeven, Hem
liefhebben".
„Ik houd erg veel van den Heere Jezus en ik wil erg graag
naar Hem toe", zegt Dolf peinzend, „maar. v.
„Maar je houdt ook veel van vader en moeder en je wilt ook
wel graag bij hèn blijven, hè?"
„Ja".
„Luister nou eens goed, Dolf! Als jij alles van den Heere
Jezus verwacht, maakt Hij alles goed. Als de Heere Jezus je
bij vader en moeder wil laten, zal Hij het doen, maar als Hij
het beter vindt, dat je bij Hem komt, zal Hij maken, dat je het
niet erg meer vindt, van vader en moeder weg te gaan. Nu
vind je het nog wèl erg, hè? Maar de Heere Jezus komt je nu
ook nog niet halen. Je moogt bij vader en moeder blijven, net
zoo lang als de Heer het goedvindt. En, als dan de tijd komt,
dat Hij je bij zich neemt; o Dolf, dan zul je zoo blij zijn, ik
weet zeker, dat je dan niet anders meer zoudt willen".
„Als vader en moeder maar mee konden".
„Als jij voor ze bidt en ook daarin den Heere Jezus vertrouwt,
dan zal Hij je vader en moeder ook wel tot zich roepen. Maar
ook al weer: op Zijn tijd, jongen! Alles, alles, moeten we aan
onzen Heiland overlaten. Wij kunnen niets, Hij kan alles en
Hij maakt alles goed. Willen we samen bidden, Dolf?"
Zich nauwelijks bewust van de aanwezigheid der moeder,
die zich heeft teruggetrokken en achter het hoofdeinde van
het ledikant, ineengedoken, zachtjes schreit, neemt mevrouw
Klarenbeek de handen van het kind in de hare en draagt ze
hem op aan den Heiland, die op zoo wonderê wijze hem trok.
Dit bidden begint met een dankzegging. Wout zou het mis
schien hinderen, als hij er voor hoorde danken, dat de schuld
van. het in zijn oogen schuldelooze kind aan het kruis werd
gedragen, maar Jannie dankt mee. Ze heeft telkens en telkens
weer moeten denken aan den „ijveren God", die de zonder der
vaderen bezoekt aan de kinderen en het heeft in haar ge
kermd: Heer, o Heer, bezoek aan mijn jongen toch niet den
vloek, die op ons rust, maar nu ziet ze het schrikbeeld ver
dwijnen. Haar jongen gelooft, haar jongen^ wordt zalig, aan
haar jongen wordt gegeven, wat zij zooveel jaren vergeefs
heeft gezocht. Haar jongen is het eigendom van Jezus Christus,
in Wien ze nu heel beslist den Verlosser, den Godmensch ziet.
Ze heeft Hem miskend, ze heeft Hem verloochend, ze heeft
haar kind niet tot Hem gebracht, maar Hijzelf heeft het tot
Zich getrokken. Dit is een wonder, dat het kind zoo onvoor
waardelijk gelooft is ook een wonder, naar verdere wonderen
vraagt ze niet meer.
Als mevrouw bidt om genezing, als ze zegt: „Heere, mocht
het Uw wil zijn, dat Dolf nog wat bij zijn ouders blijft, dat
hij van zijn ziekte geneest", bidt Jannie van harte mee, maar
ook het Uw-wil-geschiede kan ze nazeggen. Ze voelt op dit
oogenblik zichzelf zoo heel klein, ze voelt God zóó groot en
Zijn almacht als iets zoo geweldigs, dat ze huivert bij de ge
dachte, hoe ze gedwongen heeft, hoe ze Zijn heiligen wil wou
neertrekken tot de hare. Gisteren, een uur geleden zelfs, zou
ze het slot van het gebed niet hebben kunnen meebidden, maar
nu kan ze het. Haar ziel smeekt mee: „Heere Jezus, als Gij
Dolf bij U in den hemel wilt halen, o, geef ons dan toch, dat
we daar blij om mogen zijn. Vergeef ons toch, dat we hem al
maar willen vasthouden en leer ons eiken dag weer danken
voor al wat Gij hem geeft
„Mevrouw, U weet niet, hoe dankbaar ik u ben", zegt Jannie
bij het afscheid. „U hebt meer voor mijn kind gedaan dan ik,
als moeder, ik benSnikken beletten haar, voort te gaan.
„Mevrouw Van Ravesteijn", is het antwoord, „dankt u mij
in geen geval. Ik zelf zal er mijn leven lang voor danken, dat
ik uw lieven jongen den weg heb mogen wijzen naar het Vader
huis. We moeten allebei God danken voor de genade aan uw
kind bewezen".
„Ja, God en Jezus Christus".
„Die zijn één".
„Dat geloof ik. Dat weet ik. O, ik zou u nog zooveel willen
zeggen".
Wout staat bij den wagen, de hand aan het portier. Hij kan
niet gelooven, wat er gesproken wordt, maar heel zijn houding
getuigt van zijn onwil tot langer wachten.
„Zoo gauw ik kan, kom ik terug", zegt mevrouw Klaren
beek. „Ik denk wel, dat ik de volgende week het eind zal
mogen loopen".
„We willen u graag halen".
„Als u me noodig hebt, kunt u me halen, al was het midden
in den nacht".
Dien avond, als Dolf slaapt, wil Jannie zoo graag Wout deel
genoot maken van de rust, die over haar kwam. Ze heeft ver
teld van mevrouw Klarenbeek's spreken, van haar bidden.
„Het werd zoo zoo anders in me", zegt ze aarzelend. „Ik
voelde het egoïsme van mijn vasthouden, ik voelde, hoe ik blij
hoorde te zijn, omdat onze jongen naar den hemel mag".
„Zoo. Had je tevoren misschien gedacht, dat hij in de hel zou
komen?"
„Gedacht heb ik dat nooit Maar als hij anderhalf jaar geleden
gestorven was, zou ik nooit zeker geweest zijn van zijn
zaligheid".
„O nee? Waarom niet?
„Omdat hij toen den Heiland niet kende".
„Dat bezoek van vanmiddag schijnt wonderen te hebben
gedaan".
„God heeft wonderen gedaan. Hij heeft een kind, dat buiten
allen godsdienst werd opgevoed, het vaste geloof in Jezus
Christus gegeven".
„En jou d'r bij, zeker".
„Ja. Ik weet nu, dat jij en ik ons schromelijk vergisten, toen
we in Jezus slechts een mensch zagen. Hij is Gods Zoon en
zonder Hem wordt niemand zalig".
„Wat ben jij toch inkonsekwent. Eerst zei je: als Jezus onzen
jongen beter maakt, zal ik in Hem gelooven. Dat was ten
minste nog verstandige taal. Ik zeg je: ik zou zelf in Hem
hebben geloofd, als dat gebeurd was, maar nu.... Laat Hij
toonen, wie Hij is".
„Precies wat de Joden onder het kruis riepen. Als Hij er
afkomt, zullen we in Hem gelooven. Maar alle verlosten zullen
er eeuwig voor danken, dat Hij niet op die manier toonde,
wie Hij was".