VAN RIJN'S MOSTERD Rotterdams stadsschoon (Noordsingel) (Foto van mej. A. M. v. Vliet, R'dam) hiede liet even welsprekend als droevig bewijs, dat hij beter kan schelden dan verklaren. Eenige jaren geleden hoorde ik aan 't graf van 'n groot man de openhartige verklaring geven, dat de tijd van genieën voorbij is en we nu tevreden moeten zijn met derde en vierde rangs leidslieden, 't Voegt mij niet de waarheid van deze ontboeze ming te beoordeelen. Wel weet ik, dat groote man* non door God worden verwekt en dat ze ook zullen verschijnen als Hij dit noodig oordeelt. Maar ook leer ik steeds meer in bewondering op zien tot den geweldige, den hero6, die daar staat in 't begin van onze jaartelling. Welk een ver stand. welk een hart, welk een wil schittert ons tegen uit de Paulus-figuur, en hoe treffend is de combinatie tusschen deze drie. Na zijn incubatietijd perk van drie jaar stuurt zijn rustelooze geest hem opnieuw naar de brand punten van geestelijk leven, 't Is bij hem een heilig moeten. „Want de nood is mij opeelegd. En wee mij, indien ik het Evangelie niet ver kondig!" (1 Cor. 9 16). Dat is de drijfveer, die zijn leven altijd in span ning brengt en houdt. Maar in dit moeten glanst tevens het licht van een vurige liefde, een innige dankbaarheid en een volkomen overgave. „De liefde van Christus dringt ons" (2 Cor. 5 vers 11), betuigt hij zelf. Van Paulus' uiterlijk weten we heel weinig, maar de enkele trekjes die ons van dat bpeld bekend zijn, werpen een verassend licht op zijn persoon lijkheid. Dij den dood van Stefanus heet hij een jongeling. (Iland. 7 58). en in den brief aan Fi'.émon (vers 9.) die waarschijnlijk een kwart eeuw later ge schreven werd, noemt hij zich een oud man. Te verwonderen is dit niet. De machtige geest ver teerde het lichaam. Van een splitsing tusschen ge loof en werken wist hij niet; zijn geloof was actie tegelijk; immer door was het bij hem een jagen en zwoegen in de loopbaan, óf hij 't ook grijpen mocht (Fil. 3 12.) Hij was geweest een vervolger van de gemeente des Heeren, nil was zijn hoogste eeretitel (zooals hij letterlijk schrijft) ..slaaf van Christus" te zijn. Christus is zijn leven, zijn alles. Nevens zijn Ver losser lust hem niets meer op aarde. Geen banden des bloeds, geen huwelijk, geen aardsche vriend schap, geen eigen woning, geen rust, geen rijk dom begeert hij meer. Geen kunst, geen schoon heid van cultuur of natuur leidt hem af. Alles geeft hij prijs ter wille van den Eenen, wien hij toebehoort. „Ja, gewisselijk, ik acht ook allo dingen schade ie zijn, oin dc uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijnen Heere; orn ■wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb en acht die drek te zijn, opdat ik Christus mogo gewinnen". (Fil. 3 8). 't Is of, negentien eeuwen later, die andere zoon van Israël, van even vurig Oostersch tPinpera ment, aan I'uulus gedacht heeft, toen hij be zield en bezielend zong: Mijn Redder, mijn Goël, mijn Zondenvcrnieler, Mijn Moester, mijn Hcilund, mijn Heer en mijn God Mijn Onheilverwinncr, mijn Levcnsbczicler! Gezegend, geheiligd, beslist is mijn lot! Voor U wil ik strijden voor U wil ik lijden Voor U wil ik de aarde doorgalmen van lof! Aan U wil ik adem en levenskracht wijden. Tot de Engel des levens mij slake uit dit slof! „Gedachten aan Paulu s". En dan denken den korten maar hevigen oorlog. Wij beginnen met „Eenige indrukken", van Dr G. Brillen- burg Wurth, Geref. predikant te Rotterdam- Zuid (Katendrecht). Hij schrijft in „Ons Kerk blad": Het valt mij nog niet gemakkelijk de indrukken van deze onvergetelijke dagen weer te geven. Het was mij door Jen Duilschen Obcrstabartzt toegestaan om in hot Zuider-ziekenhuis de ge wonden te bezoeken. Wat ik daar in die enkele dagen gehoord, gezien, beleefd heb, is om het levenslang niet meer te vergeten. Maar het onder woorden brengen, wat daar in je omging, het is een onmogelijkheid. Dan ziet en tast men het: wat is de oorlog onzeg baar vreeselijk! Ik denk b.v. aan Maandagmiddag toen de stroom van gewonden van den Moerdijk aankwam. Allemaal jonge kerele, de één al erbarmelijker verminkt dan de antler. Een jonge vaandrig, den schedel gespleten, met laatste stenende lippen nog zijn groeten aan zijn vrouw dicteerend, een vliegenier, 't hoofd en de voeten verbrand, bran dend uit een vliegmachine neergestort, toch nog in leven, en zoo maar door, eindelooze verwon dingen; de stumperds in wanhoop, zoodra zij het zich realiseerden voor hun leven ongelukkig te zijn. Een hel van angst en pijn en benauwdheid! En dan dat tragische, die vier massagraven naast het ziekenhuis, waar je degenen, die bezweken waren, uit zag dragen en zoo maar naast elkaar in de aarde zag neerleggen. Rechts de Duitschers, links de Hollanders! En toch, daar was ook iets andere. 'k Ileb deze dagen gezien, wat het is: Christen to zijn en in Christus vrede te hebben. Wat heb ik een roerende getuigenissen gehoord van jongens, die, temidden van dc helsche benauwing van het spervuur van de mitrailleurs, Vrijdagmorgen op Waalhaven, toen als nooit tevoren, het zich reali seerden, wat het is in Christus geborgen te zijn en iets te bezitten, dat ook de dood hun niet ont nemen kon. 'k Heb daar ook iets beleefd van dc eenheid in Christus bij alle verschillen. 'k Heb hartelijk samen mogen bidden met een H.K. geestelijke, in den rug getroffen en levens lang verlamd, en die toch getuigde in Christus even blij te zijn als altijd. Een oogenblik, dat me heel lang bij zal blijven: Vrijdagavond sprak ik een jongen Duitscher, ge vaarlijk in den buik gewond '9 nachts is hij er aan bezweken die me nog vroeg zijn laatste groeten aan zijn eenige zuster over te brengen en met hem te bidden. Toen wij gebeden hadden, sloeg hij zijn armen om m'n hals. Dnn voel je even wat is de oorlog ontzettend, maar wat is het toch rijk in Christus verbonden te zijn door alle tegenstellingen heen! Gode zij dank, dat wij voor elkaar gespaard zijn. TOCH NOG GESPAARD In de „Zeuwsche Kerkbode" vonden wij liet ver haal van een gemeentelid, dat het bombardement van de brug bij Zwijndreclit meemaakte. Opeens werd hij getroffen door een scherf, dio zijn been afrukte. Hinkend, kruipend, wist hij zich te bergen onder een groote truck, en kroop op de banden van dezen wagen. Manr de banden werden door een volgend projectiel onder hem [weggeschoten. Dan weet hij zich te bergen in een volgende wagen. Ook deze werd doorzeefd van kogels. Maar aanhoudend-vurig heeft hij den Heere zijn God nangeroepen. En de Ileerc heeft hem verhoord. Niet alleen door hem in het leven te sparen, maar bovenal door geen traan te laten en enkel te roemen in de goedertierenheden den Heeren, die hem gespaard heeft, hoewel verminkt voor het leven. En samen hebben die broeder met zijn vrouvy en kind den Heere gedankt, toen zo ■we ook aan den toestand, waarin do wereld en met name ons werelddeel zich bevond, toen Pau- lus geroepen werd zijn taak te aanvaarden. Hij geeft daarvan een aangrijpende schildering in Romeinen 1.waarvan ik u alleen dezen eenen zin herinner, die in een nieuwe vertaling ons nog meer toespreekt „Daarom is hef, dat God hen heeft overgegeven aan schandelijke hartstochten: hun vrouwen liebbPn den natuurlijken omgang vervangen door een tegennatuurlijken, evenzoo is o*k bij dc mannen, zat van den natuurlijken om gang met de vrouw, een onderlinge wellust ont vlamd, zoodat ze als mannen met mannen.de on- itucht pleegden, waardoor ze het vvelverdiendo loon voor hun afdwaling thuis kregen" (20, 27). Pnulus werd ge-roepen in de verpeste Heidcnsche saam'.eving het Evangelie van Jezus Christus In brengen. En César Franck teekent dc ellende dezer wereld in deze ontzettende woorden: „In dien tijd, was op aarde zoo groot de ellende, dat iniet één hart meer hoopte. Al de mensehen waren óf beulen óf slachtoffers. Beladen met zonden en misdaden, lag de oude wereld te sterven". GESCHEIDEN, GEEVACUEERD EN WEER VEREEMGD Wij besluiten met liet relaas van een wonderlijke ontmoeting en verzoening, zooals we dat aantrof fen in 't „Alg. Weekblad": Met bonderden anderen was zij per vrachtauto ergens vandaan vervoerd, als geëvacueerde. En zoo iets nog tc moeten doormaken op jo ouden dag: ze was dc 80 gepasseerd 1 Het was een hecle reis geweest, die zoo snel mo gelijk moest worden volbracht. Er was geen tijd te verliezen, het gevaar wós er en er waren er nog velen, die vervoerd moesten worden. Dus met bijzondere zorg voor den hoogen leeftijd kon geen rekening worden gehouden in deze omstandig heden. Zij was met een der ecr6te vrachtauto's aangekomen. Maar *tu zat de reis er dan ten minste op, veilig, althans veiliger hier in Zuid Holland. In een Internaat was ze ondergebracht. Dc „Zuster" wilde haar zoo graag buiten het rumoer en de drukte van dc groote zalen houden en had haar daarom een plaats gegeven in de badkamer: een matras op den grond enhet rijk alléén. Uit haar land en haar maagschap verdwenen als iandvcrhuizer-fegen-vvil-en dank. En wat zou er op dezen nacht „in den vreemde" nog volgen?? En dan zoo alleen. Ja, ook dat nog. Want zij was niet altijd alleen geweest, maar het ging op den duur niet. Tenslotte was de bom gebarsten en waren zij van elkaar gegaan, voor goed. Zoo moest ze dit allC9 dus alleen doormaken. Waar zou „hij" nu zijn? Nog in leven of reeds gevallen slachtoffer van de omstandigheden? Gek, dat jo gedachten toch weer dien kant uit gaan. Maar, nu maar slapen, althans probeeren te slapen, na zoo'n vermoeiende reis. Wat kan een menacb toch moeten doormaken op z'n ouden dag. Laat in den avond arriveerden er nog meer vrachtauto's met gcëvacuccrden. De stroom hiald aan. Ook die menschcn moesten onderdak hebben. Er dreigde plaatsgebrek, zoo zelfs, dat ons oude vrouwtje het rijk in dc badkamer niet alleen be houden kon. Wat deed dat dc „zuster" verdriet, maar het moest. Onder zulke omstandigheden kom je voor vreemde dingen te staan. En alles moet vlug. Er is geen tijd om zich rustig te be raden. Een oude man van 85 jaar, waar moet die een plaats hebben Ergens alléén, dat kan niet. In de badkamer? Even zien. O, neen, dat kan niet; daar ligt een oud© vrouw. Intusschen is de deur reeds ojien-gedaan en dc zuster vraagt aan den ouden vriend, waar hij liever wil: in oen der drukke zalen, of hier, bij die oude vrouw, in «le badkamer? De oude baas informeert, wie zijn eventueele medebewoonster is. Toevallig kent do zuster haar naam, waarop dc oude man aut- woordI: „O ja, dio ken ik wel, hier maar". Vlug wordt er een matras naast gelegd, dc man is goed ondergebracht en de deur wordt weer gesloten. Den volgenden morgen vernam de zuster van do itwee oudjes, dat ze voortaan maar weer samen den levensweg wilden vervolgen, den tijd, die hun nog rest. Hel kon nog: zij 80, hij 85. Gescheiden geëvacueerd, verbondon terug, naar hun huisje, als het er nog staat.... Alleen is maar alleen. Wonderlijk: Vervoerd naar een badkamer ergens in Zuid Holland om zich met elkaar tc verzoenen, WIE IS DE UITVINDER VAN DE LUCIFER? DE lucifer werd uitgevonden door een staats gevangene. Kammeror, die tot zes maan den vestingstraf was veroordeeld. De vesting- commandant stond hem toe in zijn cel een klein chemisch laboratorium in te richten. Knmmerer had reeds vroeger hel plnn met zich oniBOdrageii om dc ouderwetschc zwavelstokken door iet9 beters te vervangen. Na vele mislukte proeven, begon Kammeror proeven tc nemen mot phosphor en ontdekte in derdaad, tegen hot einde zijner gevangenschap, de juiste verhouding, zoodat een aan den wand zijner cel afgestreken houtje ontbrandde. Nadat hij in vrijheid gesteld was, begon hij met de fu- brikatie der lucifers. Ongelukkigerwijze» echter, ikon de analyse zijner menging niet voor concur rentie bewaard blijven. In 1835 werden de nieuwe houtjes voor gevaarlijk gehouden, zoodot het gebruik in enkele staten verboden werd. Toen deze echter in Engeland gefabriceerd en naar Dui'tschland geïmporteerd werden, trok men liet verbod weer in. Voor den uitvinder was het echter te laat de voordeeion ervan te genieten; hij werd krankzinnig en stierf. De planken der bibliotheek van het Britsch Museum meten naast elkaar gelegd 71 K.M. (Ilil- yersum—Deventer.) 1G2 verzamelden zich uit hei geheele huis en uit de stad de eigen en aangetrouwde familie leden rond de reizigster en er kwamen zelfs eenige Hinkelmannen opdagen om uit Katie's eigen mond haar belevenissen te vernemen. We zaten verbaasd en zeiden: Tjonge, tjonget tjonge. Dit is al weer een paar weken geleden en 't zal wel niet zoo heel lang duren of de ver- voersmachine. van Nederland loopt voor een groot deel gesmeerd en punctueel. En daar is natuurlijk alles mee gebaat. Maar 't kan geen kwaad, wanneer we eens bemerkendat een minder jachtig tempo van ons dage' lijksch leven óók zijn bekoring heeft. Zoo teeken ik dan, MIJNHEER DE MAN. Utrecht DeBeste Meisjesjumpertje Voorpand: opzetten 92 st. Men breit in pa troon als volgt1 st„ r. 2 st. r. samenbreien, omslag, 2 st. r., vanaf herhalen. Alle naalden worden op deze manier gebreid. Als men 8»A c.M. zoo gebreid heeft, dan als volgt25 st. r„ verder in open patroon tot op 25 st. na; deze recht. Teruggaande naald 22 st. av., 3 st. r., in open patroon tot op 25 st. na; 3 st. r„ 22 st. av. Deze 2 naalden nog 3 x herhalen. Dan breit men 25 st. r., 10 st. open patroon, 22 st. r., 10 st. open patroon, 25 st. r. Teruggaande naald 22 st. av., 3 st. r., 10 st. open patroon, 22 st. av., 10 st. open patroon, 3 st. r., 22 st. av. Deze 2 naalden herhalen, tot het werk een geheele lengte heeft van 26 c.M. Nu volgt het armgat en splitst men het werk in de helft, voor het split je. [Voor armgat kant men om de naald. 1 x 4, 1 x 3, 1 x 2 en 4 x 1 st. af en langs het split je breit men 3 st. steeds recht, dus ribbels.. Als men de minde ringen voor het armgat gemaakt heeft, breit men nog 12 naalden en kant dan voor den hals aan den kant van het splitje, óm de naald 1 x 5, 2 x 3 Op het voorpand worden op het in tricot gebreid middenstukje wollen bloempjes geborduurd in verschillende kleurtjes. Men gebruikt: naalden No 214. Bcnoodigd materiaal: 300 gram koordwol. st. av. breien. Da'n 1,. naaid, 92 st. meerde ren, zoodat men dan 180 st. heeft. Hierop breit men 35 c.M. als volgt le naald 8 st. av., 2 st. r., vanaf herhalen. 2e naald 2 st. av., 8 st. r., vanaf herhalen. Samen dragen en daarna om de andere naald 1 st. af, tot men nog 22 'st. voor den schouder over heeft. Als het werk een geheele lengte heeft van 39 c.M. dan kant men de schouders af, in 2 x 7 en 1x8 st., aan armgatkant te beginnen. Voor dc andere helft breit men het spiegelbeeld. Rug: 92 st. opzetten en geheel als voorpand breien, doch zonder splitje en halsuitronding, dus men breit na de afkantingen aan armgat door tot het werk een geheele lengte heeft van 39 c.M.; dan de schouders afkanten, elk in 2 x 7 en 1 x 8 st., aan armgatkant tc beginnen. Overige st. in eens afkanten. Mouw: 48 st. opzetten. Eerst breit men een boordje van 1 st. r„ 1 st. av.. 7 naalden hoog, dan in één naald, welke averecht gebreid wordt, meerderen tot 96 st., door uit elke st. 2 st. te ma ken. In open patroon breien gedurende 8 naal den, dan volgt de kop: Aan het begin van iedere naald 2 st. afkan ten, tot er 18 st. over zijn, deze ineens afkanten. Het mouwtje wordt aan bovenkant ingerimpeld, wanneer het ingezet wordt Kraagje: 63 st. opzetten. 1 Naald r., en in de volgende naald (welke ook recht gebreid wordt) uit elke 3e st., 2 st. breien. Dan in open patroon 25 naalden breien. Alle ste ken los afkanten. Het splitje omhaken met 1 toer vasten, met op gelijken afstand aan één kant 2 lusjes voor sluiting. Koordje draaien van 6 draden, elk 3 meter lang en door de gaatjes rijgen, precies boven het schootje. Samen lief èn leed te dragen, samen door het leven gaan, samen onder tegenslagen stevig hand in hand te staan, dat vraagt liefde, alle dagen, dat vergt moed, beleid en trouw, dat eischt offers, zonder klagen, yan den man en van de vrouw. Als het leven gul en goed is, elke dag vol zonneschijn, als er geld in overvloed is, elke maaltijd even fijn, als de grootste tegenspoed is wat acute scheidenspijn, als 't gezin gezond van bloed is is 't geen kunst om één te zijn. Als de zorgen binnen treden cn het denken rimpels groeft, als het loon gaat naar beneden als 't gezin juist meer behoeft, als er lijden wordt geleden cn de smart het hart bedroeft, als er wordt vergeefs gestreden wordt de eenheid pas beproefd. Samen ook het lééd te dragen, dat eischt biddend samengaan, samen om Gods zegen vragen en de zonde wederstaan. Dat geeft kracht in bange dagen, liefde tusschen man en vrouw, dat geeft, onder tegenslagen, troost in Gods beproefde trouw. Leo Lens„Bonte Parade". Uiig. Drukkerij Libertas. Na deze 35 c.M., de st. afkanten. Men breit nog zoo'n zelfde lap. Twee schouderbandjes, opzetten 20 st. en hierop 1 st. verdraaid recht. 1 st. av. breien, tot een lengte van 46 c.M., dan gaat men een knoopgat inbreien als volgt 10 st. breien, werk omkeeren. Men breit op deze 10 st. gedurende 8 naalden. Dan over de andere 10 st. ook 8 naalden breien, verder weer alle st. op één naald breien en aan het begin en einde van elke naald, 2 st. samenbreien, tot alle st. ver bruikt zijn. Stoom- Wasch- en Strijkinrichting „AURORA" W. SPIERENBURG C.Wzn UTRECHT KONINGSWEG 5c TELEFOON 11165 Postrekening No. 43430 Opgericht 1856 Geheel naar de eischen destijds ingericht Wascht uitsluitend met norlonwater VRAAGT TARIEVEN MELLONA en ADELSHOEVE HONING VLOEIBARE ZONNESCHIJN GEZONDHEID met lepels VRAAGT UW WINKELIER N.V. Bijenstand „MELLONA" Santpoort cUw "fcirnxJexan sbijnolot op cfcKc&tenA jiJjwGjs! HET NIEUWE AMERIKAANSCHE SCHOONHEIDS WONDER ALBERTO MELO-PAK Wtl brengen een nieuw Amerlkannaol» i 8 behandelingen VAN LIMBURG STIRUM SCHOOL Easebiusbultenslngel ARNHEM CHR. MEISJESSCHOOL (met Internaal). Opgericht Mei 1913 Vijfjarige Cursus aansluitend aan de Lagere School. Opleiding naar aurd en aanleg In velerlei richting en voor onder scheiden werkkring. Eigen erkend diplo ma. Prospectus en inlichtingen te ver krijgen bij de Directrice: Mej. C M. ARNTZEN. DAMES EN MEISJES MAAKT NU ZELF UW KLEEDING Zendt bon en 25 cent aan postzegels bij voorkeur van 3 cent en U ontvangt een mooi boek met ruim 100 maten en modellen en tevens een gratis apparaat om U te laten tien hoe gemakkelijk onze methode is om THUIS alle kleeding te leeren maken en vermaken. aan INSTITUUT DON E.N.S.A.I.D. KZ> vJ 1^1 Tolsteegsingel 54 - Utrecht Naam

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10