ml DUITSCHLAND WIL: Twee moeders betwisten elkander een kind MAGINOTLINIE DOORBROKEN Verdun gevallen en omsingeld P4 lAG 17 JUNI 1940 PAGINA 3 Herstel van den vrede; Levensruimte voor groote volken; itieve Rijngrens; Oplossing Koloniale kwestie; Vrije zee; Geen nieuw Versailles; Amerika voor de Amerikanen; Europa voor de Europeanen /York, 14 Juni (D.N.B.). In het kleine kasteel van een {itch edelman heeft de bekende Amerikaansche publicist Karl Wiegand met Hitier een interview gehad, dat het eerste was, de Fiihrer in dezen oorlog heeft verleend. gehouden op dit interview uit- g te komen en doen dat daar- Dvendien is het in dit stadium jrlog zeer van belang georiën- tjjn omtrent de inzichten van staatslieden, die op het oo groolen invloed hebben, gand werd in het stafkwartier ivisie-generaal ontvangen door on Ribbentrop, met wien hü ioud van een uur had. Daarna voordat het kasteel werd be- Hitier zich bevond. Bij het waren naast von Ribbentrop etrich, gezant Schmidt en nog ,eren aanwezig. Hitler had er zu'n antwoorden op von Wie- >n schriftelijk te formuleeren jet onderhoud, dat bijna een e, sprak hij met den Ameri- publicist over deze antwoor- —int PSKti Amerika-Duitschland. egon de positie van Amerika ■Duitschland te bespreken en iositie, die hy zelf tegenover nneemt. Hij wilde mij er aan jy aldus von Wiegand, dat rj Isd een van de weinige staten tot nu toe van elke inmenging •rikaansohe verhoudingen heb- üden." ens verklaarde hij: ^M^iland heeft thans evenmin igei territoriale of politieke m op het Amerikaansche Wie het tegendeel be legt opzettelijk, uit welk lan ook. Welken vorm het ■ansche vasteland aan zijn geeft, boezemt ons geen riling in. Dat heeft niet lierop wil ik den nadruk slechts betrekking op 'imerika, maar eveneens op lerika. Ik wil verder doen !n, dat ik niet geloof, dat als door Monroe is ge leerd, zou kunnen worden als een eenzijdige eisch it-inmenging." 'et was niet alleen het doel der >#r, je verhinderen, dat Euro- Jtaten zich zouden mengen in Mpsche aangelegenheden wat TclrfEngeland, dat zelf reusachtige en politieke belangen in eeft, voortdurend doet maar Amerika zich niet met Euro- j jt ongelegenheden zou bemoeien, "lat George Washington zelf 'n ying van dien aard tot het 'OONpche volk heeft gericht, beves- 1 tea en het verstandige van deze daarom: „Amerika voor de 'el. 5Pnen> Europa voor de Euro- vraag, welk standpunt hy in- nzien van het door Roosevelt igde en bepleite bewapenings- llwoordde Hitier: „Ik houd mij beantwoorden van deze vraag !klaa^onroeleer. Het bewapenings- 'efoon'er V.S. boezemt my geen be- - zelf werk sedert jaren aan het wapeningsprogram ter wereld Vom fantastische praatjes zeer ■trscheiden van de werkelijke I wen van het practische leven. otJTSftji van dit punt heerschen er raat ,eer fantastische meeningen." Ite den Fiihrer te polsen over ling ten aanzien van den ver- Amerikaansch oorlogsmateriaal istelyke mogendheden. Hij ver- B,K °.et groote beslistheid: DEfschenkomst van Amerika met •ranties van vliegtuigen en oor- aal kan den afloop van dezen it veranderen. Motieven daar- ef ik niet aan te voeren. De eid zal daarover beslissen." Ivraag naar de „vijfde colonne" p met een zweem van sarcas- lun mij van de zoogenaamde CWpnne in het geheel geen voor- iken, omdat deze colonne, be- ipanjAet brein van fantasten of als beeld, dat door gewetenlooze lüirtf voor doeleinden IWuyen, niet bestaat. ELEF* onbekwame regeeringen haar 'st in den oorlog jagen en dan erijkc ineenstorting beleven, is -trijpen dat zij de schuld liever n schuiven. Dit slagwoord de onne" heeft echter in dc eerste *nWEdoel' een f°rrnee' begrip voor e, die natuurlijk in alle landen scheppen. Deze oppositie heeft chland niets uitstaande. Het s eerder waar. Het zijn of de nationalisten of internatio- n teerde communisten of paci- ood ijm<*ere tegenstanders van oor- uishoii om<*at deze Politici het niet rlJ» met hun oppositie op fatsoen- j af te rekenen, beschuldigen zy a ven van landverraad. Zij trach- n onwettige methoden met een ndeierevend manteltje te omhullen 'het oog van de wereld moreel ■rdigen door het uitvinden van marlis begrip „vijfde colonne", ven ie.nstanders zullen dezen oorlog clamerïet doordat zij een „vijfde co- ic bijd*^" doordat zij corrupte, gewe- abilij'? krompen politici hebben. den oorlog verliezen, omdat hun terdaf ganisatie slecht en hun oorlog- aarlyk miserabel is." veer legde Hitier er den nadruk ——^geland Duitschland den oorlog heeft verklaard en wel „onder de belache lijkste en domste voorwendsels". Ik vroeg hem, aldus vervolgt Wiegand, of het zyn doel was het Britsche wereld rijk te vernietigen, waarop hij ant woordde: „Het was nooit mijn plan of doel, het Britsche wereldrijk te vernietigen." Met klem zeide hij: „in tegendeel, ik heb nog vóór het uitbreken van den oorlog de Engelsche regeering voorstellen gedaan, waarin ik zoo ver ging, de hulp van het Duitsche ryk voor het bestaan van het Engelsche rijk. aan te bieden. Mijn aanbod werd met minachting afgewezen. Ik had van Engeland niets meer ver langd, dan dat Duitschland als gelijke in rechten zou worden beschouwd en behan deld, dat Engeland de Duitsche kusten zou beschermen, voor het geval Duitsch land in een oorlog zou worden gewikkeld, en ten slotte, dat men my de Duitsche koloniën zou teruggeven. En ik zal deze ook krygen. Men heeft in Londen openlijk verklaard en geschreven, dat 't nationaal-socialisme vernietigd moest worden en dat Duitsch land verdeeld en volkomen ontwapend moest worden. Nooit heb ik dergelijke be doelingen en voornemens ten aanzien van Engeland geuit. Toen Engeland slag op slag verloor, kwamen de machthebbers te Londen met tranen in de oogen bij Ame rika smeeken en verklaarden zy, dat Duitschland het Britsche wereldryk be dreigde en trachtte te vernietigen. In dezen oorlog zal niettemin iets ver nietigd worden, namelyk een kapitalis tische clique, die bereid was en is, voor haar laaghartige persoonlijke belangen millioenen menschen te laten omkomen. Doch dit zal, daarvan ben ik overtuigd, niet door ons, maar door haar eigen vol ken gedaan worden." De vrije zee. De Fiihrer verklaarde voorts, dat deze oorlog ongetwijfeld het stelsel van con trole ter zee, zooals deze thans door En geland wordt uitgeoefend, uit den weg zal ruimen en dat dit in de toekomst een groote zegen voor de geheele wereld zal zijn. „Wanneer wij de vrijheid der zeeën op- eischen, dan verstaan wij daaronder het vrije recht van alle niet-oorlogvoerenden, de zeeën in het onderlinge verkeer vry, onbeperkt en zonder eenige controle te bevaren." Hitier voegde hieraan toe, dat de bepa lingen betreffende een inderdaad doeltref fende blokkade, die beperkt blijft tot de kusten der oorlogvoerende landen, door zulk een, door het gezonde verstand inge geven, verandering niet worden aan getast. De Fiihrer verklaarde ook; Duitschland heeft noch territoriale noch politieke be langen in de Middellandsche zee. In het algemeen wyst het Duitsche volk opvat tingen, volgens welke ieder het recht dient te hebben, overal en op iedere plaats te mogen of te moeten meespreken, van de hand. Wanneer eenige volken, Engeland en Frankrijk aan het hoofd, verklaren, uit sluitend in de geheele wereld belangen te hebben, dan is dit een aanspraak op de wereldheerschappij, die de ontwakende volken zich op den duur niet laten wel gevallen. Duitschland bijvoorbeeld zal niet dulden, dat in zijn levensruirate een an dere mogendheid de lakens uitdeelt. Duitschland bemoeit zich op zijn beurt ook niet met aangelegenheden, die buiten zijn eigen levensbelangen liggen en die derhalve in de eerste plaats anderen vol ken aangaan. Wanneer echter, om een voorbeeld te noemen, een Britsche minis ter verklaart, dat de Engelsche grens aan den Rijn ligt, is dit even dom als onver draaglijk, arrogant en aanmatigend. Niets zou dommer zijn, dan wanneer ik wilde verklaren, dat de grens van Duitschland aan de Missisippi, aan de Amazone of aan de Gele Rivier lag. Overigens zullen wy het vraagstuk van de Rijngrens definitief regelen, zoodat in de toekomst hopelijk ook de Britsche pre miers zich niet meer aan zulke aardrijks kundige vergissingen schuldig behoeven te maken. Het Duitsche doel. Ik vroeg den Führer, aldus Wiegand, of hij mij niet in korte trekken zijn voorstellen van den toekomstigen vre de zou willen meedeelen. Hij was niet geneigd, zich over dit thema nader uit te laten en zeide slechts: Het Duitsche doel komt eigenlijk slechts hierop neer: Herstel van den vrede, want Duitschland heeft niet Frankrijk en Engeland, den oorlog ver klaard, doch Engeland en Frankrijk zijn onder de belachelijkste voorwendsels den oorlog tegen Duitschland begonnen. Het principieele van dezen vrede echter zal steeds het besef zijn, dat er geen werkelijke toestand van vrede kan zijn, zonder dat re kening wordt gehouden met de le vensbehoeften van de groote vol ken en dat slechts een groote domkop zich kan verbeelden, dat een nieuw Versailles beter zou zijn dan Versailles was. Als belangrijkste oorlogsdoel echter zie ik het uit den weg ruimen van de internationale klieken, die van het op hitsen der volken leven of die de gevol gen van hun eigen politieke onbe kwaamheid of van hun economisch on vermogen trachten te verbergen of zelfs te herstellen door een oorlog. Het is mij echter wel duidelijk, dat dit doel niet uitsluitend door verdragen kan worden bereikt, doch door het zich baan brekende gezond verstand der volken zelf. Aan dit gezond verstand geloof ik echter ondanks alle hysterische ge schreeuw en alle sprookjes- en gruwel propaganda, en ondanks „vijfde colon nes", „parachutistennonnen", enz. en wanneer de militaire rjederlaag van En geland en Frankrijk dit gezond verstand ook daar zal doen zegevieren, dan zijn met het oog op de verdere toekomst der wereld de offers van den oorlog toch niet zóó vergeefsch geweest als het op het eerste gezicht zou kunnen schijnen. Hitier gaf Von Wiegand ook nog de verzekering, dat de Duitsche weermacht de schoone Fransche hoofdstad niet zou aanvallen, als zij, evenals Brussel, een open stad zou blijven. Een Salomo's oordeel gevraagd WOENSDAG UITSPRAAK. Op 10 Mei sloeg te Den Haag een bom in in de kraamvrouwenkliniek Huize Bethlehem op den hoek van de Prin- cessegracht en de Casuaristraat. De groote verwarring, die daardoor in de verschillende zalen van de inrichting ontstond, heeft tot gevolg gehad, dat een der in de kliniek verpleegde moeders een andere moeder het kind dat deze thans heeft, betwist. In kort geding heeft de familie S. Zaterdagmorgen een uitspraak van den president van de Haagsche rechtbank, mr. A. S. Rueb, gevraagd, ten einde te doen vaststellen of het kind, dat de familie van der W. thans bezit, het kind is van mevrouw S. of van mevr. van der W. Drie punten van groot belang. De procureur van de familie S., mr. S. van Oven, zeide drie punten van groot belang te achten. Ten eerste wilde hij het moment van den bominslag be slissend aannemen voor de vaststelling der feiten. Op dat moment wist geen van beide moeders, welk kind het hare was en waar zich hun kind bevond. Mevr. S. heeft in den schuilkelder van de Eer ste Nederlandsche, waarheen zij gegaan is, een kind meegekregen, dat later een meisje bleek te zijn, terwijl het betwiste kind een jongetje is. Mevrouw van der W. heeft eveneens een kind in ont vangst genomen, doch het staat niet vast, dat dit wel het hare was. Voor mevrouw S. pleit voorts, dat vast staat, dat zij haar kind door het raam van een der redders, den heer W., heeft gegeven, die het naar de schuilkelder van de Eerste Nederlandsche gebracht heeft. Mevrouw S. lag in zaal 8, welke zaal geheel intact gebleven is, doch me vrouw van der W. had haar verblijf in zaal 9, waar de bom is ingeslagen. Men mag dus aannemen, dat wanneer er een, baby gedood is, dit in de laatste zaal moet zijn. Het staat dus vast, dat het kindje S. nog in leven is. Later heeft men onder het puin van zaal 9 twee doode baby's gevonden. Spr. achtte het onwaarschijnlijk, dat hierbij een kind van zaal 8 zou zijn. De waarschijnlijk heid pleit er voor, dat het levende kind van mevrouw S. en een van de over leden kinderen het kind van mevr. van der W. is. Van de acht personen, die een uit spraak over de herkenning der kinde ren hebben gedaan, hebben vijf het her kend als het kindje-S., twee als het kind je van der W., terwijl de achtste, een verpleegster, het eveneens herkende als het kindje S. Deze laatste getuige was de eenige, die beide kinderen kende. Ten slotte achtte pleiter het gewicht der kinderen van groot belang. Het kin- je S. woog tijdens den bominslag 5 pond, het kindje van der W. zes pond. Op den dag dat het levende kind met de getuigen werd geconfronteerd, woog het acht pond en zeven en veertig gram. Wanneer het betwiste kind het kind van de fam. v. d. W. zou zijn, dan zou het sinds 10 Mei tot dien dag twee pond en 77 gram zijn aangekomen, dit achtte pl. onmogelijk. Bleef het kindje S. in leven? De procureur der familie van der W., mr. H. Smalhout, achtte de verklaringen Fransche legers op den terugtocht Pétain minister-president De Slowaaksche minister-president sprak in een telegram aan Hitier van de „adembenemende successen" aan het front in het Westen. Inderdaad: met ingehouden adem heeft men in de gansche wereld, elk land met eigen gedachten vervuld, de elkaar snel opvolgende gebeurtenissen van de laatst verloopen week gevolgd. Parijs gevallen! Dit bericht deed Vrijdag een schok door alle landen gaan. Groot was alom de indruk. Op den voet bijna werd het gevolgd door de tijding, dat de Duitsche gemotoriseerde en pantserdivisies zich door het front der in de richting van de Loire terugtrekkende Fransche legers hadden weten heen te slaan. Aan hergroepeering van die legers zal onder zulke omstandigheden nauwelijks meer te denken vallen, te minder omdat de moeilijkheden nog eindeloos, worden vergroot door het vrijwel verloren gaan van de verbindingen met den bondgenoot overzee, intense militaire en politieke contraversen, 't millioenenleger der zuid waarts trekkende vluchtelingen en de oorlogsverklaring van Italië. Reeds wisten we, dat op 14 Juni groe pen Duitsche vliegtuigen van alle soor ten aan het Saarfront de Maginotlinie hebben aangevallen en de opmarsch er tegen was begonnen en op de forten zijn felle aanvallen ingezet. Nog eer de week ten einde was, was er de beslissing. De Maginot-linie doorbroken op een breed front ten zuiden van Saarbrücken. Tevens kon na een doorbraak door de linie van forten langs de Maas de val van Verdun stad en citadel, worden gemeld. Verdun, de stad, die in den vorigen wereldoorlog niet veroverd was kunnen worden, niettegenstaande de geweldigste aanvallen ten koste van honderdduizenden menschen- levens. Deze korte samenvatting Is voor de Franschen van noodlottige beteekenis. In de richting van de Loire Is een soort wedstrijd ontstaan. Het Duitsche en Fransche legerbericht zijn op dit punt eenstemmig. Het plateau van Longres is reeds be langrijk overschreden. In zuidelijke richting blijft daardoor ook geen terug tocht meer over voor wat aan Saar en Rijn voor den druk moet wijken. Deze troepen zijn dus omsingeld. De Maginotlinie is tusschen St. Avoid en Saaralben doorbroken. Ten westen hiervan is opnieuw een hoeksteen van de Maginotlinie, Longyon veroverd, nadat reeds eenige dagen geleden de sterke vesting Montmedy was genomen. Het overschrijden van den Rijn brengt voorts de Duitschers in den Elzas. De Maginotlinie is dus, wanneer we samenvatten, aan de frontzijde op verschillende plaatsen door broken, terwijl de verovering van Verdun aan de Duitschers een ster ke positie in den rug van deze verdedigingslijn geeft. De omsin geling er van is derhalve vrijwel een feit te noemen. Dat de verdediging van Frank rijk door deze feiten in een uiterst precaire, zoo niet onmogelijke si tuatie geraakt, is, zal duidelijk zijn. Adembenemend! -Met recht kan het woord worden gebruikt. Velen zullen zich thans ongetwijfeld de vraag stellen, hoe lang in dezen on- zaligen oorlog Frankrijk nog stand zal kunnen houden. Het moet wel nagenoeg uitgeput zijn, ondanks de aanwending van alle energie. Hulp heeft het niet te verwachten. Amerika blijft op een af stand. Het doet, zoo heet het, aan leve ranties wat het kan, maar het is alles betrekkelijk matig. Op interventie be hoeft ditmaal niet te worden gerekend. Daarop schijnt intusschen wel te zijn ge speculeerd. Zulk een speculatie op het dollardland was echter o.i. op niets ge grond en daarom luchthartig, gelijk de geheele ontketening van dezen oorlog in het vertrouwen op Frankrijks en Enge- lands superioriteit slechts om het zacht te zeggen overmoed mag heeten. Bij dezen strijd was het lot van een wereld deel de inzet, terwijl een tweetal der spelers had nagelaten zich deugdelijk te vergewissen omtrent de geweldige krach ten, waarover de tegenpartij, dien ze zich in den loop der jaren na Versailles blijvend tot een grimmigen vijand had den weten te maken, beschikte. Zij, die voorheen durfden waarschu wen, hebben geen of onvoldoende ge hoor ontvangen. In Engeland en Frank rijk werden dezulken eenvoudig geigno- reerd. Zijn ze niet op een verschrikke lijke wijze in het gelijk gesteld? Hier over na te denken, los van machts-ideo- logieën, zoowel aan de eene als aan de andere zijde, is mogelijk. We worden er telkens weer toe gedrongen en men kan en mag zich ook niet aan onttrekken. Het had in de wereld anders behooren te gaan. Het had ook anders gekund, maar verzuimde mogelijkheden keeren helaas, ook in het internationale leven, zoo zelden weer terug. Genève, waar eens nagenoeg alle lan den der wereld verzameld waren, heeft geen andere en betere wereld gebracht en is op een ondergang uitgeloopen, zoo geweldig als wel niemand zich mis schien had ingedacht. Machtswil en machtswaan is ten val gekomen. Menschelijke overmoed, on wil en onmacht zijn gebleken en hebben geleid tot een debacle, waarbij geen on- schuldigen zijn, waar wellicht de zich voor de braafsten houdende wereld machten de grootste schuldigen zijn. We mogen dit zeggen, omdat onze oogen als christenen steeds open zijn geweest voor de onzegbaar groote gevaren van elke machtspolitiek, die tot geweld en onder drukking leidt het is er in 1919 al mee begonnen en daarom door het verla ten en verloochenen van de zedelijke normen van het christendom, van Gods wil en wet, smart op smart heeft te vreezen. De wereldhistorie laat ons steeds iets zien van het wereldgericht, al zeggen we niet dat ze het wereldgericht is. In het licht van de goddelijke open baring in schrift en historie gezien aan schouwen we naar Groens woord In de geschiedenis, Gods gericht, Gods rechtvaardigheid, naast zijn almacht, wijsheid en genade in de lotgevallen van een zondig menschdom. Ook bij het aanschouwen van Frank rijks tragedie mogen we hieraan denken. die in het politierapport zijn opgenomen, voldoende om een beslissing ten gun ste van mevrouw van der W. te nemen. Mevrouw S. heeft haar kind overgereikt aan den heer W., die het naar den kel der van de Eeerste Nederlandsche bracht. Zij zelf is eerst naar de pastorie gegaan, waar ze haar man ontmoette. Toen zij hoorden dat de kinderen naar de kelder van de Eerste Nederlandsche gebracht waren, hebben zij zich daar heen begeven. De heer S. ging zoeken en trof een typiste aan met een kind, waarin hij het zijne meende te herken nen. De familie nam het mede, doch eenige uren later bleek, dat het een verkeerd kind was, daar het een meisje was. Spr. zeide, aan te nemen, dat mevr. S. te goeder trouw meende haar eigen kindje aan den heer W. te hebben over handigd, doch hij achtte het niet on-i mogelijk, dat mevrouw S. in de verwar ring een verkeerd kindje heeft gegeven, daar de kinderen in de kliniek unifor men dragen. Doch wanneer men aan neemt, dat het wel het kindje van mevr. S. was. dan hebben noch de heer, noch mevr. S. hun kindje in den schuilkelder kunnen herkennen, waaruit pl. conclu deerde, dat men dus aan het kindje S. geen enkel kenteeken kon vinden, waar aan de indentiteit van het kind kon worden vastgesteld. Doch als mevr. S. inderdaad een verkeerd kindje gegeven heeft, dan staat het dus niet vast, dat het kindje S. levend uit de kliniek is te voorschijn gekomen. Pl. wilde niet veel waarde hechten aan een herkenning een paar weken later. In het politierapport staat, dat mevr. van der W. heeft verklaard niet te we ten in welk gebouw zij na den inslag geweest is. Men heeft aangenomen, dat dit het gebouw van de Eerste Neder landsche was, doch op dit punt valt mevr. van der W. het rapport aan. Zij ontkent in den kelder te zijn geweest, doch aan de hand van verklaringen van verschillende personen toonde pl. aan, dat zij geweest is in een pand, hetwelk gelegen is aan de andere zijde van de Casuaristraat. Uit die verklaringen blijkt tevens, dat zij haar kindje, kort na den inslag, in dat perceel bij zich had. Zij heeft geen oogenblik aan de identiteit van het kind getwijfeld en het kind is niet in den kelder van de Eerste Nederlandsche geweest. Het kindje, dat mevrouw S. naar bulten heeft gereikt, kan dus onmogelijk hetzelfde kindje zijn. Was dit niet het kind van mevr. S., dan bestaat de mogelijkheid, dat dit kind in genoemd huis terecht gekomen is, doch ook achtte pl. mogelijk, dat het kindje-S. niet levend uit de kliniek is gekomen. Pl. viel voorts den uitleg van de herkenningsverklaringen van zijn tegenpartij aan en wees op verschillende herkenningsteekenen, die het kindje van der W. had en waaraan het door getuigen is herkend. Het gewicht der kinderen. Wat het gewicht betreft, het kindje- S., woog bij de geboorte op anderhalf ons na acht pond, het kindje-van der W. zes en een half pond. Het omstreden kindje weegt thans negen pond en twee ons, dit is zes weken na de geboorte. De laatste week is het kind 300 gram aangekomen. Het kindje-S. zou dus ruim een pond zijn aangekomen, het kindje van der W. drie pond, hetgeen normaler is. Tenslotte vroeg spr. een korten ter mijn voor het aanbrengen van de hoofd zaak. indien de beslissing ten gunste van de familie S. mocht uitvallen. Na re- en dupliek, waarbij de pre sident vroeg, of het mogelijk was, dat de kinderen van den eene schuilkelder naar den anderen gebracht zijn en an dersom, stelde mr. Rueb de uitspraak vast op Woensdag 19 Juni des morgens om half elf. VERKLARING VAN TURKSCHEN PREMIER VERWACHT Volgens betrouwbare berichten uit Ankara werd waarschijnlijk vanmiddag een officieele bekendmaking over de houding van Turkije in den vorm van een buitenlandsche politieke verklaring van den minister-president in het parle ment verwacht. Voorts verluidde, dat er van een neutraliteit van Turkije geen sprake kan zijn. Turkije zal vo»rloopig zijn houding van niet-oorlogvoerenden staat handhaven en de verdere ontwik keling afwachten. Verder wordt bekend, dat de ambas sadeurs van Engeland en Frankrijk Vrij dag j.l. nog eens een poging bij den president der republiek hebben onder nomen om Turkije tot deelneming aan den oorlog te bewegen. Turkije zal zijn pact met de geallieerden wel niet her roepen, maar voorloopig ook niet aan den oorlog deelnemen. SMETONA IN DUITSCHLAND GEÏNTERNEERD Naar het Sovjet-Russische nieuwsbu reau Tass meldt, is door de Duitsche Ambassade te Moskou aan het Volks commissariaat van Buitenlandsche Za ken meegedeeld, dat de vroegere Lithau- sche staatspresident Smetona en ver schillende leden de Lithausche regee ring in den nacht van 16 Juni de „groene grens" als particulieren hebben overschreden en zich op -Duitsch gebied hebben begeven. Smetona en de andere leden der Lithausche regeering zijn door de Duitsche overheid geinterneerd. In de omstreken van Narvik zijn in de laatste dagen Harstad en Tromsö zon der strijd bezet. Een af deeling élite berg troepen die op 2 Juni uit de streek van Tauske over het onbegaanbare gebergte naar het Noorden getrokken was heeft op 13 Juni de vereeniging met de troe- pen in Narvik voltooid. VARIA. De kathedraal van Reims is volkomen onbeschadigd. Bulgarije heeft zijn schepen het bevaren van de Middellandsche Zee ver boden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5