,r
Wat de Opperbevelhebber
bekend maakt
De evacuatie in
N oord-Holland
nA^rnFlSKPAG 29 MET 194(1
PAGINA 5
RK EN SCHOOL
Viucknj1-
;8 Mei 1),
voor
24 Juni
dering y
ring,
ig;
r den
wot
heid. bevestiging, intrede.
nereiorm«rde kerken. Ds. A. W. WU-
Y van Uithuizen deed Zondag ïn-
j te Leeuwarden na bevestiging door
C van der Woude van Leeuwarden.
(ksuniversiteit te leiden.
ih beschikking van den secretaris-
IpraaJ waarnemend hoofd van het
inrtement van Onderwijs, is dr. A. A.
is te Leiden, tot wederopzeggens toe-
itèn als privaatdocent bij de facul-
der letteren en wijsbegeerte aan de
-universiteit te Leiden, om onder-
te geven in de Engelsche taal.
(St.ct.)
■f examens staathuïshoud-
iivde en statistiek mo. en
staatsinrichting m.o.
secretaris-generaal, wnd. hoofd
het Departement van Onderwijs,
,k ter kennis van belanghebbenden,
it?behoudens onvoorziene omstandig-
den het schriftelijk gedeelte der
Ime'ns ter verkrijging van een akte
R bekwaamheid tot het geven van
rioevei. .de]baar onderwijs in de gronden der
Seente-, provinciale en Staatsinrich-
67 k e van Nederland (KXI) dit jaar zal
wor ^en gehouden op 3 September, het
i Wikt
kg
kg
7 kg
12 kg
67 kg
12 kg
12 kg
vij irjfte]jjk gedeelte der examens ter
?en op nijging van een akte van bekwaam-
tot het geven van middelbaar on-
jvijs in de Staathuishoudkunde en de
chtvoid istiek (KX) op 4 September. Het
wekJndeling gedeelte der examens ter ver-
56 kg ïging van genoemde akten zal wor-
gehouden in October, November en
ember.
an hen, die het examen in de theo-
van onderwijs en opvoeding (akte
wenschen af te leggen, zal hiertoe de
Q; 67 l egenheid gegeven worden in Decem-
.ij, die zich aan deze of één dezer
Vnens wenschen te onderwerpen,
jeten vóór 1 Juli een aanglfte-formu-
r aanvragen bij den heer M. van der
rist, inspecteur van het middelbaar
jrwijs in de 1ste inspectie, te 's-Her-
tnbosch. (St.ct.)
technische hoogeschool.
en levensonderhoud Ind. studenten.
identen der Technische Hoogeschool,
de kosten van hun levensonderhoud
studie uitsluitend uit geldzendingen
i Ned. Oost- of West-Indië bestrijden
J daarvan thans verstoken zijn, en die
oen gelegenheid kunnen vinden, om in
3* oe kosten op andere wijze te voorzien,
£5rden uitgenoodigd zich ten spoedigste
'hriftelijk aan te melden bij jhr. ir. H.
;rick van Linschoten, secretaris van
iratoren, en hem, voor zoover mogelijk,
ider overlegging van bewijsstukken de
oodige gegevens te verstrekken ten aan-
3,1 kjen van de bedragen, welke zij van
iders of verzorgers in een der over-
lesche gebiedsdeelen plachten te ont-
3,1 kagen en van de bedragen, welke zij
>or onderhoud en studie bepaaldelijk
•hoeven.
Deze oproep heeft voor het oogenblik
3.1 kgtsluitend ten doel, een juist over-
cht te verkrijgen van den geldelijken
)od, waarin bedoelde studenten ver-
3,1 kgjeren, en naar gelang van de middelen,
elke eventueel beschikbaar kunnen
irden gesteld, te kunnen beoordeelen,
en in hoeverre aan dien nood kan
irden tegemoet gekomen.
Daartoe is een commissie gevormd,
sstaande uit: jhr. mr. A. C. D. de
raeff, oud-gouverneur-generaal van
Pri -TnHip- jhr. ir. H. Strick van Lin-
jhoten, secretaris van het college van
i uratoren; prof. dr. ir. C. J. v. Nieuwen-
SCil urg, rector magnificus; prof. dr. H. B.
Jorgelo, secretaris van den senaat en
X rof. ir. C. L. van Nes.
1.?
nihil
2 kg
Examens
Hoogere.
aad
nmeni
mef
t mo# leiden. Bevorderd tot arts: de heer
in Nè. a. van Dongen, te Leiden.
en| leiden. Doctoraal Indisch recht
I, voom heer H. Th. de Goey, Oegstgeest.
den f Candidaatsexamen wis- en na
tuurkunde letter L; mej. N. J. W. van
N'ederilü, Rotterdam.
1 en, Doctoraal Romaansche taal- en
terkunde (Fransch) mej. H. M. L. Oli
ën erier, 's-Gravenhage.
et teil Doctoraal wis- en natuurkunde,
spioofdvak scheikunde, mej. H. M. A.
omstlartmans, 's-Gravenhage.
«t. -
AMSTERDAM. Candidaatsexamen
geneeskunde (2e ged.) de heeren H. H.
J. Claessen en J. D. J. W. Bleeker.
UTRECHT. Doctoraal rechtsweten
schappen, A. Th. J. H. van Tuyl en J.
W. Blankert.
GRONINGEN. Doctoraal genees
kunde de heeren H. Lamberts te Emmen
en G. W. Beening te Groningen.
Lagere.
UTRECHT. Apothekers-assisten. Op
geroepen 6 candidaten; niet opgekomen
1 capdidaat. Geslaagd: mej. A. J. Keu-
ning, Heiloo; mej. M. C. J. van Nunen,
Tilburg; mej. B. J. Rutgers, Deventer.
LEIDEN. Apothekersassistent. Ge
slaagd de dames N. Broekhuyzen, Gou
da; A. M. Sixma, Gouda; H. Roosjen,
Leiden.
Diverse.
's-GRAVENHAGE. Stuurlieden: ge
slaagd voor 3den stuurman groote han
delsvaart de heeren S. J. van Gelderen,
j. Sobels, J. van der Wal en J. van der
Vegte.
•s-GRAVENHAGE. Stuurlieden. 3e
stuurman groote handelsvaart de heeren
j. Klok, H. R. v. Mechelen en M. Moens.
Nederlandsch Intsituut van Accountants.
In verband met de tijdsomstandig
heden zijn de volgende door het bureau
der examens van het Nederlandsch In
stituut van Accountants af te nemen
voorjaarsexamens als volgt uitgesteld:
inrichtingsleer schriftelijk gedeelte tot
19 en 20 Juni; mondeling gedeelte tot
7 en 8 Augustus; voorbereidende exa
mens en examens ex art. 25 tot 2, 3 en
4 Juli; bedrijishuishoudkunde tot 17, 18
en 19 Juli: slotexamens tot 7 en 8 Aug.
Wat de Radio geeft
Donderdag 30 Mei.
JAARSVELD. 414.4 m. A.V.R.O.-uil^cn-
ding.
8.00 Berichten A.N.P.; 8.10 Gram.muziek;
8.30 Orgelspel; 8.50 Gram.muziek; 10.35
Omroeporkest; 11.00 Declamatie; 11.10
Omroeporkest en soliste; 12.15 Puszta-
orkest; 12.45 Berichten A.N.P., gram.
muziek; 1.00 A.V.R.O.-Aeolianorkest en
solist; 2.00 Concertgebouw-strijkorkest
(opn.); 2.30 Pianovoordracht; 3.00 En
semble Jonny Kroon; 4.30 Gram.muziek
met loclichting; 5.00 Jeugdhalfuur; 5.30
A.V.R.O.-muzick; 6.30 Omroeporkest en
solisten; 7.30 Cojicerlgebouw-orkest en
soliste (Om ca. 8.30 Utrechts Vrouwen
koor); 9.50 Mededeclingen, reportage;
10.00 Gram.muziek; 10.30 A.V.R.O.-muziek;
11.00 Berichten A.N.P.; 11.10 A.V.R.O.-
muzick; 10.4012.00 Gram.muziek.
KOOTWIJK. 1875 m. N.C.R.V.-uitzen-
ding.
8.00 Gram.muziek; 9.00 Berichten
(Fransch); 9.15 Gram.muziek; 9.30 Berich
ten (Nederlandsch); 9.45 Marcando-
ensemble; 11.15 Berichten (Engelsch);
11.30 Berichten (Vlaamsch); 11.45 Gram.
muziek; 12.00 Jac. Stoffer's sextet: 1.30
Berichten (Nederlands); 1.45 Berichten
(Fransch); 2.00 Gram.muziek; 2.30 Berich
ten (Nederlandsch); 2.45 Gram.muziek;
3.15 Berichten (Engelsch); 3.30 Gooilan-
ders; 5.30 Berichten (Nederlandsch); 5.45
Gram.muziek; 6.15 Berichten (Engelsch);
6.30 Berichten (Vlaamsch); 6.45 Cello-
„voordracht; 7.30 Berichten (Nederl.);
'7.45 Gram.muziek; 8.15 Berichten (En
gelsch); 8.30 Berichten (Vlaamsch); 8.45
Gram.muziek; 9.15 Berichten (Engelsch);
9.30 Berichten (Nederlandsch)9.45 Gooi's
symphonieorkest; 11.15 Berichten (Frans);
11.30 Berichten (Engelsch); 11.45—12.00
Gram.muziek.
Officieele berichten
Rijkszuivelinspectiedienst.
Met ingang van 1 Augustus a.s. is de
leiding van de werkzaamheden van den
Rijkszuivel-inspectiedienst in de ambts
kringen 's-Hertogenbosch en Zwolle, resp.
opgedragen aan den Rijkszuivelvisiteur
H. W. van der Pas te 's-Hertogenbosch en
aan den Rijkszuivelvisiteur J. Weenink te
Zwolle.
Landbouwhoogeschool.
Bij beschikking van den secretaris
generaal, wnd. hoofd van het Dep. van
Landbouw en Visscherij, is voor het tijd
vak van 1 Juni 1940—1 Juni 1941 wederom
benoemd tot tijdelijk plantkundige aan
de Landbouwhoogeschool te Wageningen
dr. ir. S. J. Wellensiek, aldaar.
NEDERLANDS
WEDEROPBOUW
Regelen voor de uitvoering
De Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht heeft het volgende besloten:
Artikel 1. De Regeeringscommissaris
voor den wederopbouw stelt, waar zulks
hem noodig voorkomt, plannen vast. Deze
vaststelling kan geschieden door goed
keuring van door anderen opgemaakte
plannen.
Artikel 2. Een ieder is verplicht
de uitvoering van deze plannen te
gedoogen.
Deze verplichting geldt met name
ook voor de eigenaren van de on
roerende en roerende zaken bij zoo
danige plannen betrokken, en voor
de overige rechthebbenden op die
zaken.
De uitvoering wordt zoo noodig
met den sterken arm mogelijk ge
maakt
Schaderegeling.
Artikel 3. Indien voor eigenaren of
rechthebbenden aanmerkelijke schade
ontstaat, kan hun, volgens nader te stel
len regelen, door de daartoe aan te wij
zen instantie een tegemoetkoming toe
gekend worden. Met de rechten van
hypotheekhouders en andere rechtheb
benden wordt bij de toekenning zooveel
mogelijk rekening gehouden
Artikel 4. Indien voor eigenaren of
rechthebbenden aanmerkelijk voordeel
ontstaat, kan, volgens nader te stellen
regelen, door de daartoe aan te wijzen
instantie een bedrag worden vastgesteld,
hetwelk zij aan het Rijk moeten betalen.
De vordering van de Overheid, voort
vloeiend uit het voorgaande lid, is op de
betrokken zaken bevoorrecht boven alle
andere voorrechten en zelfs boven hypo
theek en pand. Het voorrecht blijkt op de
zaak gevestigd, in welke handen zij zich
ook bevindt.
Onteigening.
Artikel 5. De Regeeringscommissaris
kan tot onteigening van onroerende of
roerende zaken overgaan.
De onteigening vindt plaats door aan
zegging door den Regeeringscommissaris,
gericht tot den burgemeester.
De eigendom gaat over, vrij van alle
lasten en rechten.
Volgens nader te stellen regelen wordt
door de daartoe aan te wijzen instantie
een redelijke vergoeding toegekend. Met
de rechten van hypotheekhouders en an
dere rechthebbenden wordt bij de toeken
ning zooveel mogelijk rekening gehou
den.
Artikel 6. In alle moeilijkheden,
welke zich bij de uitvoering van dit
besluit mochten voordoen, wordt
voorzien door den Regeeringscom
missaris.
Rechtsvorderingen tegen deze
voorzieningen worden niet toege
laten.
Voor uitvoering van werken
goedkeuring vereischt
Aanvragen vóór 1 Juni.
De Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht heeft bepaald, dat werken op
het gebied van waterbouw, spoorweg
bouw, wegenbouw, burgerlijke en utili
teitsbouw, voorzoover geen speciaal
grondwerk zijnde, van 17 Juni af niet
mogen worden ondernomen of voortge
zet zonder goedkeuring van den Regee
ringscommissaris voor den wederop
bouw. Voor in uitvoering zijnde werken
moet voor 1 Juni schriftelijk toestem
ming worden gevraagd.
In verband met deze bepaling, is de
Rijksgebouwendienst op het oogenblik
bezig met het maker, van een verzamel-
staat van alle in uitvoering zijnde wer
ken, welke opgave dan ter beslissing aan
den Regeeringscommissaris kan worden
voorgelegd. Opgave moet dus vóór 1 Juni
geschieden. Alle in uitvoering zijnde wer
ken gaan op het oogenblik nog normaal
door, totdat de beslissing van den Re
geeringscommissaris bekend is.
De algemeene indruk is, dat het mee-
rendeel der werken voor rekening van
het Rijk wel zal kunnen worden voort
gezet. Met name noemde men ons in dit
verband de verdere voortzetting van de
automatiseering van de Rijkstelefoon,
waaarvan men stellig voortzetting ver
wacht.
Onze kolenmijnen zijn niet
vernield
Toch voorloopig geen huisbrand wegens
vervoersmoeilijkheden.
Er is, naar wij vernemen, voorloopig
nog geen kans, dat er kolen beschikbaar
zullen gesteld worden voor huisbrand
doeleinden. Velen zullen bij het mooie
weer van thans en ook in de komende
zomermaanden geen behoefte hebben
aan huisbrand. Er zijn echter ook huizen,
waar men voor warmwatervoorziening,
badkamers, etc. ook 's zomers moet sto
ken. In die gevallen moeten de men-
schen zich behelpen.
Voor de industrie zijn er, zooals on
langs reeds gemeld, regelingen getrof
fen, op grond waarvan in de behoeften
van bedrijven voorzien kan worden.
Zoodra de positie ruimer wordt, zullen
waarschijnlijk vooreerst de regelingen
voor de industrie vergemakkelijk wor
den.
Dat er thans voor huisbrand geen
kolen zijn is niet een gevolg van gebrek.
De Nederlandsche mijnen zijn gespaard
gebleven en kunnen dus haar volle pro
ductie bieden, een productie, welke, in
dien zij geheel aan ons land ten goede
komt, voldoende is. De moeilijkheden
schuilen evenwel in het vervoer. Aan het
herstel der transportverbindingen te
land en te water wordt met kracht ge
werkt. Zoodra hier meer faciliteiten be
schikbaar zijn zal de aanvoer ook vlot
ter kunnen verloopen.
Nationaal Fonds voor Bijzondere
Nooden zet zijn werk voort
Naar het Vad. van bevoegde zijde ver
neemt, hoopt het Nationaal Fonds voor
Bijzondere Nooden, gevestigd Konings
kade 17 te dezer stede, zijn werk zoo
krachtig mogellijk voort te zetten.
De A. N. W. B.
Ingevolge reeds vroeger genomen be
sluiten, berekend op het geval, dat het
hoofdkantoor van den Kon. Toeristen
bond A.N.W.B., zou kunnen worden ge-
isoleerd van de bijkantoren, heeft de
oud-voorzitter van den bond, de heer
Edo J. Bergsma, de waarneming van het
voorzitterschap op zich genomen, daar
de voorzitter de heer H. P. J. Bloemers,
burgemeester van Arnhem, zijn gemeen
te niet kan verlaten. Alle kantoren van
den A.N.W.B. zijn volkomen ongeschon
den heropend.
Maatregelen zijn getroffen om de
bondsuitgaven zoo snel mogelijk te her
vatten. Voor de vorige week is een ge
combineerde nooduitgave van de Kam
pioen, de Autokampioen, de Toeristen
kampioen en de Waterkampioen ver
schenen.
In een hoofdartikel van dit nummer
wekt de heer Bergsma op tot moedig
voortwerken en niet versagen.
Geldigheid van kunslmestbonnen
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Land
bouw en Visscherij, heeft bepaald als
tijdstip, waarop de geldigheidsduur van
de kunstmestbonnen, uitgegeven voor
het bemestingsjaar 1939/1940, zal zijn
geëndigd:
A. voor zoover tegen inwisseling daar
van stikstofhoudende kunstmeststoffen
kunnen worden betrokken: 1 Juli 1940;
B. voor zoover tegen inwisseling daar
van fosforzuurhoudende, kalihoudende
of gemengde kunstmeststoffen kunnen
worden betrokken: 1 Juni 1940.
120.000 menschen naar
50 vluchtoorden
De heer H. de Bordes, oud.-bur-
gemeester van Bussum en commis
sarisvoor de evacuatie in Noord-
Holland, heeft aan de Tijd mede-
deelingen gedaan over het verloop
van de georganiseerde ontruiming.
Het volgende is er aan ontleend.
In September is men met de organisa
tie begonnen en haast dag en nacht is er
gewerkt om een en ander zoo vlug moge
lijk geregeld te hebben. Men wist immers
niet wanneer de noodzaak daar zou zijn.
Er was gerekend op overbrenging van
ongeveer 160.000 a 170.000 menschen, ver
deeld over 80 vluchtoorden. Doordat de
evacuatie van sommige gemeenten in
Noord-Holland, zooals Bussum, Naardien
en Weesp, niet noodig bleek, omdat de
capitulatie toen al een feit was, is het
aantal beperkt gebleven tot ongeveer
120.000 verdeeld over 50 vluchtoorden.
Dat waren gemeenten uit Utrecht en
Noord-Holland, wier ingezetenen uit
sluitend in Noord-Holland waren onder
gebracht. Daarbij werd zooveel mogelijk
gezorgd, dat gezinnen bijeen bleven.
In de omgeving zijn Nederhorst den
Berg, Ankeveen, Kortenhoef, Weesper-
karspel en Muiden geëvacueerd. Amster
dam zelf is, zooals men weet, niet ge-
evacueerd; wel kon men daar uit be
dreigde stadsgedeelten uitwijken naar
andere wijken.
Zeer vlot is de evacuatie verloopen.
Vrijdagmorgen kwam het bericht dat de
oorlog was uitgebroken en reeds denzelf
den dag reden de eerste treinen uit de
ontruimde plaatsen weg. Iedereen werkte
daartoe mee. Men wist dat het nu een
maal onvermijdelijk was en aanvaardde
het dan ook in volle onderwerping, al
was het voor den mensch individueel
hard, zijn woning te moeten verlaten en
op reis te moeten zonder te weten of
men nog zou kunnen terugkeeren en of
bij thuiskomst de woning er nog zou
staan. Ook de bedlegerigen, die in goede
renwagens vervoerd werden, klaaagden
niet.
De menschen werden uitsluitend per
trein naar hun vluchtoord gebracht, op
dat de wegen vrij zouden blijven. Toch
hebben ettelijken spontaan op allerlei
vervoermiddelen hun woonplaats ver
laten, maar de allermeesten zijn toch op
georganiseerde wijze naar de vluchtoor
den gekomen.
Daar was door onderling overleg van
de burgemeesters reeds alles in gereed
heid gebracht
Buitengewoon hartelijk zijn de hulp en
de medewerking in de vluchtoorden ge
weest. Men deed wat men kon, om toch
maar te kunnen helpen. Ook op de enkele
dagen, dat men in de vluchtoorden moest
verblijven, is er een innig contact ont
staan tusschen de vluchtelingen en de
bewoners. De saamhoorigheid was prach
tig. Geen wanklank is er vernomen. Bij
het vertrek bleek door het hartelijk af
scheid, hoe sterk de jonge banden waren
gebonden, en soms was een c-meeente-
bestuur voltallig aanwezig.
De heer De Bordes las een brief voor
van een burgemeester eener geëvacueerde
plaats aan het gemeentebestuur van een
vluchtoord, waarin deze burgemeester
namens zijn gemeente in bewogen be
woordingen dankte voor de ondervonden
zorg en naastenliefde.
De terugkeer is ook goed gegaan. Daar
men echter niet wist, wanneer en onder
welke omstandigheden die zou geschie
den, kon men op eigen gelegenheid gaan
of wel in groepen per trein, autobus, fiets
of schip.
De eenige verrassing, die zich bij deze
evacuatie heeft voorgedaan, is. dat ook
eenige gemeenten in Noord-Holland,
waarop men niet gerekend had, wegens
inundatie geëvacueerd moesten worden.
Haar inwoners werden ondergebracht in
die vluchtoorden, welke bestemd waren
geweest voor gemeenten, die niet meer
geëvacueerd behoefden te worden.
Op een klein gedeelte na, b.v. de zieken,
zijn allen thans weer terug.
Te betreuren is, dat veel geëvacueerden
bij terugkeer hun woning beroofd of
vernield hebben gevonden door misdadige
elementen, die hun slag sloegen ten koste
van hen, die voor het landsbelang hun
have en goed verlieten. En dit is niet
slechts op een enkele plaats voorge
komen.
Na de Paaschvacantie begint Boy als gauw de
llures aan te nemen van een grooten jongen,
tv ,fannie in de vacantiedagen meenen, dat
m toch nog wel echt haar kleine jongen was,
laar manneke, dat alles van vader' en moeder
verwachtte, ze ziet nu, dat ze die illusie prijs
den moet. Boy onderwerpt zich aan het bren-
a jlen en halen, maar toont duidelijk zijn tegenzin.
i,aai: moederhart lijdt meer dan ze zelfs aan
vout wil bekennen en met weemoed denkt ze
i het blijde gezichtje, dat ze na de eerste
cnooidagen zag. Nu heeft Boy vaak nog het een
n j n ander te doen, als de school uitgaat, iets op te
>ergen of een bord schoon te maken voor de juf-
1 nffW' Mamma mag daar wel bij zijn, o zeker, de
ynrouwpraat graag even met „mevrouw van
lavensteijn", prijst haar zoon meer dan voor zijn
«In K 00£.en dienstlS is. maar ondertusschen is
vnii mJ school jóngen in actie, die momenteel geen
WI voor zijn moeder heeft.
Mij is zoo hulpvaardig", vertelt de juffrouw.
m°£ ïit ze§ vaak: Jongen laat dat bord nou, je moogt
he '^morgenochtend wel doen, je mamma staat te
wei?"iaar daai" heeft meneer Been ooren
'u M°et ewst klaar", antwoord Boy.
i "iets voor de juffrouw te doen. dan
pig. hy zich tusschen een groepje lawaaiende
i rtoi Plagen of schelden schijnt hij geen
rü hebbe"- Haar raad heeft dan wel ge-
cu loipen. Of - verzwijgt hij het?
„We dienen er blij om te zijn, dat hij zich weet
aan te passen", zegt Wout. Hij heeft gelijk. Maar
Jannie kan zich niet tot een dergelijke blijdschap
opwerken. Begrijpt Wout niet, wat het voor haar
is, als hij zich aan anderen geeft en haar voorbij
ziet? Begrijpt riiij niet, hoe voorals het halen
langzamerhand een kwelling voor haar wordt?
„Schei er mee uit", raadt Wout. „Laat hem mee
gaan met de jongens van Blonk en Schutte."
De jongens van Blonk en Schutte wonen ver
der nog van het dorp en gaan ook per fiets naar
school. Evenwel ze gaan op de Christelijke
school en, wat erger is, ze zijn al zoo gróót. Boy
op zijn kinderfiets zou veel te snel moeten trap
pen. Zijzelf rijdt uiterst langzaam, maar dat kun
je toch niet van zulke jongens verlangen?
Soms doet het haar pijn, dat Wout haar zoo
weinig begrijpt en zich zoo weinig zorgen maakt
over het kind. Is dat dezelfde Wout, die zich de
eerste week opwond over een paar scheldwoor
den? Is dat haar man, die vroeger haar kleinste
bezwaren wegnemen wou, die haar al begreep,
eer ze sprak? Ze begint zich zoo hopeloos eenzaam
te voelen. Met moeder kan ze evnmin over deze
dingen spreken. Hoewel moeder ook gevolig was,
is ze zoo heel anders. Jannie heeft nooit gemerkt,
dat moeder over haar en Henk piekerde. Van den
eersten schooldag af trokken zij met de Leek-
stra's en nog eenige anderen te voet naar school
en moesten ze tusschen den middag overblijven.
Maar zou het moeder dan nooit een traan hebben
gekost, als ze haar kleine meisje om acht uur zag
vertrekken en haar pas tegen vijven terugkreeg?
Dat móét haast wel. Misschien zou er toch wel
over deze dingen met haar te praten zijn, als tante
Da er niet altijd bij was. Tante Da is nu eenmaal
een wonder van kordaathied en moeder komt
steeeds sterker onder haar invloed.
„Als ik de meisjes maar had mogen houden",
denkt Jannie al vaker En sterker dan ooit te voren
prikkizeert ze over het waaróm En tegen haar wil
moet ze telkens denken aan de Leekstra's. Het is
soms, of ze moeder Leekstra tegen zich spreken
hoort. Het is dikwijls, of ze vader Leekstra's af
scheidswoorden hoort.
„Wout, Wout toch", schreit het in haar, „laat
me niet zoo alleen!"
Wout komt zelden meer onverwachts 's morgens
of 's middags even binnenvallen. Wout moet
's avonds vaak naar Henk Bij zijn thuiskomst is
hij dan weinig spraakzaam. Wout heeft zorgen en
het bedrijf is hem te zwaar begrijpt Jannie. Wout
gaat naar Henk om raad en dat valt hem moeilijk.
Was Jannie niet zoo vervuld van eigen leed, ze
zou trachten Wout's zorgen tot de hare te maken.
Ze weet niet, dat hij even eenzaam is als zij.
Einde Mei begint Boy zoo nu en dan „vader" te
zeggen in plaats van „pappa". Wout mag dat wel.
Hij begrijpt niet, wat Jannie er op tegen heeft.
De jongen is nu zeven, kan wel voor negen door
gaan, wat zijn lengte betreft, en is ook verstan
delijk zijn leeftijd ver vooruit. Dat baby-achtige
pappa wordt werkelijk te mal. Janie zou met deze
opvatting gaarne instemmen, als het haar niet
zoo ergerde, dat de jongen ook hierin alweer door
anderen was beïnvloed. Ze vraagt maar niet eens,
wie hem zoo wijs heeft gemaakt, bedenkt, dat hij
op school in het bijzijn van juffrouw of kinderen
haar ook nooit meer mamma noemt. Goed, nu
zal ze hem vóór zijn. Zélf zal ze hem zeggen, dat
hij haar moeder noemen moet en in het vervolg
tegen vader ook nooit meer pappa moet zeggen.
Boy straalt. Is dat even fijn? Hij schrok tot nu
toe altijd even van zijn eigen moed, als hij
„vader" zei en tot „moeder" had hij het uit zich
zelf nooit durven brengen. Maar nu mag het.
Wout vindt Jannie's daad bijzonder verstandig.
Zoo min je een kind in zijn lichamelijke ontwik
keling remt, zoo min mag je zijn geestelijken
groei belemmeren. Maar als Boy op zekeren dag
komt vertellen, dat hij voortaan „Dolf" heeten
wil, gaat die groei zijn vader toch al te snel.
„Je bent onze Boy", zegt hij. „Waarom zouden
we Dolf tegen je zeggen? Dat doet de juffrouw
op school toch zeker ook niet?"
„Maar de bovenmeester wel", antwoordt de
kleine kerel, trotsch op deze onderscheiding. „De
bovenmeester zei eerst Adolf. En toen zei ik: zoo
heet ik niet. En toen zei hij: zoo heet je wèl. Boy
is niet je echte naam. Boy beteekent enkel maar":
jongen, en we weten wel, dat je geen meisje bent.
En toen zei de juffrouw, dat ze dan liever Dolf zou
zeggen, want dat vindt ze zoo'n mooien naam.
Maar ze zegt toch altijd nog Boy. Nou, en Jan van
Zanten z'n zuster dient bij deftige menschen in
de stad en daar hebben ze ook een Dolf. En die
is nog maar vier jaar."
„Boy wordt dus, als zijnde te kinderachtig, af
geschaft", zegt Jannie.
„Maar kerel, er zijn wel groote meneeren, die
nog Boy heeten", pleit Wout. „Waarom zouden
we jou dan anders noemen? Ik ken een meneer,
die dokter is, en dien noemen zijn vader en moe
der toch nog Boy."
„Hoe kan dat nou, vader. Je kan een grooten
man toch niet jongen noemen?"
„Niet kwaad opgemerkt", vindt Jannie. „Voor
Boy valt het taalverschil weg."
Moeder zegt dat enkel tot vader. Boy kan het
niet goed verstaane nnog minder begrijpen. Maar,
dat hij moeder op zijn hand heeft, snapt hij best.
Wout begrijpt dat ook, maar hij weet niet, hoe
Jannie zich wreekt over het verlies van „mamma".
Zélf weet ze dit nauwelijks, voelt het alleen als
een weldaad, dat .er nu eindelijk eens iets is, dat
hem raakt. Wout wil er in het bijzijn van den
jongen niet over doorgaan. Later, samen met
Jannie echter, barst hij uit: „Hoe vindt je nou
zoo'n schoolvos. Waar heeft hij zich mee te be
moeien."
„Hij zal wel niet gedacht hebben, dat Boy het
oververtellen zou."
„Wat hij gedacht heeft, laat me koud. Ik zal
hem zijn deel eens gaan geven".
„Zou ik niet doen".
„Hij wilt me altijd van dien kerel afhouden. Ik
begrijp niet waaróm. Vind je hem zoo sympa
thiek?"
„Dat weet je wel beter. Ik mag hem evenmin
als jij, maar wat kun je tegen hem inbrengen?
Hoogstens dat hij zich bemoeit met dingen, die
hem niet aangaan, maar dan zal hij je antwoor
den, dat hij er niets bizonders mee bedoeld heeft,
dat hij het bij wijze van grap heeft gezegd. Zoo
<al het wel gegaan zijn ook. denk ik. Welk be
lang heeft de man er bij, of het Boy is of Dolf?"
(Wordt vervolgd.)