,r Wat de Opperbevelhebber bekend maakt De evacuatie in N oord-Holland nA^rnFlSKPAG 29 MET 194(1 PAGINA 5 RK EN SCHOOL Viucknj1- ;8 Mei 1), voor 24 Juni dering y ring, ig; r den wot heid. bevestiging, intrede. nereiorm«rde kerken. Ds. A. W. WU- Y van Uithuizen deed Zondag ïn- j te Leeuwarden na bevestiging door C van der Woude van Leeuwarden. (ksuniversiteit te leiden. ih beschikking van den secretaris- IpraaJ waarnemend hoofd van het inrtement van Onderwijs, is dr. A. A. is te Leiden, tot wederopzeggens toe- itèn als privaatdocent bij de facul- der letteren en wijsbegeerte aan de -universiteit te Leiden, om onder- te geven in de Engelsche taal. (St.ct.) ■f examens staathuïshoud- iivde en statistiek mo. en staatsinrichting m.o. secretaris-generaal, wnd. hoofd het Departement van Onderwijs, ,k ter kennis van belanghebbenden, it?behoudens onvoorziene omstandig- den het schriftelijk gedeelte der Ime'ns ter verkrijging van een akte R bekwaamheid tot het geven van rioevei. .de]baar onderwijs in de gronden der Seente-, provinciale en Staatsinrich- 67 k e van Nederland (KXI) dit jaar zal wor ^en gehouden op 3 September, het i Wikt kg kg 7 kg 12 kg 67 kg 12 kg 12 kg vij irjfte]jjk gedeelte der examens ter ?en op nijging van een akte van bekwaam- tot het geven van middelbaar on- jvijs in de Staathuishoudkunde en de chtvoid istiek (KX) op 4 September. Het wekJndeling gedeelte der examens ter ver- 56 kg ïging van genoemde akten zal wor- gehouden in October, November en ember. an hen, die het examen in de theo- van onderwijs en opvoeding (akte wenschen af te leggen, zal hiertoe de Q; 67 l egenheid gegeven worden in Decem- .ij, die zich aan deze of één dezer Vnens wenschen te onderwerpen, jeten vóór 1 Juli een aanglfte-formu- r aanvragen bij den heer M. van der rist, inspecteur van het middelbaar jrwijs in de 1ste inspectie, te 's-Her- tnbosch. (St.ct.) technische hoogeschool. en levensonderhoud Ind. studenten. identen der Technische Hoogeschool, de kosten van hun levensonderhoud studie uitsluitend uit geldzendingen i Ned. Oost- of West-Indië bestrijden J daarvan thans verstoken zijn, en die oen gelegenheid kunnen vinden, om in 3* oe kosten op andere wijze te voorzien, £5rden uitgenoodigd zich ten spoedigste 'hriftelijk aan te melden bij jhr. ir. H. ;rick van Linschoten, secretaris van iratoren, en hem, voor zoover mogelijk, ider overlegging van bewijsstukken de oodige gegevens te verstrekken ten aan- 3,1 kjen van de bedragen, welke zij van iders of verzorgers in een der over- lesche gebiedsdeelen plachten te ont- 3,1 kagen en van de bedragen, welke zij >or onderhoud en studie bepaaldelijk •hoeven. Deze oproep heeft voor het oogenblik 3.1 kgtsluitend ten doel, een juist over- cht te verkrijgen van den geldelijken )od, waarin bedoelde studenten ver- 3,1 kgjeren, en naar gelang van de middelen, elke eventueel beschikbaar kunnen irden gesteld, te kunnen beoordeelen, en in hoeverre aan dien nood kan irden tegemoet gekomen. Daartoe is een commissie gevormd, sstaande uit: jhr. mr. A. C. D. de raeff, oud-gouverneur-generaal van Pri -TnHip- jhr. ir. H. Strick van Lin- jhoten, secretaris van het college van i uratoren; prof. dr. ir. C. J. v. Nieuwen- SCil urg, rector magnificus; prof. dr. H. B. Jorgelo, secretaris van den senaat en X rof. ir. C. L. van Nes. 1.? nihil 2 kg Examens Hoogere. aad nmeni mef t mo# leiden. Bevorderd tot arts: de heer in Nè. a. van Dongen, te Leiden. en| leiden. Doctoraal Indisch recht I, voom heer H. Th. de Goey, Oegstgeest. den f Candidaatsexamen wis- en na tuurkunde letter L; mej. N. J. W. van N'ederilü, Rotterdam. 1 en, Doctoraal Romaansche taal- en terkunde (Fransch) mej. H. M. L. Oli ën erier, 's-Gravenhage. et teil Doctoraal wis- en natuurkunde, spioofdvak scheikunde, mej. H. M. A. omstlartmans, 's-Gravenhage. «t. - AMSTERDAM. Candidaatsexamen geneeskunde (2e ged.) de heeren H. H. J. Claessen en J. D. J. W. Bleeker. UTRECHT. Doctoraal rechtsweten schappen, A. Th. J. H. van Tuyl en J. W. Blankert. GRONINGEN. Doctoraal genees kunde de heeren H. Lamberts te Emmen en G. W. Beening te Groningen. Lagere. UTRECHT. Apothekers-assisten. Op geroepen 6 candidaten; niet opgekomen 1 capdidaat. Geslaagd: mej. A. J. Keu- ning, Heiloo; mej. M. C. J. van Nunen, Tilburg; mej. B. J. Rutgers, Deventer. LEIDEN. Apothekersassistent. Ge slaagd de dames N. Broekhuyzen, Gou da; A. M. Sixma, Gouda; H. Roosjen, Leiden. Diverse. 's-GRAVENHAGE. Stuurlieden: ge slaagd voor 3den stuurman groote han delsvaart de heeren S. J. van Gelderen, j. Sobels, J. van der Wal en J. van der Vegte. •s-GRAVENHAGE. Stuurlieden. 3e stuurman groote handelsvaart de heeren j. Klok, H. R. v. Mechelen en M. Moens. Nederlandsch Intsituut van Accountants. In verband met de tijdsomstandig heden zijn de volgende door het bureau der examens van het Nederlandsch In stituut van Accountants af te nemen voorjaarsexamens als volgt uitgesteld: inrichtingsleer schriftelijk gedeelte tot 19 en 20 Juni; mondeling gedeelte tot 7 en 8 Augustus; voorbereidende exa mens en examens ex art. 25 tot 2, 3 en 4 Juli; bedrijishuishoudkunde tot 17, 18 en 19 Juli: slotexamens tot 7 en 8 Aug. Wat de Radio geeft Donderdag 30 Mei. JAARSVELD. 414.4 m. A.V.R.O.-uil^cn- ding. 8.00 Berichten A.N.P.; 8.10 Gram.muziek; 8.30 Orgelspel; 8.50 Gram.muziek; 10.35 Omroeporkest; 11.00 Declamatie; 11.10 Omroeporkest en soliste; 12.15 Puszta- orkest; 12.45 Berichten A.N.P., gram. muziek; 1.00 A.V.R.O.-Aeolianorkest en solist; 2.00 Concertgebouw-strijkorkest (opn.); 2.30 Pianovoordracht; 3.00 En semble Jonny Kroon; 4.30 Gram.muziek met loclichting; 5.00 Jeugdhalfuur; 5.30 A.V.R.O.-muzick; 6.30 Omroeporkest en solisten; 7.30 Cojicerlgebouw-orkest en soliste (Om ca. 8.30 Utrechts Vrouwen koor); 9.50 Mededeclingen, reportage; 10.00 Gram.muziek; 10.30 A.V.R.O.-muziek; 11.00 Berichten A.N.P.; 11.10 A.V.R.O.- muzick; 10.4012.00 Gram.muziek. KOOTWIJK. 1875 m. N.C.R.V.-uitzen- ding. 8.00 Gram.muziek; 9.00 Berichten (Fransch); 9.15 Gram.muziek; 9.30 Berich ten (Nederlandsch); 9.45 Marcando- ensemble; 11.15 Berichten (Engelsch); 11.30 Berichten (Vlaamsch); 11.45 Gram. muziek; 12.00 Jac. Stoffer's sextet: 1.30 Berichten (Nederlands); 1.45 Berichten (Fransch); 2.00 Gram.muziek; 2.30 Berich ten (Nederlandsch); 2.45 Gram.muziek; 3.15 Berichten (Engelsch); 3.30 Gooilan- ders; 5.30 Berichten (Nederlandsch); 5.45 Gram.muziek; 6.15 Berichten (Engelsch); 6.30 Berichten (Vlaamsch); 6.45 Cello- „voordracht; 7.30 Berichten (Nederl.); '7.45 Gram.muziek; 8.15 Berichten (En gelsch); 8.30 Berichten (Vlaamsch); 8.45 Gram.muziek; 9.15 Berichten (Engelsch); 9.30 Berichten (Nederlandsch)9.45 Gooi's symphonieorkest; 11.15 Berichten (Frans); 11.30 Berichten (Engelsch); 11.45—12.00 Gram.muziek. Officieele berichten Rijkszuivelinspectiedienst. Met ingang van 1 Augustus a.s. is de leiding van de werkzaamheden van den Rijkszuivel-inspectiedienst in de ambts kringen 's-Hertogenbosch en Zwolle, resp. opgedragen aan den Rijkszuivelvisiteur H. W. van der Pas te 's-Hertogenbosch en aan den Rijkszuivelvisiteur J. Weenink te Zwolle. Landbouwhoogeschool. Bij beschikking van den secretaris generaal, wnd. hoofd van het Dep. van Landbouw en Visscherij, is voor het tijd vak van 1 Juni 1940—1 Juni 1941 wederom benoemd tot tijdelijk plantkundige aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen dr. ir. S. J. Wellensiek, aldaar. NEDERLANDS WEDEROPBOUW Regelen voor de uitvoering De Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht heeft het volgende besloten: Artikel 1. De Regeeringscommissaris voor den wederopbouw stelt, waar zulks hem noodig voorkomt, plannen vast. Deze vaststelling kan geschieden door goed keuring van door anderen opgemaakte plannen. Artikel 2. Een ieder is verplicht de uitvoering van deze plannen te gedoogen. Deze verplichting geldt met name ook voor de eigenaren van de on roerende en roerende zaken bij zoo danige plannen betrokken, en voor de overige rechthebbenden op die zaken. De uitvoering wordt zoo noodig met den sterken arm mogelijk ge maakt Schaderegeling. Artikel 3. Indien voor eigenaren of rechthebbenden aanmerkelijke schade ontstaat, kan hun, volgens nader te stel len regelen, door de daartoe aan te wij zen instantie een tegemoetkoming toe gekend worden. Met de rechten van hypotheekhouders en andere rechtheb benden wordt bij de toekenning zooveel mogelijk rekening gehouden Artikel 4. Indien voor eigenaren of rechthebbenden aanmerkelijk voordeel ontstaat, kan, volgens nader te stellen regelen, door de daartoe aan te wijzen instantie een bedrag worden vastgesteld, hetwelk zij aan het Rijk moeten betalen. De vordering van de Overheid, voort vloeiend uit het voorgaande lid, is op de betrokken zaken bevoorrecht boven alle andere voorrechten en zelfs boven hypo theek en pand. Het voorrecht blijkt op de zaak gevestigd, in welke handen zij zich ook bevindt. Onteigening. Artikel 5. De Regeeringscommissaris kan tot onteigening van onroerende of roerende zaken overgaan. De onteigening vindt plaats door aan zegging door den Regeeringscommissaris, gericht tot den burgemeester. De eigendom gaat over, vrij van alle lasten en rechten. Volgens nader te stellen regelen wordt door de daartoe aan te wijzen instantie een redelijke vergoeding toegekend. Met de rechten van hypotheekhouders en an dere rechthebbenden wordt bij de toeken ning zooveel mogelijk rekening gehou den. Artikel 6. In alle moeilijkheden, welke zich bij de uitvoering van dit besluit mochten voordoen, wordt voorzien door den Regeeringscom missaris. Rechtsvorderingen tegen deze voorzieningen worden niet toege laten. Voor uitvoering van werken goedkeuring vereischt Aanvragen vóór 1 Juni. De Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht heeft bepaald, dat werken op het gebied van waterbouw, spoorweg bouw, wegenbouw, burgerlijke en utili teitsbouw, voorzoover geen speciaal grondwerk zijnde, van 17 Juni af niet mogen worden ondernomen of voortge zet zonder goedkeuring van den Regee ringscommissaris voor den wederop bouw. Voor in uitvoering zijnde werken moet voor 1 Juni schriftelijk toestem ming worden gevraagd. In verband met deze bepaling, is de Rijksgebouwendienst op het oogenblik bezig met het maker, van een verzamel- staat van alle in uitvoering zijnde wer ken, welke opgave dan ter beslissing aan den Regeeringscommissaris kan worden voorgelegd. Opgave moet dus vóór 1 Juni geschieden. Alle in uitvoering zijnde wer ken gaan op het oogenblik nog normaal door, totdat de beslissing van den Re geeringscommissaris bekend is. De algemeene indruk is, dat het mee- rendeel der werken voor rekening van het Rijk wel zal kunnen worden voort gezet. Met name noemde men ons in dit verband de verdere voortzetting van de automatiseering van de Rijkstelefoon, waaarvan men stellig voortzetting ver wacht. Onze kolenmijnen zijn niet vernield Toch voorloopig geen huisbrand wegens vervoersmoeilijkheden. Er is, naar wij vernemen, voorloopig nog geen kans, dat er kolen beschikbaar zullen gesteld worden voor huisbrand doeleinden. Velen zullen bij het mooie weer van thans en ook in de komende zomermaanden geen behoefte hebben aan huisbrand. Er zijn echter ook huizen, waar men voor warmwatervoorziening, badkamers, etc. ook 's zomers moet sto ken. In die gevallen moeten de men- schen zich behelpen. Voor de industrie zijn er, zooals on langs reeds gemeld, regelingen getrof fen, op grond waarvan in de behoeften van bedrijven voorzien kan worden. Zoodra de positie ruimer wordt, zullen waarschijnlijk vooreerst de regelingen voor de industrie vergemakkelijk wor den. Dat er thans voor huisbrand geen kolen zijn is niet een gevolg van gebrek. De Nederlandsche mijnen zijn gespaard gebleven en kunnen dus haar volle pro ductie bieden, een productie, welke, in dien zij geheel aan ons land ten goede komt, voldoende is. De moeilijkheden schuilen evenwel in het vervoer. Aan het herstel der transportverbindingen te land en te water wordt met kracht ge werkt. Zoodra hier meer faciliteiten be schikbaar zijn zal de aanvoer ook vlot ter kunnen verloopen. Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden zet zijn werk voort Naar het Vad. van bevoegde zijde ver neemt, hoopt het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden, gevestigd Konings kade 17 te dezer stede, zijn werk zoo krachtig mogellijk voort te zetten. De A. N. W. B. Ingevolge reeds vroeger genomen be sluiten, berekend op het geval, dat het hoofdkantoor van den Kon. Toeristen bond A.N.W.B., zou kunnen worden ge- isoleerd van de bijkantoren, heeft de oud-voorzitter van den bond, de heer Edo J. Bergsma, de waarneming van het voorzitterschap op zich genomen, daar de voorzitter de heer H. P. J. Bloemers, burgemeester van Arnhem, zijn gemeen te niet kan verlaten. Alle kantoren van den A.N.W.B. zijn volkomen ongeschon den heropend. Maatregelen zijn getroffen om de bondsuitgaven zoo snel mogelijk te her vatten. Voor de vorige week is een ge combineerde nooduitgave van de Kam pioen, de Autokampioen, de Toeristen kampioen en de Waterkampioen ver schenen. In een hoofdartikel van dit nummer wekt de heer Bergsma op tot moedig voortwerken en niet versagen. Geldigheid van kunslmestbonnen De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Land bouw en Visscherij, heeft bepaald als tijdstip, waarop de geldigheidsduur van de kunstmestbonnen, uitgegeven voor het bemestingsjaar 1939/1940, zal zijn geëndigd: A. voor zoover tegen inwisseling daar van stikstofhoudende kunstmeststoffen kunnen worden betrokken: 1 Juli 1940; B. voor zoover tegen inwisseling daar van fosforzuurhoudende, kalihoudende of gemengde kunstmeststoffen kunnen worden betrokken: 1 Juni 1940. 120.000 menschen naar 50 vluchtoorden De heer H. de Bordes, oud.-bur- gemeester van Bussum en commis sarisvoor de evacuatie in Noord- Holland, heeft aan de Tijd mede- deelingen gedaan over het verloop van de georganiseerde ontruiming. Het volgende is er aan ontleend. In September is men met de organisa tie begonnen en haast dag en nacht is er gewerkt om een en ander zoo vlug moge lijk geregeld te hebben. Men wist immers niet wanneer de noodzaak daar zou zijn. Er was gerekend op overbrenging van ongeveer 160.000 a 170.000 menschen, ver deeld over 80 vluchtoorden. Doordat de evacuatie van sommige gemeenten in Noord-Holland, zooals Bussum, Naardien en Weesp, niet noodig bleek, omdat de capitulatie toen al een feit was, is het aantal beperkt gebleven tot ongeveer 120.000 verdeeld over 50 vluchtoorden. Dat waren gemeenten uit Utrecht en Noord-Holland, wier ingezetenen uit sluitend in Noord-Holland waren onder gebracht. Daarbij werd zooveel mogelijk gezorgd, dat gezinnen bijeen bleven. In de omgeving zijn Nederhorst den Berg, Ankeveen, Kortenhoef, Weesper- karspel en Muiden geëvacueerd. Amster dam zelf is, zooals men weet, niet ge- evacueerd; wel kon men daar uit be dreigde stadsgedeelten uitwijken naar andere wijken. Zeer vlot is de evacuatie verloopen. Vrijdagmorgen kwam het bericht dat de oorlog was uitgebroken en reeds denzelf den dag reden de eerste treinen uit de ontruimde plaatsen weg. Iedereen werkte daartoe mee. Men wist dat het nu een maal onvermijdelijk was en aanvaardde het dan ook in volle onderwerping, al was het voor den mensch individueel hard, zijn woning te moeten verlaten en op reis te moeten zonder te weten of men nog zou kunnen terugkeeren en of bij thuiskomst de woning er nog zou staan. Ook de bedlegerigen, die in goede renwagens vervoerd werden, klaaagden niet. De menschen werden uitsluitend per trein naar hun vluchtoord gebracht, op dat de wegen vrij zouden blijven. Toch hebben ettelijken spontaan op allerlei vervoermiddelen hun woonplaats ver laten, maar de allermeesten zijn toch op georganiseerde wijze naar de vluchtoor den gekomen. Daar was door onderling overleg van de burgemeesters reeds alles in gereed heid gebracht Buitengewoon hartelijk zijn de hulp en de medewerking in de vluchtoorden ge weest. Men deed wat men kon, om toch maar te kunnen helpen. Ook op de enkele dagen, dat men in de vluchtoorden moest verblijven, is er een innig contact ont staan tusschen de vluchtelingen en de bewoners. De saamhoorigheid was prach tig. Geen wanklank is er vernomen. Bij het vertrek bleek door het hartelijk af scheid, hoe sterk de jonge banden waren gebonden, en soms was een c-meeente- bestuur voltallig aanwezig. De heer De Bordes las een brief voor van een burgemeester eener geëvacueerde plaats aan het gemeentebestuur van een vluchtoord, waarin deze burgemeester namens zijn gemeente in bewogen be woordingen dankte voor de ondervonden zorg en naastenliefde. De terugkeer is ook goed gegaan. Daar men echter niet wist, wanneer en onder welke omstandigheden die zou geschie den, kon men op eigen gelegenheid gaan of wel in groepen per trein, autobus, fiets of schip. De eenige verrassing, die zich bij deze evacuatie heeft voorgedaan, is. dat ook eenige gemeenten in Noord-Holland, waarop men niet gerekend had, wegens inundatie geëvacueerd moesten worden. Haar inwoners werden ondergebracht in die vluchtoorden, welke bestemd waren geweest voor gemeenten, die niet meer geëvacueerd behoefden te worden. Op een klein gedeelte na, b.v. de zieken, zijn allen thans weer terug. Te betreuren is, dat veel geëvacueerden bij terugkeer hun woning beroofd of vernield hebben gevonden door misdadige elementen, die hun slag sloegen ten koste van hen, die voor het landsbelang hun have en goed verlieten. En dit is niet slechts op een enkele plaats voorge komen. Na de Paaschvacantie begint Boy als gauw de llures aan te nemen van een grooten jongen, tv ,fannie in de vacantiedagen meenen, dat m toch nog wel echt haar kleine jongen was, laar manneke, dat alles van vader' en moeder verwachtte, ze ziet nu, dat ze die illusie prijs den moet. Boy onderwerpt zich aan het bren- a jlen en halen, maar toont duidelijk zijn tegenzin. i,aai: moederhart lijdt meer dan ze zelfs aan vout wil bekennen en met weemoed denkt ze i het blijde gezichtje, dat ze na de eerste cnooidagen zag. Nu heeft Boy vaak nog het een n j n ander te doen, als de school uitgaat, iets op te >ergen of een bord schoon te maken voor de juf- 1 nffW' Mamma mag daar wel bij zijn, o zeker, de ynrouwpraat graag even met „mevrouw van lavensteijn", prijst haar zoon meer dan voor zijn «In K 00£.en dienstlS is. maar ondertusschen is vnii mJ school jóngen in actie, die momenteel geen WI voor zijn moeder heeft. Mij is zoo hulpvaardig", vertelt de juffrouw. m°£ ïit ze§ vaak: Jongen laat dat bord nou, je moogt he '^morgenochtend wel doen, je mamma staat te wei?"iaar daai" heeft meneer Been ooren 'u M°et ewst klaar", antwoord Boy. i "iets voor de juffrouw te doen. dan pig. hy zich tusschen een groepje lawaaiende i rtoi Plagen of schelden schijnt hij geen rü hebbe"- Haar raad heeft dan wel ge- cu loipen. Of - verzwijgt hij het? „We dienen er blij om te zijn, dat hij zich weet aan te passen", zegt Wout. Hij heeft gelijk. Maar Jannie kan zich niet tot een dergelijke blijdschap opwerken. Begrijpt Wout niet, wat het voor haar is, als hij zich aan anderen geeft en haar voorbij ziet? Begrijpt riiij niet, hoe voorals het halen langzamerhand een kwelling voor haar wordt? „Schei er mee uit", raadt Wout. „Laat hem mee gaan met de jongens van Blonk en Schutte." De jongens van Blonk en Schutte wonen ver der nog van het dorp en gaan ook per fiets naar school. Evenwel ze gaan op de Christelijke school en, wat erger is, ze zijn al zoo gróót. Boy op zijn kinderfiets zou veel te snel moeten trap pen. Zijzelf rijdt uiterst langzaam, maar dat kun je toch niet van zulke jongens verlangen? Soms doet het haar pijn, dat Wout haar zoo weinig begrijpt en zich zoo weinig zorgen maakt over het kind. Is dat dezelfde Wout, die zich de eerste week opwond over een paar scheldwoor den? Is dat haar man, die vroeger haar kleinste bezwaren wegnemen wou, die haar al begreep, eer ze sprak? Ze begint zich zoo hopeloos eenzaam te voelen. Met moeder kan ze evnmin over deze dingen spreken. Hoewel moeder ook gevolig was, is ze zoo heel anders. Jannie heeft nooit gemerkt, dat moeder over haar en Henk piekerde. Van den eersten schooldag af trokken zij met de Leek- stra's en nog eenige anderen te voet naar school en moesten ze tusschen den middag overblijven. Maar zou het moeder dan nooit een traan hebben gekost, als ze haar kleine meisje om acht uur zag vertrekken en haar pas tegen vijven terugkreeg? Dat móét haast wel. Misschien zou er toch wel over deze dingen met haar te praten zijn, als tante Da er niet altijd bij was. Tante Da is nu eenmaal een wonder van kordaathied en moeder komt steeeds sterker onder haar invloed. „Als ik de meisjes maar had mogen houden", denkt Jannie al vaker En sterker dan ooit te voren prikkizeert ze over het waaróm En tegen haar wil moet ze telkens denken aan de Leekstra's. Het is soms, of ze moeder Leekstra tegen zich spreken hoort. Het is dikwijls, of ze vader Leekstra's af scheidswoorden hoort. „Wout, Wout toch", schreit het in haar, „laat me niet zoo alleen!" Wout komt zelden meer onverwachts 's morgens of 's middags even binnenvallen. Wout moet 's avonds vaak naar Henk Bij zijn thuiskomst is hij dan weinig spraakzaam. Wout heeft zorgen en het bedrijf is hem te zwaar begrijpt Jannie. Wout gaat naar Henk om raad en dat valt hem moeilijk. Was Jannie niet zoo vervuld van eigen leed, ze zou trachten Wout's zorgen tot de hare te maken. Ze weet niet, dat hij even eenzaam is als zij. Einde Mei begint Boy zoo nu en dan „vader" te zeggen in plaats van „pappa". Wout mag dat wel. Hij begrijpt niet, wat Jannie er op tegen heeft. De jongen is nu zeven, kan wel voor negen door gaan, wat zijn lengte betreft, en is ook verstan delijk zijn leeftijd ver vooruit. Dat baby-achtige pappa wordt werkelijk te mal. Janie zou met deze opvatting gaarne instemmen, als het haar niet zoo ergerde, dat de jongen ook hierin alweer door anderen was beïnvloed. Ze vraagt maar niet eens, wie hem zoo wijs heeft gemaakt, bedenkt, dat hij op school in het bijzijn van juffrouw of kinderen haar ook nooit meer mamma noemt. Goed, nu zal ze hem vóór zijn. Zélf zal ze hem zeggen, dat hij haar moeder noemen moet en in het vervolg tegen vader ook nooit meer pappa moet zeggen. Boy straalt. Is dat even fijn? Hij schrok tot nu toe altijd even van zijn eigen moed, als hij „vader" zei en tot „moeder" had hij het uit zich zelf nooit durven brengen. Maar nu mag het. Wout vindt Jannie's daad bijzonder verstandig. Zoo min je een kind in zijn lichamelijke ontwik keling remt, zoo min mag je zijn geestelijken groei belemmeren. Maar als Boy op zekeren dag komt vertellen, dat hij voortaan „Dolf" heeten wil, gaat die groei zijn vader toch al te snel. „Je bent onze Boy", zegt hij. „Waarom zouden we Dolf tegen je zeggen? Dat doet de juffrouw op school toch zeker ook niet?" „Maar de bovenmeester wel", antwoordt de kleine kerel, trotsch op deze onderscheiding. „De bovenmeester zei eerst Adolf. En toen zei ik: zoo heet ik niet. En toen zei hij: zoo heet je wèl. Boy is niet je echte naam. Boy beteekent enkel maar": jongen, en we weten wel, dat je geen meisje bent. En toen zei de juffrouw, dat ze dan liever Dolf zou zeggen, want dat vindt ze zoo'n mooien naam. Maar ze zegt toch altijd nog Boy. Nou, en Jan van Zanten z'n zuster dient bij deftige menschen in de stad en daar hebben ze ook een Dolf. En die is nog maar vier jaar." „Boy wordt dus, als zijnde te kinderachtig, af geschaft", zegt Jannie. „Maar kerel, er zijn wel groote meneeren, die nog Boy heeten", pleit Wout. „Waarom zouden we jou dan anders noemen? Ik ken een meneer, die dokter is, en dien noemen zijn vader en moe der toch nog Boy." „Hoe kan dat nou, vader. Je kan een grooten man toch niet jongen noemen?" „Niet kwaad opgemerkt", vindt Jannie. „Voor Boy valt het taalverschil weg." Moeder zegt dat enkel tot vader. Boy kan het niet goed verstaane nnog minder begrijpen. Maar, dat hij moeder op zijn hand heeft, snapt hij best. Wout begrijpt dat ook, maar hij weet niet, hoe Jannie zich wreekt over het verlies van „mamma". Zélf weet ze dit nauwelijks, voelt het alleen als een weldaad, dat .er nu eindelijk eens iets is, dat hem raakt. Wout wil er in het bijzijn van den jongen niet over doorgaan. Later, samen met Jannie echter, barst hij uit: „Hoe vindt je nou zoo'n schoolvos. Waar heeft hij zich mee te be moeien." „Hij zal wel niet gedacht hebben, dat Boy het oververtellen zou." „Wat hij gedacht heeft, laat me koud. Ik zal hem zijn deel eens gaan geven". „Zou ik niet doen". „Hij wilt me altijd van dien kerel afhouden. Ik begrijp niet waaróm. Vind je hem zoo sympa thiek?" „Dat weet je wel beter. Ik mag hem evenmin als jij, maar wat kun je tegen hem inbrengen? Hoogstens dat hij zich bemoeit met dingen, die hem niet aangaan, maar dan zal hij je antwoor den, dat hij er niets bizonders mee bedoeld heeft, dat hij het bij wijze van grap heeft gezegd. Zoo <al het wel gegaan zijn ook. denk ik. Welk be lang heeft de man er bij, of het Boy is of Dolf?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5