Chamberlain bespreekt de Noorsche zaken
5
De critiek op Chamberlain
Rheumafiek
Spier.
PUF)
AKKERTJE
SAMBO DE OLIFAN
WL&JSSBS^
WOENSDAG 8 MEI 1940
EERSTE BLAD
Churchill krijgt
oppertoezicht over
de oorlogvoering
Er komt geen klein
oorlogskabinet
Gistermiddag heeft de Britsche premier
Chamberlain zijn met groote spanning
verbeide rede gehouden in het Engelsche
Lagerhuis over het verloop van het Noorsche
avontuur. In zijn rede zeide Chamberlain
o.m.:
Indien Zweden besluit neutraal te blijven
in verband met den uitgeoefenden druk, dan
hoop ik, dat het volkomen onpartijdig zal
blijven.
Hij zeide ook, dat Frankrijk vastberaden
blijft, Turkije onwrikbaar staat en Egypte
zijn verdediging heeft versterkt.
De toestand is beter geworden door hot
terugkeeren tot de normale vlootsterkte in
de Middellandsche Zee.
Wij hebben, zeide Chamberlain, van den
Noorechen opperbevelhebber de dringendste
verzoeken ontvangen, Tronthjem ten koste
van alles aan te vallen. Als wij geweigerd
zouden hebben aan dezen oproep gehoor te
geven, zou men ons terecht het verwijt heb
ben kunnen maken, dat ons eenige doel in
Scandinavië het Zweedsche ijzererts was, en
dat wij niets om de vrijheid der kleine na
ties gaven.
Ik wil hier hul'de brengen, zoo vervolgde
Chamberlain, aan het merkwaardige kunnen
waarvan onze marine en ons leger blijk ge-
ge. en hebben bij de uitvoering van het be
vel tot terugtrekken der strijdkrachten van
Namsos. Het is alles in een enkelen nacht
gebeurd en zonder ook maar een man te
verliezen. Den volgenden morgen ontdekten
de Duitschers dat de Engelschen reods wa
ren scheep gegaan en zonden onze schepen
vijftig bombardementsvliegtuigen achterna.
Wanneer men rekening houdt met het teit,
dat deze aanval buiten het bereik van onze
jachtvliegtuigen plaats vond en alleen door
liet luchtafweergeschut van on^e schepen
moe6t worden bestreden, kunnen wij ons
gelukkig achten slechts een Engelsche een
Fransche torpedojager verloren te hebben.
Op dit oogenblik zijn al onze manschap
pen van Andalsnes en van Namsos vertrok
ken en de campagne in Zuid-Noorwegen is
afgeloopen. Het terugtrekken van de troe
pen uit het Zuiden van Noorwegen is niet te
vergelijken, aldus Chamberlain, met het
terugtrekken uit Gallipoli in den grooten
oorlog. Er waren geen groote troepenmach
ten bij betrokken, niet veel meer dan een
divisie. De verlieeen zijn dan ook
niet groot en er werd niet veel ma
terieel achtergelaten. De Duitsche verliezen
aan oorlogsbodems, vliegtuigen, transport
schepen en menschen, zijn grooter dan de
Britsche. Engeland heeft evenwel een pres-
tige-verlies geleden en aan het sprookje van
de Duitsche onoverwinnelijkheid te land -8
voedsel gegeven. Dit heeft de Engelsche
vrienden eenigszins ontmoedigd, doch op het
oogenblik moet men dit aanvaarden.
Betreffende de actie van het buitenland
ieide de minister-president, dat Frankrijk
opmerkelijk vastberaden is, terwijl Turkije
onwrikbaar blijft. Egypte versterkt zijn ver
dediging en in het Nabije en Midden-Oosten
is de toestand gekalmeerd door het herstel
van de normale vlootsterkte in de Middel
landsche zee.
Geen voorbarige conclusies
Chamberlain vroeg den leden van 't Huis
zich niet overijld een denkbeeld te vormen
van de tot nu toe bereikte resultaten. Het is
duidelijk, dat de Duitschers winstöh hebben
"behaald, dooh het is ook duidelijk, dat zij
een hoogen prijs hebben betaald en het is
nog te vroeg om te zeggen naar welke zijde
dc weegschaal zal doorslaan.
De veldtocht is nog niet ten einde en een
groot deel van Noorwegen is nog niet door
de Duitschers bezet. De Koning en de Re
geering bevinden zich nog op Noorschen
bodem en zij zullen de resten van de Noor
sche strijdniacht rond zich verzamelen om
te strijden tegen den invaller, waarbij En
geland aan hun zijde zal staan.
Duitschland met zijn groote en wel uitge
ruste legers zoo, dat het op elk oogenblik
op verschillende punten kan aanvallen. Wij
wenschen gereed te zijn om een aanval te
weerstaan, waar deze ook moge komen. Spr
is overtuigd, dat de gevolgen van den Noor
schen veldtocht overdreven worden en hij
.vertrouwt vast op de uiteindelijke overwin
ning van de Geallieerden. Hij voegde hier
aan toe, dat hij niet denkt, dat het Britsche
volk zich niet de gevaren, welke het land
bedreigen, voor oogen houdt.
De Minister-President wil niets zeggen
'over de toekomstige strategische plannen,
doch Noorwegen toont hoe enel het oorlogs-
tooneel kan wisselen en men moet voorzich-
t:g zijn de krijgsmacht niet te versnipperen,
hetgeen de plannen van den vijand ten
goede zou kunnen komen. Ook moet men
oppassen voor onderlinge verdeeldheid. Het
is mogelijk, dat men het hoofd zal moeten
bieden aan een oorlog tegen Engeland in al
zijn kracht, in de hoopdenmoedendenv.il
van het land te breken, dan is het geen tijd
.voor onderlinge twisten, doch moet men dc
rijen aaneensluiten. De militaire adviseurs
hebben aangeraden in het geheel geen de
batten in het parlement te houden, doch ue
Regeering heeft dit standpunt niet kunneu
aanvaarden.
Onwaardig optreden
Ijl een democratisch land, aldus vervolgde
Chamberlain, moet critiek mogelijk zijn cn
degenen, waarop critiek wordt uitgeoefend,
moeten- zich kunnen verdedigen, welke ge
varen ook bestaan. Men heeft gepoogd de
ministers van elkaar te verwijderen, derge
lijk optreden is onwaardig. Er is geen on-
eenigheid in het kabinet en er zijn geen on
derlinge intriges. Vervolgens zeide de mi
nister-president, dat sommige menschen niet
langdurige kabinets-ervaring het erover een6
zijn. dat men niet vlugger zou kunnen wer
ken, wanneer het kabiret zou bestaan uit
ministers, die vrij staan van kabinetwerk.
Dit toeteekent niet, dait hij zioh verzet tegen
wijziging van personen in het kabinet
Verder zeide de minister-president, dat
Churchill leiding moet geven aan de com
missie van de chefs der generale staven. Hij
zal bijzondere verantwoordelijkheid dragen
voor de dagelijksche oorlogvoering. Hij zal
minister van Marine blijven. De Minister-
President vertrouwt, dat Churohill zal laten
weten, indien de taak te zwaar voor hem
wordt.
De Minister-President zedde vervolgens,
dat de leden van het huis overtuigd moeten
zijn, dat het in deze spannende dagen het
best is de oorlogsindustrie op te voeren en
vliegtuigen, tanks, kanonnen en munitie te
fabriceeren. De Regecring doet alles om den
voorsprong, welken Duitschland in de jaren
van voorbereiding heeft behaald, in te halen
en zij krijgt de volledige medewerking van
werknemers en werkgevers en zij hoopt ook
op de medewerking van alle afgevaardigden
van alle partijen.
..Wij achten onszelf niet feilloos en boven
de hulp van anderen, die ons willen helpen,
verheven. Laten wij, voor de eerste beproe
vingen komen, ons met alle kraeht aan het
werk zetten en steed6 onze macht vergroo
ten. tot wijzelf in staat zijn toe te slaan,
waar en wnnneer wij dat willen".
Oppositieleiders
stellen scherpe vragen
„Na de groote verwach
ting is thans een groote
teleurstelling gekomen"
Onmiddellijk nadat de Britsche minis
ter-president Chamberlain in het
Lagerhuis verklaringen inzake Noorwe
gen had afgelegd, nam de oppositie het
woord.
A 111 e e bracht namens Labour hulde
aan het expeditiecorps, maar daaraan
voegde hij toe: „Het terugtrekken van
de troepen is evenwel een aftocht, een
achteruitgang. De rede van den minister
president van Donderdag j.l. was meer
dan optimistisch, en de rede van Chur
chill was véél te optimistisch. Door deze
redevoeringen was hoop ontstaan, en na
de groote verwachting is thans een
groote teleurstelling gekomen.
Er zijn geen aanduidingen geweest, dat
het een expeditie op kleine schaal was. Het
land beschouwde deze expeditie als van
groot belang en ook de pers stelde het als
zoodanig voor.
Toen de regeering besloot mijnen te leg
gen, om den weg van Narvik te versperren,
had zij rekening moeten houden met de
groote mogelijkheid, dat Duitschland tegen
maatregelen zou treffen.
Op 18 Maart was medegedeeld, dat een
troepenmacht van 100.000 man gereed stond
om naar Finland te gaan. Spreker kon niet
begrijpen, dat deze macht zoo snel uiteen
was geraakt. Hij had gedacht, dat dit con
tingent gereed werd gehouden, om een
Duitsche tegenactie te keeren na het .leggen
van de mijnen.
Hij wil thans weten of het expeditiecorps
groot genoeg was, of het over voldoende
uitrusting beschikte, of er voldoende vlieg
tuigen en schepen waren eri of het de goede
soort troepen waren. Ook wenschte hij te
weten, welke inlichtingen ontvangen waren
van den geheimen dienst, die immers ook
in Noorwegen werkzaam was. Spreker ver
langde te weten, of de inlichtingen van den
dienst op de juiste wijze waren gebruikt. Hij
heeft den indruk, dat de regeering zich
teveel heeft geconcentreerd op Narvik en
niet op den algemeenen toestand.
Hij kan begrijpen, dat een luchtbasis in
Noorwegen een werkelijk levensbelang was,
zonder vliegveld was mei. tot den aftocht
gedwongen. Het is dus duidelijk, dat snel
heid van handelen hier noodzakelijk was en
Attlee wenschte te weten, of de actie wel
tijdig genoeg werd ondernomen.
Tien dagen na de Duitsche landing te
Drontheim landden de Britsche troepen te
Andalsnes en Namsos.
De regeering is doof en blind, wanneer
zij niet merkt, dat het volk angstig is en
niet overtuigd, dat de oorlog met voldoen
de kracht wordt gevoerd en zulks niet al
léén in Noorwegen. De veldtocht in Noor
wegen bracht slechts het hoogtepunt van
die ontstemming. Men zegt, dat zij, die de
verantwoording dragen, mannen zijn, die
een bijna onafgebroken loopbaan van mis
lukking achter den rug hebben. Noorwegen
volgt op Tsjecho-Slowakije en Polen.
Attlee haalde hier de „Times" aan, welk
blad schreef, dat de zwakheid van den mi
nister-president steeds is geweest zijn toe
wijding jegens zijn collega's, die ofwel mis
lukkelingen zijn, ofwel rust noodig hebben.
Attlee waarschuwde, /lat men het lot van
het land niet in handen kan leggen van
menschen, die ofwel mislukkelingen zijn,
ofwel rust behoeven. Attlee verweet de aan
hangers van de regeering, ministers te
steunen, die weten, dat zij mislukkelingen
zijn.
In het land is het gevoelen algemeen
verspreid, dat Engeland den oorlog niet Lal
verliezen, doch winnen. Doch om den oor
log te winrten, moeten andere menschen
aan net roer staan, dan zij, die thans>de
leiding hebben.
Na Attlee voerde Sinclair van de libe
rale oppositie het woord. Hij verklaarde,
geen critiek te willen leveren op het besluit
der regeering, Zuid-Noorwegen te ontrui
men, nadat haar was medegedeeld, dat het
onmogelijk was, de operaties voor de her
overing van Drontheim tot een goed einde
te brengen. Onze vraag is echter, waarom
hebben wij ons zelf in een situatie gebracht,
waarin wiji de nederlaag in Noorwegen
moesten aanvaarden; want een nederlaag
is het!
De raadgevingen aan de kleine nentralen
Sinclair wees ook op de Britsche
economische verliezen tengevolge van de
b.ezetting van Noorwegen.
Diplomatiek, zoo zeide hij, is onze positie
verzwakt in ieder land ter wereld. Het is
de plicht van het parlement, om de diepste
oorzaken te peilen van het feit, dat onze
oorlogsinspanning niet gestuwd wordt met
een meedoogenlooze, den oorlog indachtige
energie.
Neem'n
,,Het is allemaal heel mooi", zoo ver
volgde Sinclair, „om de kleine neutrale
naties te waarschuwen, dat zij risico's moe
ten loopen, om grootere gevaren te vermij
den, maar welke maatregelen hebben de
ministers genomen om onze strijdkrachten
er op voor te bereiden, aan deze gevaren
het huofd te bieden? Wij hebben een strijd
macht uiteen laten gaan, die bestemd was
voor Finland. De premier heefl gezegd, dat
wij niet alles konden voorzien, maar een
groot aantal lagerhuisleden voorzag, dat Je
Duitsche aanval met bliksemsnelheid zou
orden ondernomen en met .needoogen-
looze energie. Onze strijdkrachten hadden
moeten oefenen, zooals de Duitschers oefen
den. Wanneer wij gereed waren geweest,
hadden wij Noorwegen eerder kunnen be
reiken dan tien dagen later en voordat de
Duilscliers zich konden hebben genesteld
en gereed waren orn te opereeren met vol
ledige doeltreffendheid"
„Tienduizend manschappen", zoo vervolg
de spr., „moet stellig een overdrijving zijn
van de Duitsche verliezen in het. Skager-
rak, maar het was geen groote prijs voor
een groote, moderne overwinning, laat staan
voor een campagne."
Spr. oefende critiek uit op verschillende
tekortkomingen in de uitrusting der troe
pen en ook op het uitzenden van territoriale
troepen, in plaats van geharde manschap
pen. Een transportschip was zelfs uitgeva
ren zonder chronometer, zonder barometer
of internationaal codeboek, zelfs zonder be
scherming tegen geweerkogels of splinters'
en met slechts voldoende levensmiddelen
voor de helft der aan boord zijnde men
schen.
Churchill vroeg den naam van het schip.
Sinclair zeide. dat hij dien onder vier oogen
ter kennis zou brengen an den minister.
Zweden, zoo vervolgde preker, is thans
omsingeld en de Duitsche druk zal toe
nemen. Kunnen wij dit land helpen, tegen
stand te bffeden en zoo ja, zijn wij thans
voorbereid, om het militairen steun en
steun in de lucht te geven? De Zweden wil
len weten, of wanneer wij hen helpen, wij
alleen Zweedsche steden zullen hombardee-
ren, -die tijdelijk oezet zijn .loor Duitsche
troepen en niet de Duitsche ste 'en, van-'
raar deze troepen scheep gingen. Ecu ulti
matum aan Zweden in een dei eerstvolgen
de paar weken zou geen verrassing zijn.
Sinclair besloot: „De tijd staat niet altijd
aan onzen kant. Hitier heeft ditmaal den
ouden heer op tijd bij zijn baard te pakken
gekregen. Wij moeten een even groote snel
heid en kracht in optreden toonen, wan
neer wij den oorlog willen winnen. Het
moet uit zijn met halve maatregelen. Wij
moeten ons vereenigen voor een politiek tot
een krachtiger voeren van den oorlog."
Wedgwood trekt conclusies
De afgevaardigde Wedgwood zeide.
dat de eerste les van Noorwegen was, dal
met een luchtmacht, zooals die thans tot
ontwikkeling is gekomen, een leger, dat
niet over een luchtwapen beschikte, zich
over dag niet kan bewegen.
De tweede les is. dat alle neutralen, die
aan Duitschland grenzen, Duitschland moe
ten gehoorzamen. Het dient nergens toe, te
trachten den neutralen concessies te doen,
daar zij klaarblijkelijk beheerscht moeten
worden door vrees. Niets is van de neutra
len te verkrijgen behalve door vrees
vrees voor ons, aldus spr. en anders vrees
voor Duitschland.
De derde les is, dat de vloot Engeland
kan redden van uithongering, maar niet
van een invasie.
Klaarblijkelijk heeft de regeering geen
plannen voorbereid tot bestrijding van een
inval in Engeland. De superioriteit der
Engelsche vloot was niet in staat, om te
verhinderen, dat troepen zich naar Noor
wegen begaven en het feit, dat zij dit niet
verhinderde, maakt het buitengewoon ge
makkelijk, zich voor te stellen, dat iets
dergelijks ook kan gebeuren aan de Zuid
kust van Lincolnshire, of in de Washbaai.
De vierde les is, dat ook Engeland gereed
moet zijn. om een bliksemsnellen slag te
slaan, waarvan de essentie i9 het doen van
iets onwettigs.
Het zou beter zijn, wanneer Zweden wist,
dat wij zullen optreden, wanneer Duitsche
troepen optrokken naar den spoorweg naar
Lulea. Spanje en Italië behooren te weten,
dat wij zouden kunnen gaan optreden,
voordat zij ten oorlog trekken, in plaats,
da» wij op hen wachten.
Admiraal sir Roger Keyes, die in uni
form was, zeide zijn uniform te hebben
aangetrokken, omdat hij wilde spreken na
mens officieren en manschappen van de
vloot. Hij wees er op, dat wanneer een paar
schepen de fjord van Drontheim terstond
waren binnengevaren het leger bereid was
geweest, om samen te werken en de ver
overing van Drontheim spoedig tot stand
zou zijn gebracht. De gevaren voor de vloot
zouden gering zijn geweest, vergeleken met
die, welke bij. andere operaties zijn voorge
komen. Spr. had voorstellen van dien aard
bij de admiraliteit ingediend, maar hem
was gezegd, dat het niet noodig werd ge
oordeeld, naar Drontheim op te varen, aan
gezien het leger goede vorderingen maakte
en de toestand in de Middellandsche Zee
het niet wenschelijk maakte, schepen te
riskeeren.
Toen spr. deze woorden had uitgesproken
werd er geroepen „schande".
De conservatieve oud-minister Amery
verklaarde, dat de geheele leiding van den
oorlog, zooals die tot dusverre is gevoerd,
een diepgaand onderzoek eischt. Spr. ver
klaarde, dat het duidelijk was, dat er geen
plan was opgesteld, om" het hoofd Ie bieden
aan de eventualiteit van een bezetting der
Westelijke Noorsche havens door Pijitsch-
land.
Spr. oefende critiek uit op het feit, dat
men er niet in is geslaagd, een van de ha
vens in te nemen, die de Duitschers met een
handvol mannen genomen hebben Hij
vroeg, op wiens gezag de onmisbare hamer
slag van de vloot op Drontheim afgc'u-J
was. E? moet een verandering komen (ge
roep (fer oppositie „eerst moet er een \er
andering komen in de regeeringsmariiie
De volgende slag kan elk oogenblik vul
len. Zoolang de huidige methoden heer*
schen, zal de tijd niet aan onzen kanl ziin
aldus spr.. omdat het methoden zijn die
onvermijdelijk tijd verknoeien en besluiten
verzwakken. De eenige manier i* de instel
ling van een hoogste oorlogsdirertnrant.
dwz. precies het type van een oorlogs
kabinet. zooals Llovd George dat invoerde
in den vorigen oorlog en zooals de overwel
digende meerderheid van het lagerhuis en
het puhliek dat eisrhen.
Amery besloot zijn rede met een aan
haling van Cromwell waarin deze in een
toespraak tot het z.g. lange parlement zeide:
„C.ij heht hier te lang gezeten voor hetceen
gij gedaan hebt. Vertrek, zoo zeg ik. en
laten wjj met TT hebben afgedaan. In nnnm
van God. ga".
De redevoeringen van Keyes en Amery
werden ook toegejuicht door een aantal
regeeringsaanhangers.
Minister Stanley antwoordt
Stanley, de minister van oorlog hrefi
namens de regeering op de critiek geanl
woord met een rede. die in bijna vnlslmreit
stilzwijgen werd aangehoord.
Hij wees er allereerst op dat de slechte
toestand van voorbereiding, waarin de Noor-
Rcho defensie zich bevond, de oorzaak was
van de snelle successen welke de Duitsclv i>'
hadden kunnen behalen.
Het was van den beginne af duidelijk zoo
vervolgde hij. dat er slechts twee dingm
van strategisch belang vo*ir ons openslon 'en
namelijk Tronthjem en Narvik. Narvik is 't
kanaal naar Zweden F.en van de meest he
langrijke dingen was dc verbindingen te her
stellen met Zweden, indien dit kon Het
noodzakelijk de omstreken van
Tronthjem te verkennen, teneinde uit te
zien naar havens. Als resultaat ontdekten
ij Namsos en Andalsnes. maar deze havens
•aren klein, zonder eenige werkelijke in
stallaties voor de ontscheping van zwaar
materiaal. Er was één kraan in Andalsnes
en geen enkele in Namsos. Stanlev bracht
hulde aan de bataljons Territorials, welke
aan Jnnii gezet waren om de havens en de
spoorwegen togen Duitsche luchtaanvallen
Duitsche parachutisten te beschermen.
De Noren waren uitgeput na een gevpcht
in veertien dagen en deze twee bataljons
Territorials waren op zichzelf aangewezen
met dikwijls onbeschermde flanken, om den
Duitschen opmarsch tegen te houden. Zij
vochten met de grootste dapperheid en wis
ten zich uit den moeilijksten toestand te be
vrijden. In korten tijd werden zij aange
vuld door een brigade geregelde troepen
die aan den Duitschen opmnrsch groote
moeilijkheden in den weg legden en zware
verliezen veroorzaakten, waarbij verscheiden
tanks vernietigd werden. Als resultaat hier
van kon deze brigade zich terugtrekken van
de eene voorbereide positie op de andere.
Er bestaat geen twijfel dat. indien het pro
bleem van de luchtmacht geen beslissende
rol had gespeeld, het zeer wel mogelijk ware
f^bweest voor deze troepen, indien versterkt
en vóórzien van doe'treffpnd geschut, om
hun stellingen voor langoren tijd te hand
haven. Alles hing af van de mogelijkheid om
hulp in de lucht te bieden. Dit is ondanks
de dapperheid van het vlootlurhtwapen en
van de luchtmacht gebteken geheel onmo
gelijk te zijn Hoewel de'verliezen van be-
teekenis waren in verband niet den omvang
en het belang van de operaties, .waren zij
niet onevenredig zwaar geweest
uw ADRES
Voor de BEHANDELING van
Uw BOEKHOUDING en
BELASTINGZAKEN is:
A. BERGHOUT
Belastingconsulent Lid N. I. v. B.
KERKSTRAAT 3. Telef. Kantoor *62
Telefoo" Woonhuis No. 363.
BERKEL EN RODENRIJS
(Reel.)
Een proclamatie
van koning Haakon
„Het moreel van het volk blijft
onaangetast"
De Duitsche oorlogsbuit
Koning Haakon heeft een proclamatie
tot het Noorsche volk uitgevaardigd, waarin
hij verklaart:
In Noord-Noorwegen bezetten wij nog
steeds sterke posities en van hieruit zullen
wij er met steun en hulp, welke thans over
wogen worden, in slagen de rest van het
land te heroveren. De overmacht van don
vijand. »n aantal, zoowel technisch, te land
en in hei hizonder in de lucht, heeft ons tot
den terugtocht gedwongen. Wij hebben re
den aan te nemen, dat dit spoedig zal ver
anderen. De Duitschers hebben in Noorwe
gen geen oorlog gevoerd, maar zioh overge
geven aan moord en brandstichting. Het mo
reel van het volk blijft echter onaangetast
Ik en de regeering zijn vastbesloten vol te
houden tol het land ls bevrijd.
Koning Haakon zegt verder in zijn procla
matieGelijk de eerste Duitsche aanval
misdadig was, zoo was de Duitsche oorlog
voering van de afgeloopen vier weken mee
dongen loos en barbaarsch. Open steden, on
verdedigde dorpen, visschers in hun kleine
visschersbooten en hoepitaalschepen met
een groot, gemakkelijk te herkennen, rood
kruis zijn gebombardeerd en met machine
geweren beschoten.
In gelijke omstandigheden zijn onze sol
daten gelijkwaardig aan de Duitsche en
meer dan dat De Duitsche verliezen ter zee
en Ie land zijn tot dusver vele malen groo
ter geweest dan de onze Elk vernield huis,
elke moordaanslag op weerlooze burgers ver
sterkt slechts den wil van ons volk om de
invallers uit het land te verdrijven. Wij zijn
er zeker van dat de bevolking in de bezeMe
districten zich gedragen zal met de waar
digheid, welke door de omstandigheden
wordt vereischt
Noorsch ministerie te Londen
Sir Arthur Salter, de parlementaire
secretaris van het Kagelsche ministerie voor
scheepvaart, heeft gister verklaard, dat de
Noorsche regecring vertegenwoordigers heeft
gezonden om in Londen een Noorsch minis
terie voor scheepvaart te vormen, dat in
samenwerking met het Britsche ministerie
zal optreden.
De strijd bij Narvik
De operalies lót omsingeling van de Duit
sche troepen door de geallieerden worden
voortgezet in het gebied van Narvik, waar
de Duitsche posten herhaalde malen zijn
aange\ allen \ldus heeft de B B.C. gister
avond gemeld.
In Midden-Noorwegen blijven Noorsche
contingenten weerstand biedem. Gisteravond
om half negen meldde de B.B.C. nog, dat
in de laatste dagen geallieerde iroep^nont-
schepmgen ten Noorden van Narvik ten
uitvoer zijn geiegil. Uit isain^ afK0m.Mtg«T
de' ichementen Noren zouden op weg zijn
naar het Noorden om zioh bij de geallieer
den te voegen. In Midden-Noorwegen wordt
de guerilla voortgezet.
Duitschiands krijgsbuit
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit
Berlijn, dat de in dienst stelling van voor
dc ktisi bewaking noodzakelijke Noorsche
vaartuigen mei de Duitsche oorlogsvlag in
top voortdurend vorderingen maakt. Maan
dag zijn zeven tamelijk groote en tien kleine
bewakingsvaartuigen gewapend en bemand.
Hoewel de pacificatie van Midden- en
Zuid Noorwegen als afgesloten kan worden
beschouwd, zijn de door Duitsche troepen In
veiligheid gebrachte wapen voorraden nog
niet te overzien. Voortdurend worden berich
ten over nieuwgevonden opslagplaatsen ont
vangen. Voor dc beveiliging van Noorwegen,
in het hijzonder voor de kustverdediging, is
liet in beslag nemen van kugtbatterijen van
bijzonder belang. Op eilanden voor Bergen
zijn \erscheidene kanonnen van midden-
fcaliter en veel munitie, mitsgaders zoeklich
ten overgenomen.
Duitsche massa-graven
de
Zweedsche dagbladen gemeld. Men consta
teert, dat dagelijks vrachtwagens, beladen
met dooden en gewonden, in Oslo aankomen.
De dooden worden hegraven in gemeen
schappelijke graven en in groepen van vijf
tig Er zijn w eer verscheidene scholen in Oslo
gerequireerd door de Duitsche autoriteiten
Men gelooft, dat dit geschiedt ten behoeve
\an het onderbrengen van Noorsche gevan
genen.
De levensmiddelenvoorziening wordt in
Noorwegen steeds verontrustender en de
Noorsche Minister van Landbouw heeft een
oproep gericht tot de bevolking, waarin hij
zogt. dat hét Noorsche volk zich noo:t ineen
zoo ernst igen toestand heeft bevonden. In
den oproep wordt gezegd: „ieder moet zioh
ten zeerste inspannen om zich voor te bcroi
den op den komenden winter".
NVvh. J. GILTAY i
BOEKBINDERIJ
i
DORDRECHT TELEF'
LANSBURY OVERLEI
George ansbur/, de vroege)
sche labourleider, is in den ouderdo
jaar overleden. i
George Lansbury werd den 21en|
1859 in Suffolk geboren. Afgezietj
kort verblijf als kolonist in Queens!
de hjj o afgebroken in het oosteli.il
van Londen als houthandelaar. I
#1
/i
Zijn voornaamste belangstelling I
ter al vroeg uit naar de politiek,
hij lid van de radicalen en later 1
tot de Independant Labour Partij. E
In 1926 ondernam Lansbury een|
Rusland. In 1927 werd hij op het
Engelsch^ arbeiderspartij tot voorf
partij benoemd. Toen Mac Donal
1929 zijn tweede kabinet vormde, w
bury minister van arbeid. Bij de
van dit kabinet door Mac Donald!1
trad Lansbury, tezamen met de gi
derson. die in de oppositie ging,
geering.
Toen Henderson bij de verkiert
October 1931 zijn mandaat verloor
thans overledene tot voorzitter1 va^
lemer.tsfractie benoemd en toen
als partij-leider aftrad in 1932 in
tot voorzitter van de labour-parti^
Toen echter zijn partij zich voor®
tiebesluit der regeering tegen It*
klaarde, leede Lansbury in October
uitgesproken pacifist het voorzitten
partij neer. hetwelk van toen af «1
joor Attlee werd bekleed. I
li
Nog geen politieke k
in Engeland
Volgens Reuter dreigt er in Gro
nië nog niet onmiddellijk eetfC
crisis uit te breken. Wel stnnn de
alle politieke partijen critisch tegf
geheelen toestand, maar do zake^;
fe hebben
sterk deel der regeeringsaanhaneej
wijziging zou vragen. Vele regw
hangers achtten de rede van Ch(j.
teleurstellend, anderen noemde^
rede van een vermoeid man. maar
tomin zal bij uitblijven van on'
ontwikkelingen de groote massa r
ingeval de oppositie haar zou
bevoegd te verklaren, om den
te zettén Iets dergelijk;
gelijke resultaten van de bijeen]
Labour-partij, welke vandaag
hebben.
Geen nieuwe maatrejj
in België ei
De Belgische bladen publiceeilw
commentaar de berichten over d#
dcrland genomen veiligheidsmr
Bevoegde Belgische kringen verk;
op het oogenlJik geen enkele s|*
maatregel ln België onder oogenta
zien.
MEER DAN HONDERD DOtfc
BIJ EEN BRAND
Tijdens ?en feestviering in eon|Jj:
lijk gebouw tc San Dmna bij Pp,
Z.-Amerikaansche republiek CoC
door kortsluiting brand ontstaan,
stond een onbeschrijfelijke panielF
verre heeft men 103 dooden, onj i
kinderen, «n 125 gewonden ge
vreest, dat het aantal gewonden'
ter is. nl
iet
W0R0S.1L0W VERLAAT DE»,(
Het presidium van den hoogg^
ran het mi itaire district Kiev. Sft(
jnsir
tot volkscommissaris t
73
1P|
1Ê
73. Het werd in de hut zó benauwd, dat de jongens ln
slaap vielen. Midden in de nacht werden ze door een man
met een zwart baardje aan hun oren mee naar buiten ge
nomen. Dc oude vrouw liep er al prevelend achteraan. Zij
moest zorgen, dat het dorp niet betoverd werd door die
rare jongens. Ze werden naar een boot gebracht die op de
kust lag.
dat
74. „Stap ln" gebood de man. „Morgen ga ik jelui»en
markt vertonen en geld verdienen", zei de ma/,
lachend. „Snap jij het?" vroeg Flip. ..Misschien vf
hij ons \ycl". jammerde Jan. Toen ze voeren, kwap.
langs een eiland en passeerden ook een schip. „Vanonc
stond er op. Dan ineens zagen ze Sambo. Maar na.
dacht alleen aan zijn bossen en zwaaide hen
met zija slurf.