FINLAND,
land van 7 groene goud
Is dit een „gruwelsprookje'
DINSDAG 31 OCTOBER 1939
EERSTE BLAD p^g]
Hout, landbouw, veeteelt en
duizend meren1
Het is met het wereldgebeuren uit de
laatste jaren, als stond ergens een vuurtoren,
waarvan het schijnsel in een wijden cirkel
nu eens dit, dan weer dat voorwerp belicht.
Land na land komt naar voren in de be
langstelling van het schouwend en meelevend
publiek en neemt gestalte aan in de ver
beelding, te sterker soms naardat de uiter
lijke gestalte verdwijnt en het land van den
atlas wordt weggevaagd.
Wij leven in een tijdsbestek, waarin klei
nere of groot ere staten door andere worden
opgeslokt öf slechts blijven bestaan bij de
gratie van vreemde mogendheden, in het
laatste geval gaat het er om, zooveel moge
lijk te redden van eigen zelfstandigheid.
Raken wij aan dit verdwijnen van stater
of aan deze inperking van zelfstandigheid
gewend? Zulks zou zeker bevorderd kunnen
worden door de veelvuldigheid, waarmee
wij, nog slechts in de laatste anderhalf jaar,
een dergelijk voorval zich zien afspelen.
Want, laat ons het niet vergeten, het was
nog pas in de lente van het vorig jaar, dat
Oostenrijk werd ingelijfd.
Voorheen, tenzij natuurliik in een aan
oorlogen rijke periode als die van Napoleon
I, gebeurde het zelden, dat een staat ver
dween. Na het Weensch Congres, hetwelk
de landkaart opnieuw indeelde, moest men
nog tot 1646, dus ruim 30 jaar, wachten,
voordat iets dergelijks zich voordeed. Toen
werd de vrije republiek Krakau door Oosten
rijk geannexeerd. Later in 1866, voegde zich
hierbij het geval van het koninkrijk Hanno
ver, dat door Pruisen werd ingelijfd. Voorts
zouden we kunnen wijzen op de historie van
het zich tot een eenheid ontwikkelend Italië,
waarvan de onderdeelen zich na volks
stemmingen! aaneensloten.
Doch uit de korte spanne tijds sinds het
voorjaar van 1938 kunnen genoemd worden
na Oostenrijk Tsjecho-Slowakije, waarvan
het eerste deel protectoraat werd en het
tweede veel van zijn zelfstandigheid verloor.
'Albanië, dat geheei afhankelijk werd, Polen,
dat zich tusschen zijn naburen verdeeld zag,
en we zouden niet nalaten te willen vermel
den de Baltische staten, die verdragen moes
ten afsluiten waarvan men kwalijk kan aan
nemen, dat zij de bestaande situètie ongewij
zigd lieten....
Maar de schijnwerper heeft het licht nog
niet gedoofd. Thans, "icfat zich de belangstel
ling der wereld, der oude, maar niet minder
der nieuwe, op Finland. Terwijl we dit
schrijven is wat eigenlijk geschieden gaat
nog onzeker. Maar zorgen zijn er, en de
vraag dringt zich op, hoe een en ander zich
verder ontwikkelen zal.
Sympathie van vele zijden
In sympathie van het grootste, ja we mo
gen aannemen: van verreweg het grootste
deel der menschheid mag Finland zich ver
heugen. Men weet het hoog te achten, als
een ijverig volk, dat gewoekerd heeft met de
rijkdommen van den bodem, dat gestreden
heeft voor zijn vrijheid, dat zich kenmerkte
door beschaving.
Rijksdaggebouw te Helsinki
Houttransport op het Saimameer
In het aangeven van enkele historische lij
nen zullen we kort zijn. Voldoende is het,
eenige jaartallen te Vermelden.
Al had het volk reeds vroeg een hooge
cultuur bereikt, zelfstandig is het eerst sinds
ruim twintig jaren. In vroeger eeuw vormde
het land een deel van Zweden. Doch een
positie van algaheele afhankelijkheid was
dit niet. Immers, al sedert 1362 mocht het
volk meewerken aan de verkiezing van den
Zweedsehen koning, en zoodra in 1435 voor
het eerst de Zweedsche Rijksdag bijeen
kwam, had Finland daarin eigen vertegen
woordigers. In 1681 ontving het, al bleef het
dan bij Zweden behooren, den titel van
grootvorstendom. Dat .iet eigen volkskarak
ter erkend bleef, bleek ook hieruit, dat Fin
land in 1640 een eigen universiteit kreeg, en
twee jaar later kwam hierbij de vertaling
van den Bijbel in het Finsch.
In de jaren 18081809 werd Finland door
Rusland veroverd, doch al bleven moeilijke
jaren niet uit, ook toen behield het veel
zelfstandigheid. Zoo bekwam het in 1860
eigen muntsysteem, maakte het een eigen
tolgebied uit, had het sinds 1863 een eigen
landdag, en deze landdag had het recht om,
sedert het land in 1878 een eigen leger had,
te beslissen, of dit leger buiten de grenzen
van het gebied mocht opereeren of niet.
Doch volkomen zelfstandigheid bleef op
het program staan, en deze werd uitgeroe
pen op 6 December 1917 en het volgend jaar
bevestigd bij het vredesverdrag van Dorpat.
Merkwaardig en vermeldenswaard is, dat
Finland in 1918 nog gedurende één maand
een koning gehad heeft. Overigens is het
steeds een republiek gebleven. Wat het bols-
jewime beteekent, heeft het volk in die da
gen geleerd. Zoo moet het wel verklaard
worden, dat de communistische partij ver
boden werd.
Het land beschikt over een fier leger,
waarbij een sterke burgerwacht genoemd kan
worden, bestaande zoowel uit mannen als
uit vrouwen. Ook voor de verdediging
het land is van groot belang, dat het gebied
zeer veel meren telt, alsmede talrijke zee
armen.
Cijfers, die spreken!
Dat het volk in zijn ruim 20-jarige periode
van zelfstandigheid niet heeft stilgezeten,
toonen eenige cijfers. Getallen, die anders
zoo dor kunnen schijnen, spreken hier wgl
een duidelijke taal. Vooraf zij meegedeeld,
dat het bevolkingsaantal in 1937 3.834."""
bedroeg tegen 3.345.660 in 1917. Het gebied
is 380.000 KM.2 groot, waarvan drie-kwart
met bosch is bedekt.
Dit laatste cijfer doet reeds zien, dat Fin
land het voor een zeer belangrijk deel heb
ben moet van den houtuitvoer. Het is naar
verhouding het meest woudrijke land vaD
Europa. Werden in 1917 244.600 standaards
uitgevoerd, in 1937 was dit getal gestegen tot
1.368.500. Hiernaast kan de cellulose-produc-
tie worden genoemd. Deze bedroeg in 1937
1.474.500 ton tegen 95.000 in 1917. Het
geen wonder, dat groote bedragen besteed
worden aan de verbetering van den hout
stand.
Niet te verbazen behoeft het ook, dat
dankbaar gebruik gemaakt wordt vai
verschillende rivieren tot het winnen van
electriciteit. Ontzaglijke krachtstations wer
den opgericht en een daarvan levert niet
minder dan 600 miUioen K.W.U. per jaar.
Zoo wordt naast het „groene goud" de „wit
te steenkool" benut.
Doch niet alleen op den boschbouw legt
het volk zich toe. Daarnaast kunnen we on
der meer den landbouw noemen. Ook hier_ is
de ontwikkeling een gelukkige geweest, niet
het minst in maatschappelijk opzidht. Want
terwijl Finland omstreeks 1900 slechts
110.629 zelfstandige boeren telde, tegen bijv.
160.525 pachtboeren, waren er in 1937 meer
dan 500.000 zelfstandige bodembezitters. De
opbrengst van de rogge-oogst bedroeg in
1917 226.171 ton, in 1927 327.465 en in 1937
431.363, terwijl deze cijfers voor tarwe be
droegen resp. 6.178, 28.954 en 208.611.
Wat de veestapel betreft, in 1917 waren er
1.106.000 meer-dan-twee- jarige runderen
tegen 1.572.000 in 1937. In 1920 waren er
233.000 varkens tegen 346.000 in 1937. Even-
STRIJD BIJ DOGGERSBANK
Duitsehe vliegtuigen vallen
Britsche torpedobootjagers aan
De Engelsche admiraliteit deelt mede,
dat twee Duitsehe bombardementsvlieg
tuigen gisterochtend een flottielje Britsche
torpedobootjagers zuidelijk van Doggers-
bank hebben aangevallen. Het is niet be
kend of de vliegtuigen schade hebben ge
leden.
Omtrent eventueele schade aan de
Britsche schepen wordt het stilzwijgen
bewaard.
DE „CITY OF FLINT"
Is het schip opnieuw te Tromsö geweest?
Meer dan dertig overlevenden van het
Britsche s. „Stonegate", die door het Ameri-
kaansche schip „City of Flint" aan boord
waren genomen, nadat hun schip door de
„Deutschland" tot zinken was gebracht, zijn
gister in een haven aan de Oostkust van En
geland aan land gezet. Zij staan onder
strenge bewaking.
Een der opvarenden deelde mede, dat de
commandant van de .Deutschland" den
Amerikaanschen kapitein van de „City of
Flint" voor de keus stelde, het schip in den
grond te laten boren, of het naar Duitschland
te brengen.
De kapitein verklaarde, dat hij dan liever
had, dat het schip naar Duitschland werd
gebracht.
De Duitsehe prijsbemannlng, bestaande uit
achttien man, geWapend met handgranaten
pistolen, kwam aan boord, sloot de Brit
van de „Stonegate" op in de ziekenboeg,
doch liet den Amerikanen vrijheid van be
weging. De „City of Flint" werd naar Trom
sö gebracht, waar de Britten aan land wer
den gezet.
Nadat water was ingenomen, werd het
schip buiten de Noorsche territoriale wateren
gebracht.
De „Stonegate", zoo vertelde een andere
overlevende, was op weg van Valparaiso naar
Londen met een lading salpeter. Het schip
werd den 5en October door de „Deutschland"
aangehouden. Op bevel van den commandant
van dit „slagschip in zakformaat" verliet de
bemanning van de „Stonegate" haar schip
en werd aan boord genomen van de
„Deutschland". Daarop werd de „Stonegate"
in den grond geboord.
Toen eenigen tijd later, den 9en October,
de „City of Flint" werd buitgemaakt, hetgeen
door niemand van de bemanning van de
„Stonegate" werd gezien, aangezien zij zich
niet op het dek bevonden, werd zij onder
toezicht van gewapende Duitschers naar de
„City of Flint" overgebracht.
In de nabijheid van de Noorsche kust
kreeg de „Flint" watergebrek, het schip liep
de haven van Tromsö binnen en de Britten
werden aan land gezet en aan de Noorsche
autoriteiten overgeleverd.
De Amerikaansche zaakgelastigde te Ber
lijn. Alexander Kirk, heeft naar Havas
meldt aan het departement van buitenland-
sche zaken getelegrafeerd, dat men op het
Duitsehe ministerie no" geen berichten heeft
over de „City of Flint".
Tromsö gepasseerd?
Mevrouw Harriman, de gezante van de
Ver. Staten in Oslo, heeft aan haar regeering
gemeld, dat zij officieus, maar uit goede bron
vernomen had, dat de City of Flint gister
middag om 1 uur te Tromsö is binnengeloo-
pen onder Duitsehe vlag, en een uur later
naar het Zuiden is vertrokken.
Mevrouw Harriman had echter op het mi
nisterie van buitentandsche zaken geen offi
cieel© bevestiging kunnen krijgen.
Naar uit Chicago gemeld wordt, had de
„City of Flint" een groote hoeveelheid lucht-
turbines aan boord, die bestemd waren om ir
Ierland in schuilplaatsen te worden geïnstal
leerd.
eens in 1920 waren er 3,7 millioen Kgr. kip-
pen-eieren tegen 17,6 millioen in 1937. Zoo
zouden we gevoegelijk nog even kunnen
doorgaan. Maar ook op ander gebied willen
we nog enkele cijfers noemen.
Het wegenstelsel omvatte in 1917 48.000
Km., tegen 64.715 in 1937: in 1923 warei
1.891 personenauto's tegen 23.598 in 1937;
voor vrachtauto's bedragen deze cijfers resp.
830 en 16.043. Het spoorwegnet was in 1917
3.828 Km. lang, tegen 5.489 in 1937. De
scheepstonnage bedroeg in 1917 78.960,
Augustus 1938 echter 310.492.
Deze enkele cijfers wijzen op een snel om
hooggaande ontwikkeling, waarbij men na
tuurlijk niet vergeten mag, dat de interna
tionale crisis van de laatste jaren haar in
vloed ook tot Finland heeft uitgestrekt.
Doch sedert het topjaar 1932 in Februari
van dat jaar waren er 91.778 werkloozen
is de werkloosheid gestadig teruggeloopen.
In Februari 1936 vonden we het cijfer
20.626. Dit staat ongetwijfeld in verband met
het intensiever gebruiken van eigen bodem-
rijkdomimen. Waren er bijv. in 1917 32.555
personen aangesteld bij de veredeling
den houtstand, het cijfer In .937 bedroeg
79.632.
Een en ander doet zien, dat de zelfstandig
heid van het land aan dit volk uitnemend
„besteed" is. De sympathie, die genoten
wordt, is alleszins verdiend.
Engelsch witboek over de
concentratiekampen
„Geeseling en foltering aan de
orde van den dag
Du Engelsche regeering heeft gisteren een
Witboek gepubliceerd over de toesuinden in
Duitsehe concentratiekampen, voornamelijk
uit :1e jaren 1937 tot 1939. Het was oorspron
kelijk niet de bedoeling deze feiten publiek
te maken, maar nu de Duitsehe regeering
openlijk heeft verkondigd, dat zij Polen heeft
aangevallen om een einde te maken aan
daar heersohende „Macedonische" toestan
den, nu achtte de Engelsche regeering het
boter om de neutiale wereld te laten weten
welke toestanden in Duitschland zelf heer-
achen en geduld worden, opdat iedereen zich
zou kunnen overtuigen dat deze toestanden
veel erger zijn dan de gewraakte Macedoni
sche en in de donkerste jaren der Middel
eeuwen niet aan wreedheid zijn overtroffen
Het witboek haalt dan tal van getuigenissen
aan van uit Buehenwald en Dachau gevluch
te personen, maar daarnaast worden rle
medwleelingen aangevuld door authentieke
berichten van Engelsche consulaire ambte
naren, die de pogrom van 1938 hebben Lljge-
woond en ook ai en toe gevangeniskampen
hebben mogen bezoeken. Een heel hoofdstuk
is gewijd aan de ervaringen van den Brit-
schen consul-generaal te Weenen, die bij
den pogrom verscheidene politiebureaux
heeft bezocht om voor de slachtoffers er-
lichting te bepleiten en die van hun behan
deling stuitende bijzonderheden vertelt.
Het witboek werd aangekondigd als ant
woord op de propaganda, welke de Duitsehe
regeering voor den oorlog en sedert het uit
breken daarvan maakt met de gruwelen,
welke Engeland 40 jaar geleden in Zuid-
Afrika bedreven zou hebben en welke de
Engelsche regeering van iederen grond ont
bloot noemt
Het Witboek vermeldt, hoe in 1935 leden
van de oppositiepartijen op groote schaal ge
arresteerd zijn en naar concentratiekampen
overgebracht, waar zij aan de meest narbaar-
sche behandeling werden blootgesteld. Gee
seling en foltering waren aan de orde van
den dag en het was in Duitschland alge
meen bekend, dat de nationaal-socialistische
beweging gruwelijke wraak nam op degenen,
die het bestaan hadden zich tegen haar te
verzetten.
Het Witboek spreekt van 344 gevallen,
waarin in deze periode Tsjechoslowaaksche
burgers werden gearresteerd of aangevallen.
Britsche onderdanen, met inbegrip van een
lid van den staf van de Britsche ambassade,
werden op straat aangevallen door S.A.-man-
nen in uniform en in hun diensttijd.
In een gesprek met Hitler had de Engel
sche ambassadeur den indruk gekregen, dat
Hitier ontevreden was over den uitslag van
het proces tegen Niemöller. Hitier noemde
dezen een verrader en degenen, die met hem
sympathiseerden, zouden in een concentra
tiekamp terecht komen.
De zweep en de doodstraf'
Uit den mond van voormalige gevangenen
van het concentratiekamp te Buehenwald
worden schrikwekkende beschrijvingen op-
geteekend van de toestanden-, welke daar
heerschen. De kampcommandant Rüdl zou
een groep gevangenen bij hun aankomst
aldus hebben toegesproken: „Sommigen van
jullie zijn al in de gevangenis geweest. Wat
jullie daar ondervonden hebt, is niets in ver
gelijking met wat je hier zult ervaren. Jullie
komt in een concentratiekamp en lat betee
kent, dat je in d«e hel komt. Bij elke poging
om je tegen het gezag van de S.S.wachts te
verzetten, worden jullie op staanden voet
neergeschoten. We kennen in dit kamp maar
twee straffen: de zweep en de doodstraf".
Er werd, aldus het Witboek, in Buehen
wald zestien uur per dag gewerkt. Zondags
eveneens. Onder het werk modht men niet
drinken, zelfs niet op de warmste dagen.
Het voedsel was onvoldoende, n.l. 's morgens
slappe koffie en 's middags een halve liter
soep en 250 gram brood voor den gcheelen
dag. Het werk bestond in het verplaatsen
van zware steenen. dikwijls ver boven het
vermogen van een goed gevoeden man.
Geeseling kwam zeer vaak voor voor kl"i
ne vergrijpen als het drinken van water
onder het werk. De gewone straf was 25 sla
gen, die beurtelings door twee bewakers ge
geven werden. Dit leidde dikwijls tot het
verlies van het bewustzijn, maar tegen de
Joden werd gezegd, dat de Führer zelf be
paald had, dat zij wel zestig slagen konden
krijgen. De gevangenen werden dikwijls wil
lekeurig uitgekozen en gegeeseld. Sommige
stierven tijdens de geeseling. Die het over
leefden, werden naar de barakken terucge-
schopt Overdag geschiedde de geesteling
openhaar, als een waarschuwing voor de
anderen.
Sommige gevangenen werden krankzinnig
en werden geketend, met een zak om het.
hoofd, om hun geschreeuw te smoren. De
overbevolking tartte alle beschrijving. In een
harak van 70 meter bij 25 werden 2300 ge
vangenen geborgen. Dagelijks hadden er sterf
gevallen plaats en de nabestaanden kregen
er dikwijls slechts bericht van door de mede-
deeling, dat zij tegen betaling van drie mark
over het stoffelijk overschot konden ira
schikken.
Draden onder een stroom van duizend volt,
aldus het Witboek, beletten ontvluchting.
Iedere schildwacht had opdracht zonder
waarschuwing te schieten, wannoer een ge
vangene zijn kant uitkwam.
Degenen, die zich ziek meldden, werden
door den kampcommandant gecontroleerd,
dioaenen, die hij tot werken in staat achtto.
met zijn rijzweep bewerkt. Joden inoohten
hcelemaal niet ziek zijn. Zij waren lot wer
ken bekwaam of ten doode opgeschreven.
Een andere straf 'behalve de geeseling be
stond daarin, dat het siachloffer aan zijn
armen werd opgehangen en zoo tien of
twaalf uur moést blijiven hangen.
De S.S.-bewakers in Buehenwald waren
voor liet mperendeel zeer jonge mannen, tus
schen de 17 en 20, die speciaal voor dit werk
waren opgeleid. Hun optreden ging alle
grenzen te buiten
Hot Witboek verhaalt ook, hoe de gevan
genen reeds op weg naar bet concentratie
kamp gruwelijk mishandeld werden.
De Duitsehe autoriteiten, aldus eindigt het
uittreksel, dat Reuter oris zendt, deden alles
m het sterftecijfer zoo hoog mogelijk op te
oeren. De gevangenen moesten zelf de
doodkisten maken en de lijken werden
meestal in het crematorii m van Weimar
eerbiand.
Tot niets in staat
door de voortdurende hinder van
eennwen? Kalmeer en sterk ze dan door
Mijnhardt'sZenuwtabletten
Zenuwstillend Zenuwsterkend
Buisje 75 cent. Bij Apothekers en Drogisten.
(Rncl.)
Paasikivi heden naar Moskou
De besprekingen, welke te Helsinki zijn
gevoerd tu66ohen de Finsche regeening en
de leiders van de politieke partijen ove
Sovjet-Russische voorstellen, hebben, vol
gens het D.N.B., tot volledige overeenstem
ming geleid. Paasikivi zal hedenavond
naar Moskou terugkeeren.
Volgens Reuter bericht de plaatselijke
pers te Helsinki, dat een hoog ambtenaar
van de Amerikaansche legatie aan Paasi
kivi tijdens zijn laatste besprekingen te
Moskou een persoonlijke boodschap van
president Roosevelt heeft overhandigd,
waarin dieze uitdrukking gaf aan sympa
thie voor Finland en waarin hij vroeg op de
hoogte te worden gesteld van den voort
gang der onderhandelingen.
Turksche republiek bestaat 16 jaar
Troepenschonw te Ankara
Met groote geestdrift heeft geheel Turkije
gister den zestienden verjaardag dier repu
bliek gevierd. De steden waren versierd en
's avonds geïllumineerd en overal werden
parades en feestelijkheden gehouden.
De president der republiek, Ismiet Ino-
noe, heeft de gelukwenschen der regeering
van do parlementsleden en het diploma
tieke corps in ontvangst genomen.
Na de troepensoho uw heeft de presddenl
op de eere-tribune een rede uitgesproken
Hij herinnerde er aan. dat d)e Turksche
natie sinds een jaar in eenheid en kalmte
geleiefd heeft, Kerwijl talrijke naties be
zorgd waren voor haar bestaan. Hij eindig
de met uit naam der natie een groet te
brengen aan het roemrijke leger.
Vervolgens vlogen zestig vliegtuigen over
het terrein, waarop padvindstere uit alle
deelen des lands, twee regimenten infante
rie, met vaandels en muziek, cavalerie en
veldartillerie defileerden, gevolgd door aclii
stukken luchtafweergeschut met tractoren
een sectie schijnwerpers en een gifgassectii
met gasmaskers.
Honderdduizend toeschouwers juichten
de troepen geestdriftig toe.
Spoorwegongeluk bij Milaan
Talrijke dooden en gewonden
Bij Milaan i6 gisteravond een van Vene
tië gekomen express-trein in botsing geko
men met den electrischen trein Milaan—
Rome. Tot dusver zijn elf lijken uit de
puinhoopen gehaald.
De sneltrein, die op weg was naar Rome
en de trein, die uit Venetië kwam, liepen
op elkaar bij Prica, op 4 km van het sta
tion van Milaan, terwijl beide treinen een
snelheid hadden van 80 K.M. per uur. De
schok was zeer hevig. Twee wagons van
den sneltrein braken door midden, terwijl
de locomotief en de eerste wagon van den
goederentrein uit Venetië in de volgende
wagons liepen.
Het opruimingswerk wordt actief voort
gezet, maar men kan slechts langzaam vor
deren omdat de redders, om de slachtoffers
te bevrijden, de metalen geraamten van de
wagons moeten doorbranden. Men vreest
dat het ongeluk nog meer slachtoffers heeft
gemaakt. Er zijn 21 zwaar gewonden in 't
Kiok-enlhuis opgenomen. Het aantal lncht
gewonden is veel grooter.
De autoriteiten, onder wie Benni, de mi
nister van verkeer, zijn ter plaatse. Hel
onderzoek is terstond begonnen.
De oorlog ter zee
em
Enkele schepei
tot zinken gebi-af"'
pet
Lijken aangespoeld in Noijj^
De te Grimsby thuisbehoorendje
Lynx II is op de Noordzee door d- j
tot zinken gebracht. De uit tien k'« 61
staande bemanning is in Schot! ï1"*
land gekomen. p*
Gisteren is op de Noordzee in ti
een tijds het te Helsinki thuis)
stoomschip Juno gezonken tengev
rouw, begaf zich in de reddingbo R
een van de leden kwam in het
recht en moest twintig minuten r«c,
voordat hij door het Noorsche schip -
werd gered. Dit schip nam ook de
schipbreukelingen aan boord. N
van hen zijn in een haven aan de
.'an Engeland aan land gebracht
zijn in het ziekenhuis opgenom!
kleine kwetsuren of lijdende aan
Het Noorsche schip „Vavangmali
de Noordzee op een mijn gcloopen i
een torpedo getroffen. De kapitein
de dat bij een ontploffing de twe
dingboot wegsloeg en de manne
machinekamer brandwonden gekrq w
den van den ontsnappenden stoop0!
mige mannen kwamen in het watet^
de anderen gingen in de overgcblj81
dingboot en namen de drenkelir. P
boord. Allen werden door een m:
opgepikt T
Vlotten aangespoeld
Te Wliithernsea, in Essex, zijnjr
twee vlotten, elk plaats biedend vai
tig personen, aangespoeld. Een grie;
veelheid beschuit, een voorraam!
vuurpijlen en fakkels benevens eet#!
navische krant werden op de vlotta 2
den. Er waren echter geen opvare»
lotten konden niet geïdentific^i
den. fe'
Lijken op do kust
Aan de kust van Norfolk zijn tvn
van Duitsehe vliegers aangespoe
hunner had een opgeblazen zwen
de borst De man was gedood doo:
gel in den slaap en, aangezien er
revolverhouder op het lijk werd g
neemt men aan, dat de vlieger zich
leven beroofd heeft na uren in za t
ben gelegen. Hij had geen papieren 1
maar wel een identiteitsplaatje. Zijl r
blijven stilstaan op 5 uur. Éc
mark bij zich.
Men denkt, dat de beide lijken ag1
zijn van vliegers, die met hun toes#
de Noordzee zijn neergehaald tijD
luchtaanval op Engeland. jg
Verklaring inzake de „Athenia" a
De Engelsche ambassadeur te j
ton heeft de Amerikaansche rege
verzekering gegeven, dat de Athi j
goud, kanonnen of munitie verven
gezonken is door toedoen van een
mijn, een Britsche duikboot of lu(
van Britsche jagers, dat het schip
wapend was en dat de eerste oftii.
land, onder eede verklaard heeft n
Anderson te hebben gesproken
raag, of er kanonnen aan boord
Het Noorsche dagblad Dagbla
een foto van de Athenia gepublict
ke door een machinist van het
tankschip Ole Jacob genomen n
zeven uur, nadat de Athenia door
giers verlaten was. Het schip mar
zij, maar de romp hield nog de
waterlinie. In de buurt van het
een Engelschen torpedobootji
De Duitsehe verliezen
Ten aanzien van 't Duitsehe lej
van 28 October j.l. waarin werd ge
drie Duitsehe duikbooten tot zii
gebracht sedert het uitbreken van
log, verklaart de Fransche admirs
dit aantal vermoedelijk nog lage
het aantal duikbooten, dat dooF
sche marine alleen tot zinken is
zonder rekening te houden met 1
den van de Britsche bondgenootei
Engelsche verkenningsvli
Luchtalarm te Aken
De Britsche luchtmacht heeft
gebreide verkenningsvluchten on
over de vliegvelden in Noord-Di
aldus deelt het Engelsche minis
de luchtmacht mede, dat hieraan
„Ondanks het slechte weer en c
stand, werden vele kostbare in
verkregen en vele foto's genomen
Aan zijn mededeeling betreffen
kenningsvluchten van gister i
ministerie voor de luchtmacht nor
middernacht was een onzer vliegt
naar zijn basis teruggekeerd".
Maandagmiddag is, volgens m
gen van reizigers te Aken lucht
maakt; het afweergpsehut was
in actie. Er werd daardoor blij»
schade aangericht
Een radiotoestel feooj
Wendt U dus tot de
N. V. Couzv - le Midd
Gijs Streef, uit het lood geslagen door de beproeving; on
der den iivloed geraakt van menschen die Linderts „vroo-
lijke" Christendom verfoeiden en den arbeider naar zich toe
haalden met beklagen en „zware" gesprekken, gleed zacht
aan weg van het pad, waarop hij door den omgang met den
boer, door de vriendelijkheid en de eensgezindheid geloopen
had, op weg naar het heerlijk doel.
't Had altijd in hem gezeten voor zwarigheden het hoofd
te buigen; lijdelijk af te wachten wat de dag van morgen zou
brengen. Misschien was het wel de verbondenheid met den
polder, waarover de storm toch raasde, al gaf de almanak
aan, dat de zon zou schijnen en waarop de regen striemend
neersloeg als menschelijke berekening den hemel klaar dacht.
Het kwam alles op zijn tijd en vaak onverwacht en anders
dan gewenscht werd.
En Gijs, die wel in het gebeuren om zich heen, in de wis
seling der seizoenen en het verglijden van den eenen tijd in
den andere kon berusten, voelde nu in de zwarigheden, die
dreigend zich tastten om hun beider leven een beproeving, die
hij vreesde.
Maar hij wist niet, dat één hem beter kende dan hij zich
zelf en dat die ééne wachtte op den tijd om naar hem toe
te gaan en het goede woord te zeggen, dat hem terug moest
brengen tot het oude vertrouwen en de vroegere rust, on
danks alles, ondanks den kring waarin hij verzeild was ge
raakt.
Die eene was Lindert. Hij keerde zich niet hooghartig
van den knecht af, al liet hij hem nu in zijn sop gaar koken,
hij wist zijn tijd en was begaan met den arbeider, die het
moeilijk had en in wen hij toch nog een broeder zag wien
hij de reddende hand moest toesteken, wetende dat ze op
het goede oogenblik niet zou worden teruggeslagen, 't Was
niet naar Lijntjes zin, dat Lindert zoo over Gijs dacht en hij
zweeg er tegen haar over, maar zijn gebed voor het naburige
gezin was oprecht en hij wachtte.
Aart verdween van den Elzenberm. Hij werd knecht bij
een aanneemer in Deemrum, die de verzwaring van de over-
verdediging aan de Beems had te verzorgen. Zoo keerde de
zoon bijna terug tot de plaats van zijn Vader in diens som
bersten tijd. Maar ook hier bleef Aart niet lang. want voor
een maand verloopen was. meldde hij op 'n Zaterdag, toen
hij uit de keet, waar hij de week van Maandag af verbleef,
thuis kwam:
t,'n Maondag gaoi ik vaore".
Een zandschipper nam hem als knecht, meer om z'n werk
kracht als om z'n kennis van het varen.
Dien Zondag daarop was Stijn genoodzaakt om voor zijn
uitzet te zorgen en omdat er voor hem niet voldoende onder-
kleeding in voorraad was stond Knelis toe, dat van zijn goed
aan den vertrekkenden broeder gegeven werd.
„Lat um zoo gaauw meugelijk gaon, Moeder, dan zijn
wij wieer rustig thuis. Nou had ie mijn bekaant weggejaogd".
Het kwam op den Zondagavond, toen Gijs met hem op de
Steeg liep tot een gesprek over de zorgen, die hij in het
huishouden had gebracht en de Vader ging met sombere
stem al maar door in het opnoemen van de tekortkomingen,
die hij in zijn jongen had gezien.
Aart verweerde zich niet. En toen Gijs tot hem de beklem
mende vraag richtte, om den jongen in eens voor een be
slissend antwoord te zetten:
„Ik zeg oe es Vaoder, jonge, dè ge zoo es ge nou zijt vur
altijd verlore gaoten wilde dè nou mee alle geweld?
was het ontstellende antwoord:
„Mee bangmaokerijen zijde aon 't verkieerde ketooir. Ik
haauw nie van det gewauwel en ik zal best vur m'n èège
zurrege".
Gijs was diep bedroefd en 's avonds sprak hij enkel nog
over de dingen van alledag, omdat hij voelde, dat zijn woor
den zonder uitwerking zouden blijven. Hij had steeds ge
vreesd, dat het met Aart slecht gesteld was en het verblijf
van deze enkele maanden hadden hem in die meening moeten
versterken, maar toch had hij gehoopt, dat er di
hart van den afgedwaalde nog een hunkering ove
gebleven naar de'rust en de verzekerdheid van zij
en zijn Vader. De ontgoocheling was bitter en toe
nacht schreiende aan Stijn moest mededeelen, wat
had gezegd lagen ze beiden hand in hand wakker
naar de grauwe lichtstreep tegen den zolder, tot d
hen toe liet op te staan om den zoon uit te laten.
Voor hoe lang?
Gijs ging naar zijn werk en het afscheid wa!
aandoenlijk.
„Toch laot ik oe nie los, Aort en wet ge ook i
of ge dinkt, hier veinde ~n Vaoder en 'n Moeder
es we er maggen zijn. Mer den Hieere zal oe ni
det geleuf ik".
(Wordti
KENT U
het eerste deel van dit feuilleton
„DE ELZENBERM"? 224 bladz., gel
linnen band met gouddruktitel
Een zeer mooi boek, dat de verhoudingen op het j
buitengewoon goed beschrijft. Een boek dat als feuil
bijzondere belangstelling wekte, vanwege de werkelq
die ons yan iedere bladzijde tegenstraalt.