Jlirtuur gtihst.ift (üourant Groote tekorten op de begrooting Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken DMBERE TOEKOMST Korte inhoud van de Millioenen-Nota ::ad- nmmentsprtjö: rivartaal in Leiden en in plaatsen - \ar een agentschap gevestigd is 235 I per post 2.35 portokosten OAtek0.18 "het Buitenland bij wekelijksche fading4.50 gelijksche zending530 Alles bij vooruitbetaling nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/j ct Bureau: Breestraat 123 Telefoon 22710 (na 6 uur: 23166) - Postbox 20 Postgiro 58936 attoerttrrtitprtpcn: Van 1 tot 5 regels1.17 Elke regel meer022'b Ingezonden Mededeeljngen van 1—5 regels 230 Elke regel meer 0.45 Voor het bevragen aan 'I bureau wordt berekendƒ0.10 NO. 6809 WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1939 20e Jaargang •soberen, bezuinigen, >elastingverhooging - n de steller van de Millioenennota teling had gehad het financieel be- 1 Dr Colijn en Mr de Wilde te irdigen, dan had hij geen andere _===:Upeering en toelichting kunnen jan thans geschied is. Sterker nog. i herinnert, wat Dr Colijn bij ver- de gelegenheden in de Staten- ii oss(a] over het financieel perspectief oen :zegd, die vindt deze uitspraken in -4"1 waarvoor Minister De Geer in i-j-e plaats de verantwoording draagt, primal terug. Het lijkt er veel op of het i wrdig Kabinet het gereedliggende heeft doorgegeven, alleen hier en - g wat versomberd tengevolge van ygsomstandigheden, waarin wij se- lepiember verkeeren. i staat niet zóó, dat het gruwelijk de financieele perspectieven heeft - leworpen; neen, de Minister van Rn herhaalt uit den treure, dat ook het intreden van den oorlogstoe- moeilijkheden schier onoverkome- n<iei |en zijn. extra wegens mobilisatie en wat samenhangt, noodig zal zijn, ist c jeheel apart gehouden; de groote rde b jS( dat voor 1940 een sluitend bud- is estreefd moet worden wat de ge- itgaven betreft; dat daarom bezui- r 'noodig zal zijn en nieuwe uitgaven .7oteerd mogen worden. Van een -- eeningspolitiek is geen sprake, en Ye - t de heer De Geer over de werk- Isbestrijding spreekt, dan doet hij 3~~fde woorden, welke Dr Colijn ook i5n- d heeft. Wij citeeren ze hier niet, iU~- rwijzen nadrukkelijk naar het over- ït men elders in dit nummer vindt. Y. >ant is ook de voorgenomen intrek- n wetsontwerp no. 411, de regis- 7 er Jeugdwerkloosheid, waarop we 'O- i reeds wezen. Het staat er niet met woorden, maar men kan het dui- 1 de stukken lezen, dat de intrek- ;t in verband staat met de oorlogs- laar met het streven der regeering t aangevangen werk" onverdroten i zetten, doch de uiterste efficien- ïlmatigheid) te betrachten, zoodat rer h, waarvan het nuttig rendement :;cr latiek (twijfelachtig) is, achter- 30 ';tioeten blijven. s dus de geweldige keer in het re- sbeleid, waardoor Dr Colijn tot af- gedwongen werd, opdat men Mr U *tr met gejuich kon inhalen. lirlijk, iedereen kon weten, dat van enwoordigen premier niets anders it kon worden; doch welk een fi- ïan de voorstanders der moorden- je nu om hun handteekening te rader en hun steun te verleenen aan v£-.ciservatieve financieele politiek, wel- de )r Colijn gewraakt werd? moeten nog verder gaan. Volgens iepöijci nam de verarming hand over sze x, omdat de heengegane Ministers, reeddden gedaan voor herstel van 't be- CUDnfren, Thans heet het, dat de uit- ii over de jaren 1937 en 1938 aan- d zijn meegevallen tengevolge van ie eter de economische toestanden en ^-kt nu nog gunstig na. En daarom Y regeering de voortgezette d neming van openbare werken ier irakter daarvan wordt met de Si n van Dr Colijn geteekend! aar maken aan de bestrijding der ook om de werkloozen zoo- hetfgelijk weer in het productie-proces lemen. 7i geheele gedachtengang rust op het ïele beeld der begrooting, zooals... Wilde dat eèn vorig jaar getee- Volgens de gister ingediende Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1940 bedraagt de raming voor den gewonen dienst aan: Uitgaven f 746.503.172,— Inkomsten f 741.096.863, Nadeelig saldof 5.406.309, In werkelijkheid moet het tekort van f 5.406.309,met be langrijke sommen worden verhoogd, zoodat het reëele tekort 1940 wordt geraamd op f 55Vi millioen. Het perspec tief voor 1941 is nog somberder: het deficit voor dit jaar wordt geraamd op f 116 millioen. De Regeering noemt het dan ook een eerste vereischte, dat voor het komende jaar het evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten op den gewonen dienst wordt verkregen. Teneinde de vereischte versterking der middelen te verkrij gen, zal een herziening van de inkomstenbelasting worden voorgesteld, welke met 1 Mei 1941 zal ingaan. Als voor- loopige maatregel zullen dan tot dat tijdstip ten behoeve van het Rijk 45 opcenten op de Gemeentefondsbelasting worden geheven, terwijl het aantal dezer opcenten voor het loopende belastingjaar zal worden gesteld op 15. Verder zal de thans bestaande dividend- en tantièmebelas ting worden vervangen door een winstbelasting. Uit beide maatregelen wordt een opbrengst verwacht van 50 millioen. De overige 5 millioen van het tekort zullen gevonden moeten worden door een verdere besparing op de uitgaven. Voorts ligt het in het voornemen van de Regeering, evenals in 1914, ook thans over te gaan tot de instelling van een Leeningfonds, ter dekking van de mobilisatie-uitgaven. Ten aanzien van de werkloosheidsbestrijding merkt de Regeering op, dat krachtig zullen worden bevorderd maat regelen van training en scholing (of herscholing) van werk- looze arbeiders, mede als onderdeel van het algemeene streven om de werkloozen, voorzoover eenigszins mogelijk, naar het normale bedrijfsleven terug te voeren. Daarnaast zal staan de voortgezette terhandneming van productieve openbare werken. Wl Wilc dingen zjdie gebeuren - kijn niet te verklaren, indien ze niet vanuit het Christelijk levensbeginsel worden bezien. Daarom is nu Christelijke .Voorlichting voor ieder meer dan ooit eisch. Ons Christelijk dagblad tracht U, voor weinig geld, zoo iVoor te lichten, dat ge in den loop der gebeurtenissen de hand van den Schepper aller ijlingen speurt, s belangrijk voor jong en oud ®ag in een Christelijk gezin worden gemist, art U aan de zijde van hen voor het Christelijk dagblad en werken. kend en becijferd heeft. De aangevoerde cijfers kloppen bijkans tot op de cent. En dat zoowel wat het eenvoudige begroo- tingstekort als wat het reëele betreft, d.w.z. wanneer men ook in rekening brengt de uitgaven welke achterwege gebleven zijn, doch die de schuld jaarlijks meerder maken. «Voorts gaan ze niet alleen op voor de jaren, welke achter ons liggen, doch ook voor 1939, 1940 en 1941. Voor het laatste jaar wordt een tekort becijferd van rond 116 millioen; voor 1940 zal 55 millioen ge vonden moeten worden. Het klopt als een bus. De vorige Minister van Financiën hoopte 50 millioen te vinden uit de natio nale inkomstenbelasting en 5 millioen uit de herziening der invoerrechten. Die laat ste bate kwam ruimschoots binnen; het eerste ontwerp is pas in de afdeelingen besproken en gaat van de baan. Wij treu ren daarover niet, want ook wij zagen be zwaren. Maarhet geld is onmisbaar. en nu willen Mr De Geer en Ir Albarda en Dr Van den Tempel en hun ambtgenoo- ten wel tot beperking der uitgaven door versobering overgaan en zijn ook zij van oordeel, dat van de belastingbetalers eigenlijk niet meer gevergd kan worden, maar verzwaring der lasten is thans toch noodig, ook al laat men alle oorlogslasten buiten beschouwing, waarvoor als in 1914 een Leeningsfonds gesticht zal worden. Die belastingverhooging zal 1 Mei 1941 pas vaste vormen aannemen, maar wijl er direct geld noodig is, krijgen we dit jaar een navordering van 15 opcenten op onze Gemeentefondsbelasting en van 1 Mei 1940 tot 30 April 1941 een verhooging van 45 opcenten. Op deze wijze hoopt men het grootste deel van het gewone tekort te vinden, waarbij we twijfelen of de ra mingen der gewone middelen wel gehaald zullen worden, b.v. de 20 millioen uit de Dividend- en Tantièmebelasting; de rest moet uit besparing en versobering komen. Wij wisten, gelijk iedereen, dat deze Millioenennota somber moest zijn; maar van het nieuwe Kabinet hadden we dit perspectief niet verwacht. Het moet den bodem inslaan aan alle verwachtingen, die de oppositie van rood-roomsch-rose na het heengaan van Dr Colijn durfde koesteren. Met deze algemeene beschouwingen moeten we thans volstaan; de cijfers komen nog wel nader aan de orde. De regeering kan, ook wat deze dingen be treft, op onzen steun en medewerking re kenen; maar wij mochten thans niet zwij gen over de rechtvaardiging, welke deze nota, ondanks zichzelf, brengt van een be wind, dat velen met de zwartste verf nog niet donker genoeg konden kleuren. Nationale eenheid? Best; doch niet ten koste van de waarheid. DE RIJKSMIDDELEN IN 1940 Inkomstenbelasting f 6V2 millioen hooger geraamd Het totaal 27.9 millioen hooger De Rijksmiddelen worden voor 1940 totaal geraamd op 770.004.863.— hetgeen 27.936.220.hooger is dan de uiteindelijke raming voor het loopende jaar. Wat de directe belastingen treft is voor 1940 de grondbelasting ge raamd op 10.780.000.— tegen 10.703.000.— voor het loopende jaar. Voor de inkomstenbelasting droeg de raming voor 1939 82-500.000.—. Voor 1940 is de raming gesteld op 89 mil lioen. De vermogensbelasting wordt voor 1940 geraamd op 20 millioen, terwijl het loopende jaar vermoedelijk 21.375.000 zal worden ontvangen. De raming voor de verdedigings belasting heeft men voor 1940 gesteld op 9.500.000.— tegen 11.100.000.— in De raming voor de dividend- tantièmebelasting (die komt te vervallen) is gehandhaafd op 27 millioen. De invoerrechten worden voor 1940 geraamd op 108.000.000.— tegen 96 mil lioen als raming in 1939. De raming van het statistiekrecht blijft gehandhaafd op 2.500.000.—. Voor de accijnzen zijn de volgende ramingen opgesteld: Raming 1939 Raming 1940 Zout 2.000.000.— 1.800.000.— Geslacht 7.500 000.— 7.200.000.— Wijn 2.250.000.— 2.300.000.— Gedistilleerd 28.050.000.— 29.000.000.— Bier 8.000.000.— 8.500.000.— Suiker 56.100.000.— 59.000.000.— Tabak 36.000.000.— 36.000.000.- Wat de omzetbelasting betreft, waarvoor de raming 82 millioen bedroeg, hiervan wordt over 1939 een opbrengst ver wacht van 83 millioen, welk hooger bedrag ook voor 1940 is geraamd. De couponbelasting geeft kleinen achteruitgang te zien. Bij 'n raming van 5y2 millioen wordt over 1939 slechts een opbrengst verwacht van 4.8 millioen, welk bedrag ook voor 1940 in de middelen raming is opgenomen. rechten en boeten van zegel zullen over 1939 slechts 20 millioen bedra gen bij een raming van 23 millioen. Op laatstgenoemd bedrag ig dit middel daarom in de raming voor 1940 opgenomen. Aan rechten en boeten van re gistratie wordt over 1939 in vergelij king met de raming een mindere opbrengst van een half millioen verwacht, zoodat de lagere opbrengst ad 16 millioen ook als raming voor 1940 is aangehouden. Ten aanzien van de rechten en boe ten van succp.ssie, van overgang bij overlijden en van schenking, waarvoor de loopende raming 48 millioen bedraagt, wordt ten slotte opgemerkt, dat rekening WIJ MOETEN OFFERS BRENGEN Minister de Geer vergelijkt 1914 met 1939 Verzwakt weerstands vermogen Indien de nieuwe oorlogstoestand iets duidelijk maaktzoo merkt de Minister van FinanciënJhr de Geerin de Millioenennota op. dan is het wel, dat naar versobering in den publieken dienst moet wor den gestreefd. De groote beper king. die men zich in 1914 aan stonds in de gewone uitgaven op legde. is thans in nog veel sterker mate geboden dan toen. De ramp van 1914 viel. wat den financieelen toestand van ons land betreft, in een toegerusten bodem. De Staatsschuld was betrekkelijk laag. De vlottende schuld baarde geenerlei zorgDe belastingen bewogen zich binnen redelijke grenzen. Een periode van toene mende welvaart lag .achter den rug. Er was voldoende elasticiteit in het budget van het Rijk en in het draagvermogen van de bevol king om met zekere berusting, zonder vrees voor ernstige reper cussies. de nieuwe zware lasten te aanvaarden, welke het uitgebroken conflict ons opdrong. In 1939 is dit alles anders. Reeds de torenhooge schuld en de sterk opgevoerde heffingen spreken van een verzwakt weerstandsvermo gen. Reden om den moed te laten zakken, is dit stellig niet. Veeleer om door verhoogd krachtsbetoon de ernstige moeilijkheden te over winnen. Maar aan dat verhoogde krachtsbetoon zal het dan ook niet mogen ontbreken. Het zal o.a meebrengen, dat wij ons dingen zullen weten te ontzeggen, waar aan wij gehecht zijn. en dat wij wenschen zullen weten prijs te geven, ook al kan de redelijkheid daarvan op zich zelf niet worden betwist. Het is op dien grond, dat de Regeering verplicht is. voorshands alle nieuwe uitgaven op den ge wonen dienst, ook die waarvan de urgentie zich in de laatste jaren in toenemende mate heeft opgedron gen, achterwege te laten en boven dien er ernstig naar te streven, ook op bestaande diensten voor- zoover eenigszins mogelijk gelden vrij te krijgen. VAN HET WESTELIJK FRONT Plaatselijke Duitsche aanval Het Fransche communiaué meldt over de operaties in het Westen; Een .plaatselijke aanval, door den vijand ondernomen in de streek ten Oosten van de Blies, werd afgeslagen. Activiteit van vijandelijke vliegtuigen in dezelfde streek". Havas voegt aan dit communiqué toe, dat genoemde Duitsche aanval in den nacht plaats greep in de streek ten Oos ten van de Saar. Deze Duitsche operatie werd overi gens door de stevig in de veroverde po sities genestelde troepen afgeslagen. Zij hadden er tijd gehad, ondanks het onop houdelijke schieten der vijandelijke tillerie hun verdediging in te richten. In Fransche militaire kringen kende men geen groote beteekenis toe aan deze Duitsche reactie. De Duitsche aanval geschiedde tijdens de duisternis. Er na men betrekkelijk weinig troepen aan deel. Ook de Fransche operaties hebben tot nu toe in geen geval het karakter gehad van operaties op groote schaal. het raadhuis te leidschendam Het raadsbesluit van 15 September 1939 tot onderhandsche aanbesteding van het nieuwe Raadhuis is door Ged. Staten van Zuid-Holland goedgekeurd, in verband waarmede B. en W. van Leidschendam den bouw van het Raadhuis hebben opgedragen aan den heer G. A. Baaten, aannemer A. Worpik. zal moeten worden gehouden met het aan- erkelijk verlaagd peil der meeste effec- tenkoersen, hetwelk niet zal nalaten zijn invloed op dit middel te doen gelden. De 'ng voor 1940 mag dan ook niet hooger worden genomen dan 44 millioen. HITLER TE DANZIG De Duitsche Führer heeft zich gisteren naar Danzig begeven, om door zijn persoon lijke aanwezigheid aldaar, en ook door zijn gesproken woord, ervan te getuigen, dat de Danzigers Duitschers zijn, thans in den vol- ledigen, Rijks-Duitschen zin. Zoo ook toog Hitier naar Linz en Weenen ,en naar de steden van het Sudeten-Duitsche land, als de historische bevrijder. Toen echter kon hij zich beroemen op de Duitsche kracht, die zonder noemenswaardig bloed vergieten een nieuwe triumf van de tegenstanders afge dwongen had. Ditmaal was zijn positie anders. De vrije stad, die nu een Duitsche stad is, heeft het oorlogsgerucht van zeer dichtbij vernomen, heeft ervaren dat haar nabij achterland, waaruit zij haar levens sappen dient te trekken, gedesorganiseerd en ten deele verwoest is, en dat zij, de En- genschen zouden zeggen „for better for worse", is opgenomen in een wijder staats verband, met deelgenootschap aan het harde lot en de ongemeten gevaren, die een kort geleden uitgebroken groot gewapend conflict daarover zal kunnen uitstorten. Voorwaar geen blijde terugkeer in het lang verbeide vaderhuis, na een gedrukte afwezigheid van omstreeks 20 jaren. Het Duitsche hart kan juichen om de hervonden „Heimat", doch zulks geschiedt dan toch met een hoofd vol zorgen.... Hitier heeft in zijn rede op de Lange Markt vele zaken aangeroerd, die allereerst van zuiver binnenlandsch belang waren. De cultuurverschillen, die hy constateerde, een voorbeeld te noemen, tusschen het Duitsche en het Poolsche volk. zullen der door een Duitscher dan door eiken wil- lekeurigen anderen Europeaan worden ge taxeerd, en het is moeilijk, daarop voor het forum der wereldmeening het Duitsche recht om te overheersohen te grondvesten. Evenzoo kan men op zeer verschillende manieren denken over het bestaansrecht hetwelk de thans verloren gegane Poolsche staat in zijn jongsten vorm bezat, zonder nochtans in te stemmen met de Duitsche Russische gewelddaden, welke nu aan dezen staat een abrupt einde hebben bereid. Het Duitsch-Russisahe samengaan uit oog merken van practisch gewin, en met uit schakeling van al de bezwaren tegen de bolsjewistische doctrine en onbetrouwbaar heid, wordt door de wereld geoordeeld. Dit oordeel gaat niet alleen over de koerswy ziging van Hitier als politicus, doch vraagt tevens, wat er van den staatsman is over gebleven, die Europa van het communisme zou hebben gered. In stede van een barrière daartegen op te werpen, heeft hij thans, dwars door Polen heen voor het roode Moskou een bres geslagen. Het hart bloedt als men denkt aan heel een bevolking, die voortaan in haar godsdienstige en maat schappelijke leven door de roode dictatuur zal wordën ontwrioht! De redevoering van den Führer was belangwekkendst, waar zij de algemeene problemen aanroerde, welke mede de naaste toekomst van ons werelddeel kunnen hel pen bepalen. Een der meest markante din gen in dit opzicht is zeker wel, dat de verwachte Duitsche vredesvoorstellen aan het adres van Frankrijk en van Engeland zijn uitgebleven. Reeds lang te voren voorspeld, dat na het beëindigen van den oorlog in Polen Duitschland de voorwaar den zou bekend maken, waarop het nieuwen vrede zou willen aanvaarden. Hitier heeft zulks niet gedaan, vermoedelyk omdat hy van het vergeefsche karakter van zulk een stap reeds bij voorbaat ten volle overtuigd was. In stee daarvan heeft hij te kennen gegeven, dat Rusland en Duitschland het samen ten volle over hun toekomstige koers zouden eens zijn, en dat de democra tieën van het westen zich niet moeten vleien met de hoop, de Russen nog opnieuw, gelijk als in 1914, in het aan Duitschland vijandige kamp te kunnen onderbrengen. De Führer heeft voorts de Engelsche methode van oorlogvoering, die ten deele daarin bestaat, dat men door het afsnyden. van Duitschlands levensmiddelen-aanvoer het land tot overgave hoopt te dwingen, aan de kaak gesteld als een „totale oorlogs- practijk", als het willens en wetens in den stryd betrekken van de geheele Duitsche bevolking, grijsaards, vrouwen en kinderen inbegrepen. Daartegenover stelde hy in het vooruitzicht het zonder restrictie voeren van Duitschen kant van een tegen Engeland ge- richten duikboot- en vliegtuigen-oorlog, waardoor ook de Engelsche bevolking in haar geheel zou hebben te bloeden ei lijden. Want Duitschland is vastbesloten, zoo verklaarde hij, den strijd tot het uiter ste te voeren, zonder van capitulatie te willen weten. „Oorlogsnoodzaak" zal derhalve het eenige gebod zijn, waarnaar binnenkort Duitscher en Jngelschman hun gedrag zullen richten; alle andere geboden, goddelijke en men- schelijke, zullen daarvoor hebben te wyken. Het is verschrikkelijk, zich met deze ge dachte te moeten bezig houden; zij beteekent de vooravond van een chaos. God hebbe nog erbarmen met den mensch, schoon deze met zichzelf zulks niet meer heeft! nieuw kamerlid Het Centrale Stembureau deelt mede, ilat de heer J. G. S u u r h 0 f f te Amsterdam zijn benoeming tot lid der Tweede Kamer in de vacature-Van den Tempel, heeft aan genomen. A. W. ROELOFS SCHORTENINDUSTRIE GEMERT Het betere genre schort Kleurecht Waschecht Bij alle goede manufacturenzaken VOORNAAMSTE NIEUWS Dit Nummer bestaat uit TWEE bladen Hitier heeft te Danzig een politieke rede gehouden. Franschen melden mislukten Duitschen aanval aan het westelijk front. De Russen hebben de stad Wilna bezet. De herdenking van het honderd-jarig bestaan der Spoorwegen. De elfde zitting van de Generale Synode der Geref. Kerken. De zittingen van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. De koninklijke rijtoer door de Residentie Gister is de Staatsbegrooting, vergezeld van de Millioenennota bij de Staten-Ge* neraal ingediend. DROOG WEER Weerverwachting: Gedeeltelijk be wolkt, overwegend droog weer, koude nacht, plaatselijk ochtendmist in het Zuidoosten. Overdag weinig verandering in temperatuur. Zwakke tot matige Noordoostelijke tot Oostelijke wind. BAROMETERSTAND Stand vanmorgen half twaalf 767.7. THERMOMETERSTAND Stand vanmorgen half twaalf 15.8 C. 21 Sept. Zon op 6.44 uur, onder 7.02 uur 21 Sept. Maan op nm. 3,30 u. ond. nm. 12.25 u Volle Maan 28 Sept. nam. 3.47 uur FIETSERS LICHT OP: 21 Sept. Van 'sav. 7.32 u. tot 'omorg. 6.16 u AFZONDERLIJKE HOOFDSTUKKEN Aan de toelichting op de afzonderlijke Hoofdstukken van de Rijksbegrooting 1940 ontleenen we het volgende: Hoofdstuk I (Huis der Koningin). Aangevraagd wordt een bedrag van 1.560.000.— Evenals het vorig jaar is hierin een be« drag van 60.000.begrepen voor de voort zetting der restauratie van het Koninklijk Paleis te Amsterdam. Hoofdstuk II (Hooge Colleges der Staat). Uitgetrokken is een bedrag van 1.906.430.— of 33.143.meer dan het het vorig jaar. Hoofdstak Ha (Algemeene Zaken). Aangevraagd is een bedrag van 88.268.— hetgeen ten opzichte van het loopende jaar een vermindering beteekent van 4.646.-% Hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken). Deze begrooting, waarvoor 3.855.000.— wordt aangevraagd geeft een vermeerdering te zien van 47.215.—. De oorzaak hiervan is een hooger bedrag van 65.738 op den post buitenlandsche zendingen en consulaten, waartegenover een aantal verminderingen op andere pos ten staat tot een totaal van 18.523.—. Hoofdstuk VII A (Nationale Schuld). Uitgetrokken is een bedrag van 157.292.070 (v. j. 159.009.743), voor den geheelen dienst. Voor den gewonen dienst ls het bedrag gesteld op 146.292.070 of 1.717.673 minder dan het vorig jaar. De gevestigde schuld vordert in 1940 we gens rente 92.834.600 en wegens aflossing 69.891.000. waarvan onderscheidenlijk 10.524.005 en 21.611.525 naar andere be- grootings-onderdeclen worden overgebracht Hoofdstuk VU B (Financiën). In totaal wordt aangevraagd 172.177.285 of 5.183.014 minder dan voor 1939 is toe gestaan. Van deze vermindering komt 4.906.796 op rekening van den kapitaal- dienst en 276.218 voor den gewonen dienst Hoofdstuk VIII (Dafensle). Op deze begrooting is uitgetrokken 232.029.712, waarvan 84.232.421 op den kapitaaldienst. De begrooting van den gewonen dienst 1940 wordt aangeboden met een eindcijfer, dat 13.021.870 hooger is dan dat van het dienstjaar 1939 Hoofdstuk 13 (Onvoorziene uitgaven). Evenals vorige jaren wordt een bedrag an 30.000 uitgetrokken. Voor 1938 is een bedrag van 9.673.02 noodig geweest. ANTI-REV. KAMERCLUB Hot bestuur der anti-rev. club der Tweede Kamer is aldus samengesteld: j Schou- t e n. voorzitter; Mr J. A. de Wild e. twee de voorzitter; Mr T. A. v. Dij kan, secreta ris. Alle correspondentie aan de fractie te richten aan het adres van don secretaris: Plein 18a, Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1