Het Rapport-Oss in de Tweede
Kamer
T©EG§fl!
MIDDELKERKE BAD
Conclusie met 62 - 28 st. aangenomen
Beleid van minister Goseling niet
gerechtvaardigd
Termijn verlengd tot
eind 1939
MARIE ORLEANS
ORFEVRERIE MILLS
HAUTE COUTURE
ROBES - MANTELS - BONT
C. SCHEPERS
CINTRA WINF
„LA VIGNETTE"
DONDERDAG 29 JUNI 1939
TWEEDE BEAD PAG. 5
Het rapport-Oss in de Tweede Kamer
Tariefmachtigingswet
Overzicht
De conclusie van het rapport-Schou
ten is door de Tweede Kamer met 62
tegen 28 R.K. stemmen aangenomen.
Men zou ook kunnen zeggen: 69—31.
Op de R.K. fractie na heeft dus de
geheele Kamer uitgesproken, dat de
feiten en omstandigheden, welke den
Minister van Justitie hebben geleid tot
het nemen van den maatregel van 1
April 1938 ten aanzien van de Brigade-
Oss der Koninklijke Marechaussee, dien
maatregel niet rechtvaardigen, terwijl
aan hetgeen nadien is gebleken in elk
geval geen motiveering voor dien
maatregel kan worden ontleend.
Voorts is de nota van den minister van
Justitie van 31 Januari 1939 voor kennisge
ving aangenomen. Dit geschiedde z.h.s.;
alleen de N.S.B. was er tegen.
Deze uitspraak van de Kamer viel te ver
wachten, ook na het welsprekend pleidooi
door minister Goseling Dinsdagmiddag in
zijn zaak gehouden. Want in weenvil van
het goede, dat daarvan was te zeggen, viel
toch te venvachten, dat het in zijn onder
deden weinigen zou bevredigen. En wie
daaraan nog eenigszins mocht hebben ge
twijfeld, beluisterde vanmiddag, dat de
overtuigende kracht van de ministeneele
rede niet groot was geweest. Zelfs scheen
het verwijt van eenzijdigheid, van te sterk
sauveeren van den P. G., van het pleiten
van medegevoel voor zich zelf, verdachten,
getuigen en den P. G.. maar niet voor de
marechauesée en de „slachtoffers' der ver
dachten in tweeden termijn hier en daai
nog iets scherper op te klinken.
De strakke houding van den minister,
welke bijna over de geheele linie viel te
typeeren met het: right or wrong, my coun
try, en in zoo scherpe tegenstelling 6tond
met het standpunt door de commissie-
Schouten ingenomen, vond in de Kamer
weinig sympathie.
Sterk werkte de minister met zijn com
plex-idee en zag daardoor de „misdragin
gen" van de maréchaüssée als erg groot en
onduldbaar. Ook de commissie had het ge
beurde als eenheid onder de loupe ge
nomen. maar was tevens tot een analyse
overgegaan om alles te beter te begrijpen en
juister te kunnen beoordeelen. Dit laatste
nu had bij den minister teveel ontbroken.
Daardoor moest hij eenzijdig wor&en ook in
tiemaatregelen. Op dien weg kan de Kamer
de schuldbepaling en het kiezen van correc-
den minister niet volgen en zoo ontstond,
wat door den heer Schouten, den minister
en anderen is getypeerd als een „zakelijk
meeningsverschil" omtrent een beleids
kwestie.
Welnu in dit opzicht heeft de Ka
mer, met aanvaaroing van 's ministers
goede trouw, zich ondubbelzinnig
uitgesproken, een uitspraak, die door
den minister heel goed is begrepen, al
ziet hij er geen aanleiding in om af te
treden.
Sommigen hadden dat gaarne gewild en
achtten zulks zelfs de consekwentie van het
aannemen der conclusie. Na de in het debat
afgelegde verklaringen is zulks echter zon
der meer niet vol te houden, 's Ministens
persoonlijke appreciatie van de conclusie
bepaalt ten slotte zijn politieke houding ter
zake. Op dit punt heeft minister Goseling
gtellig geen onzekerheid gelaten.
Op sobere wijze, vreemd aan alle
valsch sentiment, zakelijk gelijk het
rapport der Kamercommissie van begin
tot eind was, heeft na de opening der
zitting, de heer Schouten haar rap
port verdedigd tegenover de weinige
aanmerkingen .daarop uit de Kamer en
de beschouwingen van den minister.
Het. was knap werk, dat getuigde van
grondige kennis der feiten in hun samen
hang en ook van de details, die zoo vele
zijn de minister zeide het later zeer
terecht dat het bijna onmogelijk is die
alle in het hoofd te hebben en zich niet te
.vergissen.
De eerste, die een beurt kreeg, was
beer van Maarseveen. Deze heeft getracht
óe maréchaüssée teveel te belasten, nield
geen rekening met milieu en practijk en
kwam daardoor tot een verkeerde probleem
stelling. Deze gold geen kwestie van meer
of minder fouten, maar de vraag of het be
leid van den minister gerechtvaardigd was,
ja of neen?
Deze vraag nu heeft de commissie op
grond van het materiaal, dat haar ter
beschikking stond, ontkennend beant
woord, na alle feiten in oe verschillen
de zaken stuk voor stuk te hebben ge
toetst. Jammer genoeg heeft de minis
ter er niet toe medegewerkt om het
oordeel der commissie zoo gefundeerd
mogelijk te kunnen doen zijn. Daardoor
zijn sommige vragen in negatieven zin
beantwoord moeten worden.
Met voldoening heeft de heer Schou
ten kunnen constateeren, dat het verslag
niet scherp bestreden is kunnen woraen.
Het is inderdaad erkend als te zijn rustig,
objectief en evenwichtig. Ook de minister
is er niet scherp tegen in gegaan.
Diens complex-theorie ze scheen hem
zelf tot een complex geworden kon de
verdediger van het rapport niet geheel la
ten rusten.
Hij onderwierp haar aan een analyse
en wees er daarbij op, dat de fel gecri-
tiseerde brigade kort te voren Ln ae
zedenzaak van den fabrikant v.-Z. hon
derden delicate verhooren had afgeno
men en verderfelijke verhoudingen aan
het licht heeft gebracht. Niemand had
er eenige aanmerking op gemaakt.
Vlak daarop gaat het ineens mis met de
brigade. Hier kon geen verschil in werkme
thode ae oorzaak zijn!
Als alle opsporingsambtenaren in
Nederland werden beoordeeld naar den
aan de brigade-Oss aangelegdeai maat
staf, dan zou daarvan gelden: wie kan
bestaan?
Vast staat, dat aan de brigade eenzijoig
is aangerekend wat zij deed, gedekt door de
goedkeuring van de bevoegde instantie van
het parket.
Hier plaatste de minister weer een
niet zeer gelukkige interruptie.
De mnister had gezegd: als men eens met
mij mee doorleefa had wat voor 1 April ge
schied is, zou men aan mijn zijde staan.
Het was een gevoelsargument in een re-
thorisch kleed.
Terecht vroeg dan ook de heer Schou
ten: wat moet ik daar nu op antwoorden?
Ik zou kunnen zeggen: als men eens met
ons de behandeling van deze zaak in de
commissie zou hebben meegemaakt, dan zou
iedereen aan onze zijde slaan.
Toen interrumpeerde de minister: ja,
maar gij onderzoekt achteraf, en ik stond
als verantwoordelijk man voor besl ssingen.
Dit is inderdaad juist Maar het beiee-
kent, dat de overijling verkeerd is geweest
en de minister met een beslissing dubbel
oorzichtig had moeten zijn. Men wijst er
ook op, dat hij ten onrechte de commissie
onvoldoende heeft ingelicht en tevens, dat
bij het oordeel over de maréchaussee zeer
groote welwillendheid had gepast. Deze
ambtenaren worden soms voor beslissingen
geplaatst, die op staanden voet moeten
worden genomen. Ze zijn geen geschoolde
juristen, weten zeer wel, dat ze zich vergis
sen kunnen, maar weten ook, dat wanneer
ze niet handelen, terwijl later blijkt, dat er
wel degelijk iets ernstigs te onderzoeken
viel, hun de blaam treft.
De opmerking van den heer v. Maarseveen,
dat de conclusie der commissie „oneven
wichtig en eenzijdig" zou zijn, werd door
den heer Schouten bestreden, onder opmer
king, dat geen feit onbesproken is gebleven,
de commissie alleen met het beleid van
den minister te maken had en zich niet
speciaal had uit te spreken over den P. G.,
de maréchaussees en verdachten.
Scherp werd het verwijt afgewezen alsof
politieke motieven een rol bij de commis
sie zouden hebben gespeeld en voorts werd
de beschuldiging, alsof ten opzichte van de
R. K. geestelijken van het gemeene recht
zou zijn afgeweken, volkomen onbewezen en
ongegrond genoemd, zulks op grond van de
gegevens.
d. Goes van Naters nogmaals ver
oordeeld en eveneens de ongehoorde in
menging van den P. G. Op dit laatste punt
was ook Mevr. M a c k a y zeer scherp. De
minister trachtte in zijn dupliek dit tot
op zekere hoogte ook door hem minder ge
lukkig geachte optreden, weer te minima-
1 seeren. Het was echter een mislukte po
ging tot goedpraterij: niets overtuigends
kon worden aangetoond.
Pikant was de van meer dan een zijde
gestelde vraag hoe de minister het contact
tusschen P. G. en de marechaussee denkt te
verbeteren. De minister ging er niet
op in.
De onbegrijpelijke psychologische instel
ling van den m'nister, die verklaarde geen
oogenblik te verwachten, dat zijn éclatant
optreden een zoo geweldige reactie zou in
het leven roepen, werd nog even .loor mevr.
M a c k a y onder de loupe genomen.
Een interruptie van den minister
kwam er op neer. dat hij ons volk te hoog
achtte te staan.
We zullen zelf daarop niet ingaan, al zit
het woord „regie" ons in de pen. We vol
staan er mee de opmerking van mevr.
Mackay te herhalen, dat de minister na
het reeds voorafgegane had kunnen begrij
pen, dat er in ons volk onrust was ontstaan
over de rechtszekerheid en rechtvaardige
wetstoepassing. Zoo is het
Ai erkennen we, dat daarbij veel onhei
lig vuur op het altaar der publiciteit
was gebracht, de daad van den minister
kon geen olie op de golven zijn, maar
moest werken als olie op het vuur.
De stemmen, die in tweeden termijn ble
ven aandringen op het hoofd van den mi
nister beperkten zioh tot uc N.S.B. en <1e
heeren Wijnkoop, Zandt en v. Houten. Voor
den heer v. Houten gold het woord: lukt
het vandaag niet, dan lukt het morgen.
Gaat de minister na deze afkeur.ng van zijn
beleid niet heen, dan kom ik er bij de be
grooting op terug.
De Minister heeft in zijn dupliek nog
eens nadrukkelijk uitgesproken, dat, z.i, de
corpseer van de Maréchaussee ongerept is
gebleven. Ook op dat punt heeft hij de ge
volgde reactie onderschat.
De conclus.e der commissie bleef hij
als een zakelijk verschil van meening
beschouwen. Hij begrijpt volkomen, dat
de groote meerderheid der Kamer het
niet met hem eens is, maar het ver
heugt hem, dat bij deze zakelijke con
troverse zijn onkreukbaarheid erkend is.
Men kan niet ontkennen, dat de P.-G. Invloed
uitgeoefend heeft op het sluiten van het onder
zoek ln de zaak van de belde geestelijken. Er
zün Inderdaad fouten gemaakt door de mare
chaussee, doch hun chefs mogen niet bulten
beschouwing worden gelaten. De P.-G. heeft
onder eede verklaard, dat hij Invloed op de
stopzetting gehad kan hebben. De commissie
zegt hiermee niets over de strafbaarheid van
de betrokken personen.
Wanneer de Kamerleden allen bij de bespre
kingen der commissie aanwezig waren geweest,
dan hadden allen aan de ztfde der commissie
gestaan.
De MINISTER: Het verschil ls, dat nu ach
teraf geoordeeld wordt
De heer SCHOUTEN ontkent dit niet. doch
verklaart, dat de commissie geen oogenblik uit
het oog wil verliezen, dat men vandaag anders
oordeelen kan over het beleid dan op 1 April
1938. Het stelt de commissie teleur, dat de
Minister sindsdien geen afstand heeft kunnen
doen van zijn toenmalige opvattingen. Het is
de grootste zorg van de commissie geweest, om
den Minister niet zwaarder te belasten dan
noodzakelijk was.
In haar eenige materieele conclusie heeft de
>mmissie zich alleen over het beleid van den
Minister uitgelaten. Het beleid van den P.-G.
en anderen moest geheel bulten beschouwing
blüven.
De commissie meent, dat haar standpunt Juist
is. De Kamer beoordeele slechts het beleid van
den Minister van Justitie en trede niet in een
uitspraak over ambtenaren, waartoe zü niet be
voegd is.
De conclusie |i dus niet onevenwichtig of
eenzijdig. Het verslag is een toelichting op de
conclusie. Spr. sluit zioh aan bij de verklaring
van den heer De Geer. dat liet rapport niet op
alle punten even sterk ls. Dit Icon ook niet.
Men mag do commissie ill. niet kunr.en verwij
ten, dat zij een ongefundeerd oordeel heeft
gegeven.
Tegen beschuldigingen als zou de Minister
bevorderen, dat katholieke geestelijken niet
onder het gemeene recht vallen, moet de com
missie ten sterkste opkomen. Spr. hoopt, dat
het van nu af aan uit is met het brengen van
vreemde elementen ln deze zaak. De commissie
heeft de zaak zakelijk bezien; de religieuze en
politieke richting van den bewindsman heeft
geen rol gespeeld.
Tenslotte concludeerde de heer Schou
ten, dat de conclusie van het rapport
een zakelijke afkeuring van het beleid
van den min:ster van Justitie inhoudt,
waarvan de gegrondheid in geen enkel
opzioht is weerlegd. De conclusie heeft
geen politieke beteekenis, is geen consi
lium abeundi, geen wenk om heen te
gaan.
Welke uitleg de Kamer of de minister
aan de conclusie willen geven, is hun eigen
zaak.
De verrichte arbeid is door het mensche-
lijk element zeer zwaar gemaakt. Maar, al
dus besloot de heer Schouten, aan mijn za
kelijk oordeel mocht ik en mijn politie
ke vrienden zijn het daarin met mij eens
niet het zwijgen opleggen uit respect voor
de bekwaamheid en werkkracht van dezen
minister.
Geen raad om heen te gaan
In hnar conclusie heeft de commissie slechts
uitgedrukt, dat x|j den bevrusten maatregel niet
Juist acht; een politieke Ix-teekenls heeft de
commissie er niet aan gegeven.
Een consilium abeundi herat de conclusie
niet. De Knmcr «al goed doen b|J de «nnva.it-
dlng van de conclusie er de beteekenis aan te
hechten, welke de commissie er aan geeft en er
geen nnder karakter nnn toe te kennen.
Voor spr. persoonlijk ls het zuiver mcnsche
lük element het moeilijkste geweest. De Minis
ter van Justitie, is een bekwaam en religieus
man. Daarom spUt hot spr. dat het beleid in
zake Oss niet juist geweest is.
Over de replieken behoeven we niet veel
te zeggen.
Niemand had behoefte aan herziening van
zijn oorspronkelijk inzicht.
Zoo betoogde de heer De Geer opnieuw
de rechtszekerhe d is niet gediend door
de daad van den minister.
om de geestelijken had hij zijn opzien
barend optreden achterwege moeten laten.
zijn correctie der brigade ware, indien noo-
dig, op andere wijze mogelijk geweest.
Deze zelfde afgevaardigde merkte
don afwezigen heer Kersten op, dat deze
zijn gedragslijn laat voorschrijven door
het optreden der R. Katholieken; de ver
dachtmakingen van den heer v. Hou
ten omtrent sinistre, troebele machi
naties werden geen woord waardig ge
keurd. De C.DU.-er is er ook niet meer
op teruggekoment.
De „bewust en consekwent eenzijdige
rede" van den minister werd door den heer
Het debat van vier dagen was hiermede
uitgeput.
Inmiddels naderde de klok het uur van
zévenen.
De stemming over de conclusies bracht
geen enkele verrass ng. De aanneming
er van zal geen ministerieel bloed doen
vloeien. Dank zij de zakelijke wijze,
waarop in het algemeen het debat ge
voerd is, behoeft het ook nergens kwaad
bloed .te zetten en kan het tevens een
les voor velen zijn.
Donderdag vergadert de Kamer niet
Over Vrijdag durven we nog niets te
zeggen.
Want in den laten middag doken al-
gemeene crisisgeruchten op. Vandaag
zou het Kabinet eon besl ssenden Mi
nisterraad houden en de prognose was
niet gunstig.
Ook wij zijn niet zonder zorg, maar
willen op 't oogenblik nog blijven ho
pen, al is het misschien een stroohalm
waaraan we ons vastklemmen
In afwijking van het reglement van orde
kwam het wetsontwerp: afwijking van den
in art. 1 der Tar efmachtigingswet 1934 op
genomen termijn, hoewel het niet op de
agenda stond, dadelijk in openbare behan
deling. Er was blanco eindverslag uitge
bracht. Het ontwerp werd zonder debat en
z.h.st aangenomen.
Deze wijziging der Tariefmachtigingswet
heeft ten doel den termijn, binnen vvMke de
Stalen-Generaal de inm ddels bij voorbaat
ingevoerde wijziging der "Tariefwet moeten
goedkeuren, te verlengen, daar de behande
ling der Tariefwet binnen den gestelden ter
mijn van 6 maanden niet meer mogelijk
was.
Er komen 4 maanden bij.
De termijn loopt nu tot eind 1939
Verslag
1
Gedurende langen tüd zün er seen opmerkin
gen gemaakt over de werkwijze der brigade.
Kort voor de zaak-Oss heeft de brigade "en
uitgebreid onderzoek Ingesteld in een zeden
zaak tegen een groot-industrieel Gedurende al
dien tijd Is er geen ruchtbaarheid geweest. Dit
onderzoek Is later zeer noodzakelijk gebleken,
daar het wees op verderfelijke verhoudingen.
Kort na de arrestatie ls het met de brigade-
Oss plotseling verkeerd gegaan.
Is er dan plotseling 'nfundainonteele w|Ui-
ging in de werkmethode der brigade gekomen?
Als over alle opsporingsambtenaren zoo werd
geoordeeld als over deze brigade In haar toen
malige samenstelling. dan zouden voor allen
gelden de woorden van den psalmist: „Wie zal
bestand zUn?"
Wat Vun den H. betreft, hier hebben drie
rechterlijke ambtenaren onder eede verklaard,
dat er naar hun oordeel reden was voor ver
volging. Dit kan men niet verwaarloozen.
De brandweer te
Wolvega de
monstreerde
voor het eerst
deze week. hoe
het nieuwe pomp
station der ii
tercommunale
waterleiding te
Oldeholtpade.
door den Com
missaris der Ko- viufdoas
ningin in Fries
land geopend,
haar in staat
stelt. toekomsti-\ kun
ge branden te t gemaakt!
bestrijden.
De replieker
De heer ROST VAN TONNINGEN (N.S.B.) be
strijdt de woorden van den heer Schouten, tot
hem gericht. Hjj ontkent, dat de redevoeringen
dienen om de /.aak-Oss op te helderen. Hij
brengt de zaak ln verband met de dreigende
kabinetscrisis
Punt voor punt gaat spr. de rede van den
heer Schouten na. waarbij hö wijst op de onder
vonden tegenwerking.
Als de Kamer hear plicht deed. zou de Minis
ter moeten terechtstaan voor den Hoogen Raad.
Deze Minister springt met aangiften van straf
bare feiten om op een wijze, die elke rechts
zekerheid tart
Spr. verklaart met nadruk, dat het onjuist is,
'dat de maatregel genomen was, nadat allo
strafzaken waren gesloten Spr noemt twee
achtergehouden processen-verbaal uit 1931.
Deze Minister laat strafzaken eerst sluiten,
daarna zich te beroepen op de geheimhouding
van de geseponeerde dossiers De Kamer kn
zoo niet controleeren of terecht is geseponeerd.
De Minister denkt door een perscampagne het
volk te beïnvloeden. Dit is intellectueele hoog
moed.
(De VOORZITTER hamert).
Spr. kan geen aangifte doen van het door
hem aangeduide feit, daar het slachtoffer meer
derjarig is. Spr heeft de zaken van pastoor V.
en pastoor B. nagegaan Voor hem staat) on
omstooteiijk strafbare nlet-verjharde feiten
*Vast. Niettemin is de strafvervolging gestaakt
De Minister en de Kamercommissie glijden
over deze feiten heen. Spr. houdt vol, dat de
Minister een deputatie uit Oss heeft ontvan
gen. Spr geeft de namen, w o. burgemeester
Ploegmakers en notaris Bijvoet. Z(j zUn naar
het departement van Justitie gegaan.
De MINISTER: ZU zfln misschien aan de deur
geweest.
Do heer ROST: XT heeft ze ontvangen'
De MINISTER: Dat ls onwaar!
De heer ROST: De verklaringen van den Ml
nister kloppen niet. De Kamer mag deze zaak
niet laten rusten. Als de Minister en de Kamer
hun plicht verzaken, dan deugen ze niet meei
voor hun ambt.
De Minister en df- P.-G dienen te verdwijnen.
Spr. eischt eerherstel voor de marechaussee.
De heer VAN MAARSEVEEN (R.K.) bestrijdt
de rede van den heer Schouten Zün eigen be
toog acht spr. niet ontzenuwd. Spr. ontkent,
juist te hebben geciteerd uit het artikel
prof. v. Oven. Hü houdt vol; dat geseponeerde
dossiers niet aan de Kamer mogen worden
overgelegd. Spr. vraagt In de conclusie to
redresseeren, wat niet evenwichtig is. Het gaat
er niet alleen om het beleid van den Minister
af te keuren, doch ook hoe die afkeuring ge
schiedt De pointe van het onderzoek is daarom
niet juist in de conclusie neergelegd. Spr.
het aanbod van den heer Albarda, om een
quete te doen houden, niet aannemen: ook do
katholieken zijn er tegen geporteerd.
De verdediging door mevr. Mackay-Katz
do marechaussee, gaat naar spr's oordeel wei
wat ver.
Een eerlijk man, die zich vergist heeft
De heer DE GEER (C.H) Ia van oordeel,
dat de Minister gesproker) heeft als eerlük
die zich vergist heeft. Ieder, die niet door ge
loofshaat is verblind, moet wel onder den In
druk van deze tragiek komen. Dat de tw
geestelijken er bij betrokken waren, bewijst h
argeloos én bonafide de Minister is gewee
Het verheugt spr.. dat de overgroote mee
derheid der Kamer ln 's Ministers onkreukbaar
heid gelooft. De Minister heeft zich ook vergist
ln de noodzakelükheid van den maatregel.
Spr. zal zijn stem voor de conclusie uitbren
gen. Zoowel tegen de onwaardige als tegen de
nobele bestrüding handhaaft spr. zün stand
punt, dat aanneming van de conclusie niet be-
teekent, dat de Minister moet aftreden.
Het verheugt spr.. dat dé heer Van der Goes
van Naters zich oji «pr. aansloot: doch den
aandrang tot den Minister om niet af te tre
den. steunde deze afgevaardigde niet. Aan de
hand van voorheelden toont spr. aan. dat d<i
Minister niet behoeft af te treden. Het prece
dent. door den heer Bierema genoemd, was een
motie van wantrouwen in optima forma.
Spr. besluit met de verklaring, dat hü do
conclusie niet wenscht te zien als een consi
lium abeundi.
De heer VAN DER GOES VAN NATERS (S.D.)
meent, dat de Minister zich vergist tn de reac
tie van het volk. wanneer hü meent, dat het
niet veilig zal zün bit de handhaving van het
rechtsgezag 's Ministers bedoelingen waren
zuiver. Dooh vanwaar die hsaat? Deze vraag is
voor de beleidsvraag van overwegend belang.
In een maand had de Minister heel wat rustige
maatregelen kunnen nemen De Minister heeft
aan het drijven ven een hoofdambtenaar geen
weerstand kunnen bieden. Aan zün goede trouw
wordt niet getwijfeld.
's Ministers betoog was bewust en consekwent
eenzijdig. Spr. toont dit met enkele voorbeelden
aan. Daar verklaard Is. dat dergelijke dingen
wel meer gebeuren, kan spr. de marechaussee
enkele arrestaties niet kwalijk nemen. Waarom
moest dit juist de brigade-Oss worden kwalük
genomen?
Spr. is van oordeel, dat de brief van den
President van de Bossche RechtbanK bewijst,
dat de P.-G. zich in de zaken gemengd heeft
Spr. houdt vol. dat de Minister w e 1 't woord
„aangever" heeft gezegd, hetgeen deze had ont
kend Wat het precedent betreft, spr. houdt
vol. dat in analoge gevallen een Minister meer-
mnlen Is afgetreden.
Van een straf van de zlide der Kamer mag
geen sprake zün. De P.-G zal de kracht vai
's Ministers hand niet voelen; waarschünlük I:
dit Iets later.
Door het aannemen van de conclusie keurl
de Kamer het beleid van den P.-G. af. Mogo
uit deze treurige zaak ten minste Iets goeds
voortkomen: krachtige rechtshandhaving
De heer BIEREMA (Lib.) heeft de goede
trouw van den Minister niet In twijfel getrok
ken. De zakelijke Inhoud van de rede heeft spr.
echter niet kunnen bevredigen. Als algemeencn
regel aanvaardt spr. gaarne, dat geen inzage
an dossiers mag gpschleden In' dit ultzondei-
i lljke geval had een uitzondering gemaakt moe-
1 ien worjlen. Uit de rede van don Minister blükt,
dat er verzet Is om medewerking te verleenen.
e grieven tegen den P.-G zijn allerminst
rlogd De Minister hoeft niet aannemelUk
?n maken, dat de maatregel noodzakelijk
Integendeel. De brlgnde-Öss heeft fouten
tkt. Doch waarom dit sensa tlonecle In
grijpen? Zou de Minister dit ook gedaan heb-
het niet twee pastoors betrof
De MINISTER: Zonder den minsten twtffeL
De heer BIEREMA trekt de goede trouw
niet In twijfel, doch meent, dat het onderbe-
wustzlJn een rol kan hebben gespeeld.
Spr. heeft uit de rede begrepen, dat de Minis
ter zün standpunt handhaaft en dat alles b(J
het oude zal blüven. Spr. vreest, dat dan den
Minister zal blüken, dat hli zich nogmaals ln
den weerslag op ons volk heeft vergist Spr.
zal zün stem aan de conclusie geven. Of dit
een consilium abeundi zal zün, hangt van den
Minister af. Hü denkt er anders over dan de
heer De Geer.
De normale rechtsgang geschonden
Mevr. MACKAYKATZ (C.H.) waardeert het
betoog van den Minister. Zü betreurt, dat de
Minister zün standpunt heeft gehandhaafd Dat
de maatregel noodzakelük was. is niet geble
ken. Het belang van de marechaussee heeft de
Minister uit het oog verloren.
De P.-G. heeft aanleiding gegeven tot de ge
ruchten. waaruit anderen een Roomsch zaakje
konden maken.
Spr. is van oordeel, dat Inzage der dossiers
in dit geval wel had moeten worden toegestaan.
Voor den P.-G. en de publieke opinie ware het
beter geweest, als de ambtenaren wel waren
verhoord.
Spr. houdt vol. dat de normale rechtagang
geschonden ls. Aan de hand van de verschil
lende zaken loont spr. dit aan.
Hoe zal het den Minister gelukken met dezen
P.-G. 't contact met de officieren te herstellen?
Als de Minister aanblijft en geen maatrege
len neemt, dan zal hü zich weer ln den weer
slag op het volk vergissen.
De heer VAN HOUTEN (C.D.U.) is van oor
deel. dat de Minister gepoogd heeft de betee
kenis van het rapport te normallseeren. Da
kwestle-Oss kan en zal niet afgeloopen zün.
als de Minister zich neerlegt bü de conclusie
van de meerderheid. Uit niets Is gebleken, dat
de genomen maatregel niet langer kon wachten.
Wat den brief betreft van de vrouwelüke ge
tuige in Den Haag aan pastoor B., deze kan
misschien een andere beteekenis hebben dan de
Minister daaraan geeft
De Minister is absoluut niet bereid om zün
fouten te erkennen; het rapport Is vernietigen i.
Aanblüven van den Minister na aanvaarding
de conclusie zou absurd zün. Het gaat ook
het toekomstig beleid. Met de verwerping
het enquete-voorstel acht spr. de Kamer
bekocht
De heer WIJNKOOP (Comm.) acht
de ergste dingen, die den minister mo
den aangerekend, het weigeren yon inzage e
verbieden van verschijnen van ambten&rei
De minister mag de Kamer niet als een derdo
beschouwen, dit is politiek opzet
Door zün rede is het rapport nog
g-ender geworden. Spr. twijfelt niet a
ni-stera objectiviteit; spr. wenscht niet gesteld
te worden naast de heeren Kersten en Roet van
Tonningen. Aan antl-paplsme heeft spr.'s
partü niet meegedaan.
Het is noodzakelijk, de.t deze minister af
treedt
De heer ZANDT (s.g.p.) acht den Indruk van
de rede denzelfden als dien van de rede van
t vorige jaar. Het was geen zakelüke rede.
De minister zie zie niet over het hoofd, dat
j de oorzaak is dat hü velen onnoemeltlk
leed heeft aangedaan. Het noodeloos den ma
rechaussee aangedane leed had de minister
moeten verzachten.
Welke zekerheid hebben wij. dat het Neder-
landsche recht tegenover de geestelijken word
toegepast? Die zekerheid ls ons niet gege-
'en. Elk zal 's ministers vergissing naar
vaarde weten te schatten. Een enquete ware
enschelijk geweest.
Aan de marechaussee is onrecht geschied
n de belangen van Rome te dienen. De mi
nister heeft daardoor het recht gekrenkt.
Het prestige van den minister is te zeer ge
schokt om den minister te doen aanblüven.
DE MINISTER ANTWOORDT NOGMAALS
De Minister van Justitie, de heer GOSELJNG
s van oordeel, dat er meer dan genoeg mis-
erstanden zijn in deze zaak. Met het enquete-
voorstel heeft spr. niets te maken gehad. Eerst
Juli heeft spr. kunnen reageeren op de
motie-Albarda-Oud. Daarin heeft spr. ver
klaard. gaarne zün medewerking te zullen ver
leenen. Er is dus geen sprake geweest van
toezegging bij de behandeling van het
enquete-voorstel.
De grootste moeilijkheid ls
het bier gaat om ambtenaren,
spr. aonsprakelük Is; doch deze zijn
werkzaam in strafzaken. Ook de mare
chaussee bedoelt spr. hiermede. De Kamer
moet dus treden ln vraardeerlng van
strafzaken. Dit ls een onmogelijkheid;
nooit komt men tot een oplossing van
deze zaak door den aard vnu de functie
inn dit college.
Het gaat Inderdaad om de VTaag. of da
rechtsgang is geschonden. Debat t>
Juridische onderdeden brengen geen uitkomst.
Spr. ontkent, dat hier een kwestie Is vaa
corpseer. De lichtgeraaktheid bü de marechau
see had spr. ook niet verwacht. Spr. ondersch
geenszins de groote waarde van de militaire
icadreerlng.
Wat de weigering van Inzage van stukk
Engelsche sfeer bij de belangstelling voot
den paardensportdag ter gelegenheid van
het 65ste lustrum der Gronjjxgsche
academie.
bereft, merkt spr. op. dat men niet mag ris-»
keeren. dat er een soort volksgericht ontstaat.
De verbalen en rapporten worden dan beoor
deeld door buitenstaanders. Wanneer de atuk-
ken bekend zijn aan honderd menschen. kan
niet meer van geheimhouding spreken. In
Vrijdagmiddag 1 uur.
dit geval kan geen uitzondering gemaakt wor«
den. Zelfs bü een enquete staat niet zonder
meer vast. dat alle stukken worden overgelegd.
Of men spr. s houding nu s'ar noemt of niet.
- zit geen enkele dlsqualiflcatie ln.
Wat het hooren van ambtenaren betreft, niet
wenscheltlk Is. dat deze zelfstandig Inlichtingen
gegeven. De commisele had een regeling met pr.
kunnen treffen. Geheel uitgesloten was niet. dat
de ambtenaren zouden worden gehoord.
Met nadruk heeft spr. gevraagd de feiten en
gedragingen van de marechaussee als een
complex te zien.
Spr. kan zich niet voorstellen, hoe de heer
Rost van Tonningen denkt met zijn rede leta
te bereiken.
De heer ROST VAN TONNINGEN: Gaat n
aar liever weg! (De Voorzitter roept hem tot
de orde).
De MINISTER wijst er op, dat de heer Rost
in Tonningen eerst een «trafbare gedraging
noemde en thans verklaard heeft, dat deze ge
draging niet strafbaar was. Wat moet er van
volksgerecht terecht komen, als men de za
ken zoo verdraait.
Uitdrukkelük ontkent spr dat de P.-G. het
onderzoek tegen pastoor B. heeft doen slut-
i. Mogelijk ls dit ten gevolge van een in
formatie vnn den bisschop geschied: misschien
ls dit van Invloed geweest op de houding van
den substituut-officier en den wachtmeester
Wat de haast betreft, deze was noodzakelijk
m in de groeiende onrust ln te grüpen. Spr.
had wel gaarne gezien, dat het contact met
het corpsoommando beter ware geweest. Bij
het onderhoud ten departemente is geen sprake
geweest van eenige controverse. Er zijn tekort
komingen. Het gaat echter alleen om den
graad van den ernst daarvan en over den ge
nomen maatregel. BH verbetering van het con
tact met het commando kan de zaak zeer goed
goede wegen geleld worden. De Kamer zal
spr niet vragen tot welke conclusie hij zal
komen Spr voelt zich gerust en ook voldaan,
omdat de onkreukbaarheid van zijn bedoelin
gen vastgesteld Is
De eerste conclusie komt ln stemming. Zü
wordt aangenomen met 82 tegen 28 stemmen.
De tweede conclusie wordt z. h. st aangeno-
en met aanteekening. dat de N.S.B. wenscht
geacht- te worden te hebben tegengestemd.
Om 18.50 uur wordt de vergadering verdaagd
WAAR WERK TE VINDEN IS
AANBESTEDING TE LEEUWARDEN
LEEUWARDEN, 29 Juni. Aanbesteed is
het afbreken en opruimen van de bestaande
Wirdumerpoortebrug en het maken van den
onderbouw voor een nieuwe brug met aan
sluitende walmuren en andere bijbehoorende
werken. Laagste inschrijfster firma Kolk en
Co te Leeuwarden met f 81.500; hoogste U.
van Meekeren te Hindeloopen met f 92.900.
DE CEINTUUR „TRIOMF" wettelijk beschermd No. 328566
Een creatie, die schoonheid en gemakkelijk heid vereenlgt. - Door medici bestudeerd -
Een corset, dat de lichaamsomvang zoowel van de hulk als van de maag vermindert.
WH vinden hier het bereikte effect voor alle vrouwen van zeer groot belang.
Demonstraties zonder verplichting door de onlwerpster. Groote «ortecrlna I.UVGEniR
Maison DUETT 12 ",,f Bruasel-Beura Telefoon 12.01
Eenige winkel ln Belgie.
do ceintuur TRii
verkoopt
HET IDEALE STRAND
10 minuten van Ostende
TENNIS - KURZAAL - SPELEN
CERCLE PRIVÉ
GRATIS BADEN - GEEN TOESLAG
Prospectus op aanvr. aan het Stadhuis
LA MODISTE
LE PLUS GRAND CHOIX DE CHAPEAUX
DERNIèRES CRéATIONS DE PARIS
80 RUE NEUVE - BRUXELLES
KRISTAL - PORCELEIN en
ARTIKELEN voor GESCHENKEN
12 GALERIE DU ROI DDMCC_,
(Galerie St. Hubert) DnUbotL
EERSTE RAN GS MODEHUIS
20 Rue Vinave d'Ile
LUIK
Telefoon 12259
20 Chaussèe de
Charleroi
BRUSSEL
Tel. 37.75.78
Het geschenk dat men aanbiedt....
De herinnering welke men bewaart—
Een Kunstloto geteekend VERHASSEL
25 Rue des Fripiers 25, BRUSSEL
tusschen Beurs en Muntschouwburg
5 Korting op vertoon dezer advertentie
Place de la Monnale 9. BRUSSEL
PRIMA CONSUMPTIES
Verzamelplaats der Hollanders
COMPAGNIE ANGLAI^E
ROSKAM ET ROLLIN
GROOT KLEEDERM AKERS HUIS
Kleeding naar Maat en gemaakt
Mooiste keii7e F.ugelsche «toffen
Hoek van de Rues de la Cathédrale at
de la Régence LUTK
Hollanders gedurende Uwe vacantia te
BRUSSEL, mankt van de gelegenheid
gehruik door Uw inkoopen te doen bij:
„ELLEN SPORT", Bd. Anspach 18
Specialiteit in: MANTELS JAPONNEN
PULL-OVERS. HOEDEN. ENZ.
Specialist in Gelakte
KEUKEN-MEUBELEN
TOONZALEN:
61 rue d'Aneleterre.
BRUSSEL-MIDI
te TERVUEREN (bij Brussel)
is gedurende Uw vacantierei* het
hij de Hollanders gerenommeerde
Bondsliotel Restaurant en Pension.
OM GERIEFELIJK TE REIZEN
oer luxe-autocar, nowei m Itmimnlnnd
alp- naar Buitenland weinli I tot:
S. A Beige de Voyages et de Transports
SARFI l/HY" 1U- Bd El» Jacqmaln
BRUSSEL Tel. 17.72.70