DOOR VRIENDSCHAPSBAND VERBONDEN SPECIALE UITGAVE NAAR AANLEIDING VAN HET BEZOEK VAN H.M. KONINGIN WILHELMINA DER NEDERLANDEN AAN Z. M. KONING LEOPOLD III VAN BELGIË VAN 23-26 MEI 1939 Voor een nauwere economische samenwerking tusschen Nederland en Belgie. Waf welen wij van België VAN DE VIJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN: DE ROTERDAMMER, NIEUWE HAAGSCHE COURANT, NIEUWE UTRECHTSCHE COURANT, NIEUWE LEIDSCHE COURANT EN DORDTSCH DAGBLAD HOOFDKANTOOR: GOUDSCHESINGEL 105 ROTTERDAM uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiuiiiiiiiniiiniiiiniiiiiiiiiii.j'cisiiniiiiiii ZATERDAG 20 MEI 1939 Directeur-Hoofdredacteur: H. DIEMER Burgemeester Max begroet met vreugde het bezoek van Koningin Wilhelmina. Er is geen Belg wien het beeld van Neer- lands Koningin niet voor oogen staat. Integendeel, alle Belgen kennen ook de standvastige wijsheid waarmede Zij, in meest ernstige omstandigheden, de verlangens van het Nederlandsche Volk heeft weten te bevestigen, sterk inge- J* 2JfraB nomen als Zij is evenals wij met de I onafhankelijkheid en de vrijheid. I| Koningin Wilhelmina's innemende per- li soonlijkheid en de waardigheid van iFPsM Haar karakter hebben Haar in België een wijdvertakte en hechte populariteit k-1 verschaft. Ook de aankondiging van het bezoek van Koningin Wilhelmina is door al mijn landgenooten met warme sympathie ontvangen. Uit het diepst van hun gemoed, zullen de toejuichingen op stijgen waardoor zij hun verlangen naar goede en oprechte samenwerking met een naburig en bevriend volk wiens ideaal zij deel en, zullen manifesteeren. Gedurende verscheidene dagen zullen de Hollandsche en Belgische kleuren, broederlijk vereend deze gelijkheid van gedachte symboliseeren, een gelijkheid die in deze moei lijke dagen de gemoederen zal versterken en den wil tot samenwerking, zal bekrachtigen. Brussel begroet met vreugde deze dagen, die de vriendschap Holland—België zullen versterken. ADOLPHE MAX. Minister van Staat, Burgemeester van Brussel. 'door Ph. v. ISACKER, oud-Minister DE Redactie van de Vijf Samenwerkende Christelijke Dagbladen is zoo vriende lijk mij om een korte bijdrage te verzoeken bij gelegenheid van het bezoek van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina aan België Ik onderstel, dat mijn presidentschap van de Belgisch-Luxemburgsche delegatie van de Permanente Economische Commissie tot deze vraag aanleiding gaf. Het zal me dan ook toegelaten zijn in deze enkele regels de aandacht te vestigen op het voordeel, dat onze beide landen kunnen vinden in een nauwere economische samenwerking. Het ware verkeerd Nederland en België te beschouwen als twee landen, die elkander 100 pet aanvullen. Bij iedere hernieuwing van de handelstraktaten lijkt het opnieuw, dat de in- en uitvoerrelaties niet zonder moeilijkheden te regelen zijn. De noodzake lijkheid, die voor Nederland aanwezig is om aan de land- en tuinbouwproductie 'n ruime ren buitenlandschen afzet te verzekeren en aan zijn industrie een behoorlijk gedeelte van zijn binnenmarkt voor te behouden, staat vaak in tegenstrijd met het Belgisch belang om der uitvoer van de industriepro ductie te verhoogen en, in een voldoende mate, de binnenmarkt voor de nationale landbouwvoortbrengselen te beschermen. Het inschrompelen van de Nederlandsche en de Belgische afzetgebieden, ingevolge de beperkende economische politiek van onze groote naburen, heeft de tegenstelling van belangen tusschen onze beide landen nog verscherpt. En zoo zijn sommige maatregelen in de laatste tijden aan de beide zijden ge troffen, wel te verklaren. De Nederlanders en de Belgen hebben realiteitszin genoeg om dat in te zien, om rekening te houden met-deze tegenstellingen, en de contaktpun- ten te gaan zoeken alleen op de plaatsen waar ze de wederzijdsche belangen niet kun nen schaden. Op landbouw- en industriegebied ligt on tegenzeggelijk voor België en Nederland het terrein van de moeilijke oplossingen. Hoe verkeerd en tegenstrijdig met onze beider belangen ware het evenwel niet, af te schrik ken voor deze moeilijkheden en de taak op te zeggen. Indien wij, Nederlanders en Bel gen, ook naar autarkie moeten gaan, is het met onzen welstand gedaan. Nederland en België hebben inderdaad op de andere landen vooral dit voor, dat ze gunstig zijn gelegen. Onze positie op een punt van druk verkeer onder de volkeren, is van dien aard, dat ze vooral is aangewe zen op koopen en ver'-oopen, op handel dry Ph. VAN ISACKER ven. Ik hoor weieens in België deze verkla ring: „Ons huis staat op de groote markt". Dat we naast elkander als concurrenten in het handel drijven maar voor veel waren gespecialiseerd onze handelszaken hebben opgetrokken, is eer voor onze beide landen een voordeel. Zooals op drukbezochte plaat sen, de eene zaak aan de andere klanten aanbrengt, moeten we niet vreezen, dat de voorspoed op handelsgebied van het i land den voorspoed van het andere niet zal bevorderen. Nederland en België kunnen natuurlijk noch hun industrie, noch hun landbouw verw loozen. De productie speelt in ons beider landen een te voorname rol. Maar we mogen niet uit het oog verliezen, dat onze beste voorspoedsjaren deze waren, toen we onze taak van verdeelen van koopwaren ove heele wereld van internationale hande laars het meest volledig hebben vervuld. België en Nederland moeten in rechtzinnige verstandhouding zoeken naar de oplossing van de moeilijkheden, die op industrie landbouwgebied bestaan en dan krachtig samen optreden als voorname handeldrij vende naties. Op dat gebied wellicht i meest vruchtdragende samenwerking te be reiken. Aan deze gedachte konkrete vormen geven, is naar het me wil voorkomen, de taak van de Permanente Economische Com missie. Een gastvrij land met een eeuwenoude kuituur Rijk aan natuurschoon NIEMAND zal ontkennen dat de be langstelling van Nederland voor België de laatste jaren sterk is toegenomen. Al moge tot vermeerdering van die interesse dan ook de spannende internationale toe stand hebben meegewerkt immers het is voor ons Nederlanders van belang te weten welke gedragslijn de naastbijgelegen landen volgen een feit is, dat afgezien van alle belangen, België meer dan vroeger een ge zocht vacantieoord is geworden voor vele Nederlanders die hun bevindingen in dit land opgedaan in de meeste gevallen ka rakteristiek uitdrukken in de simpele op merking „België is gezellig en mooi". De vraag is dan ook gewettigd, wat wy eigen lijk van België afweten. De een zal zeggen: aan de kust is het prachtig. De andere prijst de historische architectuur in vele steden, weer een ander uit zijn bewondering voor de schoonheid der Ardennen, maar velen blijven wat hun kennis ten opzichte van België als land betreft, aan de oppervlakte en hebben iets van den Amerikaan „die Holland in een dag doe t." België, gelegen op de kruising van groote verbindingswegen, is een ryk en vruchtbaar land met een even gemoedelijke als dap pere bevolking wier beteekenisvolle eigen schappen wij zouden willen typeeren met de aanduiding dat zij vastberadenheid en wils kracht bezit. Heeft Julius Cesar al niet gezegd dat de Belgen de dappersten waren onder alle Galliërs en was het niet een Godfried van Bouillon te Baisy in Brabant geboren, die den eersten kruistocht zegepralend binnen Jerusalem leidde? Denken wij bij een bezoek aan België nog wel eens aan die bloedige kampen der Vlaamsche Gemeenten en den Franschen Adel, die hun einde vonden in den Gulden Sporenslag? Voor België was de wereldoorlog een harde beproeving, maar uit de schoot der beproe ving herrees het zedelijk grooter en vast beraden op. België heeft na den wereldoor log bewezen een land te zijn dat beschikt over elementen die noodig zijn om tot een nieuw en krachtig leven te herrijzen, om tot nieuwen bloei te komen op alle terrein des levens en heeft altijd blijk gegeven de ware beteekenis van de spreuk „l'Union fait la force", te verstaan. Wie dit alles bedenkt zal de Halletorens in Vlaanderen, de Estacades aan de kust en de hoogoprijzende bergen in het zuiden, met nog meer bewondering aanschouwen en zal dan eerst recht begrijpen, dat dichters ver schillende streken van dit land vaak ge nomen hebben tot grondtoon en aderslag voor hun producten en voor hun stijl, tot een wijd homerische vergelijking. Spreken we over België, dan denken onze lezers natuurlijk onmiddellijk aan Brussel, de hoofd- en residentiestad van het Koninkrijk België, tevens de hoofdstad van de Provincie Brabant. In deze stad zal onze Koningin Wilhelmina officieel worden ontvangen. Naast de Bel gische driekleur Rood-Geel-Zwart, zal er de Rood-Wit-Blauwe vlag wapperen in de bovenstad waar de voornaamste gebouwen zijn gevestigd, en in de benedenstad waar de voornaamste oude gebouwen staan. Wie Brussel gezien heeft, zal zeker de beneden stad hebben bezocht al was hij dan alleen maar geweest op de Groote Markt (Grand Place) waar men het mooie stadhuis vindt dat gebouwd werd omstreeks 1400 en wel het merkwaardigste gebouw van Brussel "genoemd kan worden. Het Brusselsche Stadhuis Dit gebouw, waarin H.M. Koningin Wilhel mina zal recipieeren en Haar handteekening zetten in het Gulden Boek, is terecht het doelwit van iederen vreemdeling. Het vormt een rechthoek rondom een binnenplaats die door twee marmeren fonteinen versierd is. Aan de voorzijde verheft zich een fraaie toren tot een hoogte van ruim 110 meter gekroond door de tot windwijzer dienende figuur van den aartsengel St. MichaëL Het interieur is verbijsterend schoon en herin nert den bezoeker aan vroeger eeuwen. Vooral de wandschilderingen en de schil derijen in de gerestaureerde zalen, dwingen ieders bewondering af. We spraken over het Gulden Boek. Het zal niet de eerste maal zijn dat onze Koningin in dit boek haar handteekening plaatst. Den 27sten Juli 1911 heeft onze Vorstin immers in gezelschap van wijlen Prins Hendrik Brussel bezocht en het Gulden Boek geteekend. Het is niet de eenige her innering aan het Nederlandsche Huis va: Oranje die in het Gulden Boek te vinden ii want terugbladerend zal men op den 20sten Mei 1884 het handschrift van Z.M. Koning Willem III herkennen, alsmede de handtee kening van wijlen onze Koningin Emma op dien datum aantreffen. Men kan dus zeggen dat het Gulden Bode inderdaad boekdeelen spreekt. Op het Brus selsche Stadhuis heeft Koningin Wilhelmina sinds 1911 niet meer gerecipieerd. Dat wil echter niet zeggen dat Zy sindsdien niet meer in Brussel is geweest. Wij herinneren eraan dat Zij in 1915 een bezoek aan België heeft gebracht en in 1935 de wereldtentoon stelling heeft bezocht Nog herinneren wij ons de daverende toejuichingen welke onze Vorstin op de tentoonstelling in ontvangst had te nemen en hoe Zij in gezelschap van Prinses Juliana het Nederlandsche Pavil joen dat er zoo schitterend gevestigd was in een rustieke omgeving, met groote be langstelling heeft bezichtigd. Maar laten wij niet afdwalen en terugkee- ren tot de Grand Place met de oude Gilde- huizen en het z.g. Broodhuis (Maison du Roi). Laatstgenoemd gebouw is destijds schitterend gerestaureerd en bevat thans Typische stad De benedenstad is typisch van bouw. Men vindt hier vele nauwe straten maar juist daarom is dit deel van Brussel een bezoek waard. Het geheel heeft een eigen karakter waarvoor ieder bezoeker oog heeft. En de bovenstad? Ook daar kunnen wij van een specifiek karakter spreken, al was het alleen maar door de aanwezigheid van de Koninklijke Paleizen, de gebouwen van Kamer en Senaat, de schitterende Konings straat, de Wetstraat met de witgepleisterde patriciërshuizen en het Koningsplein met het in 1848 onthulde standbeeld van God fried van Bouillon. Verder noemen wij hier het paleis van den Graaf van Vlaanderen en de prachtige Leopoldswijk. Het zou ons te ver voeren hier een breed voerige opsomming te geven van het aantal monumentale gebouwen die men in Brussel kan bezichtigen. Wij noemen slechts van de vele kerken de bekende basiliek met drie beuken, de Sinter Goedelkerk (de Collegiaal van St. Michiel en Ste Gudula) van waar uit wij het stoffelijk overschot van Z. M. Koning Albert en de onvergetelijke Ko ningin Astrid via de eeuwenoude trappen naar buiten hebben zien dragen, de Gudule met de twee fraaie maar onvoltooide torens, verder noemen wy de St. Jacobskerk op den Coudenberg op het Koningsplein met de schitterende standbeelden van Mozes en David en niet te vergeten de fraaie Gothi- sche Kapellekerk uit de 12e eeuw. In de benedenstad vindt men een fraai stukje Romaansch bouwwerk wanneer men de Mariakerk bezichtigt welke in Schaarbeek In de laatste jaren kan men wel zeggen dat er geen kerk is die zoo in het middel punt staat als de kerk te Laeken met de Koninklijke Grafkelders. Er gaat in België geen feestdag en gedenkdag voorbij, of er wordt naar de graven van wijlen Koning Albert en Koningin Astrid een bedevaart ondernomen. Van de wereldlijke gebouwen zouden wij nog willen noemen het Paleis van Justitie, het Academiepaleis, het Paleis van Schoone Kunsten en het Universiteitsgebouw, eer tijds het paleis van den beroemden kardi naal Granvelle En wie op weg is naar Etterbeek ontmoet de schitterende Cin- quantenaire, een monumentale zegeboog bij het Jubileumpark opgericht ter herdenking van den 75sten verjaardag van België's on afhankelijkheid. Winkelen in Brussel Voor de dames is Brussel eigenlijk een ideale stad. Want wat doen vrouwen niet liever dan heele middagen winkelen en etalages kijken. Welnu, in Brussel is daar voor volop gelegenheid en wie wel eens in de Au Bon Marche geweest is of in l'Inno- vation, beide dicht bij het Gare du Nord gelegen, zal zich hebben afgevraagd of er nog wel vrouwen thuis zitten Naar ons Hollandsch begrip te oordeelen, kent de Belg geen huiselijke gezelligheid. Men moet echter met dergelijke oppervlak kige beschouwingen voorzichtig zyn, want ook de Belgische huismoeders kennen een tyd van komen en een tijd van gaan. Het is alleen maar de kwestie: hoe verdeelen zij den dag. Geheel anders dan de Hollandsche vrouw, dat is zeker. Ook al omdat de afstanden zoo groot zijn, blijven de meeste vrouwen die gewinkeld hebben tusschen den middag in de binnen stad en ontmoeten daar haar echtgenooten in een estaminet of eethuis. En voor een krats wordt er gegeten en gedronken, zon der dat men kan zeggen dat het minder gezellig is dan thuis. Wie gaat winkelen, winkelt goed en dan liefst uren achtereen. Hebt u wel eens op Het fraaie Stadhuis van Brussel den middag door de (Rue Neuve) Nieuw- straat geloopen vanaf het Gare du Nord naar het Postkantoor of over de Boulevard Anspach naar de Place de Brouckère? Dan zal de buitengewone drukte zeker opgeval len zijn en niemand-za. ontkennen dat het gezellig is. Met recht kan gezegd worden, ook wat het winkelen betreft: ,,'s lands wijs, 's lands eer'.' En is men uitgewinkeld, dan gaat men rusten hetzij in de binnenstad zelf of daar buiten in de boschrijke omgeving. Het moge op het eerste gehoor vreemd klinken in een stad als Brussel te spreken van bosch, maar toch, geachte lezer, zouden wij u willen adviseeren nimmer bij een bezoek aan Brussel, te vergeten een trip te maken naar Waterloo, het Kamerenbosch of het bosch van Tervueren. Er zijn tal van mogelijkheden voor iederen vreemdeling en het aantal vervoermiddelen om ook de omgeving van Brussel te bezich tigen, is legio. Ditmaal zal onze Vorstin behalve Brussel, ook Luik bezoeken ter bezichtiging van de groote watertentoonsfelling. Luik, de stad in het centrum van industrie, kolenmijnen en fabrieken, wordt vooral door de Hol landers die via Maastricht België binnen komen, aangedaan. Ook in deze stad vindt men vele karakteristieke plekjes wij denken slechts aan het Provinciaal paleis met het schitterende portaal en wij twijfelen niet of onze Vorstin zal ook voor deze prachtige stad bewondering koesteren en Haar zal door de bevolking van Brussel en Luik een onstuimige hulde gebracht De watertentoonstelling in Luik DE groote Watertentoonstelling te Luik welke wordt gehouden van 20 Mei tot einde November 1939, zal ongetwijfeld dui zenden Nederlanders trekken, omdat hier iets bijzonders te zien is, dat moeilijk met eenige tentoonstelling vergeleken kan wor den. De expositie is georganiseerd ter ge legenheid van de voltooiing van het Albert- kanaal, hetwelk Luik met Antwerpen ver- Na niet-officieele opening van enkele af dee lingen, zal Z.M. Koning Leopold, in tegenwoordigheid van de Belgische Prinsen op 20 Mei de officieele opening van de ge- heele expositie met Zijn bezoek vereeren. Den 25sten Mei hoopt onze Vorstin Zich vanuit Brussel naar Luik te begeven. Bij aankomst van den Koninklijken trein in het Gare des Guillemins, zal het eerste schot ge lost worden van de 51 minuutschoten, welke worden afgegeven door een batterij stukken van 75 mM. Met indrukwekkend militair vertoon zal Koningin Wilhelmina Zich in gezelschap van KoningLeopold van het Station naar de Watertentoonstel ling begeven, welke Zij zal bezoeken. In den namiddag zal onze Vorstin weer naar Brus sel terugkeeren, om den daarop volgenden dag, Vrijdag 26 Mei, weer uit de hoofdstad te vertrekken naar Den Haag. Wat er te zien is De inzet van deze groote tentoonstelling in Luik kan dus in alle opzichten vorstelijk worden genoemd. De tentoonstelling beslaat een oppervlakte van 100 HA, gelegen rond een watervlak van 30 HA. Op de waterparty zullen gedurende de expositie schitterende waterfeesten worden georganiseerd. Vooral bij avond zal een en ander sprookjes achtig zyn. Doel van deze tentoonstelling is, een beeld te geven van de rol, die het water speelt, zoowel in de wetenschap als in de industrie, in de hygiène zoowel als in de sierkunst, het toerisme, de sport, de scheep vaart en de visschery. Vele Nederlanders zullen deze tentoonstel ling i gaan bezoeken en wie in België komt zal van zyn verblijf gebruik maken om dezq internationale expositie te bezichtigen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 13