Dertig inbraken, meer dan
twintig arrestaties
BLOEMENTENTOONSTELLING
HB
MAANDAG 3 APRIL 1939
TWEEDE BLAD PAG. 5
Knap recherchewerk van de
Rotterdamsche politie
Binnenstad gezuiverd van
inbrekersbende
Hoofddader speelde hoog
spel, doch verloor!
Staaltjes van zeldzame
brutaliteit
ROTTERDAM, 3 April. Wij be
vinden ons in een der inspecteurs-
vertrekken van het Hoofdbureau
van Politie te Rotterdam. Het is er
rommelig, alsof er groote schoon
maak gehouden wordt. In een der
hoeken van het vertrek ligt een
groot aantal tapijten en vloerklee-
den opgestapeld. De waarde ervan
beloopt in de honderden guldens.
Tal van andere voorwerpen, artike
len, coupons stof, doozen, liggen er
om heen geschaard. Wat dit alle
maal te beteekenen heeft? Het is het
bewijsmateriaal in een inbrekers-
affaire, welke ongelooflijk veel heeft
gevergd van den speurzin der poli
tie. Zich vastklampend aan enkele
ónnoozele gegevens is men er in
geslaagd meer dan dertig inbraken,
gepleegd in den loop van Februari
en begin Maart, op te helderen.
Meer den twintig arrestaties wer
den verricht. De twee hoofddaders,
de eigenlijke inbrekers, benevens ne
gen helers bevinden zich in het Huis
van Bewaring.
In den nacht van vijf op zes Maart be
gonnen de beide inbrekers van het com
plot pech te krijgen! Zij probeerden dien
nacht hun slag te slaan in een loonzetterij
aan den Molen waterweg, maar werden ont
dekt Men slaagde er in het tweetal aan te
houden. De 21-jarige metaalbewerker F. M.
M., een goede bekende van de politie, ont
kende alles, doch hij viel door de mand,
toen men in zijn woning ia een wasch-
jtobbe verborgen, de overjas vond, die hij
tijdens de inbraak gedragen had. Men zal
£ich ongetwijfeld dit interessante zaakje,
'flat we destijds vermeld hebben, nog
herinneren.
Nu was dit jongmensdh juist enkele dagen
tevoren met de politie in aanraking ge
weest, daar men hem verdacht van een
(inbraak aan de Kipstraat bij de fa. Mar
tens. Bewijsmateriaal was echter niet te
.Vinden, en daarom moest men hem na drie
Üagen weer op vrije voeten stellen.
Voor de tweede maal aangehouden, wei'
gerde de metaalbewerker tijdens het ver
hoor elke inlichting. „Jullie hebben me pas
Örie dagen onschuldig opgesloten", ant
woordde hij brutaal. „Ik zeg nooit iheer
Wat, want ik heb het niet gedaan." Men
Wist erihter wel beter en dientengevolge
verhuisde het jongmensch van het Haag-
Scheveer naar den Noordsingel.
Zijn mond voorbijgepraat7
De tweede verdachte in deze zaak, de
&4-jarige schoenmaker A. V. Jr., liet tijdens
het verhoor ook niet veel los. Maar toch
Waren er twee uitdrukkingen, die den in
specteur, die de leiding van het onder
zoek in hanaen (had, als muziek in de
©oren klonken. Het waren de twee volgende
passages, waaraan hij zich tijdens het ver
dere onderzoek vastklampte: „Fa. J. aan
den Coolsingel" en „Gouden gehemelte
plaat."
Naarstig werd in de politie-adiministratie
hagegaan op welke zaken deze twee uit
latingen betrekking konden hebben, doch er
Was niets te vinden. Daarom werd allereerst
een onderzoek ingesteld bij de fa. J. aan den
'Coolsingel.
Wat bleek? Dat er bij deze firma in
liet begin van Februari was ingebro
ken, en dat er een ware strooptocht
door het gebouw was ondernomen. De
inbrekers hadden alle spaarpotten van
het personeel geleegd en een enormen.
voorraad sigarenkokers, portefeuilles,
damesportemonnaie6, etc. meegenomen.
Aan geld werd ca. f 50 vermist. Ondanks
dit alles was van deze inbraak geen
aangifte gedaan, omdat de eigenaar zoo
weinig mogelijk last wilde hebben. Zelfs
een breekijzer, dat men gevonden had,
was netjes verpakt opgeborgen zonder
dat er verder naar was omgekeken!
Nauwelijks had tijdens een nieuw verhoor
de schoenmaker A. V. Jr. dit breekijzer op
tafel zien liggen, of hij liet zich ontvallen:
„Daar heb je het breekijzer van de fa. J
en dat is van H. de J." Laatstgenoemde is
iemand, die bij de politie een zeer slechte
reputatie geniet.
Intusschen hadden rechercheurs van het
Hoofdbureau een ondexv.oek ingesteld naar
de „gouden gehemelte-plaat". Zij vervoegden
zich daartoe bij verschillende goudsmeden
de binnenstad, enzij hadden gelu/k.
Na een paar dagen werd bij een goudsmid
tandemgoud van een bepaalden naam en een
bepaalden prijs aangetroffen, hetwelk ver
der speuren mogelijk maakte.
Tot zijn groote verbazing verscheén op
een goeden dag in den winkel van den heer
B. aan den Binnenweg een rechercheur, die
hem de vraag 6telde, of hij een gouden
gehemelteplaat miste. Na eenig zoeken
plaat was niet meer in gebruik moest
de heer B. erkennen, dat de politieman gelijk
hac. en dat hij bovendien nog een medaillon
miste.
De inbraken, waarop de uitlating van A.
V. Jr. betrekking hadden, waren dus nu
gevonden, doch de daders waren nog zoek.
Hoog inbrekersspel
Inmiddels had de schoenmaker nog meer
losgelaten, waaruit was vast komen te staan
dat ook in het pakhuis van de fa. W. aan
den Goudscherijweg was ingebroken. Er
waren oaar eenige vloerkleeden ontvreemd.
Deze firma deed aangifte aan het bureau
Meermanstraat en een rechercheur van dat
bureau heeft zoowel den metaalbewerker als
den schoenmaker in het Huis van Bewaring
eens geducht aan den tand gevoeld.
Uren en uren zijn daarmee heengegaan,
zonder dat hij iets vorderde. Uit F. M. M.
was zelfs geen woord te krijgen.
Toen is A. V. Jr. het spel gaan spelen, dat
hij glansrijk verloren heeft! Hij kwan
de volgenoe gedachte: „Laat ik probeeren
er zoo goed mogelijk van af te komen. Ik
zal een aantal zaken bekennen, die op M.
betrekking hebben. Bij confrontatie met M.
zal ik door bepaalde mimiek en gebaren
hem wel duidelijk maken, dat hij alles ont
kennen moet. Dit zal mijn strafmaat aan
zienlijk kunnen verlichten."
Doch A V. Jr. misrekende zich leelijk
in zijn collega. Deze heeft het spel on
middellijk doorzien, en vol woede riep
hij stotterend (M. heeft een spraak
gebrek)
„H-h-h-eeft-ie alles v-verteld? Nou,
d-dan zal ik ook alles zeggem". Het
resultaat was, dat hij onmiddellijk dertig
inbraken bekende, waarvan hij er meer
dan twintig samen met A. V. Jr. had
gepleegd!
Van eau af aan begon een politioneel on
derzoek, dat twee weken aan één stuk
heeft geduurd, waarbij een ontzaglijke massa
materiaal moest worden verwerkt.
De beide verdachten werden weer naar
het Hoofdbureau van Politie overgebracht,
waar zij aan tal van verhooren werden
onderworpen.
Zeldzame brutaliteit
Met welk een zeldzame brutaliteit de
heeren te werk gingen, blijkt uit het feit,
dat een ongeinde kwitantie, die was buit
gemaakt bij de fa. Bredee, prompt den vol
genden morgen om adht uur bij de „Kinder-
sluis" werd gepresenteerd. Met het oog op
het vroege morgenuur verzocht men den
man nog eens terug te komen. Deze koos
echter de wijste partij en verscheen niet
meerl
Het vrouwelijk element heeft zich ln
deze zaak allerminst onbetuigd gelaten!
Om een voorbeeld te noemen: de vrouw
van den timmerman A. P., die zeer spoe-
ONTWERP KINDERBIJSLAG
VERZEKERING
Enkele principieele bezwaren
en opmerkingen
Blijkens 't voorloopig verslag van de
Tweede Kamer over het ontwerp van
wet, houdende wettelijke regelen inzake
kinderbijslagverzekering, betuigden zeer
vele leden hun instemming met het be
ginsel, dat aan dit ontwerp ten grond
slag ligt en met de wijze, wnarop in de
memorie van toelichting dat beginsel is
ontwikkeld.
Voor het particuliere bedrijf is een goed
werkende regeling alleen te verkrijgen
als allen medewerken en als bovendien van
alle bedrijven een gelijk bedrag voor eiken
arbeider wordt gevorderd Met het oog op
de concurrentie mag het voor den onderne
mer geen verschil maken, of hij arbeiders
met veel dan wel met weinig kinderen in
zijn dienst heeft. Zouden de bedragen, die
de bedrijven als gevolg van een kinder!» ij-
sJagTegeling hebben te betalen, afhankelijk
worden gesteld van de grootte van de ge
zinnen der bij hen in dienst zijnde arbei
ders, dan zouden weldra de arbeiders met
een groot aantal kinderen zooveel mogelijk
worden uitgeschakeld en zou dus de rege-
dig een kleine verwacht, werd met het
oog op haar toestand, voorloopig weer
op vrije voeten gesteld. Zij heeft van
deze gelegenlheid gebruik gemaakt om
tal van menschen nog tijdig voor de
komst van de politie te waarschuwen,
zoodat het de grootste moeite heeft ge
kost de verdwenen goederen te achter
halen.
Al met al heeft de Rotterdamsche politie
weer eens aangetoond, tot welke prestaties
zij in staat is. Vijf weken lang heeft dit
complot de binnenstad onveilig gemaakt. Er
is op radicale wijze onder de daders huisge
houden, zoodat men wel van een „groote
opruiming" mag spreken.
Voor het kranige recherchewerk van de
Rotterdamsche politie is een woord van
hulde zeker op zijn plaats!
ling, welke in hun belang was bedoeld, zich
juist tegen hen keeren. Uit een en ander
Adolf Hitler tijdens zijn rede bij de
tewaterlating van de „Tirpitz".
volgt, dat een afdoende oplos
sing slechts kan worden ge
vonden in een verplichte rege
ling, premiebetaling en fonds
vorming.
Sommige leden, die in beginsel tegen een
kinderbijslagregeling geen bezwaar had
den, zouden toch liever gezien hebben, dal
deze niet bij de wet verplicht ware gesteld.
Voorop behoort naar de meening van deze
leden te bestaan, dat elk persoonlijk de
verantwoordelijkheid draagt voor het
derhoud van het gezin, dat hij gevormd
heeft. Wil de overheid aan kinderrijke ge
zinnen de helpende hand reiken door faci
liteiten op het gebied der belastingwet
geving en door toepassing van andere mid
delen, welke haar daartoe ten dienste staan
dan bestaat daartegen geen enkel bezwaar.
Maar daarmede is de taak, welke hier
voor de overheid is weggelegd, dan ook af-
geloopen.
Verscheidene andere leden betoogden, dat
ook bij de vorming van een gezin aan ae
natuur geen vrij spel kan gelaten worden
vooral als men de lasten daarvan niet zelf
kan dragen.
Intusschen waren de leden, hier aan het
woord, wel bereid aan liet tot stand komen
mede te werken, zij het dan niet zoozeer
wegens het .recht" dat aan de ouders zou
toekomen, als wel op grond van de practi-
«che overweging, dat zulk een regeling g
de gevolgen voor de kinderen zal kunnen
hebben.
Echter zouden de hierbedoelde leden het
wel waardeeren, indien alsnog het verlee-
nen van 'n subsidie van overheidswege ter
gedeeltelijke goedmaking van de lasten der
bijslagregeling in overweging zou kunnen,
worden genomen.
Verscheidene leden bepleitten uit
breiding van de voorgestelde regeling
tot de zelfstandigen. Deze leden wezen
er op, dat in verschillende landen, ook
in Nederland, een al krachtiger worden
de strooming zich baan heeft gebroken
voor opneming van deze groep in den
kring der verplicht verzekerden. Zij
zouden daarmede voor ons land gaarne
bij deze gelegenheid een begin zien ge
maakt.
Verscheidene andere leden meenden op
neming van de zelfstandigen in het ont
werp met nadruk te moeten ontraden.
Verscheidene leden pleitten voor de op
neming in het ontwerp van een loongrens,
gclijik die ook in de Ziektewet voor komt.
Naar zij opmerkten, verliest de kinderbij
slag, die maximaal f 0.25 per arbeidsdag
en per kind bedraagt, bij hooger ge
rieerden zijn beteekenis.,
Sommige leden hadden er bezwaar tegen,
dat de kosten van de voorgestelde regeling,
althans waarschijnlijk voor geruimen tij-I,
op de bedrijven zullen komen te rusten.
Vooral in de huidige omstandigheden moet
men, naar zij opmerkten, taet het leggen
van nieuwe lasten op het bedrijfsleven
uiterst voorzichtig zijn.
Op welken grond eigenlijk het verbod van
premieverhaal op den arbeider rust, was de
zen leden niet duidelijk.
Drie wagons van
goederentrein
ontspoord
Ongeluk op het stations
emplacement te Delft
Groote materieele schade
aangericht
Student door brokstukken gewond
DELFT, 3 ApriL Zaterdagnacht tegen
twaaJif uur heeft op het stationsemplacement
alhier een ernstig deraaMemen-t plaats gevon
den. Vam een goederentrein komende uit de
richting den Haag en bestemd voor Eindho
ven, is even voor de binnenkomst van het
station de laatste wagen uit de rails geloo
pen. Hobbelend en stoelend over uitstekende
biels, ijzeren paaltjes en andere staketsels
werd de wagen meegesleurd. Op menige
plaats zijn hierdoor de rails verbogen en ont
zet. Seinpalen konden den druk niet w
staan en knapten als lucifersboutjes door
midden. Toen de gederailleerde wagen het
perron naderde vloog hij tegen de overkap
ping van de tunnel. Deze dakbedekking i
letterlijk los gescheurd en verbrijzeld. Bal
ken van 25 cm breedte en 10 cm dikte wer
den geheel versplinterd en stukken en brok
ken over het perron geslingerd. Een te Delft
wonende student, die juist op dat oogenblik
de tunnel passeerde, werd door een der bal
ken aan het hoofd getroffen en moest rich
onder geneeskundige behandeling stellen.
Ook op den beganen grond ging de vernie
ling voort. Wissels, biels, houten plankiers
werden alle ernstig beschadigd, of geheel
vernield. En nog steeds had de machinist
geen erg in wat gaande was.
Een machinist van een anderen goederen
trein, die het gevaar zag, had de tegenwoor
digheid van geest noodsignalen te geven
Hierdoor opmerkzaam geworden heeft de
machinist van den eerstlbedoelden trein on
middellijk gestopt. Toen bleek dat inmiddels
nog twee andere wagens ontspoord- waren.
In den eerst ontspoorden wagen heeft
een hoofdoonduc teur-geleider in rijn hoog
verheven zitplaats benauwde o ogen
blikken doorleefd. Van dezen wagen was
de zijwand aan den eenen kant geheel
weggescheurd en aan den anderen kant
voor een groot gedeelte versplinterd.
Het mag dan ook een wondei heeten, dat
de man er goed afgekomen is. Wel was
hij erg ontdaan, doch letsel had hij niet
bekomen.
Stremming-van het verkeer
Een en ander veroorzaakte vanzelfsprekend
stremming vam het verkeer, daar dit slechts
over enkel spoor kon worden voortgezet.
Zoo kregen ook reizigers uit Den Haag
met bestemming Delft tegen 12 uur de mede-
deeling dat rij per tram hun reis konden
voortzei teil.
De Commissaris van Politie, de heer M.
an der Zee. die spoedig met een aantal
agenten ter plaatse aanwezig was, heeft on
middellijk een onderzoek ingesteld. De oor
zaak was ook nu evenals bij de meeste onge
lukken maar uiterst klein. Een inrijdende
wisseltong moet niet geheel aangesloten
hebben. Hierdoor raakte de achterste wagen
tenslotte buiten de rails. De oorzaak hiervan
wsj onoplettendheid van den blokhuis wachter.
De materieele schade is vrij belangrijk.
Over een lengte van enkele honderden meters
was het een ware ruïne. Kris en kras lagen
ijzeren palen, houten balken, ijzeren platen
planken over en door elkaar.
Des nachts heeft men onmiddellijk een
aanvang gemaakt met opruiming en herstel
een en ander zoodat Zondag de dienst
een normaal verloop had.
De heer R. Wong Lun Hing te Roer-
mond met het door hem vervaardigde
vliegtuigmodel, waarmede hij den door
de K.L.M. uitgeloofden hoofdprijs won.
üofytadblo&ri''
30 Maart l/m 10 April 10-23 uur HOUTRUST, DEN HAAG
60 cents, belasting inbegrepen.
(ReclJ
Officieele Berichten
WATERSCHAPPEN
Benoemd: ln de provlndle Gelderlai. tot
dijkgraaf van den Polder Oldebroek. Chr. W.
A. de Jongh. te Doornspijk: tot heemraad van
den Polder Oldebroek. B. Fikse Azn.. te Olde
broek: tot heemraad van den Polder Oldebroek
J. van de Brink Jzn. te Oldebroek: tot plaats
vervangend heemraad van den Polder Olde*
proek W. Schuld, te Oldebroek.
In de provincie Zuid-Holland: tot hoogheem
raad van hot Hoogheemraadschap de Alblas-
serwaard met Arkei beneden de Zouwe C. T.
den Breejen. te Hardlnxveld: tot heemraad
van den Polder Oud- er. Nleuw-ReUerwaard J.
Groenenboom Czn., te Ridderkerk en J. Her-
weijer te Ridderkerk.
Aan M. J. van Oord te Werkendam Is eer
vol ontslag ve-icend als dijkgraaf van den
Vervcorr.epo'der piovlncle Noord-Brabant).
„Zo, zo, wil jij schippersduvelstoejager
bij me worre", grinnikte Ome Kobus.
„Nee Kwiebus, dat zal nie' gaan. Die
stoomwagen zie je, die zal me de nek nog
eens breke. Da' monster loopt pas een goeie
week en nou kan ik het al merke. De sjieke
lui, waar ik nog eens een centje aan kon
Verdienen, gaan nou met de „Snelheid"
Daar hè je Sinjeur van der Maarle. Hij
huurde altijd m'n hele roef af, als hij in de
nazomer van zijn landhuis weer naar Am
sterdam vertrok.
Nou; ho maar jongens I
90. De bojen mochten met de trekschuit,
maar de familie ging met de stoomwagen
mee.
Dat lelijke, stinkende stoomding zal mij
nog eens het brood uit de mond stooten."
Kwiebus keek op z'n neus.
Als hij geen knechtje bij Oom kon worden,
wat moest hij dan?
Terug naar huis met hangende pootjes?
Het huilen stond hem nader dan het lachen.
„Nou nie' grienen, asjeblieft", bromde
Ome Kobus. „De snap best, dat je liever niet
weer terug wil naar huis. Ik zal dat var
kentje wel voor je wassen."
(64
Tante kent de jeugd en ze heeft indertijd in hetzelfde
schuitje gevaren. Haar Geurt was ook orthodox, toen ze
hem leerde kennen. Hij ging daar tenminste voor door. Nu,
al zou hij het werkelijk geweest zijn, z ij had hem er niet voor
gelaten. Tante is eerlijk genoeg om dit te erkennen. Jantien
zal wel net zóó zijn en Adriaan ook. Verliefde menschen zijn
allemaal eender. Één werkelijke domper kan er maar zijn, die
dat soort vuur werkelijk dooven kan: het leien dakje. Het
moet niet al te gemakkelijk gaan. De tegenstand daarentegen
prikkelt, de moeilijkheden wakkeren aan, o, tante ziet het
aankomen: in laaien gloed komen ze, die twee. Nu, zij zal
er zich over verheugen en haar Geurt ook. Als haar eigen
kinderen heeft ze ze lief, die twee. Ze gelukkig te zien, zal
de vreugde van haar ouderdom zijn.
Na een dag of wat weet Adriaan Jantien te wonen, en is
Jantien al op strooptocht geweest langs het huis van Adriaan.
Onder zulke omstandigheden wordt een groote stad als
Amsterdam klein als een dorp. 't Zou een wonder moeten
heeten. als ze elkaar niet eens tegen het lijf zouden loopen.
Ze maken zichzelf wijs, dat ze tóch op dat wonder hopen, en
ïelfs oprekenen»*.*» enzn wéten onderwijl dat dit ai et zoo
is, dat het ze er om te doen is de ander te zienmaar
dan liefst zonder zélf gezien te wórden. In dat laatste vooral
zit de spanning.
De omstandigheden zijn hun wel bijzonder gunstig, want
tenslotte ontmoeten ze elkaar nog wérkelijk „toevallig", voor
zoover een mensch dan van „toevallig" spreken kan of mag.
't Is op een middag in de binnenstad, als het regent, Adxiaan
heeft een parapluie bij zich, als een tentdak zoo groot, waar
wel vier menschen onder schuilen kunnen en Jantien staat,
verstoken van zoo'n voorwerp, tegen een winkelruit, van den
wind af.
„Juffrouw van Gelder."
„Mijnheer Wiechers".
Zoo begint de romance. Op soortgelijke wijzen vangen
vele romancen aan.
Een uur nadien neemt Adriaan onder heftige gemoedsbe
wegingen tusschen duim en wijsvinger een donkerblonde
lange haar van zijn jasmouw en staat daar een oogenblik
hulpeloos mee in zijn hand. De haar van zich werpen en ver
treden, zou niet veel minder zijn dan heiligschennis, terwijl
hij met den besten wil toch ook geen middel weet, om de
ijle draad te conserveeren
Jantien zit dien avond alleen op haar kamer. Al haar
krachten heeft ze noodig, om de indrukken van de laatste
uren te verwerken en haar gevoelens meester te blijven. Wat
ze tien jaar geleden eens kort na elkaar was, is ze nu op één
en hetzelfde oogenblik: hemelhoog juichend en ten doode
bedroefd. Ze weet niet, of ze lachen zal of weenen. Hij heeft
haar ldefhij heeft haar liefen zij heeft hém lief
O neen, hij heeft niets in die richting gezegd, en zij vanzelf
ook niet, dat zou wel wat heet gebakerd zijn't was
goedschiks de eerste ontmoetingmaar ook zonder dat
wéét Jantienen ze weet ook, dat hij weet, dat zij
Jantien kent de familie Wiechers vanaf haar kinderjaren.
Oom Geurt en Tante Tine, zooals ze de oude luitjes noemt,
waren huisvrienden van haar ouders. Later ging ze bij oom
Geurt op school, en toen ze daar uitgeleerd was maakte hij
haar klaar voor de Normaallessen. Met haar studie was ze
gelukkig: op haar achttiende jaar had ze de akte nuttige
handwerken en de hulpakte en vóór haar negentiende stond
ze voor de klas, direct een vaste aanstelling. Op voorspraak
en getuigen van Oom Geurt. Toch viel helaas een diepe
schaduw over Jantiens leven: kort na elkaar stierven haar
beide ouders. Nog een jaar ongeveer hield ze het vol op haar
schooltje. Langer niet. Ze kon daar niet over haar verdriet
heenkomen. Op aanraden van Tante Tine schreef ze op een
kantoorbetrekking in Amsterdam. Als ze dan echt wat anders
wilde, zou dat iets voor haar kunnen zijn. Heelemaal uit de
sleur. Jantien kréég de betrekking en ging met pak en zak
naar Amsterdam, waar ze een nette kamer huurde op een
goeden stand. Ze had de middelen om die kamer smaakvol
in te richten. Waarom zou ze dan in een ongezellige boel
gaan zitten. Broers en zusters heeft Jantien niet, ze is dus
op zichzelf aangewezen en rekent het zich tot plicht van haar
eenzaam leven te maken, wat er redelijkerwijze van te maken
is. In de jaren daarop heeft Jantien zich „gevestigd". Nog
steeds woont ze op dezelfde kamer. Als ze zin heeft in een
nieuwigheidje, koopt ze het. Waarom zou ze het laten!
Verder leest ze de nieuwste boeken en zoo nu en dan bezoekt
ze een goed concert.
Twee- of driemaal per winter gaat ze „uit", bij voorkeur
als er in de schouwburg een klassiek stuk wordt gegeven.
Verder zet Jantien haar voeten on het "pad, dat naar
„publieke vermakelijkheden" voert, niet wijl ze daar in
principe iets tegen heeft, doch om de eenvoudige reden, dat
het lichtere genre amusement haar niet aantrekt. Verder
wérkt Jantien, overdag op kantoor, waar ze zich als eenige
dame een werkelijk aardige positie verworven heeft, en
's avonds thuis. Vanzelf weer op een heel andere wijze, maar
werken blijft het. Jantien behoort tot het serieuze, degelijke
menschentype. Haar superieuren zijn vol lof over haar werk,
haar mannelijke collega's weten haar mensch te waardeeren.
Zij staat met allen, die door het leven op haar weg zijn ge
plaatst. op goeden voet. Echte vriendschap heeft ze echter
tot nog toe niet gevonden. Daarom ook heeft het haar zoo
verheugd, dat Oom en Tante Wiechers in Amsterdam zijn
komen wonen. Bij deze goede oude menschen zal ze opnieuw
een thuis vinden. Het is daar goed bij hen. als vroeger, bij
vader en moeder. Dat is lang geleden; in Jantiens herinnering
héél lang. Hoewel nog geen dertig jaar oud. voek ze zich
niet jong meer. Omdat ze zoo vroeg op zich zelf heeft moeten
staan. Op een leeftijd, dat anderen nog kind zijn. woonde rij
op een kamer in Amsterdam, alleen.
Niemand, op wien ze steunen kan in ziekte of nood. Zoo
hebben de omstandigheden de scherpe kantjes van Jantiens
ernstig en degelijk karakter nog wat geaccentueerd. In den
loop der jaren heeft ze ook leeren inzien, dat een mensch bij
brood alleen niet leven kan. Immers haar brood had ze
ruimschootsen toch ontbrak haar iets. In deze ziele-
stemming heeft ze haai weg gevonden naar de Remonstrant-
sche kerk en den Protestantenbond, waar ze nu geregeld
kerkt. Dat geeft wat lijn en wat kleur aan haar Zondag.
En dat niet alleen. Jantien heeft ook ondervonden, dat wat
godsdienst, met verstand en met mate dan. een menschen*
leven rijker en steviger maakt. Wordt vervolgd i