Dertig inbraken, meer dan twintig arrestaties BLOEMENTENTOONSTELLING HB MAANDAG 3 APRIL 1939 TWEEDE BLAD PAG. 5 Knap recherchewerk van de Rotterdamsche politie Binnenstad gezuiverd van inbrekersbende Hoofddader speelde hoog spel, doch verloor! Staaltjes van zeldzame brutaliteit ROTTERDAM, 3 April. Wij be vinden ons in een der inspecteurs- vertrekken van het Hoofdbureau van Politie te Rotterdam. Het is er rommelig, alsof er groote schoon maak gehouden wordt. In een der hoeken van het vertrek ligt een groot aantal tapijten en vloerklee- den opgestapeld. De waarde ervan beloopt in de honderden guldens. Tal van andere voorwerpen, artike len, coupons stof, doozen, liggen er om heen geschaard. Wat dit alle maal te beteekenen heeft? Het is het bewijsmateriaal in een inbrekers- affaire, welke ongelooflijk veel heeft gevergd van den speurzin der poli tie. Zich vastklampend aan enkele ónnoozele gegevens is men er in geslaagd meer dan dertig inbraken, gepleegd in den loop van Februari en begin Maart, op te helderen. Meer den twintig arrestaties wer den verricht. De twee hoofddaders, de eigenlijke inbrekers, benevens ne gen helers bevinden zich in het Huis van Bewaring. In den nacht van vijf op zes Maart be gonnen de beide inbrekers van het com plot pech te krijgen! Zij probeerden dien nacht hun slag te slaan in een loonzetterij aan den Molen waterweg, maar werden ont dekt Men slaagde er in het tweetal aan te houden. De 21-jarige metaalbewerker F. M. M., een goede bekende van de politie, ont kende alles, doch hij viel door de mand, toen men in zijn woning ia een wasch- jtobbe verborgen, de overjas vond, die hij tijdens de inbraak gedragen had. Men zal £ich ongetwijfeld dit interessante zaakje, 'flat we destijds vermeld hebben, nog herinneren. Nu was dit jongmensdh juist enkele dagen tevoren met de politie in aanraking ge weest, daar men hem verdacht van een (inbraak aan de Kipstraat bij de fa. Mar tens. Bewijsmateriaal was echter niet te .Vinden, en daarom moest men hem na drie Üagen weer op vrije voeten stellen. Voor de tweede maal aangehouden, wei' gerde de metaalbewerker tijdens het ver hoor elke inlichting. „Jullie hebben me pas Örie dagen onschuldig opgesloten", ant woordde hij brutaal. „Ik zeg nooit iheer Wat, want ik heb het niet gedaan." Men Wist erihter wel beter en dientengevolge verhuisde het jongmensch van het Haag- Scheveer naar den Noordsingel. Zijn mond voorbijgepraat7 De tweede verdachte in deze zaak, de &4-jarige schoenmaker A. V. Jr., liet tijdens het verhoor ook niet veel los. Maar toch Waren er twee uitdrukkingen, die den in specteur, die de leiding van het onder zoek in hanaen (had, als muziek in de ©oren klonken. Het waren de twee volgende passages, waaraan hij zich tijdens het ver dere onderzoek vastklampte: „Fa. J. aan den Coolsingel" en „Gouden gehemelte plaat." Naarstig werd in de politie-adiministratie hagegaan op welke zaken deze twee uit latingen betrekking konden hebben, doch er Was niets te vinden. Daarom werd allereerst een onderzoek ingesteld bij de fa. J. aan den 'Coolsingel. Wat bleek? Dat er bij deze firma in liet begin van Februari was ingebro ken, en dat er een ware strooptocht door het gebouw was ondernomen. De inbrekers hadden alle spaarpotten van het personeel geleegd en een enormen. voorraad sigarenkokers, portefeuilles, damesportemonnaie6, etc. meegenomen. Aan geld werd ca. f 50 vermist. Ondanks dit alles was van deze inbraak geen aangifte gedaan, omdat de eigenaar zoo weinig mogelijk last wilde hebben. Zelfs een breekijzer, dat men gevonden had, was netjes verpakt opgeborgen zonder dat er verder naar was omgekeken! Nauwelijks had tijdens een nieuw verhoor de schoenmaker A. V. Jr. dit breekijzer op tafel zien liggen, of hij liet zich ontvallen: „Daar heb je het breekijzer van de fa. J en dat is van H. de J." Laatstgenoemde is iemand, die bij de politie een zeer slechte reputatie geniet. Intusschen hadden rechercheurs van het Hoofdbureau een ondexv.oek ingesteld naar de „gouden gehemelte-plaat". Zij vervoegden zich daartoe bij verschillende goudsmeden de binnenstad, enzij hadden gelu/k. Na een paar dagen werd bij een goudsmid tandemgoud van een bepaalden naam en een bepaalden prijs aangetroffen, hetwelk ver der speuren mogelijk maakte. Tot zijn groote verbazing verscheén op een goeden dag in den winkel van den heer B. aan den Binnenweg een rechercheur, die hem de vraag 6telde, of hij een gouden gehemelteplaat miste. Na eenig zoeken plaat was niet meer in gebruik moest de heer B. erkennen, dat de politieman gelijk hac. en dat hij bovendien nog een medaillon miste. De inbraken, waarop de uitlating van A. V. Jr. betrekking hadden, waren dus nu gevonden, doch de daders waren nog zoek. Hoog inbrekersspel Inmiddels had de schoenmaker nog meer losgelaten, waaruit was vast komen te staan dat ook in het pakhuis van de fa. W. aan den Goudscherijweg was ingebroken. Er waren oaar eenige vloerkleeden ontvreemd. Deze firma deed aangifte aan het bureau Meermanstraat en een rechercheur van dat bureau heeft zoowel den metaalbewerker als den schoenmaker in het Huis van Bewaring eens geducht aan den tand gevoeld. Uren en uren zijn daarmee heengegaan, zonder dat hij iets vorderde. Uit F. M. M. was zelfs geen woord te krijgen. Toen is A. V. Jr. het spel gaan spelen, dat hij glansrijk verloren heeft! Hij kwan de volgenoe gedachte: „Laat ik probeeren er zoo goed mogelijk van af te komen. Ik zal een aantal zaken bekennen, die op M. betrekking hebben. Bij confrontatie met M. zal ik door bepaalde mimiek en gebaren hem wel duidelijk maken, dat hij alles ont kennen moet. Dit zal mijn strafmaat aan zienlijk kunnen verlichten." Doch A V. Jr. misrekende zich leelijk in zijn collega. Deze heeft het spel on middellijk doorzien, en vol woede riep hij stotterend (M. heeft een spraak gebrek) „H-h-h-eeft-ie alles v-verteld? Nou, d-dan zal ik ook alles zeggem". Het resultaat was, dat hij onmiddellijk dertig inbraken bekende, waarvan hij er meer dan twintig samen met A. V. Jr. had gepleegd! Van eau af aan begon een politioneel on derzoek, dat twee weken aan één stuk heeft geduurd, waarbij een ontzaglijke massa materiaal moest worden verwerkt. De beide verdachten werden weer naar het Hoofdbureau van Politie overgebracht, waar zij aan tal van verhooren werden onderworpen. Zeldzame brutaliteit Met welk een zeldzame brutaliteit de heeren te werk gingen, blijkt uit het feit, dat een ongeinde kwitantie, die was buit gemaakt bij de fa. Bredee, prompt den vol genden morgen om adht uur bij de „Kinder- sluis" werd gepresenteerd. Met het oog op het vroege morgenuur verzocht men den man nog eens terug te komen. Deze koos echter de wijste partij en verscheen niet meerl Het vrouwelijk element heeft zich ln deze zaak allerminst onbetuigd gelaten! Om een voorbeeld te noemen: de vrouw van den timmerman A. P., die zeer spoe- ONTWERP KINDERBIJSLAG VERZEKERING Enkele principieele bezwaren en opmerkingen Blijkens 't voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het ontwerp van wet, houdende wettelijke regelen inzake kinderbijslagverzekering, betuigden zeer vele leden hun instemming met het be ginsel, dat aan dit ontwerp ten grond slag ligt en met de wijze, wnarop in de memorie van toelichting dat beginsel is ontwikkeld. Voor het particuliere bedrijf is een goed werkende regeling alleen te verkrijgen als allen medewerken en als bovendien van alle bedrijven een gelijk bedrag voor eiken arbeider wordt gevorderd Met het oog op de concurrentie mag het voor den onderne mer geen verschil maken, of hij arbeiders met veel dan wel met weinig kinderen in zijn dienst heeft. Zouden de bedragen, die de bedrijven als gevolg van een kinder!» ij- sJagTegeling hebben te betalen, afhankelijk worden gesteld van de grootte van de ge zinnen der bij hen in dienst zijnde arbei ders, dan zouden weldra de arbeiders met een groot aantal kinderen zooveel mogelijk worden uitgeschakeld en zou dus de rege- dig een kleine verwacht, werd met het oog op haar toestand, voorloopig weer op vrije voeten gesteld. Zij heeft van deze gelegenlheid gebruik gemaakt om tal van menschen nog tijdig voor de komst van de politie te waarschuwen, zoodat het de grootste moeite heeft ge kost de verdwenen goederen te achter halen. Al met al heeft de Rotterdamsche politie weer eens aangetoond, tot welke prestaties zij in staat is. Vijf weken lang heeft dit complot de binnenstad onveilig gemaakt. Er is op radicale wijze onder de daders huisge houden, zoodat men wel van een „groote opruiming" mag spreken. Voor het kranige recherchewerk van de Rotterdamsche politie is een woord van hulde zeker op zijn plaats! ling, welke in hun belang was bedoeld, zich juist tegen hen keeren. Uit een en ander Adolf Hitler tijdens zijn rede bij de tewaterlating van de „Tirpitz". volgt, dat een afdoende oplos sing slechts kan worden ge vonden in een verplichte rege ling, premiebetaling en fonds vorming. Sommige leden, die in beginsel tegen een kinderbijslagregeling geen bezwaar had den, zouden toch liever gezien hebben, dal deze niet bij de wet verplicht ware gesteld. Voorop behoort naar de meening van deze leden te bestaan, dat elk persoonlijk de verantwoordelijkheid draagt voor het derhoud van het gezin, dat hij gevormd heeft. Wil de overheid aan kinderrijke ge zinnen de helpende hand reiken door faci liteiten op het gebied der belastingwet geving en door toepassing van andere mid delen, welke haar daartoe ten dienste staan dan bestaat daartegen geen enkel bezwaar. Maar daarmede is de taak, welke hier voor de overheid is weggelegd, dan ook af- geloopen. Verscheidene andere leden betoogden, dat ook bij de vorming van een gezin aan ae natuur geen vrij spel kan gelaten worden vooral als men de lasten daarvan niet zelf kan dragen. Intusschen waren de leden, hier aan het woord, wel bereid aan liet tot stand komen mede te werken, zij het dan niet zoozeer wegens het .recht" dat aan de ouders zou toekomen, als wel op grond van de practi- «che overweging, dat zulk een regeling g de gevolgen voor de kinderen zal kunnen hebben. Echter zouden de hierbedoelde leden het wel waardeeren, indien alsnog het verlee- nen van 'n subsidie van overheidswege ter gedeeltelijke goedmaking van de lasten der bijslagregeling in overweging zou kunnen, worden genomen. Verscheidene leden bepleitten uit breiding van de voorgestelde regeling tot de zelfstandigen. Deze leden wezen er op, dat in verschillende landen, ook in Nederland, een al krachtiger worden de strooming zich baan heeft gebroken voor opneming van deze groep in den kring der verplicht verzekerden. Zij zouden daarmede voor ons land gaarne bij deze gelegenheid een begin zien ge maakt. Verscheidene andere leden meenden op neming van de zelfstandigen in het ont werp met nadruk te moeten ontraden. Verscheidene leden pleitten voor de op neming in het ontwerp van een loongrens, gclijik die ook in de Ziektewet voor komt. Naar zij opmerkten, verliest de kinderbij slag, die maximaal f 0.25 per arbeidsdag en per kind bedraagt, bij hooger ge rieerden zijn beteekenis., Sommige leden hadden er bezwaar tegen, dat de kosten van de voorgestelde regeling, althans waarschijnlijk voor geruimen tij-I, op de bedrijven zullen komen te rusten. Vooral in de huidige omstandigheden moet men, naar zij opmerkten, taet het leggen van nieuwe lasten op het bedrijfsleven uiterst voorzichtig zijn. Op welken grond eigenlijk het verbod van premieverhaal op den arbeider rust, was de zen leden niet duidelijk. Drie wagons van goederentrein ontspoord Ongeluk op het stations emplacement te Delft Groote materieele schade aangericht Student door brokstukken gewond DELFT, 3 ApriL Zaterdagnacht tegen twaaJif uur heeft op het stationsemplacement alhier een ernstig deraaMemen-t plaats gevon den. Vam een goederentrein komende uit de richting den Haag en bestemd voor Eindho ven, is even voor de binnenkomst van het station de laatste wagen uit de rails geloo pen. Hobbelend en stoelend over uitstekende biels, ijzeren paaltjes en andere staketsels werd de wagen meegesleurd. Op menige plaats zijn hierdoor de rails verbogen en ont zet. Seinpalen konden den druk niet w staan en knapten als lucifersboutjes door midden. Toen de gederailleerde wagen het perron naderde vloog hij tegen de overkap ping van de tunnel. Deze dakbedekking i letterlijk los gescheurd en verbrijzeld. Bal ken van 25 cm breedte en 10 cm dikte wer den geheel versplinterd en stukken en brok ken over het perron geslingerd. Een te Delft wonende student, die juist op dat oogenblik de tunnel passeerde, werd door een der bal ken aan het hoofd getroffen en moest rich onder geneeskundige behandeling stellen. Ook op den beganen grond ging de vernie ling voort. Wissels, biels, houten plankiers werden alle ernstig beschadigd, of geheel vernield. En nog steeds had de machinist geen erg in wat gaande was. Een machinist van een anderen goederen trein, die het gevaar zag, had de tegenwoor digheid van geest noodsignalen te geven Hierdoor opmerkzaam geworden heeft de machinist van den eerstlbedoelden trein on middellijk gestopt. Toen bleek dat inmiddels nog twee andere wagens ontspoord- waren. In den eerst ontspoorden wagen heeft een hoofdoonduc teur-geleider in rijn hoog verheven zitplaats benauwde o ogen blikken doorleefd. Van dezen wagen was de zijwand aan den eenen kant geheel weggescheurd en aan den anderen kant voor een groot gedeelte versplinterd. Het mag dan ook een wondei heeten, dat de man er goed afgekomen is. Wel was hij erg ontdaan, doch letsel had hij niet bekomen. Stremming-van het verkeer Een en ander veroorzaakte vanzelfsprekend stremming vam het verkeer, daar dit slechts over enkel spoor kon worden voortgezet. Zoo kregen ook reizigers uit Den Haag met bestemming Delft tegen 12 uur de mede- deeling dat rij per tram hun reis konden voortzei teil. De Commissaris van Politie, de heer M. an der Zee. die spoedig met een aantal agenten ter plaatse aanwezig was, heeft on middellijk een onderzoek ingesteld. De oor zaak was ook nu evenals bij de meeste onge lukken maar uiterst klein. Een inrijdende wisseltong moet niet geheel aangesloten hebben. Hierdoor raakte de achterste wagen tenslotte buiten de rails. De oorzaak hiervan wsj onoplettendheid van den blokhuis wachter. De materieele schade is vrij belangrijk. Over een lengte van enkele honderden meters was het een ware ruïne. Kris en kras lagen ijzeren palen, houten balken, ijzeren platen planken over en door elkaar. Des nachts heeft men onmiddellijk een aanvang gemaakt met opruiming en herstel een en ander zoodat Zondag de dienst een normaal verloop had. De heer R. Wong Lun Hing te Roer- mond met het door hem vervaardigde vliegtuigmodel, waarmede hij den door de K.L.M. uitgeloofden hoofdprijs won. üofytadblo&ri'' 30 Maart l/m 10 April 10-23 uur HOUTRUST, DEN HAAG 60 cents, belasting inbegrepen. (ReclJ Officieele Berichten WATERSCHAPPEN Benoemd: ln de provlndle Gelderlai. tot dijkgraaf van den Polder Oldebroek. Chr. W. A. de Jongh. te Doornspijk: tot heemraad van den Polder Oldebroek. B. Fikse Azn.. te Olde broek: tot heemraad van den Polder Oldebroek J. van de Brink Jzn. te Oldebroek: tot plaats vervangend heemraad van den Polder Olde* proek W. Schuld, te Oldebroek. In de provincie Zuid-Holland: tot hoogheem raad van hot Hoogheemraadschap de Alblas- serwaard met Arkei beneden de Zouwe C. T. den Breejen. te Hardlnxveld: tot heemraad van den Polder Oud- er. Nleuw-ReUerwaard J. Groenenboom Czn., te Ridderkerk en J. Her- weijer te Ridderkerk. Aan M. J. van Oord te Werkendam Is eer vol ontslag ve-icend als dijkgraaf van den Vervcorr.epo'der piovlncle Noord-Brabant). „Zo, zo, wil jij schippersduvelstoejager bij me worre", grinnikte Ome Kobus. „Nee Kwiebus, dat zal nie' gaan. Die stoomwagen zie je, die zal me de nek nog eens breke. Da' monster loopt pas een goeie week en nou kan ik het al merke. De sjieke lui, waar ik nog eens een centje aan kon Verdienen, gaan nou met de „Snelheid" Daar hè je Sinjeur van der Maarle. Hij huurde altijd m'n hele roef af, als hij in de nazomer van zijn landhuis weer naar Am sterdam vertrok. Nou; ho maar jongens I 90. De bojen mochten met de trekschuit, maar de familie ging met de stoomwagen mee. Dat lelijke, stinkende stoomding zal mij nog eens het brood uit de mond stooten." Kwiebus keek op z'n neus. Als hij geen knechtje bij Oom kon worden, wat moest hij dan? Terug naar huis met hangende pootjes? Het huilen stond hem nader dan het lachen. „Nou nie' grienen, asjeblieft", bromde Ome Kobus. „De snap best, dat je liever niet weer terug wil naar huis. Ik zal dat var kentje wel voor je wassen." (64 Tante kent de jeugd en ze heeft indertijd in hetzelfde schuitje gevaren. Haar Geurt was ook orthodox, toen ze hem leerde kennen. Hij ging daar tenminste voor door. Nu, al zou hij het werkelijk geweest zijn, z ij had hem er niet voor gelaten. Tante is eerlijk genoeg om dit te erkennen. Jantien zal wel net zóó zijn en Adriaan ook. Verliefde menschen zijn allemaal eender. Één werkelijke domper kan er maar zijn, die dat soort vuur werkelijk dooven kan: het leien dakje. Het moet niet al te gemakkelijk gaan. De tegenstand daarentegen prikkelt, de moeilijkheden wakkeren aan, o, tante ziet het aankomen: in laaien gloed komen ze, die twee. Nu, zij zal er zich over verheugen en haar Geurt ook. Als haar eigen kinderen heeft ze ze lief, die twee. Ze gelukkig te zien, zal de vreugde van haar ouderdom zijn. Na een dag of wat weet Adriaan Jantien te wonen, en is Jantien al op strooptocht geweest langs het huis van Adriaan. Onder zulke omstandigheden wordt een groote stad als Amsterdam klein als een dorp. 't Zou een wonder moeten heeten. als ze elkaar niet eens tegen het lijf zouden loopen. Ze maken zichzelf wijs, dat ze tóch op dat wonder hopen, en ïelfs oprekenen»*.*» enzn wéten onderwijl dat dit ai et zoo is, dat het ze er om te doen is de ander te zienmaar dan liefst zonder zélf gezien te wórden. In dat laatste vooral zit de spanning. De omstandigheden zijn hun wel bijzonder gunstig, want tenslotte ontmoeten ze elkaar nog wérkelijk „toevallig", voor zoover een mensch dan van „toevallig" spreken kan of mag. 't Is op een middag in de binnenstad, als het regent, Adxiaan heeft een parapluie bij zich, als een tentdak zoo groot, waar wel vier menschen onder schuilen kunnen en Jantien staat, verstoken van zoo'n voorwerp, tegen een winkelruit, van den wind af. „Juffrouw van Gelder." „Mijnheer Wiechers". Zoo begint de romance. Op soortgelijke wijzen vangen vele romancen aan. Een uur nadien neemt Adriaan onder heftige gemoedsbe wegingen tusschen duim en wijsvinger een donkerblonde lange haar van zijn jasmouw en staat daar een oogenblik hulpeloos mee in zijn hand. De haar van zich werpen en ver treden, zou niet veel minder zijn dan heiligschennis, terwijl hij met den besten wil toch ook geen middel weet, om de ijle draad te conserveeren Jantien zit dien avond alleen op haar kamer. Al haar krachten heeft ze noodig, om de indrukken van de laatste uren te verwerken en haar gevoelens meester te blijven. Wat ze tien jaar geleden eens kort na elkaar was, is ze nu op één en hetzelfde oogenblik: hemelhoog juichend en ten doode bedroefd. Ze weet niet, of ze lachen zal of weenen. Hij heeft haar ldefhij heeft haar liefen zij heeft hém lief O neen, hij heeft niets in die richting gezegd, en zij vanzelf ook niet, dat zou wel wat heet gebakerd zijn't was goedschiks de eerste ontmoetingmaar ook zonder dat wéét Jantienen ze weet ook, dat hij weet, dat zij Jantien kent de familie Wiechers vanaf haar kinderjaren. Oom Geurt en Tante Tine, zooals ze de oude luitjes noemt, waren huisvrienden van haar ouders. Later ging ze bij oom Geurt op school, en toen ze daar uitgeleerd was maakte hij haar klaar voor de Normaallessen. Met haar studie was ze gelukkig: op haar achttiende jaar had ze de akte nuttige handwerken en de hulpakte en vóór haar negentiende stond ze voor de klas, direct een vaste aanstelling. Op voorspraak en getuigen van Oom Geurt. Toch viel helaas een diepe schaduw over Jantiens leven: kort na elkaar stierven haar beide ouders. Nog een jaar ongeveer hield ze het vol op haar schooltje. Langer niet. Ze kon daar niet over haar verdriet heenkomen. Op aanraden van Tante Tine schreef ze op een kantoorbetrekking in Amsterdam. Als ze dan echt wat anders wilde, zou dat iets voor haar kunnen zijn. Heelemaal uit de sleur. Jantien kréég de betrekking en ging met pak en zak naar Amsterdam, waar ze een nette kamer huurde op een goeden stand. Ze had de middelen om die kamer smaakvol in te richten. Waarom zou ze dan in een ongezellige boel gaan zitten. Broers en zusters heeft Jantien niet, ze is dus op zichzelf aangewezen en rekent het zich tot plicht van haar eenzaam leven te maken, wat er redelijkerwijze van te maken is. In de jaren daarop heeft Jantien zich „gevestigd". Nog steeds woont ze op dezelfde kamer. Als ze zin heeft in een nieuwigheidje, koopt ze het. Waarom zou ze het laten! Verder leest ze de nieuwste boeken en zoo nu en dan bezoekt ze een goed concert. Twee- of driemaal per winter gaat ze „uit", bij voorkeur als er in de schouwburg een klassiek stuk wordt gegeven. Verder zet Jantien haar voeten on het "pad, dat naar „publieke vermakelijkheden" voert, niet wijl ze daar in principe iets tegen heeft, doch om de eenvoudige reden, dat het lichtere genre amusement haar niet aantrekt. Verder wérkt Jantien, overdag op kantoor, waar ze zich als eenige dame een werkelijk aardige positie verworven heeft, en 's avonds thuis. Vanzelf weer op een heel andere wijze, maar werken blijft het. Jantien behoort tot het serieuze, degelijke menschentype. Haar superieuren zijn vol lof over haar werk, haar mannelijke collega's weten haar mensch te waardeeren. Zij staat met allen, die door het leven op haar weg zijn ge plaatst. op goeden voet. Echte vriendschap heeft ze echter tot nog toe niet gevonden. Daarom ook heeft het haar zoo verheugd, dat Oom en Tante Wiechers in Amsterdam zijn komen wonen. Bij deze goede oude menschen zal ze opnieuw een thuis vinden. Het is daar goed bij hen. als vroeger, bij vader en moeder. Dat is lang geleden; in Jantiens herinnering héél lang. Hoewel nog geen dertig jaar oud. voek ze zich niet jong meer. Omdat ze zoo vroeg op zich zelf heeft moeten staan. Op een leeftijd, dat anderen nog kind zijn. woonde rij op een kamer in Amsterdam, alleen. Niemand, op wien ze steunen kan in ziekte of nood. Zoo hebben de omstandigheden de scherpe kantjes van Jantiens ernstig en degelijk karakter nog wat geaccentueerd. In den loop der jaren heeft ze ook leeren inzien, dat een mensch bij brood alleen niet leven kan. Immers haar brood had ze ruimschootsen toch ontbrak haar iets. In deze ziele- stemming heeft ze haai weg gevonden naar de Remonstrant- sche kerk en den Protestantenbond, waar ze nu geregeld kerkt. Dat geeft wat lijn en wat kleur aan haar Zondag. En dat niet alleen. Jantien heeft ook ondervonden, dat wat godsdienst, met verstand en met mate dan. een menschen* leven rijker en steviger maakt. Wordt vervolgd i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5