EEïïJOHGE VRQDW IFi OPSTAND RIEK rJ«a mm ILBEURS HOEKJE DOOR NICOLAS JEUHESSE ii) TWEEDE HOOFDSTUK: JEAN PAUL I IN Spanje, het klassieke land van fanatisme en geloofsvervolging, welks bodem doortrokken is van christenbloed en bedekt met de asch van tweeduizend brandstapels, waarop even zoo veel joden het leven lieten, woonde eertijds de Cal vinistische huisvader Les Mara. Hoewel niet rijk en niet behoorende tot den adel stand, zooals zoo velen van zijn geloof in Duitsch- land en andere landen, bezat hij toch een geves tigde positie, voldoende welvaart en een aardig kapitaaltje. Als jongmensch was hy bevriend geweest mei den zoon van een joodsche familie, die vlak naast zijn ouderlijk huis woonde. Het gevaar, waarin beide families om huns ge loofs wil voortdurend verkeerden, had een zeker solidariteitsgevoel in het leven geroepen en een band gelegd tusschen jood en calvinist. Samen hadden ze gestaan bij den brandstapel van twee geloofsgenooten van den joodschen vriend, die beiden om hun hardnekkig verachten van den Roomschen beeldendienst en niet minder om hun bezit van onmetelijke rijkdommen werden ter dood gebracht. Ook hadden ze gezien, hoe belij ders van het geloof der Hervorming op dezelfde wijze den marteldood moesten ondergaan. Toen hadden ze met jeugdig idealisme wederkee- rig de belofte gegeven, elkander te zullen bij staan, wanneer een van hen in moeite of ver drukking zou komen. Maar de vader van den joodschen buurjongen vond het veiliger, het gevaar te ontloopen. Want hij zag, hoe na de rijken en aanzienlijken ook an deren aan de beurt kwamen. Toen besloop hen. de vrees, dat ook hij eenmaal voor de keus ge steld zou worden. Knielen voor een vrouwen beeld. dat in zijn oogen een afgodsbeeld was, of het verschrikkelijke vuur. Voor die keus werd hy liever niet geplaatst. De godin der christenen, de moeder van een der drie goden, die ze aanbaden, mocht een joodsche vrouw geweest zijn, hij waardeerde haar niet hooger dan een onwaardige, wier schandekina zich bedriegelijk opwierp als de beloofde Messias en daardoor den smadelyken dood aan het vloek hout rechtvaardig verdiend had. En zou hij, zoon van het uitverkoren volk, knie- Ier voor het beeld van zulk een godin van die on reine gojiem, die zwijnenvleesch aten en het oude Israël vervolgden met vuur en zwaard? De vraag zóó stellen was tevens haar beantwoor den. Daarom had hij het land verlaten en was uitge- weken naar Frankrijk. En toen was het den jongen calvinist, alsof hij zich niet meer veilig voelde. Zijn vader was rus tig en onwankelbaar in zijn geloofsvertrouwen, maar hijzelf was bevreesd. Die vrees was hem bijgebleven ook in zyn huwelijk. Daarom had hij na vaders dood zijn huis verkocht, eveneens woonplaats gezocht in Frankrijk en, zich aanpas send aan de taal van zijn nieuw vaderland, zyn naam veranderd in Marat, volkomen onbewust, dat deze naam in de historie van Frankrijk een plaats zou krijgen, even bloedig en verfoeilijk als d:e van de Spaansche Inkwisitie, die hij ont vluchtte. Een van zijn nakomelingen heeft zich gevestigd in het dorpje Boudry bij Neufchatel in Zwitser land. Voor hem is de vier en twintigste Mei 1744 een der gelukkigste dagen, die een geloovig gezin be leven kan. Er wordt een zoon geboren. Alle vrienden en verwanten spreken zegenwen- sohen en de oudens hopen, dat die alle in ver vulling zullen gaan. Maar geloof is er niet. En gebed ook niet. Met het heengaan der ouderen is in hun geslacht het gelooi uitgestorven, alleen de leerstellige formules bleven over. De kleine Jean Paul wordt zakelijk opgevoed, want vader is een goed Koopman. De eerste jaren zijn hoopvol. Jean Paul mag lichamelijk niet hoog uitschieten, hij is breed en sterk en zijn geest scherp en helder. Op school is hij een goed leer ling, die graag door zijn leermeesters geprezen wordt, maar bij zijn kameraden is hij meer ge vreesd dan geliefd. Ze zouden graag schimpen op zijn waterhoofd en zijn kromme beenen, maar ze durven niet, want zijn armen zijn pezig en zyn vuisten hard. Zelfzuchtig en berekend, staat hij zelf altyd in het middelpunt van al zijn denken en doen. „Jean, wat wil je worden? Kom je bij mij In de zaken? Je hebt nu voldoende geleerd en je bent oud genoeg." „Ik wil liever de wereld in, vader. Boudry en ïveufchatel zijn zoo klein." „De wereld in? Met handel?" „Ik wil een geleerde worden. Wetenschap is macht." „Je begeert dus geleerdheid en wetenschap?" „Ik begeer macht." De vader bekykt voor de zooveelste maal het ge zicht van zyn zoon, wiens oogen scherp en hard zyn. Zijn neus ligt breeduit, krom, platgedrukt op zijn gezicht, zyn boven- en onderkaak steken vooruit als de muil van een dier. Dan antwoordt hij: „Géld is macht." „Als de macht er is, komt ook het geld." „Of omgekeerd! Maak je een positie en neem A. WAPEN AAR |j Literaire Overdenkingen |s Van dit mooie boek. uitgegeven bij het jubileum van onzen letterkundigen mede werker, zijn nd'g een klein aantal exem- plaren voorradig. x Na ontvangst van 1.90 zenden wij 11 v v het boek franco toe. DRUKKERIJ LI BERT AS ROTTERDAM. Giro 39650 over vier of vijf jaar een rijke vrouw, dan heb je met weinig moeite alles." Een minachtend glimlachje aan de mondhoeken maakt het uiterlijk van den zeventien jarigen scholier een oogenblik nog onaangenamer. Een vrouw. Dwaasheid. Vrouwen zijn lastposten, blok ken aan het been van iederen man, die omhoog wil. De grootste domheid, die door een man be dacht kan worden, is trouwen. Vader wendt zijn oogen af. Op het uiterlijk van zijn zoon kan hij niet .trotsch zijn. Zijn gestalte bestaat in hoofdzaak uit een groot hoofd op twee kromme beenen. En altijd is zijn kleeding slord;g en .vuil. Aanlokkelijkheden voor een vrouw heeft hij niet. „Ga dan in de medicijnen." De jongen knikt. „Ik wil ook chemie en physica." „Ik weet niet wat dat is", zegt vader, een beetje verlegen. Jean Paul geeft geen antwoord. Hij gaat het zijn vadpr niet uitleggen. Hij zelf weet, wat het is, dat acht hijvoldoende. Terwyl zit vader te overwegen. Jean heeft een goed studiehoofd en een klaren kijk op het leven. Bedriegen zal men hem niet, want hy wantrouwt iedereen. Hij kan geld verdienen met lessen geven, zooals alle burgerstudenten, dus financiëele be zwaren zijn er niet. „Waar zou je moeten studeeran?" vraagt vader, zijn gedachten hoorbaar voortzettend. „In Toulouse". Met dit gering aantal woorden is alle; beslist. Jean gaat naar Toulouse. Het studeeren bevalt hem goed, maar de omge ving slecht. De adellyke studenten, die de minderheid vor men, teirroriseeren alles: hun burgerlijke mede studenten, de professoren, het volk en de politie. Ze plegen grove traatschenderijen. In het duis'er van den avond en den naoht beheerschen ze de straten, die dan door geen mensoh of dier zonder gevaar te betreden zijn. Ze hebben altijd veel geld en ze denken, dat voor geld aller te koop is. Jean stoort zich niet aan hun heerschappij. Hij maakt iederen avond zyn vaste wandeling. Ze zien hem. Ze kerunen hem wel. Dat is de student Marat. Maair ze liten hem met rust. Een instinctmatig ontzag dringt hen. hem te mijden. In de studie is hij hun ver vooruit. Die Marat be grijpt alles. Hij doorziet ieder probleem, hij kent elke formule. Waarmee kunmen zij dien kerel aan zich dienstbaar maken? Met geld! Op een van zijn wandelingen wordt hij aange klampt door een heer, die zoo wegduikt in zijn kleeding dat hij hem in de schemer niet herkennen kan. De heer loopt met hem mee en zegt, wie hy is. „Wilt u my helpen met mijn -tudie, mijnheer Marat? En de moeilijkste opgaven voor mij uit werken? Ik kan u ruim bealen". „Wat noemt u ruim betalen?" Ze zijn juist voor een kerk. „Laait oms hier binnen gaan, dan kunnen we on gestoord praten." Ze nemen plaats in een verdekt hoekje achter een pilaar. ,,Zeg, wat het kosten moet." Marat noemt een bedrag waarvoor zelfs hy zich bijna schaamt. „Goed", zegt de andeir. „Hier is de godspennint:. Nu ga ik heen. Wacht even tot ik weg ben." Hij stopt hem een goudstuk in de hand en ver dwijnt. De student Marat is nu toch min of meer verrast. Zulk een hoog salaris. En een extra goudstuk bovendien! Om zijn dierenmond komt een triom- feerend lachje. Het gaat goed. Hij kijkt even rond. Voor 't eerst in zijn leven is hij in een Roomsohe kerk. Wat is het hier prach tig en rijk! En dat alles zonder nu/t. Hier zou een flinke buit te halen zijn! De lessen worden gegeven op de kamer van den leerling, maar moeten beslist geheim blijven. Als er onverwacht bezoek komt moet Marat zich ver bergen in een zijkamertje of een kast en als het ■te lang duurt, zelf maar zien hoe hij ongemerkt de deur uit komt. Enkele weken later wordt hij in een der lokalen van de academie aangesproken door een medestu dent. Marat kent hem wel. Hij draagt een adellij ken naam maar smijten met geld doet hij nooit. Ook boemelt hij niet maar studeert ijverig. Maar zijn begaafdheid is gering. Zoodoende heeft hij hulp noodig en hy verzoekt collega Marat hem te helpen. Een handelaar, die een partij „sneeuwklokjes op bloem" heeft gekochtdruk bezig ze in eigen kweekerij over te planten 124 Redacteur: W. HOEKSTRA, Tulpcnbooinstraat 6, Den Haag. Inzendingen uitsluitend aan dit adres. Voor alle vraagstukken geldt: Wit begint en wint. Oplossingen moeten worden ingezonden uiterlijk 8 dagen na plaatsing. OPLOSSINGEN No. 1140 (A. v. Dommelen) Wit speelt: 27—22 (18x27 gedw.) 40—34 33—29 43—39 38X7 7—2! 2x15 15x4 enz. No. 1141 (J. Hofwegen) Wit speelt: 31—26 26—21 37—31 27—22 44—40 28— 23 33x42 38x7 wint. No. 1142 (D. Dou wes) Wit speelt: 29—23 47X38 28—22 39—34 33X2! Een fraai slot-motief! Correcte oplossingen ontvangen van: J. C. van Ryn Loenen a. d. Vecht.; D. Wegen. Veenendaal; Jac. Verhey, Ameide; L. de Bruin, Dubbeldam; A. Schipper, Schiedam; P. Weerheim, Vlaardingen; J. A. Kuiper, Rotterdam; F. Janson, Den Haag; A. v. d. Kreeke, B. op Zoom; H. C. Dijkerman, Baarle. CORRESPONDENTIE H. C. D. te B. Niet altijd is een prijs beschikbaar! A. L. te B. De heer Benschop gelieve het bedrag p.o. op te zenden anders is toezending niet mo gelijk. Dank voor gedane moeite. A. v. d. K., A. v. D., H. de G. en J. V. Dank voor toezending problemen Zal ze nazien en by ge schiktheid plaatsen C. A. de G. Uw idéé is prachtig, doch hiervoor mis ik de gelegenheid. Jac. C. Visser te Werkendam wordt verzocht zijn adres te melden aan C. A. de Gelder, Eben Haëzer- straat 53a, Rotterdam. VRAAGSTUK No. 1143 Een aardig miniatuur van Charles Bombéke 46 47 48 50 In dezen eenvoudigen stand wint wit op gende wyze: Wit Zwart 1. 29—23 36x47 2. 33—28 47x19 3. 23x3 22x33 4. 3x6! en wint „Le Damier" 1911. VRAAGSTUK No. 1144 Partystand In deze positie zou na 3631 damzet mogelijk zijn: Wit 1. 36—31? 2. 34x23 3. 40x29 4. 29x20 5. 20x29 6. 35x24 7. 24x13 Een stand om te onthouden. in wit de volgende Zwart 23—29 25x34 20—25 19—24 25—30 13—19 9x47! VRAAGSTUK No. 1145 Part y-c o m b i n a t i e Deze stand kwam voor in een partij welke werd gespeeld tusschen de heeren Bombéke en Trinquet. Eerstgenoemde won als volgt een schyf: Wit 1. 25—20 2. 28—22 3. 45—40 4. 43x3 5. 3x21 6. 31—26 7. 27—21 8. 32x12 6 „Le Damier" 1911. Zwart 14x25 17x39 34x45 12—17 26x17 ad. lib. 16x27 POSTADRES: CELEBESSTRAAT 29rood DORDRECHT GIRO 194240 ten dienste van lezers der Vijf Samenwerkende Christelijke Dagbladen TER gelegenheid van den 75en verjaardag van de stichting van het Roode Kruis zal op 1 April a.s. in België een toeslagserie verschijnen ten bate van deze instelling. De zegels zullen o.a. too- nen het portret van Henri Dunant, den stichter van het-Roode Kruis. NIEUWE UITGIFTEN Brazilië De eerste verjaardag van de nieuwe grondwet werd „gevierd" door de uitgifte van een blok van tien zegels, elk in de waarde van 400 reis blauw groen met het portret van den president en in het midden het wapen der republiek. Duitschland Hierbij een afbeelding van de in een van de vorige serie weldadigheidszegels Frankrijk Nieuwe frankeerzegels in de waarden: 45 centimes groengeel (Mercurius) 70 roselila (Mercurius). 1 franc 25 c. karmijn Vredestype). 2 francs bruinzwart (zie onderstaande afbeelding). Toeslagzegel, waarvan de extra opbrengst ten goe de komt aan een fonds tot het verstrekken van radio aan blinden. 90 -f 25 centimes bruinviolet (zie afbeelding). Toeslagzegel voor het bouwfonds van een monu ment voor de burgerlyke slachtoffers te Lille tij dens den wereldoorlog. 90 35 centimes, sepia (zie afbeelding). Japan Hier verscheen een propagandaserie voor het toe risme in de waarden: 2 s. geelbruin. 10 s. karmijn. 4 s. groen. 20 s. donkerblauw. De zegels geven verschillende fraaie landschappen te zien. Polen De nieuwe serie postzegels werd aangevuld met de waarden 15, 20, 25, 30, 50 groszy en 1 zloty alle donkergroen. CORRESPONDENTIE C. v. d. L. Zwyndrecht. Wy schreven u in onder No. 182. D. J. Lekkerkerk. Wij schreven u in onder No. 183. J. v. M. Rotterdam. Wij schreven u in onder No. 184 No. 83. Wij zullen zooveel mogelijk aan uw ver zoek voldoen. No. 112. Wy hebben al meer opmerkingen over de door u genoemde gewoonte gehoord en er ook al eens over geschreven. Het is toch zoo'n kleine moeite om onze zendingen met zooveel mogelijk bijzondere zegels te frankeeren. We hopen dat alle deelnemers, na het lezen van deze regels, voortaan de rondzendingen z.g. Philatelistisch zullen fran keeren. No. 145. U zult nog even geduld moeten hebben, U is nog niet aan de beurt. Wij kregen uit Amerika het verzoek om opgave van iemand hier in Nederland, genegen om zegels te ruilen. Wanneer een van onze verzamelaars hier interesse voor heeft, kan hij van ons het adres ontvangen. Tot en met 13 Maart ontvingen wij boekjes van: No. 172 3 stuks 550.15; 414.10; 245.25 No. 94 1 No. 165 1 No. 155 1 1362.30 No. 182 2 No. 116 1 146.55 Waarde-opgave van vroeger ontvangen boekjes: No. 9 271.20. No. 63 779.85 No. 151 95.50 No. 84 477.75 No. 51 269.65; 238.6 No. 52 150.40 263.25; 291.00; 266.90. ZANDLOOPERRAADSEL In onderstaande figuur moeten woorden worden ingevuld, welke zyn samengesteld uit de letters van de vorige, met dien verstande, dat in de bovenhelft van de z andloop er telkens één letter wordt wegigelaten en m de onderhelflt één letier wordt toegevoegd. deden niet keur aarden bak een weinig voedsel klinker voegwoord meisje/naam geslepen glas moddergat predikstoel losmakend, vrylatend OPLOSSING van het Kruiswoordraadsel in het vorige Zondags blad Horizontaal: 1 ezel; 4 spek; 7 idees; 9 /.teen; 10 Neeritter; 12 dient; 13 akker; 14 troon; 15 kraal; 18 daags; 22 speelwerk; 23 sater; 24 naast; 25 taan; 26 klas. Verticaal: 1 eind; 2 eene; 3 Leen: 4 tek 5 perk: 6 knar; 8 setitler; 9 standen; 10 idool; 15 kist; 16 Asta; 17 apen; 19 arak; 20 akal; 21 sits. 129

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12