xxr Recht van vereeniging en vergadering Met de Catalanen op de vlucht DONDERDAG 9 FEBRUARI 1939 TWEEDE BEAD PAG. 5 Tweede Kamer Meer werkdadig re pressie! toezicht Zijn de nieuwe bepalingen te ruim pverzicht De Grondwet legt sinds 1848 in art. 9 eon der belangrijkste rechten van de Nederlandsche volks- en rechtsgemeen schap vast, n.l. het recht van vereeni ging en vergadering. Dit recht wordt daar erkend met deze restrictie echter, dat de wet de uit oefening er van regelt en beperkt in het belang der openbare orde en de goede zeden. De wet van 22 April 1855 bevat die nade re regeling. Zij maakt daarbij geen onder scheiding tusschen Nederlanders en vreem delingen, ingezetenen en niet-ingezetener., behalve alleen in artikel 16, krachtens welk artikel vreemdelingen, geen ingezetenen zijnde, niet leden van staatkundige vereeni- gingen kunnen zijn. De overtreding van dit .verbod wordt met straf bedreigd. Met deze wet hebben we het ondanks "liaar leemten en gebreken 80 jaar gedaan. De laatste jaren deden zich echter ver schijnselen in onze samenleving voor van excessieven aard. Die tegen te gaan ter wil le van de handhaving van de openbare orde en de goede zeden, was noodig in onzen rechtsstaat. De bestaande wetgeving even wel bleek niet voldoende effectief om het beoogde doel te bereiken. Slechts door ver scherping van de wettelijke bepalingen zou het bedoelde kwaad kunnen worden tegen gegaan. De Regeering heeft haar voornemens om in die richting te gaan kenbaar gemaakt in de Troonrede van 1937 en in Mei 1938 heeft Minister Goseling de desbetreffende voor stellen bij de Tweede Kamer ingediend. Dat zij een gunstig onthaal vonden, kan zonder eenige reserve niet worden getuigd. Dat zit nu niet alleen daarin, dat deze Mi nister in het algemeen geen persona grata is en tot op zekere hoogte ipöur cause Sn' de politieke wereld, maar ook in de voorgestelde bepalingen zelf, die hier en tiaar nogal ingrijpend waren. Té ingrijpend mag men wel zeggen. Want bij de schrifte lijke voorbereiding van de openbare behan deling heeft de Minister zelf verscheidene steenen des aanstoots moetien wegnemen. En we hebben den indruk, dat bij de mondelin ge behandeling, waarmee de Kamer vandaag begonnen is, hij nog wel een enkele veer zal móeten laten. De uiterst sobere, maar in haar analyse van het ontwerp zoo scherp zinnige en voortreffelijke rede van den anti- rev. heer Algera, versterkte dit vermoeden. Wat beoogt dit wetsontwerp met zijn beperkten aard en repressieven in houd? In hoofdzaak twee dingen. Het toezicht op het weren van verboden Vereenigingen wordt in tweeërlei opzicht [yerscherpt. Thans is alleen een vereeniging verbo den, die zich dingen, strijdig met de open bare orde, ten doel stelt; voortaan zai ook verboden zijn de vereeniging, wier feitelijke werkzaamheid zulke dingen teweegbrengt. In de tweede plaats wordt onder de ver boden vereenigingen gebracht de staatkun dige vereeniging, wanneer deze of vreem delingen toelaat tot het lidmaatschap of hen op andere wijze, b.v. door het verlee- ncn van financieelen steun, aan het leven der vereeniging laat deelnemen. Bedoeld vvordt het Nederlandsche staatkundig ver- eenigingsleven beter te beschermen tegen yreemde invloeden. Ook in het recht van vergaderen wordt .Verandering gebracht Te dezen aanzien wordt een dubbele beperking ingevoerd. .Thans heeft de politie alleen recht van toe gang tot openbare vergaderingen, dat recht breidt het ontwerp uit tot vergaderingen, idie een besloten karakter dragen, indien tiaar meer dan tien personen aanwezig zijn en één of meer daarvan vreemdelingen zijn. In de tweede plaats wordt zoowel in openbare als in besloten politieke vergade ringen aan vreemdelingen verboden het woord te voeren. Mocht men de hecren de Marchant e t d'A nsembourg, De Visser en A 1 b a r d a schijnbare uitersten raakten elkaar weer gelooven, dan beteekenden de nieuwe bepalingen een soort revolutie op het stuk van het vereenigings- en ver- gaderingsrecht. De N.S.B.-er zag de spits der voorstellen op zich en de zijnen gericht. Hij sprak van een uitheemsch product en van Roomsche dictatuur. Zakelijk had ziin rede echter weinig om 't lijf; zij hield zich meer bezig met politieke beschouwingen, dan met het onderwerp, dat aan de orde was. De voorzitter was op dit punt wel «Mat erg ruim en liet zelfs passeeren, dat de po- litiseerende graaf sprak over de Regecring van het linksche Spanje als van de „moor denaarscentrale". Later werd daarop zijn aandacht gevestigd en volgde het ter ver antwoording roepen van den weinig ge- kuischten spreker. Deze nam de uitdruk king lachend terug en stelde er meer nor male termen voor in de plaats. De hamer had hier eerder tusschenbeide kunnen ko men. De heer de Visser zag het precies andersom. In zijn oog was dit „juridisch monstrum", deze muilkorfwet, die een on zer vrijheidsrechten aantast, een stuk poli tieke autarkie, waarin de minister speciaal de communisten wil opsluiten. Er komt een belemmering van de spreekvrijheid, die neerkomt op eenzijdige geestelijke ont wapening. En daar houdt Moscou niet van, evenmin als van te groote macht aan de politie. Werd hier misschien gedacht aan de Gepeoe en aan de geestelijke vrijheid naar bolsjewistische opvatting? Zoo dik als zijn roode neef legde de heer A 1 b a r d a het er niet op. Hij wilde het ontwerp als politieke crisismaatregel zien en kon zich dan met veel er in vereenigen, dat echter geen duurzaam recht moet wor den. Z.i. gaat de minister ten aanzien van de vreemdelingen te ver in reactionaire richting tot schade van een gezond inter nationalisme. Natuurlijk dacht de heer Al- barda aan de internationale verbindingen van zijn partij en de socialistische va! beweging; heel handig, maar doorzichtig naar de bedoeling, schoof hij echter telken male de internationale contacten van de christelijke partijen voorop. Ook de ver grooting van den politiedwang was een zijner grieven. In meer gematigde bewoordingen en met minder oratorisch vertoon, ontwikkelde eveneens de heer J o e k e s op deze beide punten enkele bezwaren. Het verbod van contacten met het buitenland ging hem on redelijk ver en van de uitbreiding van de bevoegdheid der politie om toegang te vor deren zelfs tot intieme bijeenkomsten van meer dan 10 personen, indien daar één vreemdeling bij is, duchtte hij willekeur. Men moet niet verder gaan dan de hand having der openbare orde vordert, zoo zei- de hij. Op dit standpunt plaatste zich ook de C.D.U.-man Posthuma, die gaarne en kele z.i. te ver gaande wenschen van den minister zou zien vervallen. Mr v. M a a r s e v e e n, partijgenoot van den minister, had voor het ontwerp veel instemming; offers aan. de vrijheid moeten naar zijn meening worden gebracht ter wille van het doel, dat vrij algemeen in stemming vindt De rede van den heer Algera, waar van we reeds spraken, had ook deze ver dienste, dat zij tegenover de overdreven "critiek in het licht stelde, dat principieel niets nieuws wordt gebracht en dat in het verleden reeds bij herhaling gesproken is over en ook wel gevraagd om wat de mi nister nu voorstelt Dat was in normale, rustiger tijden. Er is dus weinig grond om van een crisisontwerp te spreken. De din gen worden alleen wat scherper omschre ven, maar van nieuwe groote en forsche lijnen is geen sprake. Daarom sloeg de heer Algera de beteekenis van de aanvullingen, die veelal de geldende jurisprudentie vol gen, ook niet zoo bijzonder hoog aan. Toch komt de gedachte op of de minister in. zijn fonnuleering in het restantje van zijn oorspronkelijke voorstellen, niet wat al te ruim is en daarom werd de vraag ge steld welke concrete aanleiding er is ge weest tot het voorgestelde. .Wat is b.v. „fei telijke werkzaamheid"? Een vereeniging om één handeling te kunnen verbieden, el wat kras zijn. Op dit punt en ook teti aanzien van de politie gaat de wet wel ver. Het was vermoedelijk niet zonder be teekenis, dat in dit verhand herinnerd werd aan amendementen van Mr Donker, die op meer dan een punt eenige matiging be oogen. De minister zal zijn voorstellen dus behoorlijk moeten kunnen be-argumentee- ren, wil hij over de geheele lijn gesteund kunnen worden. Ook de heer Wendelaar hoopte nog op enkele verbeteringen, al was hij overi gens bereid den minister te steunen in een richting, waarin hij nimmer zou willen gaan, indien niet anti-Nederlandsche, on- vaderlandsche krachten, die werkzaam zijn, dwongen tot front maken er tegen. Een beperkte levensduur van de wet scheen hem niettemin een aanlokkelijk iets. In dit opzicht was weer heel de lin kerzijde één. Begrijpelijk. Want bij de be oordeeling der revolutionaire beginselen en verschijnselen, heeft de vrijzinnigheid nooit den diep-doorwerkenden invloed van be ginselen doorschouwd, tot schade van het gezag, 't Gaat wel weer over, zoo is veler redeneering. Deze opvatting houdt echter een principieele vergissing in, doordat zij niet uitgaat van schriftuurlijke beginselen, maar zich op den wankelen grondslag van het humanisme stelt, een grondfout, waar tegen Groen van Prinslerer reeds gestreden heeft en die we ook nu nog telkens weer moeten signaleeren. Positief-christelijk spreekt hier .kennelijk een belangrijk woord mee. verder. De Keer de Visser is zoo verstandig ge weest zijn interpellatieaanvraag in te trek ken na de uitvoerige Memorie van Ant woord over Buitenlandsche Zaken, die juist gisteren bij de Eerste Kamer is inge komen. We waardeeren deze geste. Bij den aanvang der vergadering heeft de Kamer een voordracht voor raadsheer in den Hoogcn Raad opgemaakt. Eerste candidaat werd de Haagsche raadsheer Mr Hijink, no. 2 zijn Arnhe'msche collega Mr v. d. Flier en no. 3 Jhr Mr A. K. C. Brauw, de in onzen kring zoo welbekende hoogst bekwame Haagsche rechtsgeleerde. Verslag Recht van vereeniging en vergadering Ot 3 22 April Onder zeer groote belangstelling had gisteren de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van ds W. J. J. yelders, ir. leven predikant van de Geref. Kerk van Rotterdam-CentrumHet moment, dat de kist in de groeve wordt Neergelaten Ervaringen van twee Nederlanders Onbeschrijfelijke menschelijke ellende AMSTERDAM, 9 Febr. De commissie die beoogt hulp te bieden aan de noodlijdende bevolking van het linksche Spanje, had ons in het American-Hotel te Amsterdam uitgenoodigd om het een en ander mede te deelen over den toestand der 1 Vi millioen Spaansche vluchtelingen in Catalonië en Zuid-Frankrijk bij de Pyreneeën. Dr. B. II. Sajet, lid der Commissie, en Meivr. L. T. Heijnen waren juist terugge keerd van een zesdaagsch verblijf in Noord- Spanje en rapporteerden treffende bijzon derheden omtrent de rampspoedige bevol king van Catalonic. Eerstgenoemde zeide, dat van Dr. Voet, die namens de Commissie werd uitgezon den, van 31 Maart 1938 af niets meer is ver- pn. De Commissie is zeer ongerust over zijn lot. Met een vrachtwagen, geladen met broo- „en voor de uitgehongerde vluchtelingen, zijn Dr. Sajet en Mevr. Heijnen de Spaan- scihe grens overgetrokken. Onderweg zagen duizenden en duizenden vluchtelingen, MIJNHARDT'S I axeer tabletten werken zacht en zeker^ \KUI '5 Gemeenteraad van Amsterdam Burgemeester de Vlugt blijft Onverwachte wending in de Damterrein-kwestie Weer erfpachtsmoeite AMSTERDAM, 9 Febr. Bij den aanvang van de gistermiddag gehouden zitting van den raad heeft de burgemeester, Dr W. de Vlugt, medegedeeld, dat de regeering er bij hem om verschillende redenen op heeft aangedrongen, dat hij zijn ontslagaanvrage zou intrekken. Zij stelde er, aldus spr., hoogen prijs op, dat ik, waar mijn tegen woordige ambtspyiodc 21 Juni a.s. ten einde loopt, mij voor een derde herbenoe ming zou beschikbaar stellen. De burgemeester zeide verder, dat hij met ter zijde stelling van persoonlijke wqnsohen besloten heeft aan de uitnoodi- ging gehoor te geven en hoopte onder Gods zegen de stad nog eenigen tijd met opge wektheid te mogen dienen. De Raad applaudisseerde en de heer de Miranda (s.d.) betuigde als oudste wet houder de voldoening van het College over dit besluit Namens den Raad sloot het oudste lid, de heer Ter Haar (c.h.) zich bij deze woorden aan. Na de aangename en vriendelijke woor den over en weer, veranderde bij het vol gend punt de prettige-stemming. Het regeeringstelegram Er was een telegram van de ministers van O. K.: W, en van financiën Ingekomen, Het oorlogsmateriaal dat door de Spaansche regeeringssoldaten op hun vlucht naar Frankrijk wordt mede genomen, wordt door de Fransche auto riteiten onder strenge bewaking gesteld. alles beroofd, meermalen onder de meest rampzalige omstandigheden. Tot Fl- gueras, toen nog de zetel der republikein sche regeering, die uit Barcelona was ge vlucht konden de beide afgevaardigden het brengen. Hun voornemen om met de linksche autoriteiten te spreken werd ver ijdeld, want hoewel aanvankelijk standhou den tot het uiterste aan de soldaten was voorgehouden, volgde een paar uur later het consigne: vluchten! En de beide deputaten, n de open luoht wat te hebben geslapen, trokken den volgenden morgen met den afzienbaren vluchtelingenstroom mee. Slechts door één gedachte waren de men- sohen bezield: weg van Franco on naar het eilige Frankrijk! Het was, deelde Dr. Sajet ons mede, een ontzettende terugtocht Opgehoopte massa's vrouwen, kinderen en ouden van dagen zagen zij in dicht bezette treinen, voor zoover die althans nog reden; verder In stampvol geladen vrachtauto's. En dat wa ren dan nog de betrekkelijk gelukkigen, dlo niet als de v<11 zich te voet voortsleepten door het ha "re winterland, over de met sneeuw bedekte heuvels en hergen. Wellicht nog triester, zei Dr. Sajet, was de terugtocht van het gedemoraliseerde le- ger. Verschrikkelijk slecht, oververmoeid za gen de soldaten er uit Hongerig na zoo- ele ontberingen boden zij een treurigen aanblik. Tijdens de vlucht hadden de slachtoffers van den Spaanschen burgerkrijg te lijden van bombardementen. Hoevele kinderen on derweg hierdoor zijn gestorvpn en tenge volge van koude, ziekte en honger, is bij benadering niet te schatten. Vele vrouwen en hulpbehoevenden kwamen om in de sneeuw. Toch heeft Dr. Sajet bij tal an rouwen haar vitaliteit bewonderd. On danks onbeschrijfelijke omstandigheden za gen zij er meermalen over het algemeen goei erzorgd uit, het haar behoorlijk opgemaakt )at waren evenwel slechts enkele indruk ken, want Dr. Sajet kwam tijdens den vree- selijken todht zóó onder den indruk van deze ramp van onteettenden omvang, dat hij niet spoedig zou kunnen los komen van do aangrijpende misère, d:-> door hem werd aanschouwd en die hij persoonlijk heeft meegemaakt Onvoldoende hulp De toestand der vele ""-wonden was aller^ treurigst en de geboden hulp -was absoluut; onvoldoende. Van een krachtig georgani seerde actie van het internationate Roods Kruis was geen sprake. In Perplgnan wer ken een viertal particuliere kleine hulp- comité's samen, waaronder ook het Fran sche Roode Kruis. Hoewel Dr. Sajet met lof gewaagde van den nobelen geest van dok ters en verpleegst rs. heeft hii ook meerma len zusters bezig gezien, wier handen óf totaal verkeerd stonden óf te midden van de grootste ellende werkloos bleven. Van paniek heeft hij heel den langen, hangen weg. niets bemerkt Er was slechts één drang zei Dr. S.. om het veege lijf, h >t naakte bestaan te redden. Ten slotte zei Dr. S., dat de Fransche re geering veel doet om de ellende te tempe ren, doch dat zij dit niet alleen kan doen. Hulp van andere landen, ook van het onze, is. naar het oordeel der Commissie, dringend noodig. Vooral sanitaire hulp. ook al met het oog op het groot geA-aar voor de Fran sche bevolking van de zijde der onverzorgds of onvoldoend verpleegde gewonden, waar van velen sterven. Mevr. Heijnen voegde hier nog het eeri en ander aan toe. Zij schetste den indruk, dien de wanhopige vluchtelingen in het overdag door de zon, bij nacht door het heldere maanlicht beschenen Spaansche landschap op haar maakte. Het waren too- neelen om nooit te vergeten. Voor velen zijn de herhaalde bombarde menten erger dan een nachtmerrie gewor den. Panische schrik beving de mensehen als zij slechts meenden een vliegtuig te hooren. Door die luchtbombardementen we ten velen eerst wat een oorlog beteekent. Ondanks de groote ellende, waarin de voort- jaohtende vluchtelingen zich bevonden en' nu nog bevinden, zag mevr. H. vele blijken van opoffering en kameraadschap. Het aantal geëvacueerde soldaten hoorde zij nog gisteren in Parijs schatten op 400.000, waarbij de regeering verzocht de behande ling van de voordracht tot verkoop van het Midden-Damterrein voor bebouwing aan te houden teneinde harerzijds een adviescol lege te kunnen raadplegen. De burgemeester stelde voor aan het verzoek te voldoen, maar daarin konden de heeren Matthijssen (s.d.) en Secgers (comm.) niet zoo maar bewilligen. De heeren Ter Haar (cjh.), Crucq (ex-nat. herst), Boissevain (lib.), Weiss (middenst.) Woltjer (a.r.) en Dingemans (r.k.) verklaarden echter allen het verzoek te wil len toestaan, al was men niet algemeen inge nomen met ae houding der regeering op dit oogenblik. De burgemeester zeide de teleurstel ling in den Raad te kunnen begrijpen, waarna de Raad besloot in te gaan op 's bur gemeesters voorstel en de voordracht aan te ïouden. Of deze onverwachte wending van de Dam- kwestie nog meer verrassingen zal veroor zaken? Onwaarschijnlijk lijkt ons zulks niet. Nasleep erfpachtskwestie Bij de een vorig maal aangehouden voor dracht tot erfpachtsuitgifte in de buurt Bosch en Lommer in West oefende de heer D i n- gemans (r.k.) critiek op het bebouwings- plan, dat wel aan ae letter maar niet aao len geest van de Bouwverordening beant woordt. En dit plan, zei spr., is nog wel af komstig van een architect, die in den Raad steeds den mond vol heeft over verbetering der volkshuisvesting. Duidelijk was het, dat de r.k. spreker den heer Gulden op het oog had, wiens naam, naar men weet, is genoemd in verbana met de in onderzoek zijnde erfpachtskwestie. De tweede r.k. woordvoerder, de heer D e Groot, maakte bezwaar om erfpachtsgron- den uit te geven aan iemand als den heer J. J. Borst, directeur van de maatschappij, die hier woningen gaat bouwen. Dergelijke per sonen, vond spr., moesten, om den handel in erfpachtsgronden den kop in te drukken, geen erfpaohtsgrond meer krijgen. De heer Ter Haar (c.h.) verklaarde zioh ook tegen, en de heer Woudenberg (s.d.) zeide zonder enthousiasme te zullen vóórstemmen. Wethouder De Miranda (s.d.) zei ook Sn dezen over vveinig enthousiasme te kunnen besdhikken. Niettemin ging de voordracht er door met 28 tegen 10 stemmen, hetgeen te betreuren is, omdat woningen die men hier bouwen wil, bezwaarlijk als goede woningen in den geest van de Bouwverordening kun nen worden beschouwd. De wethouder heeft evenwel verklaard op naleving van deze verordening te zullen toe zien. Wel jammer, dat hierop niet van te voren beter is gelet VERHEFFEND WERK t Spreekwoord zegt dat visch moet zwemmen En, getoetst aan de praktijk Krijgt dit smakelijk gezegde Elke dag weer schoon gelijk. 't Staat iets anders met den visscher, De befaamde „waterrat" Die voor ons, zoetwaterzwemmers Altijd iets geweldigs had. Zijn ontzaglijke prestaties Op de zee, de oceaan, Zijn onbuigbare volharding In de kamp met de orkaan, Zijn gebruinde, bronzen aanschijn En zijn onverschrokken kijk Maakten hem den held-te-water Van ons kleine koninkrijk. Maar ...de vreeselijke mare Dat de visscher in 't gemeen Niet kan zwèmmen, sloeg ten deelr Onze trots op hem ineen. Tellende de ongelukken Werd de leus op zwemterrein: Als er één moet kunnen zwemmen Zal het wel de zeeman zijn! Deze leus is uitgedragen, Is met kracht gepropageerd, En, gelukkig, heeft ons zeevolk Op die roep gereageerd: Heele scholen vroede visschers Trekken thans het zwemvest aan En ze leer en aan de hengel Proestend van zich af te slaan. Dat is waarlijk tot verheffing Van ons waterrattenras Dat is nuttig, dat is noodig, Dat is voorzorg eerste klas. (Nadruk verboden) LEO LENS Het nieuwe kerkgebouw der Geref. Kerk te Wieringerwerf werd gisteren officieel in gebruik genomen. Groep van deputaten voor den geestelijken arbeid in het IJsselmeer-gebied. welke het gebouw aan de kerkvoogdij over droeg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5