AMARYLLIS Stekeligheden HET PROBLEEM VAN DEN DAG voor vele huisvrouwen KNIPPATRONEN De practische huisvrouw Stoffenhuis J. MONNICKENDAM K&G 10 „VAN EN VOOR DE VROUW" UITGAVE DER VTJF SAME NWERKENDE CHRTSTEI.TJKE DAGBLADEN 1621 JANUARI 1939 B Kamerplanten 1 (Hippeastrum) PE CREEDS zagen wij bij een particulier de nj IA Amaryllis bloeien, doch dat was wel wat vroeg, en mooi was hij dan ook niet. 1 m' Bij bloemisten is dat wat anders, die hebben in dezen tijd volop bloemen van deze bui tengewoon fraaie plant, die ze voor bloem- stukken gebruiken of ook wel als afgesne- p. j den bloem verkoopen. Het is met eenige moeite wel mogelijk om zelf zoo 'n fraaie bloem in huis te kweeken. Men moet daartoe beginnen met een bloei- bare bol te koopen. Deze zijn niet goedkoop, 3 V( (f 1.00 a f 1.25), doch bij goed behandelen heeft men er jaren aaneen wat aan. Eerst burl van de bloem, daarna van de mooie blade- j ren, die veel op die van de clivia gelijken en tot den nazomer blijven. In Januari of Februari gaat men de bol in een pot zetten, die niet te wijd moet zijn. ith Tusschen de bol en den potrand moet niet meer dan 2 a 3 c.M. ruimte zijn. De aarde npt{ moet goed vruchtbaar, doch niet stijf zijn, dus bladaarde met wat klei en zand en goed verteerde mest. Onder in den pot doet 1 een laagje potscherven of desnoods grint, 1 wat altijd bij het oppotten van planten „,b. noodig is. neb Wanneer het grondmengsel na wat stevig P- aangedrukt te zijn tot iy2 a 2 c.M. be neden den potrand is gekomen, maakt men in de aarde een kuiltje en zet daarin de bol, die voor ongeveer driekwart boven den grond moet blijven. De aarde om de bol drukt men wat aan en het werk is gebeurd. 1 Wij zetten de pot op een warme plaats, b.v. op den schoorsteen mantel en geve zoo goed als geen water. ez Dit laatste moet men goed in acht nemen, want men loopt, als men water geeft gevaar, dam dat de bladeren zich Saan ontwikkelen vóór 00 de bloem verschijnt en de bloem kort en erro; onontwikkeld zal blyven. Dus voorloopig weinig water. andj ^ij hebben reeds vele jaren in onze kamer een Amaryllis, die altijd mooi bloeit en volle :on bewondering van menigeen trekt en geven v.™ deze totdat de bloemknop te voorschijn komt uit de steel, dat is als deze ongeveer Md 50 c.M. lang is, niet meer dan eens per week 'elni! een half theekopje water. Daarna geven we meer en bij den bloei wordt dagelijks een kopje lauw water gegeven. Nooit koud, altijd goed warm. Warmer dan kamertem- Hi peratuur. (Dit geldt altijd voor het begieten van potplanten). Er zal zich op deze wijze een krachtige rg bloemsteel ontwikkelen en de bladeren blij- plven achter in groei. Na den bloei wordt de bloemsteel kort bij p' de bol afgesneden en gaat men door met n water geven. Nu ontwikkelen zich de fraaie bladeren en is het tijd om goed te bemes- Wij doen dit steeds met een of andere kamerplantenmest, hoewel vloeimest ook goed, doch niet zoo zindelijk is. Men moet bedenken dat nu de bloem voor den volgenden bloei gevormd moet worden in de bol. Daartoe werken bladeren en wor tel samen. Heel goed is het de pot met de plant nu buiten in den tuin op een beschutte plaats in den grond in te graven. Men laat de bladeren groeien totdat ze gaan verwel ken. Dat zal omstreeks September, soms later het geval zijn. Geef dan geen water meer en zet de pot met de bol op een droge plaats, waar geen gevaar voor vriezen bestaat. Bij mij staat de pot altijd in de (verwarmde) kamer op 'n on opvallende plaats. In begin Februari begint de bol weer leven te vertoonen. Dat behoort ze althans te doen. In elk geval haalt men ze weer te voorschijn, reinigt de bol wat van de doode schubben, ververscht de bovenste aarde èèn a twee centimeter en plaatst de pot weer op een warme plaats. Om de drie of vier jaar geeft men de ge- heele pot versche aarde. Zoo heeft men elk voorjaar een van de mooiste bloemen in bloei en zal men van de vrij groote eerste uitgave voor een bol geen spijt hebben. NUTRICIA- KINDERMEEJ- Onze TUIN Werk voor de eerstvolgende weken In de eerstvolgende weken is in den tuin reeds een en ander te doen. Voor alles moet men, indien men het niet reeds deed, het benoodigde zaad en pootgoed bestellen bij een vertrouwd zaadhandelaar. Daarmede moet niet gedraald worden. Laat bestellen beteekent in het drukke seizoen nog later ontvangen en kans op uitverkocht van het bestelde. Koop nooit zaad van onbekend adres, noch op de markt of aan de deur. Men krijgt dan veelal zaad van een vorigen oogst, dat opgeruimd is en de kiemkracht verloren heeft. In den bloementuin bloeien reeds de sneeuw klokjes en zullen ook crocusjes en winter- aconieten haar pronk ten toon willen stellen. Andere bolgewassen komen boven den grond. Daarom voorzichtig met grondwerk tusschen de planten, want ge weet misschien niet meer, waar wat op zal komen. En zoo licht worden de nog onder den grond zich bevin dende teere knoppen beschadigd. Het dood hout van de heesters en hoornen wordt weggesneden. De tuin, maar ook het gewas moet er netjes uitzien. Snoeien zou ik nu maar nalaten. Na den bloei de overtol lige takken wat wegnemen kan geen kwaad. Doch daar zou ik me bij hepalen. Vruchtboomen kan men nog planten. Fram bozen moeten nu tot kort boven den grond afgesneden worden, de jonge scheuten die straks ontstaan dragen vrucht, de oude niet. Vruchtboomen moeten nu ook bemest wor den, als het niet reeds is gedaan. In den moestuin is nog niet veel te doen. Wie nog niet heeft gespit kan het nu doen als de grond niet te nat is. Liefhebbers, die 'n warmen bak willen aan leggen kunnen dit thans doen om vroege groenten te krijgen, Ook in den kouden bak kan men thans beginnen om daarin peulen, doperwten en tuinboonen te leggen, 't Zaad dicht aaneen leggen, na het opkomen veel luahten en met midden Maart heeft men dan planten om op de bestemde plaats te zetten. In den vrijen grond kan men in Februari sjalotten zetten en zaait men spinazie en snijsla, raapstelen en worteltjes. In 't laatst van de maand ook peulen, doperwten en tuinboonen. Gllux -furnxJenen Tüjnolotojo EEN zoon, die opzichter is by de Rijks waterstaat (al is het dan maar op ar beidscontract) en die deswege in Hendrik Ido Ambacht woont, is niet zoo maar een zoon. Men moet niet vergeten, dat hij de scliepter zwaait over een paar kantonniers, een hospita en somszeer gedeeltelijkover een werk in uitvoering. Vraag aan den kleinen Cornelis hoe hij over zijn broer Piet denkt en hij zal u een modernen Hercules schilde ren met een cigaret tusschen zijn lippen en geld op zak, deze twee idealen van zelfstan digheid die in ieder jongenshart leven. Piet is een mijnheer (dezen indruk tracht hij zelf te vestigen) die 's middags na zijn werk op een eigen kamer zit met een eigen kachel en een eigen teekenbord. Dan wordt er ge klopt en Piet zegt: Binnen. Dan komt de hospita binnen en zegt: Kan ik dekken, mijnheerDan zegt Piet; Gaat Uw gang. Dan eet Piet. Dan wordt er geklopt. Dan zegt Piet: Binnen. Dan zegt de hospita: Kan ik afnemen, mijnheer. Dan zegt Piet: Gaat Uw gang. Dan gaat Piet aan 't werk. Dan wordt er geklopt. Dan zegt Piet: Binnen. Dan zegt de hospita: Uw thee, mijnheer. Dan zegt Piet: Och mevrouw Schollevaar, brengt 11 nog een kopje, ik verwacht vanavond be zoek van Mijnheer Meyer. Dan zegt de hos pita: U krijgt 't subietmijnheer. Enz. Zoo gaat dat met Piet. Hij gebruikt een sterk geparfumeerde toiletzeep en ruikt een uur in de wind. Hij heeft een vest met een revers en een schuine knoopenrü. Is hij al heelemaal twintigIk weet het niet precies, maar hij spreekt graag over „de meisjes". Niks voor hem. Aan zijn lijf geen polonaise. Tien aan iedere hand. Maar hem niet gezien. Hij verblikt of verbloost niet voor de be langstelling aan zijn persoon gewijd door de meest aantrekkelijke jmoordgriet" met het meest coquette kaboutermutsje op. Hij stemt mij toe, dat 't aardig goedje is, maar je moet ze niet aan je hals hebben hangen, want als je maar tegen ze lacht, dan willen ze meteen al meubeltjes jaan kijken. Hij treitert Katie en Ketie net zoo lang tot ze hem met vereende krachten aanvliegen, zoodat er eindelooze stoeipartijen ontstaan, waarbij men Cornelis als een trouwen vazal aan Piets zijde vindt. Laat Piet voor mijn part die akelige meiden maar eens op hun falie geven. Soms veranderen de meisjes van tactiek en gniffelen over een zekere Liesje, die ze alweer met een ander hebben zien loopen. Ze begrijpen niet, dat sommige jon gens zich zoo gemakkelijk door zoo'n kind op sleeptouw laten nemen. Jongens zijn zulke akelige dieren. Je kunt niet vriende lijk tegen ze kijken of ze sturen je allerlei sentimenteele briefjes. In zulke gevallen bloost Piet tot in zijn gladgeschoren nek en de meisjes laten niet na daar uitvoerig de aandacht op te vestigen, zooda' Piet zijn toevlucht neemt tot de radio en deze op uiterste capaciteit laat spelen. Daar zitten Daatje en ik dan bij en voelen ons wijs en bedachtzaam. Daatje heeft dan nog haar trots op dien robusten zoon, vleesch van haar vleesch, die ons een rumoerige Zondag komt bezorgen. Ze heeft Zaterdags avonds, als ik in de winkel ben, een onder onsje met hem en bespreekt de kleine men- schelijke nooden en behoeften van den groo ten man, die wel eens een nieuwe knoop aan zijn onderbroek noodig heeft en daar zijn hospita niet om durfde vragen. Dat gaat ook niet. (Er wordt geklopt. Piet: Binnen. De hospita: Wenscht mijnheer ietsPiet (met het voorwerp in zijn hand): Wilt u eens even een knoop aan mijn onderbroek zetten). Daarmee zakt een mensch direct een eind. Uit dat onderonsje met Piet komt Daatje 's Zaterdagsavonds altijd stralend te voorschijn. En 's Maandags stopt ze een si naasappel, een stukje chocola en een doosje cigaretten in zijn koffertje, 't Zijn nog zulke kinderen, pleegt ze te zeggen. Ze hebben nog zooveel verzorging noodig. Ze drukt haar robusten en zelfstandigen zoon aan haar breeden boezem, trekt z'n das nog wat omhoog tegen de gure kou en is de eer ste uren na zijn vertrek niet te spreken. Dinsdags krijgt ze een aanzichtkaart. 's Woensdagsavonds schrijft ze met drie onderkinnen op haar broche gedrukt een brief, waarin ze al onze (geringe) weder waardigheden beschrijft, al is het maar dat Katie en Ketie nieuwe schoenen hebben ge kocht of dat vader vier dure vulpennen op één dag heeft verkocht. Zaterdags krijgen we een brief terug, als Piet tenminste zelf niet komt, maar dat gebeurt maar eens de maand. Mijn oudste zoon Jan meent, dat Piet veel te vroeg onder toezicht vandaan is. Als ik zijn zin deed benoemde ik in H. I. A. een soort toezienden voogd. Maar ik vind die sinaasappel, dat stuk chocola, die doos ciga- retten en vooral die brief al toezicht genoeg. Zoo teeken ik dan, MIJNHEER DE MAN. Waf efen we volgende weelc ZONDAG vVitte ragoütsoep Gehakt Zoete appeltjes Citroenpudding MAANDAG Varkensfricandeau Knolraap Rijst met rozijnen DINSDAG Koud vleesch Groene kool Caramelvla WOENSDAG Stamppot van Zuurkool met spek Ommelet met jam DONDERDAG Gest. lever Appelmoes Griesmeelpuddin g VRIJDAG Runderlapjes Postelein (uit flesch> Flensjes ZATERDAG Gest. Varkensrolletjes Preischoteltje Appelvla Van de met gemerkte Spijzen vindt men de recepten hiernaast. CITROENPUDDING y2 liter water; 15 gr. poeder gelatine (één pakje); 2 eieren; 200 gr. suiker (eenige klontjes); sap van drie citroenen. Het water wordt aan de kook gebracht met de suiker. De citroenen gewasschen, ge droogd en met de suikerklontjes wordt luch tig over de schil gewreven, waardoor het aroma in de suiker komt, die eveneens bij het heete water wordt gevoegd, waarni pan van het vuur wordt genomen. De eieren worden zéér schuimig geklopt, waarna de vloeistof er voorzichtig en roerende bijge voegd wordt en het geheel af moet koelen. Af en toe roeren en als de massa drillerig wordt, overbrengen in een met koud water omgespoelde vorm en stijf laten worden. Presenteeren met droge biscuits. GESTOOFDE LEVER 5 a 6 ons runderlever; 2 groote uien of 10 a 12 kleine uitjes; laurierblad; kruidnage len; 1 blokje delfrite of 60 gr. margarine; 2 eetlepels bloem; peper; zout en %1. water. We maken de uien schoon, snipperen ze; als we kleine uitjes kunnen krijgen, dan blij ven ze in hun geheel. De gewasschen lever wordt in blokjes van 3 cm. ongeveer gesne den en bestrooid met peper, zout en bloem. We zetten lever, uien, boter of delfrite, kruidnagelen en laurierblad op met 1. water, brengen dit alles aan de kook, tem peren de warmte-toevoer en laten het an derhalf uur stoven. Is de vloeistof niet ge noeg gebonden, dan voegen we wat aange maakt bloem toe, laten alles nog even door koken en doen alles in een dekschaal, waar in de lever en saus worden opgedienr. A'dJ ;r,pet nijpend tekort aan dienstpersoneel C^"NVER enkele weken zal men op de KJ stations telkens Duitsche dienstmeis jes kunnen aantreffen, die al of niet uit- ,er geleide gedaan door de familie, welker Jienst werd verlaten de reis naar haar n* Vaderland, dat deze jonge vrouwen terug- ehe/oept op straffe van verlies van het staats- Surgerschap, gingen aanvaarden. J^^Öffers vraagt de vaderlandsliefde wél van leze meisjes. Zeer waarschijnlijk immers 20 lullen de materieele omstandigheden voor kIJaar veel minder gunstig worden, dan die ze in ons goede landje leefden. 5e Duitsche regeering dan roept deze dui- senden onderdanen naar huis. Daar heeft Nederland zich bij neer te leggen. Dat is nu tenmaal zoo! Waar, o, wat komen er nu vele gezinnen '*Bl«oor S1"00*0 moeilijkheden te staan. De lienstbodennood was reeds groot in ons culbnd; de Duitsche maatregelen maken het Jebrek aan goed huishoudelijk personeel nijpend. Mét het afscheid van de 'p'veelgeprezen Lisel's en Lotte's en Mitzi's et fordt de toestand in vele gezinnen precair, %ndat zoo weinig Hollandsche krachten zich ®gJeschikbaar stellen. Amsterdam, dat van de 20.000 vreemde meis- ,cb(p er 8000 in loondienst had, zal den slag sterkst gevoelen. Maar ook in andere schept deze globale uittocht moeilijk je eden. r len denke alleen maar eens aan Den Haag, 1119 at reeds vóór de bepaling door de Duitsche verheid werd uitgeschreven, geregeld 200 ienstboden te weinig telde. w stel In de provincies doet zich het tekort veel minder sterk gevoelen. In Limburg, een deel van Brabant, Drenthe, Friesland en Gronin gen zijn meisjes genoeg beschikbaar. Zullen die jonge vrouwen nu naar de ste den trekken? Het is te hopen. Keus hebben ze in ieder geval te kust en te keur. Vele provinciale bladen staan op 't oogenblik althans vol advertenties van fa milies uit groote steden. Het is eigenaardig, dat het dienstbodenvak zoo weinig in trek is. Sedert lang kiest het gros der meisjes den arbeid in fabriek en atelier boven die in het gezin. Dit verschijn sel is hierom in zekeren zin vreemd, wijl huishoudelijke arbeid veel meer afwisseling biedt, dan de eentonige handgrepen, waar voor de fabriek de meisjes vraagt. Bovendien missen zij daar kost en inwoning, die men financieel toch minstens op een gulden per dag mag stellen. (De belastingadministratie verhoogt voor een inwonend meisje het loon met 45 per maand voor kost en inwoning. Hiervoor zullen waarlijk wel goede gronden zijn!) Een dienstbode voor dag en nacht heeft het zelfs beter dan vele jonge meisjes met H.B.S.- opleiding, die vaak lange werkdagen hebben tegen een vergoeding van 20 a 30 per maand en meer moeten uitgeven aan klee ding. Meisjes, die dit peil vanontwikkeling niet bereikt hebben, beschouwen een baantje als winkeljuffrouw veelal als zeer begeerens- waard. Dan kunnen ze immers jongedames worden! Dat in een dergelijk beroep niet veel ver diend wordt, is voor dochters uit werklooze gezinnen meestal geen bezwaar, omdat de steun altijd evenredig verminderd wordt met vaste inkomsten van de gezinsleden. Van dienstbodennood mag gesproken wor den; van een tekort aan jonge vrouwen uit de milieus, waaruit het dienstpersoneel ge- recruteerd wordt, echter geenszins. En daarom zien wij de moeilijkheden, door het wegtrekken van de vreemde meisjes veroorzaakt, in 't algemeen genomen, niet door een al te donkere bril. Trouwens, als we b.v. de statistische gege vens, welke in verband staan met het dienst bodenprobleem, beschouwen, dan komt men tot de conclusie, dat reeds sedert eenige ja ren (vanaf 1933) het aan I Nederlandsche dienstboden toeneemt, en het aantal buiten- landsche krachten vermindert Waar tot en met 1937 in totaal het aantal Nederlandsche meisjes met 1949 vermeer derde en deze stijging in 1938 voortduurde, is er alle reden, aan te nemen, dat de ont wikkeling in dezelfde richting zal voortgaan. Vooral nu, in verband met de groote vraag en het thans nog geringe aanbod, de loonen uiteraard omhoog gaan, in ieder geval al thans in de gevallen, waar deze aan den lagen kant waren. Er is nóg een reden om niet te wanhopen aan de mogelijkheid van voorziening in de groote leemte, die thans ontstaat. Heeft men wel eens opgemerkt, dat op een advertentie, waarin een huishoudelijke hulp wordt gevraagd, steeds vele brieven komen, ook in tijden waarin vrijwel geen dienst meisjes zich aanbieden? Dit bewijst, dat er wel een groot aantal meisjes is, dat als hulp in de huishouding een betrekking wil aan vaarden, welke meisjes óf uit een beter milieu komen, of een buitengewonen tegen zin hebben, een echte dienstbode te worden. Ongetwijfeld is deze houding voor een deel op de debetzyde van mevrouwen te schry- ven, die weinig sociaal voelend altijd de gedienstige achteruit zetten, haar bij wijze van spreken met voorliefde zooveel mogelijk de broodkapjes en opgewarmd eten geven, zich er niet om bekommeren of de keuken koud en vochtig is, en nooit eens belangstel ling toonen voor de persoonlijke aangelegen heden van het personeel, dat vaak hunkert naar een beetje meeleven. Tegenover de meisjes uit den vreemde heb ben vele dames een hartelijkheid en in schikkelijkheid betoond, die voor de dienst baren uit eigen land ongekend was. Toch ii een meisje uit Groningen, Friesland, Zee land of Limburg, dat naar 't centrum van ons land trekt, ook dikwijls eenzaam, en zou een beetje hartelijker contact met uC werkgeefster waarbij de noodige afstand uitstekend bewaard kan blijven op hoo- gen prijs stellen en het ver-van-huis-zyn gemakkelijker te dragen achten. Wie gevoelt, in deze dingen tekort geschoten te zyn! komt thans goed in de gelegenheid, haar houding te herzien. Doch dit terijde. Een andere kwestie is, of het soms aanbeve ling zou verdienen, de betiteling van dienst bode, meid, dienstmeisje zooveel mogelijk te gaan vermijden, en te gaan spreken van „hulp in de huishouding", of „huishoudelijke hulp", korter nog, enkel „hulp". Ergens lazen we de suggestie, om van huismeisje te gaan spreken. Maar 't lijkt ons toe, dat dit woord spoedig denzelfden ongewenschten klank zou verkrijgen, als dat tot welks vervanging het diende. Onze taal is misschien nog wel geschiktere benamingen rijk dan de tot nu toe genoemde. Het dienstbodenprobleem, dat naar een op lossing zoekt, heeft nog andere kanten, dan die waarover thans een enkel woord gezegd werd. Daarom willen we de volgende week nog eenige regelen aan dit uitermate belang wekkend onderwerp wyden. MODE VAN DEN DAG. Een elegant namiddagtoilet can crèpe-satijn, waarop als versiering bladvormige borduursels werden aangebracht. Het model voor dit charmant meisjesman teltje is geschikt voor den leeftijd tot en met 5 jaar. Behalve met een klein ruit- dessin zooals de teekening hier aangeeft, kan men het manteltje ook van een soepele effen wollen stof maken. De meest voor komende stof- breedte voor dit voorjaarsmantel tje is 130 c.M. De hoeveelheid stof die men noo dig heeft va rieert van 1,20 tot 1,60 Meter. De juiste hoe veelheid wordt op het patroon aangegeven. Op een lichte zomer stof kan men over 1 f het stoffen kraag jeJ je een kraagje 1' J j maken van i' I zijden waschbare J i piqué. Het kraag je van piqué maakt men iets LmH grooter dan dat van stof. f volgende I maten worden voor het mantel- tje genomen: De halve boven wijdte, van mid denachter, onder den arm door meten, tot middenvoor. De lengte, van het hoogste punt op den schouder, naast den hals, zoo lang men het manteltje wenscht. De mouwlengte, van den schouderknokkel, recht naar beneden meten, tot den pols. Men vermelde s.v.p. hiervoor ook den leeftijd. De prijs van het op maat gemaakte patroon bedraagt 40 cent plus 5 cent porto, toe Ie zenden aan de Redactie van „Van en Voor de Vrouw", adres: Administratie van ons blad. By de aanschaffing van werkmateriaal moet men nimmer te zuinig te werk willen gaan, aangezien goedkoop steeds duurkoop betee kent. De levensduur kan men aanmerkelijk ver lengen, indien men stoffers, bezems, lui wagens, enz. hangende opbergt r.a het ge bruik. Een deel van het materiaal zal men en binnenplaatsje of op een balcon ber gen doch lange stoffers, zeilvegers, enz., alles rat bij kamer doen gebruikt wordt komt in de werkkast en hiervoor laat men haken de deur bevestigen, terwijl men een ring in den bovenkant van de steel schroeft. Het laatste is veel practischer dan touw, dat aan' slijtage onderhevig is. Voor het reinigen van borstels, stoffers, zeil vegers enz. neemt men warm zeepsop, waar aan men wat ammoniak toegevoegd heeft, en die men daarna herhaaldelijk naspoelt Borstels, waarvan de haren samenklitten worden met een grove kam uitgekamd. Geverniste bovenkanten van stoffers enz. worden vooraf met olie ingewreven, opdat het zeepwater de glans niet doet verdwij- Dadelijk nadat ze gespoeld zijn worden ze goed afgedroogd en met was ingewreven, die men er in laat trekken. Hangende laten drogen in de lucht Zeilvegers, die steeds met een met was in gewreven vloer in aanraking komen, moeten, evenals z.g. „mops" vooral vaak gewasschen worden. No. 18 ALLES wat U noodig hebt voor JAPON- of MANTELSTOFFEN vindt U het voordeeligst bij: HOOGSTRAAT 351 hoek Spui, Rotterdam Ook kunt U Uw japon laten knippen voor 1.knippen en rijgen 2.—; Mantelknippen 2.—; knippen en rijgen 3.—; Japon geheel gemaakt 7.50. NIEUWSTE PLATEN ter inzage. NUTTIGE WENKEN Een keurig onderhouden fornuis is de trots van iedere huisvrouw .Vooral de bovenplaat kost nogal veel werk om glad en glimmend gehouden te worden. Eerst neemt men deze met een prop courantenpapier af en daar na schuurt men erover met schuurpapier of beter nog schuurlinnen, dat men over een oud vloeiblok heeft gespannen. Men behoeft zich niet bang te maken, dat de handen vuil worden en gaat vlug met het blok over bovenplaat. MELLONA en ADELSH0EVE HONING VLOEIBARE ZONNESCHIJN GEZONDHEID met lepels VRAAGT UW WINKELIER N.V. Bijenstand „MELLONA" Santpoort Uw DAGELIJKSCH Kopie KOFFIE Uw DAGELIJKSCH Kopje THEE maar allebei van N.V. Kanis Gonnink, Importeurs, Kampen Huile-Anti-Ride Jeugdige huid behouden. De Antl-Ride loti. 'ong te blijven. Viüft enkele druppels lotion goed ooger >elde ■slapte plekken. 1 ■al om U zien, dat de huid glad wordt. Verkrijgbaar b|j Kappers en schoonheids salons. 1.251.75. Indien niet te verkrijgen tegen Inzending van het bedrag aan den Importeur: H. MESKEn. Tnsmanstraat 198, Den Haag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1939 | | pagina 11