TURKENBURG's
ZADEN BODEGRAVEN j
Hulp voor den kleinen boer
VX2TL oJdoir QSL us&utfe,
Tswr /conf&r otttuisi.
-POMPEN - BEVERWIJK
AGENTEN GEZOCHT
STIKSTOFMESTSTOFFEN VOOR IEDEREN GROND EN IEDER GEWAS'
KALKAMMONSALPETER
ZWAVELZURE AMMONIAK
Tobben heeft nog nimmer iemand
in de wereld vooruitgebracht. Het
is de meest nuttelooze krachts
verspilling die men zich denken
kan.
Hoe deze wordt uitgeoefend
Bittere armoede wordt geleden
Officieele gegevens over een groep
nijvere burgers
Zooals men zal weten bestaat er een Com
missie van Advies voor den Dienst voor de
Kleine Boerenbedrijven. Deze commissie
heeft thans een tweede rapport aan den
Minister aangeboden en hierin vindt men
in de eerste plaats een uiteenzetting van
een jaar kleine boerenhulp, verder een
rapport over den toestand in de kleine
boerengezinnen, een beschrijving van de
voorbeeldbedrijfjes die in ruim 80 verschil
lende plaatsen zijn ingericht en verder nog
een paar onderwerpen.
De beide eerste onderwerpen: de hulp
aan en de huishoudelijke omstandi£heden
bij de kleine boeren zijn wel de voornaam
ste onderdeelen van het rapport
Hulp aan kleine boeren
Door de commissie is een nauw contact
met de werkelijkheid onderhouden en uit
de gehouden besprekingen bleek, dat er ten
aanzien van den steun aan de kleine boeren
twee stroomingen aangevoeld werden n.l.
a. in het Zuiden des lands (Gelderl., N.-
Brab. en Limb.) waar men de grens der
groepen A en B liever bij f 2.— had gezien,
zoodat ook bedrijfjes van c.a. 2V2 H.A. bin
nen de regeling gebracht konden worden,
eilb. het Noorden des lands (Gron., Frlesl..
Drenthe en Overijssel) waar men de grens
liever hooger had gesteld b.v. bij f 6.—.
zoodat ook bedrijfjes van ongeveer 5 H.A.
binnen de grens der werkverschaffing val-
len- n
De oorzaak van deze twee aan elkanaei
tegengestelde stroomingen moest gezocht
worden in het feit, dat men in het Noorden
de rijkswerkverschaffing niet alleen meer
algemeen had toegepast, maar ook in rui
mere mate, zoodat het daar zelfs voorkwam
dat boeren met een bedrijlsoppervlakte van
meer dan 5 H.A. voor werkverschaffing m
aanmerking kwamen, terwijl men in net
Zuiden de Rijkswerkverschaffing zooveel
mogelijk had gemeden om de kleine boeren
zoo lang mogelijk op het eigen bedrijf te
houden.
Hierdoor kwam het, volgens het rapport,
dat in het Noorden enkele betrokkenen
met de kleine boerenregeling financieel op
achteruit gingen tenminste wat het gelde
lijk inkomen per week betrof.
Deze consequentie was reeds door het
Departement van Econ. Zaken voorzien. De
gemeentebesturen voerden het aan
reden om niet toe te treden. Door de grens
tusschen beide groepen hooger te leggen
wilde men ongunstige gevolgen voorkomen.
In het Zuiden werden voorheen de kleine
boeren als half-zelfstandigen beschouwd
dus niet gesteund, doch wel kwamen
voor werkverschaffing in aanmerking. Ook
hier kwam door de grensverlegging
schen de beide groepen een andere situatie
en kwamen meerderen binnen de steun-
verleening.
De conclusie, ook na 10 maanden erva
ring is. dat de grens van 4 gulden voor het
geheele land niet onjuist moet worden be
schouwd.
Algemeene moeilijkheden ontstonden over
de af te trekken nevenverdiensten van ge
zinsleden, waarvan door het Rijk vooi
werklooze arbeiders 2 tot 4 gulden niet be
hoefde gerekend te worden, doch voor de
boertjes moest alles afgetrokken worden.
Dit werd echter later zoo gewijzigd, dat de
kleine boeren geheel gelijk behandeld wer
den met werklooze arbeiders.
De ontstane moeilijkheden door verwis
seling in de kleine boerenbedrijven maakte
een regeling dienaangaande noodig. Daarom
werden bepalingen gemaakt voor het stich
ter van nieuwe bedrijfjes, opvolging bij
overlijden, verhuizing binnen en buiten de
gemeente en verandering van bestaande
bedrijven.
Van 733 gemeenten waren per 15 Augs.
1938 alle noodige gegevens binnen gekomen.
Van meerdere gemeenten moesten toen
nog verschillende gegevens binnenkomen
terwijl van 200 gemeenten niets vernomen
Werd.
In deze 733 gemeenten hadden zich op
1 Augs. 1.1. 33.400 kleine grondgebruikers
aangemeld. Hiervan werden 24.646 op hun
eigen bedrijf tewerk gesteld, n.l. 17.601 in
de B-groep en 7.045 in de C-groep.
Gelderland, Noordbrabant, Limburg,
Overijssel. Friesland en Drenthe zijn de
provincies waar de meeste gevallen zich
voor doen.
Voor 1939 is de regeling nog eens nauw
keurig herzien. De voornaamste bepalingen
zijn de volgende:
I. Om aan de' grootere gezinnen eenigszins
tegemoet te komen is thans vastgesteld d e
insledenbijslag te verhoo-
in dien zin, dat voor vier
gezinsleden boven de twee f 0.15
al worden gegeven en voor ieder
ezinslid meer f 0.40. Om echter geen
anverhouding te scheppen tusschen den
steun aan werklooze arbeiders en de ver
goeding aan kleine grondgebruikers werd
een maximumgrens aangenomen van f 10.80
II. Vastgesteld is, dat de vergoeding, voor-
zoover zij ten laste van Economische Zaken
komt, zooveel mogelijk uitsluitend in
natura zal worden verstrekt
Omdat het redelijk is, dat de grootere
bedrijven meer hulp in natura ontvangen
dan de kleinere bedrijven, wordt voorge
steld. dat de vergoeding aan grondgebrui
kers uit de B-groep:
wier bedrijfsinkomsten minder dan f 5
per weck bedragen, voor 20 pet;
b. wier bedrijfsinkomsten f 5.— of meer
doch minder dan f 6 per week bedragen,
voor 50 pet.;
c. wier bedrijfsinkomsten f6 of meer per
veek bedragen, voor 80 pet.;
ten laste van het Departement van Aco-
nomisohe Zaken zal komen, temeer daar
aangenomen moet worden dat de grondge
bruikers uit den onderkant van de B-groep
meer werklooze arbeiders zullen zijn dan
zelfstandige landbouwer, terwijl de grond
gebruikers uit den loop van de B-groep meer
zelfstandig landbouwer dan werklooze ar
beider zullen zijn.
III. Vastgesteld is, dat nieuwe bedrijfjes,
welke overeenkomstig den bedrijfstoestand,
waarin zij op 1 November 1937 verkeerden,
niet voor hulp overeenkomstig de kleine
boerenregeling in aanmerking kwamen, In
1939 in principe niet in de kleine boeren
regeling mogen worden opgenomen, om uit
breiding van het aantal kleine bedrijven
althans niet te bevorderen.
IV. Vastge st e.l d is, d e genen, di e
n den loo'p van het jaar vrijt
ig van bedrijf veranderen, van
rerdere hulp gedurende dat ja
uit te sluiten.
Besloten is de verzilveri.
der bons, die door den Rijkslandibouw-
voorlichtingsdienst aan de betrokkenen wor
den uitgereikt ter verkrijging van de hun
toekomende vergoeding in natura, niet
meer op de gemeenteiecretari
te doen plaats hebben, maar of
wel door den Dienst, ofwel door
de plaatselijke boerenleenban
ken, aangesloten bij een der cen
trales.
Is dit alles zuiver zakelijk, wat het rap
port bevat, gansch einders wordt het, als de
behandeld worden. Hier geeft mej. W.Dron-
kers, landbouwhuishoudkundige bij den
Dienst der Kleine Boerenbedrijven,
beeld, hoe schrijnend de toestand bij de
kleine boertjes wel is.
De vrouw uit het kleine boerenbedrijf
heeft een heel zware taak. Niet alleen de
huishouding doch ook een groot deel
der werkzaamheden komen voor haar
rekening. Daarbij komt de voortdurende
zorg om het bestaan en de geringe mid
delen, waarmede zij moet trachten het
gezin te verzorgen.
Dit alles zou, zooals door
vele vrouwen opgemerkt werd,
niets geven, als ze er danmaar
konden komen maarmetons
harde werken gaat het toch
nog veelal achteruit en moet
er schuld worden gemaakt.
In sommige gevallen wordt wel eens wat
bijverdiend, doch vele gezinnen bleven aan
gewezen op inkomsten uit eigen bedrijf.
Bij het bezoeken van verschillende bedrijf
jes werd meermalen armoede aangetroffen.
Bij oudere woningen van kleine boeren is
Landarbeid door Mai
kervisschers, die vol
gens waterschapsvoor
schrift de slooten om
hun terreinen schoo-
nen. en dit doen in
dezen tijd nu de vis-
scherij zoo goed als
stil ligt.
ZORG VOOR DE TOEKOMST. De Kerstbcomen die over eenige jaren ge
bruikt zullen worden moeten tijdig geplant worden. Dat is het werk van de kwee
kers die altijd jaren vooruit moeten werken. Hier ziet men den kweeker 'n jonge
plant keuren voor dat deze geplant wordt om misschien in 1945. misschien nog
later als Kerstboom te kunnen dienen.
yraagt onze geïllustreerde
Rpi prijscourant
Vermelding dient, dat er bij deze jien-
M schen groote belangstelling bestaat voor de
M mogelijkheid om te sparen voor kleeding,
dekking en schoeisel.
Het rapport bevat enkele overzichten van
de wekelijksche inkomsten en uitgaven en
geeft daarna de gevolgtrekkingen van de
verkregen ervaringen welke mej. Dronkers
als volgt formuleert:
1. De huishoudelijke omstandigheden wor
den ten zeerste beïnvloed door de bedrijfs
omstandigheden.
2. Hoewel dikwijls blijk wordt gegeven
van prijzenswaardig inzicht en verstandig
overleg, toch wordt in vele gevallen een en
ander onnoodig verscherpt en verergerd
door onvoldoende ontwikkeling, kennis en
inzicht. Dit vindt mede zijn oorzaak in het
feit, dat de vrouw op het kleine landbouwbe
drijf niet in de gelegenheid is geweest zich
op huishoudelijk gebied te bekwamen. Door
dat ook zij in haar jeugd na het verlaten
van de lagere school zoo spoedig mogelijk
moest meehelpen de gezinsinkomsten tever-
grooten, bleef er gewoonlijk weinig 'ijd be
schikbaar voor het bezoeken van scholen of
cursussen. Ook waren de kosten daaraan
verbonden in vele gevallen een onoverko-
menlijk bezwaar.
3. Daar vooral in de meest behoeftige
zinnen de zelfvoorziening ten ongunste is
gewijzigd, is het niet denkbeeldig, dat een
en ander op den duur ernstige gevolgen met
zich brengt.
4. Over het algemeen bestaat er ln meer
of mindere mate behoefte aan aanvulling
in kleeding, dekking en schoeisel.
5. De moeilijke financieele omstandighe
den laten het veelal niet toe, bepaalde voor
zieningen te treffen inzake geval van ziekte,
fondsen, overlijden, invaliditeit, ouderdom
enz.
Als middelen om tot verbetering van deze
wantoestanden te komen worden aangepre
zen:
Het economisch meer rendabel maken der
bedrijfjes, waartoe de thans ingestelde steun
regeling kan dienen, hoewel deze thans nog
aangewend wordt ten behoeve van het ge-
zinsonderhoud.
In de tweede plaats zal het goed zijn dat
door landbouwhuishoudonderwijs, door cur
sussen en door individueele voorlichting het
economisch beleid bevorderd wordt. Ook de
zelfvoorzriening moet verbeterd worden, wat
kan door voorlichting, door het ver
strekken van extra-bigge
ken.
Inderdaad is de nood groot Grooter dan
menigeen wel vermoedt De steun die reeds
verleend wordt heeft al goede uitwerking ge
had. Doch er moet nog meer gedaan worden.
Dit rapport kan hierbij een goede leidraad
zijn.
het dikwijls duidelijk waarneembaar, dat
geregeld onderhoud is achterwege gebleven.
Dit verraadt meermalen den algemeenen
achteruitgang. De beschikbare woonruimte
is veelal te klein. Algemeen wordt vooral in
de groote gezinnen gesproken over de be-
hoerfte aan uitbreiding van de slaapgelegen
heid.
De watervoorziening is in vele gevallen
primitief en onvoldoende. Voor den vuilaf
voer en verwijdering geldt het zelfde. U p
hygiënisch gebied valt er nog
veel verbetering te brengen.
In het algemeen wordt er in de laatste
jaren door de kleine boeren minder ge
slacht of wordt het slaohten nagelaten. Men
is nog zuiniger geworden ten aanzien van
de producten welke ten gelde gemaakt kun
nen worden, zooals melk, eieren en natuur
boter. Het behoeft geen betoog, dat een en
ander na verloop van tijd wel ernstige ge
volgen na zich kan slee pen. In die gezinnen
waar niet is geslacht, is meestal dö toestand
van dien aard. dat er voor het lcoopen van
spek en vet zeer beperkte middelen aanwe
zig zijn, zoodat het gebruik van deze levens
middelen in die gezinnen wel zeer gering is.
De voeding is quantitatief waarschijnlijk
in alle gevallen wel voldoende te achten,
qualitatief is zij zeer zeker achteruit gegaan.
Zoo is het gebruik om den broodmaaltijd
van 's avonds te vervangen door een aard
appelmaaltijd toegenomen. Meermalen
rden gezinnen aangetroffen,
arop enkele dagenvan de week
drie maal daags een aardappel-
ma alt ij d wordt gebruikt.
In tegenstelling met de commissie,
die dit „eenerzijds toejuicht, omdat de
aardappel een zeer belangrijk volks-
voedsel is", achten wij dit een groot ge
vaar voor de gezondheidstoestand der
betrokkenen. Wij hebben van zeer
nabij de gevolgen van zoo'n
eenzijdige volksvoeding ge
zien en hebben deernis met de
kinderen, die bij deze voeding
moeten opgroeien. (Red.).
Door een der artsen uit N. O.-Overijsel
werd met groote stelligheid verklaard, dat
in zijn praktijk sinds enkele jaren ver
schijnselen van ondervoeding
worden geconstateerd bij kinderen uit de
minst welgestelde bevolkingsgroep van het
platteland, dus voornamelijk kleinen boer
en landarbeider. Een en ander moest naar
zijn meening worden toegeschreven aan het
niet of niet voldoende slachten en het afge
nomen verbruik van boter eieren, enz. Deze
arts was van meening, dat deze bevindingen
niet alleen geldend waren voor d:t bepaalde
gebied van Overijsel, maar ook voor alle
overeenkomende gebieden van het Neder-
landsche platteland.
Hoewel het zeer toe te juichen zou zijn,
Indien deze gezinnen in de gelegenheid wer
den gesteld weer te slachten zou dit nog niet
die verbetering in de voeding brengen, wel
ke wenschelijk zou zijn, aldus het rapport.
Van veel meerbelang moet wor
den geacht een rui me r verbr
van melk en melkproducten; hier
d oor zou d e k wa 1 iteit van de voe
ding aanmerkelijk kunnei
den verbeterd. Het zal moeilijk zijn
deze overtuiging bij te brengen, daar men
juist deze producten te gelde maakt
Kleeding ls er onvoldoende
Wat Öe Weeding betreft, wordt algemeen
opgemerkt dat alleen de meest noodzakelijke
aanvulling wordt gekocht of dat iedere aan
vulling achterwege moet blijven. In een gezin
vertelde de vrouw zelf als bovenkleeding te
bezitten een rok en een jumper. In de week
werden deze gedragen aan den verkeerden
kant en 's Zondags aan den goeden kant.
Niet zelden moeten kleeren van kinderen op
het eind van de week gewasschen worden
daar men hen anders niet „netjes naar kerk
en school kan sturen". Op waschbeurten
wordt bezuinigd in verband met slijtage. In
zeer behoeftige gezinnen worden kinderen
uit school of kerk gehouden wegens slijtage
van kleeding. Als reden van verzuim wordt
opgegeven: ziekte. Vrij algemeen komt
oor datmenmeel- en kippenvoer
zakjes gebruikt voor onderkleer-
tj es. Ook verzuimt men naar het consulta
tiebureau te gaan daar men zich 9chaamt
voor de kleertjes van de baby.
Dit zijn geen opmerkingen over een be
paalde streek, doch geregeld doet men dezo
ervaringen op,
Er zijn zeer veel gezinnen waar de behoef
te aan vernieuwing van kleeding in zeer
ernstige mate wordt gevoeld. Het dwingt
vaak groote bewondering af te zien hoe ge
tracht wordt van oude stukken weer draag-
nare kleeding te maken.
Dekking Is meestal versleten
Hoewel er gevallen voorkomen, waar de
dekking nog goed of matig is, zijn er zeer
veel gevallen waar deze slecht en zeer sleoht
is te noemen. In gezinnen, waar men zulk»
geheel niet zou vermoeden, treft men het
beddegoed in zeer versleten toestand
Men tracht zich zooveel mogelijk te helpen
met wat men nog heeft en gebruikt a'
vullende dekking jassen'
andere kleedingstukken, aan el-
ar genaaide zakken of zakk
vuldmet een dunne laaghaver-
kaf. Ook worden de kinderen gedurende de
wintermaanden wel bij elkaar in bed gelegd.
Men weigert meermalen de slaapgelegen
heid te laten zien wegens te groote slijtage
van het beddegoed. Hoezeer de kleine boer
zijn aimoe dikwijls nog verbergt werd ln
den volgenden zin treffend geteekend:
In een gezin had de vrouw van Jude
witte katoenen lappen uog nette stapel
tjes gemaakt in de linnenkast, zoodat
als zij de kast in het bijzijn van anderen
moest openen er toch vooral geen leege
planken zouden te voorschijn komen.
Er is dus groote behoefte aan aanvulling
en vernieuwing.
De kleine zelfstandigen trachten zoo lang
mogelijk zich zelf te redden. De verstrekking
door het Nationaal Crisis-Comité kwam zei
den ten gunste van den kleinen boer. Men
vermoedde niet de bittere ellende en armoe
de, die déér heerschte.
Ontvangen geschriften
Herwig's practische tuinecyclopedie
Arnhem van Loghum Slaterus' Uitgevers*
maatschappij N.V.
Van deze inderdaad practische encyclope
die die uit twaalf afleveringen zal bestaan
'erscheen dezer dagen de zevende, die van'
"ondsdraf tot Kwispelgerst be
handelt. Maar dan ook van alles behandelt.
Zooals de opzet van deze encyclopedie nu
eenmaal is en wat strikt doorgevoerd wordt.
Zoo vindt men b.v in deze aflevering jeni
korte duidelijke verhandeling over hoog-!
ontstaan, wezen, ontginning enz.
Daarnaast lezen we uitvoerig over de palm*
soort H o w e a. Iets verder over huid-
mondjes, over de indeeling van het
1 a n t e n r ij k, over kalibemesting en
alkplanten, over kleur in den
uin en over kuiptorren, over knol*
t en over de kwets. En over vele hon
derden andere onderwerpen.
Een kostelijk bezit zoo'n encyclopedie
voor ieder die van het plantenrijk in zijü
uitgebreiden vorm houdt.
Van zaad tot suiker, no. 7. Gratis uitgave
van de Afd. Publiciteit van de Kon. Beetwor-
telzaad Cultuur Kuhn en Co. BloemendaaL
Het zevende nummer van het lezenswaard
tijdschrift Van zaad tot suiker bevat weer
aantal goede artikelen. Reeds het eerste
artikel slaat dadelijk in. Het tweede bevat
aan de hand van cijfers 't bewijs van een reeds
eerder uitgesproken bewering, dat in ons
land de suikeropbrengst per ha stijgende is;
reeds kwam men in de laatste 10 jaren to<
gemiddeld 6461 kg per ha, terwijl het gemid
delde van 1908 t.m. 1917 5058 kg per ha was.
Ook de verdere artikelen bevatten vele we*
tenswaardigheden. Men vrage geregelde toe
zending van dit Tijdschrift aan.
Prijscouranten
Ze zijn reeds weer verschenen, de voor
boden van een nieuw groeiseizoen. Dat zijn
de prijscouranten van de zaadhandelaren.
De eerste die we ontvingen was wel een
heel goede bekende n.l. die van Turken
burg te Bodegraven.
Reeds de fraaie gekleurde omslag, anjers
in him schoon en vorm en kleuren afbeel
dend, doet je goed aan. Ook de vele
illustraties, die je bij het doorbladeren op
merkt zijn mooi.
Maar hoofdzaak is natuurlijk het aange
bodene.
Daarvoor staat de naam Turken buig borg.
Zaad koopen is steeds een zaak van ver
trouwen en op Turkenburg kan men ver
trouwen. Dat bewezen de tientallen jaren,
dat deze firma het Neóerlandsch publiek
bediende.
De beschrijving der verschillende gewas
sen van het aangeboden zaad is duidelijk.
De verschillende wenken bij het zaaien zijn
practisch.
De tweede prijscourant, waarop we
speciaal de aandacht vestigen, is die van
Gebr. van Namen te Dordrecht. Ook een
oude getrouwe, die velen van jaren terug al
kennen.
Het aangebodene is ook hier de hoofd
zaak en ieder, die van Namens zaden ge
bruikte weet, wat een moeite deze firma
doet om het beste van het beste te leveren
en daarbij het veeleisdhend pulbliek in alle
opzichten terwille te zijn.
De prijscourant die er met de vele af
beeldingen tusschen den tekst prettig uit-
groote vert
goed aan.
Verder ontvingen we nog de prijscouran
ten van W. de Zeeuw J.Gz. te Baren
dreoht en die van A. W u 1 f s e te Zwijn
drecht. Beide ook bekende zaadfirma's.
Herwigs Buitenlevenkalender
Reeds enkele jaren is de Buitenleven
kalender een vaste, jaarlijks afwisselende,
wandversiering voor onze huiskamer en
voor die van vele anderen.
Ook voor 1939 verscheen deze weer. Ge
lukkig, want we zouden niet graag de plaats
voor deze kalender ingeruimd, leeg laten.
Men is zoo gewend elke week weer een
andere foto, op het plantenleven betrekking
hebbende, te zien.
Voor 1939 verschijnt deze kalender van
Herwig in drie verschillende uitvoeringen
als weekkalender zonder schild, als
weekkalender met schild, beide op kunst
drukpapier en als 14-daagsche briefkaarten
kalender op zwaar kunstdrukkarton. Aan de
achterzijde van elk blad vindt men nuttige
wenken juist op den tijd, dat ze waarde
hebben.
Een uitermate fraaie en praktisch
kalender.
De verbouw van Korrelmais in Nederland.
x>r Ir. P. G. Me ij er s.
De Mededeelingen van het Landbouw
kundig Bureau Staatsmijnen in Limburg
en N.V. „Mekog". waarvan de administratie
's te Heerlen, bevat ditmaal weer een uit
voerige verhandeling over den verbouw van'
korrelmais ie Nederland. Reeds eerder ver-
scheen deze verhandeling doch ir. Meijers
heeft deze tweede uitgave geheel gebracht
op de hoogte van nen tijd en bijgewerkt en
omgewerkt naar de laatste verkregen ge
gevens.
Zoo bevat deze laatste uitgave een aantal
gegevens van het proefveld te Noordlaren
in 1937.
Ook het gedeelte over de standruimte is
gewijzigd. Bijgevoegd zijn analyses van in
Nederland verbouwde mais.
Men vrage deze uitvoerige verhandeling
over maisverbouw aan bij het Landbouw
kundig Bureau der Staatsmijnen te Heer
len. Ze is gratis verkrijgbaar.
De SIHI-POMP is de
aangewezen pomp
voor Land- en Tuin
bouwbedrijven.
voor den verkoop van onze
TUIN-, BLOEM-
LANDBOUWZADEN
FA-GEBR. OUD IJK - WADDINXVEEN
D.VAN DEN BOSCH
Telefoon 28 NAALDWIJK
Tuinbouw gereedschappen
KASSENBOUW IN IJZER
VERWARMING - WATERLEIDING j
STALEN WAGENS en BURRIES
AARDAPPELKWEEKBEDRIJF
T.h. G. VEENHUIZEN
SAPPEMEER - Telef. 248
Biedt aan VEBSCHE SOORTEN
P O O T AARDAPPELEN
van Klei- en Veenkoloniale grond.
VRAAGT PRIJSLIJST
RAAMLIJSTEN
SYSTEEM „NYHOP-
5 punten waar het om gaat:
Speciale ruitenhouder.
Stalen hoeken.
- Koperen nagels.
Langere levensduur.
Goedkooper in 't gebruik.
Wie ze gebruikt, bestelt na, Vraagt vfifc
blijvend inlichtingen.
J. BAK, H. BAK DE JONG
HENDRIK-IDO-AMBACHT Telef. 8
Ook alle andere soorten van raam.
lysten. Tninderglas, L.O.B. en kasgla»
salpeterstikstof
KALKSALPETER
15,5 stikstof
Y2 salpeter-, y2 ammoniakstikstof
20,5 stikstof
ammoniakstikstof
20,6 stikstof
!n«l?nï!l?!ifJÏ/!VïlïIlIM. °VM meststoffen worden op aanvrage gratis verstrekt door het
LANDBOUWKUNDIG BUREAU VAN DE STAATSMIJNEN IN LIMBURG en N.V. MEKOG te HEERLEN