MARIA II STUART Bewerkte Kinderschorten ÜITGAVE DER VTJF SAMENWERKENDE CHRTSTEI.TJKE DAGBLADEN 5—lO DECEMBER 1938 Een aangrijpend'tnoeilffkê keuze Tegen haar eigen vader, maar vóór den Heere Jezus WIJ schrijven thans 1938, een jaar van dankbaar gedenken van wat ons in de historie gewerd. Het is vooral bij twee plechtige gebeurtenissen uit vroeger eeuw, dat onze aandacht in deze weken wordt bepaald; en in beide gebeurtenissen speelt de verhouding tusschen Engeland en ons land een rol van beteekenis. In 1813 immers stak de latere Koning Willem I over naar het van de Franschen bevrijde Nederland. Doch in 1688 maakte Prins Wil lem III een reis in omgekeerde richting om het eilandenrijk te bevrijden van een har-' den vorst. Bij deze laatste gebeurtenis zullen we in gedachten even verwijlen, omdat in deze historie een voorbeeld tot ons spreekt van groote opoffering. De echtgenoote van Prins Willem III, Prinses Maria II Stuart toch, won een kroon, doch verloor haar vader. Zij werd geplaatst voor een zeer zware keuze. Moest zij toegeven aan Jacobus II in zijn onverdraagzaam optreden, Jacobus II, wiens dochter zij was, öf moest zij ge hoor geven aan de stem van haar hart, die haar zeide te kiezen voor den Heere Jezus? Zij deed het laatste. Jacobus II, Koning van Engeland, verborg zijn wensch om zijn gebied het Roomsch- Katholieke geloof op te dringen geenszins. Moeilijk waren de tijden voor zijn onder danen, maar zonder hoop waren ze niet. Was des Konings dochter, Maria II, gehuwd met Stadhouder Willem III van Holland, niet Protestantsch? En zou zij niet haar vader in Engeland opvolgen? Een wreede ontgoocheling scheen te volgen. Plotseling verspreidde zich de mare door het land, dat Jacobus II een zoon had ge kregen, en deze zou hem opvolgen. Vreemde geruchten deden de ronde. Men repte van „bedrog" cn van eén „ondergeschoven- kind". De jongste dochter van Jacobusschreef aan haar zuster in Holland: ....„de mogelijk heid blijft open, dat het een kind des Ko nings is, maar op één, die het gelooft, vindt men er duizend, die het niet gelooven". Jacobus, in het bezit van een mannelijken erfgenaam, stond op het toppunt van zijn macht. Engeland kon nu voorgoed Roomsch worden. De zaak van het Protestantisme dreigde verloren te gaan. Het was op dit tijdstip, dat het Engelsche volk riep om Willem van Oranje, den ge maal van Maria. Het zou hem altijd dank baar zijn, zoo hij aan het hoofd van een sterke legerbende naar Engeland wilde oversteken om voor het Calvinisme en Pro testantisme te strijden. De Prins, die onmiddellijk den diepen ernst van de gebeurtenissen peilde, begreep het: „Nu of nooit". „Niets dan de zorg voor den godsdienst voert mij naar Engeland", zoo sprak hij tot zijn gemalin. Wat moet er in die dagen door de ziel van deze jonge vrouw gegaan zijn. Haar man moest gaan strijden tegen haar vader. En de strijd zou misschien wreed worden. Haar hart kromp ineen bij de gedachte, dat zij afscheid van haar echtgenoot moest nemen, nu hij een onzekere toekomst tegemoet ging. Hun verhouding was juist innig ge worden. nadat de Prins jarenlang zijn lief tallige. zeer jonge vrouw (zij was pas 14 jaar, toen hij haar huwde) koel bejegend had. Door een kleinigheid, juist in verband staande met Engeland, was hierin verande- rng gekomen. De hofgeestelijke Burnet vroeg haar, nog vóór er iets over een toe- komstigen zoon van Jacobus II bekend was: „Mevrouw, als U nu eens Koningin van En geland wordt, hoe zal dan Uw verhouding tot Uw gemaal zijn? Zal hij Uw eerste on derdaan wezen?" Toen Maria, die hierover nooit had nagedacht, op deze vraag inging en hoorde, hoe zij wettelijk boven haar man zou staan in dat geval, moet zij schreiend geantwoord hebben: „Neen, nooit zou ik willen, dat Willem onder mij zou staan". En in een kort daarop plaats hebbend ge sprek met den Prins, had zij hem beloofd, dat hij altijd zou regeeren, dat zij hem steeds zou gehoorzamen, en smeekend had zij hem toen gevraagd, of hij het gebod wil de gehoorzamen: „Gij man, hebt uwe eigene vrouw lief". Sedert dien was een hechte, innige liefde ontstaan en heerschte er een volkomen ver trouwen tusschen de beide vorstelijke per sonen. Willem stond dus nu op 't punt. naar En geland over te steken, en ontroerd sprak hij: „Misschien ligt het in Gods bedoeling, dat Ge mij nooit weerziet, Maria". Nadat de Prinses haar gemaal uitgeleide had gedaan tot Den Briel, schreef zij in haar dagboek dat eerst veel later is ge vonden „In onuitsprekelijke droefheid kwam ik in Den Haag terug, en zonder de ondersteuning des Heeren was ik bezwe ken". Dat haar offer gebracht werd voor de verdrukte Kerk van Christus bemoedig de de eenzame vrouw, maar toch smartte het haar diep. dat het juist haar vader was, die Gods kinderen vervolgde en dat zij mee moest doen in den strijd tegen hem, dien zij kinderlijken eerbied verschuldigd was en liefde toedroeg. In 1687 nog had zij aan Jacobus geschreven: „Ik hoop, dat het ver schil in godsdienst nooit zoo groot zal we zen, dat ik mij een zoo ongelukkig kind zal moeten rekenen, hetwelk de gebeden en de zegeningen van zijn vader moet missen". Bittere tranen heeft het Maria gekost, in dezen eenswillend te zijn met haar Hemel- schen Vader, en een diepen zin kreeg voor haar het Bijbelwoord: „Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig". De tocht van Prins Willem slaagde volko men, en weldra werd ook Maria in Enge land verwacht. Met groote weemoed ver liet zij het haar zoo dierbaar geworden Holland. Nu kwam voor de teerhartige, jonge vrouw het oogenblik, waarop zij het paleis van haar gevluchten vader,- dat zij 11 jaar geleden had verlaten om oen Hol- landschen Prins te volgen, als Koningin moest gaan bewonen. Hoe moeilijk was haar positie! Toonde zij een bedroefd gelaat, zoo zou men kunnen denken, dat zij afkeurde hetgeen haar gemaal naar plicht en gewe ten deed. En zij waS immers één met hem in den strijd voor geloofsvrijheid! Zij hield zich flink en deed opgewekt. Onmiddellijk waren er menschen, die aanmerking op deze houding maakten. Het was, zoo zeiden ze, toch ongepast, vroolijk te zijn onder deze omstandigheden, waar het toch haar vader was, die uit deze vertrekken was verdre- Maar door één zinnetje uit het dagboek .van de Vorstin weten we voldoende, hoe- I veel zelfbeheersching dit kostte: „Ik open de mijn hart aan niemand", zoo schrijft zij," „en ik dwong mij voor ieders oogen behal ve die van den Prins, zoo opgeruimd en tevreden te schijnen, als mij maar mogelijk was". i.Helïtas", klaagde de Koningin over alle miskenning en verdachtmaking, die haar aanvankelijk ten deel viel, „weinig kennen zij mij, die mij daaraan schuldig wanen, alsóf ik trots of welbehagen hebben zou in mijn nieuwe waardigheid als Koningin. Ik was alleen voor een regentschap geweest, en begeerde niets anders. Ik was altijd bang geweest, Koningin te worden, want ik meende, dat mijn positie veel aangenamer was. En inderdaad heb ik mij daarin niet bedrogen.... God kent mijn hart, ik be tuig, dat al wat ik zeg, de waarheid is, ik heb meer moeite gehad, mijzelve zoo ver te brengen, dat ik deze zoo benijde waardig heid dragen kon, dan ik gehad zou hebben om tot den laagsten stand ter wereld te worden teruggebracht." ,ONRADS 'groote markt 8 rotterdam HANDWERK-BENOODIGDHEDEN Houdt Uw kinderen altijd bezig! Vroeg gewend, oud gedaan Zoolang baby nog rustig in zijn wiegje ligt, en het zien naar zijn handjes en het spelen met zijn teentjes nog zijn volle belangstel ling hebben, kan moeder rustig haar huise lijke bezigheden uitvoeren. Naarmate het kleintje grooter wordt, begint te kruipen, zich tracht op te richen en al lengs pogingen waagt om de eerste schreden te doen, vraagt het veel meer van moeders aandacht en wordt het menigmaal een „han- denbindertje" genoemd. Overal komt 't aan en dan tracht het juist datgene op den grond te gooien, dat er het minst tegen bestand is! Kletterend valt het kopje, dat hij van de theetafel nam, uit zijn kleine handjes. Twee groote tranen en een pruilmondje bewijzen hoezeer baby geschrokken is en moeders be schermende armen kunnen hem slechts troosten. Naarmate een kindje ouder en zelfstandiger wordt zal het steeds om en bij moeder zijn, loopt haar als een hondje na en begint al lerlei vragen te stellen, die hij gaarne be antwoord ziet. Moeders, die het zeer volhandig hebben en aan vaste uren gebonden zijn, zullen liever ongestoord doorgaan met haar werkzaam heden. Het haastige antwoord op kindervragen is dan veelal: „Moeder heeft geen tijd, je moet lief gaan spelen met je speelgoed". Waarom wordt de kleine echter niet betrok ken in het werk en geeft moeder hem haar ook geen stofdoekje of kwastje, om op kindermanier mee te werken? Kinderen van een jaar of vier kunnen trouwens reeds allerlei kleinigheden mee doen, meenen ernst dat zij zich verdienstelijk maken en dit geloof moet hun niet ontnomen worden. Met boodschappen doen gaat het evenzoo en kinderen vinden het heel gewichtig om met een eigen tasch of mandje naar kruidenier of slager te gaan, houden het papiertje met geld, waarop tevens de boodschappen ge schreven staan, krampachtig in de hand! Leer den kinderen, hun handen te gebruiken! Wanneer moeder de bedden opmaakt moet de kleine meid haar poppenwieg of bed in orde brengen en heel gelukkig zal zij zijn, wanneer het waschdag is en zij het goed van de poppenkinderen kan wasschen. Groo.tere kinderen moeten zich. een taak opgedragen zien, zoowel jongens als meis jes helpen om beurten met schoenen poetsen tafel dekken en kopjes wasschen, afdrogen, /enz. .Schoolgaande hinderen moeten voor zij v/eggaan hun bed afhalen, niet nü en dan, doch regelmatig en de grootere zusjes en broertjes moeten de kleinere hiermede hei- Ongetwijfeld vereischt het van de zijde der moeder geduld om de kinderen verschillen de huiselijke bezigheden te laten doen, waar mede ze zelf veel gauwer gereed komt. Uit paedagogisch oogpunt is het echter ge- wenscht, omdat de kinderen niet alleen geen tijd hebben zich te vervelen, doch tevens hun handen leeren gebruiken, en in hun latere leven weten aan te pakken, waar zulks noodig zal blijken. Herhaaldelijk kan men waarnemen, dat de kinderen die in alles zijn ontzien, onpractisch en onhandig zijn en zich veel moeilijker uit lastige situa tes weten te redden. Doelmatige verlichting het halve werk Wanneer men eenigen tijd in een huis woont leert men naast de vele goede dingen ook de gebreken kennen en hierin verbetering te brengen zal in vele gevallen mogelijk zijn. Weliswaar zal men niet steeds onmiddellijk uitvoering aan zijn plannen kunnen geven, doch door verstandig overleg en zuinigheid zal men het gewenschte doel bereiken. Een euvel, dat in vele wonin gen voorkomt, zijn de op wei nig doelmatige wijze geplaat ste lichtpunten, doch niet minder de verkeerd gekozen lampen. Het probleem der verlichting is van veel meer beteekenis dan men oppervlakkig meent, en heel vaak wordt hiertegen uit verkeerde zuinigheids- overwegingen tegen gezon digd. De lamp in de huiska mer moet niet te hoog boven de tafel hangen en mag even min te laag geplaatst zijn, wil men voldoende licht hebben om te werken. Sommige huisr vrouwen meenen te bezuini gen door gloeilampen van on voldoende sterkte te koopen, doch zien over het hoofd, dat alle mogelijke arbeid, die men verricht, veel meer inspan ning van oogen en zenuwen vereischt, en vroegtijdig slijtage beteekent. Waarom niet in bepaalde gevallen een ad vies aan een vakman gevraagd? Men heeft in den loop der jaren lampen in den handel, gebracht, die zich voor verschil lende doeleinden leenen en zeer zuinig'in het gebruik zijn. Wij noemen o.a. de kleine, handige naaimachinelampjes voor naaima chines en de leeslampjes, die aan het hoofd einde van het ledikant worden bevestigd. Vele keukens worden v/at de inrichting be treft, stiefmoederlijk bedeeld, waardoor strijken en koken zeer bemoeilijkt worden. De pendels, welke in den regel in het mid den hangen, verspreiden schaduwen, waar door men onvoldoende verlichting heeft om te koken en af te wasschen. Zeer billijk in aanschaffing zijn de groote glazen bollen, die met een metalen plaat aan het plafond bevestigd worden en goed licht door de keu ken verspreiden. Strijken met goede ver lichting gaat vlug en netjes en spant niet in. In werkelijkheid bespaart men meer, indien men een lichtpunt teveel dan te weinig heeft, want menige onverlichte zolder of kelder biedt voortdurend gevaar voor on gelukken. Men moet zich vooral ook bij het verlichtingsvraagstuk hoeden, dat de zui nigheid de wijsheid1 niet bedriegt. Voor het aardige kinderschortje (links) heeft men noodig 1 M. lichtblauw linnen, 80 c.M. breed en voor het bewer- ken neemt men strengetjes waschechte katoen, bijv, Moulin, die gesplitst kunnen worden. Aan de hand van liet knipóverzicht kan men de schortjes heel gemakkelijk maken, wellicht verdient het aanbeveling het eerst papier te knippen. liet linker schort wordt geknipt volgens de maten fig. I voorstuk, fig. "II riigstuk en fig. Ill helft van voor- en achterstuk; voor het laatste geldt de stippellijn. Naden moeten worden aangeknipt. Eerst wordt de en achterkant ingérimpeld, daarna stikt men de pas et op, stikt de schouders, slaat de geheele buitenomtrek om en haakt 1 losse 1 vas.te met donkerblauw. De bloemen- motieven zijn op ware grootte aangegeven en worden door middel van carbonpapier op de stof overgebracht. Men werkt in drie kleuren, bijv. goudkleur, oranje en donker- Nadat de motieven op de zakken zijn gewerkt, stikt men ook deze op het schort, tenslotte bevestigt men bandjes onder aan de pas om het schortje dicht te stikken. Het tweede schortje is voor meisjes van ongeveer 5 jaar en wordt gemaakt van 50 c.M. batist 80 c.M. breed (fig. IV), De schouder- en strikbanden zijn 3 c.M. breed en 45 lang. De omtrek van het schoftje en aan de zakjes wordt afgebiesd, daarna rijgt men een stramien in het midden op van pl.m. 10 c.M. (3 kruisjes 1 c.M.) en werkt met coton perlé No. 5 volgens het kruissteek patroon. Kleuren! middelblauw, helrood. De zakken worden met het kleinq motiefje bewerkt en daarna opgestikt. Het schortje beneden rechts is aan de rug- zijde gesloten en past meisjes van 910 jaar. Men heeft 1.10 M. batist noodig van 80 c.M De rechte- of de verkeerde kant der stof? Bij vele stoffen is het voor de huisvrouw niet gemakkelijk den rechten en den ver keerden kant te onderscheiden. Wanneer aan huis naait, is het toch beslist nood zakelijk, dat men dit leert, wil men niet de kans beloopen, hét eène deel rechthet ander verkeerd aan elkander te naaien. Wij geven in verband met dit probleem eenige wenken, welke velen van dienst kunnen zijn. Het gemakkelijkst kan men het onder scheid vinden bij bedrukte weefsels, onver schillig of het katoen, piqué, zijden linnen of cretonne is, dat men zich voorstelt te verwerken. De goede kant heeft de sterkste kleuren en een strakke lijn geeft het des- aan. Op den verkeerden kant zijn de motieven minder of zelfs weinig duidelijk r te nemen. Bij geribde, crêpachtige en genopte stoffen ziet men eveneens duidelijk aan het hooger opliggende effect, wat de goede kant is, r deze plastisch werkt. Voor bedrukte geweven stoffen geldt, dat de positieve werking boven komt. Bij zwaardere stoffen kan men den goeden kant herkennen aan de weefselrand. Aan vele weefsels wordt aan den zelfkant of de goede zijde een dikke draad ingenomen, doch zulks is niet altijd het geval. Flanel en alle andere harige weefsels zijn het meest harig aan de verkeerde zijde. Katoen, batist en soortgelijke weefsels heb ben geen recht en verkeerd, tenzij deze laatste kant soms oneffenheden aangeeft, zooals aanhechtingen van weefseldraden ,d. Het komt er bij het verwerken van deze weefsels ook niet op aan welken kant men gebruikt. Damast heeft steeds een mooien gladden bovenkant, terwijl men het bij nadere be schouwing ook herkent aan 't weven van des sins. Bij vele kwaliteiten loopt het trouwens bijna altijd van recht boven naar links Bij nieuwe stoffen, die over een plank ge vouwen in de vakken der winkels liggen, ouw aan den buitenkant, doch bij het afwikkelen heeft men den goeden kant naar binnen; althans in de meeste gevallen. Een der weinige weefsels, waarbij men nimmer behoeft te twijfelen, welke kant „recht" is, is fluweel, doch waarmede men wel reke ning heeft te houden is de vleug. Een warm hapje voor de koffietafel Zonder dat het haar veel moeite kost kan de huisvrouw haar gezin tracteeren op aronipannekoek, die zij volgens onder staand recept kan bereiden. Desgewenscht kan men een klein deel van de opgegeven hoeveelheid kaas door ham vervangen. acaronipannekoek: 150 gr. (li/2 ons) macaroni, liter melk, 2 eieren, 10Ö gram (1 ons) geraspte belegen kaas, peper, zout, nootmuskaat. Kook de macaroni gaar in de melk. Laat ze koud worden en vermeng ze met de eieren, de geraspte kaas (desverkiezend de gehakte ham) en wat peper en zout. Bak van dit mengsel 2 koeken in de koekenpan met boter. Ingekomen boeken en tijdschriften Opvoedingsmoeilijkheden van iederen dag Onder dezen titel heeft Dra Sis Heyster een boek voor moeders en andere opvoedsters het licht doen zien. Een talentvolle psy chologe en paedagoge is hier aan 't woord. Achtereenvolgens worden de baby, de kleu ter en het schoolkind besproken, waarna de overgangsjaren,' de eigenlijke puberteir, aan de beurt komen. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de vrouw. De schrijfster, die zelve Roomsch-Katho- liek, als we ons niet sterk vergissenvoor standster is van een „opvoeding met God", hield met opzet haar beschouwingen strikt neutraal. Vele uitstekende raadgevingen staan er in dit boekje en wij waardeeren het zeer, dat schrijfster zooveel oog heeft voor de schoonheid in de ontwikkeling van het kind. Maar naar onze opvattingen moet de opvoeding-met-God zoo centraal zijn, die hiermede ook gerekend wordt in de opvoe dingsmoeilijkheden van eiken dag. Uitg. N.V. Uitgevers-Mij Kosmos, Amster dam. Voorwoord van Prof. Dr. F. Roels. GUw Jwruisntin xyaoloiojo Breit gij reeds met NEVEDA- WOL? Hebt gij NEVEDA-brei- patronen? Indien niet, gelieve U het onderstaande ingevuld aan ons in te zenden: Aan de N.V. Ned. Wolspinnerij, Heerengr. 483, A'dam (C.). M., U gelieve mij GRATIS toe te zenden een NEVEDA- patroonsbeschrijving voor een: Damesblouse, Deux - Pièces, Heeren-slipover, Meisjesjurkje (doorhalen wat niet verlangd wordt), en den naam van den Neveda-winkelier te mijner I stede op te geven. REFLECTO NIEUW MODERN OLIE-SHAMFOO VERF. 18 perfecte kleuren gemaakt door: Societé KEMOLITE - PARIS direct vervende „llKn.HCTO" shampoo veel gebleekt, vaal of dor haar te kleurenl RKKLECTO kan U al die prachtige kleu- H. MESKETÏ, Tnxiu 198, DEN HAAG GRATIS 'angt men b(j leder fleschje NECTAR ESSENCE drogisten verkrügb. Vraagt s Vaders! Ook U staat waarschijnlijk 's morgens op met een sigaar of pijp aan en gaat er 's avonds mee naar bed....l Och nee. rooken is niet zoo slecht... Maar die gordijnen en die klee- den waar de „rook" in trekt, dat is erger I Doe moeder een plezier, laat een Waldorp stroomlijn ventilator in Uw kamer aanbrengen I Pr.js is slechts f 2fc - Geen rook meer in Uw kamer, nooit benauwde luchtjes. Zendt U van daag nog onderstaande coupon in voor een folder met nadere inlichtingen I Stoom- Wasch- en Strijkinrichting „AURORA" W. SPIERENBURG C.Wzn UTRECHT KONINGSWEG 56 TELEFOON 11165 Postrekening No. 43430 Opgericht 1856 Geheel naar de eischen des tijds ingericht Wascht uitsluitend met nortonwater VRAAGT TARIEVEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 10