VAN en VOOR
SELMA LAGERLOF
HET KIND
en zijn spel
Jongens- of meisjes pull-over
MOLENAAR's
KINDERMEEL
STORM
„MELLONA" en „ADELSHOEVE"
UITGAVE DER VTJF SAMENWERKENDE CHRISTELIJKE DAGBLADEN
31 OCTOBER—5 NOVEMBER 1938
IEDER kind heeft behoefte aan bezigheid
en naarmate zijn natuur levendiger is,
uit zich dit in zijn spel.
Het verbodene prikkelt de kinderlijke fan
tasie en houdt deze bezig totdat het oogen-
blik gunstig is om te experimenteeren. Vaak
wordt de afwezigheid der ouders benut om
iets, waarvoor het kind hevig geïnteres
seerd is, te „onderzoeken". Een medicijn-
fleschje, een doosje lucifers, de naaimachine
of gereedschap hebben reeds geruimen tijd
de aandacht getrokken, zonder dat de moe
der dit bemerkt heeft èn de gelegenheid
om een of ander eens rustig te „probeeren"
heeft menig droevig ongeval veroorzaakt.
Heel wat onschuldige voorwerpjes blijken
in kinderhanden niet op hun plaats te zijn.
We denken slechts aan de knoopjes, stukjes
kleurkrijt en boontjes, die in neus of oor
gestopt worden onder het spelen. Hoe ver
leidelijk zijn glinsterende kralen om in den
mond gestoken te worden! In menig geval
moest medische hulp worden ingeroepen om
erger te voorkomen, waaruit blijkt dat dit
al1 es, waarmede kinderen vaak „zoet"-
gehouden worden, geen speelgoed is.
Zeer veel voorliefde leggen vele kinderen
op een bepaalden leeftijd aan den dag voor
alles wat leven maakt. Zij amuseeren zich
reeds bij het malen van koffie, het slaan
der klok, fluiten van den waterketel; en
het aangenaamst vinden zy het om zelf
lawaai te maken. Een typische uiting hier
van is het slaan op een muziekinstrumentje,
het blazen op trompet of fluit, het hooren
van de stem van hun Teddy-beer e.d.
Een afloopende wekker klinkt hun vaak als
muziek in de ooren! Naarmate de kleintjes
echter grooter worden vermindert deze
voorliefde, om zich weer in andere richting
te bewegen. Men kan menigmaal bij kin
deren een groote voorliefde voor dieren
waarnemen, wellicht omdat zij zich tegen-
De Conducteur
Voor den 9 a 10-jarigen leeftijd
5 naalden no. 3 of 2y2 zonder knoppen.
Men begint voor dit model een papieren
grondpatroon te knippen volgens het over
zicht I en II.
I is de romp.
II de mouw.
De cijfers geven de c.M. aan en de vet
gedrukte stippellijn (I) het midden van rug
en voorpand. Men vergelijkt het breiwerk
telkens met grondpatroon en meerdert of
mindert naar gelang zulks vereischt wordt.
Men breit eerst een proeflapje van 20
steken breed (in patroon) en enkele c.M.
hoog. Nu kan men uitrekenen hoeveel
steken op 1 c.M. gaan; nu dit aantal ver
menigvuldigen met 82 en men heeft de
juiste maat voor de opzetsteken.
Dit aantal steken wordt over 4 naalden
verdeeld. (Men breit met 5 naalden). Men
begint de boord te breien over een hoogte
van 7 c.M. 2 recht, 2 averecht, nu verder in
patroon, d.i. 2 toeren recht, 2 toeren 1
r., 3 a. deze 4 toeren worden regelmatig
herhaald, uitgezonderd het wisselen van de
blokjes (zie werkproef).
Vanaf het begin split en mouwen wordt
het werk niet meer in het rond gebreid, doch
in heen- en weergaande toeren. Is deze
pullover voor een jongen, dan zal het split
aan den rechterkant, voor een meisje
aan den linkerkant aangebreid moeten
worden.
Men zet voor dezen overslag 3 steken
extra op. Is men aan den splitkant met
breien, dan worden de laatste 6 steken (en
Moeder helpen
over deze bewust worden van hun intelli
gentie en zich hun meester voelen. Een
bezoek aan den dierentuin houdt de fantasie
van een kind soms maandenlang bezig, het
geen zich uit in zijn spel. Grooten indruk
maakt de olifant met zijn lange slurf, waar
tegenover het kind zich zoo klein gevoelt,
en het bewondert al de uitgevoerde kunstjes
ten zeerste. De beweeglijke apen, die hun
gezichten in allerlei grimassen trekken, vor
men een kapittel op zichzelf, terwijl het
gebrul der wilde dieren hen angstig maakt;
doch thuis gekomen trachten zij hen toch te
imiteeren
Groote vriendschap sluit het kind met de
huisdieren; doch zijn belangstelling gaat
verder uit naar alles wat beweegt, onver
schillig of het een slak of een worm is!
Zeer vaak zullen kinderen de gebareq van
volwassenen nadoen, nadat zij dezen eerst
aandachtig hebben gadegeslagen, hetgeen
vooral geldt voor menschen die een of ander
werk in huis hadden uit te voeren, als tim
merman, verver, smid, e.a. Zij beelden veel
van hetgeen zij gezien hebben in hun spel
uit; en terwijl de jongens gaarne een tram
of een trein maken en conducteur zijn, zul
len meisjes gaarne „winkeltje" spelen. De
schijnbaar meest onbeteekenende dingen,
die kinderen binnen- of buitenshuis zien,
beïnvloeden hun spel, dat een groote be-
teekenis voor hen heeft en hun geest geheel
en al vervult.
Speelgoed, dat de fantasie van kinderen
boeit, zal hen soms uren lang bezig houden;
vooral alles, wat beweegt, heeft hun belang
stelling, als auto's, spoortreinen, booten, enz.
Het poppenmoedertje volgt moeder in alles
na wat de behandeling van baby betreft en
de pop is voor haar iets, dat leeft, dat haar
begrijpt en verstaat en haar volle liefde
heeft. Ook helpt zij moeder graag bij huise
lijke werkjes, zooals stof afnemen, bloemen
water geven, enz. De drang naar weten
brengt er kinderen soms toe een stuk speel
goed, dat bewegen kan, uit elkander te
halen, hetgeen volstrekt niet altijd aan ver
nielzucht toegeschreven behoeft te worden.
weer terug de eerste 6) steeds recht ge
breid, zoodat een ribbel ontstaat. In dezen
overslagkant worden 3 knoopsgaten gebreid
en wel in toer 6, 15 en 24. Hiertoe kant mer
de steken 3, 4 en 5 af en zet deze in der
volgenden toer weer op. Voor het onder-
beleg neemt men aan de achterzijde van
het split (onderaan) zes lusjes op, die nu
als steken meegebreid worden (in ribbel).
Mouw: Onderaan beginnen met 5 c.M.
breede boord 2 recht, 2 av. Steeds meerde
ren tot breedste punt, daarna het afkanten
van den kop over 4 a 5 naalden verdeelen.
Kop niet te hoog maken en vooral niet pun
tig in 't midden laten worden.
Kraag: Gewenschte breedte opzetten en
2 recht, 2 av. breien over een hoogte van
7 c.M. Afkanten.
De knoopsgaten worden om grooter wor
den tegen te gaan met een festonsteek van
wol omgestoken. Zijn de splitranden wat
uitgerekt (niet ieder heeft een mooie, vaste
hand van breien), dan wordt aan den ach
terkant een stukje boorlint in de kleur van
de wol tegengenaaid.
Werk oppersen onder een natten doek,
met niet te heet yzer. Aan elkaar naaien en
knoopen aanzetten.
Welke behandeling is de
beste van het scheelzien
Hoe scheelzien behandeld moet worden en
of zulk een behandeling een goede kans op
succes belooft dat is iets, waarover de
meeningen zeer sterk uiteenloopen. Men
heeft reeds zeer lang geweten dat het ge
bruik van de juiste bril aan scheelzien een
einde maakte. Later was men ook in staat;
om zoo noodig door een kleine operatie aan
het scheelzien een einde te maken. Scheel
zien is niet alleen een schoonheidsgebrek,
doch tevens een belemmering voor het goed
functionneeren van het oog. Daarom moet
een kind naar den oogarts worden gebracht,
zoodra wy opmerken, dat het scheelziet.
Het is onjuist om te wachten, tot het kind
naar school gaat, en op „vanzelf beter wor-
zei de dokier
den" behoeft men niet te rekenen. Is het
een zuigeling, dan zal inderdaad de oogarts
niet dadelijk met zijn behandeling kunnen
beginnen, maar heeft dan tenminste de
gelegenheid om het verloop te volgen en
te grijpen op het oogenblik, dat daarvoor
het meest geschikt is. Praktisch kan men
zeggen, dat dit uiterlijk moet geschieden op
4-jarigen leeftijd, wanneer men nog kans
wil hebben om een operatie te kunnen ver
mijden. Brengt men het kind later naai
den oogarts, dan zal deze wel gedwongen
zijn om te opereeren. Bij kinderen van 3
en 4 jaar krijgen n.l 60 pet. der met een
verband behandelde patiëntjes hun gezichts
vermogen geheel of zoo goed als geheel
terug. De behandeling komt hierop neer,
dat één oog gedurende 1 of 2 weken door
een verband wordt bedekt, daarna het
andere enz. Bij kinderen van 1 a 2 jaar
duurt deze behandeling gemiddeld 1 k 3
maanden, bij kinderen van 4 a 6 jaar 1 a
maanden, bij kinderen van 8 tot 12 jaar
daarentegen 1 a 3 jaar.
Zeer voornaam werkt
de combinatie flu
weel met zilvervos,
zooals deze schets
aangeeft. De mode
brengt gladde, aan
sluitende rokken en
ingehaalde ruimte
aan de bovendeelen p
der tailles. Elegante
hoed met gameering
van struisveeren.
in een inmaakglas
De inmaak onder controle
Wanneer men de gevulde inmaakglazen van
het oogenblik, dat zij in de provisiekast ge
zet worden totdat men ze op een goeden
dag voor de consumptie tracht te gebruiken,
niet regelmatig naziet zullen zij tegen deze
wijze van behandeling protesteeren! Op een
gegeven oogenblik komt men tot de ont
dekking, dat in het gunstigste geval enkele
glazen losgeraakt zijn en de inhoud bedor
ven is. Meermalen zelfs zullen verschillen
de soorten groenten en vruchten onbruik
baar blijken te zijn.
De oorzaak kan geheel verschillend zijn en
allen, die b.v. vruchtensappen in flesschen
hebben ingemaakt zullen de treurige er
varing van explosies wel eens hebben mee
gemaakt. Hoe kan de kurk van een flesch
bessensap met een geweldigen knal de lucht
invliegen!! Zelfs wanneer men al de zorgen
aan de flesschen en hun inhoud heeft ge
geven kunnen er nog verschillende oorza
ken zijn, die tot mislukking leiden, ondanks
goede gummiringen en uiterst goed gerei
nigde glazen. De kwaliteit van het gesteri
liseerde, hetzij dit vruchten dan wel groen
ten zijn, moet uitstekend zijn en tevens zoo
versch mogelijk. Niet alle soorten eigenen
zich voor inmaak, daarom moet men niet
„voor een prikje koopen", doch bij een
handelaar, die instaat voor de waar, die h(J
levert. Van invloed kan ook de bergplaats
der flesschen zijn, die noch te warm, noch
vochtig mag zijn.
Zooals gezegd, de inmaak moet dagelijks
nagezien worden gedurende de eerste
weken en bemerkt men, dat bessensap b.v,
schuim te zien geeft, op de oppervlakte, dan
doet men den inhoud in een gave emaille
pan en verwarmt men het sap heel lang
zaam, voegt er per Liter pl.m. 2y2 ons
suiker bij en vult de goed schoongemaakte
flesschen opnieuw. Vervolgens plaatst men
ze in een groote pan met water, dat men
op 75 graden Celcius verhit en laat de fles
schen ongeveer 5 minuten op deze tempe
ratuur, waarna men de flesschen weer
kurkt en steeds weer controleert.
Men moet bij het inmaken van vruchten en
sappen niet te zuinig zijn met suiker en als
regel houden, dat flesschen, zelfs indien
zich blaasjes vormen aan de oppervlakte,
onmiddellijk over gesteriliseerd moeten
worden. Na deze regenachtigen en kouden
zomer heeft men meer kans op „storm" in
de inmaakglazen, dan wanneer vruchten
zongerijpt zijn. Zoodra men ziet, dat zich
enkele blaasjes vormen op vruchten, dan
voegt men hierbij eveneens suiker en steri
liseert ze eveneens opnieuw.
Wil men zich dus vrijwaren voor schade bij
den inmaak, dan getrooste men zich de
kleine moeite even af te dalen naar de on-
deraardsche gewelven, waar de glazen met
vruchten en groenten zoo keurig in het
gelid plegen te staan, voorzien van etiket
met vermelding van datum van inmaak.
GENEESKRACHTIG - HOESTWEREND BIJENHONING
Zuivere Bijenhoning 0.37 p. pond; 3 ponds potten 1.Emmertjes inhond 9 pond 3.50
alléén emmertjes franco huis.
Fa. K. J. HUIGEN, Raampoortstraat 21, Giro 279760 Telefoon 43664 - ROTTERDAM
Ruwe honing ls een echt natuurproduct, dat sterk maakt en kracht geelt aan Uw
zenuwgestel ln groote mate. Depdt voor LEIDEN en Omstreken: Reformhuis Ligthart,
Terweeweg 84, Oegstgeest, Telefoon 1610; Depöt v. DEN HAAG: Westeinde 194,TeL 336898
GUw -fivnxJ&usn
aüjadolop
HONING
merken met een oude en vertrouwds
populariteit
NIEUWE OOGST
VRAAGT ZE UW WINKELIER
Rondom een groot schrijfster
Haar oude grootmoeder legde den
grondslag voor haar kunstenaarschap
Op 20 November a.s. wordt de vermaarde Zweedsche schrijfster Selma
Lagerlöf, die door haar boeken duizenden aan zich heeft verplicht, 80
jaar. We veronderstellen, dat men het op prijs zal stellen, juist nu iets
meer omtrent deze beroemde vrouw te vernemen, en besloten daarom,
iets uit haar leven te vertellen.
TOEN Selma nog maar drie en een half jaar
oud was, werd zy door een verlamming
getroffen, die maakte, dat ze jaren lang niet
kon loopen.
Sindsdien was het kleine meisje steeds aan haar
ligstoeltje gebonden en bleef het verstoken van
alle gewone kinderspelletjes, waarbij lichaams
beweging te pas komt. Toch verveelde ze zich
nooit, want steeds was haar oude grootmoeder
by haar. Deze lieve, grijze dame bezat de bij
zondere gave, op boeiende wijze sprookjes en
legenden te kunnen vertellen. Eiken dag op
nieuw luisterde het jongste kleindochtertje met
nieuwe spanning naar de zachte innemende
stem, die haar meevoerde naar de wondere too-
verwereld.
Die grootmoeder gaf haar kleinkind een schat
van schoone gedachten mee, welke groo
ten invloed op het latere werk der schrijfster
zouden blijken te zijn.
Een heele slag was voor 't vijfjarig meisje het
verlies van haar lieve vertelster.
„Ik wist, dat er iets weg was uit ons leven. Het
jwas alsof de deur van een mooie tooverwereld
gesloten was, een deur, waar we vroeger zoo
maar in en uit liepen", zoo schrijft ze in een
boek met jeugdherinneringen.
Thuis kreeg het zieke kind haar lessen, en nog
maar nauwelijks kon Selma lezen, of alle tijd,
die overbleef, werd daaraan besteed. En al heel
jong ze was nog slechts acht jaar wist ze,
dat haar liefste wensch was: schrijfster te wor
den.
Een jaar later mocht ze den heelen winter naar
Stockholm, waar ze maanden lang in een inrich
ting voor heilgymnastiek werd behandeld, met
het verbluffend resultaat, dat een bijna geheel
gezond kind, dat slechts nog even trok met het
eene been, naar de ouderlijke hoeve terug
keerde.
't Was een ongekende weelde, nu te kunnen
dwalen door het bekoorlijke land met zijn diepe
meren en donkere bosschen, door die eenzame,
ver afgelegen landstreek, welke toen nog onbe
roerd was door spoorwegen en andere bescha
vingsproducten.
Eens, als vijftienjarig meisje, wandelde Selma
in 't kleine bosch achter den tuin van Marbacka,
Ze naderde den zoom en stond plotseling als
verblind door de lichtzee, die zich over de vel
den om haar uitstrekte. Onder de doorpen,
waar het jonge groen de takken overdekte,
heerschte echter een zonderlinge duisternis, en
zich omwendend, na die zonverlichte vlakte aan
schouwd te hebben, vloeiden haar plotseling
eenige versregels over de lippen:
Det ar sa mor het under lindarna
Sa angstligt stilla i vindarna.
In 't Hollandsch:
Het is zoo somber onder de linden,
De stilte van de lucht jaagt vrees aan.
Dat was een ontdekking, dichten kon ze.
„Stel u voor, opgegroeid te zijn als een bedelaar,
en dat ge dan plotseling verneemt, dat ge een
koningskind zijt".
Aan niemand vertelde ze van haar ontdekking.
Van nu af aan maakte het jonge meisje vele, vele
verzen, en diep in haar leefde de stellige ver
wachting, dat er eens iemand zou komen, die dit
verborgen talent ontdekte.
't Was een paar jaar later, dat Selma als bruids
meisje fungeerde bij het huwelijk van een der
buren. Toen bij die gelegenhéid een van de jon
gelui een toast op rijm uitbracht op de aanwezige
jonge meisjes, werd Selma aangewezen om deze
te beantwoorden. Terstond droeg ze schuchter
een aardig vers voor, waarin de gebeurtenis
sen van dien dag vervlochten waren.
De bekende Zweedsche schrijfster Eva Trycell,
die ook als gast aanwezig was, knoopte, door dit
gedicht opmerkzaam gemaakt, een gesprek met
het bruidsmeisje aan. Het slot was, dat Selma
een groot aantal van haar beste verzen aan de
schrijfster zou toezenden, welke laatste dan
moeite zou doen, ze in 't een of ander tijdschrift
geplaatst te krijgen.
Overgelukkig was Selma, en luchtkasteelen bouw
de haar geest. Maar bitter was de teleurstelling,
toen na maanden van wachten de post haar een
dikken brief tfracht, waarin alle gedichten wer
den terug gezonden. Geen enkele uitgever had ze
willen opnemen. Echter schreef Eva Trycell er
by, dat Selma de hoop nog niet moest opgeven,
maar dat het in de eenzaamheid opgegroeide
meisje eens weg moest uit dat liefelijke hoekje
Selma Lagerlöf
van Wermeland, want kennis, levenservaring en
geestelijke scholing ontbraken haar nog.
Die raad werd niet in den wind geslagen,
't Volgende jaar zag haar op een meisjesschool
in Stockholm, waar de voorbereiding voor het
toelatingsexamen tot de Hoegere Normaalschool
allen tijd in beslag nam.
De studie lokte haar, en toen 't examen achter
den rug was, volgde een driejarige cursus om 't
onderwijzeresdiploma te halen.
Toen Selma eens na afloop van een literatuurles
naar huis wandelde, het besprokene overdenkend,
het waren de werken der dichters Bellmann
en Runeberg dook plotseling bij haar de ge
dachte op, dat zij zelf minstens even goede stof
om te verwerken had als deze dichters.
Ze dacht namelijk aan den tijd, dat zij als kind
met open ooren en gloeiende wangen had zitten
luisteren naar de verhalen van die arme officie
ren, die in oude rammelende koetsen, bespannen
met stokoude paarden, stilhielden voor de stoep
van Marbacka, en daar in een kring om het
haardvuur gezeten aan de familie Lagerlöf hun
onstuimige avonturen vertelden. Het waren de
kavaliers, dat eigenaardige type van menschen,
dat wij in Holland niet kennen. Het waren oud-
militairen, die, wanneer twee landen in ooüog
waren, de bevriende natie gingen helpen. En daar
er in dien ouden tijd zoo menigmaal oorlogen weer
den gevoerd, trokken zij als 't ware van tien
eenen oorlog in den andere. Wanneer 't dan ein
delijk weer eens vrede was, kwamen zij thuis,
die avonturiers, arm en berooid, maar rijk aan
daden.
Dien middag in Stockholm werd de kiem gelegd
voor de later wereldbenoemd geworden roman
Gösta Berling. Echter, nog lang zou het duren eer
't boek verscheen. Tijd en rust tot concentratie
ontbraken. Want zoodra Selma Lagerlöf haar on
derwijzeres-examen had afgelegd, volgde een be
noeming aan een meisjesschool met 11 klassen.
Een van haar oud-leerlingen heeft in een
Zweedsch tijdschrift verteld, hoe de kinderen
haar zagen. „De leerlingen hielden haar voor een
belangrijk schrijfster, en schreven haar naam in
het leerboek voor literatuurgeschiedenis naast de
beroemdheden op dat gebied. En dit heel alleen
op grond van haar lessen, om al de mooie en
groote ideeën, welke dat bemerkten wij
van haar zelf waren, en die ze ons op zoo boeien
de wijze mededeelde, dat wij soms tijd en school
vergaten, en diep zuchtten van spijt, wanneer de
bel verkondigde, dat het uur om was".
Toch was deze tijd, eerst van leerlinge, later van
onderwijzeres, voor het jonge meisje geen onver
deeld prettige. Diep in zich voelde zij onweer
staanbaar den drang, de stof, in haar kinderjaren
verzameld ,te verwerken. Maar hoe?
Hierover in een volgend artikel