SCMILTE
Met het Evangelie in Spanje
VRIJDAG 28 OCTOBER 1938
D2RDE BLAD PAG. ic
Protestantsche liefde-
arbeid in Madrid
Pastor Fliedner verhaalt over
de oorlogsellende
„Ook al ging ik door een dal van doods-
sehaduw, ik zou geen kwaad vreezen; want
Gij zijt met mij, Uw stok en Uw staf ver
troosten mij.".
Deze eenvoudige en toch zoo geloofskrach-
tige belijdenis van den 23en Psalm aangaan
de de Almacht en Goedheid van onzen Hemel-
schen Vader, reeds door onze kindermond
nagesproken, is een van de vele woorden dei
Heilige Schrift, welke ons lang vertrouwd
waren, maar ons toch hier in Madrid in dezen
boozen tijd in hun gansche diepte, kracht en
heerlijkheid als geheel opnieuw zijn ge
schonken.
Van den langen, eindeloos langen tocht
door het dal des doods, nu reeds in het 3e
oorlogsjaar, weten wij allen hier waarlijk
genoeg te vertellen.
Vrees en verschrikking, ongeluk, zorg en
gebrek omgeven ons dagelijks en ieder uur.
En 't gevoel onzer menschelijke nietigheid,
onmacht en verlorenheid, kleingeloof en ver
twijfeling loert er telkens weer op ons te
overmeesteren. Dit lot deelen wij met allen,
dié als wij dezen zwaren tijd moeten door
leven. Maar wij mogen ook belijden, dat ons
in al deze duisternis 't Licht der hemelsche
vertroosting steeds weer op gaat en dat wij
slechts door de staf der goddelijke hulp da
gelijks nieuwe krachten vinden om getroost
onzen weg verder te gaan. Maar wij weten
ook, en iedere dag toont het ons telkens op
nieuw in 1000 kleine beelden, dat vanouds dit
geloof slechts aan weinigen onder dit volk
eigen was; dat zij de bron van deze troost,
Gods Woord, nauwelijks of in 't geheel niet
kennen en juist onder de tegenwoordige om
standigheden meer dan ooit gevaar loopen,
't weinige, wat zij misschien nog bezaten,
geheel te verliezen. En dit is de eenige, maar
ook volkomen afdoende beweegreden ervoor,
dat wij blijven op de plaats, waar God ons
heeft gesteld, opdat wij Zijn Waarheid zouden
verkondigen.
Voor velen moge dit als vanzelfsprekend
rijn, (en dit is het ook voor ieder, die het
gebod van het christelijk Getuigenis ernstig
neemt), maar het moet toch eens worden
gezegd tegenover de niet weinigen, die in be
dekten of openlijken vorm hun verwonde
ring of misnoegen erover uitspreken, dat wij
blijven in het „roode" Spanje en zoo God wil
nog heel lang en steeds trouwer onze roeping
willen vervullen.
Het is ongetwijfeld juist, dat de omstandig
heden, waarin wij leven, ons menige smar
tende beperking opleggen. Maar 't is niet
minder waar, dat wij van de zijde
der autoriteiten in de uitoefe
ning van onzen godsdienst gee
nerlei belemmeringen ondervin
den, behalve de vanzelfsprekende, welke de
oorlog ook voor alle andere werkzaamheden
meebrengt.
Zondag aan Zondag Evangelie
prediking
Even als vroeger wordt Zondag aan Zondag
op 7 verschillende plaatsen van Madrid (in
Barcelona op 12 plaatsen) het Evangelie ver
kondigd. Alle 14 dagen verschijnt „Espana
Evangelica", 't gemeenschappelijke blad van
alle Evangelische Spanjaarden, natuurlijk
evenals alle andere publicaties onderworpen
aan de censuur; en dagelijks vullen zich onze
scholen (afgezien van het in de oorlogszöne
gelegen „Porvenir") tot op de laatste plaats
met kinderen.
Zooals tot nu toe heeft Gods Barmhartig
heid ons wonderlijk bewaard en geen enkele
'odsdienstoefening en nauwelijks één school
uur behoefde wegens de beschietingen onder
broken of opgegeven te worden.
Van zulk een wonderbare bescherming
mogen we ditmaal een zeer bijzonder getui
genis afleggen.
Den 31sten Mei had er weer eens een
heftige beschieting plaats van Calatrava,
het stadsdeel, waarin de Jezuskerk en
onze oudste volksschool „Esperanza" ge
legen is. Pastor Hans Fliedner ijlde van
zijn dichtbij gelegen woning naar de
school om zijn schoonzoon, den heer
Lindemeier, leider van de school, be
hulpzaam te zijn bij het geruststellen der
kinderen en der snel toestroomende
moeders. Nauwelijks had hij den ingang
van zijn huis verlaten en was hij naar
de gedekte zijde der straat overgestoken
of een zware granaat sloeg in op het
trottoir vlak voor zijn huis, vlak naast de
deur, door welke hij een oogenblik te
voren was naar buiten gekomen.
Een massa granaatsplinters vlogen
fluitend door de lucht; pastor Fliedner
rvierp zich ter aarde en beschermde *t
hoofd met de armen en werd op deze
wijze aan 't schouderblad slechts door
één en aan de beenen door meerdere
splinters getroffen.
Hij achtte eerst de verwondingen on-
beteekenend en dacht, dat hy slecnts
door steensplinters was getroffen.- Maar
bij nauwkeurig onderzoek ontdekte me»j
de granaatsplinters en dank zij de vrien
delijkheid van een arts uit het tot lazare4-
ingerichte Palace-hotel, een vroegere leer
ling van „Porvenir", en dank zij de be
reidwilligheid onzer vrienden van de
Zwitsersche hulpactie, die direct hun
auto stuurden, kon nog dienselfden
middag de gevaarlijke splinter tusschen
ribben en schouderblad worden wegge
nomen.
Den volgenden dag werd hij naar het laza
ret overgebracht, waar hy tot den 7den Juli,
tot zijn volledig herstel, de zorgvuldigste en
vriendelijkste verpleging ondervond. Zelfs
werd hem gedurende den geheelen tijd zijner
behandeling een afzonderlijke kamer ter be
schikking gesteld.
Spoedig werd in het lazaret rondverteld,
dat er zich een Evangelisch pastor bevond.
Telkens sloot hij nieuwe vriendschappen met
de eenvoudige soldaten, een groot aan
tal N. Testamenten kon hy ver-
deelen en later zelfs voor een
bijbelcolporteur toegang tot de
gewonden verwerven.
Het Evangelie aan de „milicianos"
Terwyl wij in Calatrava kerk hielden, deed
hy Zondag aan Zondag hetzelfde in Palace-
hotel, omringd door „milicianos", die op deze
wijze deels voor de eerste maal met Gods
Woord bekend werden.
Zoo werkt Gods verborgen zegen ook in de
dingen, welke cms in het eerste oogenblik
niets dan tegenslag schijnen te brengen.
Den 17en Juli predikte pastor Hans voor 't
eerst weer voor zyn gemeente Vol dank
vreugde vierden wij de bevestiging van
nieuwe gemeenteleden en in aansluiting
daaraan het Heilig Avondmaal.
In „Porvenir" is, zooals gemeld, de kinder
school gesloten; maar toch worden verschil
lende groepen jongelui, in den vorm van pri
vaaturen, verder onderricht. Desondanks
heerscht er leven in huis als nooit in de beste
tyden.
Zooals reeds vroeger Is meegedeeld heb
ben wy einde April '38 een goed deel der
zalen beschikbaar gesteld voor de Zwitser
sche Kinderhulp en voor het Internationaal
Comité voor Spaansche vluchtelingenkinde
ren. Dagelijks hebben er nu spyzlgingen
plaats: ontbijt en avondeten voor de kinderen
en een eenvoudig middageten voor de ouden
van dagen.
Wij begonnen met 100 ouden en nu zyn het
er 400 benevens 600 kinderen, die hier da-
gelyks worden gelaafd en wij verheugen ons
van harte, by dit schoone werk krachtig
handreiking te kunnen doen.
Van 910 uur ontvangen ongeveer 300
kinderen van 613 jaar een voor de
huidige verhoudingen overvloedig ont-
bijt: een groote portie chocoladepap met
een flink stuk droog Zweedsch brood.
Reeds van half 8 's morgens verzamelen
zy zich voor de deur en het kost geen
geringe moeite hen te bewegen tot orde-
lyk en geduldig wachten, daar zy en hun
moeders, door droevige ervaringen op
andere plaatsen wys geworden, vreezen,
dat de lafenis vóór den tyd ten einde zou
kunnen zyn. Terwyi zy in de groote eet
zaal hun ontbyt gebruiken, verschynen
ook reeds de eerste oudjes in den voor
tuin. Velen hunner zyn reeds in alle
vroegte op weg gegaan, want zy komen,
oud en gebrekkig, blind, doof, lam uit de
afgelegenste deelen der stad en zy willen
evenals hun kleinkinderen voor geen geld
ter wereld te laat komen.
Bovendien is voor velen de maaltyd
d e gebeurtenis van den dag, niet zelden
zelfs het eenige eten, 't welk zy geduren
de den ganschen dag ontvangen en waar
aan zy gaarne hun ganschen tyd en
kracht besteden.
Om 11 uur eet de eerste groep, om 12, 2 e:
3 uur, de volgende groepen, elk van 100. Toen
we begonnen, stelden we als laagste leeftyds-
grens 6-0 jaar. Intussóhen is de mare van de
soepkeuken in de geheele stad doorgedrongen
en hebben we dientengevolge noodgedwongen
den leeftydsgrens moeten verhoogen tot 75
jaar; en zelfs zóó kan slechts een deel worden
geholpen van de velen, die zich aanmelden.
Zoo vormen zich op de dagen van de nic
inschry vingen meestal reeds in de morgen
schemering lange menschenqueues voor
gebouw, die geduldig wachten, tot om 11 uur
de deuren van het kleine bureau opengaan.
Het behoort tot de moeilijkste taken, den
ouderdom der aanvragers en aanvraagsters
vast te stellen. Zyzelf hebben meestal slechts
zeer vervaagd begrip van hun aanbal
lentes en betrouwbare documenten zyn zel
den aanwezig.
„Ik ben geboren tydens den Carlistenoor-
log", of: „Toen de Cuba-oorlog uitbrak, was
myn broer 40, en ik ben 5 jaar ouder dan
hy"
Of: „Ik moest dienen toen de koning werd
geboren. En een ander: „Ja, ik weet alleen,
dat ik 2 jaar ouder ben dan myn vrouw".
Een oud vrouwtje, naar haar ouderdom ge
vraagd, antwoordde prompt: „Yo tengo 4
duros y medio" d.i. ik heb 4y2 taler. Geluk
kig viel ons in, dat de oude boeren hun jaren
dikwUls berekenden naar de vroegere munt
eenheid: de „real". Volgens deze berekening
be teek ent een taler (5 peseta's of 20 reales)
evenzoovele jaren en konden we dus vaststel
len, dat het moedertje 90 jaar oud was.
Maar het allerzwaarste is zoove-
len te moeten afwijzen, wien honger
en ellende op het gezioht geschreven staat,
die echter niet voldoen aan de ouderdoms-
grens. Het komt dikwyls tot hartverscheuren
de tooneelen, maar we moeten hard biyven,
niet door den toevloed te worden ver
zwolgen.
De grondslag moet biyven, liever een be
perkt aantal werkeiyk helpen, dan aan zoo-
velen mogeiyk een in den grond zinlooze
aalmoes te geven.
Uit dezelfde overweging beperken we
steeds meer de ontslagen en de nieuwe op
nemingen (op zichzelf geldt de eetkaart
slechts een maand) om van lieverlede een
vaste kern van de allernooddruftigsten te vor
men, die dan duurzaam zullen worden ver
pleegd.
Madrid, Bravo murillo 83,
Th. FLIEDNER Jr., pastor
Giro 54159, Nederl. dienst
BINNENLAND
De gemeentelijke financiën
Vroeger waren er gemeentelijke tolmuren
om de gemeentebesturen aan geld te helpen.
Thans zijn ze bijna ondenkbaar en ze ble
ken onhoudbaar. Maar de gemeenten konden
zonder compensatie de inkomsten, welke zij
uit deze invoerbelemmeringen trokken, on
mogelijk missen; aldus de Vrij a—Demo-
In 1865 schreef de wetgever in de ge
meentewet: Belastingen op voorwerpen
van verbruik worden niet geheven. Maar
daarnaast bepaalde hij, dat de gemeenten
zouden kunnen beschikken over 4/5 ge
deelte van de opbrengst der rijksperso-
neele belasting.
Kan mon zich indenken, dat niet alle
gemeenten over dat 4/5 gedeelte beschik
ten? Toch was het zoo. Maar geleidelijk
gingen alle gemeenten er toe over. De
laatste onbaatzuchtige was de Noordhol-
landsche gemeente Warmenhuizen, dezelf
de, die nu zwaar noodlijdend is en die on
langs in haar knechtschap zich door hon
ger gezag gfdwongen zag, haar gasbedrijf
aan een andere gemeente te verkoopen, op
straffe bij niet-vol doening aan de haar ge
dane aanmaning van verlies van bijdrage
uit 's rijks kas als noodlijdende gemeente.
Drie jaar „onschuldig" gezeten
Revisiezaak vcor het Hof
Thans vrijspraak geBischt
AMSTERDAM. 28 October. De politie
arresteerde in den zomer van 1934 een be
rucht man uit de Amsterdamsche onderwe
reld, die vele iaren in de gevangenissen
heeft doorgebracht. Hij werd in het bezil ge
vonden van een pakket effecten, gestolen
uit de woning van een leerares te Apel
doorn, waar inbrekers op 9 Mei 1934 een ne-
zoek hadden gebracht.
De gearresteerde, de recidivist H. G. K.,
werd door de rechtbank te Zutfen wegens
diefstal met braak veroordeeld tot drie jaar
gevangenisstraf, het hof te Am hom be
vestigde het. vonnis en verdachte zat zijn
straf uit Nauwelijks in vrijheid beging >iij
opnieuw strafbare feiten. Twee zware straf
fen. van twee jaar en vier jaar werden over
i cm uitgesproken Voor e«n derde feit stond
hij gisteren terecht en weer hoorde hjj -oen
jaar tegen zich eischen
De man, die thans de straf van twee
jaar uitzit, stond gisteren voor het Hof te
recht, welk collego de inhraakzaak te Apel
doorn opnieuw behandelde. Er zijn kort ge
leden nieuwe feiten aan het licht gekomen,
waaruit bleek, dat verdachte de inbraak te
Apeldoorn niet had gepleegd. De werkelij
ke daders. Amsterdamsche zware jongens,
die een straf voor een ander misdrijf ui'za
ten, maaWtcn „schoon schip" en kwamen
met de bekentenis voor den dag. dat zij de
inbraak te Apeldoorn hadden gepleegd. Deze
bekentenis leidde tot een revisieverzoek, of
schoon K zijn straf al had uitgezeten. Do
Hooge Raad verwees de behandeling naar
het Hof te Amsterdam.
Zoo stond hij dan gisteren terecht voor
het Hof. gepresideerd door Mr Joh. M. Jolles.
De procureur-generaal Mr. Dr. D. Rol
ling zelde In zijn requisitoir, dat verd.
moreel verre van onschuldig is. Hy toch
werd in het bezit gevonden van de. gestolen
effecten Aan heling heeft hij zich zeer zeker
schuldig gemaakt, doch dat is niet ten laste
gelegd.
Verdachte heeft zijn straf reeds uitgezeten,
doch eventueele compensatie zal niet moei
lijk zijn. daar verdachte nog vele jaren te
goed heeft.
Spr. vorderde vernietiging van het vonnis
en vrijspraak van verdachte.
De verdediger, Mr. Dr. A. Sternheim
bepleitte eveneens vrijspraak.
GRONINGEN. 28 October. Gisteren is
een groote truck met trailer van de maat
schappij „De Hunzebooten" te Groningen bij
Vries door het gesloten hek van de brug
over het Noord-Willemskanaal gereden,
doordat de chauffeur J. W. uit Nunspect
door den dikken mist te laat zag, dat do af-
sluithoomen van de brug gesloten waren.
De cabine van de truck kwam hierdoor Lo
ven het kanaal te hangen. De chauffeur kon
nog tijdig uit de auto springen.
Juist passeerde de tjalk „Aaltje" uit Gro
ningen, schipper J. Niemand, door het ka
naal. De „Aaltje" was geladen met suiker
bieten, bestemd voor do Fric.sch-Groning- i
sche suikerfabriek. De vrouw van Niemand,
die aan het roer stond en de zware vracht
auto op zich af zag komen, sprong in haar
ngst over boord. Zii kon echter door haar
man en don brugwachter worden gered.
Truck en afsluitboomen werden ernstig
beschadigd. Het verkeer over de brug was
gnrulmen tijd gestagneerd.
'N VERTROUWD MERK voor
„HEERLIJKE KOFFIE'
MOKKA MELANGE 45 cent
EXTRA MELANGE 35 cent
HUISHOUD MELANGE 25 cent
G0EDK00PE KOFFIE 18 cent
VRAAGT ZE UW WINKELIER
Zes verdachten veroordeeld
AMSTERDAM. 28 October. In don avond
van 22 Maart hebben vier mannen ingebro
ken in een goederenloods van de Nederland
se he Spoorwegen aan do Plantage Doklaan
te Amsterdam. In eon vrachtauto hebben
en'groote hoeveelheid goederen meege
nomen Drie maanden later arresteerde du
politie zevon mannen, waarvan er zes in 't
Huis van Bewaring werden ingesloten Een
deel van hef gestolen goed vond men terug.
De Rechtbank veroordeelde twee van de
dieven elk tot een jaar gevangenisstraf. De
heide anderen hoorden zich tot een jaar en
drie maanden veroordeelcn.
Twee helers werden resp. tot twee jaar en
tot negen maanden gevangenisstraf met af
trek van dt- voorloopige hechtenis veroor
deeld. De zevende verdachte, die terecht
heeft gestaan wegens heling, werd conform
den eisch vrijgesproken.
Door autobns aangereden
VREESWIJK, 28 October. Gistermid
dag is de weduwe De Ri e. toen zij nabij
de sluis alhier uit een autobus was gestapt
en achter den wagen om den weg wille
oversteken, door een autobus van den
dienst Utrecht—Gorkum gegrepen,
vrouw liep een ernstige hersenschudding
inwendige kneuzingen op.
Na door een geneesheer te zijn verhonden
cn van de II Sacramenten der stervenden te
zijn voorzien, is het slachtoffer nanr
Stads- en Academisch ziekenhuis te Utrecht
overgebracht.
De toestand van de ongelukkige is levens
gevaarlijk.
DOOR AUTO AANGEREDEN EN GEDOOD
ROERMOND, 2,8 October. Gisteravond
is de 71-jarige heer J. Geeraerdts uit Hom,
toen hii te voet op weg was naar Roermond,
oven voorbij de eerste doorlaathrug op dei
weg RoermondHorn door een hem ach
terop rijdende personenauto uit Roermond
aangereden.
De oude heer liep een ernstige schedel-
basisfractuur op en overleed enkele oogen-
blikken na het ongeluk.
VONKEN IN HET STROO
Boerderij geJieel uitgebrand
VELDHOVEN 28 October. 'li 'erfnj.l-
dag, toen de landbouwer H. van Rooff te
Zeel9t met een Benzinemotor in de schuur
aan het dorschcn wni, sloegen plotseling
vonken uit den motor in het stroo, dat vlam
vatte. In een oogwenk stond de geheeli
boerderij in lichter laaie. Vier koeien kwa
men in de.vlammcn om. Ook de nieuwe
oogst verbrandde geheel. Niets kon worden
gered. Verzekering dekt dc schade.
UIT OOST- EN WEST-
INDIE
Zondagsrust in Ned.-Indië
Een adres van het Comité te Medan
Het Comité voor Zondagsrust te Mede.
(secr. ds C. Mak*, heeft aan den directeur
van Justitie een schrijven gericht, wt
het zijn hartelijke erkentelijkheid uit voor
de totstandkoming van do z.g. „Aanvullende
Plantersrcgeling'" en de herziening va:
Art. 1G02 v. B.W., welke welgeving een goe
de stap beteekent in de richting van algo-
mecne Zondagsrust.
Het is 't Comité echter opgevallen, dat in
het voorloopig Concept van de nieuwe wet,
aangeduid als „Vrije Arbeidsordonnantie
Buitengewesten" slechts sprake is, dat den
koelie-arbeider minstens tv ee vrije dager,
per maand moeten gegeven worden. Het
Comité wil niet verhelen, dat het verwacht
had reeds in genoemd concept te lezen, dat
„maandelijks minstens twee vrije dagen
aan de koelies moeten gegeven worden,
welke, behoudens daarop toegestane uitzon-
Uw hart moet elk uur 840 kg
bloed door Uw aderen pompen.
Deze prestatie komt overeen
met de kracht, noodig om een
gewicht van 60 kg niet minder
dan 13 m hoog te tillen. Dag
in, dag uit, héél Uw leven lang,
moet deze motor van Uw orga-
nisme dus zwaar werk ver
richten, zonder rust, zonder
vacantie. zonder ontspanning.
Wees daarom goed voor Uw
hart en bespaar het de extra
zweepslagen door de prikkelen
de werking van de cofleïne.
Elk kilo koffie beval gemiddeld
12 gram coffeïne.
Koffie Hag, de echte, fijne hoog-
landkoffie is gegarandeerd cof-
feïnevrij, heeft dus geen prikke
lende werking op hart en
deringen, Zondagen zullen moeten zijn".
Het is daarom, dat het Comité wijst op
s vrije-dagen-regeling in het Ontwerp
„Vrije Arbeidsordonnantie Buitengewesten",
de desbetreffende artikelen in de „Aanvullen
de Plantersrcgeling" en Art. 1602 v. B.W.
Daardoor toch zal èn de naleving dezer
bepalingen èn de vrije Zondag voor het
Europeesch personeel rnéér waardevol zyn
dan tot op heden mogelijk is.
Het Comité voor Zondagsrust zou evenwel
tl voormelde, aanbevolen redactie-wijzi-
ging nog verre van voldaan mogen zijn. Het
staat immers op het standpunt, dat de Zes-
daagsche werkweek niet speciaal JoolSvh
ot Christelijk mag genoemd worden, doch
als scheppingsgebod voor alle menschen
geldig is. Principieel moet óók voor den
koelie de week met haar van God geordend
rythme van zes dagen arbeiden en één dag
rusten, een recht en een zegen beteekenen.
Waar voorts in de tegenwoordige si
tuatie de praktische verwezenlijking
der invoering nlgemeene Zondagsrust
niet meer onmogelijk mag geacht wor
den, zoo vraagt het Comité dringend,
dat in de toekomstige „Vrije Arbeiders-
ordonnantie Buitengewesten" door de
Rcgeering de toekenning van
den weketykschen rustdag
w e 11 e I ij k worde vastgelegd. Opdat
alzoo door de éénheid der wetgeving do
principieel'juiste en definitieve oplos
sing der kwestie Zondagsrust naderbij
gebracht worde.
Helmen voor het N.-I. Leger
Naar het „A. I- D de Preangerbode" meldt,
zal dit jaar nog een beslissing worden ge
nomen inzake den aankoop van stalen hel
men voor het Kon. Ned. Indische leger, zoo*
dat iedere soldaat binnenkort mot een der-'
gelijk voor elk modern leger onmisbaar be
schermingsmiddel zal zijn uitgerust
Momenteel zijn reeds eenige duizenden,
stalen helmen, vervaardigd door de Artille
rie-Inrichtingen aan de Hembrug, bij het In
dische leger in gebruik en wel voorname
lijk bij die onderdeelen, welke bij een aan
val een vooruitgeschoven positie innemen
zooals het kust- en luchidoelartilleriege-
schut.
Momenteel worden bij de Artillerie-Inrich
tingen te Kiara-Tjondong proeven genomen
met eenige stalen helmen van Europeesch
fabrikaat, terwijl ook binnenkort dezelfde
proeven zullen worden toegepast op eeiï
ebonieten helm, vervaardigd door de Singa
pore Rubber Works.
De proeven met de helmen zijn nog niet
geëindigd, doch wel kan de verwachting
worden uitgesproken, dat zij de Nederland-
sche Hcmbrug-helmen niet zullen overtref
fen.
jVten moet het Ijzer smeden
als het heet Is. 'Dat Is een
algemeen bekend en dlholjls
toegepast beginsel. Soo zou,
men kunnen zeggen men moet
Dralsma uan A3alkenburg's
leuertraan gebruiken als het
koud Is.
:(4*
De gezagvoerder antwoordde niet, loensde slechts naar den
matroos. Ook hij wist zich te beheerscben. Maar in zijn oogen
broeide nijd.
De vogel trippelde in zenuwachtige pasjes over de luiken.
Zwiers strooide nog wat kruimels, en zei: Zou die ver
dwaald zijn kap'tein? Het moet haast wel hé? Wat denkt u,
zou die uit Frankrijk vertrokken zijn, England bound?
Er klonk geen schilfer spot in zijn stem. Maar in zijn
oogen, die naar de pikkende duif gericht waren, vonkte een
lach.
Wat een vrijheid heeft een vogel, hé kap'tein? Nog meer
dan wij, varensgezel
De gezagvoerder had zich omgedraaid en was door de
dienstgang teruggegaan.
Hm. kuchte Zwiers, en hij zocht zijn maats weer op.
Heb je den Ouwe niet gezien?, vroeg Zwan.
Den Ouwe?Oja, zeker. Hij is niet bepaald
een aandachtig toehoorder.
Ik vertelde hem één en ander over postduiven, en midden-
In een zin trok hij z'n roer an boord en smeerde 'em. Een
beetje ongemanierd, wat?
Hij had natuurlijk danig de smoor in, zei Zwan.
Dat hoeft hij voor mij niet te doen. Ik mag hem wel.
De mannen grinnikten. Die Zwiers, die Zwiers! Dat was
toch een glasharde.
Daar zal-ie blij om wezen, spotte Vlas.
Beslist, dat zal-ie!
'k Zou me maar in acht nemen, boy, maande Zwan,
straks krijg je een douw. Je hebt 'em getreiterd in zijn lief
hebberij, en daar hebben de meeste menschen gruwelijk de
damp over in.
Stil laten dampen. Maar de Ouwe is zoo kwaad niet. Hij
ïs een clevere baas, en een zeeman. Alleen op vogelgebied ben
ik het niet met hem eens.
Nou ja, verschil van meening moet er zijn, anders zou het
hier een dooie beweging worden.
Zwiers begon weer te bikken.
Bij kaap Finistere liet de Poolster zich voor de laatste maal
door een Europeesch kuststation als gepasseerd noteeren.
Toen stak hij den Oceaan over. Gedurende enkele weken
zou het scheepsvolk niets anders zien, dan lucht en water, en
wellicht, alleen aan den horizon wat rookslierten.
Het werd warmer.
De machinisten en stokers baadden in hun zweet Voort
durend werden de luchtkokers gedraaid om het minste zuchtje
van wind op te vangen en naar de stookplaat te dirigeeren.
Bijna iederen dag veranderde de voorkuil in een wasscherij.
Er werden lijnen gespannen om de kleedingstukken te drogen.
Stokersfrokjes wisselden af met matrozenbuizen.
En de Poolster jakkerde maar voort. Over een oneindige
lengte liet hij een blauw-groen spoor achter. De vore van de
zogbaan, recht getrokken, dank zij de kundige hand van den
roerganger, die het schip als een reuzenploegschaar door den
Oceaan deed snijden.
Op een middag liepen Dolf en de eerste stuurman wacht.
Beiden lieten zich koesteren door de zon. welke onbarmhar
tig door het gespannen zonnedek schroeide.
Studeer je nog, Jager, vroeg Eén, opeens.
Dolf trok onwillig een schouder op.
Och, zei hij, dat is maar zoo-zoo.
Wat is dat nou? Heb je er nu al genoeg van? Dat valt
me tegen, want ik meende, dat jij een kop had om door te
zetten.
Dolf voelde een trots na dit toch ook waardeerende oordeel.
Ik was ook van plan, om verder te gaan, stuurman, maar
tjaHij duwde langzaam een spaak van het stuurrad naar
beneden.
Wat tja?
De gebronsde kop van den officier keerde met een ruk naar
Dolf. De levendige donkere oogen, keken belangstellend naar
de stuursche trekken op het gelaat van den jongen matroos.
Kijk eens Jager, er is wat met je aan 't handje. Jaja,...
Eén ging in een sprong op de leuning van de bovenbrug zitten.
Je kan wel nee knikken, maar ontkennen heeft geen zin.
Toen ik je voor't eerst weer zag. viel het me al op. De Jager,
die met mij over het drijfijs land ging zoeken, was lieer te
vreden dan nu. Ik geef toe, het was toen wat frisscher.
Dolf tuurde op het kompas, en zweeg. Hij vond het eener-
zijds onprettig, dat de stuurman zulk een belangstelling voor
hem aan den dag legde. Vooral omdat de verandering in hem,
niet onopgemerkt gebleven was. Althans niet voor Eén. Zwan
had die blijkbaar niet bespeurd. Toch deed hem anderzijds
het meeleven van den officier goed. Je voelde, dat het geen
bloote nieuwsgierigheid was. Hij kon zich vergissen, maar
het kwam hem voor, dat Eén ook was veranderd. Op den
Zeehond toonde hij de bereidwilligheid, om hem iets te leeren.
Doch dat bleef meer aan de oppervlakte. Bovendien ver
wachtte je niet anders van hem. Hij was wat je noemde: een
vroolijke Frans, een levensgenieter, die zich niet bekommerde
om levensvragen, ze wellicht niet had ook. Daar scheen nu een
wijziging in gekomen. Hij leek meer ingetogen, ofschoon hij
nog steeds het joviale karakter van eertijds bezat. Met een
vage wangunst had Dolf dit vastgesteld: Eén was gelukkig
en tevreden.
Je vindt het misschien wat indringerig van me, om me
zoo met jou te bemoeien, De Jager. Ik kan het me indenken.
En... je behoeft mij niet in vertrouwen te nemen, 't Is ten
slotte jouw zaak. Maar één ding wil ik je toch zeggen, omdat
het mij zelf aangaat.
Dolf, het rad in zijn handpalmen, keek den officier veri
wonderd aan.
Hoe bedoelt U?
Eén wipte van zijn zitplaats.
Herinner jij je nog. wat je z.ei, eer je als vrijwilliger met
de vlet mee ging?
Dolf dacht na. Hij zag weer de bemanning op het dek
staan, en hoorde weer het dreigend bersten van het kruiende
ijs. Kalme Kees meldde zich eerst. En toen hij. Dolf. Je
bent wel wat jong. zei de Kap. Maar ik geloof
Dolf knikte, ja hij herinnerde het zich. Maar waarom vroeg
Eén dat? Een lichte blos van schaamte gleed over zijn ge
bruinde gezicht. Op God vertrouwen, had Kees gezegd. En
hij had het toen werkelijk geloofd.
Wordt vervolgd