SCMILTE Met het Evangelie in Spanje VRIJDAG 28 OCTOBER 1938 D2RDE BLAD PAG. ic Protestantsche liefde- arbeid in Madrid Pastor Fliedner verhaalt over de oorlogsellende „Ook al ging ik door een dal van doods- sehaduw, ik zou geen kwaad vreezen; want Gij zijt met mij, Uw stok en Uw staf ver troosten mij.". Deze eenvoudige en toch zoo geloofskrach- tige belijdenis van den 23en Psalm aangaan de de Almacht en Goedheid van onzen Hemel- schen Vader, reeds door onze kindermond nagesproken, is een van de vele woorden dei Heilige Schrift, welke ons lang vertrouwd waren, maar ons toch hier in Madrid in dezen boozen tijd in hun gansche diepte, kracht en heerlijkheid als geheel opnieuw zijn ge schonken. Van den langen, eindeloos langen tocht door het dal des doods, nu reeds in het 3e oorlogsjaar, weten wij allen hier waarlijk genoeg te vertellen. Vrees en verschrikking, ongeluk, zorg en gebrek omgeven ons dagelijks en ieder uur. En 't gevoel onzer menschelijke nietigheid, onmacht en verlorenheid, kleingeloof en ver twijfeling loert er telkens weer op ons te overmeesteren. Dit lot deelen wij met allen, dié als wij dezen zwaren tijd moeten door leven. Maar wij mogen ook belijden, dat ons in al deze duisternis 't Licht der hemelsche vertroosting steeds weer op gaat en dat wij slechts door de staf der goddelijke hulp da gelijks nieuwe krachten vinden om getroost onzen weg verder te gaan. Maar wij weten ook, en iedere dag toont het ons telkens op nieuw in 1000 kleine beelden, dat vanouds dit geloof slechts aan weinigen onder dit volk eigen was; dat zij de bron van deze troost, Gods Woord, nauwelijks of in 't geheel niet kennen en juist onder de tegenwoordige om standigheden meer dan ooit gevaar loopen, 't weinige, wat zij misschien nog bezaten, geheel te verliezen. En dit is de eenige, maar ook volkomen afdoende beweegreden ervoor, dat wij blijven op de plaats, waar God ons heeft gesteld, opdat wij Zijn Waarheid zouden verkondigen. Voor velen moge dit als vanzelfsprekend rijn, (en dit is het ook voor ieder, die het gebod van het christelijk Getuigenis ernstig neemt), maar het moet toch eens worden gezegd tegenover de niet weinigen, die in be dekten of openlijken vorm hun verwonde ring of misnoegen erover uitspreken, dat wij blijven in het „roode" Spanje en zoo God wil nog heel lang en steeds trouwer onze roeping willen vervullen. Het is ongetwijfeld juist, dat de omstandig heden, waarin wij leven, ons menige smar tende beperking opleggen. Maar 't is niet minder waar, dat wij van de zijde der autoriteiten in de uitoefe ning van onzen godsdienst gee nerlei belemmeringen ondervin den, behalve de vanzelfsprekende, welke de oorlog ook voor alle andere werkzaamheden meebrengt. Zondag aan Zondag Evangelie prediking Even als vroeger wordt Zondag aan Zondag op 7 verschillende plaatsen van Madrid (in Barcelona op 12 plaatsen) het Evangelie ver kondigd. Alle 14 dagen verschijnt „Espana Evangelica", 't gemeenschappelijke blad van alle Evangelische Spanjaarden, natuurlijk evenals alle andere publicaties onderworpen aan de censuur; en dagelijks vullen zich onze scholen (afgezien van het in de oorlogszöne gelegen „Porvenir") tot op de laatste plaats met kinderen. Zooals tot nu toe heeft Gods Barmhartig heid ons wonderlijk bewaard en geen enkele 'odsdienstoefening en nauwelijks één school uur behoefde wegens de beschietingen onder broken of opgegeven te worden. Van zulk een wonderbare bescherming mogen we ditmaal een zeer bijzonder getui genis afleggen. Den 31sten Mei had er weer eens een heftige beschieting plaats van Calatrava, het stadsdeel, waarin de Jezuskerk en onze oudste volksschool „Esperanza" ge legen is. Pastor Hans Fliedner ijlde van zijn dichtbij gelegen woning naar de school om zijn schoonzoon, den heer Lindemeier, leider van de school, be hulpzaam te zijn bij het geruststellen der kinderen en der snel toestroomende moeders. Nauwelijks had hij den ingang van zijn huis verlaten en was hij naar de gedekte zijde der straat overgestoken of een zware granaat sloeg in op het trottoir vlak voor zijn huis, vlak naast de deur, door welke hij een oogenblik te voren was naar buiten gekomen. Een massa granaatsplinters vlogen fluitend door de lucht; pastor Fliedner rvierp zich ter aarde en beschermde *t hoofd met de armen en werd op deze wijze aan 't schouderblad slechts door één en aan de beenen door meerdere splinters getroffen. Hij achtte eerst de verwondingen on- beteekenend en dacht, dat hy slecnts door steensplinters was getroffen.- Maar bij nauwkeurig onderzoek ontdekte me»j de granaatsplinters en dank zij de vrien delijkheid van een arts uit het tot lazare4- ingerichte Palace-hotel, een vroegere leer ling van „Porvenir", en dank zij de be reidwilligheid onzer vrienden van de Zwitsersche hulpactie, die direct hun auto stuurden, kon nog dienselfden middag de gevaarlijke splinter tusschen ribben en schouderblad worden wegge nomen. Den volgenden dag werd hij naar het laza ret overgebracht, waar hy tot den 7den Juli, tot zijn volledig herstel, de zorgvuldigste en vriendelijkste verpleging ondervond. Zelfs werd hem gedurende den geheelen tijd zijner behandeling een afzonderlijke kamer ter be schikking gesteld. Spoedig werd in het lazaret rondverteld, dat er zich een Evangelisch pastor bevond. Telkens sloot hij nieuwe vriendschappen met de eenvoudige soldaten, een groot aan tal N. Testamenten kon hy ver- deelen en later zelfs voor een bijbelcolporteur toegang tot de gewonden verwerven. Het Evangelie aan de „milicianos" Terwyl wij in Calatrava kerk hielden, deed hy Zondag aan Zondag hetzelfde in Palace- hotel, omringd door „milicianos", die op deze wijze deels voor de eerste maal met Gods Woord bekend werden. Zoo werkt Gods verborgen zegen ook in de dingen, welke cms in het eerste oogenblik niets dan tegenslag schijnen te brengen. Den 17en Juli predikte pastor Hans voor 't eerst weer voor zyn gemeente Vol dank vreugde vierden wij de bevestiging van nieuwe gemeenteleden en in aansluiting daaraan het Heilig Avondmaal. In „Porvenir" is, zooals gemeld, de kinder school gesloten; maar toch worden verschil lende groepen jongelui, in den vorm van pri vaaturen, verder onderricht. Desondanks heerscht er leven in huis als nooit in de beste tyden. Zooals reeds vroeger Is meegedeeld heb ben wy einde April '38 een goed deel der zalen beschikbaar gesteld voor de Zwitser sche Kinderhulp en voor het Internationaal Comité voor Spaansche vluchtelingenkinde ren. Dagelijks hebben er nu spyzlgingen plaats: ontbijt en avondeten voor de kinderen en een eenvoudig middageten voor de ouden van dagen. Wij begonnen met 100 ouden en nu zyn het er 400 benevens 600 kinderen, die hier da- gelyks worden gelaafd en wij verheugen ons van harte, by dit schoone werk krachtig handreiking te kunnen doen. Van 910 uur ontvangen ongeveer 300 kinderen van 613 jaar een voor de huidige verhoudingen overvloedig ont- bijt: een groote portie chocoladepap met een flink stuk droog Zweedsch brood. Reeds van half 8 's morgens verzamelen zy zich voor de deur en het kost geen geringe moeite hen te bewegen tot orde- lyk en geduldig wachten, daar zy en hun moeders, door droevige ervaringen op andere plaatsen wys geworden, vreezen, dat de lafenis vóór den tyd ten einde zou kunnen zyn. Terwyi zy in de groote eet zaal hun ontbyt gebruiken, verschynen ook reeds de eerste oudjes in den voor tuin. Velen hunner zyn reeds in alle vroegte op weg gegaan, want zy komen, oud en gebrekkig, blind, doof, lam uit de afgelegenste deelen der stad en zy willen evenals hun kleinkinderen voor geen geld ter wereld te laat komen. Bovendien is voor velen de maaltyd d e gebeurtenis van den dag, niet zelden zelfs het eenige eten, 't welk zy geduren de den ganschen dag ontvangen en waar aan zy gaarne hun ganschen tyd en kracht besteden. Om 11 uur eet de eerste groep, om 12, 2 e: 3 uur, de volgende groepen, elk van 100. Toen we begonnen, stelden we als laagste leeftyds- grens 6-0 jaar. Intussóhen is de mare van de soepkeuken in de geheele stad doorgedrongen en hebben we dientengevolge noodgedwongen den leeftydsgrens moeten verhoogen tot 75 jaar; en zelfs zóó kan slechts een deel worden geholpen van de velen, die zich aanmelden. Zoo vormen zich op de dagen van de nic inschry vingen meestal reeds in de morgen schemering lange menschenqueues voor gebouw, die geduldig wachten, tot om 11 uur de deuren van het kleine bureau opengaan. Het behoort tot de moeilijkste taken, den ouderdom der aanvragers en aanvraagsters vast te stellen. Zyzelf hebben meestal slechts zeer vervaagd begrip van hun aanbal lentes en betrouwbare documenten zyn zel den aanwezig. „Ik ben geboren tydens den Carlistenoor- log", of: „Toen de Cuba-oorlog uitbrak, was myn broer 40, en ik ben 5 jaar ouder dan hy" Of: „Ik moest dienen toen de koning werd geboren. En een ander: „Ja, ik weet alleen, dat ik 2 jaar ouder ben dan myn vrouw". Een oud vrouwtje, naar haar ouderdom ge vraagd, antwoordde prompt: „Yo tengo 4 duros y medio" d.i. ik heb 4y2 taler. Geluk kig viel ons in, dat de oude boeren hun jaren dikwUls berekenden naar de vroegere munt eenheid: de „real". Volgens deze berekening be teek ent een taler (5 peseta's of 20 reales) evenzoovele jaren en konden we dus vaststel len, dat het moedertje 90 jaar oud was. Maar het allerzwaarste is zoove- len te moeten afwijzen, wien honger en ellende op het gezioht geschreven staat, die echter niet voldoen aan de ouderdoms- grens. Het komt dikwyls tot hartverscheuren de tooneelen, maar we moeten hard biyven, niet door den toevloed te worden ver zwolgen. De grondslag moet biyven, liever een be perkt aantal werkeiyk helpen, dan aan zoo- velen mogeiyk een in den grond zinlooze aalmoes te geven. Uit dezelfde overweging beperken we steeds meer de ontslagen en de nieuwe op nemingen (op zichzelf geldt de eetkaart slechts een maand) om van lieverlede een vaste kern van de allernooddruftigsten te vor men, die dan duurzaam zullen worden ver pleegd. Madrid, Bravo murillo 83, Th. FLIEDNER Jr., pastor Giro 54159, Nederl. dienst BINNENLAND De gemeentelijke financiën Vroeger waren er gemeentelijke tolmuren om de gemeentebesturen aan geld te helpen. Thans zijn ze bijna ondenkbaar en ze ble ken onhoudbaar. Maar de gemeenten konden zonder compensatie de inkomsten, welke zij uit deze invoerbelemmeringen trokken, on mogelijk missen; aldus de Vrij a—Demo- In 1865 schreef de wetgever in de ge meentewet: Belastingen op voorwerpen van verbruik worden niet geheven. Maar daarnaast bepaalde hij, dat de gemeenten zouden kunnen beschikken over 4/5 ge deelte van de opbrengst der rijksperso- neele belasting. Kan mon zich indenken, dat niet alle gemeenten over dat 4/5 gedeelte beschik ten? Toch was het zoo. Maar geleidelijk gingen alle gemeenten er toe over. De laatste onbaatzuchtige was de Noordhol- landsche gemeente Warmenhuizen, dezelf de, die nu zwaar noodlijdend is en die on langs in haar knechtschap zich door hon ger gezag gfdwongen zag, haar gasbedrijf aan een andere gemeente te verkoopen, op straffe bij niet-vol doening aan de haar ge dane aanmaning van verlies van bijdrage uit 's rijks kas als noodlijdende gemeente. Drie jaar „onschuldig" gezeten Revisiezaak vcor het Hof Thans vrijspraak geBischt AMSTERDAM. 28 October. De politie arresteerde in den zomer van 1934 een be rucht man uit de Amsterdamsche onderwe reld, die vele iaren in de gevangenissen heeft doorgebracht. Hij werd in het bezil ge vonden van een pakket effecten, gestolen uit de woning van een leerares te Apel doorn, waar inbrekers op 9 Mei 1934 een ne- zoek hadden gebracht. De gearresteerde, de recidivist H. G. K., werd door de rechtbank te Zutfen wegens diefstal met braak veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, het hof te Am hom be vestigde het. vonnis en verdachte zat zijn straf uit Nauwelijks in vrijheid beging >iij opnieuw strafbare feiten. Twee zware straf fen. van twee jaar en vier jaar werden over i cm uitgesproken Voor e«n derde feit stond hij gisteren terecht en weer hoorde hjj -oen jaar tegen zich eischen De man, die thans de straf van twee jaar uitzit, stond gisteren voor het Hof te recht, welk collego de inhraakzaak te Apel doorn opnieuw behandelde. Er zijn kort ge leden nieuwe feiten aan het licht gekomen, waaruit bleek, dat verdachte de inbraak te Apeldoorn niet had gepleegd. De werkelij ke daders. Amsterdamsche zware jongens, die een straf voor een ander misdrijf ui'za ten, maaWtcn „schoon schip" en kwamen met de bekentenis voor den dag. dat zij de inbraak te Apeldoorn hadden gepleegd. Deze bekentenis leidde tot een revisieverzoek, of schoon K zijn straf al had uitgezeten. Do Hooge Raad verwees de behandeling naar het Hof te Amsterdam. Zoo stond hij dan gisteren terecht voor het Hof. gepresideerd door Mr Joh. M. Jolles. De procureur-generaal Mr. Dr. D. Rol ling zelde In zijn requisitoir, dat verd. moreel verre van onschuldig is. Hy toch werd in het bezit gevonden van de. gestolen effecten Aan heling heeft hij zich zeer zeker schuldig gemaakt, doch dat is niet ten laste gelegd. Verdachte heeft zijn straf reeds uitgezeten, doch eventueele compensatie zal niet moei lijk zijn. daar verdachte nog vele jaren te goed heeft. Spr. vorderde vernietiging van het vonnis en vrijspraak van verdachte. De verdediger, Mr. Dr. A. Sternheim bepleitte eveneens vrijspraak. GRONINGEN. 28 October. Gisteren is een groote truck met trailer van de maat schappij „De Hunzebooten" te Groningen bij Vries door het gesloten hek van de brug over het Noord-Willemskanaal gereden, doordat de chauffeur J. W. uit Nunspect door den dikken mist te laat zag, dat do af- sluithoomen van de brug gesloten waren. De cabine van de truck kwam hierdoor Lo ven het kanaal te hangen. De chauffeur kon nog tijdig uit de auto springen. Juist passeerde de tjalk „Aaltje" uit Gro ningen, schipper J. Niemand, door het ka naal. De „Aaltje" was geladen met suiker bieten, bestemd voor do Fric.sch-Groning- i sche suikerfabriek. De vrouw van Niemand, die aan het roer stond en de zware vracht auto op zich af zag komen, sprong in haar ngst over boord. Zii kon echter door haar man en don brugwachter worden gered. Truck en afsluitboomen werden ernstig beschadigd. Het verkeer over de brug was gnrulmen tijd gestagneerd. 'N VERTROUWD MERK voor „HEERLIJKE KOFFIE' MOKKA MELANGE 45 cent EXTRA MELANGE 35 cent HUISHOUD MELANGE 25 cent G0EDK00PE KOFFIE 18 cent VRAAGT ZE UW WINKELIER Zes verdachten veroordeeld AMSTERDAM. 28 October. In don avond van 22 Maart hebben vier mannen ingebro ken in een goederenloods van de Nederland se he Spoorwegen aan do Plantage Doklaan te Amsterdam. In eon vrachtauto hebben en'groote hoeveelheid goederen meege nomen Drie maanden later arresteerde du politie zevon mannen, waarvan er zes in 't Huis van Bewaring werden ingesloten Een deel van hef gestolen goed vond men terug. De Rechtbank veroordeelde twee van de dieven elk tot een jaar gevangenisstraf. De heide anderen hoorden zich tot een jaar en drie maanden veroordeelcn. Twee helers werden resp. tot twee jaar en tot negen maanden gevangenisstraf met af trek van dt- voorloopige hechtenis veroor deeld. De zevende verdachte, die terecht heeft gestaan wegens heling, werd conform den eisch vrijgesproken. Door autobns aangereden VREESWIJK, 28 October. Gistermid dag is de weduwe De Ri e. toen zij nabij de sluis alhier uit een autobus was gestapt en achter den wagen om den weg wille oversteken, door een autobus van den dienst Utrecht—Gorkum gegrepen, vrouw liep een ernstige hersenschudding inwendige kneuzingen op. Na door een geneesheer te zijn verhonden cn van de II Sacramenten der stervenden te zijn voorzien, is het slachtoffer nanr Stads- en Academisch ziekenhuis te Utrecht overgebracht. De toestand van de ongelukkige is levens gevaarlijk. DOOR AUTO AANGEREDEN EN GEDOOD ROERMOND, 2,8 October. Gisteravond is de 71-jarige heer J. Geeraerdts uit Hom, toen hii te voet op weg was naar Roermond, oven voorbij de eerste doorlaathrug op dei weg RoermondHorn door een hem ach terop rijdende personenauto uit Roermond aangereden. De oude heer liep een ernstige schedel- basisfractuur op en overleed enkele oogen- blikken na het ongeluk. VONKEN IN HET STROO Boerderij geJieel uitgebrand VELDHOVEN 28 October. 'li 'erfnj.l- dag, toen de landbouwer H. van Rooff te Zeel9t met een Benzinemotor in de schuur aan het dorschcn wni, sloegen plotseling vonken uit den motor in het stroo, dat vlam vatte. In een oogwenk stond de geheeli boerderij in lichter laaie. Vier koeien kwa men in de.vlammcn om. Ook de nieuwe oogst verbrandde geheel. Niets kon worden gered. Verzekering dekt dc schade. UIT OOST- EN WEST- INDIE Zondagsrust in Ned.-Indië Een adres van het Comité te Medan Het Comité voor Zondagsrust te Mede. (secr. ds C. Mak*, heeft aan den directeur van Justitie een schrijven gericht, wt het zijn hartelijke erkentelijkheid uit voor de totstandkoming van do z.g. „Aanvullende Plantersrcgeling'" en de herziening va: Art. 1G02 v. B.W., welke welgeving een goe de stap beteekent in de richting van algo- mecne Zondagsrust. Het is 't Comité echter opgevallen, dat in het voorloopig Concept van de nieuwe wet, aangeduid als „Vrije Arbeidsordonnantie Buitengewesten" slechts sprake is, dat den koelie-arbeider minstens tv ee vrije dager, per maand moeten gegeven worden. Het Comité wil niet verhelen, dat het verwacht had reeds in genoemd concept te lezen, dat „maandelijks minstens twee vrije dagen aan de koelies moeten gegeven worden, welke, behoudens daarop toegestane uitzon- Uw hart moet elk uur 840 kg bloed door Uw aderen pompen. Deze prestatie komt overeen met de kracht, noodig om een gewicht van 60 kg niet minder dan 13 m hoog te tillen. Dag in, dag uit, héél Uw leven lang, moet deze motor van Uw orga- nisme dus zwaar werk ver richten, zonder rust, zonder vacantie. zonder ontspanning. Wees daarom goed voor Uw hart en bespaar het de extra zweepslagen door de prikkelen de werking van de cofleïne. Elk kilo koffie beval gemiddeld 12 gram coffeïne. Koffie Hag, de echte, fijne hoog- landkoffie is gegarandeerd cof- feïnevrij, heeft dus geen prikke lende werking op hart en deringen, Zondagen zullen moeten zijn". Het is daarom, dat het Comité wijst op s vrije-dagen-regeling in het Ontwerp „Vrije Arbeidsordonnantie Buitengewesten", de desbetreffende artikelen in de „Aanvullen de Plantersrcgeling" en Art. 1602 v. B.W. Daardoor toch zal èn de naleving dezer bepalingen èn de vrije Zondag voor het Europeesch personeel rnéér waardevol zyn dan tot op heden mogelijk is. Het Comité voor Zondagsrust zou evenwel tl voormelde, aanbevolen redactie-wijzi- ging nog verre van voldaan mogen zijn. Het staat immers op het standpunt, dat de Zes- daagsche werkweek niet speciaal JoolSvh ot Christelijk mag genoemd worden, doch als scheppingsgebod voor alle menschen geldig is. Principieel moet óók voor den koelie de week met haar van God geordend rythme van zes dagen arbeiden en één dag rusten, een recht en een zegen beteekenen. Waar voorts in de tegenwoordige si tuatie de praktische verwezenlijking der invoering nlgemeene Zondagsrust niet meer onmogelijk mag geacht wor den, zoo vraagt het Comité dringend, dat in de toekomstige „Vrije Arbeiders- ordonnantie Buitengewesten" door de Rcgeering de toekenning van den weketykschen rustdag w e 11 e I ij k worde vastgelegd. Opdat alzoo door de éénheid der wetgeving do principieel'juiste en definitieve oplos sing der kwestie Zondagsrust naderbij gebracht worde. Helmen voor het N.-I. Leger Naar het „A. I- D de Preangerbode" meldt, zal dit jaar nog een beslissing worden ge nomen inzake den aankoop van stalen hel men voor het Kon. Ned. Indische leger, zoo* dat iedere soldaat binnenkort mot een der-' gelijk voor elk modern leger onmisbaar be schermingsmiddel zal zijn uitgerust Momenteel zijn reeds eenige duizenden, stalen helmen, vervaardigd door de Artille rie-Inrichtingen aan de Hembrug, bij het In dische leger in gebruik en wel voorname lijk bij die onderdeelen, welke bij een aan val een vooruitgeschoven positie innemen zooals het kust- en luchidoelartilleriege- schut. Momenteel worden bij de Artillerie-Inrich tingen te Kiara-Tjondong proeven genomen met eenige stalen helmen van Europeesch fabrikaat, terwijl ook binnenkort dezelfde proeven zullen worden toegepast op eeiï ebonieten helm, vervaardigd door de Singa pore Rubber Works. De proeven met de helmen zijn nog niet geëindigd, doch wel kan de verwachting worden uitgesproken, dat zij de Nederland- sche Hcmbrug-helmen niet zullen overtref fen. jVten moet het Ijzer smeden als het heet Is. 'Dat Is een algemeen bekend en dlholjls toegepast beginsel. Soo zou, men kunnen zeggen men moet Dralsma uan A3alkenburg's leuertraan gebruiken als het koud Is. :(4* De gezagvoerder antwoordde niet, loensde slechts naar den matroos. Ook hij wist zich te beheerscben. Maar in zijn oogen broeide nijd. De vogel trippelde in zenuwachtige pasjes over de luiken. Zwiers strooide nog wat kruimels, en zei: Zou die ver dwaald zijn kap'tein? Het moet haast wel hé? Wat denkt u, zou die uit Frankrijk vertrokken zijn, England bound? Er klonk geen schilfer spot in zijn stem. Maar in zijn oogen, die naar de pikkende duif gericht waren, vonkte een lach. Wat een vrijheid heeft een vogel, hé kap'tein? Nog meer dan wij, varensgezel De gezagvoerder had zich omgedraaid en was door de dienstgang teruggegaan. Hm. kuchte Zwiers, en hij zocht zijn maats weer op. Heb je den Ouwe niet gezien?, vroeg Zwan. Den Ouwe?Oja, zeker. Hij is niet bepaald een aandachtig toehoorder. Ik vertelde hem één en ander over postduiven, en midden- In een zin trok hij z'n roer an boord en smeerde 'em. Een beetje ongemanierd, wat? Hij had natuurlijk danig de smoor in, zei Zwan. Dat hoeft hij voor mij niet te doen. Ik mag hem wel. De mannen grinnikten. Die Zwiers, die Zwiers! Dat was toch een glasharde. Daar zal-ie blij om wezen, spotte Vlas. Beslist, dat zal-ie! 'k Zou me maar in acht nemen, boy, maande Zwan, straks krijg je een douw. Je hebt 'em getreiterd in zijn lief hebberij, en daar hebben de meeste menschen gruwelijk de damp over in. Stil laten dampen. Maar de Ouwe is zoo kwaad niet. Hij ïs een clevere baas, en een zeeman. Alleen op vogelgebied ben ik het niet met hem eens. Nou ja, verschil van meening moet er zijn, anders zou het hier een dooie beweging worden. Zwiers begon weer te bikken. Bij kaap Finistere liet de Poolster zich voor de laatste maal door een Europeesch kuststation als gepasseerd noteeren. Toen stak hij den Oceaan over. Gedurende enkele weken zou het scheepsvolk niets anders zien, dan lucht en water, en wellicht, alleen aan den horizon wat rookslierten. Het werd warmer. De machinisten en stokers baadden in hun zweet Voort durend werden de luchtkokers gedraaid om het minste zuchtje van wind op te vangen en naar de stookplaat te dirigeeren. Bijna iederen dag veranderde de voorkuil in een wasscherij. Er werden lijnen gespannen om de kleedingstukken te drogen. Stokersfrokjes wisselden af met matrozenbuizen. En de Poolster jakkerde maar voort. Over een oneindige lengte liet hij een blauw-groen spoor achter. De vore van de zogbaan, recht getrokken, dank zij de kundige hand van den roerganger, die het schip als een reuzenploegschaar door den Oceaan deed snijden. Op een middag liepen Dolf en de eerste stuurman wacht. Beiden lieten zich koesteren door de zon. welke onbarmhar tig door het gespannen zonnedek schroeide. Studeer je nog, Jager, vroeg Eén, opeens. Dolf trok onwillig een schouder op. Och, zei hij, dat is maar zoo-zoo. Wat is dat nou? Heb je er nu al genoeg van? Dat valt me tegen, want ik meende, dat jij een kop had om door te zetten. Dolf voelde een trots na dit toch ook waardeerende oordeel. Ik was ook van plan, om verder te gaan, stuurman, maar tjaHij duwde langzaam een spaak van het stuurrad naar beneden. Wat tja? De gebronsde kop van den officier keerde met een ruk naar Dolf. De levendige donkere oogen, keken belangstellend naar de stuursche trekken op het gelaat van den jongen matroos. Kijk eens Jager, er is wat met je aan 't handje. Jaja,... Eén ging in een sprong op de leuning van de bovenbrug zitten. Je kan wel nee knikken, maar ontkennen heeft geen zin. Toen ik je voor't eerst weer zag. viel het me al op. De Jager, die met mij over het drijfijs land ging zoeken, was lieer te vreden dan nu. Ik geef toe, het was toen wat frisscher. Dolf tuurde op het kompas, en zweeg. Hij vond het eener- zijds onprettig, dat de stuurman zulk een belangstelling voor hem aan den dag legde. Vooral omdat de verandering in hem, niet onopgemerkt gebleven was. Althans niet voor Eén. Zwan had die blijkbaar niet bespeurd. Toch deed hem anderzijds het meeleven van den officier goed. Je voelde, dat het geen bloote nieuwsgierigheid was. Hij kon zich vergissen, maar het kwam hem voor, dat Eén ook was veranderd. Op den Zeehond toonde hij de bereidwilligheid, om hem iets te leeren. Doch dat bleef meer aan de oppervlakte. Bovendien ver wachtte je niet anders van hem. Hij was wat je noemde: een vroolijke Frans, een levensgenieter, die zich niet bekommerde om levensvragen, ze wellicht niet had ook. Daar scheen nu een wijziging in gekomen. Hij leek meer ingetogen, ofschoon hij nog steeds het joviale karakter van eertijds bezat. Met een vage wangunst had Dolf dit vastgesteld: Eén was gelukkig en tevreden. Je vindt het misschien wat indringerig van me, om me zoo met jou te bemoeien, De Jager. Ik kan het me indenken. En... je behoeft mij niet in vertrouwen te nemen, 't Is ten slotte jouw zaak. Maar één ding wil ik je toch zeggen, omdat het mij zelf aangaat. Dolf, het rad in zijn handpalmen, keek den officier veri wonderd aan. Hoe bedoelt U? Eén wipte van zijn zitplaats. Herinner jij je nog. wat je z.ei, eer je als vrijwilliger met de vlet mee ging? Dolf dacht na. Hij zag weer de bemanning op het dek staan, en hoorde weer het dreigend bersten van het kruiende ijs. Kalme Kees meldde zich eerst. En toen hij. Dolf. Je bent wel wat jong. zei de Kap. Maar ik geloof Dolf knikte, ja hij herinnerde het zich. Maar waarom vroeg Eén dat? Een lichte blos van schaamte gleed over zijn ge bruinde gezicht. Op God vertrouwen, had Kees gezegd. En hij had het toen werkelijk geloofd. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 10