GENIETROEPEN
PROMENA BOON' COMP. N.V.
DE RESULTATEN NA 125 JAREN
BOON'S ARTIKELEN ZIJN GOED OMDAT BOON WEET, DAT
ALLEEN PRIMA KWALITEIT UW GOEDKEURING WEGDRAAGT
NEDERLAND! LET OP U SAECK
HERDENKINGSNUMMER van de Vijf Samenwerkende Christelijke Dagbladen blz. 8
door Kolonel F. A. Voiliant
Inspecteur der Genie
„Wij zijn mineurs van Neerlands leger,
Wij blijven trouw aan 't Vaderland.
De schop en helm zijn onz' emblemen,
Onz' eenheid vormt de hechtste band".
ZOO luiden de eerste regels van het Genielied
en zij doen hooren, dat de naam „mi
neurs" nog steeds nauw verbonden is met
de Genietroepen, waarvan de geschiedenis terug
gaat tot ver vóór het begin van den 80-jarigen
oorlog; reeds bij de legermacht, welke Karei de
Stoute in 1473 tegen Gelderland afzond, bevonden
zich pioniers en mineurs.
Als onderscheidingsteeken voerden sedert den tijd
van Keizer Maximiliaan 1500) de hoofdlieden
der pioniers in hun vaan een schop en een pik
houweel, welke in gekruisten stand, en met den
sappeurshelm in het midden geplaatst, nog steeds
het embleem van het wapen der Genie vormen.
Hoewel dus reeds sedert de 15e eeuw „mineurs"
bekend zijn en zelfs op 15 Mei 1748 een „Regiment
Mineurs en Sappeurs" werd opgericht, wordt toch
als datum van oprichting van het tegenwoordige
Regiment Genietroepen beschouwd 9 Januari 1814;
op dien datum werd namelijk na het herstel
van Neerlands onafhankelijkheid in 1813 opge
richt,het „Bataillon Pontonniers, Sappeurs en Mi
neurs".
Dit bataillon bestond aanvankelijk uit één com
pagnie van elk der drie genoemde troepensoorten,
docb werd spoedig uitgebreid met een tweede
compagnie sappeurs en een tweede compagnie mi
neurs. Daartegenover staat, dat in 1822 de com
pagnie Pontonniers naar het Wapen der Artillerie
overging.
Na Napoleons terugkeer van Elba hebben de com-
pagniën Sappeurs en Mineurs („sappeeren" is het
graven van loopgraven onder vijandelijk vuur en
„mineeren" is het maken van ondergrondsche
werken) eerst bij Waterloo en daarna bij de
belegering van Quesnoy en Valenciennes
velerlei diensten bewezen. De vermelding „Veld
tocht van 1815" op het vaandel van het Regiment
Genietroepen vormt hieraan efen mooie herinne
ring.
In 1828 volgde een groote uitbreiding en werd
gevormd het Korps Mineurs en Sappeurs,
dat zou bestaan uit drie bataljons, elk van 4 com-
pagniën. Tengevolge van den Belgischen opstand
werden echter slechts 2 bataljons opgericht. In
den nu volgenden tijd werd o.a. deelgenomen
aan den tiendaagschen veldtocht.
In het bijzonder vormt de verdediging van de Ci
tadel van Antwerpen tegen een Fransch leger
door een detachement Mineurs en Sappeurs onder
commando van den Eerste-Luitenant Camer-
Zoeklicht tegen luchtdoelen in actie
lingh, een mooie bladzijde in de geschiedenis
van het Korps. Zulks blijkt onder meer uit de
bevordering van dien officier die reeds bij de
krijgsbedrijven nabij de Citadel in 1831, tegelijk
met den mineur Volders, tot ridder der M.W.O.
4e klasse was benoemd tot ridder der 3e klasse,
terwijl eveneens een onderofficier en eenige min
deren het ridderkruis 4e klasse ontvingen.
De opschriften op het regimentsvaandel „Krijgs
verrichtingen in 1830 en 1831", alsmede „Citadel
van Antwerpen 1832" zijn dan ook met eere ver
diend.
Na beëindiging van den Belgischen opstand moest
op het leger worden bezuinigd en werd het Korps
teruggebracht tot een Bataljon Mineurs en Sap
peurs, hetwelk geleidelijk van 8 tot 5 compagnieën
werd teruggebracht. Omstreeks 1860 vond geluk
kig, weer uitbreiding plaats, doordat voor het be
oefenen van den spoorarbeid en den telegraaf-,
later ooktelefoondienst, afzonderlijke compag
nieën werden bestemd.
In de volgende jaren werd op 1 Mei 1873 het Ba
taillon, dat reeds in tal van plaatsen gelegerd was
geweest, overgeplaatst naar Utrecht, waar het
sindsdien onafgebroken in garnizoen is gebleven
en thans is gelegerd in de mooie Kromhoutka
zerne. De band tusschen de burgerij en de Genie
is in den loop der jaren wel zoodanig hecht ge
worden, dat Utrecht thans zonder zijn „mi
neurs" ondenkbaar zou zijn.
In 1881 ging deze aloude naam officieel verloren
en werd het Bataillon herdoopt in Korps Ge
nietroepen.
In 1903 werd de naam van het Korps wederom
gewijzigd, namelijk in „he t Regiment Ge-
nietroepe n", waarbij aanvankelijk de pioniers
(de vroegere mineurs en sappeurs) in het eerste
bataljon en de telegraaf- en spoorwegtroepen in
het tweede bataljon waren vereenigd. Betrekkelijk
spoedig zijn de spoorwegtroepen overgegaan naar
het Ie Bataljon, waarbij zij ook meer op hun
plaats waren.
Sedert omstreeks 1900 werden zij het op be
scheiden schaal eveneens beoefend de verlich-
tingsdienst en de radiotelegrafie. Gedurende de
mobilisatie zijn deze diensten zeer uitgebreid, zoo
dat in 1917 bij het lie Bataljon een afzonderlijke
Verlichtings- en Radio-telegraafcompagnie werd
opgericht. De legerorganisatie in 1922 bracht hier
spoedig verandering in door de verlichtingstroe
pen in een afzonderlijk Bataljon samen te brengen,
waarmede het Regiment de samenstelling ver
kreeg die wij thans kennen, maar waarvan wij
tevens reeds weten, dat zij op 1 October 1.1. de
belangrijke uitbreiding tot „Brigade Genietroepen"
heeft ondergaan.
In verband met de uitgebreidheid en de verschei
denheid der werkzaamheden bij de drie Bataljons
loont het de moeite hier eerst even nader op in te
gaan.
De pioniertroepen (Ie Bataljon) zijn be
stemd voor het verrichten van allerlei technische
werkzaamheden te velde, waarvoor speciale vak
kennis en werktuigen benoodigd zijn, o.a. voor den
bouw van bruggen voor zwaar verkeer; den aan
leg en het herstel van wegen en het maken van
schuilplaatsen, bestand tegen het vuur uit de
zwaarste vuurmonden. Dit weerstandsvermogen
kan dan verkregen worden door de dekkingen
zeer dik te maken of gebruik te maken van veel
weerstandbiedende materialen (ijzer, gewapend
beton) dan wel door de schuilplaatsen diep in den
grond in te graven (het z.g. mineeren). Naast dit
opbouwende werk zal het echter ook voorkomen
vernielend te werk te moeten gaan. Allerlei ver
nielingen met behulp van springmiddelen moeten
snel en grondig kunnen geschieden om een inval
in ons land tegen te gaan en het verblijf voor een
tegenpartij aldaar te bemoeilijken.
In vredestijd wordt van de bedrevenheid van de
pioniers op dit gebied vaak geprofiteerd door hun
hulp in te roepen voor het vernielen van bouwwer
ken e.d.g., waarvan de opruiming op andere wijze
niet mogelijk is, dan wel te veel tijd en geld zou
kosten.
De verbindingstroepen (He Bataljon) hebben tot
taak de berichtenwisseling tusschen de Comman
danten onderling en met hun onderdeelen in den
ruimsten zin des woords te verzorgen. Daartoe
zijn onder meer beschikbaar optische seinmidde-
len (vlaggen, sluiters, seinlampen), telefoon en
radio. Het gebruik dezer verbindingsmiddelen,
alsmede het overbrengen der berichten, waarbij
tevens maatregelen tegen afluisteren door den
vijand moeten worden genomen, de aanleg en het
onderhoud der lijnen en dit alles zoo noodig
onder 's vijands vuur vereischen een groote
routine' en volharding van het verbindingsperso
neel.
Ook de afluister- en peildienst mogen niet onver
meld blijven, daar zij vaak inzicht kunnen geven
in de plaats en opstelling van vijandelijke onder
deelen en in de door den vijand voorgenomen ge
vechtshandelingen.
Van den vooruitgang der radiotechniek in de laat
ste jaren heeft' de verbindingsdienst ook wel zeer
geprofiteerd; de militaire radio-installaties zijn
dan ook uiterst betrouwbaar, gemakkelijk ver
voerbaar en bestand tegen het zware gebruik te
velde.
Ook bij de Verlichtingstroepen (Ille Bataljon)
heeft men in sterke mate geprofiteerd van den
grooten vooruitgang der techniek in de laatste ja
ren. Met trots mag hier gezegd worden dat de
verlichtingstroepen beschikken over de modernste
zoeklichten van eigen ontwerp, die elke vergelij
king met het buitenland kunnen doorstaan. Waar
de luchtverdediging heden ten dage zoo zeer in
het brandpunt van de belangstelling staat, be
hoeft de belangrijke rol, die de zoeklichten voor
het opsporen van de vijandelijke vliegtuigen daar
bij vervullen, geen nader betoog. Een prachtig ge
zicht vormen de felle lichtbundels, als zij de duis
ternis doorboren en het vliegtuig als een vlinder
in het licht gevangen houden; men vergete daar
bij echter niet, hoeveel oefening noodig is om egn
vliegtuig snel op te sporen en te volgen, zoodat
Het leggen van mijnen
het onder vuur genomen kan worden. Behalve
voor verlichting van vliegtuigen kunnen zoeklich
ten voorts nog worden bestemd voor verlichting
van doelen te land en ter zee.
Uit het voorgaande kan men zich eenigszins een
beeld vormen van de wel zeer uiteenloopende
werkzaamheden bij de drie Bataljons Genietroe
pen. Behalve deze bataljons behooren nog tot het
Regiment de School voor Reserve-Officieren der
Genie alsmede de Regimentskaderschool. Bij eerst
genoemde komen, voor opleiding tot reserve-
officier, vrijwel' uitsluitend in aanmerking inge
nieurs dan wel aanstaande ingenieurs, die het
candidaatsexamen met goed gevolg achter den
rug hebben; bij laatstgenoemde worden de be
roepsonderofficieren opgeleid.
Geheel afgescheiden van alle voornoemde oplei
dingen, behooren tot het Regiment Genietroepen
uitgebreide werkplaatsen en magazijnen. De hier
mede belaste dienst draagt zorg voor de aan
schaffing en het onderhoud van Geniematerieel,
niet alleen voor de Genietroepen zelf, doch voor
het geheele leger.
De arbeid in deze werkplaatsen en magazijnen
wordt voor een groot gedeelte door burgerwerk
lieden verricht.
Zoo zal het niet verwonderen, dat in de Krom-
houtkazerné naast de militaire bevolking ook het
burgerelement in vrij sterke mate is vertegen
woordigd.
De uitbreiding van de weermacht gedurende dit
jaar heeft ook voor de Genietroepen grooten voor
uitgang medegebracht. Op 1 October 1938 toch,
werd opgericht de Brigade Genietroepen,
waarbij elk Bataljon wordt gewijzigd in een Re
giment.
Met deze uitbreiding van personeel moest noodza
kelijk een vergrooting van de legeringsruimte ge
paard gaan. Zoo is men momenteel druk bezig de
Kromhoutkazerne tot nagenoeg de dubbele grootte
uit te breiden, terwijl voorts een nieuwe kazerne
te Soesterberg wordt gebouwd.
CACAO,- CHOCOLADE- EN
SUIKERWERKFABRI EKEN
WORMERVEER
DE JONGE DAVID
Reeds 125 jaar staat Boon aan de spits!
S eeds was men er op uit bij de fabricatie
van het product te streven naar het volmaakte
en ook heden nog is deze gedachtengang
de maa staf.
Kosten noch moeiten worden gespaard om
het beste product te fabriceeien.
125 jat en gmgen voorbij. S'eeds weer ver-
diingt het nieuwe het oude. Toch beperkt
alles zich tot voortzetting, verandering en
verbetering van het bestaande, waarvan de
hierbij afgedrukte foto's een duidelijk beeld
geven.
Meer en meer worden Boon's artikelen
gevraagd; gemaakt van uitsluitend de beste
grondstoffen, vinden zij hun weg naar stad
en land.
De moderne techniek waarborgt U het beste
tegen den laagsten prijs.