DE TABAKSHANDEL IN DEN LOOP DER JAREN
ALBUM DER KONINKLIJKE
NEDERLANDSCHE LANDMACHT
NEDERLAND! LET OP U SSECK1
HERDENKINGSNUMMER yari 3ë Vijï Samenwerkende Christelijke Dagbladen blz. 2d
|OE heeft ons land eigenlijk de tabak en later
de sigaar leeren kennen? Uit Engelsche
bron. Britsche studenten, die de Leidsche Acade
mie bezochten, hebben de sigaar hier geïmpor
teerd. De eerste berichten over tabak bracht Co
lumbus uit Amerika, later gevolgd door berich
ten van Petrus Martijn in 1511. Al spoedig ver
spreidde het rooken van tabak zich over de ge-
heele wereld. Men schat de productie van tabak
thans op twee millioen ton. Het verbruik in de
verschillende staten van de wereld varieert per
hoofd van 0.3 K.G. in Turkije tot 3.1 K.G. per
hootd per jaar in Amerika, terwijl voor ons land
3 K.G. en voor België 2.5 K.G. wordt opgegeven.
Uit handels-politiek oogpunt bekeken is de tabak
nog steeds een der zwakke Indische Export-pro
ducten. Intussclien heeft de „Commissie van ad-
Vies nopens concrete uitbreiding van de economi
sche Samenwerking tusschen Nederland en Ne-
derlandsch-Indië" overwogen, of mogelijkheden
zich voordeden om binnen het kader der econo
mische samenwerking maatregelen voor te stel
len, die tot grooteren afzet van tabak naar Ne
derland zouden kunnen leiden. De Commissie
was zich overigens bewust, dat de afzet van Indi
sche tabak het meest gebaat wordt door het sti-
muleeren van de afname door derde landen, waar
toe de verschillende Jjandels- en clearingsverdra-
gen van groote beteekenis zijn.
Na den oorlog is in alle landen de vrijheids
beperking een der voornaamste overheidszorgen
geworden. Men vindt steeds nieuwe politieke,
sociale, ethische motieven om de burgerij in zijn
uiting en in zijn handel te beperken.
Op deze wijze is de tabak, handelspolitiek gezien,
een der overgebleven zwakke Indische producten
geworden.
De afzetmoeilijkheden kwamen voort uit stijgen
de eigen productie in de afnemende landen. Voor
al was dit in Duitschland het gevaL Ruim 50
van alle hier aan de markt komende tabak werd
yroeger aan Duitschland verkocht en was dit land
dan ook onze grootste afnemer. Zonder overdrij
ving mogen wij dan ook zeggen, dat, wanneer
Duitschland „in de put zit" dit met ons niet min
der het geval is en dit zeker met betrekking tot
de tabak.
Verder dienen we hier te noemen de bevoorrech
ting van tabak uit eigen koloniën, waarvan zy,
die voorheen veel met Frankrijk „deden", mee
kunnen praten. Eveneens mag niet vergeten wor
den de aankoop van tabak uit andere landen,
waarbij wij b.v. denken aan het handelsverdrag
tusschen Duitschland en Brazilië, en noemen we
last but not least de betalingsmoeilijkheden,
'waarmede zoo langzamerhand vele landen meer
en meer te kampen hebben.
We mogen dus zeggen dat de afname van tabak
Volwassen tabaksplant
door de meest groote koopers na 1929 belangrijk
is gedaald. Een uitzondering vormen hierop Ne
derland, België, Zwitserland en Denemarken.
Eenige cijfers mogen we hier noemen, waarbij
nog dient te worden opgemerkt dat 1 pak tabak
plm. 75 a 80 K.G. weegt.
In 1864 kwamen in ons land vanuit Sumatra aan
de markt 50 pakken tabak met een waarde van
4000.Tien jaar later 12895 pakken met een
waarde van 2.850.000.
In 1884 125496 pakken met een waarde van
27.550.000.—.
In 1894 193334 pakken met een waarde van
35.000.000.—.
In 1904 233957 pakken met een waarde van
35.800.000.—.
In 1914 246543 pakken met een waarde van
35.800.000.—.
In 1923 207858 pakken met een waarde van
88.200.000.—.
In 1924 207922 pakken met een waarde van
76.800.000.—.
In 1927 223987 pakken met een waarde van
80.500.000.—.
Hiertusschen jaren als 1912 met 282920 pakken
met een waarde van 60.000.000 en 1913 met
251689 pakken met een waarde van 49.900.000.
Tegenwoordig, door de restrictie van de laatste
jaren, ziet men vanaf 1931 steeds kleinere oog
sten; de laatste jaren bedroegen deze ca. 130.000
pakken met een opbrengst van 30y2 millioen
gulden.
De oogsten der Vorstenlanden bedroegen
de laatste 10 jaar 100.000 tot 147.000 pakken,
waarvan de waarde van 23 millioen in 1915 terug
liep tot 3 millioen gulden. De laatste oogstjaren
brachten ca. 110.000 pakken met een waarde
varieerend van jaar op jaar van 4 millioen tot
7 millioen gulden.
De Java oogsten zyn rijkelijk te groot,
voornamelijk wat aangaat Besoekitabak. Hier be-
Kweekbedden tabak
hoorde restrictie toegepast te worden, gelijk Su
matra dit zoo goed heeft ingezien en toegepast.
Wel is waar wordt er de laatste jaren belangrijk
minder Java-tabak aan de markt gebracht, doch
in verhouding met de opname toch nog te veel.
Tien jaar geleden bedroegen de Java oogsten ca.
600.000 pakken met een waarde van plm. 40 mil
lioen gulden. De laatste vier oogstjaren ca. 380.000
pakken met een waarde varieerende van jaar tot
jaar van 12 tot 17 millioen gulden.
Door een te groot aanbod van voornamelijk Be
soekitabak kan deze tabak geen behoorlijken prijs
opbrengen én is hier van winst dan ook absoluut
geen sprake. Vanaf 1931 werken de cultures dan
ook met enorme verliezen. En waar is het eind?
Duitschland is ook hier weer de zondebok. De be
voorrechting van zijn eigen tabak, de z.g. „Pfalzer-
tabak", is voor onze handel met dit land-van zeer
groote beteekenis geweest. Bovendien worden in
compensatie of clearing groote hoeveelheden Zuid-
Amerikaansche en Europeesche soorten aange
kocht, waarmede Java niettegenstaande de lagere
prijzen voor dit artikel vervangen wordt.
En zoolang de valutarestricties en daarmede ge
paard gaande handelsbelemmeringen blijven be
staan zal het voor den tabakshandel moeilijk zijn
om behoorlijke winsten te maken.
We hebben dus gezien dat in Nederl.-Indië tabak
wordt geproduceerd in verschillende gedeelten van
Java en in Sumatra's Oostkust. Laatstgenoemd
gewest levert de z.g. Deli-tabak, die bijna uitslui
tend voor dekblad dient. De producenten passen
thans een restrictie van 45 ten opzichte van
1926/29 toe. Van de Java-tabakken hebben zich de
Vorstenlanden bijna geheel bladtabak vrij
wel geheel op een peil van tegen de 10.000 ton ge
handhaafd. In 1935 werd de productie voor het
eerst ongeveer 20 ingekrompen.
De productie van Besoeki-blad-tabak is gedurende
de crisis van plm. 10.000 tot ruim 2000 ton gedaald.
Nederland neemt voor eigen verwerking ongeveer
30 van de Java- en 15 van de Sumatra-export
af. Het heeft bovendien dien afzet van Indische
tabakken naar Duitschland en Tsjecho-Slowakije
door compensatie-transacties gesteund. De afzet
mogelijkheid naar Duitschland hangt voorts af
van de clearing-situatie Nederland-Duitschland,
waarop hier thans niet verder wordt ingegaan.
Nu ook Oostenrijk is ingelijfd en Tsjechoslowakije
in verschillende stukken is gesneden, stapelen
zich de moeilijkheden steeds meer op.
De totale consumptie van tabaksproducten had in
ons land in 1936 nog een kleinhandelswaarde van
123.3 millioen gulden, een cijfer, dat een derde
lager ligt dan dat van 1930. Van deze 123 mil
lioen werd ca. 33.6 millioen in beslag genomen
door accijnzen, vermoedelijk ongeveer 28 millioen
door distributiekosten en slechts ongeveer 15
millioen door de waarde der grondstoffen.
Tot sigaren worden verwerkt nagenoeg alle Su-
matra-tabak, nagenoeg alle Brazieltabak, een
gedeelte der Java-tabak en een kleine hoeveelheid
Cuba en Manilla.
Terwijl de productie in stuks langzaam toeneemt,
daalde het gemiddelde gewicht der sigaren in
1935 en 1936, terwijl de gemiddelde prijs nog
sterker omlaag kwam, nl. van 7.3 cent, in 1925
tot 4.2 cent in 1936.
Deze daling is veroorzaakt door het opkomen der
3 cents sigaren de laagste prijsklasse der nor
male sigaar die in 1936 39 pet. der totale
consumptie leverde.
Het waren vooral de werklooze sigarenmakers,
die deze sterke prijsdruk veroorzaakten. Met op
crediet verkregen grondstoffen en zonder sociale
verplichtingen produceerden zij maar. No'ens
volens hee,ft de groot-industrie toen ook de fabri
cage van de 3 cent sigaren ter hand moetei
nemen.
De felle onderlinge concurrentie en de geringi
koopkracht houden thans een verleggen der pro
ductie naar hoogere prijsklassen tegen, terwij
daarentegen de grondstoffen duurder zijn gewor
den. Maar vast staat, dat indien hierin niet spoe
dig een radicale verandering komt. het met onz
sigarenindustrie mis moet loópen. De productii
der 3 cent sigaren beteekent een groote verlies
post
Resumeerende: de tabakcultures .de tabakhandel
de tabakindustrie, zij allen maken momentee
heel moeilijke tijden door. In al deze takken
bedrijf zijn groote kapitalen geïnvesteerd
vinden tienduizenden landgenooten een bestaan
De moeilijkheden zijn vele. Of ooit de vriji
handel vooral met Duitschland zich
herstellen, is een open vraag. Nochtans laat mei
de moed niet zakken. Moge het optimisme, waar
over de tabakshandel ondanks tegenslagen, no|
altijd beschikt, binnen een niet te verre toekomj
in daden verwezenlijkt worden.
KROCHT het er eens toe komen, dat de ge-
schiedenis van Rotterdams Handel te boek
wordt gesteld, dan zal daarin aan den tabak
handel een voorname plaats moeten worden in
geruimd, want tabak is al sedert langer dan drie
eeuwen een artikel geweest waarin Rotterdamsche
kooplieden handel dreven.
Het besluit van Pieter van den Arend cum sius
zioh te Deli te vestigen, om er de tabakscultuur
te beoefenen dit geschiedde in 1863 gaf
den stoot tot het begin van de Nederlandsche
tabakscultuur op Sumatra ,een cultuur, waaraan
het geheele gewest der Oostkust zijn opkomst
heeft te danken gehad. Het Handelshuis P. van
den Arend is de grondlegger geweest van de
Delische Tabakscultuur. De groote vlucht welke
deze cultuur heeft genomen en de mate van bloei
waartoe zij gestegen is, zijn het valt niet te
ontkennen de vruchten van het moeilijke
werk, dat van den Arend en zijn opvolgers in
1863 en volgende jaren hebben verricht.
Van den Arend is de man van het initiatief ge
weest; hij heeft volgehouden, niettegenstaande tal
van groote moeilijkheden en ernstige tegenslagen,
waarvan wij hieronder enkele nader zullen
noemen.
Zoo dreigde b.v. in 1896 de verplaatsing van de
Hollandsdhe Sumatra tabaksmarkt naarDuitsch
land. Doch het waren de Hollandsche Tabaks
handelaren en makelaars die het flinke besluit
namen eiken concurrentie op de Bremermarkt
weg te nemen, door zich te onthouden van in
schrijvingen aldaar.
Een veel bewogen tijd brak voor de geheele
tabakswereld aan toen de protectionistisch ge
zinde partij in de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika zich er op toelegden het daarheen
leiden, dat zeer hooge invoerrechten op taba
zouden worden geheven.
Maar ook hierbij zou het niet blyven. De oorloj
van 19141918 bracht ontzettende verwarring ii
den handel en het geldwezen teweeg. Daar di
afzet van tabak tengevolge van den oorlog zee
ingekrompen was, werd in planterskringen o;
Sumatra de wenschelijkheid overwogen van
beperking van den aanplant in 1915.
Zeer ernstig werd de toestand van don Neder
landschen Tabakshandel, toen de Regeering
het Duitsche Rijk in datzelfde jaar bekend maak
te de handelsoorlog tegen Engeland door te
ren, met als gevolg dat de scheepsvrachten
Indië naar Europa zelfs met 100 rezen. He
daarop volgende jaar ging Duitschland er zelf;
toe over den invoer van ruwe tabak geheel ei
al te verbieden. Allerlei gestrenge maatregelen
welke de oorlogvoerende mogendheden namen
belemmerden den handel ten zeerste.
En de heer van den Arend en zijn later gesticht!
Tabaks Mij „Arendsburg" zijn niet bij de pakken
blijven zitten; zij hebben kans gezien door ijve
rige samenwerking en door onderling overleg
vele belangrijke vraagstukken tot een goede op
lossing te brengen. De gestadige achteruitgang
van de valuta in vele Europeesche landen wé
zeker niet een van de minst moeilijke.
Als baanbreker van de Nederlandsche Tabak:
cultuur heeft de heer v. d. Arend volhard en
hij geslaagd in zijn streven. Ook thans nog pluk
de Tabak Maatschappij „Arendsburg" daarva
rijpe vruchten.
Tabak op het veld, 14
dagen oud. Op den.
achtergrond droog
schuren.
VERSCHENEN 2e, geheel bijgewerkte uitgave!
SAMENGESTELD ONDER GOEDKEURING EN MET MEDEWERKING V. H. DEPARTEMENT VAN DEFENSIE
=t 600 FOTO's speciaal voor dit doel opgenomen 41 ARTIKELEN
van de hand van Militaire Autoriteiten, geven uitvoerig weer de TAAK en WERKWIJZE van ALLE
ONDERDEELEN der LANDMACHT. Daarom behoort dit boekwerk in het bezit van EEN IEDER die bij
de landmacht betrokken is geweest of nog actief dient!
Z. Exc. Dr. H. COLIJN, Minister van Staat. Minister van Algemeene Zaken en Oud-Minister van Defensie:
Min verband met de propagandistische waarde voor de weermacht heeft deze uitgave mjju
instemming".
Z. Exc. J. J. C. VAN DIJK, Minister van Defensie:
Het brengen van onze weermacht onder de oogen van het Nederlandsche volk, ook m woord en
beeld, doet de belangstelling groeien, en versterkt den band die tusschen beide moet bestaan".
Het album bevat o.m. 4 kleurefc-reproducties naar werken van den bekenden soldatenschilder: Hoynck van Papen-
drecht. Ingenaaid 1.25. In fraaie luxe band met relief-opdruk 3.75. Te bestellen bij den boekhandel,
of bij de uitgeefster:
Weekblad Gelderland in Woord en Beeld" - Arnhem. Giroreken. 76760
Voor den Boekhandel: aan le vragen bij GEBB. VAN CLEEI", Uitgevers, Spul 28 BEN HAAG.
N.V. Ingenieurskantoor voor Scheepsbouw
Telefoon 113225 's Gravenhage Kneuterdijk 8