De Koninklijke Marine in Nederl.-lndië Het Luchtvaartbedrijf NEDERLAND LET OP U SAECK HERDENKINGSNUMMER van 3e Vijf Samenwerkende Christelijke Dagbladen blz. 17 door C. E. L. Helfrich Schout bij nacht C. E. L. Helfrich FR bestaat geen beter middel om de waarde van „zeemaoht" in het algemeen en voor Nederlandsch Indië iin het bijzonder te leeren begrijpen en in te zien dan te dienen op het gedeelte onzer Staatsmarine dat daar is ge stat ionneerd. Daar, in dat eilandenrijk van een uitgestrektheid als geheel Europa, waar het land overal door de zee wordt omspoeld, en waar dus iedere aanval van over zee moe* komen, in dat enorme water gebied vormende den overgang van Indisehen naar Stillen Oceaan, waar de machtige vracht vaart van- en naar het Verre Oosten zich als het ware „doorhéén perst", daar krijgt men en vooral ter zee een klaar besef van de grootsche en uiterst moeilijke opgaven waarvoor de vloot zich gesteld kan zien, maar daar wordt anderzijds ook het inzicht verhelderd in de groote mogelijk heden, welke de geografische gesteldheid van het terrein zelfs aan een kleine vloot biedt. Een kleine vloot, mits bestaande uit in hun soort moderne, gevechtswaardige schepen en mits be mand door bekwaam, ervaren en physiek krachtig personeel, dat van hoog tot laag begrijpt welke belangen er op het spel staan en zich blijmoedig schikt in de vele kleine en op den duur afmatten de ongemakken, welke het leven aan boord in de tropen nu eenmaal medebrengt. Inderdaad krijgt men daar telkens wéér de over tuiging, dat Nederland om te houden wat het hééft en waarvan het in zoo ruime mate profi teert niet genoeg voor zijn oorlogsmarine kan doen, en er in elk geval voor moet zorgen, dat wat er is, behoort tot het beste wat de moderne techniek kan geven. Even snel als de techniek verandert, verouderen schepen en vliegtuigen. Wanneer niet wordt zorg gedragen voor geregelde en tijdige vernieuwing, zal er een oogenblik komen waarop de gevechts- waarde zóó achteruit is gegaan dat men zich af zal vragen waarom wij toch dat groote kapitaal hebben gestoken in een zaak die zoo duur is in exploitatie en zoo weinig rendeert. Niet alléén technisch, maar ook tactisch moet die vloot up to date zijn. Door studie, kennis en er varing zullen de leiders moeten weten, wat zij met het hun toevertrouwde materieel en personeel kunnen doen en wat zij moeten laten; door vak bekwaamheid en langdurige oefening zullen de bemanningen moeten weten hoe zij het hun toe vertrouwde materieel moeten behandelen om er uit te halen wat er In zit. Aan tijd en gelegenheid om te oefenen en erva ring op te doen ontbreekt het in Indië niet, mits die tijd wordt uitgebuit. Het is geen gemakkelijke taak om in het ingewikkelde samenstel van ver schillende, op zich zelf gecompliceerde schepen en vliegtuigen, de juiste verhouding te vinden tusschen de oefengelegenheid welke ieder onder deel moet hebben om zijn taak naar behooren te kunnen vervullen, en anderzijds de „stilligtijden" welke op hun beurt onvermijdelijk zijn om het materieel goed onderhoud te geven en de be manningen in een meer comfortabele omgeving op adem te laten komen. Daar zijn in het z.g. „Eskader in Nederlandsch Indië" (het „operatieve orgaan", bestemd om in volle zee op te treden) de kruisers, de torpedo- bootjagers, de onderzeebooten, de vliegtuigen. Zij hebben- één ding geméén, dat is hun technische gecompliceerdheid met de daaraan verbonden hooge onderhoudseischen. Zij hebben echter alle in den oorlog verschillende en sterk uiteenloopen- de taken waarvoor zij zich moeten voorbereiden. Zij alle hebben eigenschappen waarin hun kracht maar ook onvolkomenheden waarin hun zwak heid schuilt, onvolkomenheden, welke onver mijdelijk zijn en aan ieder bepaald onderdeel onverbrekelijk vastzitten. Daar is de snelle kruiser: drager van een zekere mate van artilleristische kracht, welke eiken te genstander dwingt om met kostbare schepen te komen en aldus de preventieve waarde van onze marine zeer belangrijk en op niet te vervangen wijze waarborgt, snel verplaatsbaar teneinde zijn slag te slaan waar de vijand een zwakke plek ver toont en zich aan een beslissing te kunnen ont trekken wanneer overmacht zulks gebiedt, com mandopost van den bevelhebber ter zee en zijn uitgebreide organen. Daar is de torpedobootjager: een lichtere artille ristische steun voor den kruiser, drager van het torpedowapen, bij uitstek geschikt voor verras sende aanvallen bij duisternis, een snelle verken ner en onderzeebootbestrijder, anderzijds kwets baar door lichte constructie en gebrek aan pantser. Schout bij Nacht Directeur Hoogere Marine Krijgsschool Daar is de onderzeeboot: het machtige onderwa ter-torpedowapen dat den sterksten vijand af breuk kan doen, dat echter ook onzichtbaar kan blijven als het moet, om op een volgend oogenblik verrassend op te treden waar het niet wordt ver wacht, niettemin zwak boven water en met een beperkten gezichtskring. Daar is tenslotte het zeer snelle vliegtuig, het op een hooger niveau geplaatste „oog" der vloot, den tegenstander opsporend en ons wijzend diens sterke en diens zwakke punten, bovendien bij machte den vijand met bommen en torpedo's te bestoken; echter in vergelijking met schepen veel spoediger uitgeput wegens een beperkten benzine voorraad, en gevoeliger voor weersomstandig heden. Al deze soorten schepen en vliegtuigen moeten elkaar in hun hoedanigheden aanvullen, zij moe ten leeren hoe zij hun typische eigenschappen het best tot hun recht laten komen, zij moeten ook weten waarin zij te kort schieten en daarvoor dus steun moeten zoeken bij anderen, zij alle moe ten tenslotte leeren samenwerken om tezamen het hoogste rendement te geven. Dat hierbij van de opvarenden maritieme scholing en onderling begrip van elkanders doen en laten moet worden geëischt, spreekt vanzelf. Vaaroefeningen afzonderlijk en in verband, schiet oefeningen met het geschut, lanceeroefeningen met bom en torpedo, aanvalsoefeningen door ja gers, onderzeebooten en vliegtuigen, verkennings oefeningen, de wijze van onderzeebootbestrijding, onderlinge kruiser- en jagergevechten, gezamen lijke oefeningen in tactisch verband, alles zoowel overdag als des nachts, zij volgen elkaar in bonte ry op, afgewisseld door vaar- en vliegtochten overal, om in dezen uitgestrekten archipel plaat selijke bekendheid op te doen, slechts periodiek onderbroken door de stilligtijden voor noodzake lijk onderhoud en noodig gebleken herstellingen. Dan heeft ieder even tijd om uit te blazen, familie en kennissen op te zoeken of een normalen avond aan den wal door te brengen zonder „gedoofde lichten" waaraan hij aan boord na zonsondergang gewend was geraakt. Er wordt hard gewerkt bij de marine in Indië. Slechts een langdurig verblijf aan boord, een me demaken van alle oefeningen op velerlei gebied, een deelen van alle lief en leed, kunnen daarvan een juisten indruk geven. En zij die daartoe in de zeldzame gelegenheid waren, zullen de marine niet als zoovele anderen beoordeelen naar de tij dens een „week-end" in de haven liggende sche pen en naar den keurig gekleeden passagierenden Jan, die er nu eens zijn gemak van neemt. Een sterke marine is voor ons zeevarend volk, voor onze natie met groote koloniale- en handels belangen onontbeerlijk. Ook voor de neutra- liteitshandhaving, welke steeds basis is geweest voor onze buitenlandsche politiek en na de inéénstorting van het gebouw der „collectieve veiligheid" weer zoo op den voorgrond is getreden. Want de beste preventieve werking tegen neutra- liteits schend in g is een moderne, gevechts- krachtige vloot. Het is niet het feit, dat er overal scheepjes en vliegtuigjes zijn om een schending der onzijdigheid te constateeren, dat onze kracht bepaalt. In onze enorme zee- en kustgebieden is het zelfs voor den sterkste onmogelijk om overal permanent „present" te zijn en een dergelijke verspreiding zou bovendien even zoovele zwakke plekken beteekenen. Maar het is in hoofdzaak de wetenschap, dat onze vloot, zoodra wij in den oorlog worden betrokken, 3e maritieme krach ten aan één der kanten belangrijk zal versterken; het is d i e wetenschap, welke iederen belligerent zal dwingen, onze neutraliteit te eerbiedigen, hem althans uitermate huiverig zal stemmen, onze onzijdigheid te schenden. „Welke risico's loop ik, wanneer de Nederlandsche vloot zich aan de zijde van mijn tegenstander schaart?", dat is de vraag welke iedere oorlogvoe rende zich móet en zal stellen wanneer hij iets tegen ons in den zin heeft, waartoe schending van onze neutraliteit noodig is. Hoe krachtiger onze strijdmacht ter zee, geschikt om overal ter wereld op te treden en een even- tueelen bondgenoot te steunen, hoe zwaarder bo vengenoemde vraag zal wegen en hoe eerder men geneigd zal zijn, ons land buiten den oorlog te houden. J Onze maritieme kracht zal onze bondgenoot schappelijke waarde bepalen en is daarmede de beste handhaver van r neutraliteit. 5 „Dutten?" sprack moy Heintgje, „dutten?" if HUYGENS. i „De liefde tot zijn land is yeder aen- X geboren." i< VONDEL. Momtagewerkplaats door H. C. van Royen Kolonel der Genie vaartproblemen", verschenen in „Het Vlieg veld" van de maanden April, Mei en Juni van dit jaar. vestigt ir. B. Stephan, voormalig chef v. d. Technischen Dienst der L.V.A., thans adviseur van de Turksche regeering op luchtvaartgebied, er de aandacht op, dat er geen technisch wapen is, dat voor zijn gebruik zulk een omvangrijke grond- Hr Ms Witte de With" organisatie van noode heeft als juist de lucht vaart en dat dit door hen, die buiten de lucht vaart staan, wel eens wordt onderschat. De heer Stephan slaat naar mijn meening met deze opmerking den spijker op den kop. Een zeer belangrijk onderdeel van die grondor- ganisatie vormt, voor wat de Militaire Luchtvaart in ons land betreft, het Luchtvaartbedrijf, dat, voortgekomen uit den Technischen Dienst van de Luchtvaartafdeeling, in 1932 als zelfstandig onder deel van de Militaire Luchtvaart werd opgericht, en tot taak heeft: le. het uitvoeren van alle herstellingswerkzaam heden aan het luchtvaartmaterieel, alsmede het reviseeren van vliegtuigen en motoren; 2e het aanschaffen van alle benoodigdheden voor de Militaire Luchtvaart, waaronder begrepen de nieuwe vliegtuigen en motoren, enz., alsmede het samenstellen van alle daarvoor noodige overeen komsten; 3e het beheer van het luchtvaartmaterieel, alsme de de administratieve verantwoording daarvan. In verband met deze taak bestaat het Luchtvaart bedrijf uit de volgende diensten: a. den .Technischen Dienst, welke is be last met de leiding van de werkzaamheden in de verschillende werkplaatsen, t.w. de hout- en doek bewerking, de parachutewerkplaats, de schilder- werkplaats, de motorwerkplaats, de bankwerkerij, de koperslagerij, de instrumentmakerij, de afdee- ling Licht en Kracht, de montagewerkplaats en den opneemdienst. Voorts is de Technische Dienst belast met het voeren van de technische bespre- kigen nopens de uitvoering van de contracten in zake de aanschaffing van nieuwe vliegtuigen. b. Den Keuringsdienst, welke is belast met de keuring van al het materieel en van de mate rialen, welke ten behoeve van de Militaire Lucht vaart worden aangeschaft,1 met uitzondering van vliegtuigen en' motoren, voorts met de keuring van alle werkstukken, welke in de verschillende werkplaatsen van het Luchtvaartbedrijf worden gemaakt, alsmede van de door het Luchtvaartbe drijf gereviseerde vliegtuigen en motoren. c. Den Administratieven Dienst, welke is belast met de administratieve verantwoording van alle uitgaven ten behoeve van de Militaire Luchtvaart en met de bedrijfsadministratie, waar onder begrepen de magazijns-, kostprijs-, loon- en begrootingsadministratie. d. Den Inkoop-en Magazijndienst, welke is belast met alle aanschaffingen, welke naar aan wijzing van den Technischen Dienst noodig zijn, en voorts met het beheer en de verantwoording van alle magazijnvoorraden. e. De Militaire Controle, welke is belast met het dagelijksch toezicht op den bouw van bij de vliegtuigfabrikanten bestelde vliegtuigen en met de keuring van alle materialen en alle onder- deelen, welke voor het maken van de vliegtuigen noodig zijn. f. Den AlgemeenenDienst, welke is belast met de keuring van motoren ten behoeve van de in bestelling zijnde vliegtuigen en met de uitwer king van opdrachten van algemeenen aard. Zijn in normale tijden de werkzaamheden van het Luchtvaartbedrijf reeds omvangrijk, deze werk zaamheden zijn in verband met de groote uit breiding van de Militaire Luchtvaart zeer toege nomen en in belangrijkheid gestegen. Daarbij moet voorts rekening worden gehouden met de omstandigheid, dat het moderne oorlogsvliegtuig zooals Ir. Stephan in één van zijn in den aanhef dezes aangehaalde artikelen het uitdrukt een instrumenten winkel en machinekamer is. Bij den opbouw van die „instrumentenwinkels en machinekamers" is doorloopend overleg noodig tusschen de organen van de Militaire Luchtvaart en den Vliégtuigfabrikant, opdat een geheel wordt verkregen, dat aan de hoogste eischen voldoet. Voorts zal bij den bouw van nieuwe vliegtuigen rekening moeten worden gehouden met de erva ring, welke met de in gebruik zijnde toestellen is opgedaan, opdat geen constructies worden toege past, welke in de practijk niet hebben voldaan. De mogelijkheid, dat toegepaste constructies in de practijk niet zullen voldoen, bestaat in het bijzon der in de vliegtuigindustrie, omdat de vliegtuig constructeur gedwongen wordt, om ter wille van de vliegeigenschappen van het vliegtuig, zoo licht mogelijke constructies toe te passen. Ook om die reden is doorloopend overleg tusschen den vlieg tuigfabrikant en de technische vertegenwoordigers van de Militaire Luchtvaart noodig. Het 'spreekt wel vanzelf, dat in het bijzonder vo renbedoelde constructies met grooten ernst moeten worden gekeurd. Gelukkig is ook de vliegtuigfa brikant zich ten volle bewust van zijn groote ver antwoordelijkheid terzake en worden bedoelde constructies door de fabriekscontrole aan een de gelijk onderzoek onderworpen. Doch daarnaast is ook een onderzoek van de Militaire Controle noodzakelijk. Voor zooveel de werkstukken ln de werkplaatsen van het Luchtvaartbedrijf worden uitgevoerd, zal de controle geschieden door den Keuringsdienst. De taak van beide diensten, nl. den Keuringsdienst en de Militaire Controle is dus zeer belangrijk en verantwoordelijk. Het bij die diensten ingedeêlde personeel zal aan hooge eischen moeten voldoen. Indien toch aan de oogen van die diensten iets ontgaat, zal zulks voor de Militaire Luchtvaart de ernstigste gevolgen kunnen hebben. Ten einde de bedrijfszekerheid van de vliegtuigen zoo groot mogelijk te doen zijn, zullen zij op zorg vuldige en deskundige wijze dienen te worden onderhouden. Zulks geschiedt door de zorg van het hangarpersoneel van de Luchtvaartafdeeling, dat zijn verantwoordelijke taak op zeer goede wijze verricht. Na elke 100 uur vliegen wordt het toestel aan een grondige inspectie onderworpen, welke de „hon- derduursinspectie" wordt genoemd. Ook dit ge schiedt door het hangarpersoneel. Zoodra de mo tor een voor elk type vastgesteld aantal vlieguren heeft, wordt deze vervangen door een anderen motor, terwijl de uitgebouwde motor wordt gere viseerd. Daarbij wordt de motor uiteengenomen, zoo noodig bijgewerkt of vervangen door een an der exemplaar. Ook het vliegtuig wordt na omstreeks 700 vlieg uren gereviseerd. Daarbij wordt het in den Op neemdienst geheel uit elkaar genomen en elk on derdeel onderzocht, waarbij ook de keuringsdienst zijn medewerking verleent. Ter vervanging van onbruikbare en van defecte, doch te herstellen, onderdeelen, worden andere onderdeelen uit het magazijn ontvangen, terwijl de te herstellen on derdeelen, na in de werkplaatsen te zijn hersteld, in het magazijn worden opgelegd. De opneem dienst levert vervolgens het vliegtuig compleet in onderdeelen af aan de montage-afdeeling, waar het weder in elkaar wordt gezet. Op overeenkom stige wijze wordt gehandeld met vliegtuigen, welke wegens beschadiging, in de meeste geval len ontstaan door minder gelukkig uitgevoerde landingen, door de Luchtvaartafdeeling worden ingeleverd bij het Luchtvaartbedrijf. Uit het vorenstaande moge blijken, dat het voor de Militaire Luchtvaart van het hoogste belang is, dat het Luchtvaartbedrijf zijn taak op ernstige en nauwgezette wijze verricht en dat, indien aan het Luchtvaartbedrijf de noodige krachten, in het bijzonder in de leidende futicties zouden worden onthouden, dit tot ernstige gevolgen zou moeten leiden. Het is voorts noodzakelijk, dat het Luchtvaartbe drijf uiteraard volledig rekening houdende met de belangen en de wenschen van de Luchtvaart troepen, als zelfstandig onderdeel van de Militaire Luchtvaart zijn werkzaamheden zal kunnen ver richten, zonder inmenging in zijn taak door den in het algemeen technisch niet onderlegden troepen commandant. Het zou dan ook naar mijn meening niet juist zijn, indien, zooals tegenwoordig van militaire zijde wordt gepropageerd, het Luchtvaartbedrijf weder zou worden geplaatst onder de bevelen van 'den Commandant van de Luchtvaartafdeeling (Lucht vaartbrigade), niet alleen om evenvermelde reden, maar ook, omdat de taak van den troepencomman dant reeds zoo omvangrijk is, dat de tijd hem ontbreekt, om zich daadwerkelijk te kunnen be moeien met de werkzaamheden van het Lucht vaartbedrijf. Motorwerkplaavs De Militaire Gasschool door G. A. A.P. Kloeg, Ie Luit. Mil Gasschool BIJ de herdenking van onze 125-jarige onaf hankelijkheid komen als vanzelf herinne ringen boven aan belangrijke wapenfeiten en heldendaden, welke door bepaa'de onderdeelen van de weermacht werden verricht. Dergelijke herinneringen zijn er aan de ver richtingen van de Militaire Gasschool niet, om de eenvoudige reden, dat haar bestaan nog zoo kort is, alsook omdat van haar nimmer schitterende krijgsverrichtingen te verwachten zijn. Desondanks heeft zij gedurende haar 12V2 jarig bestaan bewezen een onontbeerlijk stukje leger- organisatie te zijn. Vanaf haar oprichting in het voorjaar van 1926 is zij geweest het centrale opleidingsinstituut, waar specialisten worden gevormd op het gebied van de chemische oorlogvoering. Allereerst zijn dit de adspirant-reserve-gasoffi- cieren, die jaarlijks gedurende 4 maanden een opleiding in de gasbescherming ontvangen en die als reserve-gasofficier hun plaats by de verschil lende wapens in de weermacht innemen. In de tweede plaats worden regelmatig cursussen gegeven voor actief dienende subalterne officie ren, aan wie na een opleiding van 2 maanden de uiterst belangrijke taak het verzorgen van de gasbescherming van den troep in haar vollen omvang wordt toevertrouwd. Zij vormen tevens het korps van instructeurs, die tot taak hebben hun aan de school verworven kennis uit te dragen over de diverse korpsen, op dat een degelijke en uniform geregelde opleiding van den troep in den gasdienst wordt verzekerd; zij zijn belast met de algemeene leiding bij de oefening in de gasbescherming en met het onder richt aan gasonderofficieren, gasverkenners en gasontsm etters. Naast bovengenoemde cursussen voor de gas- specialisten, waarbij het vraagstuk van de gas bescherming in haar geheel wordt belicht, zijn cursussen van kcfrteren duur georganiseerd, meer bestemd om een algemeen inzicht betreffende den gasdienst te verspreiden. Zoo worden meer gastactische cursussen gehouden voor Hoofdoffi cieren. Officieren-leerlingen van de Hoogere Krijgsschool en Officieren-leeraren aan de scho len voor reserve-officieren, meer gasmedische cursussen voor beroeps- en reserve-officieren van gezondheid en paardenartsen. Het contact met de opgeleide z.g. beroepsgas- officieren, alsmede met de reserve-gasoff icier en blijft bestaan, omdat voor hen aan de Militaire Gasschool regelmatig herhalingscursussen worden 'gegeven. Behalve over gasofficieren, beschikt onze weer macht nog over z.g. officieren-scheikundige. Voor reserve-officieren zijn aanvankelijk speciale cursussen georganiseerd om hen op te leiden tot reserve-officier-scheikundige. Momenteel worden zij gerecruteerd uit het korps reserve-gasofficieren Ook deze officieren vervullen regelmatig hun herhalingsoefeningen bij de Militaire Gasschool en nemen steeds kennis van de vorderingen van het chemische wapen, opdat maatregelen getrof fen kunnen worden, welke de gasbescherming van den troep kunnen verbeteren. Wie komen in aanmerking Om in aanmerking te komen om tot reserve-gas- officier en later eventueel tot reserve-officier- scheikundige te worden opgeleid, wordt in het algemeen geëischt, dat de candidaten, behalve dat zij moeten voldoen aan de algemeene eischen, welke gesteld zijn om reserve-officier te kunnen worden, chemisch geschoold zijn, dan wel in chemie studeeren. In aanmerking komen dus in de eerste plaats studenten in de scheikunde, in de physica en in de pharmacie. Naast de Aiiver militaire cursussen, worden cr gedurende de laatste 2 jaren nog cursussen ge organiseerd voor niet-militairen. Op initiatief van den Inspecteur voor de bescherming van de be volking tegen luchtaanvallen worden de ge meentebesturen in de gelegenheid gesteld om één of meer personen aan de Militaire Gdsschool te doen opleiden tot gemeentelijk gasspecialist. Ook verschillende groot-bedrijven hebben hun personeel naar deze cursussen gezonden om over deskundigen te kunnen beschikken, die voor wat betreft de gasbescherming de noodige voorzorgs maatregelen in de bedrijven kunnen nemen, als mede hun personeel te instrueeren, hoe zich te gedragen bij gasaanvallen bij een eventueel toe komstig conflict. Ongeveer 200 personen hebben reeds aan deze cursussen deelgenomen, waaruit tevens blijkt, dat door de Militaire Gasschool de band tusschen weermacht en burgerij wordt verstevigd door haar te doen profiteeren van de by de weermacht opgedane ervaringen. Behalve het vaste personeel, zijnde de Directeur, 2 officieren leeraren en de vaste administrateur, zijn aan de school nog semie-permanent verbon den officieren van de Luchtvaartafdeeling en van de Genie, een scheikundige van de Artillerie- Inrichtingen, een paardenarts en een leeraa#, die de pharmacologic der strijdgassen en de eerste hulp aan gaszieken doceert. Men is daarbij van het standpunt uitgegaan, dat de Directeur met enkele, vast aan de Militaire Gasschool verbonden, leeraren les geeft in de vakken, welke het meer algemeene gedeelte van het vraagstuk van de gasbescherming omvatten en welke dus ook vanzelfsprekend de hoofd schotel van het onderwijs uitmaken, terwijl eenige specialisten gedurende één of meer uren per cursus de specialistische vakken doceeren. In het vorenstaande zyn slechts besproken d< verschillende soorten cursussen, welke telkenjart aan de Militaire Gasschool worden gegeven, zorr der daarbij in te gaan op de verdere werkzaam heden, welke door de school werden en not, steeds worden verricht. In den loop der tijden is een steeds inniger con tact verkregen met alle onderdeelen van onze weermacht, zoowel in Nederland als in onze over- zeesche gebieden, alsook met de verschillende burger-instanties, ook op wetenschappelijk gebied. De belangstelling voor het werk van de Militaire Gasschool is nog steeds groeiende, getuige de be zoeken van vele leger- en burgerautoriteiten, als mede van vertegenwoordigers van vreemde mogendheden. Om de zeer talrijke cursisten en bezoekers een goed overzicht te geven over het werk, dat door de Militaire Gasschool wordt verricht is van het beschikbare en daartoe geschikte materieel een permanente tentoonstelling ingericht in de lokali teiten van de school. Tot Soor kort was de Militaire Gasschool onder gebracht in de Damlustkazerne te Utrecht; se dert 1 Augustus van dit jaar is zy verplaatst naar de daartoe geheel verbouwde voormalige werk inrichting te Gorinchem.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 15