Behandeling pensioenwet spoor
wegambtenaren geschorst
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
DONDERDAG 20 OCTOBER 1938
DERDE BEAD PAG. 0
Tweede Kamer
Minister kan zich niet ver
eenigen met amendement
van Braambeek
De Kamer verzet zich
tegen het ontwerp
in dezen vorm
Wijziging Tarief
machtigingswet
Overzicht
Vergadering van 19 October 1938
Bij de wijziging van de Pensioenwet
voor de Spoorwegambtenaren is het
warm toegegaan. Niet zoozeer om den
inhoud van het wetsontwerp zelf, maar
naar aanleiding van iets, dat er niet in
stond.
De voorgestelde wijziging baande den weg
om voor 60-jarigen ontslag met pensioen
mogelijk tc maken en 53-jarigen op hun ver
zoek te kunnen pensionneeren. Verder zal
aan wachtgelders van 60 jaar of ouder op
don datum van inwerkingtreding der gewij
zigde Pensioenwet dadelijk ingaand pen
sioen worden verleend. Aan wachtgelders
van 55 tot GO jaar zal, indien zij binnen zes
maanden na inwerkingtreding der ge wijzig
de Pensioenwet daartoe aan de directie h°T
verzoek richten, eveneens dadelijk ingaand
pensioen worden verleend.
Deze bepalingen brengen eenheid in de
bestaande voorschriften.
Om tegemoet te komen aan de hoogcre
pensioenlasten, welke hieruit voor het Pen
sioenfonds voortvloeien, is bepaald, dat het
bedrijf aan het fonds de pensioenen zal ver
goeden. welke worden uitgekeerd aan hen,
die den leeftijd van 60 jaar nog niet hebben
bereikt.
Over dit alles bestond weinig verschil van
I meening.
Wel echter openbaarde zich een contro-
vers tusschen de Kamer en den Minister
van Waterstaat over het ongedaan maken
van de sinds 1936 bestaande
korting op de pensioenen
van spoorwegambtenaren.
Alle sprekers gaven uiting aan den wensen
om ook deze korting op pensioenen te doen
vervallen. Gemeend werd, dat de disharmo
nie tusschen loonen en pensioenen, die m
1936 als motief werd aangevoerd, niet meer
beslaat en daardoor ook de grond voor de
korting vervallen is. Betoogen in dezen
geest beluisterden we van de heeren W o u-
tl e n b e r g, Hermans, v. Hout e n, ,;B i é-
rema, Cohen; v. Braambeek, Ame-
link en de Visser, tenéijl bij-de replie
ken de heer De Geer zich in gelijken zin
Alleen de heer Amelink had in zijn
rede iets, dat anderen misten: hij sprak zich
uit voor een variabele pensioenberekening,
opdat pensioenen en loonen in evenwicht
zullen blijven. Zulk een regeling had alge
meen moeten zijn. Nu zij er niet is, zag hij
ook geen reden meer om alleen voor het
spoorwegpersoneel een korting te hand
haven.
Tegenover dit eenheidsfront had Minister
v. Buuren zich te verdedigen.
Het groote tekort in het Spoorwegpen
sioenfonds, zoo betoogde hij, is ten deele
ontstaan als gevolg van te geringe stortin
gen in tijden van sterk verhoogde loonen en
pensioenen. Daardoor alleen is de helft van
het berekende tekort te verklaren.
Het argument, dat ten aanzien van do
korting tusschen overheids- en spoorweg
oersoneel geen verschil behoort te worden
gemaakt, wees de Minister af. Dat verschil
is er: de spoorwegen zijn een uit verschil
lende maatschappijen gevormde onderne
ming. Bij de reorganisatie hebben ook dc
aandeelhouders voeren moeten laten.
Met grooten nadruk betoogde de Minister,
dat thans de
spoorwegen vechten om hun bestaan
Daarom wenschte indertijd de directie
deze korting cn zij kan die ook nu nog niet
missen. Te beweren, dat dan de Staat maar
bij moet springen is onredelijk. Want de
Staat is niet garant voor de Spoorwegen,
noch voor de pensioenen. Het zijn geen
Staatspensioenen, al heeft de Staat wel aan
vaard om hij de saneering van 't Spoorweg
pensioenfonds de spoorwegen, die daarvoor
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en zult 's morgéns „kiplekker"
uit bed springen.
lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal
In Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deïe
stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel
niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt
verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent
humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen.
CARTER'S LEVERPILLETJES
.vertroffen 'om de gal
Elscht Carter's Leverpilletjes bij apothekers en
drogisten. I. 0,75,
Naar 's Ministers meening zijn in doorsnee
de gekorte pensioenen nog redelijk. Van eeu
noodtoestand kan men, gezien de loonen.
thans niet spreken.
Pensioenlast is in dit geival bedrijfslast
Gaat men dezen last verzwaren, dan is het
bestaan der spoorwegen nog minder verze
kerd dan tot nu toe/
Aan de Kamer werd geraden te wachten
tot de commjssic-Beumer, die het ipensioe-
nenvraagstuk bestudeert, gereed is en voorts
te bedenken, dat sinds 1936 de toestand fi
nancieel niet verbeterd, maar nog verslech-
terd is.
Dat zag er voor het ingediende amende-
ment-v. BraambeekHermans, dat volgens
den Minister aan 't Pensioenfonds f 1% mil
lioen zou ontnemen en ten laste van de
Staat brengen, niet gunstig uit.
Schorsing gevraagd
De Minister, die volkomen begreep, dat
men de korting als iets onaangenaams
■voelde, wilde geen onzekerheid laten be
staan. Aan het slot van zijn rede volgde
dan ook de verklaring, dat bij aanne
ming van het amendement hij zich niet
gerechtigd zou achten verder medewer
king aan de behandeling van het wets
ontwerp te verleenen, maar schorsing
der beraadslaging zou vragen.
Wat zou de Kamer doen?
Het bleek al spoedig. Het amendement
werd gehandhaafd niet alleen, maar op êm
uitzondering na verklaarden alle sprekers er
hun stem aan te zullen geven. Allen deden
dit in waardigeïi vorm. Alleen de heer Van
Houten pleegde in de discussie
eenige demagogie door de pensioen-korting
te stellen tegenover hoogere militaire uit
gaven. Dat het Pensioenfonds der spoorw*
gen buiten de defensie-uitgaven staat, zal
echter aan een ieder duidelijk zijn.
Dwangpositie
De uitzondering, waarop we zoo even doel
den, was de heer Amelink. Wel was hij
niet overtuigd door 's ministers betoog, maar
met aanneming van de motie zou niets zijn
te bereiken en ook het goede in het ontwerp
zou dan blijven rusten. Tot zijn spijt zou hij
dus tegenstemmen in deze dwangpositie.
De Minister van zijn zijde wees er nog
eens nadrukkelijk op, dat gelijkberechtigd
heid tusschen spoorweg- en staatsambtena
ren niet bestond en dat zijn veran
w oordel ij kheid voor het
behoud van ons nationale spoorwegbedrijf
Het amendement werd aangenomen
met 63 tegen 18 stemmen.
Met de anti-rev. stemden tegen de Katho
lieken, Beaufort, Bajetto en Moller.
Minister v. Buuren deed na dezen uit
slag Wat hij gezegd had. De behandeling van
het wetsontwerp werd geschorst. Het is voor-
loopig van de baan.
Annexatiewet-Amsterd am
Dank zij een minder duidelijken wetstekst
formeel, niet wat de bedoeling betreft
en een uitspraak van den Centralen Raad
van Beroep, was het mogelijk geworden, dat
voor eenzelfde prestatie twee pensioenen
werden gevorderd,
Minister van Buuren
I-Iet geval schijnt zich te hebben voorge
daan, dat iemand, na 15 jaar lang f 6125
wachtgeld por jaar te hebben genoten, twee
maal f 4000 pensioen zich wist te veroveren:
een gewoon en een annexatiepensioen.
Dat ging te ver. Daarom stelde de Regee-
ng een interpretatieve toevoeging voor in
het gevaarlijke artikel. Geen mooie figuur,
maar in dit geval onvermijdelijk en verde
digbaar.
Over deze methode bleek eenig verschil
van gevoelen, maar z.h.st. kreeg minister
v. Boeyen hetgeen hij wenschte met betrek
king, tot den ontstaner. noodtoestand.
Onze handelspolitiek
Een hoogst belangrijk onderwerp vroeg
vervolgens de aandacht der Kamer: n.l.
de ruim een jaar geleden ingediende
wijziging van de Tariefmachtigingswet
1934.
Hierbij is onze geheele handelspolitiek
betrokken. De Regeering beoogt deze om te
buigen in „matig beschermend
z i n" en wenscht te dezen aanzien een
machtiging van de Volksvertegenwoordi
ging, nadat ons tarief reeds geleidelijk is
gestegen van 5 op, 8 en daarna op 10
pet. Reeds bij 5 pet. werd gesproken van
en fiscaal tarief met zwak beschermende
'erking. Voortaan spreken we niet meer
van „zwak", maar van „matig" als we naar
dit nieuwe wapen in ons handelspolitieke
arsenaal kijken.
We zijn een Tariefsherziening wachtende.
Met het oog daarop wilde de Regeering
over een machtiging beschikken om op de
totstandkoming er van vooruit te loopen
bij voorbaat de verhoogde tarieven, die
later wettelijke bekrachtiging zouden er
langen, toe te passen, zoodra ze bij de
Tweede Kamer aanhangig zouden zijn
maakt. Ze meent aan deze bevoegdheid
naast de Crisisinvoerwet behoefte te heb
ben om haar taak in het belang van het
economisch leven naar behooren te kunnen
vervullen.
De machtiging
zou minstens 3 jaar aanvankelijk was
5 jaar gevraagd moeten gelden.
Het verschil met wat bestaat is nogal
De bestaande wetgeving geeft reeds ze
kere bevoegdheden om op korten termijn
invoerrechten in te stellen, af te schaffen,
te verhoogen of te verlagen, indien zulks
voor het behoud van Nederlandsche bedrij
•en noodzakelijk is met het oog op buiten-
landsche maatregelen. Heeft de Regeeririg
haar bevoegdheid te dezer zake .gé
bruik gemaakt, dan moet onverwijld een
wetsontwerp tot goedkeuring voor maxi
maal één jaar worden ingediend.
Dit keurslijf acht men blijkbaar te eng.
Vandaar de zeer veel verder gaande be
voegdheid, welke thans wordt gevraagd.
Deze komt practisch neer op een blanco
volmacht om bij Kon. besluit op wettelijke
maatregelen te anticipeeren. Deze methode
kan in de practijk er op neerkomen, dat
het Parlement zich niet meer vrij voelt in
zijn beslissing over het betrokken wets
ontwerp.
Dat de Tweede Kamer er niet erg op ge
brand was den minister van Economische
Zaken tot handelspolitiek dictator te ma
ken, viel te verwachten. Zé huivgrt daar
voor terug, gelijk eind 1937 wel duidelijk
bleek bij de wijziging der Crisisinvoerwet
en ook nu weer. Er is over het thans in
behandeling genomen wetsontwerp reeds
heel wat overleg gepleegd en nog hebben
Regeering en Kamer elkaar niet geheel ge
vonden.
De redevoeringen van de heeren d
Geer en Schilthuis hebben dat reeds
duidelijk doen zien,
Het criterium
Eerstgenoemde waardeerde het, dat in
art. 2 niet meer gesproken zal worden van
„economisch landsbelang", maar als crite
rium zal gelden: „indien in dringende ge
vallen de levensbelangen van Nederland
sche bedrijven zulks noodzakelijk maken en
het algemeen belang dit vereischt".
Dat de Regeering nu echter vooraf
een uitspraak van de Staten-Generaal
wenscht omtrent hun principieele be
reidheid om aan een tariefwijziging
van matig beschermend karakter mede
te werken, achtte hij weinig elegant en
ook niet doeltreffend.
Immers gaat de Kamer op deze condi
tie niet in, dan ontstaat een toestand, die
niemand wil en welke belichaamd is in de
aanvankelijk ruime redactie van art. 2.
Beter is dan art. 1 wat ruim toe te passen
en art. 2 te doen vervallen. De bereidheid
om overmatigen invoer tegen te gaan, is er,
maar formeel cn materieel moet de Kamer
bij indiening van tariefmaatregelen vrij
blijven,
In. en uitvoer
Sterker bescherming, dat begreep ook de
heer Schilthuis, is noodzakelijk. Hij
zag het echter als een groote moeilijkheid
om tegelijk de markt in eigen land uit te
breiden en den uitvoer te vergrooten,
We zien nog overal het verschijnsel,
dat bij kleiner invoer tevens de uitvoer
vermindert. Door invoerbeperking en
economische isolatie schaden we de
verhooging van eigen consumptieve
kracht en is prijsverhooging te vreezen,
Gaan we den weg van partieele bescher
ming op, dan moet in ieder geval op de
"gen daarvan voor de samenleving met
groote zorg worden gelet
Vandaag gaat dit debat voort
Het is duidelijk, uit de beide redevoerin
gen, welke we hoorden, dat de Kamer
slechts met. de uiterste behoedzaamheid het
hek zal ontsluiten, dat toegang verleent tot
het pad, waarop de Regeering zich wenscht
te begeven.
Er is reeds een amendement-de Geer om
de delegatie van wetgevende bevoegdheid
slechts toe te staan voor één en niet voor
drie jaar.
Verslag
Zonder debat
1925.
HERMANS (r.lc.) geeft eer. overzicht
geschiedenis van de pensioen
spoorwegpersoneelslechts
hoogbejaarden hebben nog pensioenen, boven,
st normale liggende.
Herhaaldelijk heeft men zich teveel gebas
op uitzonderingsgevallen.
en noodtoestand in vele gezinnen r
De heer B1EREMA (11b.) kal -
een instemming betuigen met het wetsont-
erp. Doch ook spr. betreurt het. dat geen eii
wordt gemaakt aan de korting op de pei
De heer COHEN (v.d.) is tegen verhoogin
van de pensioensbijdrage van het personeel va
8^4 op tien procent, om meer overeenkomst 1
verkrijgen met het rijkspersoneel.
De korting op het spoorwegpensioen behooi
De heer VAN BRAAMBEEK (sd.) dL
ven voor dit wetsontwerp nagaande, zegt. zich
in hoofdzaak er mede te kunnen vereenigen.
Herberekening billijk
nfonds er slecht
ran Waterstaat, de heer VAN
lede naar aanleiding van
.._0cn. dat de opbrengst der
>enkorting voor het Spoorwegpersoneel lig!
BUUREN. deelt r
Een eenvoudig huismiddel
tje ter verzachting van
spierrheumatiek en
lendepijn.
Dit huismiddeltje tegen rheumatiek, dat U
zelf kunt klaar maken zal U snel verlich
ting van Uw pijnen brengen. Het is eenvou
dig maar doeltreffend. Neemt een schoone
flesch en vermengt hierin, door goed te
schudden, 85 gram terpentijn en 15 gram
Rheumagic-olie (geconcentreerd), die U
beide bij Uw apotheker of drogist kunt
koopen. Een 15 grams-fleschje Rheumagic-
olie (geconcentreerd) kost maar 65 cent, dus
met de terpentijn bent U voor ongeveer drie
kwartjes klaar. Bevochtigt de pijnlijke plaat
sen met de aldus verkregen olie. Vooral niet
wrijven of masseeren. Het geheim ligt in de
Rheumagic-olie, die 5 krachtige, pijndooden-
de bestanddeelen bevat, welke snel in de
huid doordringen. Dit middeltje zal eiken
lijder aan spier- of gewrichtsrheumatiek goed
bevallen. Het is zoo gemakkelijk klaar te
maken, dat het in elk geval de moeite van
het probeeren waard is. 85 gram terpentijn
en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd)
is alles wat U noodig heeft. Haalt het in
huis en bewaart dit receptje. (Adv.)
Eindelijk een cigaret
die ©KW is en blljl»!
Ja, op Skippy kunt U bouwen. Diè is versch
en blijft verschDe verwende rooker weet, wat
dat beceekent.... altijd versch.... altijd geurig,
altijd pittig en toch, o zoo zacht. Zooals Skippy
smaakt kan alleen een versche cigaret smaken,
een cigaret die niet alleen met alle zorg is
gefabriceerd, maar die ook zoo behandeld is,
dat ze versch is en versch blijft.
Skippy! Dat is tabak.... dit is goede
tabak.... düt is versche tabak! Dit is de
Amerikaansche cigaret, die bij U behoort
20 voor 15 cent.
.maar SKIPPY
smaakt duurder!
ATLANTA TABACCO COMPANY
irne medewerken de
ae orde komen, zal spr. j
behandeling daarvan te
Amendement van Braambeek
1.4 millioen doel
ivenredige bijdrage bijgedragen tot het
Het bedrijf vecht om zijn bestaan. De directie
an de korting niet missen. Men begrijpt dus de
positU
De
ting kan de pensioenregeling der
Ned. Spoorwegen met alle_andere Spoorwagon-
Uitbreiding van Amsterdam
mtwerp tot aanvul*
i orde is het
wijziging van
uitbreiding i
28 DecembsB
dam met deelen van de gi
Zaandf
Nieuw»
'edjjvi
■r\. Men begrijpt; 1
de omstandigheden voortdurend
ger zijn geworden (geroep: voor de obligat
houders). Mocht het am
i, dnn kan Spr. zijn veraere m
ucn cn moet hij schoralDg «lei
ging vragen.
Slechts een verschuiving
De heer VAN BRAAMBEEK (s.d.) repliceert.
Spr. is zeer teleurgesteld door dit antwoJ
den Minister. De Minister bereikt met
indelijkheid slechts_een verschuiving.
verder te debatteeren, nu deze dwang heeft uit
geoefend. In de tegenwoordige omstandigheden
Braambeek"te6stemmen? want het goede
worden weggegooid zonder de korting te
De heer DE GEER (chr. hlst.) staat op het
standpunt dat. nu de kor'
rekken. De
egeerlng zal op grond van het werk der
nissie-Beumer zorgvuldig haar standpunt
genomen met 63 tegen 18 stemmen (tegen
a_r. en van de r.k. de heeren Moller, Beaufort
De VOORZITTER schorst op verzoek van d'
Minister de beraadslagingen.
-n Westzaan*
j, Dlemen. Ouder-Amstel en
il, een gedeelte van het open IJl
i Sloten, sedert
'landsche 'Zaken, dej
ngen van den Centralen Raad
ziide wil leggen. Doch
is niet bert
ede te wensen.
De heer COHEN (v.d.) heeft een amendemenj
ingediend om de pensioenkortlug niet toe ta
passen. Spr. trekt het echter na de woorden van
den Minister in.
"- erp !s z.h.st. aangenomen.
Tariefmachtigingswet
Aan de orde is het wetsonwerp tot. wijziging
a.n de tariefmachtigingswet 1934.
De heer DE GEER (c.h.) betoogt dat de ree
geering hier tot een onhoudbare constructie ge
komen is. De Kamer moet vrö blijven. De Re-
ing had beter gedaan, een voorstel in
i tot schrappin;
2 dei
De heer SCHILTHUIS (v.d.) zegt dat het ont*
erp gewichtige wijzigingen kan brengen in da
Nederlandsche handelspolitiek.
Met Dr Coltin zou spr. voortdurend Indacht!;?
willen blüven, dat Isolatie verkeerd Is; inen
et ertegen waken, daartoe te komen.
5e wijziging, door de regeerlng in het oor»
onkeljjke ontwerp gebracht, Is een duldelljka
-betering. Men geve niet te gemakkelijk toö
i verzoeken van bepaalde bedrijfstakken. E*
iet op het geheele volksbelang wordei
De vergadering wordt om half
tot morgen een uur.
verdaagd
Een zuiver Hollandsche film
Eerste groote film voor de
Ned. Chr. Filmcentrale
Tegen het eind van November zal, naar
wij vernemen, de eerste groote film van da
„Ned. Christelijke Filmcentrale" gereed ko
men. 't Is een verfilming van den roman vait
K. Norel „Aan dood water" die zal verschij
nen onder den titel: „De laatste dagen van
een eiland" en zal geven een schildering van
het leven der Urkers, toen Urk nog midden
in de Zuiderzee lag. Het essentieele is even
als in het boek de geschiedenis van Riekelt
Post en Mar Meuw en hun beide families.
De film beeldt een oer-Hollandsch bedrijf
uit, dat deels reeds verdwenen is en voor
een ander deel verdwijnen gaat; ze schetst
een stuk karakteristiek volksleven; de en
tourage van de zee en het eiland met zijni
havens, z'n straatjes en z'n menschen in
Urker kleederdracht is zeer schilderachtig
de film is nationaal, omdat ze het groote
werk van de droogmaking der Zuiderzee van
alle kanten belicht.
(34
Zeg Max, moet je hooren. Veronderstel ik heb een
hij gevonden
Dat behoef ik niet meer te veronderstellen, kleintje. Ik
weet er alles van, viel hij haar in de rede.
Goed, je weet ervan. Dan vraag ik je dit: Hoe sta jij
tegenover een zeeman?
Een gekke vraag. Hoe sta jij
Ik bedoelja, hoe moet ik het zeggenvanuit een
burger-standpunt gezienvanuit den gezichtshoek van
een welgezeten kantoorchef-familie.
Kind, wat een combinatie van woorden! Kantoorchef...
Sorry, zei Ina ik zal je niet verder lastig vallen, tot
ziens.
Ze nam ontstemd de krant weer op.
Haar broer glimlachte.
Kijk eens zusje, als jij zoo gauw op je teentjes getrapt
bent, zal je eventueele echtgenoot plezier aan je beleven.
Is meneer de zedenpreker fertig, dan kan ik tenminste
weer
de scheepvaartberichten nakijken, vulde Max aan.
Hij stond midden in de kamer. Een blonde man van dertig
jaar, forsch van gestalte met een vriendelijk gelaat, waarin
twee koele oogen, die vertrouwen inboezemden.
Je bent vandaag ontzettend grappig, Max.
En jij ontzettend innemend.
Maar jij bent begonnen.
Oké, jij zult het laatste woord hebben. Daar ben Je
vrouw voor. Maar we gaan verder. Jij had me iets gevraagd,
hè?
Heb ik dat? 'k Ben nogal kort van memorie.
Schande. Dan zal ik het even opfrisschen. Je zei zoo-
ïets van: of het een waardige dochter van een welgezeten
kantoorchef paste om een zeeman tot echtgenoot te aanvaar
den. En je bedoelt daarmee, of het wel in overeenstemming
is met den stand van die dochter. Nietwaar, een zeeman is
toch altijdM'n lieve kind, wees toch verstandig
O, dus jij bent ook al van die opvatting, zei de jonge
vrouw spijtig.
Aha, dus je luistert toch. Uitstekend. Alleen ben Je
weer ijverig voorbarig. Wacht tot ik uitgesproken ben. Punt.
Maar om op de kwestie terug te komen. Wat is nu toch in
vredesnaam Stand? En wat is er voor verschil tusschen een
man van de zee en van het land. Ik bedoel als mensch. Ze
hebben allebei hun kwaden kant, maar ook hun goeden. En
daarmee basta.
Dus jij acht het geen overtreding van een etiquette of
weet ik veel, wanneer ik vriendschap sluit met een zeeman?
Ik wist het wel, Max.
Maar wie doet dat wel?
Heeft Jeannette je dan niet over de ontmoeting, of beter
over de ontdekking gesproken?
Natuurlijk.
Dan weet je ook, hoe zij erover denkt.
Och, dat is maar zoo'n eerste opwelling, die óverdrijft
als een voorjaarsbui. Moet ik jou de stemmingen, va?, «en
vrouw leeren? Neem me niet kwalijk.
Zijn zuster lachte, maar zei dan weer ernstig: En vader?
Is die ook wisselvallig?
Wat weet vader, en wat heeft hij dan gezegd?
Max ging zitten, en wachtte op een antwoord.
Gisteren was er bij de post een brief van Dolf, dat is
die hij, voegde ze er verklarend aan toe. Hij heeft een
„big" storm gehad, schreef hij me. In de Golf van Biscaye.
Het moet ontzettend geweest zijn.
Max knikte.
Vader had natuurlijk dien brief gezien. Heb jij al ken
nissen in Bordeaux ook? vroeg hij me. Enfin, toen vertelde
ik hem, je bent geen kind-meer, hè? En van achterbaks ge
doe houden wij niet.
Goed, zei Max.
Misschien weet je, dat oom of liever tante over de
ontmoeting geschreven had, nadat ik haar vorige week een
briefje stuurde, waarin ik den Hollandschen zeeman rehabi
liteerde. Vader wist dus één en ander. Hij zei niet veel. toen
het schrijven vaij tante kwam. Maar nu, bij de correspon
dentie uit Bordeaux werd hij een beetje geprikkeld. Ik zou
die relatie maar afbreken, adviseerde hij. Zeelieden zijn zulk
ander slag menschen. Ik geloof niet, dat het geschikt is om
er als menschen van onzen stand omgang mee te houden. Je
moet me goed begrijpen, zei hij, zoo een keer een ontmoeting,
een gesprek als indertijd bij oom, dat is een toevalligheid,
die je nooit ontloopen kunt. Een kwestie van beleefdheid
tegenover iemand, die je geholpen heeft. Maar er zijn gren
zen. En ik meen, dat die nu bereikt zijn. Dat zei vader.
Max stak een sigaret op.
En verder, vroeg hij toen.
Verder? Ik zei, dat ik geen verschil kon ontdekken, tus
schen ieeand, di* een. bc&dfikinc ha^ o£ een kantpoe of
iemand op een schip. Dat was een kwestie van beroeps-onder
scheid, maar niet van stand.
Juist, en
Vader moest weg. Hij trok zijn jas aan. was ontstemd
en zei nog: kind. je moet nog veel leeren. Dacht je heusch,
dat ik mijn dochter afhankelijk zou willen zien van een on*
zeker zeemansbestaan? Er... zal... heel... wat... moeten ge*
beuren... eer ik... daarin zou... toestemmen. En toen ging
hij. Ik heb den geheelen dag loopen piekeren. Moeder kon
ik niets vragen, ze is nu niet in staat om de zaak te bespreken.
Waarom zou ik haar lastig vallen? En daarom zou ik willen
weten, hoe jij erover denkt, Max.
Haar broer blies een rookwolk uit en antwoordde: Kijk
eens, ik zou zeggen, je moet de situatie nuchter bezien. Ja.
stil nu even, ik weet, dat het in een dergelijk geval juist heel
moeilijk is koel en nuchter te redeneeren voor jou. Met vader
is dat iets anders. Als ik het goed zie. draait alles eigenlijk
om wat vader het laatst zei: het onzeker bestaan. Hij vraagt
ook, en misschien bovenal, naar de toekomst. Hij wil een
vaste grond voor zijn dochter. Dat is hij toch verplicht, en
het is prachtig, dat hij het zoo voelt. Later, in eventueele
misère, zou je spijt hebben van een onberaden stap. en den*
ken: vader had gelijk.
Maar stuurman van de Groote Vaart Is toch een be
roep, dat
Laat me eerst uitpraten, Ina. Op dat eene punt ben ik
het dus met vader eens. Maarhij heeft gisteren wat snel
geoordeeld. Bij nader inzien zal hij tot die meening komen.
Want een stuurman heeft werkelijk een behoorlijk inkomen,
dat weet ik. en daar heb jij weer gelijk in (als hij een boot
heeft). Een broer van mijn vriend vaart ook. en wat ik van;
hem hoor is werkelijk geen peuleschilletje.
Wordt vervolgd