Behandeling pensioenwet spoor wegambtenaren geschorst SCHUDT UW LEVER WAKKER DONDERDAG 20 OCTOBER 1938 DERDE BEAD PAG. 0 Tweede Kamer Minister kan zich niet ver eenigen met amendement van Braambeek De Kamer verzet zich tegen het ontwerp in dezen vorm Wijziging Tarief machtigingswet Overzicht Vergadering van 19 October 1938 Bij de wijziging van de Pensioenwet voor de Spoorwegambtenaren is het warm toegegaan. Niet zoozeer om den inhoud van het wetsontwerp zelf, maar naar aanleiding van iets, dat er niet in stond. De voorgestelde wijziging baande den weg om voor 60-jarigen ontslag met pensioen mogelijk tc maken en 53-jarigen op hun ver zoek te kunnen pensionneeren. Verder zal aan wachtgelders van 60 jaar of ouder op don datum van inwerkingtreding der gewij zigde Pensioenwet dadelijk ingaand pen sioen worden verleend. Aan wachtgelders van 55 tot GO jaar zal, indien zij binnen zes maanden na inwerkingtreding der ge wijzig de Pensioenwet daartoe aan de directie h°T verzoek richten, eveneens dadelijk ingaand pensioen worden verleend. Deze bepalingen brengen eenheid in de bestaande voorschriften. Om tegemoet te komen aan de hoogcre pensioenlasten, welke hieruit voor het Pen sioenfonds voortvloeien, is bepaald, dat het bedrijf aan het fonds de pensioenen zal ver goeden. welke worden uitgekeerd aan hen, die den leeftijd van 60 jaar nog niet hebben bereikt. Over dit alles bestond weinig verschil van I meening. Wel echter openbaarde zich een contro- vers tusschen de Kamer en den Minister van Waterstaat over het ongedaan maken van de sinds 1936 bestaande korting op de pensioenen van spoorwegambtenaren. Alle sprekers gaven uiting aan den wensen om ook deze korting op pensioenen te doen vervallen. Gemeend werd, dat de disharmo nie tusschen loonen en pensioenen, die m 1936 als motief werd aangevoerd, niet meer beslaat en daardoor ook de grond voor de korting vervallen is. Betoogen in dezen geest beluisterden we van de heeren W o u- tl e n b e r g, Hermans, v. Hout e n, ,;B i é- rema, Cohen; v. Braambeek, Ame- link en de Visser, tenéijl bij-de replie ken de heer De Geer zich in gelijken zin Alleen de heer Amelink had in zijn rede iets, dat anderen misten: hij sprak zich uit voor een variabele pensioenberekening, opdat pensioenen en loonen in evenwicht zullen blijven. Zulk een regeling had alge meen moeten zijn. Nu zij er niet is, zag hij ook geen reden meer om alleen voor het spoorwegpersoneel een korting te hand haven. Tegenover dit eenheidsfront had Minister v. Buuren zich te verdedigen. Het groote tekort in het Spoorwegpen sioenfonds, zoo betoogde hij, is ten deele ontstaan als gevolg van te geringe stortin gen in tijden van sterk verhoogde loonen en pensioenen. Daardoor alleen is de helft van het berekende tekort te verklaren. Het argument, dat ten aanzien van do korting tusschen overheids- en spoorweg oersoneel geen verschil behoort te worden gemaakt, wees de Minister af. Dat verschil is er: de spoorwegen zijn een uit verschil lende maatschappijen gevormde onderne ming. Bij de reorganisatie hebben ook dc aandeelhouders voeren moeten laten. Met grooten nadruk betoogde de Minister, dat thans de spoorwegen vechten om hun bestaan Daarom wenschte indertijd de directie deze korting cn zij kan die ook nu nog niet missen. Te beweren, dat dan de Staat maar bij moet springen is onredelijk. Want de Staat is niet garant voor de Spoorwegen, noch voor de pensioenen. Het zijn geen Staatspensioenen, al heeft de Staat wel aan vaard om hij de saneering van 't Spoorweg pensioenfonds de spoorwegen, die daarvoor ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en zult 's morgéns „kiplekker" uit bed springen. lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal In Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deïe stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. CARTER'S LEVERPILLETJES .vertroffen 'om de gal Elscht Carter's Leverpilletjes bij apothekers en drogisten. I. 0,75, Naar 's Ministers meening zijn in doorsnee de gekorte pensioenen nog redelijk. Van eeu noodtoestand kan men, gezien de loonen. thans niet spreken. Pensioenlast is in dit geival bedrijfslast Gaat men dezen last verzwaren, dan is het bestaan der spoorwegen nog minder verze kerd dan tot nu toe/ Aan de Kamer werd geraden te wachten tot de commjssic-Beumer, die het ipensioe- nenvraagstuk bestudeert, gereed is en voorts te bedenken, dat sinds 1936 de toestand fi nancieel niet verbeterd, maar nog verslech- terd is. Dat zag er voor het ingediende amende- ment-v. BraambeekHermans, dat volgens den Minister aan 't Pensioenfonds f 1% mil lioen zou ontnemen en ten laste van de Staat brengen, niet gunstig uit. Schorsing gevraagd De Minister, die volkomen begreep, dat men de korting als iets onaangenaams ■voelde, wilde geen onzekerheid laten be staan. Aan het slot van zijn rede volgde dan ook de verklaring, dat bij aanne ming van het amendement hij zich niet gerechtigd zou achten verder medewer king aan de behandeling van het wets ontwerp te verleenen, maar schorsing der beraadslaging zou vragen. Wat zou de Kamer doen? Het bleek al spoedig. Het amendement werd gehandhaafd niet alleen, maar op êm uitzondering na verklaarden alle sprekers er hun stem aan te zullen geven. Allen deden dit in waardigeïi vorm. Alleen de heer Van Houten pleegde in de discussie eenige demagogie door de pensioen-korting te stellen tegenover hoogere militaire uit gaven. Dat het Pensioenfonds der spoorw* gen buiten de defensie-uitgaven staat, zal echter aan een ieder duidelijk zijn. Dwangpositie De uitzondering, waarop we zoo even doel den, was de heer Amelink. Wel was hij niet overtuigd door 's ministers betoog, maar met aanneming van de motie zou niets zijn te bereiken en ook het goede in het ontwerp zou dan blijven rusten. Tot zijn spijt zou hij dus tegenstemmen in deze dwangpositie. De Minister van zijn zijde wees er nog eens nadrukkelijk op, dat gelijkberechtigd heid tusschen spoorweg- en staatsambtena ren niet bestond en dat zijn veran w oordel ij kheid voor het behoud van ons nationale spoorwegbedrijf Het amendement werd aangenomen met 63 tegen 18 stemmen. Met de anti-rev. stemden tegen de Katho lieken, Beaufort, Bajetto en Moller. Minister v. Buuren deed na dezen uit slag Wat hij gezegd had. De behandeling van het wetsontwerp werd geschorst. Het is voor- loopig van de baan. Annexatiewet-Amsterd am Dank zij een minder duidelijken wetstekst formeel, niet wat de bedoeling betreft en een uitspraak van den Centralen Raad van Beroep, was het mogelijk geworden, dat voor eenzelfde prestatie twee pensioenen werden gevorderd, Minister van Buuren I-Iet geval schijnt zich te hebben voorge daan, dat iemand, na 15 jaar lang f 6125 wachtgeld por jaar te hebben genoten, twee maal f 4000 pensioen zich wist te veroveren: een gewoon en een annexatiepensioen. Dat ging te ver. Daarom stelde de Regee- ng een interpretatieve toevoeging voor in het gevaarlijke artikel. Geen mooie figuur, maar in dit geval onvermijdelijk en verde digbaar. Over deze methode bleek eenig verschil van gevoelen, maar z.h.st. kreeg minister v. Boeyen hetgeen hij wenschte met betrek king, tot den ontstaner. noodtoestand. Onze handelspolitiek Een hoogst belangrijk onderwerp vroeg vervolgens de aandacht der Kamer: n.l. de ruim een jaar geleden ingediende wijziging van de Tariefmachtigingswet 1934. Hierbij is onze geheele handelspolitiek betrokken. De Regeering beoogt deze om te buigen in „matig beschermend z i n" en wenscht te dezen aanzien een machtiging van de Volksvertegenwoordi ging, nadat ons tarief reeds geleidelijk is gestegen van 5 op, 8 en daarna op 10 pet. Reeds bij 5 pet. werd gesproken van en fiscaal tarief met zwak beschermende 'erking. Voortaan spreken we niet meer van „zwak", maar van „matig" als we naar dit nieuwe wapen in ons handelspolitieke arsenaal kijken. We zijn een Tariefsherziening wachtende. Met het oog daarop wilde de Regeering over een machtiging beschikken om op de totstandkoming er van vooruit te loopen bij voorbaat de verhoogde tarieven, die later wettelijke bekrachtiging zouden er langen, toe te passen, zoodra ze bij de Tweede Kamer aanhangig zouden zijn maakt. Ze meent aan deze bevoegdheid naast de Crisisinvoerwet behoefte te heb ben om haar taak in het belang van het economisch leven naar behooren te kunnen vervullen. De machtiging zou minstens 3 jaar aanvankelijk was 5 jaar gevraagd moeten gelden. Het verschil met wat bestaat is nogal De bestaande wetgeving geeft reeds ze kere bevoegdheden om op korten termijn invoerrechten in te stellen, af te schaffen, te verhoogen of te verlagen, indien zulks voor het behoud van Nederlandsche bedrij •en noodzakelijk is met het oog op buiten- landsche maatregelen. Heeft de Regeeririg haar bevoegdheid te dezer zake .gé bruik gemaakt, dan moet onverwijld een wetsontwerp tot goedkeuring voor maxi maal één jaar worden ingediend. Dit keurslijf acht men blijkbaar te eng. Vandaar de zeer veel verder gaande be voegdheid, welke thans wordt gevraagd. Deze komt practisch neer op een blanco volmacht om bij Kon. besluit op wettelijke maatregelen te anticipeeren. Deze methode kan in de practijk er op neerkomen, dat het Parlement zich niet meer vrij voelt in zijn beslissing over het betrokken wets ontwerp. Dat de Tweede Kamer er niet erg op ge brand was den minister van Economische Zaken tot handelspolitiek dictator te ma ken, viel te verwachten. Zé huivgrt daar voor terug, gelijk eind 1937 wel duidelijk bleek bij de wijziging der Crisisinvoerwet en ook nu weer. Er is over het thans in behandeling genomen wetsontwerp reeds heel wat overleg gepleegd en nog hebben Regeering en Kamer elkaar niet geheel ge vonden. De redevoeringen van de heeren d Geer en Schilthuis hebben dat reeds duidelijk doen zien, Het criterium Eerstgenoemde waardeerde het, dat in art. 2 niet meer gesproken zal worden van „economisch landsbelang", maar als crite rium zal gelden: „indien in dringende ge vallen de levensbelangen van Nederland sche bedrijven zulks noodzakelijk maken en het algemeen belang dit vereischt". Dat de Regeering nu echter vooraf een uitspraak van de Staten-Generaal wenscht omtrent hun principieele be reidheid om aan een tariefwijziging van matig beschermend karakter mede te werken, achtte hij weinig elegant en ook niet doeltreffend. Immers gaat de Kamer op deze condi tie niet in, dan ontstaat een toestand, die niemand wil en welke belichaamd is in de aanvankelijk ruime redactie van art. 2. Beter is dan art. 1 wat ruim toe te passen en art. 2 te doen vervallen. De bereidheid om overmatigen invoer tegen te gaan, is er, maar formeel cn materieel moet de Kamer bij indiening van tariefmaatregelen vrij blijven, In. en uitvoer Sterker bescherming, dat begreep ook de heer Schilthuis, is noodzakelijk. Hij zag het echter als een groote moeilijkheid om tegelijk de markt in eigen land uit te breiden en den uitvoer te vergrooten, We zien nog overal het verschijnsel, dat bij kleiner invoer tevens de uitvoer vermindert. Door invoerbeperking en economische isolatie schaden we de verhooging van eigen consumptieve kracht en is prijsverhooging te vreezen, Gaan we den weg van partieele bescher ming op, dan moet in ieder geval op de "gen daarvan voor de samenleving met groote zorg worden gelet Vandaag gaat dit debat voort Het is duidelijk, uit de beide redevoerin gen, welke we hoorden, dat de Kamer slechts met. de uiterste behoedzaamheid het hek zal ontsluiten, dat toegang verleent tot het pad, waarop de Regeering zich wenscht te begeven. Er is reeds een amendement-de Geer om de delegatie van wetgevende bevoegdheid slechts toe te staan voor één en niet voor drie jaar. Verslag Zonder debat 1925. HERMANS (r.lc.) geeft eer. overzicht geschiedenis van de pensioen spoorwegpersoneelslechts hoogbejaarden hebben nog pensioenen, boven, st normale liggende. Herhaaldelijk heeft men zich teveel gebas op uitzonderingsgevallen. en noodtoestand in vele gezinnen r De heer B1EREMA (11b.) kal - een instemming betuigen met het wetsont- erp. Doch ook spr. betreurt het. dat geen eii wordt gemaakt aan de korting op de pei De heer COHEN (v.d.) is tegen verhoogin van de pensioensbijdrage van het personeel va 8^4 op tien procent, om meer overeenkomst 1 verkrijgen met het rijkspersoneel. De korting op het spoorwegpensioen behooi De heer VAN BRAAMBEEK (sd.) dL ven voor dit wetsontwerp nagaande, zegt. zich in hoofdzaak er mede te kunnen vereenigen. Herberekening billijk nfonds er slecht ran Waterstaat, de heer VAN lede naar aanleiding van .._0cn. dat de opbrengst der >enkorting voor het Spoorwegpersoneel lig! BUUREN. deelt r Een eenvoudig huismiddel tje ter verzachting van spierrheumatiek en lendepijn. Dit huismiddeltje tegen rheumatiek, dat U zelf kunt klaar maken zal U snel verlich ting van Uw pijnen brengen. Het is eenvou dig maar doeltreffend. Neemt een schoone flesch en vermengt hierin, door goed te schudden, 85 gram terpentijn en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd), die U beide bij Uw apotheker of drogist kunt koopen. Een 15 grams-fleschje Rheumagic- olie (geconcentreerd) kost maar 65 cent, dus met de terpentijn bent U voor ongeveer drie kwartjes klaar. Bevochtigt de pijnlijke plaat sen met de aldus verkregen olie. Vooral niet wrijven of masseeren. Het geheim ligt in de Rheumagic-olie, die 5 krachtige, pijndooden- de bestanddeelen bevat, welke snel in de huid doordringen. Dit middeltje zal eiken lijder aan spier- of gewrichtsrheumatiek goed bevallen. Het is zoo gemakkelijk klaar te maken, dat het in elk geval de moeite van het probeeren waard is. 85 gram terpentijn en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd) is alles wat U noodig heeft. Haalt het in huis en bewaart dit receptje. (Adv.) Eindelijk een cigaret die ©KW is en blljl»! Ja, op Skippy kunt U bouwen. Diè is versch en blijft verschDe verwende rooker weet, wat dat beceekent.... altijd versch.... altijd geurig, altijd pittig en toch, o zoo zacht. Zooals Skippy smaakt kan alleen een versche cigaret smaken, een cigaret die niet alleen met alle zorg is gefabriceerd, maar die ook zoo behandeld is, dat ze versch is en versch blijft. Skippy! Dat is tabak.... dit is goede tabak.... düt is versche tabak! Dit is de Amerikaansche cigaret, die bij U behoort 20 voor 15 cent. .maar SKIPPY smaakt duurder! ATLANTA TABACCO COMPANY irne medewerken de ae orde komen, zal spr. j behandeling daarvan te Amendement van Braambeek 1.4 millioen doel ivenredige bijdrage bijgedragen tot het Het bedrijf vecht om zijn bestaan. De directie an de korting niet missen. Men begrijpt dus de positU De ting kan de pensioenregeling der Ned. Spoorwegen met alle_andere Spoorwagon- Uitbreiding van Amsterdam mtwerp tot aanvul* i orde is het wijziging van uitbreiding i 28 DecembsB dam met deelen van de gi Zaandf Nieuw» 'edjjvi ■r\. Men begrijpt; 1 de omstandigheden voortdurend ger zijn geworden (geroep: voor de obligat houders). Mocht het am i, dnn kan Spr. zijn veraere m ucn cn moet hij schoralDg «lei ging vragen. Slechts een verschuiving De heer VAN BRAAMBEEK (s.d.) repliceert. Spr. is zeer teleurgesteld door dit antwoJ den Minister. De Minister bereikt met indelijkheid slechts_een verschuiving. verder te debatteeren, nu deze dwang heeft uit geoefend. In de tegenwoordige omstandigheden Braambeek"te6stemmen? want het goede worden weggegooid zonder de korting te De heer DE GEER (chr. hlst.) staat op het standpunt dat. nu de kor' rekken. De egeerlng zal op grond van het werk der nissie-Beumer zorgvuldig haar standpunt genomen met 63 tegen 18 stemmen (tegen a_r. en van de r.k. de heeren Moller, Beaufort De VOORZITTER schorst op verzoek van d' Minister de beraadslagingen. -n Westzaan* j, Dlemen. Ouder-Amstel en il, een gedeelte van het open IJl i Sloten, sedert 'landsche 'Zaken, dej ngen van den Centralen Raad ziide wil leggen. Doch is niet bert ede te wensen. De heer COHEN (v.d.) heeft een amendemenj ingediend om de pensioenkortlug niet toe ta passen. Spr. trekt het echter na de woorden van den Minister in. "- erp !s z.h.st. aangenomen. Tariefmachtigingswet Aan de orde is het wetsonwerp tot. wijziging a.n de tariefmachtigingswet 1934. De heer DE GEER (c.h.) betoogt dat de ree geering hier tot een onhoudbare constructie ge komen is. De Kamer moet vrö blijven. De Re- ing had beter gedaan, een voorstel in i tot schrappin; 2 dei De heer SCHILTHUIS (v.d.) zegt dat het ont* erp gewichtige wijzigingen kan brengen in da Nederlandsche handelspolitiek. Met Dr Coltin zou spr. voortdurend Indacht!;? willen blüven, dat Isolatie verkeerd Is; inen et ertegen waken, daartoe te komen. 5e wijziging, door de regeerlng in het oor» onkeljjke ontwerp gebracht, Is een duldelljka -betering. Men geve niet te gemakkelijk toö i verzoeken van bepaalde bedrijfstakken. E* iet op het geheele volksbelang wordei De vergadering wordt om half tot morgen een uur. verdaagd Een zuiver Hollandsche film Eerste groote film voor de Ned. Chr. Filmcentrale Tegen het eind van November zal, naar wij vernemen, de eerste groote film van da „Ned. Christelijke Filmcentrale" gereed ko men. 't Is een verfilming van den roman vait K. Norel „Aan dood water" die zal verschij nen onder den titel: „De laatste dagen van een eiland" en zal geven een schildering van het leven der Urkers, toen Urk nog midden in de Zuiderzee lag. Het essentieele is even als in het boek de geschiedenis van Riekelt Post en Mar Meuw en hun beide families. De film beeldt een oer-Hollandsch bedrijf uit, dat deels reeds verdwenen is en voor een ander deel verdwijnen gaat; ze schetst een stuk karakteristiek volksleven; de en tourage van de zee en het eiland met zijni havens, z'n straatjes en z'n menschen in Urker kleederdracht is zeer schilderachtig de film is nationaal, omdat ze het groote werk van de droogmaking der Zuiderzee van alle kanten belicht. (34 Zeg Max, moet je hooren. Veronderstel ik heb een hij gevonden Dat behoef ik niet meer te veronderstellen, kleintje. Ik weet er alles van, viel hij haar in de rede. Goed, je weet ervan. Dan vraag ik je dit: Hoe sta jij tegenover een zeeman? Een gekke vraag. Hoe sta jij Ik bedoelja, hoe moet ik het zeggenvanuit een burger-standpunt gezienvanuit den gezichtshoek van een welgezeten kantoorchef-familie. Kind, wat een combinatie van woorden! Kantoorchef... Sorry, zei Ina ik zal je niet verder lastig vallen, tot ziens. Ze nam ontstemd de krant weer op. Haar broer glimlachte. Kijk eens zusje, als jij zoo gauw op je teentjes getrapt bent, zal je eventueele echtgenoot plezier aan je beleven. Is meneer de zedenpreker fertig, dan kan ik tenminste weer de scheepvaartberichten nakijken, vulde Max aan. Hij stond midden in de kamer. Een blonde man van dertig jaar, forsch van gestalte met een vriendelijk gelaat, waarin twee koele oogen, die vertrouwen inboezemden. Je bent vandaag ontzettend grappig, Max. En jij ontzettend innemend. Maar jij bent begonnen. Oké, jij zult het laatste woord hebben. Daar ben Je vrouw voor. Maar we gaan verder. Jij had me iets gevraagd, hè? Heb ik dat? 'k Ben nogal kort van memorie. Schande. Dan zal ik het even opfrisschen. Je zei zoo- ïets van: of het een waardige dochter van een welgezeten kantoorchef paste om een zeeman tot echtgenoot te aanvaar den. En je bedoelt daarmee, of het wel in overeenstemming is met den stand van die dochter. Nietwaar, een zeeman is toch altijdM'n lieve kind, wees toch verstandig O, dus jij bent ook al van die opvatting, zei de jonge vrouw spijtig. Aha, dus je luistert toch. Uitstekend. Alleen ben Je weer ijverig voorbarig. Wacht tot ik uitgesproken ben. Punt. Maar om op de kwestie terug te komen. Wat is nu toch in vredesnaam Stand? En wat is er voor verschil tusschen een man van de zee en van het land. Ik bedoel als mensch. Ze hebben allebei hun kwaden kant, maar ook hun goeden. En daarmee basta. Dus jij acht het geen overtreding van een etiquette of weet ik veel, wanneer ik vriendschap sluit met een zeeman? Ik wist het wel, Max. Maar wie doet dat wel? Heeft Jeannette je dan niet over de ontmoeting, of beter over de ontdekking gesproken? Natuurlijk. Dan weet je ook, hoe zij erover denkt. Och, dat is maar zoo'n eerste opwelling, die óverdrijft als een voorjaarsbui. Moet ik jou de stemmingen, va?, «en vrouw leeren? Neem me niet kwalijk. Zijn zuster lachte, maar zei dan weer ernstig: En vader? Is die ook wisselvallig? Wat weet vader, en wat heeft hij dan gezegd? Max ging zitten, en wachtte op een antwoord. Gisteren was er bij de post een brief van Dolf, dat is die hij, voegde ze er verklarend aan toe. Hij heeft een „big" storm gehad, schreef hij me. In de Golf van Biscaye. Het moet ontzettend geweest zijn. Max knikte. Vader had natuurlijk dien brief gezien. Heb jij al ken nissen in Bordeaux ook? vroeg hij me. Enfin, toen vertelde ik hem, je bent geen kind-meer, hè? En van achterbaks ge doe houden wij niet. Goed, zei Max. Misschien weet je, dat oom of liever tante over de ontmoeting geschreven had, nadat ik haar vorige week een briefje stuurde, waarin ik den Hollandschen zeeman rehabi liteerde. Vader wist dus één en ander. Hij zei niet veel. toen het schrijven vaij tante kwam. Maar nu, bij de correspon dentie uit Bordeaux werd hij een beetje geprikkeld. Ik zou die relatie maar afbreken, adviseerde hij. Zeelieden zijn zulk ander slag menschen. Ik geloof niet, dat het geschikt is om er als menschen van onzen stand omgang mee te houden. Je moet me goed begrijpen, zei hij, zoo een keer een ontmoeting, een gesprek als indertijd bij oom, dat is een toevalligheid, die je nooit ontloopen kunt. Een kwestie van beleefdheid tegenover iemand, die je geholpen heeft. Maar er zijn gren zen. En ik meen, dat die nu bereikt zijn. Dat zei vader. Max stak een sigaret op. En verder, vroeg hij toen. Verder? Ik zei, dat ik geen verschil kon ontdekken, tus schen ieeand, di* een. bc&dfikinc ha^ o£ een kantpoe of iemand op een schip. Dat was een kwestie van beroeps-onder scheid, maar niet van stand. Juist, en Vader moest weg. Hij trok zijn jas aan. was ontstemd en zei nog: kind. je moet nog veel leeren. Dacht je heusch, dat ik mijn dochter afhankelijk zou willen zien van een on* zeker zeemansbestaan? Er... zal... heel... wat... moeten ge* beuren... eer ik... daarin zou... toestemmen. En toen ging hij. Ik heb den geheelen dag loopen piekeren. Moeder kon ik niets vragen, ze is nu niet in staat om de zaak te bespreken. Waarom zou ik haar lastig vallen? En daarom zou ik willen weten, hoe jij erover denkt, Max. Haar broer blies een rookwolk uit en antwoordde: Kijk eens, ik zou zeggen, je moet de situatie nuchter bezien. Ja. stil nu even, ik weet, dat het in een dergelijk geval juist heel moeilijk is koel en nuchter te redeneeren voor jou. Met vader is dat iets anders. Als ik het goed zie. draait alles eigenlijk om wat vader het laatst zei: het onzeker bestaan. Hij vraagt ook, en misschien bovenal, naar de toekomst. Hij wil een vaste grond voor zijn dochter. Dat is hij toch verplicht, en het is prachtig, dat hij het zoo voelt. Later, in eventueele misère, zou je spijt hebben van een onberaden stap. en den* ken: vader had gelijk. Maar stuurman van de Groote Vaart Is toch een be roep, dat Laat me eerst uitpraten, Ina. Op dat eene punt ben ik het dus met vader eens. Maarhij heeft gisteren wat snel geoordeeld. Bij nader inzien zal hij tot die meening komen. Want een stuurman heeft werkelijk een behoorlijk inkomen, dat weet ik. en daar heb jij weer gelijk in (als hij een boot heeft). Een broer van mijn vriend vaart ook. en wat ik van; hem hoor is werkelijk geen peuleschilletje. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9