Dwars door Sudeten-Duitschland DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 Een noodzakelijke stap terug De spanning in de internationale ver houdingen mag niet alle aandacht aflei den van de redevoering, welke door on zen Minister van Buitenlandsche Zaken in de Volkenbondsvergadering van Dinsdag is uitgesproken. Hetgeen daar door dezen bewindsman werd opge merkt verdient veeleer ruime belangstel ling, njet het minst omdat het dreigend conflict tusschen de staten niet los te denken is van hetgeen te Genève ver handeld wordt. Tsjecho-Slowakije het middelpunt van de cirkel is een product van de maoorlogsche verhoudingen, en de Vol kenbond heeft er juist naar gestreefd, den vrede te handhaven op de basis van hetgeen na den wereldkrijg als nieuwe toestand geschapen was, zonder even- ,wel de mogelijkheid af te sluiten, langs ordelijken weg in deze situatie wijziging aan te brengen. Mede door den oorlog was men tot het besef gekomen, dat onderlinge ver standhouding en samenwerking tus schen de staten meer dan ooit eisch was, en gaarne maakte men gebruik van het ibesef dat-het-zoo-niet-langer-kan, dat zich allerwege langzamerhand van de menschen was gaan meester maken. 'Aan het individualisme onder de staten >werd paal en perk gesteld- Bij den Bond, dien de staten sloten, behoorde een overeenkomst, en deze .was neergelegd in het Volkenbondsver drag, een verdrag, dat een bindend ka rakter droeg voor de leden. In dit ver drag kwam voor artikel 16, hetwelk in hield, dat de leden zich verplichten, deel te nemen aan een gemeenschappelijke actie tegen den staat die een aanval on derneemt. Dit is het z.g.n. sanctie-arti kel, bijvoorbeeld in werking getreden in den oorlog ItaliëAbessynië. Inzake dit artikel nu heeft Minister Patijn te Genève verklaard, dat Neder land zich het reoht voorbehoudt, te be slissen, of het al dan niet aan zulk een actie zal deelnemen. Deze verklaring is van vérstrekkende beteekenis. Men denke niet, dat zij is in gegeven door het dreigende wapencon- flict in Midden-Europa. Reeds tijdens de behandeling van de begrooting van Bui tenlandsche Zaken in de Eerste Kamer in begin Maart van dit jaar heeft onze Minister zich in dezen zin geuit. Maar wel kan gezegd worden, dat door het Sudetenvraagstuk de beslissing inzake artikel 16 actueele beteekenis gekregen heeft, meer nog dan anders het geval zou zijn. Bij deze begrootingsbehandeling heb ben we in ons blad de meening te ken nen gegeven, dat Nederland in normale omstandigheden zich over den zin van eenig artikel niet zelf een oordeel mag aanmatigen. Een verdrag wint niet aan waarde, zoo zijn bepalingen worden uit gelegd al naar de opvattingen, welke de partijen aanhangen. Gelukkiger zou het zijn geweest, zoo de Volkenbond zelf bepaalde, dat de leden tpt volgen van zekere artikelen niet verplicht zijn. Het gaat hierbij over de vraag, of men van de staten, die bij den Bond zijn aangesloten, mag eischen, dat zij het geen is overeengekomen, met dezelfde nauwgezetheid zullen naleven als op het moment, waarop het verdrag werd on derteekend, redelijkerwijze mocht wor den verwacht. Deze vraag nu wordt door onze dele gatie te Genève blijkbaar op de volgen de wijze beantwoord: De omstandig heden hebben dermate ingrijpende wijzi gingen ondergaan, dat nakoming van de bepalingen naar de rede niet mag Worden gevorderd. Wij zijn van oordeel, dat deze opvat ting als juist moet worden geken merkt, al blijven we het betreuren, dat de Volkenbond niet zelf tot heden de leden van enkele verplichtingen heeft vrijgesteld. Liever hadden we zulks ge zien, dan dat zooals nu het geval is individueele staten een meening over eenig artikel ten beste moeten geven. Inderdaad zijn de omstandigheden schrikbarend gewijzigd. Niet meer kan worden gesproken van enkele staten, die zich aan hetgeen door den Volken bond is gesanctioneerd vergrijpen willen, maar de wereld dreigt in twee kampen tegenover elkaar te komen te staan- Tra gisch maar waar is, dat de Bond zelf zich nauwelijks in deze oneenigheid mengen kan. Tsjecho-Slowakije, opgegroeid onder de bescherming van Genève, kan door dezen zelfden Bond als zoodanig nauwelijks worden gesteund. Twee par tijen vertoont het wereldbeeld. De een verdedigt de Beginselen van den Bond, r de aanhangers van deze partij, kunnen niet meer met den naam van ..collectieve veiligheid" worden bestem peld. De andere partij zoekt oplossing langs nieywe wegen en legt een onmis kenbare spil-zudht aan den dag, op deze wijze een zelfstandig blok vormend. Den zoo ontstanen toestand niet te willen zien, zou onjuiste politiek zijn, evenzeer als het nalaten van de noodige maatregelen en het verzwijgen van ver helderende uitspraken. Maar dat dit pad moest worden ingeslagen, blijft hoe n o o d i g hij wellicht was een stap achteruit, een stap, die op zichzelf moet worden betreurd, hetgeen door den Minister trouwens openhartig is erkend. Burgemeester van Urk neemt afscheid In een langdurige vergadering heeft gis termiddag de burgemeester van Urk, de heer A. Gra vestein afscheid genomen in de bevolking van het eiland. De vergadering stond onder leiding van Ds. Doorenbos, Geref. predikant te Urk. Deze bood den burgemeester na mens de bevolking een fraai radio-toe stel aan. Het jongste raadslid, de heer Koffeman, sprak den burgemeester toe na mens den raad en overhandigde als ge schenk van dit col lege een schilderij van het Urker raad huis, ingelegd in zil ver. Nog eenige deaux werden den burgemeester aangebo den door verschillende vereenigingen, waarvan hij voorzitter of lid was. Zeer vele sprekers hebben daarna nog het woord gevoerd in totaal waren er 22 waarna burgemeester Gravestein zelf het spreekgestoelte besteeg. Zichtbaar aan gedaan dankte hij de vele sprekers voor de warme woorden van waardeering tot hem gericht „Ik zal Urk nooit vergeten aldus de bur gemeester, en steeds de aangename gedachte bij mij dragen, dat de bevolking van Urk ook nog aan mij denkt." Aan het einde van de vergadering werd den burgemeester staande psalm 121 vers 4 toegezongen, waarna de bijeenkomst door den heer Koffeman, oud-directèur van den Gemeentelijken Vischafslag, met dankzeg ging werd - - -1 - Ned. Bond van Christelijke Schilderspatroons Negentiende laarvergadering te Zwolle De 19e jaarvergadering van den Ned. Bond ran Chr. Schildierspatroons zal D.V. op Woensdag 21 September te Zwolle in hotel Geytenibeek wor den gehouden, onder leiding van den heer C. Plomp te Rijswijk. De agenda vermeldt o.a. bestuursverkie zing wegens periodieke aiftrediing van den heer J. Drexhage te Bus9um. Voorst komen aan de orde voorstellen, om den voorzitter van den Bond vrij te stellen ten behoeve van de propaganda, omtrent het landelijk collec tief arbeidscontract en een rapport inzake de B.S.B.-regaling. Het taxi-conflict te Den Haag Bespreking met Rijksbemiddelaar 's-GRAVENHAGE, 15 September. Heden had op het Departement van Sociale Zaken onder leiding van den Rijksbemiddelaar Mr. Dr. T. J. Verschuur een bespreking plaats tusschen partijen, betrokken bij het conflict bij de N.V. Algemeene Taxi Maat schappij A.T.AM, te Den Haag. De bespre king had tot resultaat dat er een regeling getroffen werd welke opheffing der staking en voorloopige voortzetting op beperkte ba sis van het bedrijf ten gevolge heeft. De A. T.A.M. verklaarde zich bereid cle regeling te aanvaarden, terwijl de arbeidersorgani saties deze eerst nog in eigen kring moeten bespreken. De „Karimata" gaat te Rotterdam dokken Volgend jaar Juli naar Ned.-Indië In aansluiting aan een bericht, waarin ge meld is, dat het vertrek van de 'Karimata" voorloopig is uitgesteld vernemen wij, dat de baggermolen, wanneer het weer dit toelaat, vandaag naar Rotterdam zou worden ge sleept. De molen zal in Rotterdam, dokken om n nieuwe bitumastieklaag te krijgen. Deze werkzaamheden zullen ongeveer een week duren. Daarna wordt de mol?n naar J. en K Smit's Scheepswerven te Kinderdijk ge sleept, Gedurende den winter zal de Kari mata te Kinderdijk blijven. Vermoedelijk ir. Juli (dat is de gunstigste tijd) zal de sleep reis naar Nederlandsch-Indië aanvangen. De nieuwe „Noordam" ROTTERDAM, 15 September. Het nieuwe dubbelschdoef motorschip „Noordam" ligt thans voor de kade van cle Holland Amerika- lijn naast, de geweldige „Nieuw-Amsterdam". Het is onmiddelijk te zien, dat het schip, hoewel veel kleiner, toch in dezelfde periode 'e gebouwd. De algemeene lijnen van den 'ocip en de vorm van den schoorsteen ko nen sterk overeen met die van het vlagge- eohip van de Lijn. 't Is echter ook direct te zien, dat men hier met een schip te doen heeft, dat niet hoofdzakelijk voor passagiers ier is ingericht, maar voor een groot deel ook voor vracht bestemd is. De verhou ding tusschen deze twee doeleinden is die half om half, naar ons bij ons bezoek2ls meegedeeld. De „Noordam". gebouwd bij de Machine fabriek en Scheepswerf P. Smit Jr. te Rot terdam, zal in den herfst in de vaart komen. het zusterschip „Zaandam" bij de jaar wisseling. Slechts in kleine onderdeelen, Tsjecho Slowaaksche troepenconcentratie in het bedreigde SudfltanduiUcho gebied Een overzicht van Praag met op den achtergrond het palels van wijlen president Masaryk vooral de versiering betreffende, zullen de beide schepen van elkander afwijken. De- „Noordam" is ongeveer 501 voet lang en heeft een bruto register tonnage van 10.704 a 2.83 ml Zij is bestemd voor den veertiendaagschen dienst op New-York en Philadelphia. Zij zal 200 a 250 passagiers- kunnen vervoeren in het kader van één klas se, met moderne en smaakvolle accomodatie Wat dit laatste betreft, valt od te merken, dat op één na alle hutten aan de buitenzijde zijn, voorts dat zij alle van bad- nf doucheka- kamer voorzien zijn en dat de recreatie ruimten met veel zorg en smaak door de beste binnenhuis-architecten zijn ingericht. Verschillende kunstenaars hebben aan de inrichting meegewerkt. Wij noemen: Han Richters beeldhouwwerk), Herman Weze laar (idem), Nel Claassen (intarsia-versie. ring), Jaap Gidding (tapijten), K. Gellings (smeedwerk). Pieter den Besten (schilder werk), H. van Keetoren (geëtst glas). Heden heeft de „Noordam" proefgevaren. TIEN JAAR GEREGELDE LUCHTVAART IN INDIë Twee bijzondere frankeerzegels Ter herdenking van het tienjarig bestaan van een geregelde luchtvaart in Nederl. Indië' welke 1 November 1928 aanving, zul len daar te lande twee bijzondere frankeer zegels worden uitgegeven, in de waarden van 17% cent en 20 cent. Deze frankeer zegels worden verkocht met een toeslag van 5 oent, waarvan de netto-opbrengst zal wor den uitgekeerd aan de Kon. Ned.-Ind. Ver. voor Luchtvaart ten behoeve van het Ned.- Indisch Luchtvaartfonds. De zegels worden in Indië verkrijgbaar ge steld van 15 tot en met 31 October 1938 en zullen hier te lande gedurende denzeifrlen termijn aan de Philatelistenloketten ver krijgbaar zijn. Zij worden voor het gebruik gelijkgesteld met gewone Indische frankeer zegels en blijven geldig tot en met 30 No vember 1938. DE HERZIENE OMZETBELASTINGWET In het Staatsblad nr. 482 is een Kon. I sluit opgenomen, waarin wordt bepaald, dat de wet van 23 Augustus 1938 tot herziening der Omzetbelastingwet 1933 en wijziging der Algemeene Wet van 26 Augustus 1822 in werking treedt met ingang van 1 October a.s., met uitzondering echter van het eerste lid van art. XII der wet van 23 Augustus j 1. (betreffende het bijzonder invoerrecht). 's-GRAVENHAGE. 15 September. Giste ren hebben 38 nieuwbenoemde Marine-offi cieren hun opwachting gemaakt bij den Mi nister van Defensie, den heer J. J, C. va Dij k, die hen heeft toegesproken. Officieele Berichten LEGER EN VLOOT ONDERSCHEIDINGEN sau°verbCen(i1 'S d6 de °rd? van Oranje-Nas RAAD VAN SURINAME Aan den heer mr S. M. S. Reitsma l! ontslag verleend als lid van den Raad stuur in Suriname. ROFFELRIJM HET HONDJE Wanneer de stad in feesttooi is, Het plein correct is afgezet En 't volkslied brengt de handschot Lvan 't Politieleger aan de pet, Dan trilt een grinnik door 't publiek En moeilijk houdt het volk zich goed: Daar hebben we „hèt hondjeweer! Het kwispelt met zijn staart een groet! •,Het hondje" is onsterfelijk. Kijk alle oude prenten na. Het hondje staat er altijd op, Het hondje met of zonder ga. Geen plechtige begrafenis, Geen deftige festiviteit Geen feest, hoe ontoeganklijk, Of 't hondje is present, op tijd. Verknipt de Koningin een lint, Het hondje huppelt haar voorait De eerste die de brug betreedt Is 't hondje met z'n straatkornu.it. De voorste in de optocht is Het hondje of zijn kameraad. De eenige die nóóit mankeert Is 't lollig hondje van de straat. Voor hem bestaat er geen gezag, Geen overheid, geen majesteit. Hij dartelt door de eeuwen heen In machtige onschendbaarheid. Hij weet: er is geen hooge hoed Of ik ga ongetwijfeld vóór, Ja, waar ik ooit een keer mankeer Gaat vast de plechtigheid niet door. (Nadruk verboden). LEO LENS. DE KONINGIN OP SOESTDIJK BAARN, 15 September. II. M de Konin gin heeft gistermiddag een bezoek gebracht op het paleis Soestdijk en is na korten tijd naar Amsterdam teruggekeerd. VERSTERKING DER DEFENSIE Koortsachtige arbeid aan Tsjechische grensversterkingen „God behoede ons voor den oorlog" IT) Vanuit ons hotel, waar we de eerste daigen waren, maakten wij voettochten do bergen in, ons niet bewust van eenig gevaar. En daar ontmoetten wij de Tsjechen Reeds in Hernsgretchen, aan de grens, hingen biljett enaangeplakt in de Tsje chische taal, dat het dragen van een fototoestel verboden was op boete van 1Ó.CÜ0 kronen 600,Doch wij waren ds Tsjechische taal niet machtig! Toen wij, na eenige uren loopen, bij een fabrieksterrein kwamen, zagen wij voor de leegstaande fabriek circa 400 arbeiders bezig met het maken van draadversperrin gen en ander oorlogsmateriaal. Aan den ingang ervan stonden soldaten op post om ventueele indringers tegen te houden. Wij keken naai- de bedrijvigheid en liepen Toen we ongeveer 200 M. voorbij dit ter rein van Mars waren, hoorden we achter ons roepen: „Halt! Hande hoch!" Wij stonden verbaasd stil en begrepen niet wat het beduiden moest. Doch dat hoorden we al gauw. Men zag ons voor spionnen aan, vooral omdat ons fototoestel heel laconiek om onzen hals bengelde. Wij waren ons niet bewust van eenige over treding. Het werk lag inmiddels stil. Alles ver zamelde zich om ons heen. We hoorden mompelen: „Spionen", doch we dachten niet anders of we zouden ter plaatse on dervraagd worden, en dan zouden onze pas en „Ausweis" natuurlijk ons de begeer de vrijheid hergeven. Doch men had anders over ons beschikt. Men beduidde ons op een gereedstaande auto met oorlogsmateriaal plaats te nemen. Een officier overhandigde den chauffeur met een veelzeggenden blik een papiertje. Achterop namen twee gewapende soldaten plaats, die onze eventueele ontvluchtings pogingen moesten beletten. De auto zette zich in beweging en wij werden vervoerd. Waarheen? We wisten het niet. De achterblijvenden balden de vuisten en schreeuwd enons achterna. Zoo doende beduidde dat alles niet veel goeds. Met een flinke vaart ging het berg-afwaarts en na ongeveer 40 K.M. kwamen we in een groote garnizoensplaats, waar we regel recht naar het Station gereden werden. Zouden wij op transport gesteld worden naar Praag? Gelukkig bleek deze gedachte niet juist. De lading materiaal werd gedeeltelijk af geladen en verder ging 't, naar de dichtst bijzijnde kazerne. Hier aangekomen beklommen we de vete trappen en kwamen tenslotte, nog steeds vergezeld van twee soldaten, in het offi cieren-verblijf. Aan de gezichten van de daar aanwe zigen zagen we wel, dat men ons van een groot kwaad verdacht. Een wachtmeester ondervroeg ons en nadat we hem alles hadden uitgelegd, bleek dat wij onschuldig waren. Doch daar stonden we. Wel kwamen de verontschuldigingen los en de raad gevingen voor een eventueele terugreis, c) I stond in ons blad van 14 September. Twee Sudeten-Duitschers drinken op de door hen gewenschte bevrijding doch daar het reeds donker was geworden, zat er niets anders op of we moesten ons heil in het dorp zoeken. Na eenig gezoek gingen we een hotelletje binnen en bleken daar te zijn beland in Zoodoende maakten we op één dag met beide groepenkennis. De eerste kennis making was niet meegevallen doch de tweede maakte alles goed. Toen we onze lotgevallen hadden verteld, rekenden zij het zich tot een plicht ons het verblijf ter plaatse zoo aangenaam mogelijk te ma- Zij bleken allen (plm. 20) lid te zijn van een Duitsche zangvereeniging en juist na afloop van de repetities zaten de wijsjes hun nog helder in het hoofd. En weldra klonken de „bevrijdingsliederen". Wij waanden ons in Duitschland. Het Horst-Wessellied volgde het „Deutschland, Deutscbland über alles" op. Tusschen het zingen door gingen de bierglazen rond en de stemming werd steeds vroolijker. De mecsten van hen hadden in den wereld oorlog gevochten, o.a. in de beroemde Izonzo slagen in Italië. Eén van hen de monstreerde ons hoe het daar toe is ge gaan. Hij wierp z.g.n. met een handgra naat, deed daarna het angstige fluiten van dit projectiel na, en na de zg.n. ontplof fing dook hij onder tafel. Zoo zitten de be levenissen uit dien verschrikkelijken oor log hun nog helder voor den geest. Hoe kan het ook anders Interessant was vooral het volgende lied, dat duidelijk den toestand in dat gebied demonstreert: „I-leute, Kameraden, heute treiben die Wolken noch grau. Morgen, Kameraden, funkelt die Sonne im Tau, funkelt die Sonne im Tau." „Heute Kameraden, heute habcn's wir noch alle schwer, Blitze Kameraden, zucken die Kreuz' und die Quer." „Die Fahne, Kameraden, die Fahne knallt Tr in* Sturm, wie sie fliegt Morgen Kameraden, morgen haben wir gesiegt!" Of dit: „Wir sind das Heer von der Arbeit Kampfen für Recht und für Brok Treu laszt zusammen uns steben Einigkeit bricht unsre Not! „Warn wir verkauft und verraten, Nun kommt der Tag des Gerichts. lest schlieszt die Front Kameraden! Die Ketten von allen zerbricht! Natuurlijk zijn deze liederen in Tsjecho- Slowakije verboden en in Praag hoort men ze niet. Doch deze Sudeten wisten zich in hun dorp verre in de meerderheid, dus stoorden zij zich aan geen verordeningen. ver na middernacht namen zij afscheid met den groet: „Heil Henlein!" Voor hen is hij, Henlein, de „Führer Niet voor niets was hij daarom dè man om met den echten „Führer" te confereeren! Wij hebben op onze reis door het Sude- ten-Duitsche gebied met plm. 300 men schen gesproken, maar niemand sprak over een gewelddadige oplossing van het moeilijke probleem. Iedereen dacht, en sprak het ook tegenover ons uit, dat de kwestie nog „in der minne" geschikt kon worden. Bezoek aan Praag In ons reisplan lag ook een bezoek van eenige dagen aan Praag opgesloten. In de hoofdstad zelf merkt men niet veel van opwinding of partijdigheid. Immers, alles is daar Tsjechisch en de enkele Su- deten-Duitscher, die er rondloopt, onthoudt zich van op- of aanmerkingen. De omgangstaal is daar natuurlijk alleen Tsjechisch. Duitsch wordt niet geduld. Zelfs niet voor niet-Tsjechen, zooals wij. Wij maakten met een gids een „Sight seeing" door de binnenstad, de z.g.n. Joden buurt, naar schatting wonen er 60.000 Joden in Praag, en spraken de voor ons ge makkelijker taal: Duitsch. Een Jood riep ons na: „In Tsjecho-Slo wakije spreekt men Tsjechisch!" Zijn hou ding veranderde evenwel als bij tooverslag, toen onze gids hem in het Tsjechisch be duidde, dat wij Hollanders waren. Wij ke ken elkaar eens aan en dachten: „Hollan ders zijn hier in de gratie!" Het insigne van de Sudeten-Duitschc partij (S.D.P.) evenals het dragen van witte kousen is in Praag verboden. Toch kwamen we in Praag in het bezit van genoemd speldje, alsmede van dat der Tsjechische „partij". Wel viel ons op dat de kranten over niets anders schreven dan over „het pro bleem". Zoodoende trok de auto van Lord Runciman, die aan ieder bekend was (het auto-nummer C.S. 79 stond dagelijks in de krant) altijd de grootste belangstel ling. We waren juist op het tijdstip in Praag, dat alom de 20-jarige onafhankelijkheid werd gevierd. Etalages, opschriften en dun doeken droegen afbeeldingen van den op volger van den president-bevrijder Masar rijk en dr Edvard B e n e s j. Een van de grootste bioscopen draaide een week lang gratis do film, welke het le ven resp. van Husz, Mas a rijk en B e n e s j vertoonde. Buitengewone belang stelling trok ook het Mausoleum van Ma saryk, opgericht op een groote bergtop vlak bij de stad. Thans naar Berlijn Evenals alle goede dingen, bestond onze reis uit drie deelen: het grensgebied, Praag en als klap op den bekenden vuurpijl: Ber lijn. En ook daar was het een geweldige drukte. Immers, vanuit het Sudeten-Duit- sche gebied, waar de gehcele grensstrook één groot fort vormt en waar overal langs hoofd- en zijwegen draadversperringen wer den aangelegd, kwamen wij in Duitschland juist op het moment van de groote ma noeuvres! We konden ons daarom best voorstellen, dat Praag zich zoo over zijn grensgebied bezorgd maakt en het daarom terdege versterkt. De manoeuvres mochten eens over de grens plaats vinden Dubbel begrepen wij de Tjechischc be zorgdheid! Want, hoewel Tsjecho-Slowa kije niet vergeleken kan worden met Oos tenrijk, heeft de overrompeling van dit land niet nagelaten haar invloed uit te oefenen op alles wat Tsjechisch voelt en denkt. Toen we voor één van de grootste boek winkels van geheel Berlijn stonden, zagen we in de étalage slechts één voorwerp: een landkaart, die den vorm van een leeuw had. In de klauw hield die leeuw (Duitsch land) alvast heel Bohemen en eert stuk van Moravië. Of het zoo worden zal? De tijd zal' het ons Ieeren. Wat wij tn het Sudeten-gebied zagen wijst er evenwel op, dat het niet zóó gaan zal als in Oostenrijk! Want mannen heb ben wij in dat gebied niet ontdekt; alles 'werkte aan de grens. Vrouwen verrichtten denarbeid, in het dorp zoowel als in de stad. Maar als wij met ze onder hun arbeid spraken en vroegen hoe zij over don toestand dachten, antwoordden allen: „God behoe de ons voor den oorlog!" J. H. KRUIZINGA In het Sudeten-Duitsche gebied. De vr ouwen werken op het land. de martn&i ian de grens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5