65^acku^ZILVERVOSSEN
ALLES VOOR! NIETS TEGEN
DEELZENBER
Rudolf Steiner en hetGoetheanum
VRIJDAG 9 SEPTEMBER 1938
DERDE BLAD PAG 9
BRUSSEL VIERT DE
JUBILEUMFEESTEN
Veel Oranje, receptie
en Jubileumfilm
Men schrijft ons uit Brussel:
Evenals in Nederland zelf zijn ook in
Brussel de feesten ter gelegenheid van den
verjaardag van H. M. de Koningin, alsmede
de Jubileumfeesten met groote opgewektheid
gesierd. Zeer velen hadden zich met Oranje
getooid en van verschillende gebouwen en
woningen zag men de Nederlandsche drie
kleur wapperen.
Alle in Brussel wonende Nederlanders, die
maar eenigszins gelegenheid hadden, heb
ben geluisterd naar de rede die Hare Ma
jesteit voor de radio gehouden heeft, en
dankbaar hebben zij er mee ingestemd.
Het groote feest is gevierd op den 6dpn
September.
In een der zalen van het hotel Metropole
heeft de Nederlandsche gezant gerecipieerd
en heel velen zijn daar hun gelukwenschen
komen aanbieden. De gezant heeft bij deze
gelegenheid het woord tot de agnwezigon
gericht hen wijzende op het zeer feestelijke
van dezen dag, ziin toespraak besluitende
met de uitroep: „Leve de Koningin", waar
mede alle aanwezigen instemden. Vervol
gens is het Wilhelmus gezongen en bleef
men nog eenigen tijd gezellig bijeen ondor
aangename muziek van een strijkje.
Des avonds om half negen kwam een zeer
groot gezelschap bijeen in het Palais des
Beaux Arts, waar de Jubileumfilm vertoond
zou worden. Tweeduizend bezoekers en be
zoeksters, allen in avondtoilet, woonden
deze vertooning, uiteraard de eerste in Bel
gië, bij. Voordat met de filmvertooning
werd begonnen, is nog een toespraaK gehou
den door den voorzitter van het Comité van
Besturen van alle in Brussel gevestigde Ne
derlandsche Vereenigingen, den heer V a 1 c-
kenier de Greeve, terwijl voorts een
programma van muziek en zang werd afge
werkt
Na afloop van de filmvoorstelling is het
feest tot vroeg in den ochtend voortgezet in
de marmeren zaal van het Palais des Beaux
Arts.
Zaterdagavond biedt de vereeniging „L'm-
borgia" haar leden en vele genoodigden een
diner aan.
Zondag zal het Regeeringsjubileum wor
den herdacht in de Ned. Herv. Kerk, waar
voor zal gaan Ds. ten Kate.
Bloemenweelde in het Paleis
AMSTERDAM, 9 September. Het Paleis
op den Dam. en dan in het bijzonder
burgerzaal met de nabij gelegen galer/jen
en de troonzaal is in deze dagen getooid
met een schat van bloemen. De Aalsmeer-
sche kweekers hebben, zooals bekend is,
de troonzaal en de galerij met het edelste
van hun producten gesierd, licht-rose rozen
en anjers. 'Daarnevens kwamen tal van
groote en soms ook ontroerend-kleine bloem
geschenken in Behalve zeer fraaie bloem
stukken van de hofhouding noemen wij die
van de ministers, van de commissarissen
der Koningin, het corps diplomatique, de
Nederlandsche Bank, alsmede van de be
woners van het Noordeinde te 's-Graven-
hage. Gisteren na de aubade op den Dam,
word Liercan nog namens de duizenden
kleine en groote zangers een zeer bijzonder
bloemstuk toegevoegd. Het geeft, sterk ver
groot, het Kroningsbordje van 1898 weer.
Oorkonde voor H.M. de Koningin
De Ned. „Arti et Industriae" heeft aan
H.M de Koningin, beschermvrouwe van de
.vereeniging, een oorkonde van gelukwensch
aangeboden, welke het artistieke resultaat
is van een prijsvraag onder haar leden.
De met den eersten prijs bekroonde tee-
kening is op perkament in rood, wit, blauw,
oranje en grijs vervaardigd door George
Notenboom te Rotterdam.
MOETEN GEWONNEN WORDEN IN DE PALMOL1VE VOSSENJACH
u„l hii Uw winkelier 5 stukkert Pa
ELKE DAG: n
een prachtige zilvervos (of f. '00.—
r> iiooc Dfi P M R riiwiel.
Waarde 1. 60.i- (of f. 45 - in contani
Vier autopeds, met ballonbanden.
inkelier 5 stukkert Palmofive
ingt.vaa.bem eca
Dc 390 schitterende hoofdprijzen zijn
KïtS"««*U Tdo«. Mmolive.*»*»»..
ZEEP OMDAT(maxtmum dertig gorden) bl"lv0eKt ontvangt het" Uitknipboek van deV.|f
Er wordt niet gelet op mooi proza. Vertel het bqvoegL ont F(waardt 25. ccm;
ons in Uw eigen woorden.
Beoefening der medische
wetenschap op
anthroposofische basis
Wat deze geesteswetenschap
bedoelt
Geen goed zoo
goed als Novana-
ondergoed en niet
duur, dat is het
Novana-devies voor
1938. Novana-onder-
goed voldoet elkeen i
het ts soepel, elegant,
en degelijk. In wol,
kunstzijde en katoen.
Let op het Novana-
etiket op elk stukl
Rudolf Steiner
Het plotseling sterven van den burge
meester Mr. P. Droogleever Fortuyn in
de Rudolf Steinerkliniek te Schevenin-
gen heeft opnieuw de aandacht gevestigd
op de merkwaardige geesteswetenschap
van Rudolf Steiner.
In de Nieuwe Parklaan te Schevenin-
gen is de Rudolf Steinerkliniek opge
richt, waar op anthroposofische basis de
medische wetenschap beoefend wordt
onder leiding van Dr. F. W. Zeylmans v.
Emmichoven (schoonzoon van den over
leden burgemeester).
De Geesteswetenschap is van invloed op
nagenoeg elk ievènsgebied en geeft „vernieu
wende" kracht aan kunst, paedagogiek, me
dicijnen, landbouw, enz. enz.
In ons land bestaat sedert eenigen tijd de
N.V. Cultuurmaatschappij Loverendale (be
drijfsleiding en
administratie te
Serooskerke, Wal
cheren) die de
door Rudolf Stei
ner uitgewerkte
landbouwmethode
toepast. Naar men
meent, zal de bio-
logisoh-dynami-
sche landbouw
methode de ver
borgen kracht
bronnen het rijkst
doen vloeien en
haar voortreffe-
heid bewijzen in
de kwaliteit der
producten en de
gezondheid van
Wat wil deze Geesteswetenschap?
Artikel 2 van de Nederlandsche Anthropo-
sophische Vereeniging luidt: De Anthroposo-
phische Vereeniging in Nederland is een ver
eeniging van menschen, die het zieleleven in
den enkelen mensch en in de menschelijke
samenleving willen ontwikkelen op grond
slag van een ware kennis van de geestelijke
wereld.
Zij stelt zich ten doel den bloei van een
geestesleven te bevorderen in overeenstem
ming met het inzioht, dat tot uitdrukking
kwam op de oprichtingsvergadering.
De naam Anthroposofie beteekent
letterlijk mensch-wijsheid of: weten
omtrent den mensch.
Het is echter deze richting niet te doen om
hetgeen de mensch door zijn zintuigen en
door het verstand, dat zich houdt aan de
zintuigelijke waarneming, omtrent zichzelf
en de wereld weten kan.
De Geesteswetenschap wil tot de overtui
ging brengen dat in den zintuigelijken
mensch een geestesmensch leeft, een
innerlijke mensch, dien we in-zekeren
zin een tweeden mensch kunnen noe
men. Anthroposofie is nu datgene, wat de
innerlijke mensch, de andere of tweede
mensch, weten kan.
Die geestesmensch kent geen-
grenzen voor zijn kennis. Hij ont
wikkelt de geschiktheden, die in den mensch
zijn, z'n occulte of geheime krachten in die
mate, dat hij ook de bovenzinne
lijke wereld kan waarnemen.
Zoowel het waarnemingsvermogen als
het waarnemingsveld wordt uitgebreid, tot
dat met dwingende noodzakelijkheid de laat
ste geheimen van het bestaan zijn ontsluierd,
en dat op wetenschappelijke wijze.
Voor geloof is dus in dit stelsel geen
aats meer.
De tegenstelling tusschen gelooven en
anschouwen heet hier opgeheven.
iDe anthroposoof wil reeds hier en nu
„schauen". Aan goddelijke openbaring
heeft hij geen behoefte. Uit een openbaring
valt voor hem niets te putten, wat hij in den
grond van zijn geestesleven niet reeds wist.
De Geesteswetenschap is een reactie tegen
het materialisme en meent daarom recht te
hebben op de sympathie van al degenen, die
oog hebben voor den verderfelijken invloed
van dit stelsel. Op felle wijze bestrijdt zij
het materialisme. De materialist aldus
Steiner ziet op stof en wordt niet gewaar,
dat hij in werkelijkheid geest voor zich
heeft, die in stoffelijken vorm verschijnt.
De Anthroposofie heft de tegenstelling op
tusschen geest en stof. Alles is geest. De
wereld en al het bestaande is ontvouwing
van den Goddelijken Geest, den Al-Geest.
Tegenover het materialisme, dat de stof
v e r g o d d e 1 ij k t, zijn verschillende rich
tingen opgekomen, die in een ander uiterste
vervielen en de stof negeerden. De den
kende mensch wordt vergoddelijkt.
Ik denk hier aan een treffend woord van
Prof. Ph. Kohnstamm „De groote eindstrijd
der wereldbeschouwingen zal niet gaan tus
schen Christendom en Materialisme, maar
tusschen Christendom en Idealisme, tus
schen de leer van den Persoonlijken God en
die van de goddelijke Idee. Ik acht het een
gevaarlijke illusie te meenen, dat de afwen
ding van het Materialisme reeds beteekent
erkenning van Jezus Christus als onzen
De Anthroposofie tracht alle levensgebie
den en vrijwel alle historische gedachten-
gangen in haar systeem op te nemen, -zoocbat
we een wonderlijk mengsel van allerlei voor
stellingen in haar aantreffen. De tegenwoor
dige leider der beweging Albert Stef-
f e n heeft het doel aldus geformuleerd: den
vorm, die in het Westen heerscht en het
leven, dat in het Oosten stroomt tot een
synthese te brengen.
Wetenschap, godsdienst, kuituur, kunst,
paedagogiek, geneeskunde worden in één
groot harmonisch verband gebracht.
Te Dornach (bij Bazel) is de Vrije Hooge-
school voor Geesteswetenschap, het G o e-
t h e a n u m genaamd. Hier klopt het hart
van de'beweging. Hier is het centrum en het
verzamelpunt. Het tegenwoordige gebouw
werd opgericht in de jaren 19251928.
Het christendom komt in deze tijdstroo-
ming voor in gnostischen vorm, d.w.z.
we hebben hier te doen met een vermenging
van heidensche elementen met het Christen
dom. Goethe wordt als profeet geëerd
vandaar de naam Goetheanum.
In de kringen van de Geesteswetenschap
stemt men met het bekende woord van
Goethe in: „Wie wetenschap en kunst bezit,
die heeft óók religie. Wie deze beiden niet
bezit, die hebbe religie."
De eenvoudige doorsnee-mensch heeft de
religie noodig, zooals ze in de kerken tè
vinden is. De dieper-denkende mensch dringt
door tot de kern en krijgt religieus leven uit
ware wetenschap en ware kunst.
De Anthroposofie doet haar invloed gelden
op nagenoeg elk levensgebied, zeiden we.
Daarom is de Vrije Hoogeschool in meerdere
secties verdeeld. Er wordt les gegeven in
voordrachtkunst (spreekkoor en recitatie), in
dramatische kunst, in bewegingskunst
(eurythmie) en in muziek. Op geregelde
tijden worden voorstellingen gegeven in
eurythmische kunst (b.v. op eiken Zondag
middag) en concerten ten gehoore gebracht.
Vooral de bewegingskunst wordt als een
waardevol opvoedingsmiddel beschouwt, om
dat daardoor hoogere werkingen kunnen
ontvouwd worden. Deze kunst vindt dan ook
haar toepassing in de naar Steiners beginse
len ingerichte Waldorfschool te Stutt
gart, waar meer dan 1000 kinderen een op
voeding in den geest van de geestesweten
schap ontvangen.
Voorts zijn er ook medische, natuurweten
schappelijke, mathematisch-astronomische af-
deelingen, enz.
In de jaren 19101913 schreef Rudolf
Steiner vier mysteriëndrama's, die in Mün-
chen werden opgevoerd.
Deze opvoeringen konden echter eerst tot
haar volle recht komen in een gebouw en in
een omgeving, waarin de architektuur, de
plastiek en de beschildering beantwoordden
aan de beginselen van de nieuwe geestelijke
beweging. De kunstenaars hadden langen
tijd onder den verderfelijken invloed van het
materialisme gestaan. Dit gebouw zou het
juiste omhulsel moeten worden voor hetgeen
er in beoefend zou worden.
In 1913 werd de eerste steen voor het
Goetheanum gelegd. Het geheele gebouw,
zoowel uiterlijk als inwending, was vrucht
van Steiners scheppenden kunstenaarsgeest.
Het verrees op een heuvel in een verrukke
lijk schoone omgeving in de buurt van Bazel.
Twee elkander snijdende cirkels vormen her
grondvlak. Op een wit betonnen-fundament
rustte het houten dubbele koepeldak. Het
geheel maakt een eenigszins bizarren en
vreemden indruk. Men moet echter niet ver
geten dat deze bouTjjjtijl uit een nieuwe we
reldbeschouwing voortsproot. Wil men deze
kunst begrijpen dan moet men (zeggen
anthroposofisten) in de geheele sbrooming
van de geesteswetenschap leven, zooals men
in het Christendom moet staan, indien men
b.v. de Sixtijnsche Madonna wil begrijpen.
De geesteswetenschap grijpt den mensch in
nerlijk zóó levend, zóó sterk aan, dat vermo
gens, die anders in hem sluimerden, dus ook
talenten op kunstgebied, opgewekt worden.
In andere gebouwen b.v. worden g e 1 ij k e
zuilen naast elkander geplaatst. In het eerste
Goetheanum werden de kapiteelen in voort
gaande ontwikkeling gedacht: de tweede zuil
was anders dan de eerste, de derde weer
anders: het eene kapiteel volgde uit het
andere.
In 1920 werden de eerste voorstellingen in
het gebouw gegeven. Lang heeft het niet
bestaan. In den laatsten nacht van het jaar
1922 viel het aan het vuur ten offer.
In 1925 werd begonnen met den bouw van
het tweede Goetheanum, waarvoor Steiner
nog het model heeft kunnen leveren (hij
stierf 30 Maart 1925). Dit gebouw heeft een
lengte van 90 M., een breedte van 84 M
een maximale dakhoogte van 37 M. Het om
sluit een ruimte van 110.000 kubieke M. De
illustraties geven een indruk van de nieuwe
anthroposofische bouwwijze.
Het behoeft geen betoog, dat het Christen
dom lijnrecht tegenover deze beweging
staat. A. B. W. M. KOK.
Het tegenwoordige Goetheanum
De Indië-vliegroute nog korter?
Van Karachi vla Colombo naar Medan.
Volgens berichten in de Staats-bladen
koestert de K.L.M. plannen om de route
Holland-Indië opnieuw te bekorten door
Burma, Siam en het grootste gedeelte van
Britsch-lndië door haar vliegtuigen te doen
overslaan. Men zou voornemens zijn om van
Karachi naar het Zuiden af te buigen en
dan door te vliegen naar Medan. Van Co
lombo zou men een lange etappe, over zee.
naar Medan maken, terwijl na Medan de
gewone route weer zou worden gevolgd.
om zich bij de huidige, bewogen en onzekere tijdsomstandigheden
bij het bestellen van thee te realiseeren, dat de bekende
GOALPARA behalve een bijzonder smakelijke kop thee
U middels hare luchtdicht GESOLDEERDE LOODVERPAK-
KING gratis garantie biedt, ons heerlijk product zoo noodig
zeer langen tijd te bewaren,
MELANGE 38 CT. PER ONS
Gesel. Oranje Pecco 34 ct. p. ons
Indien Uw winkelier geen echte GOALPARA loodverp. heeft,
schrijve U rechtstreeks aan de:
Imp. SWEEPS H. Mij., Heerengracht 451, A'dam
POSTGIRO 18738
per 3 en 5 ponds kistje
ca. 10 a 20 cent per pond
voordeeliger.
Rauwe eendeneieren
voor consumptie
Naar aanleiding van ziektegevallen als
gevolg van het gebruik van rauwe eenden
eieren, zijn eenige Koninklijke Besluiten
uitgevaardigd en in werking getreden ter
voorkoming van het gebruik van eenden
eieren voor consumptie.
Gebleken is n.l., dat sommige leggende
eenden met paratyphus zijn besmet Het
K.B. van 11 Juni 1937 bevat het verbod van
gebruik van eendeneieren bij de bereiding
van consumptie- of roomijs terwijl een
tweetal Koninklijke Besluiten, gedateerd 13
Juni 1938 het verbod van het gebruik van
deze eieren als grondstof van voedingsarti
kelen geheel verbieden en het voorschrift
dat de eieren voorzien moeten z'jn van een
stempel „eendenei, 10 minuten koken", be
vatten.
De besluiten laten ontheffing, na beoor
deeling door den directeur van den waren-
keuringsdienst open.
De Eemnesser ruilverkaveling
Wij vernemen, dat Gedeputeerde Staten
van Utrecht in verband met de Eemnesser
Ruilverkaveling thans het voorloopig plan
van het blok en van de wegen en water-
loopen hebben vastgesteld en tevens heb
ben bepaald dat de stemming door de be
langhebbende eigenaren over het al of niet
doorgaan van de verkaveling zal worden
gehouden op Vrijdag 4 November a.s. om 2
uur n.m. in het Verecnigingsgebouw le
E emnes.
Het blok van verkaveling is ongeveer 2100
HA. groot, verdeeld over 1500 cadastrale
pcrceelen en deze behooren aan ongeveer
500 eigenaren. Er zullen ongeveer 23 KM.
verharde wegen worden aangelegd.
In omvang overtreft het project de be
kende Staphorster ruilverkaveling. Het is
tevens de eerste verkaveling welk volgens
de bepalingen der nieuwe ruilverkavelings-
wet 193S zal worden behandeld,
ROFFELRIJMEN.
HET, TOPPUNT
Van alle malligheid, "begaan
In deze blijde dagen,
Heeft Dalfsen op Oranjedag
Wel het record geslagen.
Daar kreeg een knaap van zeventien
In 't hoofd zich te verkleeden
En in een passend feestgewaad
De straten te betreden.
Hij vond op zolder in een kistt
Uit lang vervlogen dagen,
Een pandjesjas en boord en das
Die opa placht te dragen.
Hij gaf zich met een streepje zwart
Twee fraaie bakkebaarden,
Terwijl een pracht oranje hoed
Het evenwicht bewaarde.
Alzoo hoogst vroolijk uitgedost
Begaf hij zich naar buiten.
Daar werd hij luide toegejuicht
Door buren en kornuiten.
Maar toen hij bij het feestterrein
Van Dalfsen was gekomen
Verstoorde plots de overheid
Zijn vreugdevolle droomen:
Door drie agenten werd de blaag
Gelast naar huis te keeren
Teneinde zich fatsoendelijk
Te steken in de kleercn!
De jongen ging, doch onderweg
Bewogen hem de buren
Zich niet om zulk een kleinigheid
Naar huis te laten stieren.
Maar als hij een bekeuring kreeg1
Die strop wou hij niet halen!
Geen nood: dan zou de 1
Zoo is hij voor de tweede maal
Naar 't feestterrein getogen.
Maar dat kon Dalfsens overheid
Natuurlijk niet gedoogen:
De jongen werd gearresteerd
En moest op 't raadhuis komen
Waar zijn „vermomming" opa's pak)
Werd in beslag genomen.
Daar volgde ook proces-verbaal
Omdat die blaag der blagen
Zich „onherkenbaar en vermomd"
Op straat had durven wagen.,,I
(Nadruk 'verboden)
LEO LENS
WRAKSTUKKEN VLIEGTUIG
OPGEVISCHT
De botter U. K. 66 is IJ m u i d e n binneni
gekomen, nadat deze nabij Noordwijk een
hoogteroer en een staartstuk van een vlieg*
tuig had opgevischt, vermoedelijk van Eiu
gelsche nationaliteit, De wrakstukken zijn!
door de politie .van boord gehaald en ge*
torgen.
Officieele Berichten
Onderscheidingen
Aan den kapt. C. M. Ollflers. van den staf det»
int, Ls vergunning verleend tot het aannemen
en het dragen op de uniform van de ordetee*
kenen van het kruLs van verdienste 3e kl. van
de orde van den Duitsohen Adelaar.
egekend is de aan de orde van Oranje*
au verbonden eere-medaille in brons aan H,
oemd 1a tot ridder in de orde van Oranje*
au W. A Blokker te Slttard.
Leger en Vloot
Bij beschikking van den minister van Defensie
!|jn de volgende plaatsingen gelaat: de luits,
:er zee 3e ki. A. J. de Graaft, J. v. Hemert, W,
r. v. Trigt, aan boord Hr Ma Tromp, J. A Sil*
levia, H. O. Jorlasen, A F. Eibers, B. ter Brake,
W. A de Looze, en P. Buasemaker, aan boord
Hr Ms Sumatra. J. C. K. Leeksma, T. Vermeüden,
en J. A v. Beuaekom, aan boord Hr Ma Gelder
land, officieren van den marinestoomvaartdienst
3e kl. L. Prluaen aan boord Hr Ma Tromp. H.
J. A. M. de Jong, B. P. A Wamelink en J. W.
Iters, aan boord Hr Ms Sumatra, officieren
i administratie 3e kl. J. Sluijter, aan boord
Hr Ma Tromp, A. L. Vrlena, aan boord Hr Ma
Sumatra, 2e luita. mariniera G. Groenewegen,
H. S. den Hartog. A. M. W. C. von Pohlreich, aan
u-)ord Hr Ms Wachtschip te Willemsoord.
Eervol ontslag is verleend aan den res.-le-lult,
Mr K. H. Gaarlandt, van het 3e reg. veldarti
n den gep. res.-kolonel J. W. v. Oorschot,
den generalen staf, wlen sedert de tltu-
rang van generaal-majoor is toegekend,
£..VLTmnl,n* verleend tot het aannemen en het
dragen op de uniform van de ordeteekenen van-
kruis van verdienste met de ater der orde vaa
vaS hrt comml°dcu'- ord.
van het Legioen van Eer en commandeur in de
orde van het Britsche r'ük.
6.RVAM DERBEÊIL
(75
Toen Vermeer aankwam vond hij ze bij elkaar om de
tilbury, gereed om weg te rijden.
Een oogenblik kwam de gedachte bij hem op nogmaals
naar den Elzenberm te tuffen om 't goede nieuws te gaan
mededeelen, maar een wrevelige afkeer was sterker dan
zijn goede voornemen en dus liet hij hen vertrekken.
Ja, zeker, ze waren op den Elzenberm erg ongerust.
Lindert had de vraag op zijn lippen: „Zoude niet vuruit
rije?", maar hij vond in de houding van den ingenieur iets
afgemetens, dat hem vreemd voorkwam. Er moest iets ge
beurd zijn thuis.
„We zien oe nog wel is gaauw verschijne!" zei hij na een
handdruk.
Gijs bedankte nog voor alle moeite.
I De terugweg duurde hun veel te lang en toch draafde de
witvoet wat hij kon.
Tinus vertelde smakelijk van 't dansend Zeehondje. Met
z'n tweeën op 'n klein bootje als de Tijmer wild is, nou,
eerlijk gezegd hij zat net zoo lief in de tilbury.
„Misschien is 't vaoren nou wel gauw aafgelooipe",
merkte Gijs op.
Hij wist niet, dat onder de stukken die op 't provinciale
kantoor ter onderteekening gereed lagen, ook was de be
noeming van 't personeel aan de Buitensluis. Zijn hoop op
menschen en 't vertrouwen op hun woord was ij del.
Op den Elzenberm waakten ze als bij een doode. Hein de
Graauw wist geen troostwoorden meer te vinden, 't Was
middernacht geweest en nog was er geen nieuws. Doch zijn
eenige hoop was, dat Gijs en Lindert nog niet terug waren.
De onzekerheid martelde hen. Zooals zoo vaak in derge
lijke omstandigheden begonnen ze al te veel hun hart uit te
storten.
Stijn klaagde, dat ze 't nu zoo goed hadden en nu net
moest dit erge gebeuren.
„Mer 't is toch nie zeker", onderbrak Hein en Lijntje ver
maande haar.
„Meske, ge mot nie opstaandig worden, hur".
Stijn schreide, haar mond beefde en haar grauwe gezicht
met de vele groeven was 't verdriet zelf.
„Ja, es gullie mer wiest, waarom oons dut nou wieer over
komt, dan zoude wel niks zegge".
„Det wit gin miens", besliste Hein.
„Jao", snikte Stijn, „ik geleuf 't tochO, o, o, mijn
jonges hebbe Jan Donkerstalle laote verdrinke".
„Wet zegde nou?" schrok Hein. „Mer det is toch nie
waor?"
„Jao, det is waor, hur, ze hebben't gedaon. En we hebbe
d'r al zooveul vur geleje en 't is nog niet uitgeboet".
Ze huilde in haar schort.
De anderen keken elkaar aan.
„Dan was 't toch zeker 'n ongeluk?" vroeg Lijntje.
„Jao, 'n ongeluk, mer zullie hebben 't toch mer gedaon".
„Luster is", zei Hein, na een oogenblik nadenken, „ik kan
best begrijpen det ge nou op deuzen ooigenblik sukke dingen
in oewe kop haalt, mer zeg daor nou nooit mieer wet van,
verstaode Stijn, nooit hur".
Lien verzekerde dat niemand ooit iets zou loslaten van wat
ze wisten.
Stijn schaamde zich.
Ze zaten nu te beraadslagen wat ze doen moesten. Ze
konden toch niet hier blijven.
„Gaode gullie mer nar bed", zei Hein, „ik zal wel hier
blijve, of bij Stijne, det is mijn
Hij wilde zijn zin niet voltooien. Liens blikken troffen hem.
„O, Hieer", schoot het door hem, „wet is ze toch mooi".
Hij zou liever hiér blijven!
Even keken ze nog buiten. De lucht was ontstuimig. Langs
de sterren joegen de wolkenrafels.
Daar, op de Steeg, was 'n lichtje.
„Kek is", zei Hein, „daor hedde oew Vaoder".
Lien stond naast hem in de deuropening. Ze keek en onN
waarde t gelig lantarenschijnsel, dat telkens achter een
boomstam verdween,
„Jao, det zijn ze".
Nu waren allen in de deur.
Zenuwachtige spanning.
Stijn trilde op haar beenen en wrong haar handen. Haat
adem ging snel.
„O, wet zal 't zijn?"
Lien greep n zwarte omslagdoek en ging met Hein naat
ae poort.
En de eerste Elzenbermers. die de drie menschen in de
tilbury zagen, waren zij en Hein. naast den weg staande.
ioen was de spanning gebroken.
Tinus vloog over 't erf naar zijn moeder.
„Zijde daor, jonge", was 't eenige wat ze uitbracht, toen
moest linus haar ondersteunen.
„Waor is Sijke?"
„Die zit bij oons zeï Stijn, „gao mer gaauw",
(Slot volgt)