DEELZENBERM^ MAANDAG 5 SEPTEMBER 10 EERSTE BLAD PAG. 2 Buitenland DE DRUK BEZOCHTE LEIPZIGER HERFSTMESSE Speciale belangstelling voor Nederland Onze Eerl. corr. schrijft ons uit Leipzig: Rond 6000 exposanten op de herfstmesse.... Bat wil wat zeggen! Waarschijnlijk heeft men dat voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het feit, dat de „Ostmark" het voormalige Oostenrijk thans voor de eerste maal deelneemt. Dat is interes sant want juist in de maand September vindt te Weenen de op dien tijd gebruike lijke herfstmesse plaats, waar wij als fer niets tusschen komt eens persoonlijk een indruk willen gaan opdoen. Er zijn in het geheel 172 Oostenrijksche firma's naar Leipzig gekomen en vooral van Duitsche £ijde was de belangstelling voor deze nieuwe „Volksgenossen" opvallend sterk. De overige gouwen van Groot-Duitschland zijn in over eenstemming met hun industrieele beteeke- pis vertegenwoordigd, en ook de Rijkshoofd ptad, Berlijn, neemt ditmaal een levendig aandeel aan de anders niet zoo belangrijk geachte herfstmesse. Het meest actief zijn yerder Beieren, Saksen, de Rynpfults, Han- öover, Weslfa'en en Baden. Van bevoegde zijde laten wij ons vertel len, dat het aantal buitenlandsche exposan ten ditmaal, vergeleken met een jaar ge leden, alweer 15 pet. is toegenomen, terwijl er dienovereenkomstig twee vreemde lan den meer zijn, dus in totaal 25 staten, (waarvan 7 overzeesche landen. Merkwaardig genoeg wordt het grootste laantal exposanten met een respectabele jdeelname van 127 exposanten, geleverd 'door.... Tsjecho-Slowakije, het land dus, fwaarmede men sedert jaar en dag overhoop Bigt wegens het Sudeten-vraagstuk. In Praag schijnt men te beseffen, dat handel en politiek met elkaar weinig of niets uit staande hebben en het zou te wenschen eijn, dat men zoo coulant ook in andere hoofdsteden begon te denken! Het valt ons op, dat de Duitsche pers in haar eerste berichten omtrent de buiten landsche deelnemers haast overal het leerst.ons land noemt, een onderschei ding, welke wij dan ook inderdaad ver dienen. Dan pas komen Egypte, België, als ge heel nieuwe gast Ceylon, voorts Madeira, en met bijzondere hoffelijkheid Hongarije en 'de overige buitenlandsche deelnemers aan öe beurt. Wij noemen nog: Argentinië, Bulgarije, Roemenië, Yoego-Slavië en iDuitschlands belangrijkste bondgenoot: Ita lië! Volledigheidshalve herinneren wij er 'dan nog aan dat Sovjet-Rusland datUnter den Linden nog altijd zijn embassade heeft sedert een viertal jaren al niet meer deelneemt aan de Leilpziger messe, een feit, .hetwelk in het Derde Rijk niet al te zeer betreurd wordt Want ook zonder Rusland 'draagt de stad Leipzig in frappante tegenstelling tot Breslau en Koningsbergen jwaar ook ieder jaar een Messe gehouden 'wordt, het typisch karakter van een koop mansstad en de Brühl is een tastbaar be wijs, dat men op een speciaal terrein de Joden voorshands nog niet 1 on uitschake len! Zelfs al zou men dat in de Wilhelm- strasse of in hel Bruine Huis te München wenschen in Leipzig is de bevolking in ternationaal blyven denken, hetgeen begrij pelijk is! Tijdens het diner, dat ons, vertegenwoor digers der buitenlandsche pers op iedere Messe in de Harmonie wordt aangeboden, hoorden we in verband hiermede een rede naar zeggen: „Hierin ligt de groote taak van de Leipziger Messe, een brug voor den vrede onder alle volken tè zijn!" Het was een Duitscher, die dat zeide en het ware te wenschen, dat zijn landgenooten dezen wenk wat meer ter harte namen! Nederlands collectieve stand Inmiddels maakten wij een rondwande ling door onzen grooten stand. Direct bij den ingang staat een marmeren buste van H. M. de Koningin. Op oranje-kleurig pa pier heeft het Ministerie van Economische Zaken een overzicht laten drukken van wat ons hier geboden wordt en het is de moeite waard. Geheel nieuw is een overzicht van onze productie uit de West, waarbij al da delijk de panamahoeden opvallen, welke afkomstig zijn uit Suriname en Curagao. „En wilt u hier maar eens even ruiken!", verzoekt onze gids beleefd, daarbij wijzende op een tafel, waar in een ruikkastje de verschillende specerijen zijn neergezet. Het Javaansche kapok wordt aan Australië ge leverd en wij zien er dikke zwemvesten mee gevuld, maar die zijn van Engelsch fabri kaat, want in Nederland schijnt men zoo ver nog niet te zijn. Kleine drijfkussens worden ermee gevuld, bestemd voor water ratten, die by het kippen van him kano daarmede hun leven kunnen redden. Groote drijfzakken worden ons getoond, welke bij het aanleggen van bruggen benut worden en men hoopt, dat hiervan binnen afzien- baren tijd gebruik gemaakt zal worden door het Duitsche leger. Deze zeer interessante afdeeling der Ne- Gwatkin bezoekt Konrad Henlein Hij acht de perspectieven niet zonder hoop „De Tsjechen moeten naar hun eigen gebied terugkeeren Ash ton Gwatkin, lord Runci- man's voornaamste medewerker, heeft Zondag te Asch, de woonplaats van Henlein, met dezen en met het ka merlid Frank, een bespreking van an derhalf uur gehad. Henlein zou den En- gelschman op de hoogte hebben gesteld van het onderhoud, hetwelk hij de vorige week te Berchtesgaden met Hitier heeft gehad. Hi] deelde mede, wat de wenschen en richtlijnen van den rijks kanselier zijn en welk antwoord hij heeft gegeven op de boodschap, die Hen lein namens Runciman had overge bracht. Ashton Gwatkin is hierna onmiddellijk naar Praag teruggekeerd, waar des avonds ook lord Runciman arriveerde, die het week einde bij den aartsbisschop van Praag, mgr. Kaspar, had doorgebracht. Een langdurig onderhoud tusschen de beide Britten volgde, waarbij Ashton Gwatkin heeft medegedeeld, woike resultaten hij had verkregen tijdens zijn conferentie met Henlein en Frank te Asch. Nadat Runciman door Ashon Gwatkin was ingelicht, heeft een zijner directe medewer kers aan Havas verklaard: Ashton Gwat kin heeft van zijn gesprek met Henlein een bevredigenden mdmk meegebracht. Men moet zich natuurlijk voor overdreven opti misme hoeden, maar de perspectieven, na den terugkeer van Henlein uit Berchtesga den, zijn niet zonder hoop". President Benesj heeft den geheelen Zon dag gewijd aan de bestudeering der conces sies, waartoe de Tsjecho-Slowaaksohe regee ring bereid is en aan de mogelijkheid, deze in overeenstemming te brengen met do acht punten van Karlsbad. De „acht punten van Karlsbad" Henlein heeft na de conferentie met Ash ton Gwatkin het oogstfeest bijgewoond, dat in het district Asch werd gehouden. Het Sudeten-Duitsche Kamerlid Wollner heeft ter gelegenheid daarvan een rede gehouden. Een regeling tusschen de Tsjechen en Su- deten-Duitschers, aldus spreker, is slechts mogelijk op grond van de acht punten \au Karlsbad. Voorwaarde daarvoor is echter, dat alle Tsjechen, die pas na 1918 in het Sudeten-Duitsche gebied zijn geïmmigreerd, naar hun eigen gebied terugkeeren. Wij voe ren onzen strijd niet met oorlogsmiddelen, maar met legale. Men moet daarom thans ook niet in het geheim de eene plaats na de andere door militairen laten bezetten, maar men moet liever een beroep doen op de godin der rechtvaardigheid. Men kan niet inzien, waarom nu opnieuw militaire maatregelen worden genomen, terwijl men te Praag onderhandelt en lord Runciman zich te Praag bevindt, om vreedzame advio- zen te geven. Ons zal men met dergelijke nieuwe maatregelen niet verontrusten, want voor het uitvechten van een twist zijn twee noodig en die tweede is er niet. Duitschland wil geen oorlog, maar wel wensch te Fueh rer ondubbelzinnig, dat de 3^ millioen Sudeten-Duitschers het recht krijgen, dat hun als deel van een groote en trotsche natie toekomt. Compromissen zijn bij dezen strijd om het recht niet meer mogelijk. De cischen van Karlsbad, besloot spreker, vor men het uitgangspunt voor het accoord. Zij zijn niet de laatste, maar de eerste eischen, die wij hebben te stellen. De partijdag te Neurenberg Hedenmiddag is Adolf Hitler te Neurem berg aangekomen, ter bijwoning van het Congrps der N.S.D.A.P. Behalve de traditio- neele proclamatie, morgen voor te lezen, zul len de belangwekkendste redevoeringen van den Führer ongetwijfeld die zijn, welke hij houdt tijdens de bijeenkomst voor de cultu- reele aangelegenheden op Dinsdag er sluitingsredevoering op 12 September. derlandsche collectieve expositie weTd ge organiseerd door de afdeeling „Handels museum" van het Koninklijk Koloniaal In stituut te Amsterdam, in opdracht van het Nederlandsche Ministerie van Koloniën en uit het drukke beozek valt af te leiden, dat Nederland met zyn waardevolle over zeesche bezittingen speciale belangstelling geniet. Hetgeen voor de hand ligt, want Duitschland wil zyn voormalige koloniën weerom hebben en wacht slechts op het juiste oogenblik, om dezen vurigen wensch in vervulling te brengen! En mocht het dan eenmaal zoover gekomen zijn, dan zal onze koloniale tentoonstelling op de Reiohsmesse te Leipzig met Duitsche concurrentie te rekenen hebben! FRANSCH-AMERIKAANSCH OORLOGSMONUMENT Op de plek waar de Amerikanen landden Redevoeringen van Bonnet en Bullitt Amerika betoont reserve Op een landtong in de nabijheid van Bordeaux, waar in het jaar 1917 de eer ste Amerikaansche troepen landden, die in Frankrijk zouden meestrijden aan de zijde der geallieerden, is Zondag een mo nument onthuld, hetwelk deze histori sche gebeurtenis in herinnering brengt. Zoowel de Fransche minister van bui tenlandsche zaken, Bonnet, als de Amerikaansche ambassadeur Bullitt, hebben bij deze gelegenheid uiting gege ven aan de oude vriendschap tusschen beide groote republiken, welke reeds stamt uit de dagen van Lafayette en den Araerikaanschen Vrijheidsoorlog. Bonnet herinnerde aan de geheime voorbereiding van Amerika's deelneming aan den wereldoorlog, waarom de geallieer den niet hadden gevraagd, doch die ingege ven werd door de ongeschreven moreele wet, die het Fransche en Amerikaansche volk beheerseht. Daarom, aldus Bonnet, zijn tus schen ons geen verplichtingen of bondge nootschappen, die in het geheim, in Tcanse- larijen worden aangegaan, noodig. Wij weten, dat wij de openbare meening van Amerika achter ons hebben, als het recht aan onze zijde is. De beginselen, die ons reeds tweemaal hebben vereenigd, hebben niets van hun zuiverheiij verloren. Nog opt 1 Dec. 1937 heeft president Roosevelt verklaard: „Ik vertrouw, dat wij de oude wereld kunnen helpen, om de naderende ramp te voorkomen". Nooit hebben uwe en onze leiders zich er mede vereenigd, onverschillig te blijven, wanneer een wereldbrand onze beschaving dreigt te vernietigen. Frankrijk is zeker van vriendschap, zoolang het een politiek van vrede tegenover zijn buren voert. Van dien vredeswil, heeft Frankrijk nog onlangs be wijzen gegeven en het gaat daarmede nog steeds voort. Wij verhelen ons niet den ernst van het Tsjecho-Slowaaksoh probleem. Maar wij hopen, dat dank zij de vredelievende gevoelens, die alle volken moeten bezie len, dank zij de hooge opvattingen, die de regeeringen te Berlijn en Praag moe ten hebben van haar internationale ver antwoordelijkheid, dank zij de nauwe samenwerking tusschen Groot-Brittannië en Frankrijk, de gevaren, die Europa bedreigen, bezworen zullen worden. In elk geval zal Frankrijk trouw blij ven aan de pacten en verdragen, die het heeft aangegaan. Wat wij verlangen is, dat men ons helpt den vrede te bewaren en de wereld beter te maken. Al is de Amerikaansch-Fransche vriendschap verstevigd in een oorlog, zij heeft nooit een ander doel dan den vrede gehad, Bullitt houdt slag om den arm Bullitt antwoordde, dat de Vereenigde Sta- eten en Frankrijk verbonden zijn door de zelfde idealen van vrijheid, democratie en vrede. Amerikanen en Franschen moeten weten, dat men gelukkiger leeft als vrij mensch, dan als slaaf. Al heeft de historie bekwame dictators gekend, een regeering van en voor het volk is beter. Wij weten, dat internationale verdragen zoo noodig methodisch herzien moeten worden, dat het verstandiger is af te zien van geweld, dat men zich niet moet. mengen in de binnen- landsche aangelegenheden van andere lan den. Wij weten, dat geen enkel ras supe rieur is aan een ander ras. Algemeene vrede is voor oné van het allerhoogste belang, want wij weten, dat oorlog vernieling zou beteekenen van de zoo moeilijk verkregen cultureele waarden. Laten wij bidden, dat wij in vrede mogen blijven met alle landen. Maar, zooals ik reeds op 22 Februari 1937 heb gej indien weer een oorlog in Europa mocht uitbreken, kan niemand verklaren, of voor spellen, of de Vereenigde Staten al dan niet in een dergelijken oorlog meegesleept zullen worden, Fa. H. j. Phaff Winschoten BOTERORABBELKOEKEN Oudste adres Zoo In bussen 6 st. 0.50; 10 st 0.85; Luxe bussen 10 st. 0.90; 17 st 1 1.50; Boven 2.— franco Telei. 20 Gironummer 30584 j. c. repko workum De Spaansche burgeroorlog Franco heeft succes in het Ebro-gebied Rechtschen bezetten Corbera De rechtsche troepen hebben in het gebied van de rivier de Ebro een gewel dige machtsontplooiing tot stand ge bracht. De eene republikeinsche ge vechtslinie na de andere moest voet voor voet worden veroverd, waarbij vooral de zware artillerie een groote rol speelde. Tegen Zaterdagmiddag slaagden de op rukkende witte troepen er in Corbera, dat tusschen Gandesa en de Ebro is ge legen, te veroveren. Daarna werd de op- marsch onmiddellijk voortgezet. De republikeinen hadden, naar United Press seint, tusschen Gandesa en Mora bij de Ebro met prikkeldraad en machinegeweren versterkte loopgraven aangelegd en ook Cor bera zelf van versterkingen voorzien. Het offensief der nationalisten werd systema tisch uitgevoerd. De kanonnen vernielden eerst de prikkeldraadversperringen en lieten daarna een regen van projectielen in de loopgraven dalen Toen reden de tanks op. gevolgd door de infanterie. Terwijl de twee de en derde loopgravenlinie nog werden sre bombardeerd, bezetten de nationalisten reeds de eerste linie, waar zij groote hoeveelheden wapens vonden, die de gevluchte roode sol daten hadden weggeworpen. Corbera geleek wel een blokhuis. Overal waren mitrailleurs opgesteld, op verschillen de plaatsen was anti-tankgeschut verborgen, maar de nationalistische opmarsch ging zoo vlug, dat bijna geen enkele tank werd schadigd en de manschappen overweldigd konden worden. Het gevolg van dit nieuwe succes is, dat de zak aan den rechteroever van de Ebro weer aanzienlijk verkleind is. Door te trach ten de rivier te bereiken, willen de witten dezen inham in tweeën snijden, om aldus naar alle kanten de óvergebleven vijande lijke afdeelingen te kunnen aanvallen en over de Ebro terug te werpen. Uit 't nationalistische communiqué blijkt, dat vele honderden republikeinen zijn ge vangen genomen en veel oorlogsmateriaal buitgemaakt is. strijd tusschen Kwangtsji en Hoeangmei. Aan het front bij Hsintze hebben de Ja- panneezen opnieuw gifgas gebruikt, waar door een geheel Chineesch regiment werd gedood. Bij Joeitsjang hebben de Japansche troe pen versterking ontvangen, de Chineezen handhaven evenwel hun stellingen Japansche bloedwraak Het Chineesche nieuwsbureau bericht, dat de Japanneezen bij Taiwang aan den spoor lijn Taukau-Tsingwa, 3780 onschuldige Chineezen in koe'en bloede hebben omge bracht, uit wraak voor het dooden van Japansche schildwachten door Chineesche guerilla-benden. De Japanneezen veronder stelden, dat de schildwachten door boeren uit de omliggende dorpen werden gedood. Zij staken daarom de dorpen in de om geving in brand en plaatsten mitrailleurs rondom, waarmede zij, die uit de branden de huizen vluchtten, werden doodgeschoten. De J apansch-Chineesche oorlog CHINEEZEN LEGGEN NIEUWE DEFENSIE-LINIE AAN Japanners moorden dorpen uit Nu de Japansche strijdkrachten de buitenste verdedigingslinie van Hankau hebben doorbroken, leggen de Chinee zen volgens berichten uit Kioekiang een binnenste verdedigingslinie aan, die Woening in de provincie Kiangsi en Janghsin en Kitsjoen in de provincie Hoepeh verbindt, en welke door on geveer 400.000 troepen zal worden ver dedigd. Voorts wordt gemeld, dat de Japan sche troepen den spoorweg van Kioe kiang naar Nantsjang hebben afgesne den, waardoor den Chineeschen troepen die uit het Loesjangebergte in zuidelijke richting terugtrekken de terugtocht wordt afgesneden. De hoofdmacht der Japanneezen rukt thans naar Teian op. Van Chineesche zijde wordt gemeld, dat er aanduidingen zijn, dat de Japansche troepen binnenkort een aanval willen doen ten noorden van de Jangtse in de richting van Kwangtsji. Hun poging, de Chineesche verdediging ten westen van Joeitsjang te doorbreken, is blijkbaar mislukt. Te Hoeang mei, het punt van uitgang van den aanval, worden zeven regimenten infanterie, dertig vechtwagens, een regiment cavalerie en een regiment artillerie verzameld. Men ver wacht derhalve binnenkort een hevigen Militaire dienstplicht in Hongarije Sociale hervormingen in zicht iredy, de Hongaarsche minister-pre sident, heeft bekend gemaakt, dat binnen korten tijd in Hongarije de militaire dienst plicht zal worden ingevoerd. De bestaande sportorganisaties zullen daartoe worden veranderd in vereenigïngen voor verplichte militaire voorbereiding. Soldaten, die aan hun dienstplicht hebben voldaan, zullen worden opgenomen in schietvereenigingen. De premier heeft verder aangekondigd, dat speciale wetten zullen worden uitge vaardigd nopens onderzoek voor het huwe lijk, het gezins-inkomen en voor ver strooiing na den arbeid. Uit goede bron wordt verder vernomen, dat de regeering besloten heeft tot een agrarische hervorming, die voor een opper vlakte van 57.000 hectare per jaar zal gel den. Een derde deel van de onvervreemd bare bezittingen van meer dan 160 hectare en een vierde van de vervreemdbare bezit tingen van meer dan 270 hectare zullen kleine stukken worden verkaveld. Ten aanzien van de buitenlandsche poli tiek zeide I m r e d y, dat de betrekkingen met Duitschland en Italië nauwer aange haald worden en dat Hongarije zijn betrek kingen met de kleine entente wü normali- seeren. Een Roemeensche kinderroofster Ontvoerde eenige honderden kinderen! De politie te Jassy (Roemenië) heeft de 35-jaripe Katinka Barbalate gearresteerd, van wie men aanneemt, dat zij de laatste jaren eenige honderden kinderen ontvoerd heeft. Zij heeft reeds bekend, dat zij 25 meisjes tusschen de 7 en 9 jaar geroofd heeft, die zij, volgens haar zoggen, aan zigeuners verkocht heeft of aan boeren voor het verrichten van landarbeid. De vrouw beloofde „nadere opzienbaren de onthullingen voor later". Zij zeide. dat zy de kinderen in afgelegen huizen hield, waar zij „afgericht" werden. Daar Barbalata ziek is, heeft men haar naar het gevangenishospitaal overgebracht. BINNENLAND „Anti-revolutionaire Staatkunde" Het Angustus-September-jubileum- nummer Onder de gedenkschriften, welke in deze dagen verschijnen, neemt het Kronings nummer van „Anti-rev. Staatkunde" wel een zeer bijzondere plaats in. Allereerst door de keurige uitvoering, waarvoor de uitgever J. H. Kok zorgde, maar vooral ook door de artikelen in hun onderling verband. Deze handelen over de belangrijkste politiek-sociale vragen, welke gedurende de regeering van Koningin Wil- helmina aan de orde zijn geweest: Kabinet ten, Anti-revolutionaire Kamerfracties, Ons Constitutioneels recht, Sociale ontwikke ling, Defensie, Partijwezen en Boeken schouw. Ieder schrijver behandelt op eigen, maar steeds op voortreffelijke wijze (en in eigen spelling: van de streng volgehouden De Vries en Te Winkel af tot die van Terpstra toe) het onderwerp, dat voor zijn rekening kwam; Ihet geheel levert een belangrijke documenten-studie, welke nog menigmaal zal geraadpleegd worden. FRANSCHE ONDERSCHEIDING HAARLEM, 5 September. Jhr. Dr. J. C. Mollerus, secretaris van den Ned. Tuin- bouwraad, is benoemd tot Ridder der Orde van verdienste voor den landbouw van Frankrijk. RUBRIEK i SEPTEMBER HILVERSUM II. (ATIOXAAL PROGRAMMA. AVRO, KRO, NCRV en solist, t 30 Het KRO-kooi „Koningin eeniging „Patrimonl "ïuzieKcorns van m.m.v. het AVRO-Morgen wijding koor. 10.00 NCRV-or- kest en de Koninklijke Ckr. Zangvereenlglng „Excelsior". Den Haag. 10 45 Plechtige Na tionale Gedachtenisviering Id de Nieuwe Kerk te Amsterdam. M m v. leden van het Concertgebouworkest en Toonkunstkoor o.l.v. (O.a. S.Exc. Dr. H. Colljn). 1.00 Het VARA-orkest. (Om ca. 1.00 Berichten). I.30 Het AVRO-KInderkoor. met orgelbege leiding. 2.00 Het KRO-orkest. 2.30 OrgelspeL 3.00 Reportage van de Nationale Huldebe- tooglng op den Dam te Amsterdam, even tueel afgewisseld met gram.muziek. 4.30 VPRO: Herdenkingswoord en declamatorlum. R 00 Voor de kinderen. 6.30 Declamatie met muziek, 6.00 NORV-Fanfare. 6.30 VARA-or kest en solist. 7.00 VARA-Tooneel. (Om ca, 7.00 Berichten). 8.00 Berichten ANP. 8.10 NCRV.-Harmonle-orkest en toespraken tot - de stamgenooten ln Zuid-Afrlka. (O.a. door Z.Exc. Dr. H. Colljn). 8.30 Het NCRV-Har- monle-orkest en gemengd koor. 9.00 Repor tage van de hulde van de Nederlandsche Jeugd aan H.M. de Koningin. 10.00 Declama torlum m.m.v. het AVRO-Gemengd koor en orkest. 10.45 Orgelspel. 11.00 Berichten ANP II.15 Nederlandsche volksliederen. Hierna: Slotwoord. Declumatle. 2.20 Orkest. 4.05 Mandoline- orkest. 6 50 Trio. 6.50 Orkest. 7.40 Orgeb 8.05 De Band Waggoners. 8.50 Reportages. 10.26 Amerikaansche Volksliederen. 10.55 Or- R A UI O-P AR IS 1618 M. 12.40 Orkest. 4.20 Zang, 6.20 Orkest 7.20 Viool en plano. 8.35 Ka mermuziek. 9.50 Radlotooneel. KEULEN 456 M. 7.39 en 8.60 Orkest 11.6Q Rijkspartfjdag 1938. 2.30 en 3.35 Concert 4.10 Muzikaal tusschonspel. 4.20 Orkest. 8.20 Rijkspartijdag 1938. 10.50 Koor en orkest BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.60 Orkest. 8.20 Orl 484 M.. Radlotooneel. 1.30 Orkest. 5.20 Plano. 8.20 Oprichting van een Staalwalswerk Door Amerikaansche belanghebbenden Naar verluidt wordt door Amerikaansche belanghebbenden de hiogelijkheid overwogen tot het oprichten van een staalwalswerk hier te lande. Het zou in de bedoeling liggen plaat- en betonijzer, rails en stalen damwanden te walsen voor levering hier te lande, alsmede voor export te leveren. Het betrokken consortium heeft zijn belan gen in handen gesteld van den heer Th. de Groen, industrieel te 's-Gravenhage. MOND- EN KLAUWZEER By het vee van den landbouwer D. Zuk te Spoolde bij Zwolle zijn weer eenige ge vallen van mond- en klauwzeer geconstateerd. Te Z e v e n h oven is bij den landbouwer D. 'v. Harten de gevreesde ziekte onder zijn vee uitgebroken. Te R e e u w ij k waar het vee van één veehouder besmet was, is deze veeziekte thans ook bij het vee van nog een viertal veehouders geconstateerd. Te B1 e i s w ij k is door een twaalftal land bouwers aangifte gedaan van Mond- en klauwzeer. Bij vrijwel de meeste landbou wers heerscht deze ziekte onder het vee dit jaar voor de tweede maaL Autobus uitgebrand te Delft Inzittenden ongedeerd DELFT, 3 September. Hedenavond is op de Oude Delft een groote autobus van de Vios te Wateringen, die geheel bezet was met passagiers, in brand geraakt. De inzittenden, afkomstig uit Rijswijk en op weg naar Delft en Rotterdam om de feestverlichting te aanschouwen, konden zich nog bijtijds in veiligheid stellen. Eenige personen moesten door omstanders uit de bus worden geholpen. De autobus is geheel uitgebrand. Eeniga kleedingstukken en een handtaschje gin gen in de vlammen verloren. De brandweer was spoedig ter plaatse en heeft het vuur met een paar stralen op de motorspuit gebluscht. (72 „Moeder, ge wit wet ik wil, es t'ie komt is 't goed, aan- dersook". 't Laatst van de September-maand was buiig. Hoog was de Beems tegen de zomerkaden gedreven door den Wester storm en nog voor den tijd blonk 't water in de uiterwaarden, al zou het na enkele dagen weer terugvloeien in smaller bed. 't Was 'n Zatedagmiddag. dat de storm in vernieuwde hevigheid bruiste door de ijler wordende boomkruinen, en gierend striemde over den polder met gudsenden regen, zoodat inderhaast touwen werden geworpen over koren stapels en hooimijten achter den Elzenberm. De razend war relende wolkenvluchten scheerden somber dreigend over 't nog groene land en 't bulderend geraas om de hooge schuu* en 't huis van Lindert Driewegen deed allen toevlucht zoe ken binnen, waar ze 't wilde spel van de losgebroken natuur krachten konden volgen. Met donderend geraas was een tweede boom op Hein de Grauws achterhuis neergestort en had Bet je angstig dicht bij Hein doen schuilen. Ze had om drinken gevraagd, zoo had de schrik haar te pakken en bevend had ze neergezeten in Heins eigen leunstoel, toen de baas met wrevelig gezicht naar haar toegebogen de kom in haar handen gaf. Een dankbare blik was 't loon, dat hij voor zijn hulp ontving. Dienzelfden middag brak de storm 't dak van de directie keet op den Kanaaldijk open, rolde 't asfaltpapier in rafels op en rukte het weg. De planken stonden eve"n krakend te zwiepen in den tierenden storm tot de spijkers 't begaven en alles met een kermend gekraak werd neergesmeten in de luwte van den nieuwen dijk. De zijkanten, nu zonder verband, sloegen los, de ruiten barstten en in deze chaos van neer stortend hout en glas, in de warreling van rondvliegende teekeningen- en kleeren, kranten en splinters probeerde Ver meer te redden wat hij kon. Toen hij zich uit den rommel had bevrijd en behouden bul ten kwam zag hij hoe de heele directiekeet in elkaar zeeg en de storm 't laatste zijschot neerbeukte. Toch was die heele ravage, die hij uit elkaar zag blazen, voor zoover 't los lag, voor hem niet 't ergste. Dat de kostbare berekeningen, de vele rollen met teekeningen daar ergens onder de neerstor tende buien bedorven werden was een ramp. Gelukkig kwam er hulp. Van een ark, die tegen den kant gedreven lag en geen gevaar liep door 't noodweer op drift te slaan omdat 't vaartuig in den modderigen kanaaloever zich had vastgezet, sprongen twee mannen op den wal. Ze voegden zich bij hem in de schuilplaats achter 't steenen ge bouwtje, dat bij de sluiswerken behoorde. Hun oliejassen stonden stijf om hun lichamen en de Zuid westers gaven hun 't aanzien van drieste krijgers. De storm joeg nog steeds over den dijk en adembenemend was de snelheid, waarmee de luchtmassa's voorbij de men- schen suisden, zoodra ze zich waagden uit de luwte van 't steenen huisje. Hier was de overmacht der elementen. Het buitenwater rees nog steeds tegen den dam, voor de sluisdeuren. Als hij 't hield was het goed, doch bij 't bezwij ken zouden de nieuwe deuren haar vuurproef wel doorstaan. Doch wie garandeerde, dat de dijken ter weerszijden reeds zoo vast waren, dat 't opgezweepte woelige water met grage tongen geen opening kon lekken, om met onweerstaanbaar geweld zich te storten over 't lage land van den Ossendijk- schen polder? Dat zou voor Vermeer, die dit gedeelte van 't nieuwe Kanaal onder zijn hoede had, een gevoelige kras door zijn eer geven. Met veel moeite wisten ze nog enkele menschen bij elkaar te vinden op dezen Zaterdag, omdat de meeste werklui en meer verantwoordelijke personen sinds weken verderop huisden. Samen gingen ze, tegen de rukken van den storm in ge bogen, naar de sluis, inspecteerden zoover ze zich konden wagen den dam. Angstig hoog was het water aan de buitenzijde gerezen, doch de dijken toonden geen spoor van afslag. Met den wind in den rug stonden ze even bij elkaar. Voor hen lag de wijde polder. Is het wonder, dat op dat oogenblik bij Vermeer de ge dachten gingen naar den Elzenberm? Als er hier iets ge beurde moest Lindert Driewegen de eerste zijn, die gewaar schuwd werd. De weteringen, stevig voorzien den laatsten tijd. moesten in geval van nood 't overstortend water kunnen bergen. Zou Lien in hem niet den held zien, als alles goed ging? Hij, de ingenieur, die door zijn berekeningen 't geweld en de woede der elementen breidelde? In de deinende woonark schuilde hij tot dien avond de storm minderde en nog voor 't vallen van de duisternis kon den hij en zijn mannen hun inspectietocht voortzetten langs de boorden van het kanaal. Toen eerst was er gelegenheid om uit den warwinkel van planken en splinters, lappen asfalt en dooreengeworpen inventaris, de gewichtigste dokumenten en zijn eigen be-, zittingen te redden. Tot uit de sloot achter den dijk werden papieren en kleedingstukken teruggebracht. Op den Elzenberm verkeerden dien avond Stijn en Gijs in groote ongerustheid over Tinus, die zelfs uren later dan den gewonen tijd, nog niet was teruggekeerd, hoéwei de storm was uitgeraasd. Zou er iets zijn gebeurd met de Zeehond? Sijke, zenuwachtig van nauw-onderdrukten angst." kwam de consternatie nog vergrooten en de geruststellende woorden en veronderstellingen van Gijs waren niet bij machte de vrouwen te kalmeeren. Nog laat reed Gijs met Linderts tilbury naar het Kanaal. Lindert zelf ging mee. meer om den toestand van t' werk te zien, zooals hij zei. maar in werkelijkheid om bij Gijs te zijn, indien er iets ergs was gebeurd. Na een tocht van weinig woorden, kwamen ze aan de sluis. Een wachtsman, die in oliejas en zuidwester uit z'n loodsje kwam in 't donker, wees hun de richting, waarin ze Vermeer moesten zoeken en op Gijs' angstige vraag of de Zeehond nog buiten was, moest de man zeggen, dat 't bootje sinds drie dagen niet gemeerd had aan 't steigertje. Er was een groote ongerustheid in beider hart toen ze langs de grasbermen de richting in gingen, waar Vermeer moest zijn. 't Paard stond in de luwte van 't nieuwe huis. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2