ttdlO)) DEELZENBER Tourisme in België Hotel Restaurant LES ETANGS WERELDRECORD CAPT. EYSTON TERRY AEROKLEPVEEREN Oranje-Herdenkingsdienst in de Domkerk te Utrecht SCHUDT UW LEVER WAKKER DINSDAG 30 AUGUSTUS 1938 EERSTE BEAD PAG. 2 E 'RONDBLIK DE JOODSCHE VLUCHTELINGEN Gedurende deze fraaie zomermaanden. Waarin ieder verpoozing en ontspanning zoekt, en ook de kopstukken der verschil lende regeeringen hun bureaux in den steek (plegen te laten, voor zoover dit maareenigs !zins mogelijk is, blijven de Joden in Duitsch- Jand en in het voormalige Oostenrijk onver minderd den druk der omstandigheden ge voelen. Door harde overheidsmaatregelen Wit hun betrekkingen of ambten gestooten, Sn hun handel onmogelijk gemaakt, hier en jdaar zelfs door de huiseigenaren, onder be gunstiging der overheid uit hun woningen .verdreven, zijn zij weder de ontwortelden en Onterfden, die zij ook eeuwen geleden, tij Sens de middeleeuwsche omzwervingen van liun svam, reeds waren. Alleen vergde men ,toen nog niet van de uitgeworpenen en de ivaderlandsloozen, dat zij van paspoorten, (visa en dergelijke dingen moesten zijn voor zien, en was zoowei de bevolkingsdichtheid als de grensbewaking nog van dien aard, ■dat men lichter van het eene gebied in het andere overglippen kon. Dit alles is thans zooveel te zwaarder geworden. Het hache- lijkst zijn momenteel zeker wel de statcn- iooze Joden eraan toe, zij, die geen aan spraak kunnen maken op het ontvangen van 'eenig (paspoort, die op den bodem, welke !hen zag geboren worden, niet kunnen leven, en die zich ook niet, zij het na veel mpeitp en overleg, ergens elders heen kunnen slee pen, om er moeizaam een nieuw bestaan te beginnen- Zij zijn nog min of meer als hoo- rigen; zij zitten vast aan den grond, of schoon deze hen uitwerpt Wie nog een pas en een reissom konden bemachtigen zijn er echter niet zoo héél .veel beter aan toe. Nu de haat en de ver achting hunner voormalige volksgenooten het hun in den ouden kring heeft onhoud baar gemaakt, trekken zij overal heen en schier zonder uitzondering komen zij daar bij tot de ontdekking, dat de wereld voor lien is toegemuurd. De Gestapo heeft hen op voor Duitschland „voordeelige condities" yan reisvergunningen voorzien, op voor waarde, dat zij daarheen nimmer zullen teruglceeren. Vaak zelfs heeft de Duitsche politie hen, ook al weder uit motieven, ont leend aan eigenbaat, het belendende buiten land binnengesmokkeld, om ze slechts kwijt 'te zijn. Doch zelfs uit Finland hoort men .van zulke reisgezelschappen, die door de in- hecmsche politie aangehouden, en weder uitgewezen worden. Men denke het zich in. heelemaal uit het oudtijds zoo gezellige jWeonen naar het hooge kille Noorden te zijn afgedwaald, op hoop rust te vinden, en dan ook zelfs daar nog te worden geweigerd. Onze zuiderburen hebben eveneens hun (grenscontrole verscherpt; de infiltratie der vreemde elementen werd te groot. Frankrijk heeft maatregelen van overeenkomstige "strekking genomen; Zwitserland dito. Men ïs wel van goeden wille, men gevoelt zelfs meedoogen voor de stumpers, doch, kan men het welzijn der eigen burgers aan dat van de nieuw-binnengekomenen offeren? Bazel en andere Zwitsersche steden zitten reeds (vol vluchtelingen; weinig is ervoor noodig, tonder deze omstandigheden, om ook daar de burgerij tot anti-semitisme te brengen. Intusschen is het werk der steunverlee- ning inzake de emigratie, op Amerikaansch initiatief te Evian begonnen, en later te Lon- 'den voortgezet, momenteel practisch tot stil stand geraakt. Eerst in het najaar zullen de .jconferentiecle besprekingen worden hervat. Hoelang zal het nog duren, eer de mogend heden het onderling eens worden over prac- ftische middelen ter verlichting van den vluchtelingennood? Dezer dagen heeft de Hongaarsche rijks regent Horthy ook een bezoek gebracht aan Neurenberg, de „hoofdstad" van de bewe ging, die voor een goed deel deze ellende op ihaar rekening heeft. Hij heeft er de twijfel achtige eer genoten, aan gouwleider Julius Streicher, den cynischen Jodenvervolger, te Rijn voorgesteld. Wij zouden 't ons kunnen indenken zoo hij lichtelijk zou hebben ge aarzeld, de hem van dien man toegestoken hand te drukken, (Franco en Alfonso (Geen herstel van den troon De „Daily Herald!" heeft het gerucht ver spreid, dat Franco aan ex-koning A1 f o n- B o den Spaanschen troon zou hebben aan geboden, zoodra de burgeroorlog teneinde is. Graaf S ierragorda, wiens naam in dti (verband wordt genoemd, heeft echter ont ken t, dat hij ooit door Franco met zulk een .missie zou zijn belast. Hij verklaart het be- richt van iederen grond ontbloot Runciman werkt nieuwe plannen uit Na het onderhoud tusschen Runciman en H e n 1 e i n op slot Rothenhaus is eerst genoemde thans te Praag bezig met het uit werken der beginselen, waarop de onder handelingen hervat kunnen worden. Iets definitiefs is echter niet te verwachten voor dat Runciman Henlein opnieuw ontmoet heeft. In Tsjecho-Slowaa-ksche regeeringskrin- gen neemt men thans een afwachtende hou ding aan. De regeering, die ten opzichte van haar oorspronkelijke plannen vérstrekkende concessies heeft gedaan en zich zelfs tot diepgaande wijziging bereid heeft verklaard, venvacht thans van de missie-Runciman een initiatief, dat het mogelijk maakt, het con tact met de vertegenwoordigers van Henlein met kans op succes te hervatten. Fransche boeren uit Italië gezet De Fransche grensboeren van het dorp Isola, die sedert eenige weken op hun lan derijen in het Italiaansche deel van het dal van Chastillon vertoefden, zijn begonnen met naar hun woonsteden in Frankrijk te rug te keeren. Vijftig gezinnen, wier bezittingen door de Italiaansche militaire autoriteiten zijn out eigend, keeren in een ononderbroken stroom terug met hun vee en hun muildieren, vol geladen met voortbrengselen van het land en met het huisraad, dat zij konden mee nemen.' In de Fransche Kamer is over deze mas sale uiteenzetting van Franschen in Itali- eansch grensgebied een interpellatie aan hangig gemaakt. Twee Zwitsers dreven rond op zee Uit een Spaanscb kamp ontvlucht Het Fransche passagiersschip „Djebel Aures" heeft op de Middellandsche Zee twee jeugdige Zwitsers aan boord genomen, die uitgeput in een scheepje ronddreven. Zij hadden gevochten in het leger van Franco in Spanje en waren door de rooie troepen gevangen genomen. Zij hadden uit het gevangenkamp bij Valencia weten te ontvluchten en zich meester weten te maken van een bootje. Zij rekenden erop, een na burig land te bereiken, dooh kregen tekort in levensmiddelen. Zij verklaarden de politie niet naar de Zwitsersche grens te willen worden terugge leid, maar onmiddellijk naar Spanje te wil len terugkeeren. EEN RECHTSCHE SPAANSCHE TREILER VERDWENEN De autoriteiten van de haven van Algeci- ras hebben een communiqué gepubliceerd, waarin medegedeeld wordt, dat sedert den nacht van 26 Augustus een treiler is ver dwenen. Het schip, de „San Fausto", had 11 man aan boord. Men gelooft, dat de treiler in de Straat van Gibraltar tot zinken is gebracht en die bemanning door de „Jose Luiz Diez" gevangen is genomen. In de bijfabriek voor vliegtuigbouw van Austin te Birmingham, waar 6000 arbeiders aan het werk zijn, heeft men het werk moe ten stopzetten in verband met een staking van verscheidene honderden arbeiders der werkplaatsen, waar vliegtuigropipen gemon teerd worden. De stakers verklaren, dat de directie zich niet gehouden heeft aan kort geleden gegc- beloften betreffende basisloonen. AANBEVOLEN HOTELS (bij aanvrage voor InL s.v.p. datum advert en courant vermelden.) ALLE MODERN COMFORT RESTAURANT VAN DEN len RANG BIERGES b/Wavre, tel. 378 Wavre BRUSSEL Het aangenaam en gezellig Thee-uurtje vindt men in de Patisserie DU FINISTERE Restaurant - Lunchroom 105 BOIJL. AD. MAX en in hare 6 filialen te BRUSSEL. De Japansch-Chineesche oorlog Japanners komen dichter naar Hankau Een halve cirkel om de stad De omsingeling van Hankau is thans zoo ver gevorderd, dat na drie dagen van geslaagde operaties een halve cirkel is gevormd rondom de stadf De berichten in de Japansche bladen doen verder uitkomen, dat de Japansche vloot gestadig stroomopwaarts trekt en de belemmeringen in de Jangtse op ruimt, terwijl de. Chineesche stellingen aan beide kanten dor rivier tot zwijgen worden gebracht Volgens de laatste berichten uit China blijven de Japansche troepen vanuit het Oos ten en Noorden naar Hankau oprukken. In dc provincie Anhwei zou een Japansche colonne zich meester gemaakt hebben van Lioe An op 250 K.M. van Hankau. Een an dere colpnne meldt, dat zij zich op 't oogen- blik op minder dan 2 K.M. van Hoe Sjnn. «uigeveer 00 K.M. ten Zuid-westen van Han kau gelegen, bevindt. Deze twee steden vor men belangrijke bases aan den voet der bergen van Ta Pieh, die de eerste verdedi gin.gslinie van Hankau vormen. Volgens een ander telegram, dat echter nog niet bevestigd is, zou een Japansche af- deeling, die de provincie 'loepei binnen is gedrongen, zich op slechts 140 K.M. noorde lijk van Hankau bevinden. Amerikaansch schip in gevaar De Amerikaansche kanonneerboot „Mono- cacy", aan boord waarvan zich 45 officieren en manschappen bevinden, verkeert cp de Boven-Jangtse in gevaar. Kort nadat twee Japansche mijnenvegers dit deel van de rivier verlaten hadden, ont ploften twee mijnen op nog geen 70 meter afstand van het Amerikaansche schip. De ijnscherven vlogen over de „Monocacy". Commandant Clarence Conlan heeft bij het Japansche consulaat in Kioe-Kiang ge protesteerd tegen de situatie, waarin men de „Monocacy" gebracht heeft en verklaard, dat de Vereen. Staten de Japansche regee ring verantwoordelijk zullen stellen voor eVentueele ongelukken. Naar men zegt, heeft het Japansche consulaat het protest echter kortweg van de hand gewezen en gewaar schuwd, dat de Japansche regeering geen enkele verantwoordelijkheid op zich neemt, wijl de „Monocacy" zich vrijwillig in gevaar lijk water begeven heeft. Duitschland reageert scherp op Simons rede De Deutsche Allgemeine Zeitung voert in een hoofdartikel polemiek tegen Sir John Simon. Het blad schrijft: „Ernstig is. dat de Engelsche houding de ontoegeeflijkheid der Tsjechen versterkt, ge lijk de nieuwe incidenten bewijzen". Het blad werpt van te voren de eventueele verantwoordelijkheid van een conflict op de elementen, die de Tsjecho-Slowaaksche oor lógspartij zouden vormen. „Juist wat het geval van een conflict betreft, zijn wij van een andere meening dan Sir John Simon. Juist dan zou het er om gaan dit te locali- seeren. Of beteekent de rede van Simon, dat Engeland geen localisatie wil?" Na vervolgens verklaard te hebben, dat de algemeene plicht van Europa is. een conflict te vermijden, maakt het blad een voorbe houd: „De algemeene plicht staat echter niet toe. dat drie millioen Sudeten-Duitschers worden opgeofferd aan een of andere op vatting van den wereldvrede. Men moet niet zóó manoeuvreeren, dat er een tegenstelling ontstaat tusschen den wereldvrede en het reoht der Sudeten-Duitschers". „Ongetwijfeld, zoo besluit het blad, is de Britsche rogeering van meening, dat de voorstellen, die de Tsjeoho-Slowaaksohe re geering zal doen, de Sudeten-Duitschers te vreden moeten stellen. Maar Engeland zou zich op die wijze tot rechter opgeworpen hebben, daarbij zelfs te verstaan gevende, dat het beschikt over saactiemiddelen". Horthy te Boedapest teruggekeerd Een mislukte aanslag op zijn leven? De Hongaarsche rijksregent en mevrouw Horthy zijn thans na de beëindiging van hun Duitsche reis te Boedapest teruggekeerd, ar zij aan den Donau-oever werden ver welkomd, o.a. door de giezanten van Duitsch land en Italië. Veertg minuten later weer klonk op dezelfde plek, waar de autoriteiten elkander hadden ontmoet, een oorverdooven- de ontploffing. Er werd niemand gewond. Vermoedelijk heeft rnen hier met een mis lukte aanslag op het leven van Horthy te doen; er wordt naar een en ander een uit gebreid; onderzoek ingesteld. De motoren zijn gemonteerd met: Uitgaande van den Bond van Chr. Oranjevereenigingen in Nederland Minister De Wilde en Prof. Jhr B. G. de Savornin Lohman aan hét woord UTRECHT, Maandag 29 Aug. De Bond van Chr. Oranje Vereenigingen in Nederland heeft in verband met den verjaardag en het Regeeringsjubileum van H.M. de Koningin in Utre cht, het centrum des lands, een grooten Oranje-Herdenkingsdienst belegd, welke hedenavond in de Domkerk plaats vond. Behalve natuurlijk vele Utrechtenaren waren in de kerk aanwezig afgevaardigden van den Bond uit Amsterdam, Rotterdam- Katenrecht, Den Haag, Alkmaar Apel- oorn, Rijswijk en Hilversum en afgevaar digden van bij den Kring Utrecht aangeslo ten vereenigingen. Van de in de kerk aanwezige autoriteiten noemen wij Jhr. Dr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal Commissaris der Koningin in de Prov. Utrecht, Mr. Dr. G. A. W. ter Pelk- wijk, burgemeester van Utrecht, Mr. Dr. H. Th. s' Jacob, Dr J. P. Fockema Andreae oud-comm. der Koningin in Groningen en oud-burgemeester van Utrecht, Mr. I M J Baron van Wijnbergen, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Ds. P. Bootsma, Leger- en Vlootpredikant te Wassenaar, generaal O. Beuno de Mesquita en tal van andere leger-autoriteiten. De voorzitter van den Bond van Chr. Oranje-Vereenigingen in Nederland Ds, Is. Voorstee gh te 's-Gravenhage, opende de indrukwekkende, samenkomst en achtte het een voorrecht dezen avond zoo enorm velen in dit e euwenoude bedehuis in het centrum des lands bijeen te zien om aller meest zich diep te bezinnen op den zegen Gods over ons Vorstenhuis en Volk. Onze Bond van Christelijke Oranje- Vereenigingen wil in het Nederlandsche volk telkens weer met ernst de aan dacht vragen voor de treffende leidin gen Gods in onze rijke geschiedenis, en daarin volgen het voorbeeld van H.M. de Koningin zelf, zooals Zij het eens uitsprak voor het graf van den Vader des Vaderlands te Delft „onze historie is Gods werfc".... Toespraak Z-Exc. Minister de Wilde Als tweede spreker trad in dezen herden kingsdienst op Z.Exc. Minister J. A. de Wilde. Spr. ving zijn rede aan met erop te wijzen, dat er in de veertig jaren welke nu achter ons liggen op diplomatiek militair, financieel, economisch en sociaal gebied zich groote evoluties hebben voorgedaan, ja men kan wel zeggen: hebben zich revoluties vol trokken. Het internationaal vertrouwen is nog al tijd diep geschokt, overal is er onrust en onzekerheid. En te midden van al die onrust en heel dat suspecte beweeg om ons heen, laat God ons als volk: onze Kon ingin. Hij liet Haar ons zooals wij Haar nu kennen: een Vorstin die haar volk kent en liefheeft die onze Staatsinstellingen eerbiedigt, die in kalme plichtsbetrachting zonder ooit ook maar eenige groep van Haar onderdanen af te stooten, 's lands belang voor staat en dient, die in tijden van spanning en be nauwdheid zich aan Haar volk vertoont, die bij rampen en gevaren zich niet terugtrekt maar helpt en bemoedigt; die bij eigen per soonlijk leed ons deelgenoot maakt van Haar smart en die in vreugdevolle dagen ons als het ware uitnoodigt om te deelen in Haar geluk. Haar aanwezigheid in ons midden is een factor die onze innerlijke rust bevor dert. De band die ons bond aan de achttien jarige Koningin in 1898 is nadien nog altijd dezelfde, hij is nog sterker en hechter ge worden. Ons volk bezit in onze Koningin een symbool van eenheid, een pand van liefde Gods. Te regeeren als een Vorstin uit het Huis van Oranje: wat een taak en dan in dezen tijd. Om die te volbrengen heeft men niet genoeg aan goeden wil en kennis, aan intellect en zelfs niet aan liefde. Daarnaast is noodig dat het hart wordt op geheven tot God. Welnu, aldus spr., aan den voet van het monument van de Coligny heeft in den zomer van 1912 de Koningin in het land der Hugenooten deze belijdenis voor het forum der wereld afgelegd. En daarin zit het geheim van Haar kracht. Haar edele Moeder, die spr. op dezen avond dankbaar wil gedenken, is Haar in Haar jeugd daarin voorgegaan en wij mogen het als een groot voorrecht beschouwen dat Koningin Emma nog 36 jaar Haar dochter aan de regeering heeft gezien. Het Nederlandsche volk stelt zijn in een lange historie verworven staatkundige rech ten op hoogen prijs. Onze Staatsinrichting is niet zoo maar van buitenaf opgelegd, zij a veel strijd naar den aard onzer natie veroverd en in de wetgeving vastgelegd. Een Nederlandsche vorstin kan alleen constitutioneel regeeren, zoo wenscht het het volk, zoo wil het ook onze Vorstin. Ons feestvieren om deze Koningin mag geen ijdele vertooning zijn, maar de boventoon moet voeren onzen dank aan God voor wat Hij ons in het Huis van Oranje gaf. De gebeden van Oranje voor het volk en van het volk voor Oranje zijn langs onge dachte en wonderlijke wegen door God ver hoord. Dat er nieuw leven ontsproten is aan den ouden Oranjestam, geeft aan onze feestvie ring een bijzonderen glans. Wjj vieren feest, ook omdat voor de toekomst naast God onze hoop gevestigd blijft op de instandhouding van Haar Huis en op het volharden bij de tradities van Haar geslacht, op de onbaat zuchtige en wijze leiding zooals wij die uit Haar geschiedenis en uit die van Haar voor vaderen hebben leeren kennen en waar- deeren Toespraak Prof. Jhr. Mr. B. C. de Savornin Lohman Als derde en laatste spreker in deze samenkomst trad op Prof. Jhr. Mr. B. C. d e Savornin Lohman, hoogleeraar aan Rijksuniversiteit te Utrecht. Deze spreker herinnerde aan den 6en September 1898, den dag der inhuldiging van onze Koningin, aan het uitbreken van den wereldoorlog, een tijdperk waarin de volkeren geschokt werden gelijk zaad ge schud wordt in een zeef en wees voorts op het feit, dat in die jaren de band tusschen Oranje en Nederland nauwer dan ooit ia aangesnoerd. Wij eeren in onze Koningin Wilhelmina onze verheven Souvereine en daarmede er kennen wij, dat Zij voor ons regeert bij de gratie Gods, aldus spr. Dat leert ons Gods Woord zelfs van hei- densche, goddelooze overheden. Hoe ge makkelijk valt het echter deze belijdenis op de lippen te nemen wanneer door Gods genade het hoogste gezag in den Staat is opgedragen aan een Vorstin als onze ge liefde Koningin Wilhelmina. Dat onze constitutie, die, mits op juiste wijze gehanteerd, aan gezag en vrijheid beiden de hun toekomende plaats geeft, aan vastheid heeft gewonnen, acht spr. vooral in dezen tijd van groote beteekenis. Spr. wees achtereenvolgens op het meer op den voorgrond treden van het monar chaal element in ons staatsbestel, op de vrijheidszin van Oranje, die geen uitvloei sel is van humanitair geloof en op het feit, dat onze Koningin zoner eenig voorbe houd den eerenaam van vrome Lands moe d e r verdient. Het „Christ avant tout" „Christus voor alles", dat uit Haar pen is gevloeid, zou als motto op het schutsblad van Haar levensboek kunnen worden geschreven. Spr. eindigde zijn rede met de bede „Domine, salvam fac, Reginam nostram" en gebed voor het geheele Koninklijke gezin. De samenkomst werd besloten met het zingen van het Wilhelmus. ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en U zult" 's morgéns „kiplekker" uit bed springen. Iederen dag moet Uw lever minstens een liter gal In Uw Ingewanden doen stroomen. Wanneer deze \aï %aI °nvo'doende is, verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt verstopt. Uw lichaam ls vergiftigd en U bent humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zün slechts lapmiddelen. U moet CARTER S LEVERPILLETJES nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en zult weer geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on overtroffen om de gal te doen stroomen. drogisten f 0 7^ LeverPllletJe3 biJ apothekers en WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1038 HILVERSUM I. 1875 M. VAR A-Ult*ciu1lnjf. 10.0010.-0 v.n». cn 7.308.00 n.m. VPRO. 8 U0 Gram.muziek. (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Ur.- muziek. 11.00 VARA-orkest en .solist. 12.00 Zuiu en orgel. (Om 12.15 Berichten). 12.45 Esmeralda-septet. 1.151.45 Gram.muziek. 2.00 Gram.muziek. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Esnic-ra Ida-septet. 6.15 Gram. muziek. 6.407.00 Sportreportago. 7.05 Gram.muziek. 7.10 Causerie: ..40 jaar democratische ont- wikkollng". 7.30 Causerie: „De Nederlandsche 1 jaar". 8.'" solist. 9.15 Radiotooneel. 10.15 Berichten ANP. 10.20 VARA-orkest. 11.10— 12.00 Gram.muziek. IILVRRSUM II. 301.5 en 415,5 M. NCRV-Uit- r.eiKllng. 6.30—7.00 Oiidorwljafoiul» voor de Scheepvaart. S.00 Schriftlezing, meditatie, 8.15 Berichten, gram.muziek. 8.25 Zang- Aubade m.m.v. do Rotterdamsche Harmonie, voorafgegaan door redevoeringen, 9.00 Gr.- muzlek. (9.30—9.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram.muziek. 11.20 Pi- onovoordracht en gram.muziek. 12.00 Berich ten. 12.16 Gram.muziek. 12.30 Ensemble v. d. Horst en gram.muziek. 2.00 Carillonbespe ling m.m.v. een Leger des HelLs-orkest. 3.00 Reportage. 4.30 Meisjeskoor. 4.45 Felicita ties. 5.00 Voor de kinderen. 5.45 Vervolg koorconcert en gram.muziek. 6.10 Gram.- muziek. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaanvaringsreglement. 7.00 Berichten. 7.16 Fragmenten uit de Nationale Film. 7.45 Reportage, eventueel Gram muziek. 8.09 Be richten ANP. herhaling SOS-Berichten. 8.15 OROITWICH 1500 M. 11.20 Kamermuziek. 12.05 Orgel. 12.35 Ensemble. 1.50 Orkest 2.35 Vedel met piano. 2.50 Strijkorkest. 4.20— 6.10 Vesper. 6.46 Zang en orgel. 7.20 Septet RADIO-PARIS 164S M. 12.35 Stafmuziek. 8.05 Zong. 4.20 Zang. 5.20 Orkest 6.29 Piano. 7.20 Zang. 8.50 Piano. 9.20 Variété. 7.20 Orkest. 8.30 Orkest. 11.05 Orkest. BRUSSEL 322 5.20 Orkest. Viool. 8.20 Concert. 9.20 Concert 11.00 Orkes 484 11.: 12.50 Orkest 5.20 en 6.00 Orkest 8.20 Orkest. DEUTSCHLAXDSEXDER 1571 M. 7.35 Kinder koor. 8.35 Kwartet. 9.36 Radiotooneel. 10.40 Maandoverzicht 11.20 Orkest 12.20 Nacht* Nog eens: Opgepast Men schrijft ons: Dezer dagen las ilc in ons blad een stukje met als opschrift: „Opgepast", waarin werd gewaarschuwd tegen geldzending voor een foto met lijst en glas, en nog eens geldzen ding voor een lot; samen werd dit dan een aardig bedrag vooreen „verrassing", welke men zou bekQmen, wanneer men be* hoorde tot de eerste 5000 inzendersI! Nog altijd, helaas, zijn er mcnschen, die op dergelijke aanbiedingen ingaan en be drogen uitkomen. Af en toe ziet men in sommige (kleine)! couranten ook aanbiedingen: „Geld verkrijg"* baar, zonder borgen, tot elk bedrag" en ik kan mij eenigszins indenken, dat men ver* wacht, althans hoopt, „geholpen" te worden. „Zonder borg, tot elk bedrag"Wil men het noo: gemakkelijker? Ik krijg nogal eens menschen bij me om raad. En zoo kwam eens iemand tot mij, die ook een aanvraag verzonden hadhij zou met f 500.geholpen zijn En hoe liep het? Eerst een drukwerk, om f 2.50 te willen zenden aan een Postbus* adres; f 2.50 voor onderzoek naar betrouw baarheid; tegelijk werd gezonden een twee tal formulieren (zeer kleine letter), welke men onderteekend moest terug zenden. Na een acht dagen kwam bericht, dat het onderzoek nog wel niet beëindigd was, doch gunstig verliep. Tegelijk werd aangeraden niet 5Ö0 doch 1000 gulden aan te vragen, want dat was voor de boekhouding meer gemakkelijk; men moest echter f5 bijvoe gen voor te maken onkosten „wat u wel zult begrijpen en toestemmen". 't Bleef verder stil...... men had immers de formulieren terug en de twee rijksdaal- dérs! Bij navraag kwam eindelijk bericht (weer een drukwerkje), meldende, dat het onder zoek had opgeleverd, de aanvragen van 500 en 1000niet toe te staan! Desgevraagd kwam later één der genoem de formulieren terug, waarop een handwijzer verwees naar Artikel zooveel, vermeldende dat „aanvrager accoord ging. wanneer even tueel het onderzoek naar zijn persoon enz.- niet gunstig mocht blijken". Resultaat dus: porto's uitgegeven; drie rijksdaalders kwijt en geen aangeboden geld bekomen. Ik heb voor den vrager nog pogingen aangewend, iets van het bedrag terug te ontvangen, al was het maar een rijksdaai- Gertrui begreep, die treuzelarij niet. »,Neje, gevroagd heet ie niks. mer nun goeie verstaonder '.fceet mer 'n half woord nooidig". Gertrui schokte met haar schouders, I In den loop van de volgende weken kwam ze op 'n avond ^>ïj Stijn binnen. „Heurde niks mieer van deejen ïnsjeur?" vroeg Stijn. „Neje'n kaort, aanders nie." „Det is jammer vur Liene, ik docht zoo, det 't wel wet ge worden zou zijn." „Lien mee d'r „Mee d'rwet bedoelde?" i *Och, ze dinkt det ie net zoo zou motte zijn es zij, es wij hier op den Elzenberm, z'n soort domenie, za'k mer zegge. Det heit ze nog van vroeger." „Wet vroeger, wet is d'r dan mee d'r gebeurd?" j „Witte gij daor dan niks van?" deed Gertrui verwonderd, Vwitte dan nie, det ze bekaant getrouwd is gewiest?" „Lien getrouwd?" Stijn ging verzitten om 't meisje beter aan te zien; nWet zegde nou?" Maar ze was te bescheiden om Gertrui uit te vragen. „Jao, hedde dan nooit geheurd van dieje mieester uit Dèmerum, die aan de tèring gesturreve is?" „Neje mer wij zitte hier ook mer aon 't èènd van de wèreld. Zou ze mee dieje gaon trouwe?" ,,'t Heet wel aanderhalf jaar geduurd mee um En nou lat ze den deuze gaon omdet ie aanders was dan Drij vers, 'n bietje wèreldscher, mer wet gift det nou?" Stijn was stil. Ze wilde zich niet moeien in deze zaak, die haar niet aanging, maar een groot medelijden voor de levens lustige Lien kwam in haar hart. Deed ze zoo vroolijk enkel voor haar omgeving en was ze anders? Toen Gijs 't hoorde, 'n Zondagmiddag, dat ze samen den landweg naar den Beemsdijk opwandelden, zei hij: „Det ha'k nooit gedacht." Boven op den hoogen dijk zaten ze naast elkaar. Stijn had haar rok opgeslagen en Gijs zat op z'n zakdoek, 't Gras gaf nog nat op en ze waren zuinig. Voor hen lag de polder, een groote vlakte in stille schoonheid. Ze zeiden eerst niets, moe van den klim, maar hun oogen gingen over 't land. waar ze nu al zoo'n groot deel van hun leven hadden doorgebracht. De Elzenberm lag in zijn hoo rnen gezonken als een fort. 't Groen overheerschte, enkel was er de blinkende scheur van een sloot en de witte streep van den weg. Hun gedachten dreven over de geliefde streek en er was een groote, beklemmende dankbaarheid in beider hart. „Wet ge mijn daor zint over Liene, det is Iets moois, war." Stijn knikte, haar hart was vol. Dat Gijs zoo sprak was haar een groot geluk, waarbij al de ellende van vroeger weg zonk. H't Is dus nog niks tusschen die twee en 't zei wel nooit wet worde ook, dan. Geleufde nou wel, det ik er eigelijk deur van streek zij. *n Meske es zij en nun vent es dieje Vermeer kaande schooinder paor dinke!" „Mer", zei Stijn zacht, „hij geleuft niks, zin Gertrui." „Det is 't um net, det ze er det vur over heet." En na een langen tijd van stilzwijgen zei hij: „Toen 't mijn tegenliep begon ik alles los te laote en ik heb 't volgehaauwe, toen ik al lang wieer bij Linderte werkte. Ik was veul te hard geslaoge nar m'n mèning en ik kon d'r nie overhene, det gij en de keinder 't zoo slecht hadden gehad al diejen tijd. En van den domenie en alles. Mer nou weet ik, allang hur, mer vandaog weeïr is 'n bietje béter nog. det 't 'n grooit kwaod was. Kek is Stijn. Kees den Vust zin toen van det geluk, witte nog wel Det hè 'k ook gevonde net es gij, war." Stijn schreide zacht. „Ik mot er nie mieer aon d'nke", ging Gjjs verder, „det ik zoo kon zijn, dan wor ik er benaauwd van, mer ik geleuf det 't me vergeven is om Christus." Stijn begreep hoe sterk 't geloof in zijn hart moest wezen, om zelfs nu hier op deze ongewone plaats, oog in oog met haar dien naam uit te spreken. Ze duidden hem immers altijd slechts aan, de menschen in den polder. Die hem uitsprak was domenie, of ja, of er werd van hem vermoed, dat hij huichelde. Onder 't terug wandelen spraken ze over de kansen van de benoeming en ze bouwden op Vermeers belofte. Den eersten keer dat deze weer op den Elzenberm kwam, op z'n nieuwe motorfiets, die nog harder knalde dan de eerste, doch ook harder liep, was Gijs op de wei achter den Elzen berm bezig. Hij zag hoe Hein de Grauw uit z'n schuur kwam en den ander na keek. Uit .de koekoek keek Betje om-, laag op hem neer. De laatste prees dezen dag en Hein be greep, dat de stille strijd, zonder woorden, zonder booze blik,, ja zelfs zonder haat van zijn kant, weer beginnen zou. Dien zomer, toen Dirk Driewegen thuis was uit Utrecht, zwierf hij vaak door den polder. Met den polsstok gewa- pend ging hij de weiden door. Niet alleen door zijn studie, meer nog door zijn boerenaard werd hij naar 't vee ge trokken. vooral naar paarden ging zijn hart uit. Op den klepper, los in 't zaal, was hij een gewone ver schijning op de boerderijen langs den Achterdijk en in de buurt van Dengeren. Zoo kwam hij eens Vermeer tegen op z'n knallende motorfiets. Het lukte hem nauwelijks om den Witvoet in be dwang te houden, toen 't monsterding naderde. De paarden waren er nog niet aan gewend. Vermeer reed lachende voorbij, zoover mogelijk aan den kant van den weg. Een joviale zwaai was de groet, maar Dirk was nijdig. Zou dat die ingenieur soms zijn, die had immers ook zoo'n ding? Hij wist èn door Lien én door Ger trui genoeg van hem, maar Linderts verhaal was anders. Een aardige kerel, knap in zijn werk, goed van inborst maariemand, die door zijn opvattingen niet paste in het kader van den Elzenberm. En zoo beschouwde Dirk hem als een indringer, die uit sluitend kwam om Lien. Na de eerste kennismaking op denzelfden avond van de ontmoeting op den smallen polderweg was de ongunstige in-< druk van Dirk niet gewijzigd, [(Wordt vervolgd)}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2