ttdlO))
DEELZENBER
Tourisme
in België
Hotel Restaurant LES ETANGS
WERELDRECORD CAPT. EYSTON
TERRY AEROKLEPVEEREN
Oranje-Herdenkingsdienst in de
Domkerk te Utrecht
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
DINSDAG 30 AUGUSTUS 1938 EERSTE BEAD PAG. 2 E
'RONDBLIK
DE JOODSCHE
VLUCHTELINGEN
Gedurende deze fraaie zomermaanden.
Waarin ieder verpoozing en ontspanning
zoekt, en ook de kopstukken der verschil
lende regeeringen hun bureaux in den steek
(plegen te laten, voor zoover dit maareenigs
!zins mogelijk is, blijven de Joden in Duitsch-
Jand en in het voormalige Oostenrijk onver
minderd den druk der omstandigheden ge
voelen. Door harde overheidsmaatregelen
Wit hun betrekkingen of ambten gestooten,
Sn hun handel onmogelijk gemaakt, hier en
jdaar zelfs door de huiseigenaren, onder be
gunstiging der overheid uit hun woningen
.verdreven, zijn zij weder de ontwortelden en
Onterfden, die zij ook eeuwen geleden, tij
Sens de middeleeuwsche omzwervingen van
liun svam, reeds waren. Alleen vergde men
,toen nog niet van de uitgeworpenen en de
ivaderlandsloozen, dat zij van paspoorten,
(visa en dergelijke dingen moesten zijn voor
zien, en was zoowei de bevolkingsdichtheid
als de grensbewaking nog van dien aard,
■dat men lichter van het eene gebied in het
andere overglippen kon. Dit alles is thans
zooveel te zwaarder geworden. Het hache-
lijkst zijn momenteel zeker wel de statcn-
iooze Joden eraan toe, zij, die geen aan
spraak kunnen maken op het ontvangen van
'eenig (paspoort, die op den bodem, welke
!hen zag geboren worden, niet kunnen leven,
en die zich ook niet, zij het na veel mpeitp
en overleg, ergens elders heen kunnen slee
pen, om er moeizaam een nieuw bestaan te
beginnen- Zij zijn nog min of meer als hoo-
rigen; zij zitten vast aan den grond, of
schoon deze hen uitwerpt
Wie nog een pas en een reissom konden
bemachtigen zijn er echter niet zoo héél
.veel beter aan toe. Nu de haat en de ver
achting hunner voormalige volksgenooten
het hun in den ouden kring heeft onhoud
baar gemaakt, trekken zij overal heen en
schier zonder uitzondering komen zij daar
bij tot de ontdekking, dat de wereld voor
lien is toegemuurd. De Gestapo heeft hen
op voor Duitschland „voordeelige condities"
yan reisvergunningen voorzien, op voor
waarde, dat zij daarheen nimmer zullen
teruglceeren. Vaak zelfs heeft de Duitsche
politie hen, ook al weder uit motieven, ont
leend aan eigenbaat, het belendende buiten
land binnengesmokkeld, om ze slechts kwijt
'te zijn. Doch zelfs uit Finland hoort men
.van zulke reisgezelschappen, die door de in-
hecmsche politie aangehouden, en weder
uitgewezen worden. Men denke het zich in.
heelemaal uit het oudtijds zoo gezellige
jWeonen naar het hooge kille Noorden te zijn
afgedwaald, op hoop rust te vinden, en dan
ook zelfs daar nog te worden geweigerd.
Onze zuiderburen hebben eveneens hun
(grenscontrole verscherpt; de infiltratie der
vreemde elementen werd te groot. Frankrijk
heeft maatregelen van overeenkomstige
"strekking genomen; Zwitserland dito. Men
ïs wel van goeden wille, men gevoelt zelfs
meedoogen voor de stumpers, doch, kan men
het welzijn der eigen burgers aan dat van
de nieuw-binnengekomenen offeren? Bazel
en andere Zwitsersche steden zitten reeds
(vol vluchtelingen; weinig is ervoor noodig,
tonder deze omstandigheden, om ook daar de
burgerij tot anti-semitisme te brengen.
Intusschen is het werk der steunverlee-
ning inzake de emigratie, op Amerikaansch
initiatief te Evian begonnen, en later te Lon-
'den voortgezet, momenteel practisch tot stil
stand geraakt. Eerst in het najaar zullen de
.jconferentiecle besprekingen worden hervat.
Hoelang zal het nog duren, eer de mogend
heden het onderling eens worden over prac-
ftische middelen ter verlichting van den
vluchtelingennood?
Dezer dagen heeft de Hongaarsche rijks
regent Horthy ook een bezoek gebracht aan
Neurenberg, de „hoofdstad" van de bewe
ging, die voor een goed deel deze ellende op
ihaar rekening heeft. Hij heeft er de twijfel
achtige eer genoten, aan gouwleider Julius
Streicher, den cynischen Jodenvervolger, te
Rijn voorgesteld. Wij zouden 't ons kunnen
indenken zoo hij lichtelijk zou hebben ge
aarzeld, de hem van dien man toegestoken
hand te drukken,
(Franco en Alfonso
(Geen herstel van den troon
De „Daily Herald!" heeft het gerucht ver
spreid, dat Franco aan ex-koning A1 f o n-
B o den Spaanschen troon zou hebben aan
geboden, zoodra de burgeroorlog teneinde is.
Graaf S ierragorda, wiens naam in dti
(verband wordt genoemd, heeft echter ont
ken t, dat hij ooit door Franco met zulk een
.missie zou zijn belast. Hij verklaart het be-
richt van iederen grond ontbloot
Runciman werkt nieuwe
plannen uit
Na het onderhoud tusschen Runciman
en H e n 1 e i n op slot Rothenhaus is eerst
genoemde thans te Praag bezig met het uit
werken der beginselen, waarop de onder
handelingen hervat kunnen worden. Iets
definitiefs is echter niet te verwachten voor
dat Runciman Henlein opnieuw ontmoet
heeft.
In Tsjecho-Slowaa-ksche regeeringskrin-
gen neemt men thans een afwachtende hou
ding aan. De regeering, die ten opzichte van
haar oorspronkelijke plannen vérstrekkende
concessies heeft gedaan en zich zelfs tot
diepgaande wijziging bereid heeft verklaard,
venvacht thans van de missie-Runciman een
initiatief, dat het mogelijk maakt, het con
tact met de vertegenwoordigers van Henlein
met kans op succes te hervatten.
Fransche boeren uit Italië gezet
De Fransche grensboeren van het dorp
Isola, die sedert eenige weken op hun lan
derijen in het Italiaansche deel van het dal
van Chastillon vertoefden, zijn begonnen
met naar hun woonsteden in Frankrijk te
rug te keeren.
Vijftig gezinnen, wier bezittingen door de
Italiaansche militaire autoriteiten zijn out
eigend, keeren in een ononderbroken stroom
terug met hun vee en hun muildieren, vol
geladen met voortbrengselen van het land
en met het huisraad, dat zij konden mee
nemen.'
In de Fransche Kamer is over deze mas
sale uiteenzetting van Franschen in Itali-
eansch grensgebied een interpellatie aan
hangig gemaakt.
Twee Zwitsers dreven
rond op zee
Uit een Spaanscb kamp ontvlucht
Het Fransche passagiersschip „Djebel
Aures" heeft op de Middellandsche Zee twee
jeugdige Zwitsers aan boord genomen, die
uitgeput in een scheepje ronddreven.
Zij hadden gevochten in het leger van
Franco in Spanje en waren door de rooie
troepen gevangen genomen. Zij hadden uit
het gevangenkamp bij Valencia weten te
ontvluchten en zich meester weten te maken
van een bootje. Zij rekenden erop, een na
burig land te bereiken, dooh kregen tekort
in levensmiddelen.
Zij verklaarden de politie niet naar de
Zwitsersche grens te willen worden terugge
leid, maar onmiddellijk naar Spanje te wil
len terugkeeren.
EEN RECHTSCHE SPAANSCHE
TREILER VERDWENEN
De autoriteiten van de haven van Algeci-
ras hebben een communiqué gepubliceerd,
waarin medegedeeld wordt, dat sedert den
nacht van 26 Augustus een treiler is ver
dwenen.
Het schip, de „San Fausto", had 11 man
aan boord. Men gelooft, dat de treiler in de
Straat van Gibraltar tot zinken is gebracht
en die bemanning door de „Jose Luiz Diez"
gevangen is genomen.
In de bijfabriek voor vliegtuigbouw van
Austin te Birmingham, waar 6000 arbeiders
aan het werk zijn, heeft men het werk moe
ten stopzetten in verband met een staking
van verscheidene honderden arbeiders der
werkplaatsen, waar vliegtuigropipen gemon
teerd worden.
De stakers verklaren, dat de directie zich
niet gehouden heeft aan kort geleden gegc-
beloften betreffende basisloonen.
AANBEVOLEN HOTELS
(bij aanvrage voor InL s.v.p. datum advert
en courant vermelden.)
ALLE MODERN COMFORT
RESTAURANT VAN DEN len RANG
BIERGES b/Wavre, tel. 378 Wavre
BRUSSEL
Het aangenaam en gezellig Thee-uurtje
vindt men in de
Patisserie DU FINISTERE
Restaurant - Lunchroom
105 BOIJL. AD. MAX en in hare
6 filialen te BRUSSEL.
De Japansch-Chineesche oorlog
Japanners komen
dichter naar Hankau
Een halve cirkel om de stad
De omsingeling van Hankau is thans
zoo ver gevorderd, dat na drie dagen van
geslaagde operaties een halve cirkel is
gevormd rondom de stadf
De berichten in de Japansche bladen
doen verder uitkomen, dat de Japansche
vloot gestadig stroomopwaarts trekt en
de belemmeringen in de Jangtse op
ruimt, terwijl de. Chineesche stellingen
aan beide kanten dor rivier tot zwijgen
worden gebracht
Volgens de laatste berichten uit China
blijven de Japansche troepen vanuit het Oos
ten en Noorden naar Hankau oprukken. In
dc provincie Anhwei zou een Japansche
colonne zich meester gemaakt hebben van
Lioe An op 250 K.M. van Hankau. Een an
dere colpnne meldt, dat zij zich op 't oogen-
blik op minder dan 2 K.M. van Hoe Sjnn.
«uigeveer 00 K.M. ten Zuid-westen van Han
kau gelegen, bevindt. Deze twee steden vor
men belangrijke bases aan den voet der
bergen van Ta Pieh, die de eerste verdedi
gin.gslinie van Hankau vormen.
Volgens een ander telegram, dat echter
nog niet bevestigd is, zou een Japansche af-
deeling, die de provincie 'loepei binnen is
gedrongen, zich op slechts 140 K.M. noorde
lijk van Hankau bevinden.
Amerikaansch schip in gevaar
De Amerikaansche kanonneerboot „Mono-
cacy", aan boord waarvan zich 45 officieren
en manschappen bevinden, verkeert cp de
Boven-Jangtse in gevaar.
Kort nadat twee Japansche mijnenvegers
dit deel van de rivier verlaten hadden, ont
ploften twee mijnen op nog geen 70 meter
afstand van het Amerikaansche schip. De
ijnscherven vlogen over de „Monocacy".
Commandant Clarence Conlan heeft bij
het Japansche consulaat in Kioe-Kiang ge
protesteerd tegen de situatie, waarin men
de „Monocacy" gebracht heeft en verklaard,
dat de Vereen. Staten de Japansche regee
ring verantwoordelijk zullen stellen voor
eVentueele ongelukken. Naar men zegt, heeft
het Japansche consulaat het protest echter
kortweg van de hand gewezen en gewaar
schuwd, dat de Japansche regeering geen
enkele verantwoordelijkheid op zich neemt,
wijl de „Monocacy" zich vrijwillig in gevaar
lijk water begeven heeft.
Duitschland reageert scherp
op Simons rede
De Deutsche Allgemeine Zeitung voert in
een hoofdartikel polemiek tegen Sir John
Simon. Het blad schrijft:
„Ernstig is. dat de Engelsche houding de
ontoegeeflijkheid der Tsjechen versterkt, ge
lijk de nieuwe incidenten bewijzen".
Het blad werpt van te voren de eventueele
verantwoordelijkheid van een conflict op de
elementen, die de Tsjecho-Slowaaksche oor
lógspartij zouden vormen. „Juist wat het
geval van een conflict betreft, zijn wij van
een andere meening dan Sir John Simon.
Juist dan zou het er om gaan dit te locali-
seeren. Of beteekent de rede van Simon, dat
Engeland geen localisatie wil?"
Na vervolgens verklaard te hebben, dat de
algemeene plicht van Europa is. een conflict
te vermijden, maakt het blad een voorbe
houd: „De algemeene plicht staat echter niet
toe. dat drie millioen Sudeten-Duitschers
worden opgeofferd aan een of andere op
vatting van den wereldvrede. Men moet niet
zóó manoeuvreeren, dat er een tegenstelling
ontstaat tusschen den wereldvrede en het
reoht der Sudeten-Duitschers".
„Ongetwijfeld, zoo besluit het blad, is de
Britsche rogeering van meening, dat de
voorstellen, die de Tsjeoho-Slowaaksohe re
geering zal doen, de Sudeten-Duitschers te
vreden moeten stellen. Maar Engeland zou
zich op die wijze tot rechter opgeworpen
hebben, daarbij zelfs te verstaan gevende,
dat het beschikt over saactiemiddelen".
Horthy te Boedapest
teruggekeerd
Een mislukte aanslag op zijn leven?
De Hongaarsche rijksregent en mevrouw
Horthy zijn thans na de beëindiging van
hun Duitsche reis te Boedapest teruggekeerd,
ar zij aan den Donau-oever werden ver
welkomd, o.a. door de giezanten van Duitsch
land en Italië. Veertg minuten later weer
klonk op dezelfde plek, waar de autoriteiten
elkander hadden ontmoet, een oorverdooven-
de ontploffing. Er werd niemand gewond.
Vermoedelijk heeft rnen hier met een mis
lukte aanslag op het leven van Horthy te
doen; er wordt naar een en ander een uit
gebreid; onderzoek ingesteld.
De motoren zijn gemonteerd met:
Uitgaande van den Bond van
Chr. Oranjevereenigingen
in Nederland
Minister De Wilde en Prof. Jhr
B. G. de Savornin Lohman
aan hét woord
UTRECHT, Maandag 29 Aug. De Bond van
Chr. Oranje Vereenigingen in Nederland
heeft in verband met den verjaardag en het
Regeeringsjubileum van H.M. de Koningin
in Utre cht, het centrum des lands, een
grooten Oranje-Herdenkingsdienst belegd,
welke hedenavond in de Domkerk plaats
vond. Behalve natuurlijk vele Utrechtenaren
waren in de kerk aanwezig afgevaardigden
van den Bond uit Amsterdam, Rotterdam-
Katenrecht, Den Haag, Alkmaar Apel-
oorn, Rijswijk en Hilversum en afgevaar
digden van bij den Kring Utrecht aangeslo
ten vereenigingen.
Van de in de kerk aanwezige autoriteiten
noemen wij Jhr. Dr. L. H. N. Bosch Ridder
van Rosenthal Commissaris der Koningin in
de Prov. Utrecht, Mr. Dr. G. A. W. ter Pelk-
wijk, burgemeester van Utrecht, Mr. Dr. H.
Th. s' Jacob, Dr J. P. Fockema Andreae
oud-comm. der Koningin in Groningen en
oud-burgemeester van Utrecht, Mr. I M J
Baron van Wijnbergen, lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, Ds. P. Bootsma,
Leger- en Vlootpredikant te Wassenaar,
generaal O. Beuno de Mesquita en tal van
andere leger-autoriteiten.
De voorzitter van den Bond van Chr.
Oranje-Vereenigingen in Nederland Ds, Is.
Voorstee gh te 's-Gravenhage, opende
de indrukwekkende, samenkomst en achtte
het een voorrecht dezen avond zoo enorm
velen in dit e euwenoude bedehuis in het
centrum des lands bijeen te zien om aller
meest zich diep te bezinnen op den zegen
Gods over ons Vorstenhuis en Volk.
Onze Bond van Christelijke Oranje-
Vereenigingen wil in het Nederlandsche
volk telkens weer met ernst de aan
dacht vragen voor de treffende leidin
gen Gods in onze rijke geschiedenis, en
daarin volgen het voorbeeld van H.M.
de Koningin zelf, zooals Zij het eens
uitsprak voor het graf van den Vader
des Vaderlands te Delft „onze historie
is Gods werfc"....
Toespraak Z-Exc. Minister de Wilde
Als tweede spreker trad in dezen herden
kingsdienst op Z.Exc. Minister J. A. de
Wilde. Spr. ving zijn rede aan met erop
te wijzen, dat er in de veertig jaren welke
nu achter ons liggen op diplomatiek militair,
financieel, economisch en sociaal gebied zich
groote evoluties hebben voorgedaan, ja men
kan wel zeggen: hebben zich revoluties vol
trokken.
Het internationaal vertrouwen is nog al
tijd diep geschokt, overal is er onrust en
onzekerheid. En te midden van al die onrust
en heel dat suspecte beweeg om ons heen,
laat God ons als volk: onze Kon ingin.
Hij liet Haar ons zooals wij Haar nu kennen:
een Vorstin die haar volk kent en liefheeft
die onze Staatsinstellingen eerbiedigt, die
in kalme plichtsbetrachting zonder ooit ook
maar eenige groep van Haar onderdanen af
te stooten, 's lands belang voor staat en
dient, die in tijden van spanning en be
nauwdheid zich aan Haar volk vertoont, die
bij rampen en gevaren zich niet terugtrekt
maar helpt en bemoedigt; die bij eigen per
soonlijk leed ons deelgenoot maakt van
Haar smart en die in vreugdevolle dagen ons
als het ware uitnoodigt om te deelen in Haar
geluk. Haar aanwezigheid in ons midden is
een factor die onze innerlijke rust bevor
dert. De band die ons bond aan de achttien
jarige Koningin in 1898 is nadien nog altijd
dezelfde, hij is nog sterker en hechter ge
worden. Ons volk bezit in onze Koningin
een symbool van eenheid, een pand van
liefde Gods. Te regeeren als een Vorstin uit
het Huis van Oranje: wat een taak en dan
in dezen tijd. Om die te volbrengen heeft
men niet genoeg aan goeden wil en kennis,
aan intellect en zelfs niet aan liefde.
Daarnaast is noodig dat het hart wordt op
geheven tot God. Welnu, aldus spr., aan
den voet van het monument van de Coligny
heeft in den zomer van 1912 de Koningin in
het land der Hugenooten deze belijdenis voor
het forum der wereld afgelegd. En daarin
zit het geheim van Haar kracht. Haar edele
Moeder, die spr. op dezen avond dankbaar
wil gedenken, is Haar in Haar jeugd daarin
voorgegaan en wij mogen het als een groot
voorrecht beschouwen dat Koningin Emma
nog 36 jaar Haar dochter aan de regeering
heeft gezien.
Het Nederlandsche volk stelt zijn in een
lange historie verworven staatkundige rech
ten op hoogen prijs. Onze Staatsinrichting
is niet zoo maar van buitenaf opgelegd, zij
a veel strijd naar den aard onzer natie
veroverd en in de wetgeving vastgelegd.
Een Nederlandsche vorstin kan alleen
constitutioneel regeeren, zoo wenscht het
het volk, zoo wil het ook onze Vorstin.
Ons feestvieren om deze Koningin
mag geen ijdele vertooning zijn, maar de
boventoon moet voeren onzen dank aan God
voor wat Hij ons in het Huis van Oranje gaf.
De gebeden van Oranje voor het volk en
van het volk voor Oranje zijn langs onge
dachte en wonderlijke wegen door God ver
hoord.
Dat er nieuw leven ontsproten is aan den
ouden Oranjestam, geeft aan onze feestvie
ring een bijzonderen glans. Wjj vieren feest,
ook omdat voor de toekomst naast God onze
hoop gevestigd blijft op de instandhouding
van Haar Huis en op het volharden bij de
tradities van Haar geslacht, op de onbaat
zuchtige en wijze leiding zooals wij die uit
Haar geschiedenis en uit die van Haar voor
vaderen hebben leeren kennen en waar-
deeren
Toespraak Prof. Jhr. Mr. B. C.
de Savornin Lohman
Als derde en laatste spreker in deze
samenkomst trad op Prof. Jhr. Mr. B. C. d e
Savornin Lohman, hoogleeraar aan
Rijksuniversiteit te Utrecht.
Deze spreker herinnerde aan den 6en
September 1898, den dag der inhuldiging
van onze Koningin, aan het uitbreken van
den wereldoorlog, een tijdperk waarin de
volkeren geschokt werden gelijk zaad ge
schud wordt in een zeef en wees voorts op
het feit, dat in die jaren de band tusschen
Oranje en Nederland nauwer dan ooit ia
aangesnoerd.
Wij eeren in onze Koningin Wilhelmina
onze verheven Souvereine en daarmede er
kennen wij, dat Zij voor ons regeert bij de
gratie Gods, aldus spr.
Dat leert ons Gods Woord zelfs van hei-
densche, goddelooze overheden. Hoe ge
makkelijk valt het echter deze belijdenis op
de lippen te nemen wanneer door Gods
genade het hoogste gezag in den Staat is
opgedragen aan een Vorstin als onze ge
liefde Koningin Wilhelmina.
Dat onze constitutie, die, mits op juiste
wijze gehanteerd, aan gezag en vrijheid
beiden de hun toekomende plaats geeft,
aan vastheid heeft gewonnen, acht spr.
vooral in dezen tijd van groote beteekenis.
Spr. wees achtereenvolgens op het meer
op den voorgrond treden van het monar
chaal element in ons staatsbestel, op de
vrijheidszin van Oranje, die geen uitvloei
sel is van humanitair geloof en op het feit,
dat onze Koningin zoner eenig voorbe
houd den eerenaam van vrome Lands
moe d e r verdient.
Het „Christ avant tout" „Christus
voor alles", dat uit Haar pen is gevloeid,
zou als motto op het schutsblad van Haar
levensboek kunnen worden geschreven.
Spr. eindigde zijn rede met de bede
„Domine, salvam fac, Reginam nostram"
en gebed voor het geheele Koninklijke
gezin.
De samenkomst werd besloten met het
zingen van het Wilhelmus.
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en U zult" 's morgéns „kiplekker"
uit bed springen.
Iederen dag moet Uw lever minstens een liter gal
In Uw Ingewanden doen stroomen. Wanneer deze
\aï %aI °nvo'doende is, verteert Uw voedsel
niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt
verstopt. Uw lichaam ls vergiftigd en U bent
humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zün slechts lapmiddelen.
U moet CARTER S LEVERPILLETJES nemen om
een liter gal vrij te doen stroomen en zult weer
geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on
overtroffen om de gal te doen stroomen.
drogisten f 0 7^ LeverPllletJe3 biJ apothekers en
WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1038
HILVERSUM I. 1875 M. VAR A-Ult*ciu1lnjf.
10.0010.-0 v.n». cn 7.308.00 n.m. VPRO.
8 U0 Gram.muziek. (Om 8.16 Berichten). 10.00
Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Ur.-
muziek. 11.00 VARA-orkest en .solist. 12.00
Zuiu en orgel. (Om 12.15 Berichten). 12.45
Esmeralda-septet. 1.151.45 Gram.muziek.
2.00 Gram.muziek. 3.00 Voor de kinderen.
5.30 Esnic-ra Ida-septet. 6.15 Gram. muziek.
6.407.00 Sportreportago. 7.05 Gram.muziek.
7.10 Causerie: ..40 jaar democratische ont-
wikkollng". 7.30 Causerie: „De Nederlandsche
1 jaar". 8.'"
solist. 9.15 Radiotooneel. 10.15
Berichten ANP. 10.20 VARA-orkest. 11.10—
12.00 Gram.muziek.
IILVRRSUM II. 301.5 en 415,5 M. NCRV-Uit-
r.eiKllng. 6.30—7.00 Oiidorwljafoiul» voor de
Scheepvaart. S.00 Schriftlezing, meditatie,
8.15 Berichten, gram.muziek. 8.25 Zang-
Aubade m.m.v. do Rotterdamsche Harmonie,
voorafgegaan door redevoeringen, 9.00 Gr.-
muzlek. (9.30—9.45 Gelukwenschen). 10.30
Morgendienst. 11.00 Gram.muziek. 11.20 Pi-
onovoordracht en gram.muziek. 12.00 Berich
ten. 12.16 Gram.muziek. 12.30 Ensemble v.
d. Horst en gram.muziek. 2.00 Carillonbespe
ling m.m.v. een Leger des HelLs-orkest. 3.00
Reportage. 4.30 Meisjeskoor. 4.45 Felicita
ties. 5.00 Voor de kinderen. 5.45 Vervolg
koorconcert en gram.muziek. 6.10 Gram.-
muziek. 6.30 Taalles en causerie over het
Binnenaanvaringsreglement. 7.00 Berichten.
7.16 Fragmenten uit de Nationale Film. 7.45
Reportage, eventueel Gram muziek. 8.09 Be
richten ANP. herhaling SOS-Berichten. 8.15
OROITWICH 1500 M. 11.20 Kamermuziek. 12.05
Orgel. 12.35 Ensemble. 1.50 Orkest 2.35
Vedel met piano. 2.50 Strijkorkest. 4.20—
6.10 Vesper. 6.46 Zang en orgel. 7.20 Septet
RADIO-PARIS 164S M. 12.35 Stafmuziek. 8.05
Zong. 4.20 Zang. 5.20 Orkest 6.29 Piano.
7.20 Zang. 8.50 Piano. 9.20 Variété.
7.20 Orkest. 8.30 Orkest. 11.05 Orkest.
BRUSSEL 322
5.20 Orkest.
Viool. 8.20 Concert. 9.20 Concert 11.00 Orkes
484 11.: 12.50 Orkest 5.20 en 6.00 Orkest
8.20 Orkest.
DEUTSCHLAXDSEXDER 1571 M. 7.35 Kinder
koor. 8.35 Kwartet. 9.36 Radiotooneel. 10.40
Maandoverzicht 11.20 Orkest 12.20 Nacht*
Nog eens: Opgepast
Men schrijft ons:
Dezer dagen las ilc in ons blad een stukje
met als opschrift: „Opgepast", waarin werd
gewaarschuwd tegen geldzending voor een
foto met lijst en glas, en nog eens geldzen
ding voor een lot; samen werd dit dan een
aardig bedrag vooreen „verrassing",
welke men zou bekQmen, wanneer men be*
hoorde tot de eerste 5000 inzendersI!
Nog altijd, helaas, zijn er mcnschen, die
op dergelijke aanbiedingen ingaan en be
drogen uitkomen.
Af en toe ziet men in sommige (kleine)!
couranten ook aanbiedingen: „Geld verkrijg"*
baar, zonder borgen, tot elk bedrag" en ik
kan mij eenigszins indenken, dat men ver*
wacht, althans hoopt, „geholpen" te worden.
„Zonder borg, tot elk bedrag"Wil men
het noo: gemakkelijker?
Ik krijg nogal eens menschen bij me om
raad. En zoo kwam eens iemand tot mij,
die ook een aanvraag verzonden hadhij
zou met f 500.geholpen zijn
En hoe liep het? Eerst een drukwerk, om
f 2.50 te willen zenden aan een Postbus*
adres; f 2.50 voor onderzoek naar betrouw
baarheid; tegelijk werd gezonden een twee
tal formulieren (zeer kleine letter), welke
men onderteekend moest terug zenden.
Na een acht dagen kwam bericht, dat het
onderzoek nog wel niet beëindigd was, doch
gunstig verliep. Tegelijk werd aangeraden
niet 5Ö0 doch 1000 gulden aan te vragen,
want dat was voor de boekhouding meer
gemakkelijk; men moest echter f5 bijvoe
gen voor te maken onkosten „wat u wel
zult begrijpen en toestemmen".
't Bleef verder stil...... men had immers
de formulieren terug en de twee rijksdaal-
dérs!
Bij navraag kwam eindelijk bericht (weer
een drukwerkje), meldende, dat het onder
zoek had opgeleverd, de aanvragen van 500
en 1000niet toe te staan!
Desgevraagd kwam later één der genoem
de formulieren terug, waarop een handwijzer
verwees naar Artikel zooveel, vermeldende
dat „aanvrager accoord ging. wanneer even
tueel het onderzoek naar zijn persoon enz.-
niet gunstig mocht blijken".
Resultaat dus: porto's uitgegeven; drie
rijksdaalders kwijt en geen aangeboden
geld bekomen.
Ik heb voor den vrager nog pogingen
aangewend, iets van het bedrag terug te
ontvangen, al was het maar een rijksdaai-
Gertrui begreep, die treuzelarij niet.
»,Neje, gevroagd heet ie niks. mer nun goeie verstaonder
'.fceet mer 'n half woord nooidig".
Gertrui schokte met haar schouders,
I In den loop van de volgende weken kwam ze op 'n avond
^>ïj Stijn binnen.
„Heurde niks mieer van deejen ïnsjeur?" vroeg Stijn.
„Neje'n kaort, aanders nie."
„Det is jammer vur Liene, ik docht zoo, det 't wel wet ge
worden zou zijn."
„Lien mee d'r
„Mee d'rwet bedoelde?"
i *Och, ze dinkt det ie net zoo zou motte zijn es zij, es wij
hier op den Elzenberm, z'n soort domenie, za'k mer zegge.
Det heit ze nog van vroeger."
„Wet vroeger, wet is d'r dan mee d'r gebeurd?"
j „Witte gij daor dan niks van?" deed Gertrui verwonderd,
Vwitte dan nie, det ze bekaant getrouwd is gewiest?"
„Lien getrouwd?"
Stijn ging verzitten om 't meisje beter aan te zien;
nWet zegde nou?"
Maar ze was te bescheiden om Gertrui uit te vragen.
„Jao, hedde dan nooit geheurd van dieje mieester uit
Dèmerum, die aan de tèring gesturreve is?"
„Neje mer wij zitte hier ook mer aon 't èènd van
de wèreld. Zou ze mee dieje gaon trouwe?"
,,'t Heet wel aanderhalf jaar geduurd mee um En
nou lat ze den deuze gaon omdet ie aanders was dan Drij
vers, 'n bietje wèreldscher, mer wet gift det nou?"
Stijn was stil. Ze wilde zich niet moeien in deze zaak, die
haar niet aanging, maar een groot medelijden voor de levens
lustige Lien kwam in haar hart. Deed ze zoo vroolijk enkel
voor haar omgeving en was ze anders?
Toen Gijs 't hoorde, 'n Zondagmiddag, dat ze samen den
landweg naar den Beemsdijk opwandelden, zei hij:
„Det ha'k nooit gedacht."
Boven op den hoogen dijk zaten ze naast elkaar. Stijn had
haar rok opgeslagen en Gijs zat op z'n zakdoek, 't Gras gaf
nog nat op en ze waren zuinig. Voor hen lag de polder, een
groote vlakte in stille schoonheid.
Ze zeiden eerst niets, moe van den klim, maar hun oogen
gingen over 't land. waar ze nu al zoo'n groot deel van hun
leven hadden doorgebracht. De Elzenberm lag in zijn hoo
rnen gezonken als een fort. 't Groen overheerschte, enkel
was er de blinkende scheur van een sloot en de witte streep
van den weg. Hun gedachten dreven over de geliefde streek
en er was een groote, beklemmende dankbaarheid in beider
hart.
„Wet ge mijn daor zint over Liene, det is Iets moois, war."
Stijn knikte, haar hart was vol. Dat Gijs zoo sprak was
haar een groot geluk, waarbij al de ellende van vroeger weg
zonk.
H't Is dus nog niks tusschen die twee en 't zei wel nooit
wet worde ook, dan.
Geleufde nou wel, det ik er eigelijk deur van streek zij.
*n Meske es zij en nun vent es dieje Vermeer kaande
schooinder paor dinke!"
„Mer", zei Stijn zacht, „hij geleuft niks, zin Gertrui."
„Det is 't um net, det ze er det vur over heet."
En na een langen tijd van stilzwijgen zei hij:
„Toen 't mijn tegenliep begon ik alles los te laote en ik
heb 't volgehaauwe, toen ik al lang wieer bij Linderte werkte.
Ik was veul te hard geslaoge nar m'n mèning en ik kon d'r
nie overhene, det gij en de keinder 't zoo slecht hadden gehad
al diejen tijd. En van den domenie en alles.
Mer nou weet ik, allang hur, mer vandaog weeïr is 'n
bietje béter nog. det 't 'n grooit kwaod was. Kek is Stijn.
Kees den Vust zin toen van det geluk, witte nog wel
Det hè 'k ook gevonde net es gij, war."
Stijn schreide zacht.
„Ik mot er nie mieer aon d'nke", ging Gjjs verder, „det ik
zoo kon zijn, dan wor ik er benaauwd van, mer ik geleuf det
't me vergeven is om
Christus."
Stijn begreep hoe sterk 't geloof in zijn hart moest wezen,
om zelfs nu hier op deze ongewone plaats, oog in oog met
haar dien naam uit te spreken. Ze duidden hem immers altijd
slechts aan, de menschen in den polder. Die hem uitsprak
was domenie, of ja, of er werd van hem vermoed,
dat hij huichelde.
Onder 't terug wandelen spraken ze over de kansen van
de benoeming en ze bouwden op Vermeers belofte.
Den eersten keer dat deze weer op den Elzenberm kwam, op
z'n nieuwe motorfiets, die nog harder knalde dan de eerste,
doch ook harder liep, was Gijs op de wei achter den Elzen
berm bezig. Hij zag hoe Hein de Grauw uit z'n schuur
kwam en den ander na keek. Uit .de koekoek keek Betje om-,
laag op hem neer. De laatste prees dezen dag en Hein be
greep, dat de stille strijd, zonder woorden, zonder booze blik,,
ja zelfs zonder haat van zijn kant, weer beginnen zou.
Dien zomer, toen Dirk Driewegen thuis was uit Utrecht,
zwierf hij vaak door den polder. Met den polsstok gewa-
pend ging hij de weiden door. Niet alleen door zijn studie,
meer nog door zijn boerenaard werd hij naar 't vee ge
trokken. vooral naar paarden ging zijn hart uit.
Op den klepper, los in 't zaal, was hij een gewone ver
schijning op de boerderijen langs den Achterdijk en in de
buurt van Dengeren.
Zoo kwam hij eens Vermeer tegen op z'n knallende
motorfiets. Het lukte hem nauwelijks om den Witvoet in be
dwang te houden, toen 't monsterding naderde. De paarden
waren er nog niet aan gewend.
Vermeer reed lachende voorbij, zoover mogelijk aan den
kant van den weg. Een joviale zwaai was de groet, maar
Dirk was nijdig. Zou dat die ingenieur soms zijn, die had
immers ook zoo'n ding? Hij wist èn door Lien én door Ger
trui genoeg van hem, maar Linderts verhaal was anders.
Een aardige kerel, knap in zijn werk, goed van inborst
maariemand, die door zijn opvattingen niet paste
in het kader van den Elzenberm.
En zoo beschouwde Dirk hem als een indringer, die uit
sluitend kwam om Lien.
Na de eerste kennismaking op denzelfden avond van de
ontmoeting op den smallen polderweg was de ongunstige in-<
druk van Dirk niet gewijzigd,
[(Wordt vervolgd)}