IK ZAL HANDHAVEN HERDENKINGSNUMMER van de Vijf Samenwerkende Christelijke Dagbladen blz. 13 Een foto uit 1918. Geestdriftige huldiging van H.M. de Koningin door militairen en burgerij op het Malieveld, 't Was bij déze gelegenheid, dat de paarden Werden uitgespdttherf, waarna militairen het koninklijk rijtuig door de straten van Den Haag trokken. stellen van de toestanden, waaronder de gemo- biliseerden hun moeilijke baak hadden te ver- Op haar initiatief werd het Kon. Nationaal Steun-Comité opgericht, waaraan zij een gift van 120.000 schonk. Zij zond auto's met kleeding, dekens en levensmiddelen naar de grens om in den nood der Belgische vluchtelingen te voor zien. Ministers, burgemeesters en hooggeplaatste amb'enaren hebben later meerma'ien op even bescheiden als warme wijze getuigd van het groote voorbeeld, dat de Koningin in die bange dagen gaf. En steeds weer kwam uit, dat deze Vorstinne tevens Christinne was. Wie denkt niet met ont- reeks van jaren heeft ten toon gespreid. Mogen wij één geloofwaardig getuigenis hier citeeren? Onze minister-president Dr H. Colijn zeide eens in een redevoering: „Wie haar heeflt kunnen waarnemen in haar arbeid en zorg voor het Ne- derlandsche volk, wordt diep ontroerd over zoo veel trouw en toewijding. Haar gansche leven is de bezegeling geweest van de woorden, bij de kroning door haar gebezigd: „Nooit kan Oranje genoeg- doerr voor Nederland". Oranje en Nederland één Oranje en Nederland één onder da-1 devies kan de 40-jarige regeering van Koningin Wil- helmina worden saamgevat. Twee foto's, die herinneren aan droeve dagen uit 't teven van onze Vorstin. Links: aankomst van H.M. de Koningin bij de Nieuwe Kerk te Delft op den begrafenisdag van Koningin Emma. Rechts: de lijkwagen, die het stoffelijk overschot van Prins Hendrik naar zijn laatste rustplaats bracht. roering terug aan haar Kerstgroet van 1914, toen zij haar zwaar getroffen volk voorhield: „Het Kindeke Jezus heeft te allen tijde veel ver trouwen gevraagd. Het vraagt dit nog steeds. Aan ons de fiere moed. Het dit te schenken". Zouden wij ooit vergeten het fiere getuigenis, in 1912 door haar afgelegd voor het standbeeld van admiraal Gaspard de Coligny te Parijs. „Aan den voet van dit monument vereenigd, heffen wij onze harten op tot God, en zoeken vóór alle dingen de verheerlijking van Zijn Naam. Het is mijn levendige wensch, dat een ieder, die Christus als zijn Zaligmaker kent, in dat geloof moge worden gesterkt, en dat wij allen steeds meer waarachtige getuigen des Heeren mogen zijn." Inderdaad de woorden: „Christ avant tout", die zij eens onder haar portret schreef, toonen ons de bezielende stuwkracht gedurende de veer tig jaren, dat zij den schep ter voerde over de la go landen aan de zee. Trouw en toewijding Over nog vele dingen zouden wij kunnen en willen schrijven. Want ongemeen rijk zijn de veertig jaren, die thans achter ons liggen, aan groote gebeurtenis sen. We denken aan de invoering van het alge meen stemrecht, aan de gelijkstelling van open- baar- en bijzonder onderwijs, aan Talma's wetten, aan de Legerwet van 1913, aan de geweldige werken, die in deze periode werden uitgevoerd. In verschillende artikelen in dit herdenkings nummer wordt aan een en ander aandacht be- Maar ook ongemeen rijk is de trouw en toe wijding, die Koningin Wilhelmina in die lange Eén in droeve en blijde dagen. Dat bleek in 1918, toen de leider van zekere politieke partij meende, dat het oogenblik ge komen was aan de regeerende Vorstin een scheidbrief te geven. Op het Malieveld had een indrukwekkende huldiging plaats door de Haag- sche burgèrij. En eenige diagen later verscheen de Vorstin in een, samenkomst, belegd door de Chr. sociale organisaties. Diep ontroerd sprak zij toen: „Wij zijn veilig geweest in Gods hand". Ja, één in droeve dagen. Heel ons volk treurde mee, toen in 1934 onze Koningin eerst haar MoedeT en kort daarna haar Gemaal zich door den dood zag ontvallen. Maar ook één in b'djde dagen. Wie denkt niet aan de zonnige Septemberdagen van 1936, toen Prinses Juliana zich verloofde met Prins Bern- hard? Aan 7 Januari 1937, toen het vorstelijk huwelijk werd voltrokken? En vooral ook aan 31 Januari 1938, toen Prinses Beatrix het levens licht aanschouwde? Oranje en Nederland één! En blijve God do Eerste in dit verbond. Zoo gaan we dit jaar Koninginnedag en Kro ningsdag tegemoet. En mogen de woorden, waarmede wijlen Dr J. Th. de Visser zijn schoone rede ibij de herden king van het 25-jarig regeeringsjubileum van onze Vorstin besloot, weerklank vinden in heel ons volflc bij de viering van het groötsche feest, dat 's Heereri genade over Nederland doet aan breken: Oranje boven! blijv* de kreet, In <nood en dood, in lief en leed. Geen andre ga daarboven Dan waar wij God mee loven! I Kuyper de strijd tusschen de politieke partijen ivoor cns land ongemeen fel was, wat bijzonder tot uiting kwam tijdens de Spoorwegstaking en de debatten over de landsverdediging, Drankwet en Hooger Onderwijswet. Een zeer verblijdende gebeur nis was, dat in dezen tijd aan den oorlog in Atjeh een einde kwam. j Slech's éénmaal kwam ons land in conf'ict met een buiten'andsche mogendheid. Dat was in 1908. toen onder 't bestuur van Cipriano Castro, president van de republiek Venezuela, maat regelen werden genomen, die voor handel en scheepvaart van Curasao zeer nadeelig waren. Onze regeering trad echter zeer kraohtig op en Castro werd door zijn eigen onderdanen uit 't land gezet. Do groote vreugde Het jaar 1909 bracht voor Vorstenhuis en Vader land groote vreugde. Op 30 April werd het I huwelijk Van de Koningin met Prins Hendrik gezegend met de geboorte van een Prinses» die de historische namen ontving van Juliana Louise j Emma Maria Wilhelmina. Nog dit jaar hebben we vo'op ge'egenheid gehad aan deze blijde gebeurtenis te herinneren. Wij volstaan daarom hier met er op wijzen, dat de geboorte van Prinses Juliana vooral met 't oog op de troon- I opvolging een feilt van de grootste beteekenis i werd. Naar het verheven voorbeeld van Koningin j Emma is onze Vorstin voor haar dochter eep Moeder, die wij ons volk ook daarom niet genoeg dankbaar kunnen zijn. j Met groote opgewektheid vierde ons volk *in 191$ zijn honderdjarige onafhankelijkheid. In een proclamatie zeide de Koningin o.m.: „Het is mijn I innige wensch, dat onder Gods zegen vrede, vrij- i heid en voorspoed mogen bewaard blijven. De eendracht van alle Nederlanders zonder onder scheid van rang of ataat of van godsdienstige gezindheid zij ook in de toekomst de hechte I grondslag der nationale onafhankelijkheid. Met het Nederlandsche Volk hoop ik samen te werken tot ge'uk van het Vaderland." In datzelfde jaar werd in die residentie heft Vredespaleis geopend. Juist een jaar later zou de vreeselijke Wereldoorlog losbarsten stén steen gelegd van het machtige Raadhuis, dat aan den Coolsingel verrees. Op 1 Juni 1927 spraken Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana voor den Philipszender te Eindhoven tot Oost- en West-Indië, en een jaar later werd het nieuwe gebouw van de Jaarbeurs te Utrecht door Hare Majesteit persoonlijk ge opend. We doen maar een greep, want 't is onmo gelijk om ook maar eenigszins volledig te zijn in 't schetsen van de plaats, die deze Oranje- vors'in gedurende veertig ^jaar in 't openbare leven innam. En als ons land door rampen getroffen werd, ■was Koningin Wilhelmina steeds een der eersten, die van haar warm meeleven blijk gaf. Wij her inneren alleen maar aan den watersnood van 1916; aan haar bezoek van Januari 1920 aan Over ijssel, dat door overstroioming geteisterd werd; in 1926 begaf zij zich naar Ammerzoden en Rosr sem, welke p'aatsen door gelijke ramp getroffen werden. Ook Leiden zag de Koningin verschij nen, toen in Februari 1929 zijn hia'orische Stad huis door 't vuur was verwoest. En hoe vaak heeft zij niet van haar innige deelneming bewijs gegeven als de visschersbevolking van Scheve- ningen of Katwijk treurde over echtgen-ooten of zoons, die op zee geb'even waren. In 1922 werd door de Koningin te Scheveningen het monument onthuld ter nagedachtenis van de in 19141919 omgekomen visschers. Ja, dan was Koningin Wi'lhe'imina een echte Landsmoeder, die door woord en daad toonde met de berooiden en betreurden oprecht mee te leven. Ook 's lands weermacht mocht zich steeds in haar warme belangstelling verheugen. Bij talrijke legermanoeuvres en vlootoefeningen was zij tegenwoor'dig. Toen 't oorlog was En moeten we hier nog uitvoerig herinneren aan het verheven voorbeeld, dat onze Vorstin gaf in de mobilisatiejaren, toen heel ons wereld deel in oorlogsbrand stond? Persoonlijk wenschte zij zich op de hoogte te Het meeleven met haar volk Voor alles wat den b^oei en de welvaart van ons volk betrof heeft Koningin Wilhelmina steeds die grootste belangstelling gehad. Op 28 Mei 1903 opende zij de nieuwe Beurs te Amsterdam, bij we'ike ge'.egenheid zij herinnerde aan den onverschrokken moed van Jan Pietersz In 1904 was zij in Den Helder tegenwoordig bij de viering van het 50-jarig bestaan van het Kon. Instituut voor de Marine; in 1906 te Leeuwarden bij de onthulling van een standbeeld voor Graaf Willem Lodewijk van Nassau. Ook begaf ze zich meermalen naar Rotterdam om bijzondere plechtigheden door haar tegenwoordig heid luister bij te zetten; o.m. heeft zij den eer De plechtige huwelijks inzegening van H.M. Ko ningin Wil helmina en Z. K. H. Prins Hendrik in de Groote Kerk te Den Haag, op 7 Februari 1901. In aansluiting op bovenstaande levensschets geven we hier nog eenige momentopnamen uit ons foto-archiefBovenste rij: Links: de Ko ningin op bezoek in Limburg, tijdens den wa tersnood van 1926. Midden: rijtoer van de Ko ninklijke familie. Rechts: het Koninklijk bezoek aan Rotterdam, 3 October 1936. Onderste rij. Links: de Koningin, het prinselijk paar en de moeder en broeder van Prins Bernhard danken voor de hartelijke ontvangst door de Haagsche bevolking, 9 Sept. 1936. Midden: de huwelijksinzegening van Prinses Juliana en Prins Bernhard. 7 Januari 1937. Rechts: H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Bernhard bij het défilé der padvinders

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 25