DE ELZENBER
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
Mr Dr A. GOOTE f
DINSDAG 9 AUGUSTUS 1938
EERSTE BLAD PAG. a
Wat is er gaande
in Wurtemburg?
„Zet de zwarten tegen den muur!"
(van onzen Duitschen correspondent)
Het voormalige koninkrijk Wurtemberg,
dat zijn ontstaan 1S03 aan de gratie \an
Napoleon te danken had, was steeds een
overwegend protestantsch gebied. Zijn
laatste koning heette al net als de Keizer
Wilhelm II en genoot hoog aanzien bij de
bevolking door zijn voorbeoldigen eenvoud.
Toen de Novemberrevolutie van 1918 ln
zette, kon hij op een regeeringstijd van 27
jaar terugblikken en in tegenstelling tot do
meeste andere Duitsche vorsten, die plot
seling verdwenen waren, nam hij in een
uitvoerig schrijven afscheid van zijn volk
om dan tot aan het einde van zijn leven
temidden van dit volk ongestoord te blij-
.ven wonen.
Sedertdien is ook dit natuurrijke land al
net als alle andere vroeger min of meer
zelfstandige staten gelijkgeschakeld. In den
overal woedenden strijd tusschen staat en
kerk hebben juist hier de Duitsche Chris
tenen een belangrijke rol gespeeld. Zij wa
ren radicaler dan hun meeste geestverwan
ten in de andere staten en de strijd nam
zulk een fel karakter aan, dat do Duitsche
Christenen in het overige Derde Rijk met
'die in Wurtemberg niets meer uitstaande
wenschten te hebben.
Men moet van deze strijdvaardigheid
weten, om de beteekenis te kunnen be
grijpen van den hardnekkigen strijd,
die thans in het Wurtembergsche stad
je Rottenburg gevoerd wordt tusschen
den katholieken bisschop Sproll en de
NSDAP, een conflict, dat typeerend
kan worden voor de tegenwoordige ver
houding tusschen staat en kerk. En
het zonderlingste hierbij is, dat men in
de Duitsche pers over dezen internen
strijd geen woord te lezen krijgtl
De eigenlijke casus belli moet gezocht
worden in het feit, dat deze bisschop zijn
«tem onthouden heeft aan de „Volksbefrn
fcung" over de aansluiting van Oostenrijk
bij Duitschland. Hoewel hij hiertoe officieel
het recht had, vond de partijleiding in
Wurtemberg dat een schandaal, een provo
catie en zij begon een actie tegen Zijno
Eminentie. Bisschop Sproll verklaarde toen
dat hij met zijn stemonthouding geenszins
zijn afkeer van deze aaneensluiting te
kennen heeft willen geven, maar hij bleef
passief: „omdat ik anders met mijn naam
ook mijn vertrouwen geschonken zou heb
ben aan mannen, wier principieel vijandi
ge houding tegen de katholieke kerk en
tegen het christendom in het algemeen
,van jaar tot jaar steeds duidelijker tot
uiting komt".
Om de kalmeering van de gemoederen to
Bevorderen, verliet bisschop Sproll het
stud je Rottenburg met vacantie, maar toen
hij 15 Juli terugkwam, vond reeds den vol
genden dag een volksdemonstratie tegen
hem plaats, welke op 18 en 23 Juli in groo
teren omvang herhaald werd. Deze betoo
gingen waren zoo vijandig, dat het bis
schoppelijk ordinariaat zich verplicht voel
de, om den rijksminister voor kerkelijke
aangelegenheden, Kerrl, daarvan een uit
voerig verslag te zenden in de hoop, dat
deze aan dezen onverkwikkelijken strijd
zoo spoedig mogelijk een eind zal maken.
Aan dit rapport, dat boekdeelen spreekt
over de wanverhouding tusschen «kerk en
staat in het huidige Duitschland, ontleenen
wij het volgende: „In den namiddag van
23 Juli liepen te Rottenbuig meldingen
binnen waaruit viel af te leiden, dat leden
van verschillende nationaal-socialistische
organisaties waren opgeroepen, om
's avonds een tocht te maken naar een niet
aangegeven doel. Toen aan de strekking
van deze betooging niet meer getwijfeld
kon worden, wendde het bisschoppelijk or
dinariaat zich tot den landraad van Rot
tenburg, tot de geheime staatspolitie te
Stuttgart en tot de justitie te Tübingen met
het verzoek, maatregelen te nemen voor de
veiligheid van den persoon en de woning
van den bisschop,
Inmiddels was aartsbisschop Grö-
ger uit Freiburg naar Rottenburg ge
komen en deze herhaalde de aanvrage
om eventueele hulp. Inmiddels waren
3000 demonstranten in vier groepen de
stad binnengekomen, om voor het pa
leis van den bisschop te zingen: „Zet
de zwarten tegen den muur!" Om 9
ttur begon de eigenlijke demonstratie,
met een fluitconcert en het geroep van
„volksverraders!" en „Zwarte Zigeu
ners!" en „Weg met die ploerten!"
Hoewel men bijtijds alle voorzorgs
maatregelen had genomen, om het naar
binnen dringen der demonstranten te
verhinderen, wisten deze jaloezieën en
De Spaansche burgeroorlog
BRITSCHE BOMBARDEMENT-
COMMISSIE NAAR TOULOUSE
Geen Fransche steun
aan Barcelona
De Britsche commissie van onder
zoek inzake het bombardeeren van
open steden in Spanje zal bestaan uit
een gepensionneerden kapitein van de
luchtmacht, Smyth Pigott en ma
joor L e j e un e van de artillerie.
De beide commissieleden zullen 13
dezer te Toulouse aankomen, waar het
hoofdkwartier van de commissie ge
vestigd zal zijn.
De commissie zal zich slechts naar
Spanje begeven, wanneer daartoe door
een van beide partijen een verzoek
wordt gedaan, doch zij zal zelf geener
lei initiatief nemen.
Wanneer een van beide Spaansche
partijen haar vraagt, een onderzoek in
te stellen naar de omstandigheden van
een bombardement, zal zij zich onmid
dellijk naar de plaats van het gebeur
de begeven en haar rapport opzenden
naar het Foreign Office, dat het ter
stond zal publiceeren,
Enkele buitenlandsche bladen hebben
onlangs medegedeeld, dat twee wagens
met 4S Oerlikon-luchtdoelmitrailleurs en
munitie van Zwitserland naar Barcelona
zouden zijn vervoerd over Fransch
gebied met toestemming van de Fran
sche regeering. Te Barcelona zouden deze
mitrailleurs zijn ingedeeld bij de luchtbe
scherming van de stad. Dezelfde bladen
berichten, dat 360 mitrailleurs van 8 milli
meter en zestig kanonnen van 35 millime
ter door de fabriek Hotchkiss aan Barce
lona zouden zijn geleverd en 28 Juli over
zee zouden zijn vervoerd. Bovendien zou de
Fransche intendance, volgens dezelfde bla-
aan de regeering *an Barcelona 550.000
centenaar graan hebben afgestaan, welke
in Augustus geleverd zouden moeten wor
den.
Tenslotte zou de vice-minister-president
van Frankrijk met den Spaanschen ambas
sadeur te Parijs overeengekomen zijn, acht
duizend vrijwilligers naar Spanje te laten
vertrekken.
Het Fransche ministerie van buitenland
sche zaken spreekt deze geruchten met
klem tegen. Hotchkiss heeft geen oorlogs
materiaal verkocht aan de Spaansche re
geering, terwijl geen wapens tegen aanval
len uit de lucht over Fransch gebied zijn
vervoerd.
Het gerucht, dat de Fransche vice-minis
ter-president, of een ander lid van de re
geering, met den Spaanschen ambassadeur
te Parijs overeengekomen zou zijn, vrijwil
ligers te laten passeeren, is reeds op 5
Augustus J.l. tegengesproken.
Ook is onjuist, dat de Fransche inten
dance van haar graanvoorraad aan Barce
lona zou hebben verkocht. Hieraan wordt
toegevoegd, dat het verkoopen van levens
middelen op zichzelf niet in strijd is met
de bepalingen van de niet-inmenging.
GEESTELIJKEN OVERGEPLAATST
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit
raag dat 19 jonge roomsch-katholieken
geestelijken uit Noord-Bohemen zijn over
geplaatst. Deze overplaatsing is volgens
het D.N.B. te beschouwen als een straf
maatregel in verband met deelneming aan
het 1 Mei-feest van de Sudetenduitsche
partij of in verband staande met activiteit
in deze organisatie*
deuren stuk te ranselen en met 70 man
het paleis van den bisschop binnen te
dringen,
In de kelders werden levensmiddelen
gestolen, in de studeerkamer werden docu
menten stukgescheurd en op straat gewor
pen en in een logeerkamer werd zelfs een
bed in brand gestoken! De huisknecht
merkte zulks, trok de gordijnen naai
neden en wierp daarmede de brandende
matrassen en lakens het raam dit.
Terzelfder tijd lagen de aartsbisschop, de
bisschop en eenige domheeren geknield in
de huiskapel. Niettemin drongen de de
monstranten naar binnen, vielen den aarts
bisschop lastig, trokken aan zijn ambto
lijk priestergewaad en schreeuwden „Volks
verraders!" Ongeveer een kwartier lang
bleven deze knapen in de kapel; zij gingen
pas weg toen de Gemeime Staatspolitie
verscheen!
Het rapport eindigt met de vraag
minister Kerrl, „hoe in een cultuurstaat
zulk een schending van het huisrecht mo
gelijk is, welke ongetwijfeld Duitschland's
aanzien in de overige wereld zal schaden".
De Russisch-Japansche spanning
THANS EEN GEREGELDE
STELLINGOORLOG
Japan gelooft niet, dat Rusland
een breuk wil
De speciale correspondent "an Reuter aan
de grens tusschen Sovjet-Rusland en Mand-
sjoekwo meldt, dat de strijd tusschen de
Japansdie en de Russische troepen op de
heuvels langs deze grens verre den omvang
van een grensincident te buiten is gegaan.
Er wordt een geregelde stellingoorlju ge
voerd langs een front, dat vier mijlen lang
is. De inzet van den strijd wordt gevormd
door do beide strategische heuvels Tsjang
Koe-Feng en Sja-Tsau-Ping.
Men gelooft echter, aldus meldt de corres
pondent verder, dat de Russen thans een
geheele diiivisie, bestaande uit ongeveer
12.000 man, met 200 tanks en op zijn minst
200 vliegtuigen hebben geconcentreerd inde
onmiddellijke naJbijheid. Slechts enkele hon
derden meters terrein liggen tusschen de
tegenover elkander staande strijdkrachten
en deze strook ligt nu beizaaid met lijken,
geweren, mitrailleurs en een paar Verlaten
tanks. Van tijd tot tijd ziet men, hoe een
gewond soldaat zich naar do linies van zijn
troepen sleept.
De Japansche verliezen
Het Japansche ministerie van oorlog pu
bliceert ccn communiqué betreffende de Ta
panache verliezen sedert het uitbreken van
het conflict vaal Tsjang-Koe-Feng. Tot 6
Augustus bedroegen volgens deze mededee-
ling de Japansche verliezen 70 dooden en
180 gewonden. Van 6 tot 8 Augustus bedroeg
het aantal dooden en gewonden in het ge
heel 200, zoodat in totaal 450 man voorden
strijd verloren gingen.
Volgens hetzelfde communiqué bedroegen
de Russische verliezen 1500 man. Voorts ver
nielden de Japansche troepen 100 tanks en
kleinere vechtwagens, terwijl zes Russische
liegtuigen omlaag gehaald werden.
Slechts een afleidlngs-manoeuvre?
In Japansche welingelichte kringen var-
klaart men, da*. de zaak van Tsjang-Koe-
Feng slechts een afleidi-ngskavestie is, die
geen invloed zal uitoefenen op de Ghinee-
sche campagne. Japan, zoo zegt men, zal
niet gedwongen zijn troepen uit China naar
Mandsjoerije te transporteeren. Eenige een
heden der Mandsjoerijsch-Koreaansche le
gers hebben ziah trouwens weer bij haar
corpsen kunnen voegen na de taken ten uit
voer te hebben gelcpd, die haar gesteld wa
ren, o.m. in de provincie Sjansi.
De Koreaansche Kwantoengtroepen, aldus
doet men eveneens In Tientsin opmerken,
zijn sterk genoeg om het hoofd te bieden
aan iedere gebeurlijkheid en Japan beschikt
nog over vijf millioen ma-nechappen ln re
serve, hetgeen ruim voldoende is. De zaak
van Tsjang-Koe-Feng vormt naar de alge
meen heerschende meening een betooging
van de Sovjets jegens China. Deze poging
beantwoordt overigens niet aan het doel,
aangezien de inneming v^n Hankau er niet
door zal worden vertraagd. Tenslotte gelooft
men, ondanks den ernst der gevechten aan
de grens, niet, dat Moskou een oorlog wil,
terwijl men er den nadruk op legt, dat eon
regeling langs diplomatieken weg mogelijk
blijft, erkent men echter, dat wanneer do
Japansche luchtstrijdkrachten op aen goeden
dag tusschenbeiden zouden komen, de toe
stand aanzienlijk ernstiger zal worden.
Twee geweldige branden
op de Philippijnen
12000 personen dakloos
Twee geweldige branden hebben
in ver uiteengelegen streken der Philip
pijnen. Duizenden personen zijn tengevolge
dezer beide branden dakloos geworden.
De schade wordt geraamd op millioenen
dollars.
De eene brand verwoestte omstreeks een
derde deel van San Pueblo in de provincie
Laguna.
De tweede brand ontstond ln het arme
gedeelte van Manilla, waar tweeduizend
woningen in de asch werden gelegd en
12.000 personen dakloos werden.
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en U ruit 'g morgéns „kiplekker"
uit bed springen.
_*S£?r?_n_<3ag "J06* ,ever minstens een liter gal
stopt. Uww
humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen z»jn slechts lapmiddelen.
U moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om
een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer
geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on
overtroffen om de 1 J-■
El acht Carter's I
drogisten, f. U.75,
Instantine
Toch op tijd...
ook al begint de dag met
hoofdpijn en lusteloosheid.
Neem dan direct
Instantine
stilt en voorkomt pijnen!
Doosjes a 12 tabletten 70 ct„ zakjes a 2 tabletten 15 ct.
De Japonsch'Chineesche oorlog De toestand in Tsjechoslowakije
Japansche bommen
op Kanton
Men telt 71 dooden
Bloedige slag aan de
J angtse-rivier
Negen Japansche vliegtuigen hebben gis
teren de Zuid-Ohineesohe stad Kanton ge
bombardeerd. De projectielen vielen in de
nabijheid van de regeeringsgehouwen en
van de electriscihe centrale.
Ook de Fransche kathedraal werd bescha
digd. Tusschen de puiahoopen lagen de
dooden en gewonden verspreid. Onder de
slachtoffers in de omgeving der kerk bevon
den zich talrijke vrouwen en kinderen.
Een vrouw, die in de kerk geknield lag te
bidden, werd gedood. De bisschop, die in
zijn werkkamer zat te schrijven, toen het
bombardement begon, werd niet getroffen
Na het bombardement verklaarde mgr.
Fourquette, die reeds 43 jaar in Kanton
woont, tegenover een correspondent van
Reuter: „Ik vraag mij af, waarom men dat
gedaan heeft Er zijn in deze wijk geen ka
nonnen. geen bewapening of soldaten. Ik zal
weigeren deze wijk te ontruimen. De kathe
draal zal eetn toevlucht blijvon voor vluch
telingen."
Volgens Reuter heeft men in totaal 71
dooden geteld.
Chineezen rukken op
De Chineesche strijdkrachten op den Noor
delijken oever van de Jangtse hebben over
het geheel front van Tsjieng Sjan tot Hwang
Mei een algemeen offensief ingezet Zij ruk
ken parallel op in drie kolonnes, op een
front van vijftig mijl breedte.
Volgens den Chineeschen militairen woord
voerder verloren de Japanners tweeduizend
man aan dooden en gewonden in één enke
len sector tijdens den nieuwen opmansch,
terwijl een van de regimentscommandanten
der Japanners gedood werd.
Aan het front ten Zuiden van de rivier
wordt een verwoede slag geleverd, waarbij
de stellingen vier of vijf maal in andere
handen zijn overgegaan. De Ghineesche be
richten stellen de Japansche verliezen op
twee tot drieduizend.
De laatste berichten van het front melden,
dat de Japanners hun offensief hebben her
vat en Ta-Tien-Sjan veroverd hebben, een
heuvel ten Zuid-Westen van Kioeng-Kiang.
Shanghai verwacht aanslagen
Er zijn allerlei maatregelen getroffen voor
de handhaving van de orde in de internatio
nale nederzetting te Shanghai, in verband
met hardnekkige geruchten, volgens welke
Ghineesche guerrillabenden de stad zouden
willen aanvallen. Plannen zouden bestaan
voor terroristische betoogingen en voor aan
slagen op de leden der nieuwe regeering
en Japansche inwoners. Al die plannen zou
den ten uitvoer gelegd worden op 13 Au
gustus. omdat het dan een jaar geleden zal
zijn, dat het incident te Shanghai tot strijd
aanleiding gaf.
In het geheel zijn 15.000 man troepen van
de verschillende nationaliteiten gemobili
seerd, gepantserde wagens worden gereed
gehouden.
De „Prager Mittag" heeft een ln het En-
gelsch gestelde open brief aan Runci-
man gepubliceerd, waarin wordt gezegd,
dat het vraagstuk dor Sudeten-Duitschers
geen binnenlandsch Tsjechisch vraagstuk
is. Zonder het Duitsche rijk, dat er gebruik
van maakt als voorwendsel, zou er nooit
sprake van zijn geweest. Het vraagstuk
kan niet worden opgelost door een propor-
tioneele vertegenwoordiging van Duitschers
in het ambtenaarscorps. Men moet niet in
Tsjecho-Slowakije ingrijpen, om den vrede
te redden, doch men moet stappen doen bij
de Duitsche regeering.
De Palestijnsche terreur
Volgens niet-officieele berekeningen zijn,
aldus een bericht in de „Palestine Post",
in de eerste week van Augustus 38 perso
nen gedood en 70 gewond. Tot de slacht
offers behooren vier Britten, die gedood
zijn en vijf die gewond werden.
Na een kalm weekeinde is de terreur op
nieuw begonnen.
In Toelkarem heeft een bende rebellen
het bureau van het kadaster overvallen en
zich meester gemaakt van de documenten
en dossiers.
In Tiberias is een bom ontploft op
Arabische markt. Een Arabier werd ge
dood, negen Arabieren werden gewond.
In Jerusalem is een Jood ernstig door
schoten gewond door twee gemaskerde
mannen.
Op de grens tusschen Jaffa en Tel Aviv
is een Joodsch meisje door een bom gewon"*
In een rede voor de radio heeft de Brit
sche hooge commissaris op allen een be
roep gedaan tot herstel van de rust. Ge
weld zal niemands zaak goed doen en
slechts bewijzen dat de bevolking zelf niet
tot regeeren in staat is.
Nog eenige maanden moeten voorbijgaan
voor de politiek, welke moet worden ge
volgd, definitief kan worden bepaald. De
hooge commissaris deed een beroep op het
geduld van «11e groepen der bevolking.
AMERIKAANSCHE KINDERDIEF
IN EUROPA?
De „Prager Mittag" meldt, dat de Ween-
sche politie-directie aan dc politie te Praag
de aanwezigheid in midden-Europa gesig
naleerd heeft van den Amerikaanschen
kidnapper Patrick O'Brien, die reeds se
dert 2 jaren door de Amerikaansche politie
wordt gezocht, verdacht van medeplichtig
heid aan de ontvoering en den moord op
het kind van Lindbergh.
Hij is uit Weenen vertrokken met den
Orient-express en moet zich thans ophou
den in Zuid-Slavië, Hongarije of Tsjecho-
Slowakije.
OVERVAL IN HET BOHEMERWOUD
De Dresdner Neueste Nachrichten meldt,
dat Zondagnacht veertien sociaal-democra
ten in het Bohemerwoud een overval ge
pleegd hebben op drie leden der Sudeten-
Duitsche partij, Een der aangevallenen, al
dus het bericht, werd doodelijk met mes
steken gewond.
De dader is nog niet gearresteerd. In
verband met dit incident zijn 13 menschen
naar het politiebureau van Glaserwald
overgebracht.
uü A INBRAAK
7* 9 VERZEKERING
MaaUc&appif - Snath
mos*
ending
8.00 Gram.muziek. (Om 8.16 Berichten). 9.30
Keuken praatje. 10.00 MongvnwfliJlnp. 10.20
Voor Arbeiders In de Contlnu-bedrijven*
12.00. 12.00 Gram.muziek. (Om 12.15 Berich
ten). 12.30 VARA-orkest. 1.30—1.45 Gram.-
muzlPk. 2.00 G-ram.platen. 3.30 Voor de kin
deren. 4.30 Gram muziek. 5 30 De Ramblera
(opn.). 6.00 Gram.muziek. 6.30 Fantasia. 7.00
Causerie over zweefvliegen. 7.308.00 Reli
gieuze causerie. 8,05 Herhaling SOS-Berlch-
ten 8.07 Berichten ANP. VARA-Varla. 8.20
Grnm.muziek. 8.30 Radlotooneel. 9.00 VARA-
orkest en solist. 10.00 Berichten ANP. 10.05
De Ramblers (oun.). 10.30 Esmeralda-aeptet
en soliste. 11.00—12.00 Gram.muzlek.
HILVERSUM II. 301.5 M. en 415.5 M. NCRV*
Uitzending, fl.30—7.00 OiidcrvrUafond* voor
voor dc Seheepvnnrt. 8.00 Schriftlezing, medi
tatie. 8.15 Berichten, gram.muzlek. (9.30—
9.45 Geluk wens ohen). J0.30 Morgendienst.
11.00 Gram.muzlek. 11.16 Zang. plano en gr.-
muzlelc. 12.00 Berlohteh. 12.16 Gram.muzlek.
1.00 „All Round"-sextet en gram.platen. 2.45
Gram.muzlek. 3.15 Planovoordracht. In do
pauze: Gram.muzlek. 4.15 Gram.platen. 4.45
Felicitaties. 6.00 Voor de Jeugd. 6.46 Gram.
muzlek. 6.30 Taalles en causerie over het
Binnenaanvarlngsregleiment. 7 00 Berichten.
7.15 Uand- en tulnbouw-causerle. 7.468.00
Reportage, eventueel gram.platen. 8.05 Be
richten ANP. Herhaling SOS-Bcrlchten. 8.15
Dubbel-Mannenkwartet Kunst naar Kracht'1
en gram.muzlek. 9.00 Causerie over Stanley
Jones. 9.30 Chr. Muziekcorps „Euphonic"
(10.00—10.05 Berichten ANP). 10.39 Gram.-
muziek, ca. 11.6012.00 Schriftlezing.
DROITWICH 1500 91. 11.25 Orgel. 12.05 Orkeat,
12.50 Sextet en kwartet 2.05 Jazz-vloolaodi,
2.20 O ritst,
per. 5.40 1
20—5.10 Vee-
nd. 6.45 Orgel, zang en plano. 7.20
Juridische causerie. 7.40 Band. 8.20 Sympho-
nle-orkest. 10.00 Causerie „Flight over
Egypt". 10.45 Cabaret. 11.20 Band.
RADIO-PARIS 1648 M. 1.60 Zang. 3.20 Planö,
6.20 Orkest 6.20 Zang. 8.59 VlooL
BRUSSEL 322
19.30 Concert.
484 M: 1.00 en 1.30 Orkest 8.60 Conoert,
m.m.v. planosollst
BINNENLAND
Het Prinselijk Paar
Van de buitenlandsche reis teruggekeerd
Z. K. H. Prins Bernhard om H. K. H. Prin
ses Juliana zijn gieteravond te ongeveer ze
ven uur van hun buitenlandsche reis per
auto ten paleize Soestdijk teruggekeerd.
Prins Bernhard bestuurde den wagen.
Naar wij vernemen heeft de Prinselijke
familie de geheele reis van Heiligendamm
(Mecklenburg) naar Soestdijk per auto ge
maakt. De Prins en de Prinses reden ln de
eerste auto, in de tweede volgde de ver
pleegster, jkvr. Feith met Prinses Beatrix,
die in een rieten wiegje lag.
Gisteravond omstreeks haltf negen is het
Prinselijk jacht „Piet Hein", terugkeerende
van de reis naar de Oostzee, te Kornw»rder>
zand binnengeloopen,
Nieuwe Burgemeester
van Raamsdonk
Komt uit oude burgemeestersfamilie
De nieuwbenoemde burgemeester der ge
meente Raamsdonk, mr. Th. H. A. M.
H e e r e, die geboren is op 27 December 1902,
steunt uit een oude burgemeestersfamilie.
Zoowel zijn grootvader, de heer Th. Heere,
als zijn vader, mr. J. Heere, waren geduren
de langen tijd burgemeester in de gemeente
Raamsdonk, respectievelijk van 1859 tot 1869
en van 1870 tot 1908.
De nieuwbenoemde burgemeester deed
reeds in September 1931, na in Juli voordien
zijn doctoraal in de rechten te Leiden be
haald te hebben, zijn intrede in den gemeen
teraad van Raamsdonk. Sedert 1935 fungeer
de hij als loco-burgemeester, terwijl hij sinds
dien eveneens lid is van de Provinciale Sta
ten van Noordbrabant. Tot de opheffing van
het kantongerecht te Ooeterhout maakte hij
van dit college deel uit als bijzitter; voorts
is hij voorzitter der plaatselijke commissie
Tijdens een handelsreis overleden
Op de thuisreis zijnde van een han
delsopdracht, die hij in Ned. Indië. had
vervuld, is Zaterdag op het m.s. „Baloe1
ran" in het Suezkanaal overleden Mr.
Dr. A. Goot,e, oud-hoofdredacteur van
het Ned. Indisch Dagblad „De Preanger-
bode." De overledene bereikte den leef
tijd van 42 jaar.
De heer Goote had van vele groot-fabri»
kanten in ons land opdracht ontvangen*
voor het aanknoopen van handelsrelaties,
of het versterken van oude banden, ln de
Koloniën en hij vertrok daartoe in Maart
van dit jaar naar Nederlandsch Indië. Aan
deze missie is een plotseling einde gekomen
door zijn sterven op de thuisreis, na een
kortstondige ziekte. De opdrachten zijn door
hem vervuld', doch het is hem niet gegeven l
geweest het werk in ons vaderland to
voltooien. De dood maakte aan dit zeer I
werkzame leven een tragisch einde. F
De heer Goote werd in 1895 te Middel
burg geboren en genoot oorspronkelijk
zijn opleiding tot onderwijzer i&an de Chr.
Kweekschool. In 1916 adviseerde men he i
naar Afrika te gaan en, na het volgen van
een cursus, vertrok hij naar dit werelddeel
aan het einde van dat jaar. In 1920 keerde
hij in ons land terug ora te gaan studeeren
aan de Vrije Universiteit in de rechtsweten
schap. In twee jaar wist hij de Mr.-titel to
behalen en gedurende twee jaar practiseerde
hij daarna in Amsterdam. Op 11 Juni
1926 promoveerde hij aan de V.U. op een
proefschrift getiteld: „Het Gildien-socialisme
in Engeland."
Daarna vertrok hij naar Ned. Indië en na
enkele maanden van zijn verblijf aldaar
werd hij beoemd tot voorzitter van den
Suikerbond, welke betrekking hij tot 1932
waarnam. Hij repatriëerde daarop en ging
opnieuw een j,aar practiseeren als advocaat
en procureur, doch zijn hart lag daar niet
meer. Indië oefende een groote aantrek
kingskracht op hem uit. Opnieuw trok hij
naar de Koloniën, nu als benoemd hoofd
redacteur van „De Preangerbode", welke
functie hij 3 jaar vervulde. Daarna is hij
wper ln het vaderland teruggekeerd.
In de laatste jaren zijn zeer veel artikelen
van zijn hand in diverse bladen verschenen,
Ook schreef hij verschillende brochures,
waarvan de beide laatste waren: „Eenige
gegoi ens betreffende Ned. Indië voor
heden", en „Wij in Indië?" Deze geschriften
hadden een zeer goede pers.
Zijn sterven, 5 dhgen voor hij in Neder
land zou aankomen, heeft in breedea'
kring ontroering verwekt
voor de uitvoering van de ruilverkaveling
der gronden in het blok „De Buitendijksche
hooi polders", onder de gemeenten Waspik
en Raamsdonk. Mr. Heere heeft zitting in
talrijke besturen en waterschappen en so
ciale instellingen.
6 RvANOERBfiEKr;
„En wou vaoder "t wel haauwen, en wet zaat erin?"
„Det weten we nie, went 't was op slot".
„Zoo, zoo", zei Hein onder 't drukke werk door.
Dus die Gijs was niet zooals van hem verteld werd.
„Komt dieje Petser nog wel is bij jullie?" informeerde Hein.
„Neje, nooit mieer."
„Maag 't ie nie mieer komme, gullie het 't er toch nog al
Is wet van gehad, war?"
„Det weet ik nie, hur" zei Tinus. Hij wilde liever niet over
die dingen praten en veegde verwoed in de goot voor de
koeienkoppen.
Om 'n uur of zeven zei Hein: „Gaode gij nou is kijken of
oew vaoder al thuis is.
Tinus holde door den donker naar huis, maar Gijs was
nog niet terug.
..Ge mot zeggen det ie daolijk nar Hèèine komt. hur" zei
hij tegen Stijn. Met een snee brood in de hand holde hij
weer terug naar de boerderij.
„Luste gij nog al goed oewen botteram."
j *Jao'
'l „Ep wet krijgde gij er op van oew Moeder?"
„Niks, hurhij smakt zoo ok wel es ge honger het zeet
moeder."
Hein keek op de boterham er was een dun smeerseltje
stroop op.
„Es gij mijn goed helpt, maagde bij bijn pap komme ète,
van den aovond."
„Det wul ik wel" zei Tinus gretig.
Toen na een half uurtje alles klaar was wachtten ze op
Gijs. Maar die kwam niet. Hein sloot de achterdeur en ging
met Tinus den weg op.
„Oew Vaoder blijft lang weg. hur.'*
Ze luisterden, 't Leek of er in de verte een kruiwagenwiel
piepte, en werkelijk doemde na enkele minuten Gijs uit de
donkerte op. Hij had een zak kolen meegebracht.
„Gaode gij die hieelemaol in Dengeren haolen mee oewen
kruiwaoge?" vroeg Hein verwonderd.
„Hoe mot ik um anders hier krijge, ik zij mer n'un erreme
errebaaier zonder verdienste en die mot aof en toe z'n ège ok
is wèrreme. Of dinkte van nie."
„Ge kant bij mijn 'n paor daog komme, Aoi is ziek ge-
worde."
„Gère" zei Gijs, die al spijt had van zijn uitval.
Bij 't naar huis gaan zei Tinus: „Hedde niks gekrege,
vaoder, vur 't kiesje?"
„Wel nentik, m'n jongske, hadde det gedocht."
Dat was een teleurstelling voor den jongen, maar hij ver
telde toch nog gauw dat hij bij Hein de Grauw pap mocht
komen eten.
Gijs werkte den volgenden dag weer in de bekende om
geving van 't Elzenbermsche achterhuis. Hij kruide mest,
stak hooi van de tas, sneed de peeien als weleer en hij genoot.
Over 't geld was niet gesproken, maar bij 't eind van de
week betaalde Hein hem vijf en twintig stuivers per dag uit.
Bovendien was Tinus thuisgekomen met een stuk spek van
bijna een pond.
Was er licht op komst?
De Kerstmis was nat. 't Weer was abnormaal zacht. In den
hof aan den zuidkant leek 't voorjaar. Tinus en Aart zaten
bijna de heele Kerstmis bij hun vader in 't achterhuis. Van
kerkgaan kon niets komen met de slechte wegen ende
kleeren waren daar ook mee schuldig aan.
En als ze niet met vader naar de kerk gingen was de
Kerstmis voor hen en de anderen in huis als een gewone
Zondag. Niemand zei een woord over 't groote gebeuren en
slechts even dachten ze er aan onder 't lezen van 't bekende
verhaal. Gijs en Stijn waren er de menschen niet naar om er
over te praten. Ze voelden er zelf wel iets van, maar om er
over te beginnen was te moeilijk. Als de kinderen ouder
werden zouden ze 't zelf wel begrijpen. Zoo ging de Kerstmis
voorbij. Twee dagen van nog grootere eenzaamheid dan
anders. Dat was alles. Geen kinderzang, geen verhaal, geen
lekkerder etenalléén minder geklaag dan anders en
minder zuchten van Stijn. Ja, 't spek was voor de feestdagen
bewaard, dat was waar.
Gijs was in 't huisje van Kees den Vust naar den zieken
Aai Fenters gaan kijken. Aai lag er maar triest bij. koorts,
ijlen in de lange nachten, overdag drie kleine kinderen om
hem heen en een vrouw, die geen raad wist en altijd maar
klaagde over dien verschrikkelijken Elzenberm, waar geen
menschen woonden en waar nu ook bijna niemand van haar
familie kon komen met die afschuwelijke modderwegen.
Toen Gijs weer buiten liep was er in eens een gedachte in
hem, een gedachte waarvan hij zelf schrok.
Als Aai eens dood ging...... dan zou hij in zijn plaats
kunnen komen. Dat liet hem niet los.
En de keeren, dat hij bij 't lamenteerende wijfje ging vran
gen: „Hoe of 't er nou mee gong" was 't niet de belangstele
ling in het lot van den armen, zieken tobberd, die hem dreef*
maar meer, ja eigenlijk enkel, 't verlangen om te hooren of
't niet erger was geworden.
Uiterlijk was hij de behulpzame. Hij bood aan om te komeni
waken en werkelijk zat hij een nacht in 't kille, halfdonkere
kamertje voor de bedstee van Aai, terwijl de vrouw met al
de kinderen in de andere lag.
Aai vloog telkens overeind en 't lukte Gijs met veel moeite
om hem dan weer onder de kwalijk riekende deken te krijgen*
Traag kroop de lange nacht voorbij, 't Was voor Gijs een
marteling.
Die zondige gedachte wilde maar niet uit zijn hoofd. Nu
zat hij hier als een hond bij een zieke koe te wachten. Ging
Aai dood, dan had hij leven. En hij probeerde zich wijs te
maken, dat 't toch eigenlijk 's werelds beloop was: den een
zijn dood, den ander zijn brood.
In een helder oogenblik vroeg Aai om water: „Lat me nog
is efkes drinke, Gijs."
En toen hij met moeite wat van 't grondig smakend sloot-*
water uit het trekpottuitje had gedronken en vermoeid neer
zeeg in het hoog opgezette bonte kussen, zei hij met dichte
oogen: „Gij zijt unne goeie kérel, Gijs, om mijn te helpe. Ilc
wor wieer béter, det geleuf ik. Ik maag nog nie sterve, went
de keinder en Jaanske kanne me nie misse, war."
„Neje, neje." zei Gijs „zuut nou mer, ge mot mer perbeere
om wet te slaope. Ik zal wel bij oew blijve."
De zieke nam Gijs' hand in de zijne, die gloeide van koorts*
Dat was voor Gijs verschrikkelijk.
[(Wordt vervolgd