DE ELZENBER SCHUDT UW LEVER WAKKER Mr Dr A. GOOTE f DINSDAG 9 AUGUSTUS 1938 EERSTE BLAD PAG. a Wat is er gaande in Wurtemburg? „Zet de zwarten tegen den muur!" (van onzen Duitschen correspondent) Het voormalige koninkrijk Wurtemberg, dat zijn ontstaan 1S03 aan de gratie \an Napoleon te danken had, was steeds een overwegend protestantsch gebied. Zijn laatste koning heette al net als de Keizer Wilhelm II en genoot hoog aanzien bij de bevolking door zijn voorbeoldigen eenvoud. Toen de Novemberrevolutie van 1918 ln zette, kon hij op een regeeringstijd van 27 jaar terugblikken en in tegenstelling tot do meeste andere Duitsche vorsten, die plot seling verdwenen waren, nam hij in een uitvoerig schrijven afscheid van zijn volk om dan tot aan het einde van zijn leven temidden van dit volk ongestoord te blij- .ven wonen. Sedertdien is ook dit natuurrijke land al net als alle andere vroeger min of meer zelfstandige staten gelijkgeschakeld. In den overal woedenden strijd tusschen staat en kerk hebben juist hier de Duitsche Chris tenen een belangrijke rol gespeeld. Zij wa ren radicaler dan hun meeste geestverwan ten in de andere staten en de strijd nam zulk een fel karakter aan, dat do Duitsche Christenen in het overige Derde Rijk met 'die in Wurtemberg niets meer uitstaande wenschten te hebben. Men moet van deze strijdvaardigheid weten, om de beteekenis te kunnen be grijpen van den hardnekkigen strijd, die thans in het Wurtembergsche stad je Rottenburg gevoerd wordt tusschen den katholieken bisschop Sproll en de NSDAP, een conflict, dat typeerend kan worden voor de tegenwoordige ver houding tusschen staat en kerk. En het zonderlingste hierbij is, dat men in de Duitsche pers over dezen internen strijd geen woord te lezen krijgtl De eigenlijke casus belli moet gezocht worden in het feit, dat deze bisschop zijn «tem onthouden heeft aan de „Volksbefrn fcung" over de aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland. Hoewel hij hiertoe officieel het recht had, vond de partijleiding in Wurtemberg dat een schandaal, een provo catie en zij begon een actie tegen Zijno Eminentie. Bisschop Sproll verklaarde toen dat hij met zijn stemonthouding geenszins zijn afkeer van deze aaneensluiting te kennen heeft willen geven, maar hij bleef passief: „omdat ik anders met mijn naam ook mijn vertrouwen geschonken zou heb ben aan mannen, wier principieel vijandi ge houding tegen de katholieke kerk en tegen het christendom in het algemeen ,van jaar tot jaar steeds duidelijker tot uiting komt". Om de kalmeering van de gemoederen to Bevorderen, verliet bisschop Sproll het stud je Rottenburg met vacantie, maar toen hij 15 Juli terugkwam, vond reeds den vol genden dag een volksdemonstratie tegen hem plaats, welke op 18 en 23 Juli in groo teren omvang herhaald werd. Deze betoo gingen waren zoo vijandig, dat het bis schoppelijk ordinariaat zich verplicht voel de, om den rijksminister voor kerkelijke aangelegenheden, Kerrl, daarvan een uit voerig verslag te zenden in de hoop, dat deze aan dezen onverkwikkelijken strijd zoo spoedig mogelijk een eind zal maken. Aan dit rapport, dat boekdeelen spreekt over de wanverhouding tusschen «kerk en staat in het huidige Duitschland, ontleenen wij het volgende: „In den namiddag van 23 Juli liepen te Rottenbuig meldingen binnen waaruit viel af te leiden, dat leden van verschillende nationaal-socialistische organisaties waren opgeroepen, om 's avonds een tocht te maken naar een niet aangegeven doel. Toen aan de strekking van deze betooging niet meer getwijfeld kon worden, wendde het bisschoppelijk or dinariaat zich tot den landraad van Rot tenburg, tot de geheime staatspolitie te Stuttgart en tot de justitie te Tübingen met het verzoek, maatregelen te nemen voor de veiligheid van den persoon en de woning van den bisschop, Inmiddels was aartsbisschop Grö- ger uit Freiburg naar Rottenburg ge komen en deze herhaalde de aanvrage om eventueele hulp. Inmiddels waren 3000 demonstranten in vier groepen de stad binnengekomen, om voor het pa leis van den bisschop te zingen: „Zet de zwarten tegen den muur!" Om 9 ttur begon de eigenlijke demonstratie, met een fluitconcert en het geroep van „volksverraders!" en „Zwarte Zigeu ners!" en „Weg met die ploerten!" Hoewel men bijtijds alle voorzorgs maatregelen had genomen, om het naar binnen dringen der demonstranten te verhinderen, wisten deze jaloezieën en De Spaansche burgeroorlog BRITSCHE BOMBARDEMENT- COMMISSIE NAAR TOULOUSE Geen Fransche steun aan Barcelona De Britsche commissie van onder zoek inzake het bombardeeren van open steden in Spanje zal bestaan uit een gepensionneerden kapitein van de luchtmacht, Smyth Pigott en ma joor L e j e un e van de artillerie. De beide commissieleden zullen 13 dezer te Toulouse aankomen, waar het hoofdkwartier van de commissie ge vestigd zal zijn. De commissie zal zich slechts naar Spanje begeven, wanneer daartoe door een van beide partijen een verzoek wordt gedaan, doch zij zal zelf geener lei initiatief nemen. Wanneer een van beide Spaansche partijen haar vraagt, een onderzoek in te stellen naar de omstandigheden van een bombardement, zal zij zich onmid dellijk naar de plaats van het gebeur de begeven en haar rapport opzenden naar het Foreign Office, dat het ter stond zal publiceeren, Enkele buitenlandsche bladen hebben onlangs medegedeeld, dat twee wagens met 4S Oerlikon-luchtdoelmitrailleurs en munitie van Zwitserland naar Barcelona zouden zijn vervoerd over Fransch gebied met toestemming van de Fran sche regeering. Te Barcelona zouden deze mitrailleurs zijn ingedeeld bij de luchtbe scherming van de stad. Dezelfde bladen berichten, dat 360 mitrailleurs van 8 milli meter en zestig kanonnen van 35 millime ter door de fabriek Hotchkiss aan Barce lona zouden zijn geleverd en 28 Juli over zee zouden zijn vervoerd. Bovendien zou de Fransche intendance, volgens dezelfde bla- aan de regeering *an Barcelona 550.000 centenaar graan hebben afgestaan, welke in Augustus geleverd zouden moeten wor den. Tenslotte zou de vice-minister-president van Frankrijk met den Spaanschen ambas sadeur te Parijs overeengekomen zijn, acht duizend vrijwilligers naar Spanje te laten vertrekken. Het Fransche ministerie van buitenland sche zaken spreekt deze geruchten met klem tegen. Hotchkiss heeft geen oorlogs materiaal verkocht aan de Spaansche re geering, terwijl geen wapens tegen aanval len uit de lucht over Fransch gebied zijn vervoerd. Het gerucht, dat de Fransche vice-minis ter-president, of een ander lid van de re geering, met den Spaanschen ambassadeur te Parijs overeengekomen zou zijn, vrijwil ligers te laten passeeren, is reeds op 5 Augustus J.l. tegengesproken. Ook is onjuist, dat de Fransche inten dance van haar graanvoorraad aan Barce lona zou hebben verkocht. Hieraan wordt toegevoegd, dat het verkoopen van levens middelen op zichzelf niet in strijd is met de bepalingen van de niet-inmenging. GEESTELIJKEN OVERGEPLAATST Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit raag dat 19 jonge roomsch-katholieken geestelijken uit Noord-Bohemen zijn over geplaatst. Deze overplaatsing is volgens het D.N.B. te beschouwen als een straf maatregel in verband met deelneming aan het 1 Mei-feest van de Sudetenduitsche partij of in verband staande met activiteit in deze organisatie* deuren stuk te ranselen en met 70 man het paleis van den bisschop binnen te dringen, In de kelders werden levensmiddelen gestolen, in de studeerkamer werden docu menten stukgescheurd en op straat gewor pen en in een logeerkamer werd zelfs een bed in brand gestoken! De huisknecht merkte zulks, trok de gordijnen naai neden en wierp daarmede de brandende matrassen en lakens het raam dit. Terzelfder tijd lagen de aartsbisschop, de bisschop en eenige domheeren geknield in de huiskapel. Niettemin drongen de de monstranten naar binnen, vielen den aarts bisschop lastig, trokken aan zijn ambto lijk priestergewaad en schreeuwden „Volks verraders!" Ongeveer een kwartier lang bleven deze knapen in de kapel; zij gingen pas weg toen de Gemeime Staatspolitie verscheen! Het rapport eindigt met de vraag minister Kerrl, „hoe in een cultuurstaat zulk een schending van het huisrecht mo gelijk is, welke ongetwijfeld Duitschland's aanzien in de overige wereld zal schaden". De Russisch-Japansche spanning THANS EEN GEREGELDE STELLINGOORLOG Japan gelooft niet, dat Rusland een breuk wil De speciale correspondent "an Reuter aan de grens tusschen Sovjet-Rusland en Mand- sjoekwo meldt, dat de strijd tusschen de Japansdie en de Russische troepen op de heuvels langs deze grens verre den omvang van een grensincident te buiten is gegaan. Er wordt een geregelde stellingoorlju ge voerd langs een front, dat vier mijlen lang is. De inzet van den strijd wordt gevormd door do beide strategische heuvels Tsjang Koe-Feng en Sja-Tsau-Ping. Men gelooft echter, aldus meldt de corres pondent verder, dat de Russen thans een geheele diiivisie, bestaande uit ongeveer 12.000 man, met 200 tanks en op zijn minst 200 vliegtuigen hebben geconcentreerd inde onmiddellijke naJbijheid. Slechts enkele hon derden meters terrein liggen tusschen de tegenover elkander staande strijdkrachten en deze strook ligt nu beizaaid met lijken, geweren, mitrailleurs en een paar Verlaten tanks. Van tijd tot tijd ziet men, hoe een gewond soldaat zich naar do linies van zijn troepen sleept. De Japansche verliezen Het Japansche ministerie van oorlog pu bliceert ccn communiqué betreffende de Ta panache verliezen sedert het uitbreken van het conflict vaal Tsjang-Koe-Feng. Tot 6 Augustus bedroegen volgens deze mededee- ling de Japansche verliezen 70 dooden en 180 gewonden. Van 6 tot 8 Augustus bedroeg het aantal dooden en gewonden in het ge heel 200, zoodat in totaal 450 man voorden strijd verloren gingen. Volgens hetzelfde communiqué bedroegen de Russische verliezen 1500 man. Voorts ver nielden de Japansche troepen 100 tanks en kleinere vechtwagens, terwijl zes Russische liegtuigen omlaag gehaald werden. Slechts een afleidlngs-manoeuvre? In Japansche welingelichte kringen var- klaart men, da*. de zaak van Tsjang-Koe- Feng slechts een afleidi-ngskavestie is, die geen invloed zal uitoefenen op de Ghinee- sche campagne. Japan, zoo zegt men, zal niet gedwongen zijn troepen uit China naar Mandsjoerije te transporteeren. Eenige een heden der Mandsjoerijsch-Koreaansche le gers hebben ziah trouwens weer bij haar corpsen kunnen voegen na de taken ten uit voer te hebben gelcpd, die haar gesteld wa ren, o.m. in de provincie Sjansi. De Koreaansche Kwantoengtroepen, aldus doet men eveneens In Tientsin opmerken, zijn sterk genoeg om het hoofd te bieden aan iedere gebeurlijkheid en Japan beschikt nog over vijf millioen ma-nechappen ln re serve, hetgeen ruim voldoende is. De zaak van Tsjang-Koe-Feng vormt naar de alge meen heerschende meening een betooging van de Sovjets jegens China. Deze poging beantwoordt overigens niet aan het doel, aangezien de inneming v^n Hankau er niet door zal worden vertraagd. Tenslotte gelooft men, ondanks den ernst der gevechten aan de grens, niet, dat Moskou een oorlog wil, terwijl men er den nadruk op legt, dat eon regeling langs diplomatieken weg mogelijk blijft, erkent men echter, dat wanneer do Japansche luchtstrijdkrachten op aen goeden dag tusschenbeiden zouden komen, de toe stand aanzienlijk ernstiger zal worden. Twee geweldige branden op de Philippijnen 12000 personen dakloos Twee geweldige branden hebben in ver uiteengelegen streken der Philip pijnen. Duizenden personen zijn tengevolge dezer beide branden dakloos geworden. De schade wordt geraamd op millioenen dollars. De eene brand verwoestte omstreeks een derde deel van San Pueblo in de provincie Laguna. De tweede brand ontstond ln het arme gedeelte van Manilla, waar tweeduizend woningen in de asch werden gelegd en 12.000 personen dakloos werden. ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en U ruit 'g morgéns „kiplekker" uit bed springen. _*S£?r?_n_<3ag "J06* ,ever minstens een liter gal stopt. Uww humeurig, voelt U ellendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen z»jn slechts lapmiddelen. U moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on overtroffen om de 1 J-■ El acht Carter's I drogisten, f. U.75, Instantine Toch op tijd... ook al begint de dag met hoofdpijn en lusteloosheid. Neem dan direct Instantine stilt en voorkomt pijnen! Doosjes a 12 tabletten 70 ct„ zakjes a 2 tabletten 15 ct. De Japonsch'Chineesche oorlog De toestand in Tsjechoslowakije Japansche bommen op Kanton Men telt 71 dooden Bloedige slag aan de J angtse-rivier Negen Japansche vliegtuigen hebben gis teren de Zuid-Ohineesohe stad Kanton ge bombardeerd. De projectielen vielen in de nabijheid van de regeeringsgehouwen en van de electriscihe centrale. Ook de Fransche kathedraal werd bescha digd. Tusschen de puiahoopen lagen de dooden en gewonden verspreid. Onder de slachtoffers in de omgeving der kerk bevon den zich talrijke vrouwen en kinderen. Een vrouw, die in de kerk geknield lag te bidden, werd gedood. De bisschop, die in zijn werkkamer zat te schrijven, toen het bombardement begon, werd niet getroffen Na het bombardement verklaarde mgr. Fourquette, die reeds 43 jaar in Kanton woont, tegenover een correspondent van Reuter: „Ik vraag mij af, waarom men dat gedaan heeft Er zijn in deze wijk geen ka nonnen. geen bewapening of soldaten. Ik zal weigeren deze wijk te ontruimen. De kathe draal zal eetn toevlucht blijvon voor vluch telingen." Volgens Reuter heeft men in totaal 71 dooden geteld. Chineezen rukken op De Chineesche strijdkrachten op den Noor delijken oever van de Jangtse hebben over het geheel front van Tsjieng Sjan tot Hwang Mei een algemeen offensief ingezet Zij ruk ken parallel op in drie kolonnes, op een front van vijftig mijl breedte. Volgens den Chineeschen militairen woord voerder verloren de Japanners tweeduizend man aan dooden en gewonden in één enke len sector tijdens den nieuwen opmansch, terwijl een van de regimentscommandanten der Japanners gedood werd. Aan het front ten Zuiden van de rivier wordt een verwoede slag geleverd, waarbij de stellingen vier of vijf maal in andere handen zijn overgegaan. De Ghineesche be richten stellen de Japansche verliezen op twee tot drieduizend. De laatste berichten van het front melden, dat de Japanners hun offensief hebben her vat en Ta-Tien-Sjan veroverd hebben, een heuvel ten Zuid-Westen van Kioeng-Kiang. Shanghai verwacht aanslagen Er zijn allerlei maatregelen getroffen voor de handhaving van de orde in de internatio nale nederzetting te Shanghai, in verband met hardnekkige geruchten, volgens welke Ghineesche guerrillabenden de stad zouden willen aanvallen. Plannen zouden bestaan voor terroristische betoogingen en voor aan slagen op de leden der nieuwe regeering en Japansche inwoners. Al die plannen zou den ten uitvoer gelegd worden op 13 Au gustus. omdat het dan een jaar geleden zal zijn, dat het incident te Shanghai tot strijd aanleiding gaf. In het geheel zijn 15.000 man troepen van de verschillende nationaliteiten gemobili seerd, gepantserde wagens worden gereed gehouden. De „Prager Mittag" heeft een ln het En- gelsch gestelde open brief aan Runci- man gepubliceerd, waarin wordt gezegd, dat het vraagstuk dor Sudeten-Duitschers geen binnenlandsch Tsjechisch vraagstuk is. Zonder het Duitsche rijk, dat er gebruik van maakt als voorwendsel, zou er nooit sprake van zijn geweest. Het vraagstuk kan niet worden opgelost door een propor- tioneele vertegenwoordiging van Duitschers in het ambtenaarscorps. Men moet niet in Tsjecho-Slowakije ingrijpen, om den vrede te redden, doch men moet stappen doen bij de Duitsche regeering. De Palestijnsche terreur Volgens niet-officieele berekeningen zijn, aldus een bericht in de „Palestine Post", in de eerste week van Augustus 38 perso nen gedood en 70 gewond. Tot de slacht offers behooren vier Britten, die gedood zijn en vijf die gewond werden. Na een kalm weekeinde is de terreur op nieuw begonnen. In Toelkarem heeft een bende rebellen het bureau van het kadaster overvallen en zich meester gemaakt van de documenten en dossiers. In Tiberias is een bom ontploft op Arabische markt. Een Arabier werd ge dood, negen Arabieren werden gewond. In Jerusalem is een Jood ernstig door schoten gewond door twee gemaskerde mannen. Op de grens tusschen Jaffa en Tel Aviv is een Joodsch meisje door een bom gewon"* In een rede voor de radio heeft de Brit sche hooge commissaris op allen een be roep gedaan tot herstel van de rust. Ge weld zal niemands zaak goed doen en slechts bewijzen dat de bevolking zelf niet tot regeeren in staat is. Nog eenige maanden moeten voorbijgaan voor de politiek, welke moet worden ge volgd, definitief kan worden bepaald. De hooge commissaris deed een beroep op het geduld van «11e groepen der bevolking. AMERIKAANSCHE KINDERDIEF IN EUROPA? De „Prager Mittag" meldt, dat de Ween- sche politie-directie aan dc politie te Praag de aanwezigheid in midden-Europa gesig naleerd heeft van den Amerikaanschen kidnapper Patrick O'Brien, die reeds se dert 2 jaren door de Amerikaansche politie wordt gezocht, verdacht van medeplichtig heid aan de ontvoering en den moord op het kind van Lindbergh. Hij is uit Weenen vertrokken met den Orient-express en moet zich thans ophou den in Zuid-Slavië, Hongarije of Tsjecho- Slowakije. OVERVAL IN HET BOHEMERWOUD De Dresdner Neueste Nachrichten meldt, dat Zondagnacht veertien sociaal-democra ten in het Bohemerwoud een overval ge pleegd hebben op drie leden der Sudeten- Duitsche partij, Een der aangevallenen, al dus het bericht, werd doodelijk met mes steken gewond. De dader is nog niet gearresteerd. In verband met dit incident zijn 13 menschen naar het politiebureau van Glaserwald overgebracht. uü A INBRAAK 7* 9 VERZEKERING MaaUc&appif - Snath mos* ending 8.00 Gram.muziek. (Om 8.16 Berichten). 9.30 Keuken praatje. 10.00 MongvnwfliJlnp. 10.20 Voor Arbeiders In de Contlnu-bedrijven* 12.00. 12.00 Gram.muziek. (Om 12.15 Berich ten). 12.30 VARA-orkest. 1.30—1.45 Gram.- muzlPk. 2.00 G-ram.platen. 3.30 Voor de kin deren. 4.30 Gram muziek. 5 30 De Ramblera (opn.). 6.00 Gram.muziek. 6.30 Fantasia. 7.00 Causerie over zweefvliegen. 7.308.00 Reli gieuze causerie. 8,05 Herhaling SOS-Berlch- ten 8.07 Berichten ANP. VARA-Varla. 8.20 Grnm.muziek. 8.30 Radlotooneel. 9.00 VARA- orkest en solist. 10.00 Berichten ANP. 10.05 De Ramblers (oun.). 10.30 Esmeralda-aeptet en soliste. 11.00—12.00 Gram.muzlek. HILVERSUM II. 301.5 M. en 415.5 M. NCRV* Uitzending, fl.30—7.00 OiidcrvrUafond* voor voor dc Seheepvnnrt. 8.00 Schriftlezing, medi tatie. 8.15 Berichten, gram.muzlek. (9.30— 9.45 Geluk wens ohen). J0.30 Morgendienst. 11.00 Gram.muzlek. 11.16 Zang. plano en gr.- muzlelc. 12.00 Berlohteh. 12.16 Gram.muzlek. 1.00 „All Round"-sextet en gram.platen. 2.45 Gram.muzlek. 3.15 Planovoordracht. In do pauze: Gram.muzlek. 4.15 Gram.platen. 4.45 Felicitaties. 6.00 Voor de Jeugd. 6.46 Gram. muzlek. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaanvarlngsregleiment. 7 00 Berichten. 7.15 Uand- en tulnbouw-causerle. 7.468.00 Reportage, eventueel gram.platen. 8.05 Be richten ANP. Herhaling SOS-Bcrlchten. 8.15 Dubbel-Mannenkwartet Kunst naar Kracht'1 en gram.muzlek. 9.00 Causerie over Stanley Jones. 9.30 Chr. Muziekcorps „Euphonic" (10.00—10.05 Berichten ANP). 10.39 Gram.- muziek, ca. 11.6012.00 Schriftlezing. DROITWICH 1500 91. 11.25 Orgel. 12.05 Orkeat, 12.50 Sextet en kwartet 2.05 Jazz-vloolaodi, 2.20 O ritst, per. 5.40 1 20—5.10 Vee- nd. 6.45 Orgel, zang en plano. 7.20 Juridische causerie. 7.40 Band. 8.20 Sympho- nle-orkest. 10.00 Causerie „Flight over Egypt". 10.45 Cabaret. 11.20 Band. RADIO-PARIS 1648 M. 1.60 Zang. 3.20 Planö, 6.20 Orkest 6.20 Zang. 8.59 VlooL BRUSSEL 322 19.30 Concert. 484 M: 1.00 en 1.30 Orkest 8.60 Conoert, m.m.v. planosollst BINNENLAND Het Prinselijk Paar Van de buitenlandsche reis teruggekeerd Z. K. H. Prins Bernhard om H. K. H. Prin ses Juliana zijn gieteravond te ongeveer ze ven uur van hun buitenlandsche reis per auto ten paleize Soestdijk teruggekeerd. Prins Bernhard bestuurde den wagen. Naar wij vernemen heeft de Prinselijke familie de geheele reis van Heiligendamm (Mecklenburg) naar Soestdijk per auto ge maakt. De Prins en de Prinses reden ln de eerste auto, in de tweede volgde de ver pleegster, jkvr. Feith met Prinses Beatrix, die in een rieten wiegje lag. Gisteravond omstreeks haltf negen is het Prinselijk jacht „Piet Hein", terugkeerende van de reis naar de Oostzee, te Kornw»rder> zand binnengeloopen, Nieuwe Burgemeester van Raamsdonk Komt uit oude burgemeestersfamilie De nieuwbenoemde burgemeester der ge meente Raamsdonk, mr. Th. H. A. M. H e e r e, die geboren is op 27 December 1902, steunt uit een oude burgemeestersfamilie. Zoowel zijn grootvader, de heer Th. Heere, als zijn vader, mr. J. Heere, waren geduren de langen tijd burgemeester in de gemeente Raamsdonk, respectievelijk van 1859 tot 1869 en van 1870 tot 1908. De nieuwbenoemde burgemeester deed reeds in September 1931, na in Juli voordien zijn doctoraal in de rechten te Leiden be haald te hebben, zijn intrede in den gemeen teraad van Raamsdonk. Sedert 1935 fungeer de hij als loco-burgemeester, terwijl hij sinds dien eveneens lid is van de Provinciale Sta ten van Noordbrabant. Tot de opheffing van het kantongerecht te Ooeterhout maakte hij van dit college deel uit als bijzitter; voorts is hij voorzitter der plaatselijke commissie Tijdens een handelsreis overleden Op de thuisreis zijnde van een han delsopdracht, die hij in Ned. Indië. had vervuld, is Zaterdag op het m.s. „Baloe1 ran" in het Suezkanaal overleden Mr. Dr. A. Goot,e, oud-hoofdredacteur van het Ned. Indisch Dagblad „De Preanger- bode." De overledene bereikte den leef tijd van 42 jaar. De heer Goote had van vele groot-fabri» kanten in ons land opdracht ontvangen* voor het aanknoopen van handelsrelaties, of het versterken van oude banden, ln de Koloniën en hij vertrok daartoe in Maart van dit jaar naar Nederlandsch Indië. Aan deze missie is een plotseling einde gekomen door zijn sterven op de thuisreis, na een kortstondige ziekte. De opdrachten zijn door hem vervuld', doch het is hem niet gegeven l geweest het werk in ons vaderland to voltooien. De dood maakte aan dit zeer I werkzame leven een tragisch einde. F De heer Goote werd in 1895 te Middel burg geboren en genoot oorspronkelijk zijn opleiding tot onderwijzer i&an de Chr. Kweekschool. In 1916 adviseerde men he i naar Afrika te gaan en, na het volgen van een cursus, vertrok hij naar dit werelddeel aan het einde van dat jaar. In 1920 keerde hij in ons land terug ora te gaan studeeren aan de Vrije Universiteit in de rechtsweten schap. In twee jaar wist hij de Mr.-titel to behalen en gedurende twee jaar practiseerde hij daarna in Amsterdam. Op 11 Juni 1926 promoveerde hij aan de V.U. op een proefschrift getiteld: „Het Gildien-socialisme in Engeland." Daarna vertrok hij naar Ned. Indië en na enkele maanden van zijn verblijf aldaar werd hij beoemd tot voorzitter van den Suikerbond, welke betrekking hij tot 1932 waarnam. Hij repatriëerde daarop en ging opnieuw een j,aar practiseeren als advocaat en procureur, doch zijn hart lag daar niet meer. Indië oefende een groote aantrek kingskracht op hem uit. Opnieuw trok hij naar de Koloniën, nu als benoemd hoofd redacteur van „De Preangerbode", welke functie hij 3 jaar vervulde. Daarna is hij wper ln het vaderland teruggekeerd. In de laatste jaren zijn zeer veel artikelen van zijn hand in diverse bladen verschenen, Ook schreef hij verschillende brochures, waarvan de beide laatste waren: „Eenige gegoi ens betreffende Ned. Indië voor heden", en „Wij in Indië?" Deze geschriften hadden een zeer goede pers. Zijn sterven, 5 dhgen voor hij in Neder land zou aankomen, heeft in breedea' kring ontroering verwekt voor de uitvoering van de ruilverkaveling der gronden in het blok „De Buitendijksche hooi polders", onder de gemeenten Waspik en Raamsdonk. Mr. Heere heeft zitting in talrijke besturen en waterschappen en so ciale instellingen. 6 RvANOERBfiEKr; „En wou vaoder "t wel haauwen, en wet zaat erin?" „Det weten we nie, went 't was op slot". „Zoo, zoo", zei Hein onder 't drukke werk door. Dus die Gijs was niet zooals van hem verteld werd. „Komt dieje Petser nog wel is bij jullie?" informeerde Hein. „Neje, nooit mieer." „Maag 't ie nie mieer komme, gullie het 't er toch nog al Is wet van gehad, war?" „Det weet ik nie, hur" zei Tinus. Hij wilde liever niet over die dingen praten en veegde verwoed in de goot voor de koeienkoppen. Om 'n uur of zeven zei Hein: „Gaode gij nou is kijken of oew vaoder al thuis is. Tinus holde door den donker naar huis, maar Gijs was nog niet terug. ..Ge mot zeggen det ie daolijk nar Hèèine komt. hur" zei hij tegen Stijn. Met een snee brood in de hand holde hij weer terug naar de boerderij. „Luste gij nog al goed oewen botteram." j *Jao' 'l „Ep wet krijgde gij er op van oew Moeder?" „Niks, hurhij smakt zoo ok wel es ge honger het zeet moeder." Hein keek op de boterham er was een dun smeerseltje stroop op. „Es gij mijn goed helpt, maagde bij bijn pap komme ète, van den aovond." „Det wul ik wel" zei Tinus gretig. Toen na een half uurtje alles klaar was wachtten ze op Gijs. Maar die kwam niet. Hein sloot de achterdeur en ging met Tinus den weg op. „Oew Vaoder blijft lang weg. hur.'* Ze luisterden, 't Leek of er in de verte een kruiwagenwiel piepte, en werkelijk doemde na enkele minuten Gijs uit de donkerte op. Hij had een zak kolen meegebracht. „Gaode gij die hieelemaol in Dengeren haolen mee oewen kruiwaoge?" vroeg Hein verwonderd. „Hoe mot ik um anders hier krijge, ik zij mer n'un erreme errebaaier zonder verdienste en die mot aof en toe z'n ège ok is wèrreme. Of dinkte van nie." „Ge kant bij mijn 'n paor daog komme, Aoi is ziek ge- worde." „Gère" zei Gijs, die al spijt had van zijn uitval. Bij 't naar huis gaan zei Tinus: „Hedde niks gekrege, vaoder, vur 't kiesje?" „Wel nentik, m'n jongske, hadde det gedocht." Dat was een teleurstelling voor den jongen, maar hij ver telde toch nog gauw dat hij bij Hein de Grauw pap mocht komen eten. Gijs werkte den volgenden dag weer in de bekende om geving van 't Elzenbermsche achterhuis. Hij kruide mest, stak hooi van de tas, sneed de peeien als weleer en hij genoot. Over 't geld was niet gesproken, maar bij 't eind van de week betaalde Hein hem vijf en twintig stuivers per dag uit. Bovendien was Tinus thuisgekomen met een stuk spek van bijna een pond. Was er licht op komst? De Kerstmis was nat. 't Weer was abnormaal zacht. In den hof aan den zuidkant leek 't voorjaar. Tinus en Aart zaten bijna de heele Kerstmis bij hun vader in 't achterhuis. Van kerkgaan kon niets komen met de slechte wegen ende kleeren waren daar ook mee schuldig aan. En als ze niet met vader naar de kerk gingen was de Kerstmis voor hen en de anderen in huis als een gewone Zondag. Niemand zei een woord over 't groote gebeuren en slechts even dachten ze er aan onder 't lezen van 't bekende verhaal. Gijs en Stijn waren er de menschen niet naar om er over te praten. Ze voelden er zelf wel iets van, maar om er over te beginnen was te moeilijk. Als de kinderen ouder werden zouden ze 't zelf wel begrijpen. Zoo ging de Kerstmis voorbij. Twee dagen van nog grootere eenzaamheid dan anders. Dat was alles. Geen kinderzang, geen verhaal, geen lekkerder etenalléén minder geklaag dan anders en minder zuchten van Stijn. Ja, 't spek was voor de feestdagen bewaard, dat was waar. Gijs was in 't huisje van Kees den Vust naar den zieken Aai Fenters gaan kijken. Aai lag er maar triest bij. koorts, ijlen in de lange nachten, overdag drie kleine kinderen om hem heen en een vrouw, die geen raad wist en altijd maar klaagde over dien verschrikkelijken Elzenberm, waar geen menschen woonden en waar nu ook bijna niemand van haar familie kon komen met die afschuwelijke modderwegen. Toen Gijs weer buiten liep was er in eens een gedachte in hem, een gedachte waarvan hij zelf schrok. Als Aai eens dood ging...... dan zou hij in zijn plaats kunnen komen. Dat liet hem niet los. En de keeren, dat hij bij 't lamenteerende wijfje ging vran gen: „Hoe of 't er nou mee gong" was 't niet de belangstele ling in het lot van den armen, zieken tobberd, die hem dreef* maar meer, ja eigenlijk enkel, 't verlangen om te hooren of 't niet erger was geworden. Uiterlijk was hij de behulpzame. Hij bood aan om te komeni waken en werkelijk zat hij een nacht in 't kille, halfdonkere kamertje voor de bedstee van Aai, terwijl de vrouw met al de kinderen in de andere lag. Aai vloog telkens overeind en 't lukte Gijs met veel moeite om hem dan weer onder de kwalijk riekende deken te krijgen* Traag kroop de lange nacht voorbij, 't Was voor Gijs een marteling. Die zondige gedachte wilde maar niet uit zijn hoofd. Nu zat hij hier als een hond bij een zieke koe te wachten. Ging Aai dood, dan had hij leven. En hij probeerde zich wijs te maken, dat 't toch eigenlijk 's werelds beloop was: den een zijn dood, den ander zijn brood. In een helder oogenblik vroeg Aai om water: „Lat me nog is efkes drinke, Gijs." En toen hij met moeite wat van 't grondig smakend sloot-* water uit het trekpottuitje had gedronken en vermoeid neer zeeg in het hoog opgezette bonte kussen, zei hij met dichte oogen: „Gij zijt unne goeie kérel, Gijs, om mijn te helpe. Ilc wor wieer béter, det geleuf ik. Ik maag nog nie sterve, went de keinder en Jaanske kanne me nie misse, war." „Neje, neje." zei Gijs „zuut nou mer, ge mot mer perbeere om wet te slaope. Ik zal wel bij oew blijve." De zieke nam Gijs' hand in de zijne, die gloeide van koorts* Dat was voor Gijs verschrikkelijk. [(Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2