rcdiDy)
Warme eersteVierdaagsche-dag
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
WOENSDAG 27 JULI 1938
DERDE BLAD PAG. 9
Slechte wegen vorderen
veel inspanning
Hulde
aan onze soldaten!
Op den eersten dag maar
9 uitvallers
NIJMEGEN, Dinsdagmiddag
Tsjicng! Tsjieng! Tsjieng!
Tèteretèteretè
Daar komt weer een groep van onze
jongens binnen.
Keurig nemen ze de bocht van den
Dommer van Poldersveldtweg en in een
straf, gelijkmatig marschtempo wordt
het kazerneplein op-gemarcheerd. Kra
gen dicht, kwar tiermutsen op, alles tip
top modél.
Wat dacht U? Dat de Ncdcrlandsche
soldaat maar zoo'n doetje was?
Kom eens kijken op de Vierdaagsche
tusschcn St Anna en de Kazerne! En
dan op zoo'n drukkend heetcn dag als
■vandaag, nu ze 40 km hebben gcloopen
me» de spuit aan den schouder en een
zware bepakking op den rug.
Het mag zjjn, dat ze op den Taaiedijk
hebben gefoeterd tegen dat verwenschte
grind en stof, nu Nijmegen weer in zicht
is en de muziekkapel hun staat op te
wachten, nu van St Anna tot de kazerne
toe duizenden toeschouwers langs den
weg staannu veert hun moed weer op.
nu loopen ze voor wat ze waard zijn!
Kranige kerels, of het nu de heeren
zijn van de Kon. Militaire Academie of
de robuste huzaren van het Derde Half,
of het infanteristen zijn of mariniers.
De psychologie van de Vierdaagsche
Over de psychologie van de Vierdaagsche
zou een dik boek te schrijven zijn.
Dat begint 's morgens al op den eersten
dag metzenuwen.
Het meisje, dat eerst om 7 uur mag star
ten probeert .er om G uur al tusschcn uit te
knijpen. Lukt bijna nooit, maar wordt tel
kens weer geprobeerd en warempel, om
half zeiven weten er toch een stuk of wat
uit te piepen, zoo halfverborgen tusschen
een groep oudere heeren, die nog maar 40
in plaats van 55 km mogen loopen.
Waarom ze zoo vroeg weg willen! Natuur
lijk omdat ze 's morgens om 4 uur al lang
wakker zijn geweest en rust noch duur heb
ben voor ze althans Molenhoek achter zich
hebben.
Molenhoek, dat is vandaag het groote
wachtwoord.
Ook voor de detachementscommandanten,
die weten, wat het waard is om vóór de ver
wachte groote hitte een flink stuk van het
parcours achter den rug te hebben.
In den grauwen morgen trokken ze er al
Oost-Nijmegen dreunde al heel vroeg van
het tromgeroffel.
Tien voor vijven gingen dc eerste vijf-en-
vijftigers op pad, wat later de militairen.
Prompt zes uur rikketikte de lichte trom
melslag der Koloniale Reserve op het plein,
do zwaardere trommen der infanteric-regi-
menten. onderling slechts herkenbaar aan
hun cijfer of hun piketvlaggetje.
De bungerwandelaars, dames en heeren,-
vertrekken het liefst op de tonen van een
mondharmonica of ze zingen .het Vierdaag-
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
IS?_er,en daB °?oet .Uw lever minstens een liter gal
ln Uw Inge
atroom van gal onvoldoende is,
et, liet bederft. U voelt U opgebli
U r
.—stopt. Uw lichaam ,o «c,
humeurig, voelt U ellendig en
-—e laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen!
;rgihigd en U bent
alles somber lji.
t CARTER's"LËVERPILLETJESPne
geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zachtT
°tfCart
f. U.75,
Loopen. doe ik alle dagen, zal deze deel
nemer van de posterijen zeggen, doch voor
de variatie doe ik het nu eens fluitende
schelied. Er zijn echter ook fijnproevers, zoo
als het groepje Schotsch gokleede jongelui,
dat onder aanvoering van twee banjo-spe
lers den grooten tocht aanving en ook zoo
even weer al tokkelend is binnengekomen.
Het eerste stuk van den weg gaf hoop
volle beloften voor den verderen dag: de zon
was nog niet door en er woei een lekker
frisch windje, dat de temperatuur aller
aangenaamst deed zijn. Bovendien was de
weg naar Berg en Dal uitnemend en men
zag dan ook niets dan prettig gestemde
wandelaars.
Tegen half acht waren er al heel wat aan
de bewonderende blikken der logeergasten
op den Berg voorbijgetrokken. Daar kwamen
ook de Duitsche jongens en daar moest het.
gezelschap natuurlijk even voor gaan staan.
Monotoon rombomden de twee trommel
slagers op hun oudenvetsche .hooge trom
mels, die een diepen klank geven. Mono-
loon was ook de marschordf, dezer bruin-
hemden. Keek en militairdat wordt er
wel ingebracht
Juist waren wc tegenwoordig, toen de
jongelui uit het kamp startten. De leiders
kwamen vrij onverwachts achter een tent
te voorschijn, waar de veertig jongens ston
den te babbelen. Eén van hen riep met sten
torstem „Achturig" en er klonk een hakken-
klap of er een pistoolschot werd gelost.
Inspectie van de troop met allerlei be
velen, dan: „Fertig!" en de boodschap aan
den Obergruppcnführer: „Die Truppe steht
marschbereit" Weer een schot met dc schoe
nen en daar gingen ze.
De Duitsohcrs zijn met cén slag populair
in Nijmegen, zooals 't ook de afdeeling van
de Reichswchr in 1928 was, die óók zoo
model, zoo typisch Duitsch voor den dag
kwam.
Dat mag oök best: ieder marcheëre naa*r
zijn aard on ieder vogeltje zinge zooals 'iet
gebekt is, als het maar geen lied van imi
tatie is, want dat is altijd valsch. Waarmee-
we niet willen zeggen. dat er nooit valsch
gezongen wordt op de Vierdaagsche, nu dan
letterlijk verstaan, want het zingen is nog
niet altijd IS karaats. Maar cr wordt gezon
gen uit een goed hart en dat is misschien
nog meer waard.
„Mien''
En dan is er de humor, edht cn onver-
va Isolit.
Als een detachement van Ï.R.V.A, (L1
hebt natuurlijk allang leeren begrijpen, dat
dal het 1ste Regiment Veldartillerie is)
juist met zware stappen den Bcrg-top is ge
passeerd cn weer gaat dalen, zegt er prompt
één „Jongens, ik geloof, dat we een berg
gaan tegenkommen".
En dan moet men de kwinkslagen met de
altijd aanwezige lieve meisjes langs den
weg liooren. Begin maar niet met zoo'n stel
letje huzaren, want het laatste woord heb
ben ze'altijd en hoe!
Dat ondervond het meisje, dat ergens bij
Groesbeek bewonderend en bewonderd tus
schcn het koren stond.
„Dag. Mien!" zei een huzaar/
,,'k iloct niet eens Mien!" sprak het meisje
onvoorzichtig.
„Dat wist ik al lang!" de huzaar.
„Jullie zijn echte engerds!" het meisje.
„En toch ben j ij 'n tófferd" dus de
huzaar, „jongens, cén lioera'tje voor die
tofferd van een Mien".
Meisje af met een kleur rooder dan de
roodste papaver langs den weg.
De troep marcheert door en geniet van
het prachtige vergezicht, over de golvende
korenvelden, waar voor het eerst dc
door wiekt on de rustige robuste molen
boven staat te malen.
Maar dan zwijgt de zangde beruchte
Graafwegschc straat is bereikt cn het blijkt,
dat dit jaar geldt: de helft is nic nog niet
aangezegd, want het karrespoor, dat hier
weg heet. is stoffiger cn steeniger dan ooit
De individueele loopers springen als hazen
heen en weer om het hardste wegkantje te
vinden, maar de groepen cn detachementen
kunnen dat natuurlijk niet doen.
Wat moet het anders op een rustigen dag
heerlijk zijn, .hier als eenzame wandelaar
te dolen nu het koren op de hoogte van den
weg als een gouden haag staat opgericht en
dc blauwe gentiaan en korenbloem spcclsch
uit den berm toeft.
Nu komt dit alles niet tot z'n recht.
De moed onder dc wandelaars, die alleen
maar de beproevingen van het wegdek
ondervinden, leeft weer op, wanneer ze bij
den Plasmolen weer terecht komen op den
lommerrijken hollenweg, even toeven kun
non bij het heldere beekje, om dan langs
betere wogen op Mook aan te trekken. Dia
Mcokcrhei i s ngg zoo slecht niet cn de weg
van Mook naar Molenhoek is gewoonweg
ideaal.
Kijk ze nu weer stappen, de Haagsche en
Rnttcrdamsche poltiemannen, die den kop
hebben en met drie minuten verschil bij
Mook passeeren.
De inspecteurs De Willigen en Versloot
geven den pas aan en de troep maait dooi*,
tot ze voorbij Heumen beloond wordt met
dc groote rust.
Tactiek speelt ook een rol op de Vier
daagsche cru--de detachementen, die de
50 km loopen, willen liefst de ^veertigers"
kwijt zijn vóór ze zich rust gunnen.
Bergen Ooi.
Uiienput.
De route van de eerste dag
De stemming is goed. dat ziet
orkest op marsch gaat.
Op Molenhoek
Op Molenhoek is het de bekende ge
zellige drukte van altijd
Juffr. de Haas komt er met haar auto
aanrijden cn regelt den massagedienst,
dokter Avenarius is natuurlijk ook van
de partij, maar het duurt heel lang voor
zijn helpers de eerste blaren behoeven
door te prikken, want alles loopt nog
bijna in ipuike conditie, vooral zij, die
vooraan gaan.
Het hinkend paard èn de hinkende
wandelaar komen achteraan.
Hinkende militairen zien we hier niet,
want er zijn generaals, een oude vriend
van de Vierdaagsche, Generaal Sillevis
en een nieuwe vriend, de Gen. Majoor
V. d. Bent, commandant der IVe Divisie.
Het goud op de kragen en de vier
sterren werden al van verre herkend,
de kragen gaan dicht en de mutsen op
en dat wordt dan paradeeren van jewel
ste, soms met de echte paradepas, zóoals
de Grenadiers het doen, eveneens keu
rig. vooral in het gelid bij de Militaire
Politie.
De Generaals bclooncn dat met een
stram saluut, soms door den comman
dant een bemoedigend en waardeerend
woord voor hun troep mee te geven.
Ook voor de burgergroepen hebben de
hooge militaire autoriteiten volle belang
stelling. Als een groep van do Princevlag
voorbij komt, vraagt gen. Sillevis lachend
„Welk regiment is dat?" en de drie dapper
stappende gemouseliende meisjes krijgen
een aanmoediging: „Succes, dames!".
Of dat gewaardeerd wordt.
De veldwacht trekt voorbij en wil der.
weg naar Overasselt indraaien, maar dat
-gaat-zoo niet, want op-het hoekje-woont
een veldwachter^ een veldwachter met het
.hart op de rechte plaats! die al z'n eöllega's
binnen noodt, waar moeder de vrouw de
koffie al bruin heeft Ook dat is kameraad
schap, die in heugenis blijft.
Voor ditmaal moeten we alle militaire
troepen, de dames en de keien van 50 en
55 eens in de steek laten.
Later hooren we wel van ze, hoe slecht
ook de wegen waren tot den Teersdijk toe,
lies droog en stoffig en vol kiezelstecnen.
Wij fietsen ditmaal eens langs den mooirn
hoofdweg langs Malden, om de jeugd in
tie te zien.
En ook hier treft ons, evenals op andere
deelen van de route het medeleven van dc
burgerij, dat zich niet alleen uit in vlaggen-
took maar ook in het gereed zetten var.
drinkwater. Bij een villa heeft men zelfs
een complete sproei-installatie langs den
eg aangebracht.
Wat kwiek loopen de jongens en de meis
jes, die toch ook in totaal 120 km hebben
- verwerken, nog over bet asfalt.
Keurig, die N.J.V.-vvacht uit Don Haag en
dat fleurige groepje van de Hazen-kamp uit
Nijmegen.
Is liet niet merkwaardig, dat in heel veel
van die jeugdgroepjes een der meisjes de
leiding heeft en met onuitputtelijke vinding
rijkheid telkens een nieuw lied inzet?
On den broeden weg van Hatcrt naar N:i-
megen treffen we weer de „vroege veerti-
dit vroolijk groepje, dat met hun eigen
gers", de menschen, die men niets behoeft
te leeren en die met hun zilveren medaille-
op de borst rustig een hoekje in een café
langs den weg op gaan zoeken om- er toi
klokke half twee te blijven, geen minuut
langer, want ,.ze zijn gewend om altijd
kwart over twee binnen te komen".
En als we dan Nijmegen weer binnen zijn,
waar de duizenden wachten, dan zien we
zoo successievelijk bijna allen weer pittig
cn opgewekt binnenkomen* de gezellig bab
belende Franschen, de ongelijk loopende
Engelsehen, het frissChe groepje van de
K.LM. met de hier al bekende blauwe jas
jes. het 22e R.I. met den nu eenmaal kleinen,
maar dapperen luit v. d. Steen, bekend van
den Rotterdammer-marscli, evenals de ma
riniers met den eveneens bekenden luit.
Arents. En last not least noemen Hl
natuurbjk het groepje van „Excelsior" uit
Delft, dat voor het eerst meedoet met den
heer Van Heusden aan het hoofd.
De muziek speelt, het publiek klapt op de
maat van de stappen cn juicht bekende
figuren, zooals opa Dinkhuyzen, Jan van
Zanten en moeder v. d. Kley toe.
Terwijl het tot in don voormiddag warm
weer is geweest, dreigt er nu een regentje
en vallen er zelfs al ecr.ige droppels, restan
ten van het overgedreven onweer.
Hazeggon de wandelaars, die aan !het
stof denken
Maar voor het morgen is zullen we eerst
eens naar de uitvallers gaan informeeren.
En dan gaat het morgen weer het mooi
land van Maas en Waal in!
Dinsdagavond
Hier is het resultaat: 9 uitvallers
op de 4570 gestarte deelne
mers.
Zóó laag was het getal nog nooit;
vorig j'aar, toen het niet warm was,
waren het er nog 16.
Maarhet regent en hoe zal het
morgen zijn?
Dat zal blijken,
Whisky Soda
Cara m e lla
Van Lonk a
te Breda
NED. BOND VAN HUIS-
EN GRONDEIGENAREN
Tweedaagsch Congres
te Groningen
Openingsrede van den heer
S. J. Mook
Hedenmiddag is in de „Harmonie" te
Groningen het twcedaagsche jaar-
lijkschc congres begonnen van den Ned.
Bond van Huis- en Grondeigenaren en
Bouwondernemingen,
De vergadering stond onder presidium
van den heer S. J. Mook, uit Rotterdam,
die er op wees, dat er nog steeds talrijke
factoren zijn, die tot bezorgdheid aanleiding
geven. Van eenige verbetering van het sterk
\erlaagde huurpeil is geen sprake. Dc hooge
en verhoogde overheidslasten en tarieven op
het onroerend goed drukkend, bleven nog
steeds onveranderd, terwijl weinig gunstige
perspectieven tot eventueele verlaging val
len te ontdekken. T.a v. dc kansen tot canon-
verlaging zijn de perspectieven eveneons
ongunstig. Van de Regecring werd bericht
ontvangen, dat z.:j geen maatregelen in over
weging kon nemen. Tengevolge van de
sterke rentedaling van obligatieleeningcn
met de daaraan verbonden risico's voor
koersverlies bij rentestijging, is in toene
mende mate een sterke concurrentie ont
staan op de hypotheekmarkt.
Ondanks deze sterke concurrentie werkt
een algemeene rentedaling voor bestaande
posten slechts zeer traag en in talrijke go
vallen in het geheel niet door. Niettemin
OXDEIIDAG 28 JULI 1838
ILVEKSl"M I. 1875 en 115.5 m. AVnO-UlUen-
illnsr. 8 00 Gram.muziek. (Om 8 30 Ber) 10.00
Morgenwü'lingr 10.1 Gram.mfiziek. 10 30 Om
roeporkest 11.1q Declamatie. 11.30 Vervolg
oordracht (Om
12.15
semble Caret Alberts
Vervolg ooncert. 3.00 D
de zieken. 4.30 Het Ko>
Kinderhalfuur. 5.30
Sportprantje. 7.00 Orge
serie „Mfinaehen en
Ber. ANP, Mededeelinj
n harp. 7.40 Cau-
jeiUkheden". 8.00
8.15 Nieuwe Am»
Uging en kinder-
i-kwlntet»
III.VERSUM II. 301.5 ni. S.000.15 KRO. 10.0G
NCRV 11.00 KRO 2.00—12.00 NCRV. 8.00—»
r.). 10.00
10.15 Mori
ndienst.
10.45
11.30 Go<Lsdie
12.00 Ber. 12.15 Gram.muziek. 12.30 KRO-or-
kr-.n «n gram.muziek. 2 03 Handwerkuurtje.-
2.55 Gram.muziek 3 00 Voor de vrouw. 3. 50
Gram.platen. 3.45 Bijbellezing. 4 43 Gram.mu-
ziek. 3 00 Cursus handenarbeid voor d?
j-nigd. 3.30 ^ang en pi3no. 6.30 Chr. Frieache"
uitzending.
Icht. 7.438.00 Reportage, evtl. gram-
k. 8.05 Ger. ANP. herh. SOS Ber. 8.1S
luziek v. h. 6e R. I. 9.00 Reportage. 9.30
>lg concert (10.0010.15 Ber. -ANP».
Grain.muziek. 11.5012.00 Schriftlezing
DROITWICH. 1
sextet 1.00
S 35 orkest
8.20 Varlèt
kerkdienst.
R ^Gram.muz'iei
3 05 Viool. 3.20
8.109.03; 10 30 «n 12.20
ang. 2 05 Gram.muziek*
4.35 Cello. 7.38
8.35 Zang. 8.50 orkest
6.30^rn 7^3
l m. 12.20 Gram
iziek. 8.20 orkest
iziek. 9.2o orkest
ek. 12.50 orkest. 1.10
5.20; 6.35 en 7.33
erkende spr. met instemming cn dankbaar
heid, dat talrijke crediteuren een grootQ
coulance jegens hun debiteuren betrachten,
Het valj echter niet te ontkennen, dat tc-u
aanzien van de rente de houding van do
meeste crediteuren, voornamelijk de parti
culiere geldgevers, uiterst stroef is. i
Een verlaging der rente, desnoods onder,
verplichting deze aan te wenden tot aflos
sing, zooals door ons bij herhaling is aan
bevolen, zou in belangrijke mate bijdrageit
tot saneering van te hooge posten en daar
mede tot herstel van vertrouwen in het on
roerend goed cn het hypothecaire crediet.
Ook in deze richting is de medewerking
van crediteuren niet onverdeeld gunstig en;
in vele gevallen uiterst stroef.
Naast deze pessimistische geluiden: kan)
ook van een enkel lichtstraaltje worden ge
waagd. O.a. valt in steeds ruimeren kring
belangstelling waar te nemen voor het be
staande bezitW,ij waardeeren het, alduS
spr., ten zeerste, dat de Regeering in dezo
richting een poging onderneemt om doop
middel van aanmoedigingspremies iets te
doen ten aanzien van de talrijke zgn. onge
wilde en verouderde woningen.
Wat dc organisatie aangaat betreurde spr,
het, dat verscheidene plaatselijke vereer.i-
gingen in den lande nog niet zijn aangeslo
ten en enikele den bond weer hebben veria-
tem Spr. uitte tenslotte de hoop, dat doop
de voorgestelde wijziging van statuten ei£
huishoudelijk reglement de basis voor
vruchtbaren arbeid en samenwerking zal'
worden versterkt.
Tijdens de bijeenkomst hield mr P. H. Wt
Ch. van Wicheren een rede over:
„De huiseigenaar en zijn rechten
tegenover openbare besturen bij aan
schrijving tot verbetering en onbewoon
baarverklaring van woningen,''
SCHOT HAGEL IN LICHAAM GEKREGEN
Aan gevolgen overleden
MEPPEL, 26 Juli. De 16-jarige J. de
Booy uit Wapserveen, die Zaterdag tij
dens de hertenjacht in het jachtveld
een schot hagel in het onderlichaam
kreeg, is heden in het Diaconesscnzie-
kenhuis te Meppel aan de gevolgen over-
D E E O
Buikgordels, soeper en gemakkelijk
- Goed waschbaar
Alleen-verkoop?
Wester-flpotheek SS I
Deveo-Depot
Fa C. Roosen Zn.' I
jffi vAnNd°omoRT;',c0b B°'^.'abr'ka°"! I
wDOORf
G.RVAM DE^BEEKr
Hij moest telkens aan huis denken, hoe ze 't vinden zou.
Stijn, als hij tegen den middag thuis kwam en haar 't geld,
toch alles bij mekaar een goeie daalder, in de hand kon stop
pen. En ze wisten geen van allen waar van. Hij zou 't haar
toch vertellen, dat hield de zaak zuiverder.
Stijn was den laatsten tijd erg stil. Begon de armoe en
't vooruitzicht op 'n langen tijd van schraalheid en nood haar
te knauwen? Als zij d'r hoofd nou maar op hield! Een vrouw,
die in zulke omstandigheden de boel liet verslonzen, dat zou
dubbel erg zijn. Maar nou kwam er licht. Ener kwam
toch nog wel eens werk, los of vast. Ze begonnen nou toch
al gauw aan 't kanaal ook. Daar zou hij bij zijn.
Dat had heel wat beroering in de polders gebracht. Een
kanaal, dat van de Beems boven Grondel liep naar de Oude
Stree. 't Werd een groot werk van een jaar of drie, vier. Als
er dan voor hem nog niets te doen was, ja dan lag 't aan hem
zelf.
Hij verschikte de zak naar den anderen schouder. Ginder
was Overweg, 't Was een heele tippel, 't Was hier toch ander
land dan bij hem in den Ossendijkschen polder. Zanderiger
leek 't hem. De slooten lagen er maar onverzorgd bij en die
heiningen aan de dammen, die vond je zoo aan den overkant
nergens. En alles weiland, dat deed ook vreemd aan. Hij
voelde, dat de Elzenberm hem vasthield. En nou vooral. De
Petser was een uitkomst.
Kijk, daar had je nou weer, wat zijn vader vroeger altijd
2ei: „Ge mot 't van de tollenaers en de Sameritaonen eeir ver-
waachten dan van 't ège volk".
En de Petser. dat was 'n tollenaar en *n Samaritaan. Een
groote vloekbeest en een beider, maar dat ging hem niet aan.
Hij stapte den dijk over en ging de stoep af Overweg bin
nen. Eerst achteraf-buurtjes, met kleine, gore woningen van
arbeidersmenschen. 't Stonk er, want de open sloot langs de
straat met kinderkopjes was de vergaarplaats van alle vuil
uit de buurt.
Toen kwam hij in de Hoofdstraat, nog een eindje: voorbij
het postkantoor woonde Dirksen de poelier, 't Was bij ach
ten. Gijs spuwde zijn pruim uit, schrapte zijn klompen af
langs den stoeprand en ging de winkel in.
„Goeje merrege, hier zij ik mee de vraacht van Flippe".
De buit werd getaxeerd en natuurlijk waren er tal van
aanmerkingen. De eene haas was veel te licht, de ander, nou
ja, maar hij had zoo'n goede zware juist er bij moeten hebben.
„Zitten er in de polder gin grooite mieer?" vroeg de baas.
„Mer zat", zei Gijs, „mer die kommen d'n aandere kieer,
dink ik.
Afijn, bij 't afrekenen. Gijs kreeg de heele afrekening mee,
viel er voor hem nog een dubbeltje af.
Een goed kwartier later stond hij weer op straat, 't Geld in
*t kleine katoenen zakje, goed onderin zijn schietzak en de
zakdoek er boven op.
Nou maar weer op huis aan. Maar een buitenman in een
soortement stad kijkt allicht eens hier en daar rond en zoo
slenterde Gijs de Hoofdstraat uit van het eene winkelraam
naar het andere. Bij een dwarsstraat hoorde hij 't gerucht
van 't spoor. Vijf minuten van hem af donderde de trein over
den overweg voorbij in een wolk van spierwitte stoom.
Als hij weer ging nam hij Tinus mee.
„Zoo Geske. gij zijt ook vroeg op pad",
Gijs schrok.
Achter hem stond een opgeschoten jongen, de zoon van
een boer, die de kanten van Grondel uit woonde. Gijs was
in den tijd. dat hij aan de Steeg werkte vaak bij hen thuis
geweest bij slecht weer of om een kop koffie en wist, dat de
jongen een lastig heertje was.
„Gij zijt ook nie van de leste, zou 'k dinke".
..Zaoke, kérel, zaoke, ik heb 'n verke aafgeleverd en nou
gaoi ik ieerst 'n borreltje drinke es ik m'n bodschap heb ge-
daon. Dan rij ik vrom nar huus. Rijde nie mee. Gijs?"
Maar hij voelde er niets voor. Trouwens zijn bootje lag nog
aan dezen kant van de Beems.
„Neje, ik gaoi mer te voet".
„Ge zijt unne gek. geleuf ik. gao mee kérel, ik trakteer".
„Ge kunt wel trakteere, mer ik gaoi allieen nar huus".
Een minuut of tien later zaten ze samen in een bekend
café'tje aan 't marktplein, waar het wagentje van den boeren
zoon wachtte.
Gijs had 't meest zin in een kop koffier maar de ander
smaalde minachtend, dat 't nou eens geen wijvenspul zou zijn,
maar iets hartigs en hij bestelde voor ieder 'n glas jenever.
Ze zaten ieder aan een kant van 't met kringen becirkelde
tafeltje en proefden met lange tusschenpoozen van de drank,
't Scheen, dat de jongen reeds meer had genomen, dan dat
eene glas en toen Gijs aanstalten maakte om zijn reis naar
den Elzenberm terug weer aan te vangen, zei de boer: „Kom
Gijs, 't verke is zoo meegevalle, we vatten d'r ielk nog
ïeentje".
Ze begonnen over Grondelsche menschen te praten en ovep
den Elzenberm.
„En hoe scharrelde gij oew kosje bij mekaore", vroeg dé
royale slungel tegenover hem, „nou ge nie mieer bij Janne
werkt".
Toen noemde Gijs den gevaarlijken naam van den Petser,
„Ik zij in dienst van de Petser", zei hij en met dat hij 't
hoorde schrok hij van zijn eigen stem.
„De Petser, zegde, nou, nou ik mot zegge ge het unne
goeien baos getroffe".
Nu had Gijs nog meer haast om weg te komen en hij stond
op. De twee glaasjes slechte jenever hadden hem wee ge
maakt en de schrik over zijn uitlating deden hem naar buiten!
verlangen.
„Ik gaoi op huus aon", zei hij en wilde de gelagkamer vew
laten.
„Dieje Petser heb ik giesteren aon de Meulendijk gezien,
't Is mer nun raore doerak en wet doede gij vur urn?"
„Ik doei bodschaepen vur um es ie zelf gin tijd heet",
„Bodschaepe?"
„Jao. ik moes om haogel en petrooinhulse vur um".
„En stuurt ie jou daor zoo wijd vur weg, die kan 't ie tocK
in Dcmerum ook krijge?"
„Mer nie de goei".
„Wil ik oe is wet zegge, Gijs, ik geleuf, det gij ook streupli
net es hij, ik zal is efkes bij Dirkses aongaon, om te vraoge
wie die twee endvogels heet gebracht
Nu wist Gijs, dat zijn nieuwe baan niet lang zou duren.
„Ik gaoi", zei hij kort en vertrok.
„De burgermeester van Grondel en Dengeren, det is mijnj
ooim det witte war. Ik zal 't um is vertelle".