7 kleu-ïer-kranlye VERBODEN TE SLAAN Rom, rom, rommerdebom! Sloegen de jongens op meesters regenton En meesters jongste zoon Verviel in 'n andere toon, Zong dan 'n vreeslijk lied Van angst en van verdriet, Want dat rommerdebom Op de regenton Maakte hem bang, 't Duurde ook zo lang. Toen nam meester 'n krachtig besluit: 't Was uit Voortaan Met dat slaan! Meester greep een papier En schreef met edele zwier: „Verboden te slaan!" Dit kwam op de ton te staan. Maar Piet van der Kraan Vergat het vermaan, Hij timmerde raak Met ontzettend gekraak, Als stak hij de draak Met meesters wraak. Toen ging hij in school. Had nu zelfs nog jool, Maar meester vroeg bars: „Wie sloeg daar die mars? De tamboer kom hier; Ik spaar hem geen zier!" Piet ging naar hem toe En zag reeds de roe. Maar onze Piet Was de domste niet Hij keek wel bedrukt, Maar was inwendig verrukt. Want toen Meester een, twee, drie, Hem lei over de knie Toen zag hij daar staan: „Verboden te slaan!" Piet had, bang voor 't geweld, 't Papier op z'n broekje gespeld. EEN EENVOUDIGB MACHINE Proberen een eenvoudige machine te maken? Op afbeelding I zie je een toestelletje, dat je zo kant en klaar kopen kunt. De vloeistof in de glazen bollen is gekleurde alcohol. Boven de alcohol is een luchtledig. Houden we onze warme hand op A, dan verdampt de alcohol en drijft daardoor de vloeistof naar B. Gevolg: A rijst en B daalt. Wil je deze geschiedenis praktisch toepassen, dan maak je om de verbindingsbuis een houten buis, die om de spijltjes (fig. II) draaien kan. De beide bollen laat je dan telkens dompelen in een bak met warm water. Dit warme water doet natuurlijk dezelfde dienst als onze warme hand. 't Zelfde is ook nog op een andere wijze te ver krijgen en wel door de warmte van de zon. Je bedekt dan de bovenste helft van de bollen met lak of roetzwart en zet het heele toestel in de zon. Alleen maak je er een plat dak over, zodat 'de zonnestralen alleen de bol kunnen be- sohijnen, welke op de grond komt; de bovenste bol wordt dan beschaduwd door het dakje. Je begrijpt wel, grote krachttoeren moet je van deze machine niet verwachten. I. Zes vierkantjes overhouden Onderstaand figuur wordt gevormd door 38 leg- stukjes of lucifers zonder kop. Neem nu 14 stok jes weg, zó dat er 6 vierkantjes overblijven. II. Eén letter verschil Met k als eindletter ben ik een sappige vrucht en met e een groot rijk in Azië. III. Altijd rond Ik ben altijd rond. Als ge mij onthoofd blijf ik tooh rond en dien ik dikwijls als versiering. IV. Op zoek naar een land Ge moet de letters van de beide woorden: geen land eens zó verschikken, dat ge de naam krijgt van een land dat werkelijk bestaat. OPLOSSING van de raadsels in de vorige Kinderkrant 1. Het geheel is: schoenmaker. De afzonderlijke woorden zijn: kers, Maas, oor, scheen, kerk. 2. Koe koek; koekoek. 3. Ossetong. 4. De hoed. IN EEN KLEIN WERELDJE Door EMAN EMMAUS 6) IV^AAR de juffrouw had gezegd, dat de zon ▼1 wel v/eer gauw goed zou worden. Ze had gezegd, dat er ijs kwam. En misschien kwam er wel sneeuw óók. Dat wist de juffrouw allemaal. Ja, hun juffrouw was toch maar héél knap. Die goeie juffrouwl De zon is weer goed Wat was 't vanmorgen toch koud. 't Had gevroren, zei Vader. Héél hard gevroren Vader had dikke wollen wanten aangetrokken. En hij had zijn kraag heel hoog opgezet van morgen. 't Was zó koud! ,,Pak de kinderen maar goed in, Moeder!" had Vader nog gezegd. En toen was hij naar zijn werk gegaan. Kees en Keetje en Klaartje en Pietje hadden dat niet gehoord. Die lagen nog lui en warm in hun bed. Straks moesten ze er uit. Pim nog niet. Maar de andere vier wel. Ze moesten naar school. Ze zouden wel blij zijn, dat er ijs was. Juffrouw had gelijk gehad. Die juffrouw wist ook alles. En de zon was ook weer goed ge worden. Ze keek nog wel niet vriendelijk. Maar ze was toch uit haar bed gekomen. Je kon nog goed zien dat ze boos geweest was. Een klein beetje boos was ze nog wel. Want ze keek nu niet in de kamertjes, waar kleine kindertjes sliepen. Ze dacht, dat die óók boos op haar waren. Nét als de winter. Maar dat had de zon glad mis. De kindertjes waren héél niet boos op de zon. Ze waren blij. Ze dachten, dat de zon en de winter nu wel weer goeie vrienden waren. Dat dachten ze. Maar dat was n- zo. Dat wisten de winter en de zon wel beter. Js It mes goed, meneer?" Dat wisten de kindertjes niet. De juffrouw wél. De juffrouw wist ook zo véél. Dat was een prachtige tocht naar school. Ze hadden allemaal dikke dassen en warme wantjes aan. En ze hadden de kraagjes van hun jasjes opgezet. Dan was het tóch niet koud. Dan was het fijn en warm. En de weg was zo hard. Je kon bij iedere stap hun klompen horen klepperen. En op de sloot lag een laag ijs. Dik ijs. Jan en Jaap waren er op gaan staan. En het ging goed. Het hield. Prachtig. Als het nóg eens zo vroor en dan nóg eens, dan konden ze allemaal op 't ijs. Kees durfde 't nog niet. 't Mócht niet van Moé. En van Vader óók niet. En Keetje en Klaartje en Pietje en Jans en Jobje waren óók bang. Jan en Jaap mochten óók niet. Maar ze deden het tóch. Dat was hélemaal verkeerd. Jans Vader zag het niet. Jaaps Vader óók niet. Gód zag het. Toen ze in de warme klas zaten had de juf frouw héél vrolijk gelachen. En ze had vrien delijk met haar kindertjes gepraat. „Kinderen!" zei ze, „zie je wel, dat ik het goed voor heb gehad. Dat wist ik allemaal van de winter. Dat is zó'n goeie vriend van me. De zon óók. Maar die wil nu niets met me te doen hebben. Dan moet zij alléén weer de baas zijn. En de winter heeft me nóg iets verteld. Dat mag ik alléén tegen jullie zeggen. En jullie óuders mogen het óók weten. Kinderen, we krijgen snééuw! Fijn hé!" Toen hadden ze allemaal geroepen: „Fijn! Fijn!" En de juffrouw had zó moeten lachen. 't Was ook zo leuk al die blije kindergezichtjes* En de juffrouw zei nog méér. „Kinderen", zei ze, „weten jullie waaróm ik dat nou zo fijn vind? Omdat het strakjes Kerstfeest is. En bij Kerstfeest hoort sneeuw. Vinden jullie ook niet?" En ze hadden allemaal geroepen: „Ja juffrouwl Ja juffrouw!" (Volgende week verder HAASJE OVER In de rij! Gebukt gaan staan! Pas eens op, Daar kom ik aan! Buig je rug Er overvlug! Ziezo, nu ik weer staan. In de rij! Het spel gaait door! Ik was laatst En sta nu voor. 'k Buig mijn rug, Daar komt hij, vlug! Oef! 't Was een zware hoor! ROEL DASMUS. ZATERDAG 23 JULI No. 29 JAARGANG 1930 De Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant Nieuwe Utrechtsche Courant, Nieuwe Leidsche Courant en Dordtsch Dagblad Donderdagavond BUITENLAND HET bezoek van het Britsche Koningspaar aan de Fransche hoofdstad roept onwillekeurig herinneringen wakker aan de reis van Mussolini naar Berlijn en het bezoek van Hitier aan Italië. Ook Parijs bood immers een grootsch en onver getelijk schouwspel, een jubelende menigte, een militaire parade van ongekenden omvang en een reeks van feestelijkheden, welke die te Rome en Berlyn konden evenaren. Men had er dan ook de kapitale som van maar eventjes frs 24 millioen aan ten koste gelegd. Bij alle overeenstemming naar het uiterlijke was er echter wel dagelijk verschil te constateeren. Bij de bezoeken van Hitler en Mussolini gold het tenslotte beide kee- ren een dictator en thans betrof het „maar" een Koningspaar, dat niettemin over het machtigste imperium der wereld regeert. Te Rome en Berlijn toonden twee autocratisch geregeerde landen waartoe zij in staat waren, thans greep een der grootste democratieën ter wereld de gelegenheid aan het staatshoofd van een naburig rijk een glorieuze en luisterrijke ontvangst te bereiden. Wat valt nu te prefereeren? Het afgodisch heil- geroep van een aan banden gelegd volk, dan wel de enthousiaste jubel van een vrij volk, dat wars is van overdreven en geforceerd enthou siasme zonder veel inhoud?De keuze is niet moei lijk en het valt niet te verwonderen, dat het bezoek van het Britsche Koningspaar aan Parijs er niet weinig toe zal medewerken het Fransch- Britsohe verbond bij de volksmassa meer popu lair te maken. Dat is al tijdens de vrijheidsfeesten op den veertienden Juli duidelijk aan den dag gekomen. Het verschil in mentaliteit tusschen de Britten en de Franschen heeft altijd een innige vriendschap tusschen beide landen in den weg gestaan. Daarin schijnt, thans definitief een ver andering ten goede gekomen te zijn, getuige ook wat Koning George zeide tijdens zijn tafelrede in het Elysée, nl. dat de vriendschap tusschen beide landen nog nooit zoo hecht en intiem is geweest als thans. dat slechts informatieve besprekingen zijn ge voerd. Van beraad tusschen gelijkwaardige par tijen is tot dusver niets gekomen. Zou deze klacht juist zijn, dan is hier ongetwijfeld een psycho logische fout gemaakt, die nauwelijks verant woord is bij de uiterste delicate positie, waarin partijen zich thans bevinden. Aan den anderen kant krijgt men den indruk, dat de Sudeten- duitschers overmatige eischen stellen, zoodat de vrees gewettigd is of zij, indien zij volledig hun zin zouden krijgen, wel loyaal zullen willen medewerken de democratische grondwet der repu bliek ten uitvoer te brengen, nu hun eischen van zelfbestuur practisch neerkomen op moreele af scheiding van de Tsjecho-Slowaaksche republiek. Bijzonder relief krijgen in dit verband de (tegen gesproken) geruchten over een mobilisatie in Tsjecho-Slowakije en een ander bericht meldde, dat Hitier weer wat in den zin zou hebben tegen den tijd, dat het nationaal-socialistische partij congres wordt gehouden. Hij zou reeds honderd duizend man van den arbeidsdienst naar het Rijnland gezonden hebben teneinde vóór 15 Augustus de Duitsche versterkingen langs den Rijn te voltooien. Men moet natuurlijk al deze berichten onder het grootste voorbehoud aanvaarden, doch het tee kent in elk geval de situatie. Niemand kan zeggen hoe de gebeurtenissen zich zullen ontwikkelen als straks inderdaad blijkt, dat de Regeering te Praag niet bereid blijkt ten volle aan de Sudeten- duitsche eischen tegemoet te komen. Er zal van de Fransche en Britsche staatslieden vermoe delijk in de komende weken heel wat gevergd worden om het spook van den oorlog uit ons werelddeel te houden. Het is te begrijpen, dat men de reis van het Britsche Koningspaar aangrijpt om te overleggen, opdat straks, als de nood aan den man komt, de overeengekomen gedragslijn snel in toepassing kan worden gebrach* Gaarne zijn wij bereid, vooi zoover dt voorraad strekt, onze lezers aan losse nummers Zondagsblad te helpen. Wij brengen daarvoor 5 ct per nummei in rekening en verzoeken vriendelijk het bedrag gelijk bij de bestelling te voldoen. DE ADMINISTRATIE <5 Spanje heeft, wat het deel van Franco aangaat, op grootscheepsohe wijze het tweejarig bestaan van den burgeroorlog gevierd Een bittere pil was het voor den opperbevelhebber der natio nalisten, dat hij dit „jubileum" niet vieren kon met den val van Sagunto. De linksche legerscha ren bieden nog altijd sterk weerstand en slechts voetje voor voetje komen de rechtschen vooruit. Wel is waar werden een aantal dorpen in den sector Teruel veroverd, doch snel gaat de op- marsch nog niet in haar werk! Snoevend moge Franco spreken: „Wij hebben den oorlog gewon nen", een nuchter Hollandsch spreekwoord zegt, dat men nooit hei moet roepen voor men over de brug is. En ook al ziet het er wer kelijk naar uit, dat Franco straks definitief als overwinnaar uit den strijd te voorschijn komt, het kan nog vele maanden duren en daarom zou eenige bescheidenheid den man wel sieren. Doch helaas, hy zit nu eenmaal in het autocratische schuitje en daar is grootspraak al lang tot een der grootste deugden verheven en dus ontkomt ook Franco daar niet aan. Koningin-Moeder Maria van Roemenië is niet meer! Deze veelzijdige vorstin moge de laats e jaren veel aan populariteit hebben ingeboet, het neemt niet weg, dat haar volk rouwt over haar verscheiden. Want in uren van den grootsien nood kende zij de opoffering en volledige over gave aan haar land. Dat was in de oorlogsjaren toen zij vrijwillig als verpleegster ging arbeiden onder de soldaten en alle ontberingen van den strijd mee onderging. Velen zijn haar altijd blijven zien als de statige vorstin, gehuld- in een wijdgeplooid wit gewaad met op het hart alleen een Rood Kruis. Leed en smart zijn deze Vorstin vaak ook door eigen schuld in haar veel bewogen leven niet gespaard gebleven. Diep tragisch is wel dat een van haar vurigste wen- sohen, nl. de verzoening tusschen Carol en Helena van Griekenland steeds onvervuld is gebleven. Het meest tragische is echter, dat dit leven niet heeft gekend het zien' van leed en smart onder Hooger Licht, waardoor de echte levensblijdschap haar deel zou geworden zijn. <3" Het ligt voor de hand, dat het Engelsche Konings- bezoek aan Parijs ook wordt aangegrepen om een aantal diplomatieke kwesties op grondige wijze te bespreken, en men behoeft er niet aan te twijfelen, dat Lord Halifax en George Bonnet' alles in het werk zullen stellen om de hartelijke betrekkingen tusschen beide landen nog nauwer aan te halen. Het is niet moeilijk te gissen naar de onderwerpen, die de beide Ministers zullen bespreken .Zij betreffen: Spanje, Tsjecho-slo- wakije en de Middellandsche Zee. Het Tsjecho- Slowaaksche probleem is momenteel wel het allergevaarlijkste, nu de regeering te Praag bezig is de laatste hand te leggen aan het ontwerp Minderhedenstatuut, dat de bedoeling heeft recht te doen aan de Sudetenduitsche minderheid in het land. Van Duitsohe zijde heeft men datgene, wat er van de voorstellen is uitgelekt, reeds met hoongelach ontvangen en onmiddellijk van de hand gewezen. De Sudetenduitsche Partij zelve heeft verklaard, dat er van eenig overleg met de Regeering tot dusver geen sprake is geweest en Ook in Zeeland treft men de schaapherder nog aan. Hier ziet men den herder bij Goes zijn schapen op den dijk weidend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7