Ned. Zendeling Genootschap
WANDEL-WEL EN -WEE
KENT U
Itl
mm, DONDERDAG 14 JULI 1938
141ste jaarvergadering
te Rotterdam
In de Zendingskapel, Gerard Scholten-
straat. had de 1-ilste jaarvergadering
van het Nederlandsoh Zendelinggenootschap
plaats onder leiding van Ds. J. J. Stam
In zijn openingswoord wees do voorzitter
op den nood van dezen tijd. Maar in ver
trouwen op God willen wij moedig voor
waarts gaan.
Ds. J 0 h. R a a m s las, bij ontstentenis van
'den voorzitter, Prof. Dr. Cramer, hei' verslag
van de Zendingsschool. Uit de vergadering
kwam do vraag of de toelatingseischen van
de school niet te zwaar zijn en of dat niet op
den duur kan leiden tot een tekort aan
krachten op de arbeidsvelden.
Onder groote belangstelling werden door
'den penningmeester, den heer Buis, de
posten van inkomst en uitgaaf toegelicht.
De inkomsten en uitgaven bleken in zeer
schrille verhouding tot elkander te staan.
Voor het N.Z.G. was over de eerste helft van
het jaar ontvangen f 94.700, terwijl f 153.600
noodig was, zoodat er achterstand was van
i 58.900. Voor de Samenw. Zendings Corpo
raties zijn die bedragen: ontvangen f276.000.
noodig f 460.000, dus op 1 Juli achterstand
van f 184.000. Daar deze cijfers zoo somberen
'dreigend zijn terwijl opnieuw korting
^er reeds gekorte salarissen van de Zen-
idingsarbeiders onvermijdelijk zal zijn
werd de noodzaak gevoeld deze dingen met
bijzonderen ernst der gemeente voor te leg
gen.
Ds. Rijnders vertelde van hetgeen door de
B. A. gedaan werd noemde do 2 x 100
mannen, welke 200 predikanten de kerkera--
den in hun kring of classis bewerkten
herinnerde aan hei* nauwere contact gelegd
met de onderwijzers, wees op het „week
end" met 70 onderwijzers a.s. Zaterdag tot
Maandag in Oegstgeest, wees op de beteeke
nis der iectuur ook voor kinderen, de pogin
gen om de studentenwereld ook warm te
m&ken voor dezen arbeid door onzen God ge
geven aan ons, Die dit werk in Zijn dienst
en onder Zijn zegen mogen doen.
Door Ds. Crommelin werden de aan
wezigen vervolgens naar de Zendingsvelden
geleid. Hij wees op de opleving en de toene
mende actie in de Mohammedaansche we
reld, waarbij geestelijke motieven tot uiting
komen, die sleohts aan de inwerking van
het Evangelie toegeschreven kunnen worden.
Het aantal Mohammedaansche kinderen, die
onze Zendingsscholen bezoeken, neemt jaar
lijks met honderden toe. Toen spr. vertelde
van de politieke strooming in de inlandsche
Indische wereld, trof daarbij vooral de tol'
uiting komende anti-Westersche houding,
'doch spr. liet tevens zien hoe in dat nationa
listisch streven tevens een zeer gezond ele
ment werkt Door de inheemsche kerk heeft
de zending steeds meer contact met de In
landsche wereld, al ie daarvoor een groote
mate- van vact bij de zendelingen noodig.
Dr. Brouwer bracht de aanwezigen naar
Midden-Celebes, waar het aantal Christenen
reeds de 21.000 overschreed. Wel waren ve
len nog niet geheel aan de macht van het
heidendom ontkomen, maar de goede kern
der gemeente groeit' en Gods Woord begint
zijn invloed meer en meer te doen gelden.
Het Nieuwe Testament in één dezer talen
geheel, in andere ten deele uitgegeven,
wordt door de Christenen onderling gebruikt
in bespreking. De getallen toonen groei naar
buiten, maar de inwendige groei blijft van
grooter beteekenis.
MIDDAGSAMENKOMST
Te Half 3 werd de Jaarvergadering voort
gezet met een ook voor belangstellenden
openstaande samenkomst. De goed bezoch
te vergadering stond onder leiding van
Dr J. J. Stam, die na het doen zingen van
Ps. 138 1 en gebed, Psalm 138 voorlas. Hij
sprak voorts een woord van welkom en
Verheugt zich, dat er een kern der gemeen
te is, die met groote offervaardigheid den
Zendingsarbeid blijft dragen. Bij de groote
zorgen sterkt ons bovenal de belofte des
Heeren, dat Hij Zijn werk niet zal laten
.Varen.
Spr. verwelkomt inzonderheid den Zen
deling de Vries, die op 20 Juli 40 jaren
in het werk staat, zooals ook de heer
Luynenburg, reeds emeritus, dezelfde
peri-ide voltooid heeft. Op 9 Juli had Zen
deling P 1 c k 25 jaren zijn taak verricht.
Van Zendeling Dunnebier is een ver
kort Oud Testament ontvangen, vertaald
in een der Indische talen, een zeer respec
tabel werk. De door Ds Groenewegen
bewerkte uitnemende boekjes van Prof.
Kraemer waren juist ook verschenen en
ter tafel. (Wij hebben er onlangs reeds de
fcandacht op gevestigd. Red.)
Als eerste spreker trad nu op Zendeling
C. A. J. van Engelen van Oost-Java,
die 40 jaren Zendingsarbeid op Java ach
ter den rug heeft. Spr. is zijn taak begon
nen met een motorboot naar Afrika te
brengen. Hij wil thans speciaal spreken
over de zelfstandige Kerk op Oost-Java,
van welker Synode spr. 6 jaren voorzitter
was. In tientallen jaren is het fundament
van deze Kerk gelegd. Ilaar beteekenis is,
dat veel meer dan vroeger, de Javanen
zelf leiding nemen en drang uiten om
levende getuigen van Christus te zijn. Ze
zijn meer bewust één gemeenschap.
Ook al zou de Zendeling zich moeten
terugtrekken, dan zou dat getuigenis,
die Kerk zich handhaven.
Doch hierom is de verantwoordelijkheid
van de Kerk in het moederland des te
grooter, want de Oost-Jav. Kerk is een
begin; temidden van een bevolking van
15.000.000 zielen zijn het 30.000 Christenen.
Er is reden, om te danken, maar de plicht,
om krachtig voort te gaan.
De heer S. S. de Vries, gewezen voor
zitter van de commissie voor de school-
zaken der Zending op Oost-Java* Er zijn
thans 98 scholen (60 volks-, 36 vervolg- en
2 fröbelscholen) waarvan 75 gesubsidieerd
en dus 23 geheel voor rekening der Zen
ding. Het cijfer lijkt groot, maar het i9
zeer klein to.v. het geheel. Spr. geeft en
kele voorbeelden van niet bereikte moge
lijkheden, o.a. door de actie van Rome.
Er zijn thans 8400 leerlingen, waarvan
4100 Mohanicdanen, welker aantal toe
neemt, vooral van de meisjes. Jaarlijks ko
er pl.m. 250 leerlingen bij. Veel wordt
er geofferd voor de scholen door de inlan
ders, soms 50 van het inkomen. Spr.
wijst op het nauw verband tusschen Evan
gelisatie en Zendingsscholen.
Van de 172 leerkrachten bezitten er 155
het einddiploma normaalscholen. Dit bezit
veel, als men weet. dat het recht geeft
op plaatsing aan de Gouvcrnem. scholen
en dat, toen de salarissen daalden, deze
leerkrachten toch niet naar deze scho
len overgingen.
De schoolcommissie van vroeger is nu
geworden het centraal schoolbeheer, dat
den heer W i c h e r s tut leider heeft. De
nieuwe school (te Modjowarno) tot oplei
ding van volksschool-onderwijzers (essen)
heeft door meerdere vrijheid in het les
rooster haar belang voor de dessabevol-
kin# zeer zien toenemen.
De heer W. Dunnebier van Bolaüng
Mongondou, die 8 Juli 1903 werd afgevaar
digd met 4 anderen, herdenkt dankbaar en
ootmoedig den tijd, die achter hem ligt. Hij
schetst de toestanden in het aan de Mina-
hassa grenzend Zendingsgebied, dat hij ge
diend heeft, en waar in 1906 het Ned. Zend.
Gen. zijn arbeid begon, terwijl men ge
hoopt had in 1866 te beginnen. In 1908
opende men 14 Zend. scholen en betrok de
leerkrachten uit de Minahassa, met welk
gebied de verhouding veel verbeterd is.
De Zending heeft van het Moheme-
daansch zelfbestuur erkenning van en
steun voor het volksonderwijs weten te
winnen, en spr. noemt treffende bewijzen
van die erkenning door Mohamed. vorsten.
Voorts wijst hij op het hoog belang der
bijbelvertaling, gevolg waarvan het Evan
gelie zijn kracht behoudt, als de pre
dikers zouden verjaagd worden. Ook hier
van werden treffende bewijzen gegeven. De
door spr. geschreven vertaling kon door
het Ned. Bijbelgen, niet bekostigd worden.
Heeft de gemeente niet den plicht,
het N.B.G. dit mogelijk te maken?
Zending zonder den Bijbel zinkt
spoedig in; met den Bijbel houdt zij
stand.
De heer R. V e 1 d H u i s uit Posso ver
telt van de veranderingen daar op geeste
lijk gebied, vrucht vooral van de vertaling
van het N. Testament, basis van b 1 ij-
vend Zendingswerk. Uit eigen beweging
hebben Toradja's zonder eenige pressie een
Bijbelkring opgericht. Veel is ook verbe
terd in de Zondagsheiliging; na de mor-
genkerk trekt zulk een Bijbelkring en
weerhoudt de menschen van slaafschen
arbeid. Ook prijst spr., dat men na de
preek vaak navraagt
On Posso is reeds een generale Zending9-
kas, waar men 5 van het bruto inkomen
inbrengt. Dan zijn er de jonge Possonen,
die naar andere dorpen gaan om het Evan
gelie te brengen. De opleidingsschool be
nadert steeds meer haar bestemming, op
dat gezonde Bijbelkennis bevorderd worde.
In het geloof, dat overwint staan spr. en
zijn helpers dankbaar en vol moed tot op
dezen dag.
De heer G. H. Jansen Klomp, Zen-
deling-diacoon uit de Minahassa, overziet
een ziekenhuiswerk van 30 jaren. Bij spre
kers vertrek werd deze arbeid overgedra
gen aan de Minahassasche Kerk, sprekers
werk aan een Indisch arts. Van de resul
taten wil spr. niet gewagen, zij zijn in
Gods hand veilig.
De heer L. Jansen Schoonhoven,
uit Deli, vertelt van den arbeid onder
de Karo Battaks. Zijn huis lag op 35 K.M.
afstand van zijn werkgebied, en omdat het
huis van een administrateur was en der
halve gemeden werd, kon hij weinig of
geen contact krijgen. Dank zij het verlee-
nen van medische hulp, werd dat veel
beter en de weg naar grooten zegen gebaand.
Spr, vertelt hiervan treffende voorbeelden.
In het Zendingswerk In Deli ziet spr.
groote mogelijkheden.
Do voorzitter, die eiken spreker met een
toepasselijk woord had dank gezegd, liet
tot slot zingen Gez. 156 1. Ds. Wagenaar
eindigde met dankgebed.
BIJEENKOMST IN DE GROOTE KERK
Des avonds werd een bijeenkomst gehou
den in de Groote Kerk.
Nadat gezongen was Gezang 2 1 en 3, ge
lezen Jesaja 12 en in gebed was voorgegaan,
heeft dr J. J. Stamin een inleidend woord
het werk van vier zendelingen herdacht,
waarvan er twee in deze dagen veertig jaar
en de andere twee vijf en twintig jaar ge
leden werden afgevaardigd.
Spr. wees er op, dat Zending taak van de
Kerk is en als God ons gebruiken wil heb
ben we te gehoorzamen. Aan de hand van
het Evangelie van de roeping. Joh. 14152,
stond spr. stil bij vierderlei roeping. De Kerk
van Jezus Christus moet het Evangelie pre
diken aan alle schepselen, dat is haar roe
ping. En omdat God aller nood kent, heeft
Hij ons Jezus Christus geschonken.
Hierna heeft Zendeling C J. A. van E
gelen gesproken over De Oost-Javaan-
sche Kerk.
Het was spr. een bijzonder voorrecht, dat
hij hier een groet mocht brengen van het
Zendingsveld. Omdat spr. ziöh welhaast uit
het werk der Zending zal moeten terugtrek
ken, na een arbeid van veertig jaar, wilde
hij boven zijn toespraak schrijven 2 Cor. 9
vers 15: „Doch Gode zij dank voor Zijn on
uitsprekelijke gave". In de afgeloopen veer
tig jaar hoeft spr. veel gezien op Java. Hij
zag den nood en de geestelijke leegheid van
den inlander. Het groote daarbij is, dat God
ons iets heeft toevertrouwd, waarmee ws
de wereld kunnen helpen. We moeten ech
ter allen nog beter verstaan, wat God ons
heeft gegeven. Spr's tekstwoord is een slot
van twee hoofdstukken, waarin opgeroepen
wordt tot een collecte. Paulus roept de ge
meente van Corinthe op tot medewerking
voor de gemeenten in de verte Spr. wilde
evenals Pauls dit ook hier doen. We willen
niet wegvluchten voor de nooden en zorgen
maar God danken voor zijn onuitsprekelijke
gave.
de Zendingsrede
uitgesproken naar aanleiding van Mattheüs
9 36—38. Hier wordt het Koninkrijk der
Hemelen vergeleken bij een oogst. Eén wist
hoe, waarom en den tijd van den oogst, en
dat was God. Als de menschen denken: het
is nog geen tijd, dan zegt Hij: de oogst is
daar. We hebben ook met den I-Iecre des
oogstes te rekenen en de wetenschap, dat er
een Heere is, stelt gerust. Met ontferming
is Hij bewogen. Hij alleen doet groote din
gen en meet met een hemelsche maat cn
zegt: de oogst is groot. Als de oogst binnen
gehaald moet worden zijn de arbeiders wei
nigen. Zoo is het ook nu. Spr. wilde niet na
gaan hoe dit kwam. Het is moeilijk geschik
te arbeiders te vinden, want de eischen van
de Inlanders zijn radicaal veranderd. Daar
het Evangelie te prediken is een machtige
en verantwoordelijke taak. De zendelingen
staan voor die taak en de gemeente ook,
want zij staat achter de arbeiders Het
eenige bevel, dat gegeven wordt is: Bidt dan
den Heere des oogstes, dat hij arbeiders uit-
stoote in Zijn wijngaard. Er wordt wel veel
gebeden, maar dikwijls te veel naar zich
zelf toe. Waarachtig gebed is er te weinig.
We moeten allen precies doen, wat in dit
woord gezegd wordt en de arbeiders, die uiü-
gezonden worden moeten met Jezus in aan
raking zijn geweest. Ook thans is God bezig
groote dingen voor te bereiden en bidt men
goed, dan wordt het gebed verhoord. Bij een
waarachtig gebed is er geld, gelegenheid en
vele andere dingen; want tenslotte, aldus
spr. is de aarde des Heeren.
Nadat Ds M o 1 e n a a r in dankzegging
was voorgegaan werd nog aangeheven
Psalm 68 10.
EERSTE FEDERATIE VAN
GROOTWINKELIERS
Herdenking 12V2 jarig bestaan
Landdag en tentoonstelling
•s-GRAVENHAGE, 13 Juli. De eerste
Federatie van Grootwinkeliers heeft
heden haar Landdag gehouden in dén
Haagschen Dierentuin. Tevens werd
het 12y2-jarig bestaan der Federatie
herdacht.
Deze federatie Is een bond van kruide
niers. Haar leden zijn over het geheele land
verspreid. Voorzitter ls de I*eer C Luyen-
d ij k te IJsselmonde, secretaris de heer
A. Visser te Middelharnis en directeur
der verkoopcentrale de heer S. L. Wou
denberg te Schiebroek. Laatstgenoemde
is vanaf de oprichting de ziel der vereeni-
ging geweest.
Aan de landdagen der Federatie zijn
steeds tentoonstellingen verhonden. Ook
ditmaal was zulks het geval. Aanwezig
waren ongeveer 50 stands van uiteenloo
penden aard, alle op het gebied der krui
deniers. Een der tuinzalen was door deze
expositie geheel in beslag genomen.
Omstreeks 10 uur begon de stroom der
bezoekers op te komen en verzamelde zich
in de Rotonde, waar het bestuur zijn gas
ten een morgendrank aanbood.
De opening
Na deze aangename entrée heeft de
voorzitter de aanwezigen verwelkomd.
Spr. verheugde zich over de talrijke op
komst op dezen tienden landdag. Met
vreugde memoreerde hij den groei der ver-
eeniging. De nieuwe leden blijven toe-
worden. Zij moeten hun artikelen kennen.
Voor zijn artikelen (Zuidvruchten en con
serven) zal hij daartoe bijdragen door een
aantal opstellen gratis beschikbaar te stel
len. Er zal een examen volgen, waaraan
drie prijzen verbonden zullen worden.
Veel succes oogstte de heer W. P. Doorn
bos met zijn loflied op de producten van de
leveranciers
Hierna heeft de Voorzitter namens de
Verkoopcentrale den heer Woudenberg een
gouden horloge aangeboden. (Groote geest
drift).
De heer Woudenberg heeft voor de
steeds ondervonden sympathie en het ont
vangen geschenk, hartelijk dank gezegd.
Wederkeerig bood hij den leden van het
bestuur en twee oud-bestuurders een ge
schenk aan: een zilveren potlood.
Laatste spreker was de heer Streef-
1 a n d. Deze heeft den heer en mevrouw
Luvendiik no? eens gehuldigd wegens bei
der verdiensten voor de federatie.
In feestelijken trant is de bijeenkomst
daarna nog eenigen tijd voortgezet
Een matte of gebruinde teint staat altijd charmant
Amilda-crême, die tevens zoo goed Is voor de huid, ia verkrijgbaar In deze twee begeer de telnten. Mat en Bruin. Doos 50 en 25 ct
Wij lezen in „de Jonge Bediende", orgaan
voor de jeugdige leden van de Ned. Vereen,
van Chr. Kantoor- en Handelsbedienden,
onder bovenvermeld opschrift:
De jeugdclub van Rotterdam had een
trainingsmarsch uitgeschreven, om, mocht
deze slagen, als groep deel te nemen aan
den „Rotterdammer-marsch" in Delft. Bij
de start deden twee bestuurleden van
hun belangstelling blijken. Eén er van
ging zoover, dat hij zei: „Weet je wat, ik
loop een eindje mee." Dat was om 3 uur
's middags, 's Avonds om 9 uur liep hjj
nog mee. En voor den marsch in Delft
teekende hjj ook in, zoodat we daar in
de Stadsdoelen verschenen met een ploeg
van 13 menschen. En, alsof dat al niet
genoeg was, we werden ingeschreven als
groep no. 11. Alle bijgeloof echter was
ons vreemd: we vertrokken in de beste
stemming en sommige dames in de knie
kousen van hun broertjes. Er waren bui
tengewoon veel kijkers langs den weg:
wie ziet niet graag een stelletje dwazen,
die 35 K.M. gaan loopen en dan nog 60
cent toegeven ookl En dan ruim 2200
van die maniakken bij elkaar waar
lijk een uniek schouwspel.
Delft achter ons latende, veroverden we
het Wes tl and. De weg was smal met
druk autoverkeer. De voortvarendheid
echter, die al ons bondswerk kenmerkt,
deed onze jeugdclub verschillende in-
haalpogingen ondernemen. „Met tweeën
- marsch! Versnelt de pas!" En daar
gingen we: langs de mariniers, langs de
blauwe juffertjes van Roterdam-Zuid,
langs „Kracht en Vlugheid", dat zoo'n
rare slag van trommelen had, langs de
Burgerwacht uit Vlaardingen en langs
den man met de Charlie-Chaplin-beenen.
Ter hoogte van Rijswijk zaten we in
de voorhoede. Daar stond ook een auto,
waar ze gratis thee schonken. Niets voor
ons: thee krijg je thuis ook. Wjj wilden
nu wat anders en één onzer gaf uiting
aan zijn culinaire verlangens in zijn lijf-
lied: „Havermout met spercieboonen, ha
vermout met moccapunt!" Het Haagsche
bosch was verder het geëigend décor
voor het zingen van „We trekken vroo-
lijk door het bosch" en zoowaar, dapper
galmeno passeerden wij de jury, die zich
verdekt had opgesteld: goeie beurt ge
maakt! En dan eindelijk de Renbaan, de
groote pleisterplaats. 20 K.M. geloopen
zonder rust en een dorst dat we hadden!
Gelukkig was er een gratis consumptie:
kouwe thee, slappe ranja of mlnder-
frissche melk, naar keuze. Het was in die
kleine uitspanning ei-vol en het muziek
gezelschap „Soli Deo Gloria" speelde er
„Heidewitzka!" Zelfs deze disharmonie
stoorde niet. Onze vleeschelijke verzor
ger kreeg nu de handen vol werk. Be
halve een stuk of vijf gewone blaren,
bleek er één hiel totaal onherkenbaar
geworden. Maar de Roode-Kruis-man
wist een en ander weer aardig op te
kalefateren en we konden spoedig ons
wandelingetje voortzetten in de richting
Voorburg.
We begonnen met zoo iets als de hink-
stap-sprong, maar na een kwartiertje
liep ieder weer normaaL Bij de Vliet
werd opnieuw gerust en de laatste 7 K.M.
werden vervolgens in een flink tempo
afgelegd. Ruim 9 uur marcheerden we
vlot en zonder uitvallers langs de dui
zenden .verbaasde toeschouwers. We ont
vingen den groepsprijs en we hebben den
eersten prijs ook.zien hangen. En bij
dat laatste vroolijk uur daar in dien
Delftschen tuin was alle vermoeidheid
vergeten .Eindelijk, uitgehost en schor
gezongen naar huis en bij het afscheid
op D.P. kreeg de trouwe en deskundige
discipel van Henri Dunant een welver
diend hoera'tje.
Toen ik thuiskwam, zette mijn vrouw
den groepsprijs boven op de klok. M.a.w.:
„moest je nu voor zoo'n dingetje tot
's nachts half twaalf wegblijven?" Ach
ja....
Ten slotte: er zijn wandelaars, die
marcheeren om het rusten en er zijn er,
die rusten om te marcheeren. De jeugd
club heeft bewezen tot de laatste cate
gorie te behooren. Blyke dat nu verder
in al onzen arbeid voor den bond.
A 3.
vloeien; ook de leveranciers stellen er prijs
op om aan E.F.G. te leveren. Ten slotte
volgde een aantal mededeelingen van huis-
hourielijken aard.
De heer S. L. Woudenberg opende
daarna de tentoonstelling op dezen dubbe
len jubileumdag. De leden werden opge
wekt bij de 52 standhouders waarvan 12
nieuwe zooveel mogelijk inkoopen te
doen. Hij hoopte, dat na afloop beide par
tijen tevreden zouden zijn.
De leden hebben in grooten getale de
beurs bezocht. De gasten namen de gele
genheid waar om van de attracties van
den Dierentuin te genieten,
We hadden den indruk, dat op de beurs
heel wat zaken gedaan werden. De stand
houders beijverden zich om het contact
met de oude klanten te onderhouden en
nieuwe relaties aan te knoopen. Menig
blaadje in de orderboekjes werd beschre
ven.
Om 12 uur vereenlgden een groot aantal
bezoekers zich aan een gemeenschappe
lijke koffietafel.
Na afloop hield het bestuur spreekuur
en konden de premiezegels worden verzil-
De dames en niet-leden werden in de
middaguren in staat gesteld om per tou
ringcar de schoonheden van Scheveningen
en Wassenaar in oogenschouw te nemen.
Om half 5 begon een concert en gezellig
samenzijn, dat gevolgd word door een
feestmaaltijd.
Toen deze was afgeloopen kwam men
weer samen in een huldigingsbijeenkomst,
welke speciaal den heer Woudenberg gold.
De directeur gehuldigd
Na afloop van den geanimeerden gemeen-
schappelijken maaltijd volgde de huldi
gingsbijeenkomst, waarvan de directeur van
de verkoopcentrale, de heer S.L. Wouden
berg, hef middelpunt zou vormen. Als
koperen jubilaris had hij daar recht op, had
den leden en leveranciers gemeend. En
dus
Eerst echter kregen de leden en gasten
van de tevens jubileerende Verkoop-Cen
trale een beurt. Aan de dames werd een
fleschje reukwater uitgereikt, de heeren ont
vingen een map, die voor de zakenlieden
van veelzijdig nut is.
De Voorzitter heeft daarna den Keer
Woudenberg toegesproken en hem gehul
digd voor zijn volhardenden arbeid, die na
moeilijke jaren geleid heeft tot een prachtig
resultaat. E F.G. is tot bloei gekomen en
heeft ten slotte de medewerking van vele
fabrikanten verkregen.
De heer Jac. Streefland heeft vervol
gens namens leden fabrikanten en grossiers
aan de organisatie een archiefkast met ver
schillende bijbehoorende kantoormeubelen
aangeboden.
Namens de leveranciers voerde de heer
Joh. B. Scholten het woord. Zij hebben
steeds op aangename wijze met de E. F. G.
zaken gedaan. Een geschenk in enveloppe
werd aangeboden om het archiefsystem nog
te kunnen volmaken.
De heer V i e y r a (lid van de Activiteits
commissie) wekte de federatieleden op te
zorgen, dat zij goede zakenlieden zijn of
INTERN. WATERKRUISTOCHT
53 internationale Jachten kiezen
ons land als centrum
Nederland is te weinig bekend
bij de sportvaarders
De Union Internationale de Yachting
Automobile, heeft ons land uitgekozen
voor haar tweede internationale water
kruistocht. De Koninklijke Nederland-
sche Motorbootclub is met de voorberei
ding belast. Momenteel hebben 53 jach
ten ingeschreven, uit ons land, uit
België, Frankrijk, Engeland, Duitsch-
land en Zweden.
Op 18 Juli as. verzamelen de 'deelnemers
zich te Vlissingen en te Nijmegen, vanwaar
ze zich den volgenden dag naar Dordrecht
begeven. De Merwestad, zoo bij uitstek gun
stig gelegen voor de watersport, zal hen
gastvrij ontvangen, om ze den volgenden
dag. 20 Juli, des morgens om 9 uur, te zien
afvaren naar Utrecht.
Daar staat op 't programma een officieele
ontvangst door het gemeentebestuur in het
museum, 's avonds om 9 uur, Donderdag 21
Juli biedt de Utrechtsche V. v. V, den deel
nemers een autotocht aan door de provincie,
met een garden-partij in kasteel Nijenrode.
Op 22 Juli vertrekt het gezelschap naar
Amsterdam, waar een ontvangst ten stad
hui ze plaats vindt. De volgende dagen zijn
bestemd voor snelheidswedstrijden op de
Vecht bij Weesp, en regelmatigheidswed-
striiden op het IJsselmeer.
Hiermee eindigt deze internationale wa
terkruistocht. Verschillende deelnemers zul-
len zich daarna nog in ons land blijven op
houden, om nader met onze mooie binnen
wateren kennis te maken.
Dit internationale bezoek is een pracht-
gelegenheid om aan ons land als oord voor
watersport meer bekendheid te verschaffen.
Het is als zoodanig in het buitenland onbe
kend.
Wij Hollanders (lurven nu eenmaal blijk
baar voor ons land geen reclame maken. En
toch zou de buitenlandsohe toerist over ons
land enthousiast zijn, niet het minst de
liefhebber van de watersport, waardoor Ne
derland een gelegenheid biedt, als vrijwel
geen ander land in Europa. Deze internatio
nale kruistocht moge de welverdiende roem
van ons land in dit opzicht, verbreiden. Het
zal het vreemdelingenverkeer ten goede
komen.
In het eere-comité voor dezen kruistocht
hebben o.m. zitting Z.K.H. Prins Bernhard
en Dr H. Colijn.
Slecht gekozen dagen
De Minister van Onderwijs heeft bepaald,
dat het schriftelijk gedeelte voor het exa
men Staatsinrichting op 6 September a.s. zal
gehouden worden en dat voor Staathuis
houdkunde en Statistiek op 7 September
d.a.v. Wij zullen daar geen captie op maken,
want de Minister is in dit opzicht souverein.
Maar heeft men er wel aan gedacht, dat vol
gens regeeringsbesluit 6 September een
nationale feestdag is? Examen doen en
feestvieren verdraagt zich toch niet erg met
ol HYGIDENT
de nieuwe, zelfwerkende, Kunsf»
gebif-reinigerf Moakf ZONDER
BORSTELEN Uw plaat en gebil
Weer of» nieuw en verwijdert
alle vlekken. Prijs normale Ho- B33NCXS
con 45 ets., extro groote flocot.
85 ets. Koop nog heden HY- \yV
GlDENT bij Uw Apoth. of Drog. V4M
„Det was ze allang, was de zuster van Janne".
„Kérel, is 't dan niks vur jou?" spotte de knecht.
Hierop gaf Gert geen bescheid.
Demerum was een gat, maar de menschen waren van mee-
hing, dat ze met de buitenlui uit den polder de gek konden
Steken.
Gert bezorgde zijn mandje appels, wat hem een kwartje
fooi van den jovialen Jood opleverde, die zeer verrast was te
hooren, dat Tonia zelf ook in de stad was.
Gert slenterde de breede straat, waarin de uitspanning
Stond, door, bekeek alle étalages, ging tegen een uur of
twaalf een kop koffie drinken en stond geduldig buiten in
den frisschen nazomer te wachten, toen hij Tonia terug zag
komen.
't Was toch zoo te zien mer een armetierig wijfje.
Hij haastte zich met behulp van den knecht 't paard in te
j spannen; de vrouw betaalde uit haar kralen beurs met zilveren
knip, waarbij ze Gerts eigen vertering vergat terug te geven
en even later dokkerde 't gerijtje de stad uit, terug naar den
Elzenberm.
Wat had ze foch ïn de stad te doen gehad?
Hiernaar kon men slechts gissen. Dat 't in verband stond
met den Elzenberm, was haast zeker, want enkele dagen
later hield 't rijtuig van notaris Musschenberg voor de boer
derij stil en meer dan een uur lang had ze zich met den def-
tigen ouden heer in Jans kamertje opgehouden.
Met vreeze en beving wachtten Gijs en Stijn op de dingen
die komen zouden.
Eens stond Gijs achter de boerderij toen Kees de Vust met
een kruiwagen 't erf opreed.
..Gij staot d'r net of ge van plan zijt om weg te loolpe",
zei hij.
„Es gij me mer zegt waor nartoe"*
„Zitte veul in de zurrege?"
„Ik zij nie gerust over den aaflooïp".
>,Mer ge wit toch det ge overal in Gods haand zijt, det
he 'k al is mieer geseed en toen waorde wel gerust. En de
zurrege, die motte mer op de kooip toe vatte".
Ja, Kees had goed praten. Als men zoo vertrouwen kon als
hij! Maar met Gijs was 't een ander geval. Als de sombere
voorgevoelens met kracht opdoken, waarmede moest hij 2e
dan terugdringen. Had hij geen wapens tegen dat leger van
gedachten tegen die angst? Ach hoe verlangde hij naar de ze
kerheid van Kees den Vust. Zoo te gelooven en te vertrouwen.
Zich over te geven in de hand des Heeren, wetende, dat alle
dingen er zijn door Hem. Maar 't was moeilijk om dat alles
op je zelf toe te passen. Als hij 's middags las of anders
's avonds, een enkele keer gebeurde dat ook 's Zondags na
den middag, als 't weer hem binnen hield, dan waren de
woorden die er stonden voor hem, iets waaraan hij zich zou
willen vasthouden. Hij hunkerde er naar, in stilte, want met
Stijn sprak hij niet over die geweldige dingen, die zijn ziel
beroerden, dat ze voor hem zouden worden iets meer
dan dingen waaraan niet te twijfelen viel.. Het was hem
wel een troost te lezen, dat anderen, vroeger, rust en zeker
heid hadden ontvangen, en God was immers nog dezelfde,
maar 't bleef, hoe vast hij er ook in geloofde, voor hem nog
een wensch, er ook deel aan te hebben.
En Kees dan? En zijn grootvader lang geleden? En al die
martelaren, waarvan hij gelezen had toen hij nog bij Jan
Donkerstal in huis was en wier geschiedenissen hem nu
voortdurend weer in de herinnering kwamen?
Er met Stijn over praten, zooals ze op Oudejaar hadden
gedaan, 't was zich eigenlijk bloot geven. Een bewijs van
zijn zwakte, 't bekennen, dat de strijd te zwaar werd, dat de
twijfel te sterk woekerde. En vooralsnog was Gijs daartoe
niet bereid. Hij meende, dat het een bewijs van lafheid zou
wezen. Hij was immers de sterke vent, voor Stijn en zijn
kinderen. Maar moeilijk was het. Er was den laatsten tijd
wat grijs aan de slapen en in z'n baard gekomen en in zijn
voorhoofd groeven de zorgen strakker de lijnen.
Hij had te doen met Stijn en zij had zorg om hem, maar
't bleef bij een gezamenlijke klacht en wat sombere gesprek
ken en gissingen.
Er was den laatsten tijd menigmaal onverwacht bezoek
geweest van familieleden van den Bovendijk. Neefs, die
haring of kuit wilden hebben van wat er zou gebeuren. In
stilte hadden Gert en Gijs reeds uitgemaakt, wie de meeste
.kansen zou hebben, daarbij uitgaande van de meer of mindere
vriendelijkheid waarmede ze door Tonia werden ontvangen
of uitgeleide gedaan.
Eens was Gert met de gerepareerde tilbury naar den
Watermolen in 't Achterveld gestuurd en dien voormiddag
verscheen Bas Smuikers. ditmaal niet vergezeld van
't vrouwtje.
't Was een windstille herfstdag, een dag als een schoone
toegift. Ze waren samen in den hof geweest; door de boom
gaard achterom kwamen ze in de schuur. Bas volgde Tonia
en geen van beiden wist, dat Gert in het leege veulen shok
bezig was. Hij hoorde de zware stem van Bas en het temerige
geluid van Tonia. dat nu haar bitsheid miste.
„Det is een schuur mee veul ruimte; ge kont er 'nun hieelen
hoop in tassen", zei Bas.
Was er in den man nog de teleurstelling over wat hem
indertijd ontgaan was?
-Es ge d'r aafgaot". vervolgde hij. „kande deuze schuur
t beste verhuren, d'r zijn altijd wel boeren te veinde, die een
pakschuur in den polder willen hebben".
Gert spitste zijn ooren, ging 't over de toekomst van den
Elzenberm.
„Jao", zuchtte Tonia, „ik zij er nou ok mer toe beslote".
Toen gingen ze en Gert wist nog niets.
Zou hij 't aan Gijs overbrengen? Aeh, die kerel had 't er
toch al zoo kwaad mee. Afwachten maar. 't zou zoo'n vaart
niet loopen. Zoolang er geboerd werd op den Elzenberm was
er arbeidershulp noodig en wie kwamen ex eer in aanmer
king dan hijzelf en Gijs.
t Werd October, t Najaar stuwde zijn wolkengevaarten
over den polder. Stormen vernielden 't laatste overblijfsel van
najaarspracht. Kopwilgen knakten gescheurd over de sloot.
Drie slanke ratelpopulieren lichtten in hun val een strook van
het Dijkpad op en vielen dwars over den weg. Stukken riet
werden uit 't schuurdak gerukt en 't water in den polder rees
tot winterpeil, omdat 't stoomgemaal verder op naar beneden
aan de Beems tegen 't hooge buitenwater bezwaarlijk kon
loozen.
Wordt vervolgd.