kleu-her-kranlje 9 RKJE DE KIDANG EN DE OTTER (Javaanse fabel) De otter en de garnaal De garnaal is spoedig opgezocht. „Wat dacht je, dat je alles mocht?" Zo snauwt de boze otter bars, „Voor jou maakte ik deez' grote mars, Jy, o garnaal, jij bent de schuld, Dat zich mijn hart met droefheid vult! Jij draagt je vuil steeds in de nek, Dat maakt de krab volslagen gek! Zij graaft daarom de dijken door, Haar graven doet de vuurvlieg klagen En steeds haar vuurtje met zich dragen. Dat vuur, dat maakt de slak zo bang, Dat zij haar huis draagt 'r leven lang, Dit dragen doet de kikvors kwaken, En dag aan dag zo'n leven maken; De glazenmaker gaat aan 't zwieren, De spin trekt spinnend aan 't versieren, De kidang raakt in grote nood En trapt mijn arme kindje dood. Maar 'k zal je krijgen gruwlijk dier, 'k Gebied je, kom nu dadelijk hier! Ik zal je met mijn kiezen kraken, Voordat mij meerder leed zal naken!" „Wat?" roept de garnaal, nu, zeer verbaasd, Ik word niet bang, hoe jij ook raast. De krab moet mij de schuld niet geven, Want ik heb jou toch niets misdreven! Dat ik mijn vuil draag in mijn nek, Dat vind ik helemaal niet gek! En niemand mag dit in mij laken, Geen mens heeft daarmee iets te maken. Ik doe zo 'k wil, begrijp dat wel, En dus, mijn ottertje, vaart wel!" van boven wat omgebogen is, in de tuLt en plaatst op een lager tafeltje het glas, waarin het buisje uitmondt. Op deze manier heb je gauw een glas vol gedistilleerd water. Het water moet natuurlijk blijven stomen. I. Ra, ra, wat is dat? Ben ik in m'n Zondagse pak en bekijk je me van voren naar achter of van aohter naar voren, dan blijf ik gelijk. Ben ik in mijn daagse pak en zet je me op m'n kop, dan word ik een stuk kleiner. Heb ik een heel oud pakje aan en keer je me om dan word ik weer groter, n. Goed nadenken'. Afbreken gaat gauw genoeg, maar opbouwen! Toch beweer ik, dat je een huis eerder qpbouwt dan je het afbreekt. Als je goed nadenkt ben je het wel met me eens. III. Hoe kan dat Een jongen vertelde me, dat hjj een halve var kenskop met twee ogen gezien had. Eerst ge loofde ik hem niet, maar hij hield halstarrig vol dat het echt waar was. Hoe kon dat dan? OPLOSSING van de raadsels in de vorige Kinaerkrant 1 Ach, waren alle mensen wijs En deden daarbij wel, Deez' aarde was een paradijs, Nu is zij vaak een hel. 2 Ijsbaan. 3 Bedsteden. IN EEN KLEIN WERELDJE Door EMAN EMMAUS 4) |—\ES avonds gingen er heel wat kinderen mee naar huis. Jan en Jans van de baas, bij wie Vader werkte. En Jaap en Jobje, en een héleboel meer Dat was een fijne tocht, 's Zomers vooral. Dan waren de bomen zo mooi en het gras zo groen. Dan was de lucht zo blauw. En dan keek de zon zo vriendelijk. Dan speelden en stoeiden ze onderweg. En ze schreeuwden en schaterden het uit van dolle pret. Soms schreide er een. Maar dat was niet erg. Dat hóórde er bij. En nü, in de herfst, was die tocht óók mooi. En 's winters als er ijs was. En als er snééuw lag nog véél meer. Dan gingen ze fijn sneeuw ballen. Dan moesten Keetje en Klaartje en Pietje en Jans en Jobje en alle andere meisjes er aan geloven. Jans óók. Jans was wel héél sterk. Maar tegen al die grote jongens kon ze toch niet op. Dan buitelden ze door de sneeuw. Dan waren hun oren en hun wangen rood. En dan keken hun ogen zo blij. Sneeuwballen gooien was ook zo fijn. Maar er kwam niet altijd sneeuw in de winter. Soms regende het. En dat vonden ze toch eigenlijk niet fijn. Dan zaten ze maar liever in de warme school. Of thuis bij de kachel. Of in dc schuur. 's Winters zagen ze de zon maar heel weinig. Ze wisten wel waaróm. Dat had de juffrouw zo leuk verteld. Ze had gezegd, dat de zon en de winter héél geen goeie vrienden waren. Ze waren soms érg boos op mekaar. Die winter kon ook zo naar doen. Als de zon "s morgens héél blij uit haar bed J Wi.m, keek de winter heel donker naar haar. En dan kwam hij grote dikke dekens voor haar bed hangen. Dan kon de zon niks zien. Die nare winter. Dan werd de zon bóós, héél boos. En dan kroop ze gauw terug in haar warme bed. Dan was ze boos op alles en allemaal. Dan bleef ze de héle dag in bed. En de juffrouw en de kindertjes hielden zo van de zon. Dat wist de zon wel. Maar als ze een boze bui had, was ze boos op allemaal. Op de juffrouw en de kindertjes óók. Als de winter óuder werd en zwakker, dan werd de zon weer de baas. Dan lachte ze de strenge winter zo maar uit. Dan kon de winter niets doen. Niet donker kijken ook. Dan keek hij maar streng en strak. Méér kon hij niet. Hij werd te moe en te oud. Hij moest eerst weer eens gaan rusten. En dan, dan zou hij weer de baas zijn. De zon en de winter waren maar een héél enkele keer goeie vrienden. De kindertjes wisten niet dat de zon niet met iedereen goeie vrienden was. En ze wisten óók niet, dat de zon bóós kon zijn. Nu wisten ze 't wel. Nu wisten ze alles van de zon. Dat had de juffrouw verteld. De juffrouw wist zo véél! Straks werd het weer winter. En misschien zou er sneeuw komen. Dat wilden ze allemaal wel. Maar dat wist niemand. De juffrouw óók niet. De juffrouw wist wel véél. Maar dat wist ze óók niet, zei ze. En Kees en Keetje en Klaartje en Pietje hadden het aan Opoe gevraagd. Opoe zou het toch wel weten. Opoe was al zo oud. Opoe wist óók veel. Wel nét zoveel als de juffrouw. En Opoe had gezegd, dat er maar Eén was, Die dat wist. PAS UIT HET BAD Moe heeft kleine Truus gebaad En haar droog gewreven. Nu neemt Moeder haar op schooit; Knuffelt haar eens even. Heel haar lieve lijfje glimt En wat ruikt ze heerlijk! Ja, zo'n bad met fijne zeep Is dat niet begeerlijk? Truusje lacht maar. O, je kunt 't In haar oogjes lezen, Dait ze 't overheerlijk vindt. Om zó schoon te wezen! ROEL DASMUS. Dat begreep Pietje wel een beetje. Een héél klein beetje. Maar Kees en Keetje en Klaartje begrepen er niets van. Dat kón nog niet. In 't kleine huisje Ze kwamen uit school. Nu gingen ze éérst eten. Spélen konden ze nu niet veel meer. 't Was ook zo gauw donker. De zon werd zeker al een beetje boos. Ze was al zó vroeg naar bed gegaan. Vader was nog niet thuis. Die kwam pas als 't donker was. Als Vader thuis kwam stak Moeder de lamp aan. Dan werd het héél gezellig. Pim was wél thuis. Pim was te klein om in den donker te lopen. Vader stuurde Pim altijd naar huis als de school uit ging. Vader wist wel wanneer dat was. Pim niet. (Volgende week verder) DE VERDWAALDE VOS De vos is een vreemd hol binnengelopen en hij weet niet hoe hij er op de vlugste manier weer uit kan komen. Wie helpt hem eventjes? Vol gende week oplossing. Water distilleren Daar ii dan een ge wone waterketel, een metalen buisje en een glas, om het gedistilleerd water op te brengen. Je brengt nu een ketel water aan de kook, zodat hij goed stoomt, steekt een metalen buisje, dat 320 ZATERDAG 9 JULI No. 27 JAARGANG 19T8 De Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant Nieuwe Utrechtsche Courant, Nieuwe Leidsche Courant en Dordtsch Dagblad Donderdagavond BUITENLAND WEET u nog van de „Royal Mounted", het befaamde Canadeesche politie-corps, welks roemrijke exploiten in de romans van een James Oliver Curwood zulk een beslissende rol speel den? Iemand, die op gespannen voet met de samenleving was geraakt kon zich verstoppen waar hij wilde in de uitgestrekte witte wilder nissen van het Noorden,toch was zijn kans maar uiterst gering, daar voorgoed in veiligheid te zijn, want de „arm der wet", dit was het zich herhalend refein, is lang! Wij vreezen, dat „Kazan de Wolfshond'', „De Vrouw in het Paradijs" en de meeste andere boeken uit deze serie reeds zoo goed als vergeten zijn, en is ook de „Royal Mounted" al niet lang weggereorganiseerd? In Palestina zullen de politie ruiters der wildernis echter herleven, zij het dat in dit landje van geen geweldige afstanden sprake kan zijn. Doch van misdaad, overvallen, plotse linge scherpe gevechten helaas des te meer! Men heeft daar niet te maken met romantiek; het is er grimmige, tragische werkelijkheid. Een Britsch terreur-expert, wij bedoelen iemand, die meester is in het onderdrukken ervan, heeft geadviseerd er een bereden keurkorps van acht honderd kloeke kerels in het leven te roepen, om door gestage patrouilleering tusschen de verweer de steenheuvels en grauwe Arabische leemdorpen de schrik der wet in het geheugen der oproer lingen flink wakker te houden. Het is inderdaad meer dan tijd, dat het franc-tireurschap der anti- Joodsche Arabieren eindelijk aan banden wordt gelegd. Nu het hermetisch sluiten der Syrisch- Palestijnsche grens ,door middel van een gewel dige prikkeldraad-barrière, gaat vorderen, zal hopelijk gestage en scherpe politie-contróle in staat zijn ook aan de zwervende moordenaars benden een einde te maken. De eene aanslag na den ander verontrust sinds lang de beide groote volksgroepen der Palestijnsche gemeenschap. Wat in Haifa geschiedde, nl. een bomaanslag in een Arabisch café, waarvan twee Joden en achttien Arabieren het slachtoffer werden, er waren buitendien nog omstreeks zestig gewonden toont voldoende aan, dat de tijd van zachte mid delen voorbij is. Het land schreeuwt om rust, of het nu verdeeld zal worden of niet, en heel de beschaafde wereld wacht erop, dat deze zal in treden. Want afgezien van politieke en commer- cieele belangen beteekent Palestina nog immer voor de volgelingen van drie wereldgodsdiensten gewijde grond, waarheen men in vrede wenscht te kunnen pelgrimeeren.... In het kleine Fransche stadje Evian, dicht bij het meer van Genève gelegen, aan den voet der Sa- vooische Alpen, is thans de internationale con ferentie bijeen, welke op Roosevelts initiatief is samengeroepen. De afgevaardigden van twee-en- dertig staten zullen zich hier, dicht onder de Zwitsersche grens, hebben bezig te houden met het lot van de duizenden en nog eens duizenden politieke vluchtelingen, die vaderlandsloos en bezitloos zijn geworden, tengevolge van de ge beurtenissen in Duitschland en Oostenrijk. Dat men niet in Genève bijeen komt doch net even verder, op Fransch gebied, heeft goeden grond. Zwitserland heeft weinig neiging zich zijn mach tigen nazi-buurman tot een vijand te maken. Ook in den kring der conferentie zelve gevoelt men daar niet voor, zoodat het moeilijk is, zich van een voorzitter te voorzien; iedereen past voor die eer. Tijdelijk moet nu het Fransche senaatslid Bérenger dit baantje opknappen. Intusschen is de gedelegeerde der Vereenigde Staten Taylor reeds met uitgewerkte voorstellen naar voren gekomen. O.a. zou te Parijs een internationaal bureau moeten worden gevestigd, voor onmiddellijke hulp aan alle immigranten, en zouden alle deel nemende staten vertrouwelijke mededeelingen moeten verstrekken over het aantal dezer onge- lukkigen, dat zij herberg zouden willen verleenen. Of dit groot zal zijn? Engeland wil er slechts enkele hebben, d.w.z. in zijn Oost-Afrikaansche koloniën, wellicht omdat het daarin een toe komstige versterking van zijn militaire positie ter plaatse ziet. Nederland en Frankrijk zullen vermoedelijk reeds vol genoeg zitten, en de Ver eenigde Staten blijven aan hun immigratie-quota vasthouden. Zuid- en Midden-Amerika zullen derhalve wel de groote toevlucht moeten worden, daarbij financieel ondersteund door bijdragen der deelnemende landen. Zoo is dan wel het eerste prijzenswaardige initiatief genomen, doch staat nog te bezien, of er spoedig resultaten zul len volgen. Want de politiek valt helaas ook bij dit nobele werk niet geheel uit te schakelen, en reeds thans doen zioh aarzelingen en restricties bij de deelnemers voor, die wel menschlievend willen zijn, doch liefst ten koste van een zoo zuinig mogelijk risico. Ds Martin N i emöll er, de groote Duótsche ge tuige voor een onverkorte Christelijke belijdenis, bevindt zich thans reeds een vol jaar in gevangen schap. In dc samenkomsten der Duitsche belij- deniskerk heeft men dezen prediker-zonder-kansel in den gebede herdacht. Spreekt hij, door zijn moedig volharden, thans niet tot heel de wereld? Oudergewoonte verschijnt ons Zondagsblad in de midzomer maanden in wat beperkter omvang Risico zit er thans niet veel meer vast aan het Spaansche vraagstuk. De voltallige non-inter- ventie-commissie, die opnieuw te Londen verga derd heeft, is het uiteindelijk eens geworden over het huistoe brengen der buitenlandsche vrijwilligers, die men langs vier havens, Ham burg, Genua, Marseille, Londen, naar hun eigen vaderland denkt terug te voeren. Waar men de vaderlandsloozen, die de kolonnes der repu blikeinen versterkten, zal moeten onderbrengen is nog niet beslist. Communistische Duitschers en Italianen immers zullen het liefst van eigen Heimat verre blijven, omdat hun daar licht te bevroeden onaangenaamheden wachten. Doch voor deze détails zal men wel een geschikte oplossing vinden; hoofdzaak is, dat dit ingewikkelde vry- willigersvraagstuk tot een liquidatie komt. Cham berlain en Mussolini kunnen overigens tevreden zijn. Het Rome-pact, dat de vriendschap tusschen Groot-Brittannië en Italië bezegelt, zal spoedig in werking treden. De andere oorlog, die in het Verre Oosten, duurt inmiddels reeds een vol jaar. Wie denkt nog terug aan de incidenten bij de Marco Polo-brug nabij Peking, waar hij zjjn aanvang nam? Tsjang Kai Sjek heeft in een boodschap aan de met China bevriende mogendheden den huidigen toestand uiteengezet, en opnieuw blijk gegeven van de onverzettelijkheid, waarmee hij China's nationale zaak blijft voorstaan. Prins Konoje, de Japansche premier, heeft zich van zijn kant evenmin onbetuigd gelaten en onderstreepte dat Japan tot het einde zal volhouden. Zijn land bereidt zich voor op de mogelijkheid, dat het conflict nog jaren zal kunnen duren. Heel het Japansche bedrijfsleven wordt overgeschakeld in militairen zin. Arbeiders uit bedrijven, die onder de huidige omstandigheden bij gebrek aan afzet of aan grondstoffen moeten worden stilgelegd, zullen worden overgebracht naar de oorlogs industrie, dit begrip genomen in den ruimsten zin. Daar het hier meer dan een millioen men- schen betreft, kan men spreken van een soort van moderne volksverhuizing. Meer en meer wordt in de autoritair geregeerde landen het individu als een schaakstuk in de hand der bestuurders. Men verplaatst het van hier naar ginds, naar gelang militaire of economische belangen zulks vorderen. Zoo was het reeds lang in Sovjet-Rus land, zoo is het nu ook in het Derde Rijk en in het land van den Mikado. Dat Frankrijk de Paracelsus-eilanden heeft bezet, heeft in Tokio aanvankelijk een onprettigen in druk gemaakt. Het betreft hier een groep Chi- neesche eilandjes, ten zuiden van het groote en belangrijke Hainan. Op dit laatste houdt Japan sinds eenigen tijd den blik gevestigd, daar het als voorpost te benutten zou wezen voor een groot offensief tegen Zuid-China, dat tot op heden, afgezien van losse bombardementen, buiten den oorlog is gebleven. Doch waar Midden-China als oorlogszone grootendeels onbruikbaar is gewor den, tengevolge van de massale overstroomingen, daar overweegt men thans, Tsjang Kai Sjek's weerstand via het Zuiden te bedwingen. Frank rijk heeft nu wat voorposten op de Paracelsus- groep gebracht. Men zou kunnen spreken, als in de dagen van het Rijnland, van een symbolische bezetting. De zin daarvan is, dat het Fransche Indo-China, op de nabijgelegen kust, nu en ook in de toekomst zal worden beschermd; Japan moet daarop rekenen. In Tokio heeft men een zuur gezicht getrokken, en het daarbij voorloopig ge'aten.Zal het ook in de naaste toekomst zich on'houden van een gevaarlijke nadering tot vreemd koloniaal bezit? 313

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 11