DINSDAG 28 JUNI 1938
EFRSTE BLAD PAG. 2
De Spaansche burgeroorlog
TWEE BR1TSCHE SCHEPEN
TOT ZINKEN GEBRACHT
Nervositeit in Londen
Gelijk wij gister nog in een deel onzer op
jaag konden vermelden, hebben de Spaan-
gehe nationalistische vliegtuigen opnieuw
twee Britsche schepen in repubhkeinsehe
havens tot zinken gebracht, nl. hvit s.s. „Ar-
lon in de haven van Valencia en de „Farn-
ïiam" nabij Alicante. Bij de laatste catastrofe
jverden drie Britsclie zeelieden gedood.
Deze voorvallen bobben in Britsche poli-
iieke kringen een zeer slechten indruk ge
maakt, temeer aangezien sommige aandui
dingen. welke de afgeloopen 4S uur te Lon
den waren ontvangen, deden veronderstel
len, dat een einde zou koenen aan deze aan-
.vallen.
Men vraagt zich af, of deze aanvallen het
gevolg zijn van een vergissing, of dat zij
.werden uitgevoerd door vliegtuigen, welke
niet onder 't bevel vn Franco staan, dan wel
of zij beteekenen, dat de aanduidingen, wel
ke wezen op een verzoening, van nul en
geener waarde waren.
Het is duidelijk, dat de politieke nervosi
teit, welke bij de laatste bijeenkomst van het
lagerhuis merkbaar was, wederom merkbaar
is geworden.
Een ooggetuige vertelt
Jn een telefonisch interview, dat de United
Press met een der opvarenden van het he
iden gebombardeerde Britsche schip „Arlon"
den tweeden maat J. Maude, heeft gehad,
gaf deze de volgende beschrijving van hot
„Om S uur 45 werd de „Arlon" door een
bom midscheeps getroffen. Vijf driemotorige
machines vielen van een hoogte van 1500
meter aan. Gelukkig"waren op dat oogenblik
slechts, vijf man aan boord, waar ik toe be
hoorde. Boven de werven wierpen zij veertig
bommen omlaag. Vijftien daarvan vielen
neer in de nabijheid van ons schip. De men-
echen op het dek zochten in allerijl een goed
heenkomen. Een van hen, een Roemeen,
.werd echter getroffen en in stukken gereten.
Als door een wonder werd de derde maat,
die zich beneden bevond, gered. Hij kon zich
door de vlammen een weg banen. Wel is hij
ernstig gewond door het vuur.
Toen we het schip verlieten, was het ge
heel in rook en vlammen gehuld. Ik weet
niet, of het gezonken is of niet, in ieder ge
val moet het geheel uitgebrand zijn.
Sinds Zaterdag waren wij al aan het uit
laden. Het werk was bijna klaar, wij hadden
nog maar 1000 ton lading aan boord en zou
den een half uur later uitvaren".
De llnksche repressailles
Men vermoedt, dat de geruchten omtrent
jeen te verwachten bombardement op Ita-
liaansche steden hun. oorsprong vinden in
het feit dat een corps van jonge republikein-
sche piloten gevormd is onder de leuze
„Slaag of sterf'. Dezen zouden Negrin hun
diensten aangeboden hebben en geëischt
hebben, dat vergeldingsmaatregelen geno
men worden.
Naar verluidt heeft de regeering te Barce
lona aan Frankrijk en Engeland de verzeke
ring gegeven, dat volkomen controle over de
republikeinsche strijdkrachten dergelijke
stappen verhinderen zal. Evenwel zou,
indien de bombardementen op open steden
voortgaan, de mogelijkheid van wanhoops
daden ontstaan^
De begrafenis van de gravin
yan Strathmore
Op het dorpskerkhof te Glamis
De begrafenis van hot stoffelijk overschot
Van de gravin van Strathmore, moeder
.van koningin Elisabeth van Engeland, is in
allen eenvoud voltrokken. Van de kapel van
Glamis Castle naar het kerkhof werd het
stoffelijk overschot vervoerd met een gewo
nen boerenwagen. Dèn geheelen weg, .neer
dan een mijl, liep de koning in den stroo
menden regen en op het kerkhof hielp Kij,
met ontbloot hoofd, bij het aandragen van
de kransen naai* de groeve.
De koningin en de Earl of Strathmore
maakten gebruik van een auto.
Na een korten dienst in de kapel, waar
Slechts de familieleden konden worden toe
gelaten, terwijl buiten honderden in den
stortregen wachtten, droegen boerenknech
ten, gekleed in grove, handgeweven klee
ding, de baar naar het graf.
In diepe droefheid sloeg de koningin gade,
hoe de laatste eer aan haar moeder gebracht
.werd. Zij was diep gesluierd, doch het was
duidelijk zichtbaar, hoezeer zij door dit ver
lies geschokt was.
Diep bewogen luisterde zij naar de voor
den van den geestelijke, welke in het ge-
ruisch van den ragen voor vele ornsiaamfen
[verloren gingen.
Geen ontevredenheid
in Oostenrijk?
Van bevoorrechting van
Duitschers zou geen sprake zijn
Oostenrijkers in alle
leidende functies
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
De Duitsohe pers heeft er in de laatste
dagen reeds verscheiden malen op geweizen,
dat de anti-Duitsche propaganda thans in
het bijzonder probeert te werken met be
weringen over zgn. ontevredenheid in Oos
tenrijk sedert de aansluiting. Een Ameri-
kaansch persbureau bericht zelfs, dat de
„spanning" tusschen Oostenrijksche natio-
naal-sociaüsten en die uit het gebied von
het Rijk in „welingelichte politieke kringen
te Berlijn" niet meer wordt betwist. Tegen
over dit rare bericht uit blijkbaar zeer rare
bron wordt van welingelichte Duitsche zijde
vastgesteld, dat de in een zeker deel der
buitenlandsche pers steeds weer aange
voerde voornaamste oorzaak der zgn. onte
vredenheid in Oostenrijk, nl. de zg. bevoor
rechting van Duitschers uit het oude rijks
gebied hij benoemingen, niet bestaan kan.
Om de volgende redenen:
le- Bij alle gouwleiders en plaatsvervan
gende gouwleiders in Oostenrijk bevindt
zich slechts een enkele plaatsvervangende
gouwleider uit het oude rijksgebied. Alle
overige gouwleiders en plaatsvervangende
gouwleiders zijn Oostenrijkers
2e. Alle staatsorganen in de Oostmark zijn
door Oostenrijkers bezet,
3e. Tot kringleiders en plaatselijke groeps
leiders in Oostenrijk worden slechts Oosten
rijkers benoemd (aan deze kringleiders en
plaatselijke groepsleiders zijn slechts voor
eenige maanden, waarschijnlijk tot 31 Aug.,
partijgenooten uit het oude rijksgebied voor
advies bij de inrichting der dienstlichamen
toegevoegd).
4e. De leiders der Oostenrijksche S.A. en
Hi tl er-- jeugd bestaan voor 95 pet uit Oos
tenrijkers, bij de Oostenrijksche S.S. voor
98' pet
5e. Alle gemeente-ambtenaren en -beamb
ten zijn Oostenrijkers.
Ge. Evenzoo zijn de toestanden bij de Oos
tenrijksche Schupo en bij den arbeidsdienst.
Dat hier vele vooraanstaande functies dooi
Oostenrijkers worden bezet, die de laatst3
jaren als politieke vluohtelipgen in het
oude rijksgebied hebben gewoond en daar
hun opleiding hebben genoten, aldus nog
steeds het Duitsche Nieuws Bureau, ligt voor
de hand. Ook de commandant der Oosten
rijksche Schupo, kolonel Meissner, is n:et
zooals in de buitenlandsche pers werd be
weerd, een Rijks-Duitscher, doch hij was
majoor bij de Oostenrijksche gendarmerie
en werd onder het systeem Schuschnigg uit
den dienst ontslagen wegens zijn politieke
gezindheid-
Te. Terwijl derhalve van een bevoorrech
ting van Duitschers uit het oude rijksgebied
bij benoemingen in de Oostmark op geen
enkele wijze kan worden gesproken, is het
aan den anderen kant een feit. dat zich in
tal van leidende functies in het oude rijks
gebied, met inbegrip van de rijksministeries
procentueel meer Oostenrijkers bevinden
dan het percentage der Oostenrijksche be
volkingvan de bevolking van Groot-Duitsch-
land uitmaakt
Se. Uit de lucht gegrepen zijn voorts de
in de buitenlandsche pers opgedoken be
richten over zgn. Duitsche troepenbewegin
gen in „de richting Oostenrijk". De na 13
Maart naar Oostenrijk gedirigeerde troepen-
afdeelingen uit het oude rijksgebied z'jn
weer bijna alle naar hun garnizoenen van
oorsj>rong teruggekeerd, o.m. dezer dagen
de tweede pantserdivisie, daar de weinige
troepenafdeelingen uit het oude rijksgebied,
die thans nog gestationneerd zijn in de Oost
mark voldoende zijn om de vroegere bonds-
troepen volgens de Duitsche methode op te
leiden.
Het bezit der vreemde Joden
in Duitschland
Het Foreign Office deelt thans mede, dat
de Duitsohe regeering thans ter kennis van
do Britsche regeering heeft gebracht, dat
hoewel Britsche Joden hun in Duitschland
aanwezig bezit moeten aangeven, deze re
gistratie niet verplicht zal zijn in geval het
Joodsche bezit zich in handen bevindt van in
het buitenland wonende Britsche onderda
nen, tenzij men te doen heeft met emigran
ten, die vroeger Duitschers zijn geweest.
In Amerikaansche diplomatieke kringen te
Berlijn verluidt, dat een vertegenwoordiger
van de ambassade der Vereenigde Staten
een bezoek beeft gebracht aan het ministe
rie van buitenlanasche zaken, teneinde over
eenkomstig de opdracht van de regeering
te Washington nadere opheldering te vra
gen over de houding van Duitschland ten
aanzien vaai de Amerikaansche Joden in
Duitschland.
Ze4'
ONGEVALLEN
VERZEKERING
Maahcfiapfiij. - Sneeh
De Japansch-Cliineesche oorlog
DE EVENTUEELE BEZETTING
VAN HAINAN
Een Fransch-Britsche
waarschuwing aan Tokio
In antwoord op in het lagerhuis ge
stelde vragen heeft de onderstaatssecre
taris van buitenlandsche zaken, Butt-
ler, medegedeeld, dat de regelingen
van Frankrijk en Groot-Brivtannië door
tusschenkomst van haar ambassadeurs
te Tokio aan de Japansche regeering
hebben duidelijk gemaakt, dat zij een
bezetting van Hainan door Japan zou-
deai beschouwen als een aanleiding tot
een ongewcaischte complicatie.
Mochten zich ongelukkigerwijze zooda
nige complicaties voordoen, dan zouden
de regeeringen van Groot-Brittannië en
Frankrijk elkander ongetwijfeld den
steun verleenenals voor dergelijke om
standigheden vereischt zou worden
Eiland Namoa bezet
Het Chineeeche eiland Namoa, gelegen
voor de Zuid-Chineesche zeehaven Swatau,
is door Japansche troepen bezet, waardoor
deze stad plotseling in een benarde positie
gekomen is. De Japansche kusüblokkade is
door deze bezetting op dit deel der Chineet-
sche kust veel vereenvoudigd geworden.
Japansche veroordeelden naar China
Gemeld wordt, dat groote dcelen van
China, die door de Japansche troepen bezet
zijn, gekoloniseerd zullen worden door Ja
pansche en Koreaaneche veroordeelden, voor
het meerendeel politieke gevangenen. Bij
Socmgkiang, niet ver van Shanghai, zou
reeds een groote afdeeling gevangenen zijn
aangekomen: de mannen werken overdag
op het veld en brengen den nacht door in
het militaire kamp. Dit is noodig met het
oog op het rondzwerven van Chineesche
giuerrillabenden.
De teruggeroepen Duitsche adviseurs
Het gerucht doet de ronde, dat Traub-
mann, Duitsch ambassadeur bij Tsjang Kai
Sjek, naar Berlijn teruggeroepen zou zijn,
zulks in verband met de terugroeping der
Duitsche militaire adviseurs in China, welke
kwestie nog niet zou geregeld zijn.
Tsjang Kai Sjeik heeft Berlijn ervan in
kennis gesteld, dat hij zou toestemmen in
het' vertrek der raadslieden met uitzonde
ring van zes hunner, onder wie generaal
Falkenhausen. De Duitsche regeering echter
heeft haar bevel betreffende algemeene te*
rugroeping gehandhaafd.
De Chineesche ambassade te Berlijn heeft
Donderdag jl.. instructie gekregen, de Wil-
helmstrasse ervan in kennis te stellen, dat
de Chineesche regeering zich voorbehield,
gebruik te maken van „geschikte middelen"
om dit terugroepingsbevel te beantwoorden.
Brand in een
New-Yorksche tunnel
Een zeer moeilijke blusschingsarbeid
In een tunnel, welke wordt
onder de Eastriver te New-York heeft een
hevige brand gewoed. De geweldige lucht
druk, welke drie atmosferen bereikte,
maakte het blusschen uiterst moeilijk. De
brandweerlieden moesten om het kwartier
worden afgelost. Verscheidenen hunner ge
raakten buiten bewustzijn of kregen ern
stige neus- en oorbloedingen door den hoo-
gen luchtdruk. Ten slotte is men erin ge
slaagd het vuur te dooven, door n.l. groote
hoeveelheden water in den tunnel te laten
loopen.
De brand was uitgebroken in een houten
afbakening, 50 meter onder de rivier en
ruim 100 meter van den oever.
Vier arbeiders, die zich in de tunnel be
vonden, konden zich nog tijdig in veilig
heid stellen.
Volgens de ingenieurs is er aan 't bouw
werk zelf weinig schade van beteekenis
aangericht.
Cholera-epidemie in Britsch-Indië
Reeds meer dan 35.000 dooden!
In Britsch-Indië grijpt momenteel een
cholera-epidemie met schrikbarende kracht
om zich heen. In de Ver. Provincies, die
onder rechtstreeksdh Engelsoh bestuor
staan, bedraagt het aantal dooden tot nu toe
reeds 17.330. In geheel Indië rekent men met
meer dan 35.000 dooden.
De Engelsche regeeringsautoriteiten in
Indië hebben een oproep gepubliceerd, ten
einde artsen in Indië te requireeren, die in
de meest bedreigde zones de ziekte zullen
helpen bestrijden.
Het Luiksche
gifmoord en-proces
Weduwe Becker zocht naar
„oude renteniersters"
Beklaagde zeer gedeprimeerd
Gistermorgen heeft men in het proces
tegen de wed. Booker nog weer getuigen
gelioord. Op medisoh advies is de beklaagdt
die zeer gedeprimeerd was, een schorsing
der zittiing voor anderhalf uur toegestaan.
De president heeft een onderzoek der be
aagde gelast.
Volgens gister gehoorde getuigen hadden
,evr. Castadot en mej. Stevard, die beiden
overleden zijn, een zwakke gezondheid. Deze
verklaringen werden door de verdedigers
onderstreept. Een andere getuige verklaar
de, dat mevr. Crulle, diie eveneens is over
leden, zeer dankbaar was geweest voor de
toewijding van beklaagde. Een getuige
vertelde, dat op een avond mevr. Bulte
klachten geuit had over een poeder, dat zij
zoo juist in tegenwoordigheid van getuige
had ingenomen. Beklaagde heeft er van
geproefde
Het O. M. heeft beklaagde verweten naar
het Dominicaner-klooster te zijn gegaan om
adressen te vragen van oude
tenierster6, die verpleegd
moesten worden. Broeder Farter heeft
haar niet formeel herkend, terwijl weduwe
Becker beweerde, dat zij het bestaan van
het klooster niet kende.
Vervolgens verscheen een reeks personen,
die door de weduwe Becker behandeld wa-
ixm in verband met een verhaal over een er
fenis van 500.000 francs. De beklaagde be
streed de verklaringen dezer getuigen,
waarna de zitting gesloven werd.
De verraderlijke beddesprei
De middag-zitting is geheel gewijd ge
weest aan het verhoor van getuigen, die
opgeroepen wanen in verband met het over
lijden van de dames Lange en Weiss. In
het bijzonder hoorde men mevr. Spineux.
modiste, die mevr. Lange als huurster
had gehad. Herhaalde malen had zij de
eduwe Becker op bezoek zien komen bij
levr. Lange en vaak dronken de drie dames
gezamenlijk een glaasje wijn. Mevrouw
Spineux verklaarde nader, dat mevrouw
Becker twee maal alleen bij mevr. Lange
op bezoek geweest was. Eens trachtte c
weduwe Becker 30.000 franc te leenen, ten
ednde e>en neef van faillissement te redden
NORTH CTATE
1 AMERICAN «^CIGARETTES
Maak 'n spoedig einde
aan die kwellende
rheumatische pijnen.
De zes minerale zouten In Kxuschen Salts sporen
Uw ingewanden, lever en nieren aan tot krach
tiger werking, waardoor Uw bloed gezuiverd
wordl en de oorzaak van Uw rheumatische pijn
wordt weggenomen. De pijnen zullen spoedig
ainemen om tenslotte geheel te verdwijnen
KRUSCHENSALTS
STRALENDE GEZONDHEID VOOR CENT P€R OAG
rodÊ
Getuigen, die na mevr. Spineux gehoord
werden, bevestigden haar verklaringen.
Daarna kwam men tot het geval-Weiss.
De eerste getuige in deze zaak, een oude
da,me, mevr. Lamy, was zoo ontdaan, dal
zij bijna flauw viel in de getuigenbank en
het flesohje eau de cologne van den presi
dent moest er aan te pas komen. Na eenigs
bekomen te zijn, vertelde zij, hoe zij
met Marie Becker kenni6 maakte 9edert
den dood van mevr. Lange. De advocaat-
generaal toont aan de getuige een bedde
sprei, welke men bij de weduwe Becker
had gevonden. Toen de getuige deze sprei
aanschouwde, riep zij uit: dat is de sprei
an mevr. Weiss (groote sensatie).
De beklaagde riep uit: Dat is krankzan
nig! en er ontspon zioh een discussie over
de beddesprei. De getuige zette vervolgens
haar verhaal voort en verklaarde: Marie
Becker heeft mij gezegd dat mevr. Weiss
thee had gedronken en dat het haar goed
had gedaan.
Een zaalbeambte heeft, toen de presi den:
de beddesprei toonde, gezien, dat een vrouw
op de tribune een gebaar van herkennen
maakte. Deze dame. mevr. Galiand, wordt
gehoord. Zij heeft mevr. Weiss een sprei
geleverd, welke zij had geborduurd, en zij
gelooft, de sprei te kunnen herkennen. Men
toont haar de sprei. Dat is hem, zegt zij. Zij
had mevr Weiss verzocht een centraal pa
troon te mogen borduren. De beklaagde
houdt echter vol. dat zij de sprei niet van
r. Weiss heeft, doch dat ze deze in 1928
een zekere mevr. Regnief heeft ge
kregen.
Mevr. Ida Keileder, die in hetzelfde huis
woonde als mevr. Weiss geeft een relaas
van de ziekte en den dood van haar mede
bewoonster en ook zij herkent de ©prei als
diie van mevr. Wedss.
Vervolgens wordt een zoon van mevr.
Weiss gehoord. Hij vertelt van zijn bezoe
ken aan zijn moeder en over haar gewoon
ten. Zij gebruikte veel thee. Hij vertelt ook,
later in het huis een papier gevonden te
hebben, waarop de nummers van bank
biljetten geschreven waren. Van de bank
biljetten heeft men echter niets terugge
vonden.
GEMENGD NIEUWS
De moordaanslag in het
Heilosche bosch
Jongens hadden den man getreiterd
Naar van bevoegde zijde wordt medege
deeld, is de aanslag Zondagavond in het
Heilosche bpsoli gepleegd, niet zoo erg, als
aanvankelijk wel leek. De dader M. is ge-
ruimen tijd geleden een paar maanden als
gewoon zenuwpatiënt verpleegd geweest in
de St. Willebrordusstichting te Heiloo. Hij
is een wel wat ncurveus. maar overigens een
goede man, vader van een groot gezin. Ver
leden week Maandag had hij reeds in het
bosch con 6-tal jongens van 1619 jaar ont
moet die hem tot mikpunt van hun 6pot
maakten. De man vroeg toen den jongens
daarmee uit te scheiden en toen dat niet
gebeurde, gaf hij een hunner een klap.
Zondagavond ontmoette de man op zijn
blijkbaar dagelijksche wandeling dezelfde
jongens, die onmiddellijk weer begonnen te
sarenr cn den man uittartten. In zijn drift
liet de man zich gaan en bracht den lS-jari-
gen P. H. uit Alkmaar eenige niet gevaar
lijke steken toe in de zijde, in de buurt van
een oer longen.
M. heeft tegenover de politie volledig be
kend en bovendien zijn groote spijt betuigd.
Hij is niet opgesloten, omdat daartoe niet de
minste reden bestaat.
Verzekeringsagent aangehouden
KRABBENDIJKE, 27 Juni- Zaterdag
heeft de gemeentepolitie in samenwerking
met den alhier gestationneerden rijksveld
wachter aangehouden als verdacht van
valschheid in geschrifte en verduistering
den ongeveer 27-jarigen O S., hoofdagent
van een levensverzekeringsmaatschappij en
wonende alhier.
Naar wij vernemen moet de man tal van
fictieve verzekeringen hebben afgesloten,
terwijl hij ook gelden van onder hem staan
de agenten moet hebben ontvangen en niet
afgedragen.
De arrestant is hedenmorgen overge
bracht naar Middelburg en daar in voorloo-
pige hechtenis gesteld.
i 41 S.!> M. NCRV-UltM
■rlchtet
lukwensehen). 10.30 Morgendienst II.-jO
Gram.muziek. 11.15 Zang met pianobegelei
ding en gram.muzlek. 13.00 Berichten. 12.15
Grain, muziek. 12.30 Stiehtsch Salonorkest
en gram.muziek. 2.00 Gram.muziek. 2.30
Voor postzegelverzamelaars. 3.00 Gram.muz.
3.30 Trio „Pro Musica" en graim.tnuzlek.
4.30 Gram.muziek. 4.45 Gelukwenschen. 5.0?
Kinderuurtje. 5.45 Carlllonbespeling. 6.30
Taalles en Causerie over het Blnnenaanva-
ringsreglement. 7.90 Berichten. 7.15 Land
en tii'lnbouwhalfuur. 7.458.00 Reportage,
8.05 Berichten anp, herhaling SOS-Berichen.
8.15 Stafmuzlek van de Koninklijke Marine.
9.30 Gram.muzlek. 10.00 Berichten ANP.
10.05 Accordeon kwartet en gram.mualek.
10.46 Gymnastiekles. 11.00 Gram.muzlek, ca»
11.50—12.00 Schriftlezing.
HILVERSUM II 301.5 M. VAR A-TI trending,
10.0010.20 v.m. en 7.308.00 nnm. VPRO.
8.00 Gram.muziek. (Om 8.16 Berichten). 9.30
Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.29
Voor Arbeiders In de Continubedrijven. 12.00
Gram.muziek. (Om 12.15 Berichten). 12.30—
1.45 Fantasia en Orgelspel. 2.00 Knipcursus.
2.30 Gram.muzle
5.30 Gram.muzle
Dante. 8.05 Herhaling SOS-Berlchten. 8.07
Berichten ANP, VARA-Varla. 8.20 Orgel
spel. 8.45 R&dlotooneel. 9.15 Esmeralda-
septet en solist. 9.45 G:
richter
0.05
mzlek. 10.00 Be-
Sylvla-'-Amusementsor-
:iek. 11.00 De
45 Gi
Ramble na. 11.3012.90
DROITSvich 1500 M. 11.20 Cello. 12.10 Piano
kwintet 12.50 Orkest en trio. 1.50 Orkest
8.20 Orkest 4.20 Vesper. 5.30 Band. 7.10 le
acte 8.05 2e acte 10.10 3e acte. 11.10 4e acte
Figaros Hochzelt"..
RADIO-PARIS 1648 M. 11.35 Koor. 11.59 Zang.
BRUSSEL 322 cn 484 M. 322 M.: 12.50 Orkest
6.50 Gitaar. 7.20 Cello. 8.20 Orkest 8.50 Radio
tooneel. 10.30 Folkl. programma.
484 M 1.00 Orkest 5.20 Kwartet 5.35 Or
kest. 8.20 Orkes
De „Karimata" kan niet werken
De zee is te woelig
De „Karimata" heeft den arbeid gisteren!
tijdelijk moeten onderbrekea in verband met
het stormachtige weer.
Gistermiddag tusschen twaalf en één werd
met baggeren opgehouden. Er woei toen een
halve storm uit Zuid-Westelijike tot Weste
lijke richting met een Windkracht van zeven!
tot acht. De molen ligt even/wel rustig voor
do ankers te midden van de ruwe zee. De
zeesleepbooten bevinden zich in de nabijheid
zoodat, indien dat noodig mocht zijn, onmid
dellijk assistentie kan worden verleend.
De onstuimige golven maakten het gister
middag om vijf uur onmogelijk de dagploeg,
die des ochtends om zes uur aan boord van
de „Karimata" was gegaan, af te lossen. Zij
is dus op den molen gebleven. In den loop
van den avond was de wind in kracht afge
nomen, zoodat men verwacht, dat het werk!
spoedig kan worden hervat.
Wilde staking
in een werkverschaffing
Honderdtachtig Venloeche artoeiders, werft*
zaam in de werkverschaffing in de Sevenuim:
sohe Peel, hebben het werk neergelegd*
Het is een wilde staking van ongeveer twee
derde deel der Venlosche tewerkgestelden.
Zij eischen een minimum uurloon van 22
cent en autobusvervoer. Tachtig VenlosohQ
arbeiders zijn nog aan het werk gebleven*
In totaal werken in de werkverschaffing der
Peelontginning ruim 500 arbeiders,
DEN HAAG, 27 Juni. In aansluiting
aan de ter zake verschenen berichten, wordt
ons van bevoegde zijde medegedeeld, dat
verzoeken om in opleiding te worden geno
men voor het vliegbrevet uit de houders
waarvan t.z.t de jongelieden zullen worden
gekozen voor uitzending naar Ned-Indiëals
adspirant-officier-kort verband vlieger tot
het Luchtverdedigingsfonds, secretariaat
Vijverberg 2, Park de Kievit, Wassenaar,
instede van tot het Dep van Koloniën, be-
hooren te worden crericht.
CRÈME
een weldaad
voor ilwhuidf
DEELZEpR^i^
.GRVAIÏOIRBÈEKt-. i»
(14
Stijn keek naar haar man.
„Ikke kwaod gesproke? Tegen wies dan?"
Zooveel menschenkennis had Gijs wel, dat hij uit haar
aarzeling begreep, dat Tonia's beschuldiging gegrond was.
„Tegen wies hedde wieer gekletst?"
„Wieer, wieer! vent ik sprèk nooit gin kwaod, dat witte
toch zelf."
Straks had de bui van de andere kant gedreigd, nu was
er weer een die angstig kwam opzetten; 't naderend gevaar
van een oogenblik zich zelf vergeten, een verwijt, een be
schuldiging, een krenking die na jaren nog niet is vergeten
en eigenlijk steeds weer gloeit als een litteeken als men er
aan denkt. Maar Gijs was dien avond bruut, er was in hem
Iets van de wreedheid van 't harde leven, van de natuur
[waarmee hij was opgegroeid. Dus had Stijn toch ondanks zijn
waarschuwingen gekletst en kwaad gesproken!
Toen stond Gijs op, gooide zijn pijp op de kachelbuïs, smeet
zijn stoel achteruit en in zijn volle lengte stond hij daar drei
gend en geweldig. Zijn vuisten balde hij. Stijn zag met ont
zetting naar hem op. Zoo verschrikkelijk had ze hem nooit
gezien. Ze kende zijn kracht, de schroeven van zijn handen.
Zijn koolzwarte irissen waren als dreigende vlekken in 't
roomig wit van de oogen. Hij vloekte en Stijn sidderde. Dat
was 't sein tot een stortvloed van verwijten die hij uitbul-
derde.
En hoe meer Stijn achteruitweek, hoe bleeker ze was en
hoe erger haar handen beefden, hoe meer Gijs zijn overwicht
voelde. Dingen waaraan zijn vrouw nimmer had gedacht
slingerde hij als striemende verwijten neer.
„Gijgij zult 't er op aon legge mee oew eeuwig gewau
wel det oew jong motte gaon schooien, 't was béter det ge is
un bietje mieer om oons docht es om oew ège
Toen stond Stijn ineens op en met een wanhopig gebaar zei
ze heesch: „Dinkte gij mer om de keinder, motte die oewe
gekkepraot ok nog heure".
Alle vrees scheen van haar afgevallen nu ze haar eigen
stem weer had gehoord en ze keek hem aan, deed een stap
naar hem toe.
„Schaomde oe ège nie om zoo te kieer te gaon, ge zijt gek
hortstikke gek, wie heet jouw opgestokt?"
Dreigend was nu haar gezicht, zij greep geen stoelleuning
noch de schoor, die binnen haar bereik lag, evenmin was er
een deemoedige tranenvloed. Ook was haar stem gedempt,
daar ze wist, dat de kinderen wakker waren geworden. Maar
in haar heele houding was zooveel fierheid, zooveel waardig
heid als alleen bij een felle bijtende verontwaardiging moge
lijk is.
Gijs was in den aard laf. Dat bleek ook nu, want zijn op
geschroefde toorn zakte in als de bluf van een kwajongen, die
merkt, dat hij niets wint.
Hij zweeg eerst. ILangzaam aan drong tot hem door 't be
sef van zijn dwaasheid en zijn onredelijkheid. Zóó was hij
niet of hij begreep, dat hij Stijn met zijn brute vertooning van
woede-uitbarsting bad beleedigd en gewond tot in haar ziel.
„Mer", hij zocht naar woorden, fluisterde hijgend, „mer ze
zegge
„Zwijg! Ze zegge? Zurgt er vur det ze nooit zegge dieje
Gijs Streef is unne gek, want", en bliksemsnel zag ze de uit
werking van dat woord op zijn gezicht, en vervolgde met mil
dere stem, waarin iets begon terug te keeren van de oude,
zorgzame, stil liefhebbende vrouw: „det zijde gij nie en det
zulde gij nooit worden ook".
Toen keerde hij zich om, verslagen, totaal ontwapend.
Hij stommelde in 't achterhuis bij de klompen en ging naar
buiten. Zijn hart bonsde, 't suisde nog in zijn ooren. De
avondwind was koel om hem heen, de donkerte en de geruch
ten van den wijden polder kalmeerden hem. Hij liep op den
grintweg, waarop zijn klompen knerpten in 't versche kiezel.
Een stroom van gedachten ging hem door 't hoofd, maar tel
kens was er weer de golf van spijt over zijn doldriftig geraas
en zijn beschuldigingen. De Elzenberm lag als een gedoezeld
silhouet achter den haag.
,,'t Lillik merakel", siste hij. Hij stond stil. Daar lag de hoef
van Jan Donkerstal, waarin hij Stijn had leeren kennen. Sliep
de baas nou of lag hij op 't kelderkamertje wakker te denken?
't Viel hem in, dat alles wat op dezen dag gebeurd was
ging om de kinderen. Daar zou hij om denken als hij met
Stijn sprak. Om 't bestwil van de kinderen. Ter verontschul
diging zou hij aanvoeren, dat Tonia gekomen was en
Met schrik dacht hij aan Stijn hoe ze daar nou zou zitten.
Er klirden een paar droge bladeren tegen elkaar aan een
populier, de wind ruischte in de beukenheg, een kievit riep op
't Kraaieveldje, verderop nog een. ijler. Er was geen maan en
de sterren schenen te drijven achter de wolken. Achter de
heg was het gerinkel van Moors halsband. Toen ineens een
nijdig, kort geblaf en dreigend gegrom.
„Sst Moor, sst".
De hond herkende hem en wrong zijn kop onder tusschen
de stammetjes.
Gijs liep verder, de kant van Grondel op, waar de andere
arbeidershuizen stonden. Nergens was meer licht Hij zocht
naar zijn pijp. Die lag thuis op de plattebuis en zijn tabaks
doos was leeg.
Nu was hij een jongen geworden, die wegloopt In een
vlaag van drift en dan naderhand beseft, dat hij tóch terug
moet
Terug naar Stijn. Hoe moest dat worden? Hoe kwam dat
weer goed. Wat kende hij zijn vrouw toch nog slecht. Hij had
gedacht, dat ze te keer zou gaan, dat ze in gierende huil*
buien hem zou tegenspreken. Maar in plaats daarvan had ze
voor hem gestaan alsof ze zijn moeder was inplaats van zijn
vrouw.
En de kinderen hadden misschien alles gehoord en niets
begrepen en ze zouden, voor zoover 't hun morgen nog was
bijgebleven, uitleg vragen.
Hij keerde in eens om. Ging de weg terug. Schande was 't
om zoo te keer te gaan. Zoo deden de zuipers als ze met een
stuk in d'r kraag van de markt kwamen of van de kermis, of
van een verkooping. Maar zoo deed geen fatsoenlijk mensch.
En zoo had hij ook nog nooit gedaan.
Was Stijn nou maar op bed. Dan zou 't gemakkelijker gaan
om in de donkerte van de bedstee een paar woorden te zeggen,,
iets, dat op een soort berouw leek.
Wordt vervolgd.