DINSDAG 28 JUNI 1938 EFRSTE BLAD PAG. 2 De Spaansche burgeroorlog TWEE BR1TSCHE SCHEPEN TOT ZINKEN GEBRACHT Nervositeit in Londen Gelijk wij gister nog in een deel onzer op jaag konden vermelden, hebben de Spaan- gehe nationalistische vliegtuigen opnieuw twee Britsche schepen in repubhkeinsehe havens tot zinken gebracht, nl. hvit s.s. „Ar- lon in de haven van Valencia en de „Farn- ïiam" nabij Alicante. Bij de laatste catastrofe jverden drie Britsclie zeelieden gedood. Deze voorvallen bobben in Britsche poli- iieke kringen een zeer slechten indruk ge maakt, temeer aangezien sommige aandui dingen. welke de afgeloopen 4S uur te Lon den waren ontvangen, deden veronderstel len, dat een einde zou koenen aan deze aan- .vallen. Men vraagt zich af, of deze aanvallen het gevolg zijn van een vergissing, of dat zij .werden uitgevoerd door vliegtuigen, welke niet onder 't bevel vn Franco staan, dan wel of zij beteekenen, dat de aanduidingen, wel ke wezen op een verzoening, van nul en geener waarde waren. Het is duidelijk, dat de politieke nervosi teit, welke bij de laatste bijeenkomst van het lagerhuis merkbaar was, wederom merkbaar is geworden. Een ooggetuige vertelt Jn een telefonisch interview, dat de United Press met een der opvarenden van het he iden gebombardeerde Britsche schip „Arlon" den tweeden maat J. Maude, heeft gehad, gaf deze de volgende beschrijving van hot „Om S uur 45 werd de „Arlon" door een bom midscheeps getroffen. Vijf driemotorige machines vielen van een hoogte van 1500 meter aan. Gelukkig"waren op dat oogenblik slechts, vijf man aan boord, waar ik toe be hoorde. Boven de werven wierpen zij veertig bommen omlaag. Vijftien daarvan vielen neer in de nabijheid van ons schip. De men- echen op het dek zochten in allerijl een goed heenkomen. Een van hen, een Roemeen, .werd echter getroffen en in stukken gereten. Als door een wonder werd de derde maat, die zich beneden bevond, gered. Hij kon zich door de vlammen een weg banen. Wel is hij ernstig gewond door het vuur. Toen we het schip verlieten, was het ge heel in rook en vlammen gehuld. Ik weet niet, of het gezonken is of niet, in ieder ge val moet het geheel uitgebrand zijn. Sinds Zaterdag waren wij al aan het uit laden. Het werk was bijna klaar, wij hadden nog maar 1000 ton lading aan boord en zou den een half uur later uitvaren". De llnksche repressailles Men vermoedt, dat de geruchten omtrent jeen te verwachten bombardement op Ita- liaansche steden hun. oorsprong vinden in het feit dat een corps van jonge republikein- sche piloten gevormd is onder de leuze „Slaag of sterf'. Dezen zouden Negrin hun diensten aangeboden hebben en geëischt hebben, dat vergeldingsmaatregelen geno men worden. Naar verluidt heeft de regeering te Barce lona aan Frankrijk en Engeland de verzeke ring gegeven, dat volkomen controle over de republikeinsche strijdkrachten dergelijke stappen verhinderen zal. Evenwel zou, indien de bombardementen op open steden voortgaan, de mogelijkheid van wanhoops daden ontstaan^ De begrafenis van de gravin yan Strathmore Op het dorpskerkhof te Glamis De begrafenis van hot stoffelijk overschot Van de gravin van Strathmore, moeder .van koningin Elisabeth van Engeland, is in allen eenvoud voltrokken. Van de kapel van Glamis Castle naar het kerkhof werd het stoffelijk overschot vervoerd met een gewo nen boerenwagen. Dèn geheelen weg, .neer dan een mijl, liep de koning in den stroo menden regen en op het kerkhof hielp Kij, met ontbloot hoofd, bij het aandragen van de kransen naai* de groeve. De koningin en de Earl of Strathmore maakten gebruik van een auto. Na een korten dienst in de kapel, waar Slechts de familieleden konden worden toe gelaten, terwijl buiten honderden in den stortregen wachtten, droegen boerenknech ten, gekleed in grove, handgeweven klee ding, de baar naar het graf. In diepe droefheid sloeg de koningin gade, hoe de laatste eer aan haar moeder gebracht .werd. Zij was diep gesluierd, doch het was duidelijk zichtbaar, hoezeer zij door dit ver lies geschokt was. Diep bewogen luisterde zij naar de voor den van den geestelijke, welke in het ge- ruisch van den ragen voor vele ornsiaamfen [verloren gingen. Geen ontevredenheid in Oostenrijk? Van bevoorrechting van Duitschers zou geen sprake zijn Oostenrijkers in alle leidende functies Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: De Duitsohe pers heeft er in de laatste dagen reeds verscheiden malen op geweizen, dat de anti-Duitsche propaganda thans in het bijzonder probeert te werken met be weringen over zgn. ontevredenheid in Oos tenrijk sedert de aansluiting. Een Ameri- kaansch persbureau bericht zelfs, dat de „spanning" tusschen Oostenrijksche natio- naal-sociaüsten en die uit het gebied von het Rijk in „welingelichte politieke kringen te Berlijn" niet meer wordt betwist. Tegen over dit rare bericht uit blijkbaar zeer rare bron wordt van welingelichte Duitsche zijde vastgesteld, dat de in een zeker deel der buitenlandsche pers steeds weer aange voerde voornaamste oorzaak der zgn. onte vredenheid in Oostenrijk, nl. de zg. bevoor rechting van Duitschers uit het oude rijks gebied hij benoemingen, niet bestaan kan. Om de volgende redenen: le- Bij alle gouwleiders en plaatsvervan gende gouwleiders in Oostenrijk bevindt zich slechts een enkele plaatsvervangende gouwleider uit het oude rijksgebied. Alle overige gouwleiders en plaatsvervangende gouwleiders zijn Oostenrijkers 2e. Alle staatsorganen in de Oostmark zijn door Oostenrijkers bezet, 3e. Tot kringleiders en plaatselijke groeps leiders in Oostenrijk worden slechts Oosten rijkers benoemd (aan deze kringleiders en plaatselijke groepsleiders zijn slechts voor eenige maanden, waarschijnlijk tot 31 Aug., partijgenooten uit het oude rijksgebied voor advies bij de inrichting der dienstlichamen toegevoegd). 4e. De leiders der Oostenrijksche S.A. en Hi tl er-- jeugd bestaan voor 95 pet uit Oos tenrijkers, bij de Oostenrijksche S.S. voor 98' pet 5e. Alle gemeente-ambtenaren en -beamb ten zijn Oostenrijkers. Ge. Evenzoo zijn de toestanden bij de Oos tenrijksche Schupo en bij den arbeidsdienst. Dat hier vele vooraanstaande functies dooi Oostenrijkers worden bezet, die de laatst3 jaren als politieke vluohtelipgen in het oude rijksgebied hebben gewoond en daar hun opleiding hebben genoten, aldus nog steeds het Duitsche Nieuws Bureau, ligt voor de hand. Ook de commandant der Oosten rijksche Schupo, kolonel Meissner, is n:et zooals in de buitenlandsche pers werd be weerd, een Rijks-Duitscher, doch hij was majoor bij de Oostenrijksche gendarmerie en werd onder het systeem Schuschnigg uit den dienst ontslagen wegens zijn politieke gezindheid- Te. Terwijl derhalve van een bevoorrech ting van Duitschers uit het oude rijksgebied bij benoemingen in de Oostmark op geen enkele wijze kan worden gesproken, is het aan den anderen kant een feit. dat zich in tal van leidende functies in het oude rijks gebied, met inbegrip van de rijksministeries procentueel meer Oostenrijkers bevinden dan het percentage der Oostenrijksche be volkingvan de bevolking van Groot-Duitsch- land uitmaakt Se. Uit de lucht gegrepen zijn voorts de in de buitenlandsche pers opgedoken be richten over zgn. Duitsche troepenbewegin gen in „de richting Oostenrijk". De na 13 Maart naar Oostenrijk gedirigeerde troepen- afdeelingen uit het oude rijksgebied z'jn weer bijna alle naar hun garnizoenen van oorsj>rong teruggekeerd, o.m. dezer dagen de tweede pantserdivisie, daar de weinige troepenafdeelingen uit het oude rijksgebied, die thans nog gestationneerd zijn in de Oost mark voldoende zijn om de vroegere bonds- troepen volgens de Duitsche methode op te leiden. Het bezit der vreemde Joden in Duitschland Het Foreign Office deelt thans mede, dat de Duitsohe regeering thans ter kennis van do Britsche regeering heeft gebracht, dat hoewel Britsche Joden hun in Duitschland aanwezig bezit moeten aangeven, deze re gistratie niet verplicht zal zijn in geval het Joodsche bezit zich in handen bevindt van in het buitenland wonende Britsche onderda nen, tenzij men te doen heeft met emigran ten, die vroeger Duitschers zijn geweest. In Amerikaansche diplomatieke kringen te Berlijn verluidt, dat een vertegenwoordiger van de ambassade der Vereenigde Staten een bezoek beeft gebracht aan het ministe rie van buitenlanasche zaken, teneinde over eenkomstig de opdracht van de regeering te Washington nadere opheldering te vra gen over de houding van Duitschland ten aanzien vaai de Amerikaansche Joden in Duitschland. Ze4' ONGEVALLEN VERZEKERING Maahcfiapfiij. - Sneeh De Japansch-Cliineesche oorlog DE EVENTUEELE BEZETTING VAN HAINAN Een Fransch-Britsche waarschuwing aan Tokio In antwoord op in het lagerhuis ge stelde vragen heeft de onderstaatssecre taris van buitenlandsche zaken, Butt- ler, medegedeeld, dat de regelingen van Frankrijk en Groot-Brivtannië door tusschenkomst van haar ambassadeurs te Tokio aan de Japansche regeering hebben duidelijk gemaakt, dat zij een bezetting van Hainan door Japan zou- deai beschouwen als een aanleiding tot een ongewcaischte complicatie. Mochten zich ongelukkigerwijze zooda nige complicaties voordoen, dan zouden de regeeringen van Groot-Brittannië en Frankrijk elkander ongetwijfeld den steun verleenenals voor dergelijke om standigheden vereischt zou worden Eiland Namoa bezet Het Chineeeche eiland Namoa, gelegen voor de Zuid-Chineesche zeehaven Swatau, is door Japansche troepen bezet, waardoor deze stad plotseling in een benarde positie gekomen is. De Japansche kusüblokkade is door deze bezetting op dit deel der Chineet- sche kust veel vereenvoudigd geworden. Japansche veroordeelden naar China Gemeld wordt, dat groote dcelen van China, die door de Japansche troepen bezet zijn, gekoloniseerd zullen worden door Ja pansche en Koreaaneche veroordeelden, voor het meerendeel politieke gevangenen. Bij Socmgkiang, niet ver van Shanghai, zou reeds een groote afdeeling gevangenen zijn aangekomen: de mannen werken overdag op het veld en brengen den nacht door in het militaire kamp. Dit is noodig met het oog op het rondzwerven van Chineesche giuerrillabenden. De teruggeroepen Duitsche adviseurs Het gerucht doet de ronde, dat Traub- mann, Duitsch ambassadeur bij Tsjang Kai Sjek, naar Berlijn teruggeroepen zou zijn, zulks in verband met de terugroeping der Duitsche militaire adviseurs in China, welke kwestie nog niet zou geregeld zijn. Tsjang Kai Sjeik heeft Berlijn ervan in kennis gesteld, dat hij zou toestemmen in het' vertrek der raadslieden met uitzonde ring van zes hunner, onder wie generaal Falkenhausen. De Duitsche regeering echter heeft haar bevel betreffende algemeene te* rugroeping gehandhaafd. De Chineesche ambassade te Berlijn heeft Donderdag jl.. instructie gekregen, de Wil- helmstrasse ervan in kennis te stellen, dat de Chineesche regeering zich voorbehield, gebruik te maken van „geschikte middelen" om dit terugroepingsbevel te beantwoorden. Brand in een New-Yorksche tunnel Een zeer moeilijke blusschingsarbeid In een tunnel, welke wordt onder de Eastriver te New-York heeft een hevige brand gewoed. De geweldige lucht druk, welke drie atmosferen bereikte, maakte het blusschen uiterst moeilijk. De brandweerlieden moesten om het kwartier worden afgelost. Verscheidenen hunner ge raakten buiten bewustzijn of kregen ern stige neus- en oorbloedingen door den hoo- gen luchtdruk. Ten slotte is men erin ge slaagd het vuur te dooven, door n.l. groote hoeveelheden water in den tunnel te laten loopen. De brand was uitgebroken in een houten afbakening, 50 meter onder de rivier en ruim 100 meter van den oever. Vier arbeiders, die zich in de tunnel be vonden, konden zich nog tijdig in veilig heid stellen. Volgens de ingenieurs is er aan 't bouw werk zelf weinig schade van beteekenis aangericht. Cholera-epidemie in Britsch-Indië Reeds meer dan 35.000 dooden! In Britsch-Indië grijpt momenteel een cholera-epidemie met schrikbarende kracht om zich heen. In de Ver. Provincies, die onder rechtstreeksdh Engelsoh bestuor staan, bedraagt het aantal dooden tot nu toe reeds 17.330. In geheel Indië rekent men met meer dan 35.000 dooden. De Engelsche regeeringsautoriteiten in Indië hebben een oproep gepubliceerd, ten einde artsen in Indië te requireeren, die in de meest bedreigde zones de ziekte zullen helpen bestrijden. Het Luiksche gifmoord en-proces Weduwe Becker zocht naar „oude renteniersters" Beklaagde zeer gedeprimeerd Gistermorgen heeft men in het proces tegen de wed. Booker nog weer getuigen gelioord. Op medisoh advies is de beklaagdt die zeer gedeprimeerd was, een schorsing der zittiing voor anderhalf uur toegestaan. De president heeft een onderzoek der be aagde gelast. Volgens gister gehoorde getuigen hadden ,evr. Castadot en mej. Stevard, die beiden overleden zijn, een zwakke gezondheid. Deze verklaringen werden door de verdedigers onderstreept. Een andere getuige verklaar de, dat mevr. Crulle, diie eveneens is over leden, zeer dankbaar was geweest voor de toewijding van beklaagde. Een getuige vertelde, dat op een avond mevr. Bulte klachten geuit had over een poeder, dat zij zoo juist in tegenwoordigheid van getuige had ingenomen. Beklaagde heeft er van geproefde Het O. M. heeft beklaagde verweten naar het Dominicaner-klooster te zijn gegaan om adressen te vragen van oude tenierster6, die verpleegd moesten worden. Broeder Farter heeft haar niet formeel herkend, terwijl weduwe Becker beweerde, dat zij het bestaan van het klooster niet kende. Vervolgens verscheen een reeks personen, die door de weduwe Becker behandeld wa- ixm in verband met een verhaal over een er fenis van 500.000 francs. De beklaagde be streed de verklaringen dezer getuigen, waarna de zitting gesloven werd. De verraderlijke beddesprei De middag-zitting is geheel gewijd ge weest aan het verhoor van getuigen, die opgeroepen wanen in verband met het over lijden van de dames Lange en Weiss. In het bijzonder hoorde men mevr. Spineux. modiste, die mevr. Lange als huurster had gehad. Herhaalde malen had zij de eduwe Becker op bezoek zien komen bij levr. Lange en vaak dronken de drie dames gezamenlijk een glaasje wijn. Mevrouw Spineux verklaarde nader, dat mevrouw Becker twee maal alleen bij mevr. Lange op bezoek geweest was. Eens trachtte c weduwe Becker 30.000 franc te leenen, ten ednde e>en neef van faillissement te redden NORTH CTATE 1 AMERICAN «^CIGARETTES Maak 'n spoedig einde aan die kwellende rheumatische pijnen. De zes minerale zouten In Kxuschen Salts sporen Uw ingewanden, lever en nieren aan tot krach tiger werking, waardoor Uw bloed gezuiverd wordl en de oorzaak van Uw rheumatische pijn wordt weggenomen. De pijnen zullen spoedig ainemen om tenslotte geheel te verdwijnen KRUSCHENSALTS STRALENDE GEZONDHEID VOOR CENT P€R OAG rodÊ Getuigen, die na mevr. Spineux gehoord werden, bevestigden haar verklaringen. Daarna kwam men tot het geval-Weiss. De eerste getuige in deze zaak, een oude da,me, mevr. Lamy, was zoo ontdaan, dal zij bijna flauw viel in de getuigenbank en het flesohje eau de cologne van den presi dent moest er aan te pas komen. Na eenigs bekomen te zijn, vertelde zij, hoe zij met Marie Becker kenni6 maakte 9edert den dood van mevr. Lange. De advocaat- generaal toont aan de getuige een bedde sprei, welke men bij de weduwe Becker had gevonden. Toen de getuige deze sprei aanschouwde, riep zij uit: dat is de sprei an mevr. Weiss (groote sensatie). De beklaagde riep uit: Dat is krankzan nig! en er ontspon zioh een discussie over de beddesprei. De getuige zette vervolgens haar verhaal voort en verklaarde: Marie Becker heeft mij gezegd dat mevr. Weiss thee had gedronken en dat het haar goed had gedaan. Een zaalbeambte heeft, toen de presi den: de beddesprei toonde, gezien, dat een vrouw op de tribune een gebaar van herkennen maakte. Deze dame. mevr. Galiand, wordt gehoord. Zij heeft mevr. Weiss een sprei geleverd, welke zij had geborduurd, en zij gelooft, de sprei te kunnen herkennen. Men toont haar de sprei. Dat is hem, zegt zij. Zij had mevr Weiss verzocht een centraal pa troon te mogen borduren. De beklaagde houdt echter vol. dat zij de sprei niet van r. Weiss heeft, doch dat ze deze in 1928 een zekere mevr. Regnief heeft ge kregen. Mevr. Ida Keileder, die in hetzelfde huis woonde als mevr. Weiss geeft een relaas van de ziekte en den dood van haar mede bewoonster en ook zij herkent de ©prei als diie van mevr. Wedss. Vervolgens wordt een zoon van mevr. Weiss gehoord. Hij vertelt van zijn bezoe ken aan zijn moeder en over haar gewoon ten. Zij gebruikte veel thee. Hij vertelt ook, later in het huis een papier gevonden te hebben, waarop de nummers van bank biljetten geschreven waren. Van de bank biljetten heeft men echter niets terugge vonden. GEMENGD NIEUWS De moordaanslag in het Heilosche bosch Jongens hadden den man getreiterd Naar van bevoegde zijde wordt medege deeld, is de aanslag Zondagavond in het Heilosche bpsoli gepleegd, niet zoo erg, als aanvankelijk wel leek. De dader M. is ge- ruimen tijd geleden een paar maanden als gewoon zenuwpatiënt verpleegd geweest in de St. Willebrordusstichting te Heiloo. Hij is een wel wat ncurveus. maar overigens een goede man, vader van een groot gezin. Ver leden week Maandag had hij reeds in het bosch con 6-tal jongens van 1619 jaar ont moet die hem tot mikpunt van hun 6pot maakten. De man vroeg toen den jongens daarmee uit te scheiden en toen dat niet gebeurde, gaf hij een hunner een klap. Zondagavond ontmoette de man op zijn blijkbaar dagelijksche wandeling dezelfde jongens, die onmiddellijk weer begonnen te sarenr cn den man uittartten. In zijn drift liet de man zich gaan en bracht den lS-jari- gen P. H. uit Alkmaar eenige niet gevaar lijke steken toe in de zijde, in de buurt van een oer longen. M. heeft tegenover de politie volledig be kend en bovendien zijn groote spijt betuigd. Hij is niet opgesloten, omdat daartoe niet de minste reden bestaat. Verzekeringsagent aangehouden KRABBENDIJKE, 27 Juni- Zaterdag heeft de gemeentepolitie in samenwerking met den alhier gestationneerden rijksveld wachter aangehouden als verdacht van valschheid in geschrifte en verduistering den ongeveer 27-jarigen O S., hoofdagent van een levensverzekeringsmaatschappij en wonende alhier. Naar wij vernemen moet de man tal van fictieve verzekeringen hebben afgesloten, terwijl hij ook gelden van onder hem staan de agenten moet hebben ontvangen en niet afgedragen. De arrestant is hedenmorgen overge bracht naar Middelburg en daar in voorloo- pige hechtenis gesteld. i 41 S.!> M. NCRV-UltM ■rlchtet lukwensehen). 10.30 Morgendienst II.-jO Gram.muziek. 11.15 Zang met pianobegelei ding en gram.muzlek. 13.00 Berichten. 12.15 Grain, muziek. 12.30 Stiehtsch Salonorkest en gram.muziek. 2.00 Gram.muziek. 2.30 Voor postzegelverzamelaars. 3.00 Gram.muz. 3.30 Trio „Pro Musica" en graim.tnuzlek. 4.30 Gram.muziek. 4.45 Gelukwenschen. 5.0? Kinderuurtje. 5.45 Carlllonbespeling. 6.30 Taalles en Causerie over het Blnnenaanva- ringsreglement. 7.90 Berichten. 7.15 Land en tii'lnbouwhalfuur. 7.458.00 Reportage, 8.05 Berichten anp, herhaling SOS-Berichen. 8.15 Stafmuzlek van de Koninklijke Marine. 9.30 Gram.muzlek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Accordeon kwartet en gram.mualek. 10.46 Gymnastiekles. 11.00 Gram.muzlek, ca» 11.50—12.00 Schriftlezing. HILVERSUM II 301.5 M. VAR A-TI trending, 10.0010.20 v.m. en 7.308.00 nnm. VPRO. 8.00 Gram.muziek. (Om 8.16 Berichten). 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.29 Voor Arbeiders In de Continubedrijven. 12.00 Gram.muziek. (Om 12.15 Berichten). 12.30— 1.45 Fantasia en Orgelspel. 2.00 Knipcursus. 2.30 Gram.muzle 5.30 Gram.muzle Dante. 8.05 Herhaling SOS-Berlchten. 8.07 Berichten ANP, VARA-Varla. 8.20 Orgel spel. 8.45 R&dlotooneel. 9.15 Esmeralda- septet en solist. 9.45 G: richter 0.05 mzlek. 10.00 Be- Sylvla-'-Amusementsor- :iek. 11.00 De 45 Gi Ramble na. 11.3012.90 DROITSvich 1500 M. 11.20 Cello. 12.10 Piano kwintet 12.50 Orkest en trio. 1.50 Orkest 8.20 Orkest 4.20 Vesper. 5.30 Band. 7.10 le acte 8.05 2e acte 10.10 3e acte. 11.10 4e acte Figaros Hochzelt".. RADIO-PARIS 1648 M. 11.35 Koor. 11.59 Zang. BRUSSEL 322 cn 484 M. 322 M.: 12.50 Orkest 6.50 Gitaar. 7.20 Cello. 8.20 Orkest 8.50 Radio tooneel. 10.30 Folkl. programma. 484 M 1.00 Orkest 5.20 Kwartet 5.35 Or kest. 8.20 Orkes De „Karimata" kan niet werken De zee is te woelig De „Karimata" heeft den arbeid gisteren! tijdelijk moeten onderbrekea in verband met het stormachtige weer. Gistermiddag tusschen twaalf en één werd met baggeren opgehouden. Er woei toen een halve storm uit Zuid-Westelijike tot Weste lijke richting met een Windkracht van zeven! tot acht. De molen ligt even/wel rustig voor do ankers te midden van de ruwe zee. De zeesleepbooten bevinden zich in de nabijheid zoodat, indien dat noodig mocht zijn, onmid dellijk assistentie kan worden verleend. De onstuimige golven maakten het gister middag om vijf uur onmogelijk de dagploeg, die des ochtends om zes uur aan boord van de „Karimata" was gegaan, af te lossen. Zij is dus op den molen gebleven. In den loop van den avond was de wind in kracht afge nomen, zoodat men verwacht, dat het werk! spoedig kan worden hervat. Wilde staking in een werkverschaffing Honderdtachtig Venloeche artoeiders, werft* zaam in de werkverschaffing in de Sevenuim: sohe Peel, hebben het werk neergelegd* Het is een wilde staking van ongeveer twee derde deel der Venlosche tewerkgestelden. Zij eischen een minimum uurloon van 22 cent en autobusvervoer. Tachtig VenlosohQ arbeiders zijn nog aan het werk gebleven* In totaal werken in de werkverschaffing der Peelontginning ruim 500 arbeiders, DEN HAAG, 27 Juni. In aansluiting aan de ter zake verschenen berichten, wordt ons van bevoegde zijde medegedeeld, dat verzoeken om in opleiding te worden geno men voor het vliegbrevet uit de houders waarvan t.z.t de jongelieden zullen worden gekozen voor uitzending naar Ned-Indiëals adspirant-officier-kort verband vlieger tot het Luchtverdedigingsfonds, secretariaat Vijverberg 2, Park de Kievit, Wassenaar, instede van tot het Dep van Koloniën, be- hooren te worden crericht. CRÈME een weldaad voor ilwhuidf DEELZEpR^i^ .GRVAIÏOIRBÈEKt-. i» (14 Stijn keek naar haar man. „Ikke kwaod gesproke? Tegen wies dan?" Zooveel menschenkennis had Gijs wel, dat hij uit haar aarzeling begreep, dat Tonia's beschuldiging gegrond was. „Tegen wies hedde wieer gekletst?" „Wieer, wieer! vent ik sprèk nooit gin kwaod, dat witte toch zelf." Straks had de bui van de andere kant gedreigd, nu was er weer een die angstig kwam opzetten; 't naderend gevaar van een oogenblik zich zelf vergeten, een verwijt, een be schuldiging, een krenking die na jaren nog niet is vergeten en eigenlijk steeds weer gloeit als een litteeken als men er aan denkt. Maar Gijs was dien avond bruut, er was in hem Iets van de wreedheid van 't harde leven, van de natuur [waarmee hij was opgegroeid. Dus had Stijn toch ondanks zijn waarschuwingen gekletst en kwaad gesproken! Toen stond Gijs op, gooide zijn pijp op de kachelbuïs, smeet zijn stoel achteruit en in zijn volle lengte stond hij daar drei gend en geweldig. Zijn vuisten balde hij. Stijn zag met ont zetting naar hem op. Zoo verschrikkelijk had ze hem nooit gezien. Ze kende zijn kracht, de schroeven van zijn handen. Zijn koolzwarte irissen waren als dreigende vlekken in 't roomig wit van de oogen. Hij vloekte en Stijn sidderde. Dat was 't sein tot een stortvloed van verwijten die hij uitbul- derde. En hoe meer Stijn achteruitweek, hoe bleeker ze was en hoe erger haar handen beefden, hoe meer Gijs zijn overwicht voelde. Dingen waaraan zijn vrouw nimmer had gedacht slingerde hij als striemende verwijten neer. „Gijgij zult 't er op aon legge mee oew eeuwig gewau wel det oew jong motte gaon schooien, 't was béter det ge is un bietje mieer om oons docht es om oew ège Toen stond Stijn ineens op en met een wanhopig gebaar zei ze heesch: „Dinkte gij mer om de keinder, motte die oewe gekkepraot ok nog heure". Alle vrees scheen van haar afgevallen nu ze haar eigen stem weer had gehoord en ze keek hem aan, deed een stap naar hem toe. „Schaomde oe ège nie om zoo te kieer te gaon, ge zijt gek hortstikke gek, wie heet jouw opgestokt?" Dreigend was nu haar gezicht, zij greep geen stoelleuning noch de schoor, die binnen haar bereik lag, evenmin was er een deemoedige tranenvloed. Ook was haar stem gedempt, daar ze wist, dat de kinderen wakker waren geworden. Maar in haar heele houding was zooveel fierheid, zooveel waardig heid als alleen bij een felle bijtende verontwaardiging moge lijk is. Gijs was in den aard laf. Dat bleek ook nu, want zijn op geschroefde toorn zakte in als de bluf van een kwajongen, die merkt, dat hij niets wint. Hij zweeg eerst. ILangzaam aan drong tot hem door 't be sef van zijn dwaasheid en zijn onredelijkheid. Zóó was hij niet of hij begreep, dat hij Stijn met zijn brute vertooning van woede-uitbarsting bad beleedigd en gewond tot in haar ziel. „Mer", hij zocht naar woorden, fluisterde hijgend, „mer ze zegge „Zwijg! Ze zegge? Zurgt er vur det ze nooit zegge dieje Gijs Streef is unne gek, want", en bliksemsnel zag ze de uit werking van dat woord op zijn gezicht, en vervolgde met mil dere stem, waarin iets begon terug te keeren van de oude, zorgzame, stil liefhebbende vrouw: „det zijde gij nie en det zulde gij nooit worden ook". Toen keerde hij zich om, verslagen, totaal ontwapend. Hij stommelde in 't achterhuis bij de klompen en ging naar buiten. Zijn hart bonsde, 't suisde nog in zijn ooren. De avondwind was koel om hem heen, de donkerte en de geruch ten van den wijden polder kalmeerden hem. Hij liep op den grintweg, waarop zijn klompen knerpten in 't versche kiezel. Een stroom van gedachten ging hem door 't hoofd, maar tel kens was er weer de golf van spijt over zijn doldriftig geraas en zijn beschuldigingen. De Elzenberm lag als een gedoezeld silhouet achter den haag. ,,'t Lillik merakel", siste hij. Hij stond stil. Daar lag de hoef van Jan Donkerstal, waarin hij Stijn had leeren kennen. Sliep de baas nou of lag hij op 't kelderkamertje wakker te denken? 't Viel hem in, dat alles wat op dezen dag gebeurd was ging om de kinderen. Daar zou hij om denken als hij met Stijn sprak. Om 't bestwil van de kinderen. Ter verontschul diging zou hij aanvoeren, dat Tonia gekomen was en Met schrik dacht hij aan Stijn hoe ze daar nou zou zitten. Er klirden een paar droge bladeren tegen elkaar aan een populier, de wind ruischte in de beukenheg, een kievit riep op 't Kraaieveldje, verderop nog een. ijler. Er was geen maan en de sterren schenen te drijven achter de wolken. Achter de heg was het gerinkel van Moors halsband. Toen ineens een nijdig, kort geblaf en dreigend gegrom. „Sst Moor, sst". De hond herkende hem en wrong zijn kop onder tusschen de stammetjes. Gijs liep verder, de kant van Grondel op, waar de andere arbeidershuizen stonden. Nergens was meer licht Hij zocht naar zijn pijp. Die lag thuis op de plattebuis en zijn tabaks doos was leeg. Nu was hij een jongen geworden, die wegloopt In een vlaag van drift en dan naderhand beseft, dat hij tóch terug moet Terug naar Stijn. Hoe moest dat worden? Hoe kwam dat weer goed. Wat kende hij zijn vrouw toch nog slecht. Hij had gedacht, dat ze te keer zou gaan, dat ze in gierende huil* buien hem zou tegenspreken. Maar in plaats daarvan had ze voor hem gestaan alsof ze zijn moeder was inplaats van zijn vrouw. En de kinderen hadden misschien alles gehoord en niets begrepen en ze zouden, voor zoover 't hun morgen nog was bijgebleven, uitleg vragen. Hij keerde in eens om. Ging de weg terug. Schande was 't om zoo te keer te gaan. Zoo deden de zuipers als ze met een stuk in d'r kraag van de markt kwamen of van de kermis, of van een verkooping. Maar zoo deed geen fatsoenlijk mensch. En zoo had hij ook nog nooit gedaan. Was Stijn nou maar op bed. Dan zou 't gemakkelijker gaan om in de donkerte van de bedstee een paar woorden te zeggen,, iets, dat op een soort berouw leek. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2