fVan ênxhnm.jies<Mftmv
CALVIJN UIT ZIJN BRIEVEN
Stichtelijke Lectuur
„Calvijn in het licht zijner brieven".
Inderdaad, een betere titel voor een iet
wat breed opgezette uitgave van Cal-
vijns brieven is moeilijk denkbaar.
Zelf de vervaardiger van deze schrif
turen, wordt de schrijver op zijn beurt
weer te duidelijker uit zijn brieven ge
kend. Spiegels zijn deze epistels, zij het
ook uit een tijd, waarin de spiegelfabri-
catie slechts tot primitieve ontwikke
ling gekomen was, vergeleken met onze
dagen.
Onjuist ware het, indien alle aandacht
zich concentreerde op Calvijns boekwerken
en zijn dagelijksche beslommeringen buiten
beschouwing bleven. Deze reformator im
mers heeft, meer wellicht dan iemand an
ders, die voortkwam uit de Hervorming,
aangedrongen op en zelf ook gestreefd naar
harmonie tusschen leer en leven. Het ge
bod is dan de toetssteen voor eiken dag.
Zoo bezien wordt Calvijn inderdaad be
schouwd „in het licht zijner brieven". Een
helder schijnsel wordt daarbij geworpen op
verschillende momenten uit zijn leven, die
voorheen nog in het duister lagen, en klaar
heid wordt gebracht in opvattingen, die
misschien nog niet klaar voor ons w aren of
ook niet dan ten deele bekend. Gegeven
wordt ook een inzicht in het persoonlijk
leven van den reformator, juist zooals dat
in z ij n dagen tot ontplooiing moest en
kon komen.
Het behoeft wel geen betoog, dat de
Jivaarde van een dergelijke uitgave niet
spoedig te overschatten valt. Veeleer zal
het verbazen, dat men niet eer tot publica
tie in eenigszins ruimen vorm is overge
gaan. Des te meer echter betaamt groote
dank en erkentelijkheid jegens den heer
W. de Zwart, die thans een honderdtal
brieven van Calvijn heeft vertaald en
naar het ons voorkomt goed en nauwkeu
rig vertaald en bovendien met enkele
korte aanteekeningen toegelicht. Ook deze
annotaties achten we van veel belang te
zijn voor nader verstaan van den inhoud
dezer brieven.
Misschien ware het iets duidelijker ge
weest, zoo de aanteekeningen vóóraan de
brieven of anders bij wijze van noten wa
ren toegevoegd. Nu moet men, zoo men
iets naders hooren wil, eerst het slot van
den brief opslaan. Maar dit bezwaar is uit
sluitend formeel van aard en voorts van
weinig beteekenis. Wellicht vloeit het voort
uit een zekere luiheid onzerzijds, welke
eigenschap het moge tot verontschuldi
ging worden aangevoerd blijkbaar ook
bij Calvijn voortkwam, zoo we ten dezen
althans op zijn eigen woorden mochten af
gaan. Meermalen immers noemt hij zich
lui. Gaan we echter op zijn a n d ere
woorden af, namelijk de hoeveelheid let
ters, die hij in het licht gaf in zijn gansche
leven, en zoo we daarbij optellen de werk
zaamheden, overigens door den reformator
verricht, dan moet ons van het hart, dat
Calvijn toch wel weinig reden had, zich van
eenige luiheid te beschuldigen. Zooals de
hoer de Zwart in een noot terecht opmerkt,
waren slapen en eten voor hem bijzaken en
hebben weinigen ter wereld zooveel arbeid
.verzet als hij.
En aan arbeid was zeker geen gebrek. Zoo
schrijft de hervormer in 1536 uit Lausanne
naar Francois Daniël te Orleans: „Indien
de goede gezindheid van de luie buiken, die
bij u in de schaduw zoo heerlijk zitten te
babbelen, even groot was als hun woorden
vloed, dan zouden zij zeker terstond uit
eigen beweging zich naar hier spoeden, om
een deel van den arbeid op zich te nemen,
dien wij, weinigen in getal als we zijn, niet
verwerken, kunnen. Ge kunt u nauwelijks
voorstellen, welk een gebrek er is aan die
naren des Woords, in verhouding tot de
vele gemeenten, die herders noodig hebben.
Indien er ten minste onder u zijn, die eenig
hart hebben mogen dezen dan. nu zij den
nood der Kerk aanschouwen, genegen zijn,
hulpdiensten te verrichten". Deze woorden
geven reeds een indruk van de gezouten
taal, waarin Calv.ijn zijn brieven goot Ock
zullen ze misschien bij dezen of genen tlieo-
logischen candidaat uit onze dagen een ge
voel van heimwee opwekken.
Gezouten taal! Inderdaad, deze valt hier te
beluisteren. Kernachtige uitdrukkingen, ge
spierde stijl, krachtige zinsbouw en duidelij
ke uitbeelding, dit alles treft bij het lezen
van d,e brieven, ook vier eeuwei
schrijven. In scherpe lijnen teekenen ze den
man, die ze op schrift stelde, zooals hij is:
zonder erbarmen tegen hen, die het gezag
van do Schrift aantastten, vol medelijden
met de geslagenen, zichzelf niet sparend, ook
niet in tijden van lichamelijke zwakte en
moeite.
Zie slechts de beschrijving van een zijner
ziekten in een brief, door hem in 1540 aan
Farcl gezonden: „Den 3den September had
ik zware hoofdpijn, een kwaal, waaraan ik
reeds zoq gewoon ben, dat zij mij niet al te
zeer meer verontrust Toen ik mij don
Zondag daarop, in den namiddagdienst, wat
warm. gemaakt had, bemerkte ik, dat het
zweet mij uitbrak. Voordat ik heenging werd
ik aangepakt door een neusverkoudheid,
die mij zonder ophouden tot Dinsdag kwelde.
Toen ik dien dag naar gewoonte, preekte,
waarbij ik groote moeite met spreken had.
omdat mijn neus door de verkoudheid ver
stopt, en mijn keel door heeschheid als het
ware dichtgeknepen werd, voelde ik plotse
ling een rilling door mijn leden gaan. Do
verkoudheid .hield op, maar ontijdig, want
mijn hoofd zat nog steeds vol met kwado
vochten, 's Maandags was er bovendien iets
gebeurd, waardoor ik mij driftig gemaakt
had. Toon namelijk onze Damoiselle (me
vrouw Du Vergier, die bij Calvijn met haar
zoon inwoonde en ongetwijfeld zooveel be
taalde, dat Calvijns huishouding loopen kon)
die dikwijls wel een beetje te vrijmoedig is
in haar uitdrukkingen, mijn broeder een be-
leedigend woord toevoegde, liet .hij zich dai
niet w elgevallen. Hij werd evenwel niet boos,
doch verliet stil mijn huis, zwerend, er niet
meer in te zullen komen, zoolang zij bij mij
bleef. Toen zij za.g. dat 't weggaan van mijn
broer mij zeer bedroefd had, vertrok zij ook
Haar zoon bleef bij mij. Nu heb ik, wanneer
ik mij door drift of hevigen angst sterk op
gewonden heb, do gewoonte, mij bij het e»en
te vergeten, en gulziger te zijn, dan betame
lijk is. Dat gebeurde ook toen. Daar ik tij
dens den maaltijd mijn maag overladen had
met te veel en niet geschikte spijzen, wer-1
ik den volgenden morgen vreeseiijk gekweld
.door een bedorven maat Door piet te eten,
wat ik in dergelijke gevallen gewoon was,
had ik ze gemakkelijk weer in orde kunnen
krijgen, doch uit vrees, dat de zoon' der Da
moiselle mijn wegblijven van tafel zou op-
atten als een slinksch middel, om ook hem
ceg te krijgen, wilde ik een dergelijke kren
king, ten koste mijner gezondheid, vermij
den. Toen Dinsdag dus, zooals gezegd, do
verkoudheid ophield, werd ik omstreeks
negen uur, na het eten, door een machte
loosheid overvallen, ik liet mij naar bed
brengen; een hevige aan veil van koorts
volgde; ik gloeide ontzettend, en had ver
schrikkelijke hoofdpijn. Toen ik des Woens
dags wilde opstaan, was ik in mijn leden
zoo verzwakt, dat ik erkennen moest: i k
i z i e k". Elders schrijft Calv.ijn, dat hij
zoo gewend is aan slapclooze uren des nachts
dat hij er ongevoelig voor is.
Veel komt men uit deze brieven te weten
over het persoonlijk leven van den reforma
tor. Zoo vertelt hij uitvoerig van zijn trouw
plannen. De vereischten. waaraan de uitver
korene moet voldoen, zijn deze, dat ze moet
zijn zedig, behulpzaam, niet prachtlievend.
spaarzaam, lijdzaam, en ook moet ze voor
zijn gezondheid vol zorg zijn.
Zijn openhartige belijdenis van de waar
heid spaarde hem moeilijkheden niet. Ver
scheidene malen dreigde men, hem in de
Rhone te zullen werpen, en van zijn tocht
als balling uit Genève, dit jaar vóór vier
eeuwen, geeft hij zelf dit ontroerend relaas:
„Eindelijk zijn wij te Bazel aangekomen,
hiaar doornat van den regen, en volkomen
uitgeput van vermoeidheid. Ook volbrachten
wij de reis niet zonder gevaar, daar een van
ons beiden bijna in een onstuimige rivier is
verdronken. Wij ondervonden van die rivier
echter meer welwillendheid, dan van onze
eigen menschen.
Van de slechte verbindingen, die toen
maals tusschen de woonsteden der men
schen bestonden, ging natuurlijk invloed uit
op het verzenden van de brieven. Veelal
moest een jaarmarkt worden afgewacht, om
men eerst dan het epistel aan reizigers
kon meegeven.
Vooral echter achten we deze uitgave
van beteekenis, omdat ze eens ve meer doet
zien, hoe Calvijn over personen en zaken
oordeelde. Zoo zegt hij ergens: „Wat ik van
Luther denken moet, weet ik niet, alhoewel
ik van zijn oprechte vroomheid stellig over
tuigd ben. Was het maar nieit waar, waï de
meestcn, die hem overigens geen onrecht
willen doen, beweren, dat zijn standvastig
heid met ce.n zekere koppigheid vermengd
Do eenheid der Kerk lag hem nauw aan
het hart. Was er tweedracht en verschil
an opvavting, dan moest zoo snel mogelijk
laar oplossing worden gestreefd en zulks
niet zonder dadelijk aanwijsbaren grond.
Zoo schrijft hij Februari 1537 naar aanlei
ding van het optreden van een ketter: ..Nu
al wordt ons door de boeren voor de voeten
geworpen, dat wij het eerst onder elkander
maar eens moeten zien tc worden, voordat
wij trachten, anderen tot ons gevoelen over
te halen".
Tucht in de Kerk is noodig. Uit een brief
in Februari 153$: „Het wil mij voorkomen,
dat wij geen duurzame kerk zullen hebben,
zoolang niet de oude, dat is de apostolische
tucht jiersteld is, waarvan het gemis in zoo
vele opzichten gevoeld wordt". Maar ook na
zijn verbanning uit Genève weet Calvijn,
dat hcim van de ineenstorting geen schuld
treft: „Wanneer wij voor God en Zijn volk
belijden willen, dat het, althans voor een
deel, mede aan onze onervarenheid, onze
zorgeloosheid, onze nalatigheid en onze dwa
ling te wijten is, dat de aan onze zorgen
vocbetrouwde kerk zoo vervallen is, dan
is het ook onze plicht, onze onbaatzuchtig
heid en oprechtheid te betuigen tegenover
hen, door wier bedrog, nijd, laagheid en
slechtheid bet tof zoo'n val gekomen is.
Gaarne wil ik dus voor God en alle vromen
bekennen, dat onze onbekwaamheid en
latigheid het verdiend hebben, dat wij aldus
gestraft worden. Nooit zal -ik echter toege
ven, dat die arme kerk door onze schuld in
eengestort is".
Talloos zijn voorts de zinsneden, die we
hier zouden willen aanhalen: over het be
lang eener goede exegese, over het dansen,
over de tooneeLkunsi', over het geval-Servet,
en over zoovele andere zaken meer. Natuur
lijk kan zulks niet geschieden. Maar met te
meer klem willen we op het lezen van deze
verzameling aandringen. De heer de Zwart
ervare voor zijn uitgave een dergelijke be
langstelling, dat hij hierin aanleiding vinde,
toi' publicatie van een tweede honderdtal
van brievenover te gaan. Het eerste hon
derdtal' verdicht het en het" lezend publiek
zal er bij zijn gebaat.
de schrijver op onderhoudende wijze de
jeugd bezig houdt over de gebieden waar
zij contact had, heeft of hebben zal. Zoo
heel huiselijk spreekt hij ze toe, de jongens
meisjes, hoe ze verbonden zijn aan: jullie
doop, jullie huis, school, gemeente, kerk, volk
vorstenhuis, bijbel en toekomst. Als
schoolboekje of in huis zal menige vader en
moeder dit boekje prijzen, omdat het zoo
eenvoudig en kinderlijk de hooge ernst van
leven in gemeenschap met God en Gods
dienst belicht. Hoewel het boekje volgens
opdracht gericht is op kinderen uit de Her-
mde Kerk, kan het ook vóór die liit andere
kerkformaties ten zegen zijn.
Ten slotte een boek voor predikanten, ge
schreven door Dr. J. Koopmans, getiteld
..Kleine postille" en uitgegeven door
G. F. Callenbachte Nijkerk. Hoewel
gericht op de voorbereiding tot het maken
een preek, kan dit boek, zooals Prof.
Berkelbach v. d. Sprenkel in het
voorwoord terecht opmerkt, ook door „elk
bezonnen lezer, die aan de Boodschap van
Bijbel en Kerk niet vreemd is, mét vrucht
ter hand genomen worden". Het boek is
voorts opgekomen uit de verlegenheid van
vele dominees: de verlegenheid van den Za
terdag, met de vraag: waarover zal ik
preeken? Dr. van Selms noemt den Zaterdag:
hij zal vergeten hebben, dat niet alle pre
dikanten pas dan behoeven te zoeken naar
hun tekst. Op de vraag, hoe men zich in
positieven zin rekenschap zal geven van de
beteekenis van het kerkelijk jaar, wil Dr.
van Selms „een gereformeerd antwoord
geven." In den tijd tusschen Pinksteren en
Advent zou hij willen aanhouden een Bijbel-
sche orde: Handelingen, Brieven, Oud Tes
tament. Van de 60 schetsen (maar men
versta hieronder geen preek-schetsen zonder
eer, doch tevens belangwekkende beschou-
ingen ook voor den leek) is een register
opgemaakt.
Er is, voorzoover we als „leeken" kunnen
oordeelen, in deze 160 bladzijden een schat
van gedachtenleiding verzameld. Practische
theologie, en met den klemtoon beurtelings
op beide woorden.
1). „Calvijn in het licht zijner brieven",
Honderd brieven van den reformator, ver
taald en toegelicht door W. de Zwart. Uit
gave van J. H. Kok N.V., Kampen.
In welken hoek van de boekenmarkt ook
geklaagd moge worden over slapte in den
aanvoer of over vermindering in qualiteit, in
de afdeeling stichtelijke lectuur heerscht den
laatsten tijd een lofwaardige bedrijvigheid.
Vooral in de soort vlugschriften wordt een
groot aantal pennevruchten in druk ge
bracht, die gericht zijn op een zeer breeden
kring van lezers en inzonderheid uitmunten
door het bevredigen van de merkwaardige
belangstelling in levensvragen en geestelijke
zaken, welke onzen tijd kenmerkt. Die be
langstelling moet wel heel groot en veel
zijdig zijn, gelet op de veelheid en de ver
scheidenheid dezer lectuur.
Laten we het stapeltje, dat vóór ons ligt,
even de revue passeeren. Bovenop ligt „D e
worsteling der zie 1", een breedvoerige
meditatie van Erling Eidem, den opvol
ger van den bekenden Zweedschen aartsbis
schop Söderblom, over Jakob bij Pniël. Het
duurt even, voordat de schrijver een vrij
onbeduidend voorsipel loslaat om dan mei
even aangrijpende ernst als mystieke
diepgang ons in en door Jakobs worsteling
te leiden, maar dan zóó, dat we er zelf in
betrokken worden. Een zuiver staal van
sober en sterkend mediteeren is hier gegeven.
Uitgave Uitg. Mij Holland te Am-
Zielszorg van anderen aard is het onder
werp eener brochure, die deel uitmaakt van
de reeks „Kerk en Wereld", uitgegeven
door J. H. Kok te Kampen, en waarin Ds.
J. van Herksen van Ermelo de ambte
lijke zielszorg bespreekt in verband
met de zekerheid des geloofs. Hoe
deze te bevorderen en den twijfel te bestrij
den, wordt hier, ook aan de hand der nieu
were zielkunde, uiteengezet. Soortgelijke
inhoud, maar dan in meer poneerenden zin,
geeft ook het boekje van Ds. D. van D ij k
van Groningen, onder den titel „Vroolijk
heid en licht" (Libellenserie nr,
308 van Bosch Keuning te Baarn)
Op de hem eigene wijze teekent deze schrij
ver de kracht en de schoonheid van hel
geloof tegenover de schaduwen van zonde er
twijfel, die het zoo vaak versomberen. Op
oen begrijpen de huidige geestesstroomlngen
Leidraad is voor den auteur 'a Hellands
«chatologische rede. ons beschreven ln de
Schrift als Godsopenbaring voortdurend In
Enkele grepen uit dit kostelijk boek zul
CHRISTUS EN" HET MEN-
SCHEXLEVEX. Samengesteld ondei
leiding van Ds. N. B u f f 1 n g a. 2e
herziene druk. Ultg. Mij. Holland.
Amsterdam.
'an acht züden wordt ln dezen bundel de ln
titel vermelde verhouding belicht. Sohrij-
s van goede bekendOield hebben eraan mee
werkt Zoo teekende Ds. H. L B o t h het per-
nlijk leven: Dr. G. B r 111 e n b u r g W urtii
het familieleven; Ds. P. Ch. v. d. Vliet het
kerkelijk leven: Dr. H. Collin het staatsle
ven: mr J. A de Wilde het sociale leven;
Ds. W. J. J. Velde rs het volkerenleven; Dr.
B. Wielen ga (ln plaats van Prof. Schilder)
opvatting van het positieve Christ*
bundel een waardevol bezit. De 1
trouwens een bewijs van.
Callenbach.
Ds. Touw handelt In dit werkje
télijke verwarring ten opzichte van—bet- -Ju-iste* -
karakter der prediking.
Het spreekt vanzelvc, dat aan het vaststellen
der diagnose moet vooraf gaari een nauwkeurig
onderzoek der ziekteverschijnselen. Nu, dat
nagaan der verschijnselen omvat een groot
deel der studie van Ds. Touw. Hij geeft een
groot aantal citaten uit predikaties en medi
taties van theologen van allerlei richting.
Vrijzinnigen, Etliischen. Gereformeerden, Chr.
Gereformeerden en Oud-Gereformeerden, ze
komen allen aan het woord. Het is inderdaad
opvallend, hoeveel materiaal door den Schn
onderheid trof ons het hoofdstuk „Sp
g". Hierin worden rake dingej
ver het behoud
-^urYüïfe V0°r e'
Bu'belsche termen,
lading van geheel
Zoo wordt b.v. met
weer een andere zijde van het geestelijk
leven werpt Dr. E. D. Kraan van Vlaardin-
gen licht met zijn vlugschrift over Schuld
besef, weer een nummer van de se
Kerk en wereld". Dit schuldbesef wordt
zijn karakter en noodzakelijkheid geteekend.
Zonniger doet aan de brochure van Dr. P.
Prins te Deventer, die de vraag „Hoe
komt Jezus tot ons?" beantwoordt. In
deze uitgave (J. H. Kok) toont Dr. Prins
zich in zijn volle kracht van Evangelist,
wien de bewogenheid met den nood der van
Jezus vervreemden drijft. Het uiterst moei
lijke onderwerp van de Evangelisatie
onder hoogere standen en meer
ontwikkelden snijdt Ds. J. Verkuyl
aan (zelfde reeks), die door zijn arbeid
onder studenten in deze stof thuis is en nut
tige wenken geeft. Eindelijk is er (als Libel
nr. 306) het boekje vnn Ds. J. H. C. Kam
steeg, dat onder den titel „Heer, leer ons
bidden", in eenvoudigen en persoonlijk aan-
gezetten vorm het „Onze Vader" bede voor
bede beschouwt.
Men ziet: er is op het terrein der verzor
ging van ons geestelijk zijn èn welzijn een
keur van vertrouwbare handwijzers.
Wij gaan nu over naar het gebied van het
toegepaste Christendom in bepaalde gevallen.
Zoo heeft Dr. A. van Selms in de reeks
„Onze t ij d" (uitgave G. F. Callenbach
te Nijkerk) een buitengewoon prettig en
pittig geschreven brochure doen verschijnen
over den Zondag, waarvan hij de juiste
beleving zoekt „tusschen Farizeïme en Liber-
tinisme". Hij zet eerst uiteen wat de bijbel,
daarna, wat de Kerk zegt, beide doorvloch-
sen met een reeks pakkende en nuchtere
opmerkingen, na de lezing waarvan voor
velen toch wel een gansch samenstel
„vonden" en „bekommernissen" moet zijn
Een heel aparte maar voor dezen tijd zeer
nuttige plaats neemt het boekje in, dat Ds.
H. Bakker van Amsterdam in „School
en Kerk' getiteld „Mijn Kerk en mijn
School" (uitg. van H. Veenman Zo:
te Wagenlngen) heeft gepubliceerd en waarin
asthouden. doch hieraan de on-Bübelsclie ge-
achte verbindt, dat de mensch zichzelf moet
pwerken tot den geestelijken mensch, die van
ods geslacht ls.
Niet minder ernstig wordt gewaarschuwd
ïgen het gevaar, dat men den vromen of
ctieven mensch of ook menschellike geboden
het middelpunt der prediking stelt inpliats
an den Christus der Schriften.
Ook verliest de prediking volgens Ds. Touw
van die der Weder!
lie openbaring van
i de Kerk haar einde
erecht alle nadruk op gelegd, dat de prediklni
gebonden moet zü» aan de Heilige Schrift, maa
inderzijds wordt ook gezegd, dat het belpde
chriften
Allerlei ketterijen
nvalt met de beljjdeni
i eeuwen geleden. Hie
aglield, welke ons ont
belijdenisschriften, al blUivt
eze laatste ten allen tijde onderworpen at
Wat de groote reeks aangehaalde cltati
ïchriften kennen, waaruit dez
het verband, waarin die citate:
en recht geeft tot de beschul
schriftuurlijke meeningen. He
istelüke
citaten bedoelt
actieven mensc!
king. Zij bedoelen alleen, dat het werk God;
in den mensch inoet prikkelen tot
activiteit, wat o.l. geheel ln overee
ls met de Schrift.
Ons eindoordeel ls, dat er ln dit
ecl goede en rake opmerkingen
het
de
■edilci
Ds. Knap wil ln dit boek wijzen
eekenen van 'a Heeren wederkomst, gelijk die
ns in de Schrift worden meegedeeld. Hij doet
it met een tweeledig doel. In de eerste plaa
eeft het hem ln zijn Jarenlange pastorale b<
iening getroffen, dat zoo weinig over d
oorteekenen gepredikt wordt, wat zeker me
ewerkt heeft tót het grijpen
icte-kringen afkoi
tig. de gemeen-
leidt. En
:al do kennis van die vc
istus' wederkomst ons
Ds H. Bakker Dr A. van Selms
Eenige auteurst wier werken hier besproken worden.
Ds J. van Herksen
Ds. Knap die moeilijke stof van
ïn van Christus' wederkomst
«i.
s bijv. op pag. 52 op wat de Hel-
Ds J. J. Knap Czn
land ons zegt van het opstaan van het -
koninkrijk tegen het andere koninkrijk, en
eene volk tegen het andere volk, en
in die woorden van Jezus het wijzigend
karakter van den oorlog ln den loop der ee
•klaarden en deze oorlog beslh
huurlegers, zoodat de volken er vrijwel zelf
buitenstonden. Thans kan men zeggen, dat het
olk tegen het andere volk opstaaf
ien demonische geest in de volken, tv
door de antipathie tusschen do volken zich
Niet minder trof ons, wat de auteur opmerkt
rer aardbevingen als een der voorteekenei
in Christus' wederkomst.
„Het moge schijnen", zegt Ds. Knap-, „dat de
Lrde onafhankelijk is van de slagen, die
i menschheid neerkomen, toch ls er een
erbrekelijk verband tuasohen do onbezielde
ituur en den mensch. en krachtens di
ïrwoestbaren band zullen de heftige schud-
ngen, waardoor de menschheid in krltieki
jden der geschiedenis fel bewogen wordt, na
lezen van dit boek.
natuurkundige we
lekeurig denken bjj
Ds. Knap toont in r
ran de medisch-
schap. Dat blUkt w
over hongersnood, aardbevingei
dienstbaar g.
Gods Woord,
arnè bevelen
De stijl is hoogst
.uurlijk en kan onder Gods
ran het angstwekkende d«
wederkomst, het
ir niet min der
eoht Sohrlf-
teekenen
Kerk des Heeren wekken en levendig
HISTORISCHE NEVENFIGUREN UIT
HET NIEUWE TESTAMENT, door Dl
W. "L o d d e r. Uitgave; -{jltgeverj
Maatschappij „Holland", Amsterdam
- „,.s de H. Schrift, heeft de schrijver ge
bruik gemaakt van historische gegevens uit de
oudheid. Op de laatste bladzijde worden d«
bronnen. Moor hem gebruikt, genoemd. Wü ziir
dankbaar dat de schrijver ons een blik gaint
hetgeen ln de dagen
van de apostelen op het groot
ïreldtooneel en daarmede ln verband ln Pa
lestina plaats greep. De politiek van die dage..
kenis ontbloot om de H. Schrift
taan. Het huls van Hcrodes. de
hadden. Het karakter wordt van hen ons ge
penbaard. Alles moest uitloopen op de diep
te ellende en de ondergang van Israël. Dez
ndergang is gekomen in 70. toen Jeruzaler
loor de Romeinen werd verwoest.
Wie het boek leest, zal de vruchten plukke..
ls hii den bijbel leest. Menig historisch feit
al duidelijker spreken en zoo wordt
Voord nog riiker voor ons bewustzijn, w
viisheid der menschen Hem niet in den
„taat. om Zijn profetie tot waarheid en
kelijkheid te maken.
Overdenkingen en fragmenten. Leefde Ds
'homas nog, wU zouden hem vragen: och, do
ainee, geef ons meer zulke overdenkingen! Ni
In de al vrij uitgebreide reeks Jon.gens-
neisjesboeken, waarmee de uitg. W. D. Meine-
a a te Delft zich een welverdienden naar
naakt heeft als gangmaker voor frlssche Jeugd
n, zijn weei
schreef: „Drie
trouwe vrienden" en Jan Lutz teekende
goede illustraties bij. Van Wie land Wo
t e r,s is er: „Het geheim van rulgen Toon",
door Adri All n do eveneens aardig gi
illustreerd. Het derde boek is: „Guus de durfal'
door E. van Beek, met teekenlngen van
de religleuL--
>ekt, beter nog: als een stille kracht v
den schrijvers gelukt, zij het bü den
er dan bi) den ander. „De drie
len-
tuurlljk aan;
draad van het toegepaste Christendom loopt
helder doorheen en
zoo vaak onder brav.
van gevoel ls er uitne
In „Guus de durfal" ls de echte jongenspret
en -overmoed pittig geteekend. en er is boven
dien een smakelijke aardrijkskundige 1.
geweven over Ned.-Indië. De schrijver laa
Ook „Het geheim van rulgen Toon" geeft
een levendige schets van het jongensleven, be
licht vajiuit de wereld der dingen,
gaan.
Voor de Chr. Jeugdbibliotheken, als geschenk,
als vertelboeken om uit voor te lezen, vormt
drietal boeken e«n welkome aanwinst. Wij ac
ten dergelijke boeken van groot belang, oi
dat de jeugdlectuur van andere denkriohtii
ook haar bekoring doet gelden. In onzen tijd ls
het dubbel te waardeeren, dat het Jongenel.
ingrijpend veranderde belangstel-
leid, begeleid
llngssfet
een lectuur, die li
voelt, maar die tegelijkertijd de draagste.
van de levensbeschouwing, waarin „het éére
noodige" zjin rechtmatige, onmisbare plaats
verkje van den bekenden Rotterdam-
irdijkskunde-1 eeraar. maakt een bui.
on voor tref fel ijken Indruk. Alles lokt tot
loliike iet-
Zwitserland is
Sér aantrekkelül
itdekken. De Z'
ons Nederlanders
lijk land. In de historie zijn er
sersche slriid voor vrijheid
hooge Alpentoppe
land, dat hij bereist, bizonder santrel
Ier onbegrijpelijke geleerdheid, zoo.
vikkelde leek het volgen kan, wordt
«la
;ens besproken:
land, kil
plantengr
- Iddelen
In de e
emd voor hoofd
n overzichtelijk,
f-r grdiend. Voo
m dit land. I
eorieën over he
ile en daarbil vaak ingewikkeld. 1-Iet is do
irdlenste van Van Houte, dat hii in kort bcJ
ek een uitermate heldere uiteenzetting^ heeft!
tudlge behandeling
dit e gealdgle
eraard moeilijk, da'
aarde der andere
hoofdstukken te kort te willen doen. oordeeler
ideelte een der voortreffelijkste var
ngaande. Zondei
en te k
edeelte
inineeren.
dit nieuwe werkje, dat In'
en uitgewerkt als 't reeds
e 1 g lë" als een rijke ann-i
Varia
Rivière-Voorhoeve, Zwolle.
Wat moeten wij tot de zieken zeggen wan-*
;er wij deze bezoeken? Wat?
Men leze dit boekje, en het antwoord leesfi
ge. Een antwoord voor den gezonde en den
kranke. Laat ons de kranken dit boekje op hun
-ielited geven, en ze zullen ons dankbaar zijn<
LEERBOEK VAN HET MAATSCHAP*
PELIJK LEVEN door W. L u b b e
rink. Deel II. Uitg. W. Versluys,
Amsterdam.
De schrijver ls lee-raar aan de H.B.S. te Haar*
wn en heeft een schoolboek willen samenstel*
»n, dat het mogelijk maakt den leerling van
en school met beperkt economisch leerplan inl
wee cursusjaren een algemeen inzicht te ver*
chaffen ln het wezen en de samenhang van
e verschijnselen van het economisch leven. Da
uteur is er in geslaagd de zeer uitgebreide en
aak moeilijke stof kernachtig samen te vatten,
oodat in dit werkje van slechts 130 pagina's de
oofdzaken grondig worden behandeld. Dege--
löke toelichting zal uiteraard noodig blijven;
waanop de schrijver ook heeft gerekend, want
bü de lessen moet, naar h(j opmerkt, gebruik
"cn gemaakt van een aante-ekenschrlft. OoliJ
o e d e leiding bij het lesgeven vereischt.
Wordt aan deze elsohen voldaan, dan achten
wij dit leesboek ln opzet en uitwerking alles*
geslaagd en bevelen wü het hartelijk aan,
FRAAIE VERJAARDAG-KALENDER
Ter gelegenheid van het vierde lust'rurrf
an den Ned. Bond van Meisjesvercenigin-
gen op Geref. grondslag versoheen bij het'
Rondsbureau (Ramstraat 39, Utrecht) ccn;
verj aard ag-kal en d e r.
De fraaie uitvoering maakt dezen kalen*
der tot eeri sieraad in iedere kamer, terwijl
de tekst op de achterzijde der bladen ons do
Bondsgeschiedenis in groote lijnen .voor;
oogen stelt.
Ontvangen Boeken
Boeien en Burgers, onder redactie van P*
J. Risseeuw, met bijdragen van H. Baren*
dregt, Jan Breunesse. J. K. van Eerbeek, Ig*
natia Lbeley, Han Molenkamp, G. Mulder,
Willy Riethof, G. Sevensma-Themmcn, D. v,
der Stoep, Jo Ypma. Uitgave van J. H. Kok,
Kampen.
De Voortrekkers, door Bernard Voigt, uit
het Duitsch vertaald door Rie Taal. Uitgave
Bosch en Keuning N.V. te Baarn.
Roep deze Shoenammietische, door Clara
Asscher-Pinkhof, H. P. Leopolds Uitg. Mij.,
Den Haag.
Branding rond de Toren, door Jarl Hem*
mer, uit het Zweedsch vertaald door Charles
Gl. Behrens.
Schaap eu bok ln één hok!, door H. J. dö
Groot, gekozen en ingeleid door dr K. Hj
Miskotte. Uitg. Mij. „Holland", Amsterdam.
Karakters en Gebeurtenissen, door Diet'
Kramer. Uitg.-Mij „Holland", Amsterdam.
Overwinning, een historische avonturen*
roman, door G. P. Bakker. Uitg.-Mij „Do
Tijdstroom" te Loohem.
Practisch huishouden, onder redactie vanl
M. Moussault—Veegens. Uitg.-Mij „Kosmos",
Amsterdam.
Kleine reparaties?Die knapt u toch
zeli op!, practische raadgevingen aan man*
nen, door M. van Gestel Jr, aannemer to
Ede. Uitg.-Mij „Kosmos", Amsterdam.
Planimetrie, door Ir H. F. Hopster en Dq
W. Th. L. van Geldrop, eerste deel. Uitg. J<
B. Woiters, Groningen—Batavia.
Fonds-Catalogus van uitgaven voorHooger,
Onderwijs en Algemeene Werken, Mei 193S,
Uitg. J. B. Woiters, Groningen—Batavia.
Van de Fa. Van Hollcema en Waren*
d o r f N.V., Keizersgracht 333, te A m s t e r*
dam ontvingen we:
De vergeven zonde van Hildur Di*
x e 1 i u e, vertaald door Diet Kramer.
De Postzegeldiefstal, een detec*
tiive-roman van Anne Wolver s-D a w s o n<
De Raad van zeven door Diclt Laan1
2e druk.
De Kinderen yan Rhcede door
Willy PétilUon.
Een klein meisje alleen door J. I-
Zoomer s-V e r m e e r.
L y d i a's m o e i 1 ij k h e d e n i door Wil'.y
Pétillon-
Het geheim van den zwarten
Monnik, door Dick Laan, alle versche
nen in „de Prijicev lag", een nieuwe se*
ri© jongens- en meisjesboeken.
Suikeren Pietje, verhaal voor Kleu*
ters, door Marie Schmitz.
Jessyen de Anderen door Emmy v*
Lokhorst.
Mies vindt haar weg door A. A-
S i r k s-S o u s t r a.
En de Aalscholver vloogdoor
Ajjon van W e 1 s e n e s.
Asthma, Bronchitis, Hooi*
koorts, Migraine. Ne tel roos, E k*
z e m e n, en andere Allergische ziek*
ten, een populaire uiteenzetting, door Dr*
Willem Krem er, specialist te Amsterdam*
ONTVANGEN WETBOEKEN
In de vanouds bekende serie van Nederland-
sche Staatswetten ln de éditie Schuurman en
Jordens is versohenen de ze ven-en-twintigste
kaartjes. Daarbü het pnderwa' 'if
ting-wet" en de „Wet tot lnstel'.inu
Verkeersfondc". door Mr. H. A. M.-Wijnne,
benevens de vijfde druk van de „Wet houdende
instelling van Raden van Beroep voor de Di
recte Belastingen", door Mr. J. van de Poel.
Zooals bekend wordt de serie verzorgd door de
N.V. Uitgevers-Maatschappij W. E. J. Tjeenlc
Willink te Zwolle.
Voorts verscheen in deze serie nog de ze
vende druk van de W e t o p de Rechte r-
1 ij k e Organisatie en het Beleid!
der Justitie, uitgegeven onder toezicht
jyan Prof. Mr. P. A. J. Losecaat-Ycrmeer.