WATERBOUWKUNDIGE PRESTATIES Enquêtevoorstel inzake Oss verworpen De Luchtbescherming De Kamer gaat op reces De werken voor den N.O.-polder DONDERDAG 23 JUNI 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 De Kamer wenscht ministerieele nota Vergadering van 22 Juli 193S Overzicht Het ontzielde enquêtevoorstel van den heer Wendelaar inzake Oss is verwor pen. Daarna heeft de Kamer zich met bijna algcmcene stemmen voor een mi nisterieele nota uitgesproken. Ziedaar het door ons verwachte re sulfaat van het debat over een ondoor dacht liberaal initiatief, dat ten slotte door een beter overwogen middel om tot heropening van de gedaoht^nwisseling over de bekende Ossche gebeurtenissen te komen, is vervangen. Een enquête kon tot niets leiden. De om standigheden, waaronder het desbetreffende voorstel geboren was, deden het al dadelijk gedrukt gaan onder een politiek bezwaar, terwijl het in de tweede plaats verworden was tot een zuiver administratief onderzoek buiten den minister om, hoewel het er juist om te doen heette de gedachtewisseling met den bewindsman van Justitie voort te zetten. Deze bezwaren tegen een enquête, die bo vendien pas in zeer uitzonderlijke omstan digheden aan de orde behoort te komen, waren noch voor den heer de Geer. noch voor den heer Schouten weggenomen. De heer de Geer bleek voorts bereid zijn voorkeur voor een directe tweede interpel latie te doen wijken voor den wensoh om een nota te mogen ontvangen, waarin hij de schriftelijke voorbereiding zag voor een in terpellatie. Met den heer Schouten was hij het ook eens, dat het in het belang van de ingediende motie was om eerst een be slissing te nemen over het enquête-voor stel. Dan aldus de anti-rev. fractielei der is een bevredigend slot van liet debat mogelijk. Dat was duidelijk gezegd. Niettemin waagde de heer v. Houten de I insinuatie, dat het er wel eens om te doen kon zijn eerst de motie en daarna de enquête af te stemmen. De heeren Kersten en v. Houten wa- Iren van hun voorliefde voor de enquête geen van beiden bekeerd. Bij de heeren Oud Bierema was die voorliefde niet aanwe- zig. Bij Mr Oud leefde de wensch om de motie aan te nomen en dan de .-beslissing over het enquête-voorstel aan te houden. Een vreemde figuur als men zegt vrij te zijn van alle wantrouwen tegenover den minister. De heer Bierema bracht nogmaals het j argument van de lange baan en het ontbre ken van punten, waarop inlichtingen wer den gevraagd, tegen de motie in het vuur. Het een is al even onjuist en onhoudbaar als het andere. De heer A1 b a r d a heeft dat later nog eens duidelijk aangetoond. Tot intrekken van zijn voorstel waar toe de heer Schouten hem geadvi seerd had, bleek de heer Wendelaar diet bereid. Hij liet zteti liever in den afgrond gooien dan dat hij er zelf insprong. Deze man was dus niet te redden. Vandaar ook vermoedelijk de zonderlinge argumenten, waarmee hij zich keerde tegen den wensch oan door het doen vervallen van het enquête-Voorstel den weg voor een nota en eventueele interpellatlei volledig vrij te maken. Dit laatste heette politieke vliegesn- afvangerij. 't Was een weinig zakelijk verweer. Maar wat dan 1e zeggen van de indiening van het voorstel-Wendelaar op 25 April, ;toen de Kamer na enkele weken reces op 26 Aprii zou bijeenkomen? Daardoor was op dien dag elke andere weg geblokkeerd en de heer Wendelaar leefde in de gelukkige Igedachte met zijn handigheid allen anderen voor te zijn geweest. Hij zou het- electrisch doen ontbranden. Helaas moest hij zijn eigen gewrocht vrijwel om hals brengen. Van den liberalen berg bleef een pieterig muisje of om in lichtst.ijl le blijven nauwélijks een walmend olie-pitje over. De heer Albarda, die zijn motie op een drietal punten had te completeeren, maakte duidelijk, dat het tijdargnment het voorstel Wendelaar niet aanbevelenswaardiger maakt boven zijn motie. Bij voorkeur zag hij echter jde stemming daarover voorgaan met dien verstande, dat bij aanneming de beslissing over het enquête-voorstel zou worden aan gehouden. De man, die gisteren volgens z ij neigen dagblad voor een maand! wegens wangedrag uit de Kamervergadering moest worden ver wijderd hij had in dit opzicht in den communist de Visser tweemaal (24 Oct 1930 en 29 Nov. 1932) een voorganger ge had was weer present. Kennelijk in iets rustiger stemming dan den vorigen dag. Op een gegeven oogenblik dankte hij zelfs den voorzitter voor een aoor dezen hem gegeven raad. Het gebeurde heeft blijkbaar zijn invloed niet gemist. Dat is te begrijpen. Want den heer Rost was niets onverwachts verkomen. De zwart-roode fractie kon weten dat sinds 1934 het Reglement van Orde der Kamer de bepaling bevat, dat de voorzitter een lid voor een dag kan uitsluiten, indien dit lid het woord is ontnomen of hij voort gaat de orde te verstoren. In die situatie had de heer Rost van Ton ningen zich zelf, na herhaaldelijk te zijn ge waarschuwd, gebracht door zijn onbe- heerschte, grove, beleedigende wijze van spreken. Dat men hetzelfde, maar andere kan zeggen, bewees zijn volksgenoot de Marchant et d'Ansembourg. Men moest bij den heer Rost te meer aan opzet denken, om dat hij thans binnen de perken wist te blij ven, toen hij nogmaals zijn bijna ziekelijke begeerte naar een interpellatie te kennen gaf Inzake de prioriteit bij de stemming bracht een voorstel van den heer Schouten de beslissing. Hij stelde n.l. Dc heeren Oud en Bierema sputter den er wat tegen. Hoog ging dat verzet ech ter niet en de heer Schouten zorgde voor een waardig bescheid, dat de waarde der tegenwerpingen in het rechte licht deed staan. Vooral de heer Oud, die verklaard had er zeker van te zijn, dat na een nota aan de enquête geen behoefte meer zou zijn kwam er niet best af. Na zulk een verkla ring en bij zulk een vertrouwen, past geen beslissing, die met dat uitgesproken ver trouwen in strijd is. Het voorstel-S c h o u t e n werd aan genomen met 49 tegen 39 stemmen. Links met de kleine groepen stemde er tegen. Minus de 3 aanwezige N.S.B.-ers stemden dezelfden voor het enquête-voorstel, dat echter met 50 tegen 37 verworpen werd. Eigenlijk zijn de cijfers 5235. omdat de hee ren Bakker en Rutgers van Rozen burg bij vergissing een stem „voor" uit brachten. De soc.-dem. stemden voor wat ze eigenlijk niet wenschten, hoewel de arbei derspers wekenlang gezworen had bij do enquête. De motie-Albarda, gezuiverd en door de aangenomen motie-Schouten ontdaan van alle ongewenschte neven verschij ningen, vond slechts verzet bij de drie aanwezige N.S.B.-ers; zij werd met 84 tegen 3 stemmen aangenomen. De voorzitter deelde na den uitslag der stemming mede, dat hij, zoodra de nota zal zijn ingekomen, een commissie van 5 leden als bijzondere commissie zal benoemen De leden kunnen dan schriftelijk hun op merkingen inzenden en zullen haar verga deringen kunnen bijwonen. Na de gevallen beslissing vroeg de heer Rost van Tonningen nog maals een interpellatie aan, zich bewust, dat deze niet kon worden toegestaan. Het verzoek werd met 80 tegen 3 stemmen afgewezen. Merkwaardigerwijze waren bij deze beslissing de heeren Kersten en Zandt plotseling uit de zaal verdwenen. Blijkbaar wenschten ze hun stem niet uit te brengen, want buiten de zaal in de wandelgang, liep de heer Kersten genoeglijk aan zij-n sigaartje te trekken. We zullen ons, na het resultaat, dat ver kregen werd, van nabeschouwingen onthou den. Den ingeslagen weg achten we juist Na het reces spreken we elkaar over deze din gen opnieuw. De rest van den middag was gewijd aan een suppletoire begrooting van Bin- aenlandsohe Zaken, waarbij de luchtbe scherming ter sprake kwam. De heer v. Houten nam in dit debat zijn draai ten aanzien van de passieve luchtbe scherming nu „Kerk en Vrede" hem daarin dezer dagen is voorgegaan. In Dec. 1935 was hij er nog vuur en vlam tegen, hoonde de misdadige christenen, die den onchristelijken moed hadden de burgerij zooveel mogelijk tegen luchtaanvallen te willen beschermen en poseerde zelf als de christen bij uitne mendheid. Niettemin we verblijden ons toch over de bekeering van dezen zondaar. Er openbaarde zich bij de verschillende sprekers, die voorts het woord hebben ge voerd, een algemeene wensch om meer geld voor de gemeentebesturen beschikbaar te stellen ter completeering van de luchtbe scherming. Dat wenschten zoowel de heer v. d. Z a a 1 die ook bezwaren inbracht tegen de loterij van de Nat. Vereeniging voor Luchtbescher ming als de hperen Tjalma, Drees, Wendelaar, Bongaerts en Tila- n us. Minister v. Boeyea stelde voorop, dat de Vereen, voor Luchtbescherming voor haar loterij heeft hij niet de minste sympathie na 1938 financieel volkomen zelfstandig zal hebben te staan. Ze moet zich dan zelf be druipen. Er zijn 25.000 gasmaskers bij de binnen- landsche industrie besteld. Afdoende gaskleeding is er nog niet en is ook niet besteld. Voorloopig zullen we het met de 5 ton per jaar voor dit doel het cijfer was aanvankelijk f 50.000 moeten doen. De gemeenten zullen hun uitgaven voor dit doel over eenige jaren moeten verdeelen. Zonder stemming werd het wetsontwerp goedgekeurd. Nadat de notulen waren gelezen is de zit ting „voor ombepaalden tijd" verdaagd. Bijzondere omstandigheden voorbehouden is het groote reces begonnen. Verslag Voortgezet voorstel-Wei Hlerbü is de brigade der marechaussee beleid der gem.-politie te Osj de Minister hiervoor van bel: De heer DE GEER (C.H.) roegdheld aai Oss. tot he tot alles, da -e£t het bewêerde uwen, dat er jegens den Mlnis- ;elegen. De volksvcrtegcnwoor- tot taak. de Regeering te con- ■min blijft spr. op de gisteren tegen de enouéte. erpellatle d« voorkeur hebben gegeven; nu keu- geven aan een schriftelijke gaat spr. met het verzoek om eer De heer ROST VAN TONNINGEN (N.S.B.) houdt vol. dat de Minister in staat van beschul diging behoort te worden gesteld volgens a: saken betreffende Oss in deze Kamer na en zegt. dat de heer Wen delaar het houden van een tweede Interpellatie tijdelijk onmogelijk heeft gemaakt. Spr. betoogt, dat de vergelijking van den hcer^Wendelaar eener enquête niet opgaat. Ten einde zoo bevredigend mogelilk dit debat te sluiten, is ook spr. van oordeel, dat de motie Albarda in stemming moet worden gebracht, nadat over het enquête-voorstel zal zon beslist Spr. hoopt, dat de heer Wendelaar het za: de zekerste weg is. De heer KERSTEN (S.G.P.X zegt. dal partijdig onderzoek slechts mogelijk is De heer OUD (V.D.) Is ienswiJze van den h echt in de Grondwe den Minister Spr. wil een nota. daarover ge- dach ten wisseling en tenslotte de beslissing of een enquête nog noodlg is. Daaromtrent kan de heer Wendelaar nu toch niet beslissen. Beter is het. de beraadslaging te schorsen. De heer BIEREMA (Lib.) zegt. dat de volg- -ekking heeft. De heer ROST VAN TONNINGEN (N.S.B.) aak-Oss. Een voorstel van den VOORZITTER i deze in i dc N S.B.). r ALBARD >estrüdt spr, den he« tegen 3 stemmen De heer ALBARDA (s.d.) wijzigt de motie. Al- Hoe een klein land groot kan zijn WATER, al maar water, zagen we. Met tientallen visschersschepen er op en vele baggermachines en zand bakken en schepen met rijshout. Men praat van droogmaken van de Zuiderzee. Maar om het droogmaken nu eens van dichtbij te gaan zien moet jegaan varen. Nog wel een heele dag als men wat zien wil. En dan zie je millioenen kubieke meters water. Zeewater pardon! meerwater, dat nog wel ietsje zout is, zegt men hebben we het niet: we geloofden het wel. En dat stuk water van Nederland, dat voorhoen land was, doch nu reeds eeuwen water, wil men droog maken. Voor een groot gedeelte althans, Het dijklichaam van opgespoten zand wordt bedekt met een laag keileem, waarover weer aarde komt. Op den achtergrond wordt zand met water i door de buis geperst. Zooals we vroeger reeds schreven zijn er in den loop der eeuwen verschillende plan nen daartoe beraamd. Maar de moeilijk heden waren zóó vele, dat men er telkens Totdat ir L e 1 y met zijn plannen kwam en ze wist door te voeren. De afsluitdijk kwam tot stand, de N.W. polder, meer be kend als Wieringermeerpolder kwam droog onder groote belangstelling, niet alleen van De elders vervaardigde zinkstukken worden tegen de pas boven water komende dijk gesleept, en met steenen verzwaard zoodat ie onder water de dijkvoet beschermen. In het midden van de dijk ziet men het spoel water, waarmede zand aangeplempt wordt. Nederlanders, doch ook van velen uit an dere landen. Want de roem der Nederlan ders dat ze op waterbouwkundig gebied voor geen kleintje vervaard zijn, klinkt reeds lang over heel de wereld. En in alle deelen van de wereld waren het Nederlan ders, die als het groote waterbouwkundige werken betrof te hulp geroepen werden. Toen de Wieringermeerpolder gereed was en de resultaten zoo goed waren, dat reeds dit jaar alle land in cultuur komt, terwijl het zich laat aanzien dat in 1940 alle gron den verpacht zullen zijn, was het voor de Regeering een moeilijke taak te beslissen of men door zou gaan en ook de andere drie ontworpen polders droog zouden wor- gelegd. Mocht, zoo vroeg men zich af, het cul tuurland nog verder uitgebreid worden, terwijl de landbouw noodlijdend is en de financieelc toestand groote moeilijkheden meebrengt. Maar daarnaast dacht men aan de zeer gewcnschte werkverruiming die de inpoldering mee zou brengen. Onder een bepaalde reserve besloot men toch door te gaan. Die reserve was: de nieuwe grond mag niet meer kosten dan 2500 per ha., in welk bedrag men tot uiting wilde laten komen de waarde van den grond en de blijvende beteekenis van landaanwinst De begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1936 bevatte een plan van droog making van den N.O.-polder, dus die ten Zuiden van de Lemmer. De kostenraming was als volgt: waterbouwkundige werken: 97 millioen gulden; onteigening- en kolo- nisatiekosten 67 millioen gulden, waar af gaat geraamde voorloopige opbrengst groot 37.9 millioen gulden, zoodat dus blijft 29.1 millioen gulden; bijkomende werken 2.3 millioen gulden. In totaal wordt dit 123.8 millioen gulden, waarvoor men 47.600 ha. grond krijgt (de Wieringermeer is 20.000 ha.). Een kleine berekening maakt duidelijk dat volgens de geraamde kosten de grond komt op 2600 gulden per ha. Daar men rekent dat gemiddeld 5600 ar beiders gedurende 15 jaar direct of indi rect te werk gesteld kunnen worden kon het kapitaal renteloos worden verstrekt. De werken, die thans reeds ongeveer een jaar in uitvoering zijn, nadat in 1936 de voorbereidende werken, o.a. de werkhavens bij Lemmer en Urk waren gemaakt, heb ben we dezer dagen kunnen bezichtigen. Maar daartoe hebben we verscheidene uren op het water moeten doorbrengen. En wij merkten op, dat een klein land tot groote dingen in staat is. Als men de onafzienbare watervlakte ziet en men hoort, dat om een deel daarvan droog te krijgen eerst een dijk van 55 km. moet gelegd, drie gemalen gebouwd moeten worden, sluizen moe ten worden aangelegd en scheepvaart kanalen gegraven, dan krijgt men diep ontzag voor de kunde onzer ingenieurs en van de durf van ons land. Langzaam schuift de dijk zee in, al maar door in vooraf nauwkeurig afgebakende richting, kruipend, sluipend, gereed de zee te ontnemen, wat ze met bruut geweld nam. Echt besluipen is het. Op vijf plaatsen ten zuiden van de Lemmer, ten Noorden en ten Zuiden van Urk en West- en Oost waarts Schokland kruipt ondanks de vele rappe handen en de krachtige machines (met het oog op werkverschaffing moet de helft met de hand gedaan wordenV de dijk maar langzaam voort, 20 meter per dag, dus in totaal ca. 100 meter. In de vaak slappe zeebodem is eerst een gleuf gebaggerd, waarin zand wordt ge- stort. Bak na bak laat men op de aange geven plaats leegvallen in de schijnbaar peillooze diepte, 't Lijkt een hopeloos pogen. Doch de aanhouder wint, want eindelijk komt de massa boven water uit, Aan de buiten-, de meerzijde van die zandmassa stort men keileem van elders aangevoerd (doch men moet zuinig met deze keileem zijn, de voorraad is niet on beperkt en er wachten na deze polder nog twee andere). Achter deze keileemlaag spoelt men uit zware buizen zand met water vermengd (zie de foto's). Men houdt het te snel af vloeien tegen met verplaatsbare schotten. Het plempzand blijft, het water vloeit af. De grijpers storten hierover een laag kei leem, waarover later weer aarde komt voor grasbegroeiing. Aan de meerzijde worden zinkstukken neergelegd. Dat zijn groote stukken vlechtwerk van rijshout, die op Urk gemaakt en te water gelaten worden, door booten naar de bestemde plaats ge voerd en tegen den dijk gelegd met steenen verzwaard worden, zoodat ze onder water tegen den dijkvoet. liggen waar ze dienen om dezen voet te beschermen. Hoogerop worden achter een ingeheide damwand op gecreosoteerde cocosmatten bazaltblokken gelegd. Daarachter wordt puin gestort waarop weer bazaltblokken gelegd worden. Zoo gaat het meter na meter voort; lang zaam maar zeker. De breedte van de dijkvoet varieert van 45 tot 80 m., de hoogte van 3.40 tot 4.65 m. A.P. (De Afsluitdijk is 7.50 A.P. met een 150 m. breede dijkvoet). In 't geheel is thans bij de genoemde vijf punten resp. 6,2 1,1 2,4 3,6 en 05 km. dijk boven water gekomen. Dit jaar zal men beginnen met het bouwen der drie gemalen te Urk, te de Lemmer en bij de Voorst, die als in 1940 de dijk voltooid zal zijn, de dan ingesloten 1.428.000.000 m3 uit den pol der zullen malen, waarmee men in 1941 gereed hoopt te zijn. Urk en Schokland zullen dan geen eilanden meer zijn. Voor vele boeren zal dan weer een eigen bedrijf open staan. Men hoopt in 1951 de laatste grond in pacht uit te kunnen geven, „Een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst", staat op het gedenkteeken op den afsluitdijk. Dat interessante bouwen zagen we. Vol diepe bewondering, nbare behandeling rijp 1 i de Kamer ge- e woorden „ter voorbereiding van edacntewisseling". De motle-ALBARDA-OUD luidt „De Kam >ekt den Mlnlst 'oorbe^eidin l Justi- ere ge- dachtenwiseling een schriftelijke uiteenzetting te geven van de feiten en omstandigheden, op grond waarvan hü op 1 April aan de brigade der Kon. Marechaussée te Oss opsporings bevoegdheid heeft doen ontnemen, alsmede van het oordeel der regeering over het beleid dei gemeentelijke politie te Oss en voorts van al datgene wat hij verder in verband met een en ander van belang acht". De VOORZITTER stelt x le-Albarda- De heer BIEREMA (lib.) zegt eveneens dai notie geen middel mag zijn om de enquête De heez^SCHOUTEN (a.r.) zal tegen de m. temmen, als ze eerst in stemming komt. Zij die geen onbevredigende stemming or partij wil om wil af- .ndigheden den Minister del De heer KERSTEN (staatk. ger.) zal niet medewerken aan een afwijkende volgorde van stemmen. De heer VAN HOUTEN (chr. dem.) zegt. dat de rechtsche Kamermeerderheid dc motie ge» brulkt als een torpedo tegen de enquête. Spr. zegt dat deze loop van zaken in het land een treurigen indruk zal maken en de onrust doen voortduren. De heer WIJNKOOP (comm.) zegt. dat do meerderheid de waarheid niet wil. Dit ligt in hoofdzaak aan de N S B. en de R.K. Beide schu wen de waarheid. Het voorstel-Schouten (eerst stemmen over 't enquête-voorstel) wordt aangeno men met 4939 stemmen. (Vóór: de R.K, A.R. en C.H Het enquête-voorstel-Wendelaar wordt verworpen met 5037 stemmen. (Tegen: A.R., R.KC.H. en N.S.B.). De heeren Bakker en Rutgers van Rozenburg (beiden C.H.) hadden bij vergissing voorgestemd. De motie-Albarda-Ond wordt aangeno men met 843 stemmen. (Tegen: N.S.B.). Luchtbescherming Aan de orde is het wetsontwerp tof wijziging n verhooging van het vijfde hooft" tijkabegrooting voor 1937. De heer VAN DER ZAAD vijfde hoofdstuk der betoogt, dat vallen. De bevolking der groote steden is vrij wel onbeschermd. Ook moet zooveel mogelijk voorkomen worden, dat de vijand de plattelands paniekstemming brengt. Spr. e weinig wordt j ongerust ten aanzien van de passieve luchtbe scherming. De heer TJALMA (a.r.) Is eveneens van oor deel. dat er meer voor de luctbescherming be schikbaar moet worden gesteld. aanleggen dai dit voldoende is. Wordt zelfde opvatting gehuldigd? Er moeten oo eschaft. Spr. ontkei Spr. betwijfelt, of buitenland de- dat vooi tegen luchtaanvallen niet meer dan een half millioen per jaar beschikbaar wordt gesteld. De heer WENDELAAR (lib.) heeft gelezen dat er een Deensche order zal worden geplaatst voor de aanschaffing van gaskleeding en dringt er op aan. dat de belangen der Nederlandsche industrie worden behartigd. De heer VAN HOUTEN (cl pieel VAN HOUTEN (chr. dem.) is princi- i alle danig wordt, dal t0end3gen/wong luohtbeschê; luchtbescherming zoo- n onderdeel wordt der dan is Spr. daar ook tegen. Spr. waarschuwt, dat men door actieve en passieve luchtbescherming de bevolking niet in den waan van veiligheid mag brengen. Bij de ichtbeschermingswet moet nie- iets. waartegen hü betoogt, dat het nieuwe opvattingen woTdt minder toegekend aan schuilplaatsen. Spr. zou nu gaarne vernemen, wat precies de taak is van de vereeniging voor luchtbescherming. De Minister van Blnnenl. Zaken, de heer VAN BOEIJEN. verklaart, dat de vereeniging voor luchtbescherming zelfstandig werkt; spr. kan geen stuk harer verantwoordelijkheid over nemen; het houden door haar van een loterij heeft spr's sympathie niet, doch spr. kan er zich van 25.000 gasmaskers is ge heel ondergebracht in Nederland. Wat de gas kleeding betreft, er is in Nederland geen af doende kleeding gevonden. Het is met voorzichtigheid, dat het pad der luchtbescherming moet worden betreden. De ervaring van andere landen heeft geleerd, dat de gelden, voor openbare schuilkelders, niet voldoende effect opleveren. Meer en meer wordt ervaren, dat die inrichtingene niet het nut heb ben. dat er van wordt verwacht. Spr. bevor dert niettemin ten aanzien van postkantoren en krankzinnigengestichten bijv. den bouw van schuilkelders. Het aanleggen van loopgraven moet nog georganiseerd worden. Reeds nu moet worden .overwogen, waar zlgzagloopgra- ven moeten worden aangelegd. De kosten der luchtbescherming komen niet tot uiting in de vijf ton van dit wetsontwerp. Ook gemeenten en werkgevers hebben hun uit gaven. Dat alles behooTt samengevoegd te Ons volk moet worden opgevoed tot zelfbe- schermingsmaatregelcn. Ook dat valt niet onder de vijf ton. Of het Rijk zal betalen, wat de gemeenten moeten doen volgens Kon. besluit? De gemeen ten der le en 2e gcvarenklasse krijgen weldra bericht, op welke bedragen ze hebben te re kenen. Leiding geven aan hetgeen het publiek moet doen, is de taak der Nederlandsche vereeniging. Verder moet ze niet gaan. De Regeering heeft naast zich den inspecteur voor de luchtbe scherming. Spr. heeft tusschen beide organen contact gebracht. Hetzelfde contact moet in de gemeenten worden voortgezet. De vereeniging moet zich zooveel nogelUK Het lals enkele kleinere irdt Tegen de keileemlaag rechts, wordt het zand met water aangeplempt. Het komt bruisend uit de buis (in het mid den op den voorgrond) en wordt door schotten geremd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5