WATERBOUWKUNDIGE PRESTATIES
Enquêtevoorstel inzake Oss verworpen
De Luchtbescherming
De Kamer gaat op reces
De werken voor den N.O.-polder
DONDERDAG 23 JUNI 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
De Kamer wenscht ministerieele nota
Vergadering van 22 Juli 193S
Overzicht
Het ontzielde enquêtevoorstel van den
heer Wendelaar inzake Oss is verwor
pen. Daarna heeft de Kamer zich met
bijna algcmcene stemmen voor een mi
nisterieele nota uitgesproken.
Ziedaar het door ons verwachte re
sulfaat van het debat over een ondoor
dacht liberaal initiatief, dat ten slotte
door een beter overwogen middel om tot
heropening van de gedaoht^nwisseling
over de bekende Ossche gebeurtenissen
te komen, is vervangen.
Een enquête kon tot niets leiden. De om
standigheden, waaronder het desbetreffende
voorstel geboren was, deden het al dadelijk
gedrukt gaan onder een politiek bezwaar,
terwijl het in de tweede plaats verworden
was tot een zuiver administratief onderzoek
buiten den minister om, hoewel het er juist
om te doen heette de gedachtewisseling met
den bewindsman van Justitie voort te zetten.
Deze bezwaren tegen een enquête, die bo
vendien pas in zeer uitzonderlijke omstan
digheden aan de orde behoort te komen,
waren noch voor den heer de Geer. noch
voor den heer Schouten weggenomen.
De heer de Geer bleek voorts bereid zijn
voorkeur voor een directe tweede interpel
latie te doen wijken voor den wensoh om een
nota te mogen ontvangen, waarin hij de
schriftelijke voorbereiding zag voor een in
terpellatie.
Met den heer Schouten was hij het
ook eens, dat het in het belang van de
ingediende motie was om eerst een be
slissing te nemen over het enquête-voor
stel. Dan aldus de anti-rev. fractielei
der is een bevredigend slot van liet
debat mogelijk.
Dat was duidelijk gezegd.
Niettemin waagde de heer v. Houten de
I insinuatie, dat het er wel eens om te doen
kon zijn eerst de motie en daarna de enquête
af te stemmen.
De heeren Kersten en v. Houten wa-
Iren van hun voorliefde voor de enquête geen
van beiden bekeerd. Bij de heeren Oud
Bierema was die voorliefde niet aanwe-
zig. Bij Mr Oud leefde de wensch om de
motie aan te nomen en dan de .-beslissing
over het enquête-voorstel aan te houden. Een
vreemde figuur als men zegt vrij te zijn van
alle wantrouwen tegenover den minister.
De heer Bierema bracht nogmaals het
j argument van de lange baan en het ontbre
ken van punten, waarop inlichtingen wer
den gevraagd, tegen de motie in het vuur.
Het een is al even onjuist en onhoudbaar
als het andere. De heer A1 b a r d a heeft dat
later nog eens duidelijk aangetoond.
Tot intrekken van zijn voorstel waar
toe de heer Schouten hem geadvi
seerd had, bleek de heer Wendelaar
diet bereid.
Hij liet zteti liever in den afgrond gooien
dan dat hij er zelf insprong. Deze man was
dus niet te redden.
Vandaar ook vermoedelijk de zonderlinge
argumenten, waarmee hij zich keerde tegen
den wensch oan door het doen vervallen van
het enquête-Voorstel den weg voor een nota
en eventueele interpellatlei volledig vrij te
maken. Dit laatste heette politieke vliegesn-
afvangerij.
't Was een weinig zakelijk verweer.
Maar wat dan 1e zeggen van de indiening
van het voorstel-Wendelaar op 25 April,
;toen de Kamer na enkele weken reces op 26
Aprii zou bijeenkomen? Daardoor was op
dien dag elke andere weg geblokkeerd en
de heer Wendelaar leefde in de gelukkige
Igedachte met zijn handigheid allen anderen
voor te zijn geweest. Hij zou het- electrisch
doen ontbranden. Helaas moest hij zijn
eigen gewrocht vrijwel om hals brengen.
Van den liberalen berg bleef een pieterig
muisje of om in lichtst.ijl le blijven
nauwélijks een walmend olie-pitje over.
De heer Albarda, die zijn motie op een
drietal punten had te completeeren, maakte
duidelijk, dat het tijdargnment het voorstel
Wendelaar niet aanbevelenswaardiger maakt
boven zijn motie. Bij voorkeur zag hij echter
jde stemming daarover voorgaan met dien
verstande, dat bij aanneming de beslissing
over het enquête-voorstel zou worden aan
gehouden.
De man, die gisteren volgens
z ij neigen dagblad voor een
maand! wegens wangedrag uit de
Kamervergadering moest worden ver
wijderd hij had in dit opzicht in den
communist de Visser tweemaal (24 Oct
1930 en 29 Nov. 1932) een voorganger ge
had was weer present.
Kennelijk in iets rustiger stemming dan
den vorigen dag. Op een gegeven oogenblik
dankte hij zelfs den voorzitter voor een aoor
dezen hem gegeven raad.
Het gebeurde heeft blijkbaar zijn invloed
niet gemist.
Dat is te begrijpen.
Want den heer Rost was niets onverwachts
verkomen. De zwart-roode fractie kon weten
dat sinds 1934 het Reglement van Orde der
Kamer de bepaling bevat, dat de voorzitter
een lid voor een dag kan uitsluiten, indien
dit lid het woord is ontnomen of hij voort
gaat de orde te verstoren.
In die situatie had de heer Rost van Ton
ningen zich zelf, na herhaaldelijk te zijn ge
waarschuwd, gebracht door zijn onbe-
heerschte, grove, beleedigende wijze van
spreken. Dat men hetzelfde, maar andere
kan zeggen, bewees zijn volksgenoot de
Marchant et d'Ansembourg. Men moest bij
den heer Rost te meer aan opzet denken, om
dat hij thans binnen de perken wist te blij
ven, toen hij nogmaals zijn bijna ziekelijke
begeerte naar een interpellatie te kennen gaf
Inzake de prioriteit bij de stemming
bracht een voorstel van den heer
Schouten de beslissing. Hij stelde n.l.
Dc heeren Oud en Bierema sputter
den er wat tegen. Hoog ging dat verzet ech
ter niet en de heer Schouten zorgde
voor een waardig bescheid, dat de waarde
der tegenwerpingen in het rechte licht deed
staan. Vooral de heer Oud, die verklaard
had er zeker van te zijn, dat na een nota
aan de enquête geen behoefte meer zou zijn
kwam er niet best af. Na zulk een verkla
ring en bij zulk een vertrouwen, past geen
beslissing, die met dat uitgesproken ver
trouwen in strijd is.
Het voorstel-S c h o u t e n werd aan
genomen met 49 tegen 39 stemmen.
Links met de kleine groepen stemde er
tegen.
Minus de 3 aanwezige N.S.B.-ers stemden
dezelfden voor het enquête-voorstel, dat
echter met 50 tegen 37 verworpen werd.
Eigenlijk zijn de cijfers 5235. omdat de hee
ren Bakker en Rutgers van Rozen
burg bij vergissing een stem „voor" uit
brachten. De soc.-dem. stemden voor wat ze
eigenlijk niet wenschten, hoewel de arbei
derspers wekenlang gezworen had bij do
enquête.
De motie-Albarda, gezuiverd en door
de aangenomen motie-Schouten ontdaan
van alle ongewenschte neven verschij
ningen, vond slechts verzet bij de drie
aanwezige N.S.B.-ers; zij werd met 84
tegen 3 stemmen aangenomen.
De voorzitter deelde na den uitslag
der stemming mede, dat hij, zoodra de nota
zal zijn ingekomen, een commissie van 5
leden als bijzondere commissie zal benoemen
De leden kunnen dan schriftelijk hun op
merkingen inzenden en zullen haar verga
deringen kunnen bijwonen.
Na de gevallen beslissing vroeg de
heer Rost van Tonningen nog
maals een interpellatie aan, zich bewust,
dat deze niet kon worden toegestaan.
Het verzoek werd met 80 tegen 3 stemmen
afgewezen. Merkwaardigerwijze waren bij
deze beslissing de heeren Kersten en Zandt
plotseling uit de zaal verdwenen. Blijkbaar
wenschten ze hun stem niet uit te brengen,
want buiten de zaal in de wandelgang, liep
de heer Kersten genoeglijk aan zij-n sigaartje
te trekken.
We zullen ons, na het resultaat, dat ver
kregen werd, van nabeschouwingen onthou
den. Den ingeslagen weg achten we juist Na
het reces spreken we elkaar over deze din
gen opnieuw.
De rest van den middag was gewijd
aan een suppletoire begrooting van Bin-
aenlandsohe Zaken, waarbij de luchtbe
scherming ter sprake kwam.
De heer v. Houten nam in dit debat zijn
draai ten aanzien van de passieve luchtbe
scherming nu „Kerk en Vrede" hem daarin
dezer dagen is voorgegaan. In Dec. 1935 was
hij er nog vuur en vlam tegen, hoonde de
misdadige christenen, die den onchristelijken
moed hadden de burgerij zooveel mogelijk
tegen luchtaanvallen te willen beschermen
en poseerde zelf als de christen bij uitne
mendheid.
Niettemin we verblijden ons toch over
de bekeering van dezen zondaar.
Er openbaarde zich bij de verschillende
sprekers, die voorts het woord hebben ge
voerd, een algemeene wensch om meer geld
voor de gemeentebesturen beschikbaar te
stellen ter completeering van de luchtbe
scherming.
Dat wenschten zoowel de heer v. d. Z a a 1
die ook bezwaren inbracht tegen de loterij
van de Nat. Vereeniging voor Luchtbescher
ming als de hperen Tjalma, Drees,
Wendelaar, Bongaerts en Tila-
n us.
Minister v. Boeyea stelde voorop, dat de
Vereen, voor Luchtbescherming voor haar
loterij heeft hij niet de minste sympathie
na 1938 financieel volkomen zelfstandig zal
hebben te staan. Ze moet zich dan zelf be
druipen.
Er zijn 25.000 gasmaskers bij de binnen-
landsche industrie besteld. Afdoende
gaskleeding is er nog niet en is ook niet
besteld. Voorloopig zullen we het met de
5 ton per jaar voor dit doel het cijfer
was aanvankelijk f 50.000 moeten
doen.
De gemeenten zullen hun uitgaven voor
dit doel over eenige jaren moeten verdeelen.
Zonder stemming werd het wetsontwerp
goedgekeurd.
Nadat de notulen waren gelezen is de zit
ting „voor ombepaalden tijd" verdaagd.
Bijzondere omstandigheden voorbehouden
is het groote reces begonnen.
Verslag
Voortgezet
voorstel-Wei
Hlerbü is
de brigade der marechaussee
beleid der gem.-politie te Osj
de Minister hiervoor van bel:
De heer DE GEER (C.H.)
roegdheld aai
Oss. tot he
tot alles, da
-e£t het bewêerde
uwen, dat er jegens den Mlnis-
;elegen. De volksvcrtegcnwoor-
tot taak. de Regeering te con-
■min blijft spr. op de gisteren
tegen de enouéte.
erpellatle d«
voorkeur hebben gegeven; nu
keu- geven aan een schriftelijke
gaat spr. met het verzoek om eer
De heer ROST VAN TONNINGEN (N.S.B.)
houdt vol. dat de Minister in staat van beschul
diging behoort te worden gesteld volgens a:
saken betreffende
Oss in deze Kamer na en zegt. dat de heer Wen
delaar het houden van een tweede Interpellatie
tijdelijk onmogelijk heeft gemaakt. Spr. betoogt,
dat de vergelijking van den hcer^Wendelaar
eener enquête niet opgaat.
Ten einde zoo bevredigend mogelilk dit debat
te sluiten, is ook spr. van oordeel, dat de motie
Albarda in stemming moet worden gebracht,
nadat over het enquête-voorstel zal zon beslist
Spr. hoopt, dat de heer Wendelaar het za:
de zekerste weg is.
De heer KERSTEN (S.G.P.X zegt. dal
partijdig onderzoek slechts mogelijk is
De heer OUD (V.D.) Is
ienswiJze van den h
echt in de Grondwe
den Minister Spr. wil een nota. daarover ge-
dach ten wisseling en tenslotte de beslissing of
een enquête nog noodlg is. Daaromtrent kan
de heer Wendelaar nu toch niet beslissen. Beter
is het. de beraadslaging te schorsen.
De heer BIEREMA (Lib.) zegt. dat de volg-
-ekking heeft.
De heer ROST VAN TONNINGEN (N.S.B.)
aak-Oss. Een voorstel van den VOORZITTER
i deze in
i dc N S.B.).
r ALBARD
>estrüdt spr, den he«
tegen 3 stemmen
De heer ALBARDA (s.d.) wijzigt de motie. Al-
Hoe een klein land groot kan zijn
WATER, al maar water, zagen we.
Met tientallen visschersschepen
er op en vele baggermachines en zand
bakken en schepen met rijshout.
Men praat van droogmaken van de
Zuiderzee. Maar om het droogmaken
nu eens van dichtbij te gaan zien moet
jegaan varen.
Nog wel een heele dag als men wat
zien wil. En dan zie je millioenen
kubieke meters water. Zeewater
pardon! meerwater, dat nog wel
ietsje zout is, zegt men
hebben we het niet: we geloofden het
wel. En dat stuk water van Nederland,
dat voorhoen land was, doch nu reeds
eeuwen water, wil men droog maken.
Voor een groot gedeelte althans,
Het dijklichaam van opgespoten zand
wordt bedekt met een laag keileem,
waarover weer aarde komt. Op den
achtergrond wordt zand met water
i door de buis geperst.
Zooals we vroeger reeds schreven zijn er
in den loop der eeuwen verschillende plan
nen daartoe beraamd. Maar de moeilijk
heden waren zóó vele, dat men er telkens
Totdat ir L e 1 y met zijn plannen kwam
en ze wist door te voeren. De afsluitdijk
kwam tot stand, de N.W. polder, meer be
kend als Wieringermeerpolder kwam droog
onder groote belangstelling, niet alleen van
De elders vervaardigde zinkstukken worden tegen de pas boven water komende dijk gesleept, en met steenen verzwaard zoodat
ie onder water de dijkvoet beschermen. In het midden van de dijk ziet men het spoel water, waarmede zand aangeplempt wordt.
Nederlanders, doch ook van velen uit an
dere landen. Want de roem der Nederlan
ders dat ze op waterbouwkundig gebied
voor geen kleintje vervaard zijn, klinkt
reeds lang over heel de wereld. En in alle
deelen van de wereld waren het Nederlan
ders, die als het groote waterbouwkundige
werken betrof te hulp geroepen werden.
Toen de Wieringermeerpolder gereed was
en de resultaten zoo goed waren, dat reeds
dit jaar alle land in cultuur komt, terwijl
het zich laat aanzien dat in 1940 alle gron
den verpacht zullen zijn, was het voor de
Regeering een moeilijke taak te beslissen
of men door zou gaan en ook de andere
drie ontworpen polders droog zouden wor-
gelegd.
Mocht, zoo vroeg men zich af, het cul
tuurland nog verder uitgebreid worden,
terwijl de landbouw noodlijdend is en de
financieelc toestand groote moeilijkheden
meebrengt. Maar daarnaast dacht men aan
de zeer gewcnschte werkverruiming die de
inpoldering mee zou brengen.
Onder een bepaalde reserve besloot men
toch door te gaan. Die reserve was: de
nieuwe grond mag niet meer kosten dan
2500 per ha., in welk bedrag men tot
uiting wilde laten komen de waarde van
den grond en de blijvende beteekenis van
landaanwinst
De begrooting van het Zuiderzeefonds
voor 1936 bevatte een plan van droog
making van den N.O.-polder, dus die ten
Zuiden van de Lemmer. De kostenraming
was als volgt: waterbouwkundige werken:
97 millioen gulden; onteigening- en kolo-
nisatiekosten 67 millioen gulden, waar af
gaat geraamde voorloopige opbrengst groot
37.9 millioen gulden, zoodat dus blijft
29.1 millioen gulden; bijkomende werken
2.3 millioen gulden. In totaal wordt dit
123.8 millioen gulden, waarvoor men 47.600
ha. grond krijgt (de Wieringermeer is
20.000 ha.). Een kleine berekening maakt
duidelijk dat volgens de geraamde kosten
de grond komt op 2600 gulden per ha.
Daar men rekent dat gemiddeld 5600 ar
beiders gedurende 15 jaar direct of indi
rect te werk gesteld kunnen worden kon
het kapitaal renteloos worden verstrekt.
De werken, die thans reeds ongeveer een
jaar in uitvoering zijn, nadat in 1936 de
voorbereidende werken, o.a. de werkhavens
bij Lemmer en Urk waren gemaakt, heb
ben we dezer dagen kunnen bezichtigen.
Maar daartoe hebben we verscheidene
uren op het water moeten doorbrengen. En
wij merkten op, dat een klein land tot
groote dingen in staat is.
Als men de onafzienbare watervlakte
ziet en men hoort, dat om een deel
daarvan droog te krijgen eerst een dijk
van 55 km. moet gelegd, drie gemalen
gebouwd moeten worden, sluizen moe
ten worden aangelegd en scheepvaart
kanalen gegraven, dan krijgt men diep
ontzag voor de kunde onzer ingenieurs
en van de durf van ons land.
Langzaam schuift de dijk zee in, al maar
door in vooraf nauwkeurig afgebakende
richting, kruipend, sluipend, gereed de zee
te ontnemen, wat ze met bruut geweld nam.
Echt besluipen is het. Op vijf plaatsen
ten zuiden van de Lemmer, ten Noorden en
ten Zuiden van Urk en West- en Oost
waarts Schokland kruipt ondanks de vele
rappe handen en de krachtige machines
(met het oog op werkverschaffing moet de
helft met de hand gedaan wordenV de dijk
maar langzaam voort, 20 meter per dag,
dus in totaal ca. 100 meter.
In de vaak slappe zeebodem is eerst een
gleuf gebaggerd, waarin zand wordt ge-
stort. Bak na bak laat men op de aange
geven plaats leegvallen in de schijnbaar
peillooze diepte, 't Lijkt een hopeloos pogen.
Doch de aanhouder wint, want eindelijk
komt de massa boven water uit,
Aan de buiten-, de meerzijde van die
zandmassa stort men keileem van elders
aangevoerd (doch men moet zuinig met
deze keileem zijn, de voorraad is niet on
beperkt en er wachten na deze polder nog
twee andere).
Achter deze keileemlaag spoelt men uit
zware buizen zand met water vermengd
(zie de foto's). Men houdt het te snel af
vloeien tegen met verplaatsbare schotten.
Het plempzand blijft, het water vloeit af.
De grijpers storten hierover een laag kei
leem, waarover later weer aarde komt voor
grasbegroeiing. Aan de meerzijde worden
zinkstukken neergelegd. Dat zijn groote
stukken vlechtwerk van rijshout, die op
Urk gemaakt en te water gelaten worden,
door booten naar de bestemde plaats ge
voerd en tegen den dijk gelegd met steenen
verzwaard worden, zoodat ze onder water
tegen den dijkvoet. liggen waar ze dienen
om dezen voet te beschermen. Hoogerop
worden achter een ingeheide damwand op
gecreosoteerde cocosmatten bazaltblokken
gelegd.
Daarachter wordt puin gestort waarop
weer bazaltblokken gelegd worden.
Zoo gaat het meter na meter voort; lang
zaam maar zeker.
De breedte van de dijkvoet varieert van
45 tot 80 m., de hoogte van 3.40 tot 4.65 m.
A.P. (De Afsluitdijk is 7.50 A.P. met
een 150 m. breede dijkvoet).
In 't geheel is thans bij de genoemde vijf
punten resp. 6,2 1,1 2,4 3,6 en 05
km. dijk boven water gekomen.
Dit jaar zal men beginnen met het
bouwen der drie gemalen te Urk, te de
Lemmer en bij de Voorst, die als in
1940 de dijk voltooid zal zijn, de dan
ingesloten 1.428.000.000 m3 uit den pol
der zullen malen, waarmee men in 1941
gereed hoopt te zijn. Urk en Schokland
zullen dan geen eilanden meer zijn.
Voor vele boeren zal dan weer een
eigen bedrijf open staan. Men hoopt in
1951 de laatste grond in pacht uit te
kunnen geven,
„Een volk dat leeft bouwt aan zijn
toekomst", staat op het gedenkteeken
op den afsluitdijk.
Dat interessante bouwen zagen we.
Vol diepe bewondering,
nbare behandeling rijp 1
i de Kamer ge-
e woorden „ter voorbereiding van
edacntewisseling".
De motle-ALBARDA-OUD luidt
„De Kam
>ekt den Mlnlst
'oorbe^eidin
l Justi-
ere ge-
dachtenwiseling een schriftelijke uiteenzetting
te geven van de feiten en omstandigheden, op
grond waarvan hü op 1 April aan de brigade
der Kon. Marechaussée te Oss opsporings
bevoegdheid heeft doen ontnemen, alsmede van
het oordeel der regeering over het beleid dei
gemeentelijke politie te Oss en voorts van al
datgene wat hij verder in verband met een en
ander van belang acht".
De VOORZITTER stelt x
le-Albarda-
De heer BIEREMA (lib.) zegt eveneens dai
notie geen middel mag zijn om de enquête
De heez^SCHOUTEN (a.r.) zal tegen de m.
temmen, als ze eerst in stemming komt.
Zij die geen onbevredigende stemming or
partij wil om
wil af-
.ndigheden den
Minister del
De heer KERSTEN (staatk. ger.) zal niet
medewerken aan een afwijkende volgorde van
stemmen.
De heer VAN HOUTEN (chr. dem.) zegt. dat
de rechtsche Kamermeerderheid dc motie ge»
brulkt als een torpedo tegen de enquête. Spr.
zegt dat deze loop van zaken in het land een
treurigen indruk zal maken en de onrust
doen voortduren.
De heer WIJNKOOP (comm.) zegt. dat do
meerderheid de waarheid niet wil. Dit ligt in
hoofdzaak aan de N S B. en de R.K. Beide schu
wen de waarheid.
Het voorstel-Schouten (eerst stemmen
over 't enquête-voorstel) wordt aangeno
men met 4939 stemmen. (Vóór: de R.K,
A.R. en C.H
Het enquête-voorstel-Wendelaar wordt
verworpen met 5037 stemmen. (Tegen:
A.R., R.KC.H. en N.S.B.). De heeren Bakker
en Rutgers van Rozenburg (beiden C.H.)
hadden bij vergissing voorgestemd.
De motie-Albarda-Ond wordt aangeno
men met 843 stemmen. (Tegen: N.S.B.).
Luchtbescherming
Aan de orde is het wetsontwerp tof wijziging
n verhooging van het vijfde hooft"
tijkabegrooting voor 1937.
De heer VAN DER ZAAD
vijfde hoofdstuk der
betoogt, dat
vallen. De bevolking der groote steden is vrij
wel onbeschermd. Ook moet zooveel mogelijk
voorkomen worden, dat de vijand de plattelands
paniekstemming brengt. Spr.
e weinig wordt j
ongerust ten aanzien van de passieve luchtbe
scherming.
De heer TJALMA (a.r.) Is eveneens van oor
deel. dat er meer voor de luctbescherming be
schikbaar moet worden gesteld.
aanleggen dai
dit voldoende is. Wordt
zelfde opvatting gehuldigd? Er moeten oo
eschaft. Spr. ontkei
Spr. betwijfelt, of
buitenland de-
dat vooi
tegen luchtaanvallen niet meer dan een half
millioen per jaar beschikbaar wordt gesteld.
De heer WENDELAAR (lib.) heeft gelezen
dat er een Deensche order zal worden geplaatst
voor de aanschaffing van gaskleeding en dringt
er op aan. dat de belangen der Nederlandsche
industrie worden behartigd.
De heer VAN HOUTEN (cl
pieel
VAN HOUTEN (chr. dem.) is princi-
i alle
danig wordt, dal
t0end3gen/wong
luohtbeschê;
luchtbescherming zoo-
n onderdeel wordt der
dan is Spr. daar ook tegen.
Spr. waarschuwt, dat men door actieve en
passieve luchtbescherming de bevolking niet in
den waan van veiligheid mag brengen. Bij de
ichtbeschermingswet moet nie-
iets. waartegen hü
betoogt, dat het
nieuwe opvattingen woTdt minder
toegekend aan schuilplaatsen. Spr. zou
nu gaarne vernemen, wat precies de taak is
van de vereeniging voor luchtbescherming.
De Minister van Blnnenl. Zaken, de heer VAN
BOEIJEN. verklaart, dat de vereeniging voor
luchtbescherming zelfstandig werkt; spr. kan
geen stuk harer verantwoordelijkheid over
nemen; het houden door haar van een loterij
heeft spr's sympathie niet, doch spr. kan er zich
van 25.000 gasmaskers is ge
heel ondergebracht in Nederland. Wat de gas
kleeding betreft, er is in Nederland geen af
doende kleeding gevonden.
Het is met voorzichtigheid, dat het pad der
luchtbescherming moet worden betreden.
De ervaring van andere landen heeft geleerd,
dat de gelden, voor openbare schuilkelders, niet
voldoende effect opleveren. Meer en meer wordt
ervaren, dat die inrichtingene niet het nut heb
ben. dat er van wordt verwacht. Spr. bevor
dert niettemin ten aanzien van postkantoren en
krankzinnigengestichten bijv. den bouw van
schuilkelders. Het aanleggen van loopgraven
moet nog georganiseerd worden. Reeds nu
moet worden .overwogen, waar zlgzagloopgra-
ven moeten worden aangelegd.
De kosten der luchtbescherming komen niet
tot uiting in de vijf ton van dit wetsontwerp.
Ook gemeenten en werkgevers hebben hun uit
gaven. Dat alles behooTt samengevoegd te
Ons volk moet worden opgevoed tot zelfbe-
schermingsmaatregelcn. Ook dat valt niet onder
de vijf ton.
Of het Rijk zal betalen, wat de gemeenten
moeten doen volgens Kon. besluit? De gemeen
ten der le en 2e gcvarenklasse krijgen weldra
bericht, op welke bedragen ze hebben te re
kenen.
Leiding geven aan hetgeen het publiek moet
doen, is de taak der Nederlandsche vereeniging.
Verder moet ze niet gaan. De Regeering heeft
naast zich den inspecteur voor de luchtbe
scherming. Spr. heeft tusschen beide organen
contact gebracht. Hetzelfde contact moet in de
gemeenten worden voortgezet.
De vereeniging moet zich zooveel
nogelUK
Het
lals enkele kleinere
irdt
Tegen de keileemlaag rechts, wordt
het zand met water aangeplempt. Het
komt bruisend uit de buis (in het mid
den op den voorgrond) en wordt door
schotten geremd.