Hef enquêfe-voorsfel inzake Oss WOENSDAG 22 JUNI 1938 TWEEDE BLAD PAG. 5 Tweede Kamer De N.S.B. -er Rost van Tonningen lokt een incident uit Drie sfroomingen vielen bij hef debaf fe onderscheiden Overzicht Bij het debat over het -geheel van ka rakter veranderde enquête-voorstel van Mr. Wendelaar in zake Oss vielen, gelijk te verwachten was, drie stroomingen te onderscheiden. Daar waren allereerst de absolute voor standers er van, die „de geduchte bevoegd heid van het parlement" wenschten te'han- teeren ten einde in de bekende Ossche ge beurtenissen meer licht te verkrijgen. Deze groep bleek kleiner dan we ver wachtten en het voorloopig verslag deed .vermoeden. De fractie van den heer Wendelaar werd op dit punt slechts versterkt door de S.G.P., de Communisten en de C.D.U. De rest van de Kamer waarin de wensch naar meer licht vrijwel algemeen was, zelfs de Katholieken erkenden, dat er op te helderen punten waren wilde echter .van het ongebruikelijke en ondeugdelijke middel oer parlementaire enquête niet weten Doelmatiger werd het bewandelen van een anderen weg geacht ten einde de wensche- lijk gebleken opheldering van den Minister van Justitie te verkrijgen. Afzonderlijke nota cn tweede inter pellatie dongen daarbij om de voor keur. De heer De Geer was de eerste van hen, die de onwcnschelijkheid van een enquête betoogaen. Hij noemde haar zelfs een onge rijmdheid, omdat hij de kwalificatie „dwaas heid" van den heer Joseph us Jitta in het parlementair milieu niet wensch te over te nemen. Het gaat in dit geval noch om de voorbe reiding van wetgevende of administratieve maatregelen, noch om daden van regeerings- helcid. En om nu voor een onderzoek naar den toestand op politioneel gebied te Oss 't sinds 50 jaar ongebruikte enquêtemiddel te gaan hanteeren. schijnt allerminst noodig en zou toch den indruk wekken, dat men zich tegen den Minister van Justitie richt te, omdat ondanks alles een daad van hem aanleiding was tot het indienen van het .voorstel. Wie meer licht wil, vindt den weg aange- .wezen. Die weg is niet de enquête, waarbij niet de regeering, maar het publiek ondervraagd wordt. En de Kamer heeft juist aan de Re geering iets te vragen. Voor den heer De Geer zou een tweede interpellatie de voorkeur hebben om het - „gesprek" met den minister voort te •metten- Ïïet voorstel-Wendelaar moet dan eerst worden afgedaan. Intusschen acht de heer De Geer het beoogde doel ook bereikbaar do.or den Minister een nota te vragen welke dienst zou kunnen doen ter voorbereiding ,van een eventueele tweede interpellatie. Een bezwaar zag de heer De Geer in den tijd, die niet het samenstellen van een nota gemoeid zou zijn. We kunnen dit bezwaar echter niet deelen. Als een Minister op kor ten termijn een tweede interpellatie kan beantwoorden, zal ook het produceeren van een nota binnen betrekkelijk korten tijd mo gelijk moeten zijn. De Kamer kan dan, als ze wil, de zaak voor het zomerreces afdoen. De heeren Albarda en Oud kwa men tot de conclusie, dat het vragen van een nota de voorkeur moet hebben om de gewenschte opheldering te ver krijgen. Eventueel kan een interpellatie volgen. Het enquête-voorstel is ook daarom onvol doende, omdat het den Minister buiten het onderzoek plaatst en tenslotte heeft toch de Kamer met hem te doen. Beide genoemde sprekers meenden, dat als de Kamer zicih voor een nota uitspreekt, de afdoening van het enquête-voorstel kan worden verdaagd. Geen eindstemming er over dus. Zooals we reeds opmerkten, werd van Ka tholieke zijde niet het standpunt ingenomen De heer v. Maarseveen, üie op keuri ge wijze en afdoende het enquêtedenkbeeld bestreed, merkte op, dat de behandeling van de zaak-Oss voor het ambtenarengerecht veel verder strekt dan thans de omschrijving van het enquête-voorstel aangeeft. Hij acht te dat laatste daarom niet alleen een onge bruikelijk, maar ook een ondoelmatig mid del om tot het doel te komen. Er kan, gaf hij toe. meer licht gewenscht zijn. Daarop heeft het parlement recht, vooral nu een sfeer van wantrouwen is ont staan. Intusschen liet óe Katholieke woord voerder zich over den vorm, waarin dit meerdere licht zou kunnen worden ver kregen, niet nader uit. Dat beteekende, dat een volstrekt afwijzende houding was prijs gegeven en de keuze straks zal worden gedaan tusschen nota of in terpellatie. Het standpunt der anti-rev. fractie werd uiteengezet door den heer Schouten. Deze nam eerst oen heer Wendelaar even k faire over^enkele zonderlinge politieke slippertjes in diens Memorie van Antwoord en be streed daarna de opvatting als zou het hou den van een tweede interpellatie tegen de parlementaire zeden zijn. We moeten erken nen. dat de wijze, waarop de heer Wende laar dit politieke zedenmisdrijf had gecon- strueero, niet bijzonder sterk was. gelijk trouwens heel de verdediging van zijn in overhaasting geboren en zoo ingrijpend ge wijzigd voorstel weinig overtuigend was. Naar we meening van den heer Schouten zou eerst tot een enquête kunnen worden overgegaan, nadat andere normale parlemen taire middelen zouden zijn uitgeput. Op dit punt was hij het eens met den heer Dp Geer, maar verschilde toch weer van dezen in diens voorkeur voor het terstono houden van een tweede interpellatie. Z.i. is een nota op korten termijn zeer wel mogelijk, maar dan moet eerst het voorstel-Wendelaar van de baan. Twee ijzers tegelijk in het vuur is een wat zonderlinge parlementaire figuur. Hij wenschte dus geen schorsing, zooals de heeren Albarda en Oud hadden bepleit. De heeren Kersten die beweerde vreemd te zijn aan alle anti-papisme v. Houten en W ij n k o o p motiveerden, elk naar zijn aard, hun voorkeur voor de quête, al gaven ae laatste twee reeds bij voorbaat te kennen subsidiair tegen een nota ook geen bezwaar te hebben. De heer Wendelaar heeft zijn voorstel nog eens nader verdedigd. Nieuwe argumen ten kon hij niet meer in het midden bren gen, zoodat zijn rede viel te beschouwen als een serie losse opmerkingen naar aanleiding van de verschillende gehouden redevoerin gen. Zij miste daardoor alle bekoring en het gebrek aan samenhang werd aoor de lengte niet vergoed. Hij wees er op, dat het door den heer Rost van Tonningen uitgelokte incident volko men onnoodig is gebleken. Immers de rest van diens rede is ongehinderd voorgelezen door den heer de March ant et d'Ansembourg. Deze heeft alles kunnen zeggen wat de an der op het hart had. Van een doofpot be hoefde dus niet te worden gesproken. De argumenten voor en tegen omtrent de enquête wegend, kwam de heer Wendelaar ten 6lotte tot de conclusie, dat hij zijn voor stel moest handhaven. De voorzitter maakte een begin met de replieken ten einde den heer Albarda gelegenheid te geven, mede namens de- heer Oud', het voorstel in te dienen, waarbij den minister van Justitie verzocht wordt aan de Kamer een schriftelijke uiteen zetting van de feiten en omstandigheden te geven, die er toe hebben geleid aan de brigade der marechaussee te Oss de opsporingsbevoegdheid te ontnemen, be i-fee* oek ii De „Karimata" heeft ook gister het bag- gerwerk bij Terschelling voortgezet. De ART vondsten zijn tot dusver niet groot maar id onê?ch merkwaardig genoeg om te vermelden, in ^Plotseling werd namelijk in een der groote er pakken van den baggermolen een plaat ko- andcPer mee naar boven gebracht. Een onderzoek toe g&ees uit- dat men hier te doen had met een nigyhuidplaat van de „Lu/tine", welke daarvan -,jp,~Jn den loop der jaren is losgeraakt en onder Tïet zand bedolven, ihildft Voorts werden gevonden een duiker- rf va skt d schoen, een aantal koperen pennetjes en een ring van onbekende makelij. Deze ring is nauwkeurig bekeken. Verondersteld werd, dat het de ring van een gouden horlogekast zou zijn, doch deze onderstelling heeft men weer laten vallen, aangezien de ring wer kelijk te groot voor een horloge van 1795 moet worden geacht. Of de ring uit puur goud is gemaakt wordt nader onderzocht. nevens zijn oordeel over het beleid der gemeentepolitie te Oss en voorts van al datgene, wat hij in verband met een en ander van belang acht. De Kamer kan zich nu verder beraden. Vast staat du6 wel, dat het voonstel-Wen delaar, dat alles op de zeer lange baan zou schuiven, geen schijn van een kans heeft te worden aangenomen. Waarschijnlijk is het echter geworden, dat de Kamer zich in den een of anoeren vorm voor een nota zal uit spreken. Vandaag valt de beslissing. Do N.S.B.-er Rost van Tonnin gen heeft bij den aanvang van de be handeling van het enquête-voorstel een incident veroorzaakt, dat er toe heeft geleid hem, nadat hij vooraf herhaalde lijk was gewaarschuwd, het woord te ontnemen en voor een dag van het bij wonen van de zitting uit te sluiten. De rede van den heer Rost was van hel begin af een aaneenschakeling van belee- digingen, verdachtmakingen en grofheden aan het adres van den Minister van Justitie, de Kamer, Kamerleden en per sonen buiten de Kamer. Met groot geduld te groot naar onze opvatting liet de voor zitter hem aanvankelijk gaan. Op 't laatst werd het echter te grof. Toen opnieuw be weerd werd: mijn zware beschuldigingen omtrent de pogingen om de schandalen van Oss te begraven zijn opzettelijk door de commissie van rapporteurs uit het verslag weggelaten, liep de maat over en wera den tierenden spreker het woord ontnomen. Deze verviel, terwijl de voorzitter heftig hamerde, tot een soort razernij en begon te schelden. Toen werd dezen „heer" het recht ontzegd de vergadering verder bij te wonen. Schreeuwend van: Jezuieten-methoden en inquisitie, ging hij naar zijn plaats. De voorzitter schorste eenigen tijd de zit ting. De rust was toen spoedig terugge keerd'. Later op den middag heeft de heer de Merchant et d'A nsembourg rustig het restant van de afgebroken rede voorge lezen. We hoorden niets van uitdrukkingen zooals: Goseling is de vriend en spreekbuis van Joden en Jodenkinderen. Slechts werd betoogd. c.at de marechaussée uit Oss in eer moet worden hersteld en dat minister Goseling ter verantwoording van zijn da den voor den Hoogen Raad moet worden ge bracht Dat mag men in Nederland zeggen. Zou dat b.v. ook in het land. waar de vrienden van onze „volksvreemde" N.S.B.-ers de dictatuur uitoefenen, kunnen geschieden? De vraag is haar eigen antwoord tevens. Bij den aanvang der vergadering is ge stemd over de conclusie van de Kamercom missie betreffende het adres van de N.V. Oester-Cultuur-Mij. voorheen P. Vlaming en Zonen te Ierseke, en zeven anderen. De heer Drop heeft de conclusie der meerderheid eerst nog. belangrijk verzacht en beperkt tot een verzoek om de zaak nog eens na te gaan. De Kamer bleek evenwel met den Mini s- t e r en de minderheid der Commissie van oordeel, dat de procedure volkomen loyaal was geweest en het ongewenscht en on noodig is nog verder voort te gaan. Met 49 tegen 33 stemmen werd de meerder heidsconclusie verworpen. Met de soc. dem. stemden voor de comm., de N.S.B., en C.D.U. en de S.G.P., benevens de heer Krijger. Verslag Gestemd wordt over de conclusies van het erslas: der commissie omtrent de inlichtingen de N.V. Oestercultuur Mü. De heer DROP (s.d.a.p.) breng:. '- ïeerderheld aan. waarc cht wordt, nog eens ni t een gelijke reductie c de conclusie der leend. De 1 WILDE, De Minister/ 3 Do conclusie der minderheid, den Minis ter dank te zeggen voor de verstrekte In lichtingen, wordt z.h.st. aangenomen. De kwestie Oss beleid van de Kamer en den Mil afkeurde. Toen hü gekomen was aan de passage, waarin hU de commissie van rapporteurs beschuldigde, zün beschuldigingen aan den Minister van Jus titie te hebben weggelaten, heeft de voorzitter, or Van Schalk, hem het woord ontnomen en hem voor één dag het recht ontzegd de verga deringen der Kamer bü te wonen. De heer ROST VAN TONNINGEN ontstak hier over In toorn en verliet de zaal onder het ge roep: „Inquisitie". Een deel der Kamer applaudlseerde bü de be slissing van den voorzitter. Tweede interpellatie gevraagd Na tien minuten wordt de vergadering te 1.35 uur heropend. De heer DE GEER (c.h.) zal het voorstel niet politiek doch volkomen zakelijk beschouwen. De enquête Is hier niet op haar plaats. Alvo rens tot deze enquête te besluiten, moet blijken dat ze noodig Is. Er is over de marechaussée te Oss een Inter pellatie gehouden. Terecht of ten onrechte de de kamer zich bevredigd. De Minister ls d schuldig ge pen op geen vraag het )leven. De km bliek t rcndei Op dit moment ls daarom een enquête een ■gerijmdheld. Eerst roepe men den Minister opnieuw ter verantwoording, alvorens zich ach ter diens rug om tot anderen te wenden. Spr. is oordeel, dat een nieuwe interpellatie be- t te volgen, en liefst terstond. De voorstel ler der enquête zou daartoe het Initiatief kun- Spr hoopt dat de 1 -ziei tellei dure de al dan Geen dag langer dan nooc iet gerechtvaardigde twijfel voort. De heer ALBARDA (s.d.) zegt. dat nieuwe op- eldering noodig ls. Het ls maar de vraag, hoe Spr. betreurt, dat het enquête-voorstel is uit- jn in plaats van verschil- ïde fracties. 3pr. acht het enquête blijft. Daa: nota van den Minister komt ln handen itomming over het voorstel-Wen ie behandeling eener nota worden aam De heer KERSTEN (staatk. geref.) idere inlichtingen ika rapport der commljBsi de Minister aan hc i altijd nog een tvieu e volgen. Spr. zal 8ree van het debat do- dan kan d ■houdei onpartijdig i Minister bü de •redigd. Mai .ek. Hei vrüwei alleen brigadn der standpunt, regeering. Maar als het Nederlandsche reel niet onvoorwaardelük geldt, ls de rechtsr.eke heid althans voor het Protcstantsche deed ve ons volk- ondergraven. De aandacht mag niet vari het geple'egrfe oi recht worden afgeleid. De Minister heeft In t Kamer geen volkomen juisten indruk gegeve Spr. is voor een enquête, al hangt veel af va de samenstelling der commissie De heer VAN MAARSEVEEN (r.k.) zc:gt d: méér licht gewepscht kan zijn. Het S aat a leen om de modus quo. Is hiertoe een ranquê vereischt? Spr. ziet het niet. De roep oi n reel heeft zich reeds geconcretiseerd door een bi roep der ambtenaren ten deze op het ambten: rengerecht Al de kwesties komen daarbü ti sprake. Een enquête over dezelfde zaak is nii alleen overbodig, doch schadelük. Er ls helaas kunstmatig een sfeer van wantrouwen recht hebben op nadere inlichtingen Maar een enquête is daartoe niet het geëigen de middel. De Kamer kan andere wegen volgen De heer Wendelaar voert a&n, dat tie Minis ter geen nadere mededeelingen zal kunnen doen Doch de Minister heeft bü de lnterpeli atie ver- Bt geen beperl uwe interpellatie, i .'e vragen. De Kan De heer VAN HOUTEN (chr. der zich af, hoe het best licht te brengei zaak. Een tweede interpellatie is ge lük middel. Dit brengt ons weinig v zelfde onbehaaglüke gevoel als na d< vorden gewekt. ■effender. Mits de steld. Zou de Kamer door het ambtenarenge recht en door de te voeren strafzaak voldoende zün ingelicht? Spr. betwüfelt het. De Kamer moet het onderzoek zelve Instellen, Het volk moet kunnen vertrouwen op zün par 1 lement. De heer DE MARCHANT ET d'ANSJEMBOURG (n.s.b.) herinnert er aan. dat de heeir van Zwa nenberg bü zün arrestat" zeide „Dat zal jullie bc al precies, wat er volgci londeringen daargelaten, schünt nuïn weg te aten, wat de regeering onaangena am ls. Spr. wil eerherstel voor de brigaide-Oss. Doch ht gebeurt niet door het voorstel-Wendelaar. Us het nationaal-sociallsme recht en waarheid :aj hebben gebracht hier te landlle, dan eerst al het mogelijk zü"n (vroolükheid). De neer OUD (v;d.) gaat_ het shiatsreohtelüli der enquête "in "zi ch zei f"" geen" *igen den Minister. H< dat het feit >m. licht te laten vallen op hetgeen licht bi Uitdrukkciyk zü dit geconstateerd, als Spr. zqu stemmen voor het voorstel van den heer IV endelaar. Is er, om in zake Oss méér llciht te verkrü- een enquête noodig? Van e»»n tweede in- niet voldoende voorbereid. Er moet meer licht komen. Spr. kan zich voorstellen dat de heer Wendelaar op een gegeven oogemblik geen be hoefte meer heeft aan een enquiite B.v. als do Minister een nadere nota aan deKamér zou zenden. De nota zou dan commlssorias il kunnen wor den onderzocht. Na haar rappori. zoiu de Kamei dan volkomen bevredigd kunnen zijn. Daartoe ware het debat over het voorst'-1-Wendeiaar te schorsen. Dit zou op dit oogenbllk de meest be vredigende oplossing zün. De heer SCHOUTEN (a.r.) ka.n zich voorstel- m r licht noodig acht :elf do noodd-ikelükheid daai :ede. In-I ■stel-Wond er licht rerkrngen, geblokkeerd gewerden. an te nemen, dat de heer VTendelaar dit niet leeft ingezien. Zoo heeft do voorzitter bil de ianvraag eener nieuwe interpellatie er op ge vezen. dat deze niet overeenkomstig de parle- soolang er een enquête-voor- tAl\aanhang'f: '8' luête wordt ingi teld, nquête in wel schiller,de licht 1 mogelük zün. bü den heer wacht dat de r zal zün, schaffen wel bereid jellatie °de bekoring Voor een Interpellatie plejt. dat spoedig ver lichtingen worden verkregen. Het is de vraag of die spoed gelet op de ervaring aan te bevelen Is. Het vragen eener nota van Inlich tingen behoeft niet tot langdurige vertraging Alles overwegende, zou Spr. thans de voorkeur geven aan een oplossing waarin ae Kamer dp korten termijn aan do regeering ken, De heer Albarda heeft daarbü de wen- schelükheld van schorsing dezer debatten naar voren gebracht. Naar Spr.'s meening met schorsing der beraadslagingen. De re geering moet op geen wüze invloed oefenen op ae beslissing der Kamer in zake het voorstel-Wendelaar, Dan moet dit dus eersl Antwoord van den hoer Wendelaar Spr. komt terug op de uitlating 3 Men is het eens geworden. Spr bcgrjipt 'inmiddêVs"dch'ou- ding der regeering niet Als de Minister van Justitie hedenmiddag in de Kamer was geko men en had verklaard, niets liever te willen dan meer licht te verspreiden, dan ware de zaak veel eenvoudiger geworden. Doch ook nu merkt spr. nog op, dat spr's voorstel niet tegen de regeering is gericht. De geheele Kamer wenscht meer licht. Het eenige nu juiste middel is de enquête. Spr. handhaaft zün voorstel. Spr. bedoelt niets tegen den Minister. Wat is er dan tegen de enquête? hü ischt. 1 d°n jV0£.rstel linaon, Spr. dient mede den heer Oud een de Minister wordt uitgenoo- digd, schrlftelüke inliohtingen te geven omtrent de feiten en omstandigheden op grond waar van op 1 April j.l. aan de brigade marechaussee te Oss de opsporingsbevoegdheid is ontnomen, omtrent zün oordeel over de verhouding tot de gem.-politie te Oss, alsmede omtrent al het geen hü voor deze zaak van belang acht. De vergadering wordt te 5.40 uur verdaagd tot morgen een uur. DONDERDAG 23 JUNI RVERSUM I 1875 en 415.5 M. 8.000.13 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.0012.00 NCRV. 8.00—9.15 Gramofoonmuziek. (Orn 8.20 Berichten). 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. istlg halfuur. 12.00 Berichten, kest. (12.50—1.10 G) Handwerkuurtje. 3.0 ;iek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Grai foonmuziek. 5.00 Cursus handenarbeid v. a Jeugd. 5.30 Het Apollokwintet. In de pauze? Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Cau serie „De drie groote wereldconferenties van dezen tijd." 7.45—8.00 Reportage, even. tueel gramofoonmuziek. 8.05 Berichten ANP herhaling SOS-Berlchten. 8.15 Gramofoon muziek. 8.30 Chr. Radiokoor. In de pauze: Gramofoonmuziek. 9.00 Reportage. 9.30 Ver volg concert. In de pauze: Gramofoonmuz. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Amsterdamscb SalonorkesL 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Ver vólg concert. 11.30 Gramofoonmuziek. ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. HILA'ERSUM II 301.5 SI. AVRO-Cltzendlng. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.30 Berichten). 10.no Morgen wüding. 10.15 Gramofoonmuz. 10.30 Omroeporkest en solist. 11.00 Knip- les. 11.30 Vervolg concert. 12.30 Ensemble Carel Alberts. 1.15 Orgelspel. 1.30 Vervolg van 12.30. 2.00 Declamatie. 2.20 Kovacs Lajos' orkest, solisten en grramofoonmuz. 4.90 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Or gelspel. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Het Kovacs Lajos' orkest Gramofoonmuziek. 7.40 Interview. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Het koor „Sursum Corda"\ m.m.v. solisten. 9.05 Chansons met planobegeleiding. 9.30 Het Omroeporkest" en solisten. 10.15 Gram. foonmuziek. 10.30 Vervolg com Berichten ANP, hierna tot 12.00 Gramo' 00 DROIT WICH 1500 M. 12.05 Strijkkwartet. 12.50 Radüotooneel. 1.50 Kwintet. 3.103.30 Causerie. 3.35 Orkest 4.20 Voor de vrouw. 6.40 Boekbespreking. 7.00 Zangers. 7.45 Orkest. 8.35 Solisten. 9.40 Orkest 10 20 Kerkdienst. 10.40 Viool en piano. 11.15 •nd. Zang). 3.95 8.35 Cello. 8.50 Orkest KEULEN 456 M 7.30 Orkest. 8.50 Orkest Koor. 10.20 olksllederen. 12 20 Orkest Concert 2.40 Piano. 4.29 Orkest 30 Kleinorkest 8.35 Orkest fib 12.20 Orkest Zani koor. Hltl'SSEL 322 484 1.39 Orkest. orkest^661" 7-23 °rgel" 9"20 Symphoi 1.30 Orkest. 8.20 Orkest. Het Familiedrama te Merkelbeek Tegen verdachte ontslag van rechtsvervolging geëischt MAASTRICHT, 21 Juni. Heden behandel de de rechtbank te Maastricht het familie drama, dat in den vroegen ochtend van 9 Mei j.l. de gemeente Merkelbeek in opschud ding bracht. De 44-jarige mijnbeamhte L. J. T. had toen hij dieri morgen opstond, een revolver uit het nachtkastje gegrepen en daarmee op zijn vrouw geschoten, die door een kogel werd gewond. Er ontstond een worsteling tusschen man en vrouw en terwijl de kin deren van het gezin kwamen toesnellen, schoot T. den revolver heelemaal leeg. Het jongste kind, een jongetje van drie jaar, dat m zijn bedje rechtop was gaan staan, werd door een kogel gedood en een der andere jongens aan den arm gewond. Verdachte was gedagvaard onder beschul diging van doodslag en poging tot doodslag. De getuige-doskundige Dr. Janssen uit Venray, verklaarde dat verdachte in zijn melancholischen toestand niet toereken baar kan worden geacht voor zijn daden. Het O.M., vertegenwoordigd door Mr Dautzenherg, vroeg, rekening houdend met de verklaringen van den getuige-des-: kundige, ontslag van rechtsvervolging, plaatsing in een krankzinnigengesticht en daarna tet beschikkingstelling van de re geering voor verdere verpleging. Op verzoek van den rechtskundigen raads' man van verdachte, mr Stroom, besloot de rechtbank haar uitspraak te vervroegen en i ij- jjezë op 27 Juni. Verdronken VORDEN, 21 Juni. Vanmiddag is de ruim twintigjarige A. Korenbrik uit Vorden, die met zijn broertje in de Hackfortschebeek' °an het zwemmen was, verdronken. Een politieman, die spoedig aanwezig was, heeft zich tewater begeven.'Hij mocht er, echter niet in slagen, K. naar boven te bren gen. Het lijk is nog niet gevonden. KIND STAK PLOTSELING OVER EINDHOVEN, 21 Juni. Vanavond kwam een auto. bestuurd door een dame uit St. Oedenrode, over den Boschdtijk, waar eenige kinderen langs den weg speelden. Plotseling stak het 3-jarig ventje van de familie B. den weg over., waarbij het door de auto werd gegrepen. De dame, die onder toezicht leerde autorijden, probeerde door naar lmks uit te halen nog een aanrijding te voorko men, doch dit bleek niet te kunnen. Het kind werd tegen die straat gesmakt en was op slag dood. De autobestuurster treft geen schuld. Het lijkje van het kind is naar do ouderlijke woning gebracht. Gisteren arriveerde te Hoek van Holland de leidster van het Leger des Heils Evangeline Booth, ter bijwoning van den Velddag van het Leger des Heils t'c Baarn. Links commandant Bouwe Vlas. in het midden generaal Booth en rechts mevrouw Vlas. *«.n«

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5