Hef enquêfe-voorsfel inzake Oss
WOENSDAG 22 JUNI 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
Tweede Kamer
De N.S.B. -er Rost van Tonningen lokt een
incident uit
Drie sfroomingen vielen bij hef debaf fe onderscheiden
Overzicht
Bij het debat over het -geheel van ka
rakter veranderde enquête-voorstel van
Mr. Wendelaar in zake Oss vielen, gelijk
te verwachten was, drie stroomingen te
onderscheiden.
Daar waren allereerst de absolute voor
standers er van, die „de geduchte bevoegd
heid van het parlement" wenschten te'han-
teeren ten einde in de bekende Ossche ge
beurtenissen meer licht te verkrijgen.
Deze groep bleek kleiner dan we ver
wachtten en het voorloopig verslag deed
.vermoeden.
De fractie van den heer Wendelaar werd
op dit punt slechts versterkt door de S.G.P.,
de Communisten en de C.D.U.
De rest van de Kamer waarin de
wensch naar meer licht vrijwel algemeen
was, zelfs de Katholieken erkenden, dat er
op te helderen punten waren wilde echter
.van het ongebruikelijke en ondeugdelijke
middel oer parlementaire enquête niet weten
Doelmatiger werd het bewandelen van een
anderen weg geacht ten einde de wensche-
lijk gebleken opheldering van den Minister
van Justitie te verkrijgen.
Afzonderlijke nota cn tweede inter
pellatie dongen daarbij om de voor
keur.
De heer De Geer was de eerste van hen,
die de onwcnschelijkheid van een enquête
betoogaen. Hij noemde haar zelfs een onge
rijmdheid, omdat hij de kwalificatie „dwaas
heid" van den heer Joseph us Jitta in het
parlementair milieu niet wensch te over te
nemen.
Het gaat in dit geval noch om de voorbe
reiding van wetgevende of administratieve
maatregelen, noch om daden van regeerings-
helcid. En om nu voor een onderzoek naar
den toestand op politioneel gebied te Oss
't sinds 50 jaar ongebruikte enquêtemiddel
te gaan hanteeren. schijnt allerminst noodig
en zou toch den indruk wekken, dat men
zich tegen den Minister van Justitie richt
te, omdat ondanks alles een daad van
hem aanleiding was tot het indienen van het
.voorstel.
Wie meer licht wil, vindt den weg aange-
.wezen.
Die weg is niet de enquête, waarbij niet
de regeering, maar het publiek ondervraagd
wordt. En de Kamer heeft juist aan de Re
geering iets te vragen.
Voor den heer De Geer zou een tweede
interpellatie de voorkeur hebben om het
- „gesprek" met den minister voort te
•metten-
Ïïet voorstel-Wendelaar moet dan eerst
worden afgedaan. Intusschen acht de heer
De Geer het beoogde doel ook bereikbaar
do.or den Minister een nota te vragen welke
dienst zou kunnen doen ter voorbereiding
,van een eventueele tweede interpellatie.
Een bezwaar zag de heer De Geer in den
tijd, die niet het samenstellen van een nota
gemoeid zou zijn. We kunnen dit bezwaar
echter niet deelen. Als een Minister op kor
ten termijn een tweede interpellatie kan
beantwoorden, zal ook het produceeren van
een nota binnen betrekkelijk korten tijd mo
gelijk moeten zijn. De Kamer kan dan, als
ze wil, de zaak voor het zomerreces afdoen.
De heeren Albarda en Oud kwa
men tot de conclusie, dat het vragen
van een nota de voorkeur moet hebben
om de gewenschte opheldering te ver
krijgen.
Eventueel kan een interpellatie volgen.
Het enquête-voorstel is ook daarom onvol
doende, omdat het den Minister buiten het
onderzoek plaatst en tenslotte heeft toch de
Kamer met hem te doen. Beide genoemde
sprekers meenden, dat als de Kamer zicih
voor een nota uitspreekt, de afdoening van
het enquête-voorstel kan worden verdaagd.
Geen eindstemming er over dus.
Zooals we reeds opmerkten, werd van Ka
tholieke zijde niet het standpunt ingenomen
De heer v. Maarseveen, üie op keuri
ge wijze en afdoende het enquêtedenkbeeld
bestreed, merkte op, dat de behandeling van
de zaak-Oss voor het ambtenarengerecht
veel verder strekt dan thans de omschrijving
van het enquête-voorstel aangeeft. Hij acht
te dat laatste daarom niet alleen een onge
bruikelijk, maar ook een ondoelmatig mid
del om tot het doel te komen.
Er kan, gaf hij toe. meer licht gewenscht
zijn. Daarop heeft het parlement recht,
vooral nu een sfeer van wantrouwen is ont
staan.
Intusschen liet óe Katholieke woord
voerder zich over den vorm, waarin dit
meerdere licht zou kunnen worden ver
kregen, niet nader uit. Dat beteekende,
dat een volstrekt afwijzende houding
was prijs gegeven en de keuze straks
zal worden gedaan tusschen nota of in
terpellatie.
Het standpunt der anti-rev. fractie werd
uiteengezet door den heer Schouten. Deze
nam eerst oen heer Wendelaar even k faire
over^enkele zonderlinge politieke slippertjes
in diens Memorie van Antwoord en be
streed daarna de opvatting als zou het hou
den van een tweede interpellatie tegen de
parlementaire zeden zijn. We moeten erken
nen. dat de wijze, waarop de heer Wende
laar dit politieke zedenmisdrijf had gecon-
strueero, niet bijzonder sterk was. gelijk
trouwens heel de verdediging van zijn in
overhaasting geboren en zoo ingrijpend ge
wijzigd voorstel weinig overtuigend was.
Naar we meening van den heer Schouten
zou eerst tot een enquête kunnen worden
overgegaan, nadat andere normale parlemen
taire middelen zouden zijn uitgeput. Op dit
punt was hij het eens met den heer Dp Geer,
maar verschilde toch weer van dezen in
diens voorkeur voor het terstono houden van
een tweede interpellatie.
Z.i. is een nota op korten termijn zeer
wel mogelijk, maar dan moet eerst het
voorstel-Wendelaar van de baan. Twee
ijzers tegelijk in het vuur is een wat
zonderlinge parlementaire figuur. Hij
wenschte dus geen schorsing, zooals de
heeren Albarda en Oud hadden bepleit.
De heeren Kersten die beweerde
vreemd te zijn aan alle anti-papisme v.
Houten en W ij n k o o p motiveerden, elk
naar zijn aard, hun voorkeur voor de
quête, al gaven ae laatste twee reeds bij
voorbaat te kennen subsidiair tegen een nota
ook geen bezwaar te hebben.
De heer Wendelaar heeft zijn voorstel
nog eens nader verdedigd. Nieuwe argumen
ten kon hij niet meer in het midden bren
gen, zoodat zijn rede viel te beschouwen als
een serie losse opmerkingen naar aanleiding
van de verschillende gehouden redevoerin
gen. Zij miste daardoor alle bekoring en het
gebrek aan samenhang werd aoor de lengte
niet vergoed.
Hij wees er op, dat het door den heer Rost
van Tonningen uitgelokte incident volko
men onnoodig is gebleken. Immers de rest
van diens rede is ongehinderd voorgelezen
door den heer de March ant et d'Ansembourg.
Deze heeft alles kunnen zeggen wat de an
der op het hart had. Van een doofpot be
hoefde dus niet te worden gesproken.
De argumenten voor en tegen omtrent de
enquête wegend, kwam de heer Wendelaar
ten 6lotte tot de conclusie, dat hij zijn voor
stel moest handhaven.
De voorzitter maakte een begin met de
replieken ten einde den heer Albarda
gelegenheid te geven, mede namens de-
heer Oud',
het voorstel in te dienen, waarbij den
minister van Justitie verzocht wordt
aan de Kamer een schriftelijke uiteen
zetting van de feiten en omstandigheden
te geven, die er toe hebben geleid aan
de brigade der marechaussee te Oss de
opsporingsbevoegdheid te ontnemen, be
i-fee*
oek ii De „Karimata" heeft ook gister het bag-
gerwerk bij Terschelling voortgezet. De
ART vondsten zijn tot dusver niet groot maar
id onê?ch merkwaardig genoeg om te vermelden,
in ^Plotseling werd namelijk in een der groote
er pakken van den baggermolen een plaat ko-
andcPer mee naar boven gebracht. Een onderzoek
toe g&ees uit- dat men hier te doen had met een
nigyhuidplaat van de „Lu/tine", welke daarvan
-,jp,~Jn den loop der jaren is losgeraakt en onder
Tïet zand bedolven,
ihildft Voorts werden gevonden een duiker-
rf va
skt d
schoen, een aantal koperen pennetjes en
een ring van onbekende makelij. Deze ring
is nauwkeurig bekeken. Verondersteld werd,
dat het de ring van een gouden horlogekast
zou zijn, doch deze onderstelling heeft men
weer laten vallen, aangezien de ring wer
kelijk te groot voor een horloge van 1795
moet worden geacht. Of de ring uit puur
goud is gemaakt wordt nader onderzocht.
nevens zijn oordeel over het beleid der
gemeentepolitie te Oss en voorts van al
datgene, wat hij in verband met een en
ander van belang acht.
De Kamer kan zich nu verder beraden.
Vast staat du6 wel, dat het voonstel-Wen
delaar, dat alles op de zeer lange baan zou
schuiven, geen schijn van een kans heeft te
worden aangenomen. Waarschijnlijk is het
echter geworden, dat de Kamer zich in den
een of anoeren vorm voor een nota zal uit
spreken.
Vandaag valt de beslissing.
Do N.S.B.-er Rost van Tonnin
gen heeft bij den aanvang van de be
handeling van het enquête-voorstel een
incident veroorzaakt, dat er toe heeft
geleid hem, nadat hij vooraf herhaalde
lijk was gewaarschuwd, het woord te
ontnemen en voor een dag van het bij
wonen van de zitting uit te sluiten.
De rede van den heer Rost was van hel
begin af een aaneenschakeling van belee-
digingen, verdachtmakingen en grofheden
aan het adres van den Minister van
Justitie, de Kamer, Kamerleden en per
sonen buiten de Kamer. Met groot geduld
te groot naar onze opvatting liet de voor
zitter hem aanvankelijk gaan. Op 't laatst
werd het echter te grof. Toen opnieuw be
weerd werd: mijn zware beschuldigingen
omtrent de pogingen om de schandalen van
Oss te begraven zijn opzettelijk door de
commissie van rapporteurs uit het verslag
weggelaten, liep de maat over en wera den
tierenden spreker het woord ontnomen.
Deze verviel, terwijl de voorzitter heftig
hamerde, tot een soort razernij en begon te
schelden. Toen werd dezen „heer" het recht
ontzegd de vergadering verder bij te wonen.
Schreeuwend van: Jezuieten-methoden
en inquisitie, ging hij naar zijn plaats. De
voorzitter schorste eenigen tijd de zit
ting. De rust was toen spoedig terugge
keerd'.
Later op den middag heeft de heer de
Merchant et d'A nsembourg rustig
het restant van de afgebroken rede voorge
lezen. We hoorden niets van uitdrukkingen
zooals: Goseling is de vriend en spreekbuis
van Joden en Jodenkinderen. Slechts werd
betoogd. c.at de marechaussée uit Oss in
eer moet worden hersteld en dat minister
Goseling ter verantwoording van zijn da
den voor den Hoogen Raad moet worden ge
bracht
Dat mag men in Nederland zeggen. Zou
dat b.v. ook in het land. waar de vrienden
van onze „volksvreemde" N.S.B.-ers de
dictatuur uitoefenen, kunnen geschieden?
De vraag is haar eigen antwoord tevens.
Bij den aanvang der vergadering is ge
stemd over de conclusie van de Kamercom
missie betreffende het adres van de N.V.
Oester-Cultuur-Mij. voorheen P. Vlaming en
Zonen te Ierseke, en zeven anderen.
De heer Drop heeft de conclusie der
meerderheid eerst nog. belangrijk verzacht
en beperkt tot een verzoek om de zaak nog
eens na te gaan.
De Kamer bleek evenwel met den Mini s-
t e r en de minderheid der Commissie van
oordeel, dat de procedure volkomen loyaal
was geweest en het ongewenscht en on
noodig is nog verder voort te gaan.
Met 49 tegen 33 stemmen werd de meerder
heidsconclusie verworpen. Met de soc.
dem. stemden voor de comm., de N.S.B., en
C.D.U. en de S.G.P., benevens de heer
Krijger.
Verslag
Gestemd wordt over de conclusies van het
erslas: der commissie omtrent de inlichtingen
de N.V. Oestercultuur Mü.
De heer DROP (s.d.a.p.) breng:.
'- ïeerderheld aan. waarc
cht wordt, nog eens ni
t een gelijke reductie c
de conclusie der
leend.
De 1
WILDE,
De Minister/ 3
Do conclusie der minderheid, den Minis
ter dank te zeggen voor de verstrekte In
lichtingen, wordt z.h.st. aangenomen.
De kwestie Oss
beleid van de Kamer en den Mil
afkeurde.
Toen hü gekomen was aan de passage, waarin
hU de commissie van rapporteurs beschuldigde,
zün beschuldigingen aan den Minister van Jus
titie te hebben weggelaten, heeft de voorzitter,
or Van Schalk, hem het woord ontnomen en
hem voor één dag het recht ontzegd de verga
deringen der Kamer bü te wonen.
De heer ROST VAN TONNINGEN ontstak hier
over In toorn en verliet de zaal onder het ge
roep: „Inquisitie".
Een deel der Kamer applaudlseerde bü de be
slissing van den voorzitter.
Tweede interpellatie gevraagd
Na tien minuten wordt de vergadering te 1.35
uur heropend.
De heer DE GEER (c.h.) zal het voorstel niet
politiek doch volkomen zakelijk beschouwen.
De enquête Is hier niet op haar plaats. Alvo
rens tot deze enquête te besluiten, moet blijken
dat ze noodig Is.
Er is over de marechaussée te Oss een Inter
pellatie gehouden. Terecht of ten onrechte
de de kamer zich bevredigd. De Minister ls
d schuldig ge
pen op geen vraag het
)leven.
De km
bliek t
rcndei
Op dit moment ls daarom een enquête een
■gerijmdheld. Eerst roepe men den Minister
opnieuw ter verantwoording, alvorens zich ach
ter diens rug om tot anderen te wenden. Spr. is
oordeel, dat een nieuwe interpellatie be-
t te volgen, en liefst terstond. De voorstel
ler der enquête zou daartoe het Initiatief kun-
Spr hoopt dat de 1
-ziei
tellei
dure de al dan
Geen dag langer dan nooc
iet gerechtvaardigde twijfel voort.
De heer ALBARDA (s.d.) zegt. dat nieuwe op-
eldering noodig ls. Het ls maar de vraag, hoe
Spr. betreurt, dat het enquête-voorstel is uit-
jn in plaats van verschil-
ïde fracties.
3pr. acht het
enquête blijft. Daa:
nota van den Minister
komt ln handen
itomming over het voorstel-Wen
ie behandeling eener nota worden aam
De heer KERSTEN (staatk. geref.)
idere inlichtingen ika
rapport der commljBsi
de Minister aan hc
i altijd nog een tvieu
e volgen. Spr. zal 8ree
van het debat do-
dan kan d
■houdei
onpartijdig
i Minister bü de
•redigd. Mai
.ek. Hei
vrüwei alleen
brigadn der
standpunt,
regeering. Maar als het Nederlandsche reel
niet onvoorwaardelük geldt, ls de rechtsr.eke
heid althans voor het Protcstantsche deed ve
ons volk- ondergraven.
De aandacht mag niet vari het geple'egrfe oi
recht worden afgeleid. De Minister heeft In t
Kamer geen volkomen juisten indruk gegeve
Spr. is voor een enquête, al hangt veel af va
de samenstelling der commissie
De heer VAN MAARSEVEEN (r.k.) zc:gt d:
méér licht gewepscht kan zijn. Het S aat a
leen om de modus quo. Is hiertoe een ranquê
vereischt? Spr. ziet het niet. De roep oi n reel
heeft zich reeds geconcretiseerd door een bi
roep der ambtenaren ten deze op het ambten:
rengerecht Al de kwesties komen daarbü ti
sprake. Een enquête over dezelfde zaak is nii
alleen overbodig, doch schadelük.
Er ls helaas kunstmatig
een sfeer van wantrouwen
recht hebben op nadere inlichtingen
Maar een enquête is daartoe niet het geëigen
de middel. De Kamer kan andere wegen volgen
De heer Wendelaar voert a&n, dat tie Minis
ter geen nadere mededeelingen zal kunnen doen
Doch de Minister heeft bü de lnterpeli atie ver-
Bt geen
beperl
uwe interpellatie, i
.'e vragen. De Kan
De heer VAN HOUTEN (chr. der
zich af, hoe het best licht te brengei
zaak. Een tweede interpellatie is ge
lük middel. Dit brengt ons weinig v
zelfde onbehaaglüke gevoel als na d<
vorden gewekt.
■effender. Mits de
steld. Zou de Kamer door het ambtenarenge
recht en door de te voeren strafzaak voldoende
zün ingelicht? Spr. betwüfelt het. De Kamer
moet het onderzoek zelve Instellen, Het volk
moet kunnen vertrouwen op zün par 1 lement.
De heer DE MARCHANT ET d'ANSJEMBOURG
(n.s.b.) herinnert er aan. dat de heeir van Zwa
nenberg bü zün arrestat"
zeide „Dat zal jullie bc
al precies, wat er volgci
londeringen daargelaten, schünt nuïn weg te
aten, wat de regeering onaangena am ls.
Spr. wil eerherstel voor de brigaide-Oss. Doch
ht gebeurt niet door het voorstel-Wendelaar.
Us het nationaal-sociallsme recht en waarheid
:aj hebben gebracht hier te landlle, dan eerst
al het mogelijk zü"n (vroolükheid).
De neer OUD (v;d.) gaat_ het shiatsreohtelüli
der enquête "in "zi ch zei f"" geen"
*igen den Minister. H<
dat het feit
>m. licht te
laten vallen op hetgeen licht bi
Uitdrukkciyk zü dit geconstateerd, als Spr.
zqu stemmen voor het voorstel van den heer
IV endelaar.
Is er, om in zake Oss méér llciht te verkrü-
een enquête noodig? Van e»»n tweede in-
niet voldoende voorbereid. Er moet meer licht
komen. Spr. kan zich voorstellen dat de heer
Wendelaar op een gegeven oogemblik geen be
hoefte meer heeft aan een enquiite B.v. als do
Minister een nadere nota aan deKamér zou
zenden.
De nota zou dan commlssorias il kunnen wor
den onderzocht. Na haar rappori. zoiu de Kamei
dan volkomen bevredigd kunnen zijn. Daartoe
ware het debat over het voorst'-1-Wendeiaar te
schorsen. Dit zou op dit oogenbllk de meest be
vredigende oplossing zün.
De heer SCHOUTEN (a.r.) ka.n zich voorstel-
m r licht noodig acht
:elf do noodd-ikelükheid daai
:ede.
In-I
■stel-Wond
er licht
rerkrngen, geblokkeerd gewerden.
an te nemen, dat de heer VTendelaar dit niet
leeft ingezien. Zoo heeft do voorzitter bil de
ianvraag eener nieuwe interpellatie er op ge
vezen. dat deze niet overeenkomstig de parle-
soolang er een enquête-voor-
tAl\aanhang'f: '8'
luête wordt ingi
teld,
nquête
in wel
schiller,de
licht 1
mogelük zün.
bü den heer
wacht dat de r
zal zün,
schaffen
wel bereid
jellatie °de
bekoring
Voor een Interpellatie plejt. dat spoedig ver
lichtingen worden verkregen. Het is de vraag
of die spoed gelet op de ervaring aan te
bevelen Is. Het vragen eener nota van Inlich
tingen behoeft niet tot langdurige vertraging
Alles overwegende, zou Spr. thans de
voorkeur geven aan een oplossing waarin ae
Kamer dp korten termijn aan do regeering
ken, De heer Albarda heeft daarbü de wen-
schelükheld van schorsing dezer debatten
naar voren gebracht. Naar Spr.'s meening
met schorsing der beraadslagingen. De re
geering moet op geen wüze invloed oefenen
op ae beslissing der Kamer in zake het
voorstel-Wendelaar, Dan moet dit dus eersl
Antwoord van den hoer Wendelaar
Spr. komt terug op de uitlating 3
Men is het
eens geworden. Spr bcgrjipt 'inmiddêVs"dch'ou-
ding der regeering niet Als de Minister van
Justitie hedenmiddag in de Kamer was geko
men en had verklaard, niets liever te willen
dan meer licht te verspreiden, dan ware de
zaak veel eenvoudiger geworden. Doch ook nu
merkt spr. nog op, dat spr's voorstel niet tegen
de regeering is gericht.
De geheele Kamer wenscht meer licht.
Het eenige nu juiste middel is de enquête.
Spr. handhaaft zün voorstel. Spr. bedoelt
niets tegen den Minister. Wat is er dan
tegen de enquête?
hü
ischt.
1 d°n jV0£.rstel linaon,
Spr. dient mede
den heer Oud een
de Minister wordt uitgenoo-
digd, schrlftelüke inliohtingen te geven omtrent
de feiten en omstandigheden op grond waar
van op 1 April j.l. aan de brigade marechaussee
te Oss de opsporingsbevoegdheid is ontnomen,
omtrent zün oordeel over de verhouding tot de
gem.-politie te Oss, alsmede omtrent al het
geen hü voor deze zaak van belang acht.
De vergadering wordt te 5.40 uur verdaagd
tot morgen een uur.
DONDERDAG 23 JUNI
RVERSUM I 1875 en 415.5 M. 8.000.13
KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.0012.00
NCRV. 8.00—9.15 Gramofoonmuziek. (Orn
8.20 Berichten). 10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek.
istlg halfuur. 12.00 Berichten,
kest. (12.50—1.10 G)
Handwerkuurtje. 3.0
;iek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Grai
foonmuziek. 5.00 Cursus handenarbeid v. a
Jeugd. 5.30 Het Apollokwintet. In de pauze?
Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Cau
serie „De drie groote wereldconferenties
van dezen tijd." 7.45—8.00 Reportage, even.
tueel gramofoonmuziek. 8.05 Berichten ANP
herhaling SOS-Berlchten. 8.15 Gramofoon
muziek. 8.30 Chr. Radiokoor. In de pauze:
Gramofoonmuziek. 9.00 Reportage. 9.30 Ver
volg concert. In de pauze: Gramofoonmuz.
10.00 Berichten ANP. 10.05 Amsterdamscb
SalonorkesL 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Ver
vólg concert. 11.30 Gramofoonmuziek. ca.
11.50—12.00 Schriftlezing.
HILA'ERSUM II 301.5 SI. AVRO-Cltzendlng.
8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.30 Berichten).
10.no Morgen wüding. 10.15 Gramofoonmuz.
10.30 Omroeporkest en solist. 11.00 Knip-
les. 11.30 Vervolg concert. 12.30 Ensemble
Carel Alberts. 1.15 Orgelspel. 1.30 Vervolg
van 12.30. 2.00 Declamatie. 2.20 Kovacs
Lajos' orkest, solisten en grramofoonmuz.
4.90 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Or
gelspel. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Het
Kovacs Lajos' orkest Gramofoonmuziek.
7.40 Interview. 8.00 Berichten ANP. 8.10
Het koor „Sursum Corda"\ m.m.v. solisten.
9.05 Chansons met planobegeleiding. 9.30
Het Omroeporkest" en solisten. 10.15 Gram.
foonmuziek. 10.30 Vervolg com
Berichten ANP, hierna tot 12.00 Gramo'
00
DROIT WICH 1500 M. 12.05 Strijkkwartet.
12.50 Radüotooneel. 1.50 Kwintet. 3.103.30
Causerie. 3.35 Orkest 4.20 Voor de vrouw.
6.40 Boekbespreking. 7.00 Zangers. 7.45
Orkest. 8.35 Solisten. 9.40 Orkest 10 20
Kerkdienst. 10.40 Viool en piano.
11.15
•nd.
Zang). 3.95
8.35 Cello. 8.50 Orkest
KEULEN 456 M 7.30 Orkest. 8.50 Orkest
Koor. 10.20 olksllederen. 12 20 Orkest
Concert 2.40 Piano. 4.29 Orkest
30 Kleinorkest 8.35 Orkest
fib 12.20 Orkest
Zani
koor.
Hltl'SSEL 322
484
1.39 Orkest.
orkest^661" 7-23 °rgel" 9"20 Symphoi
1.30 Orkest. 8.20 Orkest.
Het Familiedrama te Merkelbeek
Tegen verdachte ontslag van
rechtsvervolging geëischt
MAASTRICHT, 21 Juni. Heden behandel
de de rechtbank te Maastricht het familie
drama, dat in den vroegen ochtend van 9
Mei j.l. de gemeente Merkelbeek in opschud
ding bracht.
De 44-jarige mijnbeamhte L. J. T. had
toen hij dieri morgen opstond, een revolver
uit het nachtkastje gegrepen en daarmee
op zijn vrouw geschoten, die door een kogel
werd gewond. Er ontstond een worsteling
tusschen man en vrouw en terwijl de kin
deren van het gezin kwamen toesnellen,
schoot T. den revolver heelemaal leeg. Het
jongste kind, een jongetje van drie jaar, dat
m zijn bedje rechtop was gaan staan, werd
door een kogel gedood en een der andere
jongens aan den arm gewond.
Verdachte was gedagvaard onder beschul
diging van doodslag en poging tot doodslag.
De getuige-doskundige Dr. Janssen uit
Venray, verklaarde dat verdachte in zijn
melancholischen toestand niet toereken
baar kan worden geacht voor zijn daden.
Het O.M., vertegenwoordigd door Mr
Dautzenherg, vroeg, rekening houdend
met de verklaringen van den getuige-des-:
kundige, ontslag van rechtsvervolging,
plaatsing in een krankzinnigengesticht en
daarna tet beschikkingstelling van de re
geering voor verdere verpleging.
Op verzoek van den rechtskundigen raads'
man van verdachte, mr Stroom, besloot de
rechtbank haar uitspraak te vervroegen en
i ij- jjezë op 27 Juni.
Verdronken
VORDEN, 21 Juni. Vanmiddag is de ruim
twintigjarige A. Korenbrik uit Vorden, die
met zijn broertje in de Hackfortschebeek'
°an het zwemmen was, verdronken.
Een politieman, die spoedig aanwezig was,
heeft zich tewater begeven.'Hij mocht er,
echter niet in slagen, K. naar boven te bren
gen. Het lijk is nog niet gevonden.
KIND STAK PLOTSELING OVER
EINDHOVEN, 21 Juni. Vanavond kwam
een auto. bestuurd door een dame uit St.
Oedenrode, over den Boschdtijk, waar eenige
kinderen langs den weg speelden. Plotseling
stak het 3-jarig ventje van de familie B.
den weg over., waarbij het door de auto
werd gegrepen. De dame, die onder toezicht
leerde autorijden, probeerde door naar lmks
uit te halen nog een aanrijding te voorko
men, doch dit bleek niet te kunnen. Het
kind werd tegen die straat gesmakt en was
op slag dood. De autobestuurster treft geen
schuld. Het lijkje van het kind is naar do
ouderlijke woning gebracht.
Gisteren arriveerde te Hoek van Holland de leidster van het Leger des Heils
Evangeline Booth, ter bijwoning van den Velddag van het Leger des Heils t'c
Baarn. Links commandant Bouwe Vlas. in het midden generaal Booth en rechts
mevrouw Vlas. *«.n«