Vrienden der Kamper School komen bijeen
De Omzetbelasting op de helling
DONDERDAG 16 JUNI 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
Recfor Prof. Dr K. Dijk geeft een overzichf
van de lotgevallen der School
in het algeloopen jaar
Referaten van Dr H. N. Ridderbos en
Dr J. Schelhaas
De uitvoering van het 1000 zielen plan
KAMPEN, 16 Juni.
Het jaarlijksche samenzijn van honderden
uit alle deelen van het land, om te hooren
naar en te bidden voor hetgeen de belangen
der Theologische Hoogeschool van de Geref.
Kerken raakt heeft vandaag weer plaats ge
had Gister:.vond reeds waren talrijke vrien-'
den der school samengekomen voor den
bidstond, die in de Burgwalkerk gehouden
werd en waar Ds Chr. W. J. T e e u w e n van
Heerde voorganger was.
Dc Bidstond
Ds. Teeuwen had tot tekst genomen
Lukas 18 vers 18, de gelijkenis van den
onrechtvaardigen rechter, en sprak over
de gebedsvolharding der gemeente waar
het haar recht betreft. Achtereenvolgens
bepaalde spr. zijn gehoor 1. b,ij het bezitten
van dat recht, 2. het opkomen voor dat
recht, 3. het verkrijgen van dat recht.
Deze gelijkenis is eigenlijk een slot
een slot van Jezus' parousie-rede. Wanneer
de Christus over het „altijd bidden" spreekt
dan denkt Hij inzonderheid aan het Mara-
natha-gebed der gemeente. Heel de gelijke
nis is in de lijst gezet van Christus' wc
derkomst. Vandaar ook het „weduwe"-
beeld van de kerk, wier Bruidegom is heen
gegaan. Maar nu heeft die weduwe rech
ten te verdedigen, die ten nauwste samen
hangen met haar weduwenstaat. Zoo heeft
de Christus de kerk allerlei genadegoede
ren nagelaten, die zij te verdedigen heeft.
Te verdedigen tegenover een „wederpartij",
n.l. den Satan. Met dien Satan heeft de
kerk haar groote twist over de genaderech
ten haar door Christus verleend.
Spr. besloot met te herinneren aan de
vraag: „Wanneer zult ge eindelijk eens op
houden met vragen?" door Elisabeth van
Engeland aan een harer hovelingen gesteld.
„Zoodra Uwe Majesteit ophoudt met ge
ven", was het antwoord. Gaan wij zoo tot
den Heere: „Ik zal ophouden met vragen,
als Gij" ophoudt met geven, d.w.z. ik zal
nooit ophouden".
Na den bidstond vereenigde men zich in
de aula der School, om elkander te begroe
ten, oude en nieuwe kennissen te ontmoeten
•n in gezelligen kout samen te zijn.
Opening van den Schooldag
Vanmorgen te kwart over tien was do
Burgwalkerk, van ouds de vergaderplaats
voor alle samenkomsten in breederen kring
vanwege de Theol. Hoogeschool, gevuld met
een schare belangstellenden, in welke men
de groote verscheidenheid van de Neder-
landsche bevolking in gelaatstrekken en
kleeding kon onderkennen.
Als leider van den Schooldag trad op Prof.
Dr. K Schilder, die na de gebruikelijke
opening een woord van welkom sprak, om
dan het woord te geven aan den Rector,
Prof. Dr. K. D ij k, die in zijn openingswoord
een overzicht gaf van de lotgevallen der
School gedurende den nu geeindigden cur
sus.
Rede Prof. Dijk
Allereerst sprak de Rector woorden van
weemoedige nagedachtenis aan den student
Jan Tappers, die met zijn verloofde op
Hemelvaartsdag zoo tragisch om het leven
kwam.
Tegenover deze donkere schaduw echter
stonden zeeën van licht, door Gods goedheid
over de School uitgegoten.
Zoo herinnerde spr. aan het begin van
den cursus, toen 15 nieuwe studenten
werden ingeschreven en men met 110
begon, onder wie leerlingen uit Duitsch-
land, Polen, Oekraïne, Hongarije en
Amerika
Van de studenten was er niets dan
goeds te vertellen. Niet één zakte voor een
examen.
Voorts herinnerde spr. met blijdschap aan
het herstel van Prof. Den Hartogh; aan
het geschenk van den zwaar-zilveren rec
torsketen; aan het eere-professoraat van
Prof. Greydanus uit Debreczen; aan 't
zilveren hoogleeraars jubileum van Prof.
Ridderbos: aan de benoeming van d*n
Zendingshoogleeraar Dr. J. H Bavinck;
aan de Koninklijke onderscheiding voor den
curator Ds. N. Duursema; en tenslotte
heeft spr. het sterven van den oud-pen
ningmeester Ds. A. M. D o n n e r herdacht.
Maar spr. zou niet gaarne zwijgen
>ver al die onbekende soldaten, de broe-
lers en zusters die met groote trouw
hun gaven hebben geofferd, hun liefde
hebben betoond, hun meeleven hebben
bewezen, hun gebeden hebben opgezon
den, hun toegenegenheid hebben be
waard,
en daardoor het mogelijk maakten, dat de
arbeid aan de Hoogeschool, de wetenschap
pelijke arbeid, vrijelijk kon geschieden en
voorspoedig kon voortgaan, en de Kerken
haar stichting zonder zorg mochten in
stand houden, Gode tot eer.
Dit zegt spr. met innige dankbaarheid, als
hij ziet naar andere landen, waar onder ge
bondenheid trouwe Evangeliedienaren zuci-
ten. Temidden van zoovele woelingen heeft
God de School gespaard en mag de arbeid
zonder eenigo stoornis voortgaan.
Toch. de taak wordt zwaar: wij komm
niet slechts met de belijdenis van de Schrift-
autoriteit,
maar met beel onze gereformeerde we
tenschap in 't isolement te staan tegen
over de levensfilosofie en de existentie
wetenschap en de theologie van den
verren God en het verre Woord.
Wij moeten bijna alleen ons patrimonium
verdedigen, en wij zien alles, wat niet on
voorwaardelijk buigt voor het Woord Gods
van ons afglijden en tegen ons zich stei-
len. Dit alles verzwaart ook de studietaak
der studenten, en vraagt bovenal het ge
bed.
Maar ook: de gaven. Toen aan spr. on
langs een Herv broeder vroeg of wij op den
duur onze Hoogescholen in stand konden
houden heeft hij hem geantwoord:
„Weet ge, wat Ds. Donner altijd zei,
als ik hem vroeg naar de inkomsten?
dit: broeder Dijk, als we maar even de
klok luiden zet de liefde alle deuren
open".
En daarom heeft spr. alle vertrouwen, dat.
het aan de aanwezige en de afwezige vrien
den der School niet zal liggen, of de weten
schappelijke arbeid kan voortgaan, en God
geve ons hier in Kampen, in hartelijke
samenwerking met onze Vrije
Universiteit den Heere te dienen op
het erf der wetenschap tot de opleiding van
dienaren des Woords, in getrouwheid aan
de gereformeerde belijdenis.
Referaat Dr. H. N. Ridderbos
Als tweede spreker was in de morgenver
gadering aan het woord Dr H. N. R i d d e r-
b o s van Eefde met het onderwerp:
„Jezus' geboden en de samenleving"
De vraag, welke spreker wil bezien, ls:
hoe men in 't leven der wereld (waarmede
Jezus' geboden geen rekening schijnen te
houden) deze kan nakomen
Zoo wijst hij op het gebod aan den rijken
jongeling: alles verloochenen, op de berg
rede e.d. Uit de vele interpretaties van de
geboden in Matth. 5 2148 wordt slechts
met een enkel woord het radicalisme van
Tolstoi e.a. gememoreerd, volgens wie de
concrete geboden des Heeren (inzonderheid
die der bergrede) den grondslag zouden
moeten vormen van een nieuwe samen
leving. Dit radicalisme is echter reeds daar
om niet te aanvaarden, omdat het niet in
overeenstemming te brengen is met het
doorgaande beeld, dat de Evangeliën van
bet verkeer van Jezus en zijn discipelen in
de samenleving geven Dat droeg noch een
ascetisch, noch een revolutionair karakter
Toch bleef men de Kerk betichten, dat zij
Jezus' geboden voor de samenleving liet
liggen. De oplossing van het vraagstuk kan
niet liggen in 't dualisme, dat Jezus' gebo
den boven, naast of tegenover de samen
leving stelt (Rome, Luther, Dialect. Theolo
gie). Jezus wil in zijn geboden naar de tel
kens herhaalde betuiging, niet anders dan
de wet vervullen en de geldigheidssfeer van
wet en profeten is niet beperkt, noch ook
bestaat in die wet Gods een dualisme tus-
schen raadgevingen en voorschriften, per
soonlijke en ambts moraal, Gebot und Or.l
nung. Ook de opvatting, als zouden die ge
boden alleen gelden voor de geloovigen ou
derling, is niet te aanvaarden.
De strekking dezer geboden is onbe-
peikt. Maar het blijven voorbeel
den. De wet en de profeten hebben een
samengesteld en inhoud; zij
eischen van iederen mensch in iedere
situatie niet hetzelfde.
De handhaving der instellingen, voor de
samenleving gegeven, is niet in strijd met
de gerechtigheid, welke Jezus predikt. De
discipelen hebben er 'n p o s i t i e f-c r i t i-
s c h e taak te verrichten. Aanvaarding van
die taak is niet burgerlijk, maar Christelijk.
Het is niet genoeg, om vanuit de eschato
logie het oordeel uit te roepen over deze
aardsch-tijdelijke samenleving, maar het is
veelmeer noodig
aan een Christelijke actie mede te wer
ken, die binnen het kader van deze
aardsche bedeeling, in dien positief-cri-
tischen geest wil werkzaam zijn, op den
grondslag van den geopenbaarden wil
Gods.
De invloed van de kinderen des ko-
ninkrijks op de samenleving, zoo besluit
spr., is dan ook niet vernieuwend, in den
zin van herscheppend, maar conserveerend
in den zin van bederfwerend: gij zijt het
zout der aarde. Zoo ontvangt des Christens
positieve taak het karakter van geloofsgc-
hoorzaa mheid.
Middagvergadering
Als eerste spreker in de middagvergade
ring trad op Dr J. Schelhaas, van Tzum-
marum, met het onderwerp:
De Kerk des Heeren en de
afgebeden arbeiders in Zijn oogst
Vooropstellende, dat de wachtende candi-
daten van thans afgebeden arbeiders
zijn, acht spr. het een verontrustende
en vernederende aanklacht tegen de
Kerk des Heeren,.dat de Heere velen geeft,
'terwijl de Kerk hen niet aan het werk stelt
en zoo Gods goede gave renteloos laat
liggen. Dit is 'n teeken van ingezonkenheid
en oververzadigdheid, verslapping en ver-
uitwendiging in een Kerk, die overigens zoo
groote offers brengt voor eigen dienst, armen,
Zending, stichtingen van Hooger Onderwijs
en van barmhartigheid.
Hoewel het niet in den kerkdijken weg
werkt, noemt spr. hier met eere het comité
G r o s h e i d e—S c h o u t e n, dat den nood
tracht te lenigen. De Kerk echter moot
zelf tot daden komen en dat Comité over
bodig maken.
De heiligheid van het ambt
De eerste eisch is: dat het ambt heilig
worde gehouden. Candidaten tot den Heili
gen Dienst mogen niet achteloos en onwaar
dig door kerkeraden behandeld wor
den. Spr. waarschuwt tegen het laten optre
den van reeks na reeks candidaten zonder
tot beroeping over te gaan uit vrees, dat
men nog den meest weisprekenden prediker
niet heeft gehoord; tegen het voorbijgaan
van den hulpprediker in een candddaten-
plaats. als zijn hulppredikerschap wordt op
geheven, omdat_tot beroeping kan worden
overgegaan: koriom tegen alle vleeschelijk-
heid in het beroepingstyerk.
Maar ook de candidaten zelf kun
nen het ambt ontheiligen, wanneer zij bijv.
positie en huwelijk hooger stellen dan de
heiligheid van het ambt.
Wat de Kerk betreft het preek-
lezen moet, behoudens uitzonderingen,
een einde nemen. Men stelle bij afwe
zigheid van den predikant de candi
daten voorop Spr. beveelt aan een
apart fonds voor bijzondere
diensten,
Het 1000 zielen-plan
Een zeer belangrijk nniidei ter verwer
king van den overvloed is de uitvoering van
h e t 1000 ziel e n-p 1 a n. Er zijn 70 kerken
met één predikant en ©en zielental, dat de
1100 te boven €n dikwijls ver te boven gaat;
17 kerken met twee predikanten en een zie
lental verre boven de 2200; 13 kerken met
drie ipredikanten en een zielental boven de
3300 7 kerken niet vier predikanten en ecu
zielental boven de 4100, enkele met pl.m.
2000 zielen per predikant.
Zou dus geen predikant meer dan 1000
zielen onder zijn hoede hebben, dan z'
er veel meer dan 100 predikant
noodig ter bezetting van dc alsdan
slichte predikantsplaatsen.
Spr. toont met sterk sprekende voorbeel
den aan, dat de ambtelijke arbeid niet naar
behooren kan geschieden bij meer dan 1000
zielen voor één predikant.
Voorts stelt hij de vraag: mag de herder
lijke zorg verwaarloosd worden om
financiën? Kleine gemeenten bewijzen,
dat de financieele draagkracht voor het
1000 zielen-plan niet ontbreekt. Om de hier
toe noodige offervaardigheid op te wekken,
moet de massaliteit worden gebro
ken door kerksplitsing.
Verder doet zich gevoelen het gemis aan
intensieve bewerking der gemeen
teleden, gevolg veelal van het veel te druk
hebben met de bezuiniging. Spaarzamelijk
zaaien zal ook hier spaarzamelijk maaien
tot gevolg hebben.
Vervolgens bespreekt Dr Schelhaas de
zware schuldenlast van menige kerk.
Men bouwe geen fraaie, dure kerken op
schuld; vrage de gemeente om een nood-
offer tot aflossing van de schuld.
Ten slotte doet spr ook een beroep op de
meerdere vergaderingen en wijst
op Evangelisatie en Zending, die om werk
krachten vragen. En eindelijk wijst hij op
den troost, die er voor de candidaten, die
ook in beproeving trouw blijven, ligt in de
gelijkenis van de arbeiders op versénillende
uren gehuurd, die toch allen éénzelfde be
looning ontvingen. Gods werk gaat door ook
bij nalatigheid van menschen. Maar de kerk
bidde en werke en grijpe alle middelen aan
De velden zijn wit om te oogster
„De droeve candidatennood
Drukt zwaar en is ontzaglijk groot.
De Kerk des Heeren is in nood.
Gebruikt de gaven, die God geeft!
Weest toch niet aan het stof verkleefd!
God zegent elk, die voor Hem leeft.
De kerk, die meer dan duizend zielen telt,
Zij op een tweeden predikant gesteld.
En splitse ook het arbeidsveld".
Houd dat gij hebt
Met een opwekkend woord, tevens slot
rede, heeft Ds. B A. Bos van Assen, den
Schooldag besloten. Hij sprak daarbij over
de woorden „Houd dat gij hebt", en herin
nerde aan de 50 jaren geleden te Assen ge
houden Synode der Chr. Geref. Kerk. Toen
is voor het eerst de vereeniging tusschen de
Kerken van 1834 en die van 1886 officieel
ter sprake gekomen, en daarbij ook de Theo
logische School. Zij is en blijft van het aller
grootste belang voor het welwezen der Ker
ken. Sinds 1834 is de opleiding tot het leer"
aarsambt door de Kerk als een beginsel
gevoeld De Kerk kan niet zonder theologie,
zij moet de volle zeggenschap hebben en
houden over de opleiding van haar Diena
ren des Woords.
Het is ook om dezen grondslag, dat de
Chr. Geref. Kerk bij de pogingen tot ver
eeniging met de Nederl. Geref. Kerken,
staande hield.
dat in geen geval het beginsel werd
prijsgegeven, dat de Kerk haar eigene
inrichting tot opleiding htjrer leeraren
zou hebben (acta syn. 1888 art. 68).
Toen werd dit geen beginsel, maar
werd besloten het geldende beginsel niet
los te laten.
Dit heeft de Kerk ook niet gedaan, hoe
veel pogingen daartoe in het werk zijn ge
steld.
Eindelijk sprak de derde voorloopige Sy
node der Nederl Geref. Kerken in 1891 uit
genoegen Ie nemen met de uitspraak van
Leeuwarden 1891 en was op dit punt alle
zwarigheid, welke de vereeniging in den
weg stond, weggeruimd.
Niet omdat de Geref. Kerken niet te den
ken zouden zijn zonder Theol. Hoogeschool,
maar omdat het handhaven van de eigen
inrichting alleen de absolute waar-
g geeft voor de zuiverheid van Theoi.
Onderwijs, moet dat beginsel gehandhaafd
blijven.
Dit beginsel, zoo besluit spr brengt mee:
le. Dat we vee! bidden voor onze School.
Het is de Hoogeschool onzer Kerken, die
recht heeft op ons gebed Het gaa; om de
vorming van de Ambassadeurs voor den Ko
ning der Kerk
2e. Dat er veel geofferd moet worden, voor
het eigen kind der Kerken. Het mag aan
niets gebrek hebben. Dat zou haar verdere
ontwikkeling kunnen tegenstaan.
3e. Dat er rekening gehouden wordt met
den tijd waarin we leven. In dezen tijd
wordt er zeer geel van de Dienaren d->s
Woords gevraagd. Ze moeten paraat zijn
om de waarheid met name te verdedigen
tegenover allerlei wind van leer
Prof. Dr K. DIJK.
rector Theologische Hoogeschool
Het is de vraag of onze Kerken
tegenwoordig verantwoord zijn, met van
haar Dienaren des Woords alleen te
eischen dat zij c a n d i d a a t zijn in de
Theologie, en of het niet de tijd wordt
dat de Kerken zich gaan bezinnen over
het vereischt stellen van een docto
raal examen.
Tweede Kamer
We kunnen haar niet missen Verlenging met vijf
jaar Verhooging is bedenkelijk Technische wij
zigingen en vrijstellingen Enquête Oss
Overzicht
Vergadering van 15 Juni 1938
Het voorstel tot wijziging der Omzet
belasting, dat vandaag de belangstel
ling der Kamer had, is van technischen
aard.
Allereerst wordt voorgesteld, deze belas
ting, waarvan de levensduur beperkt
was tot 1 Januari 1939, te bestendigen
tot 1 Januari 1944. De inkomsten van
deze heffing zijn voorloopig voor
's lands financiën onontbeerlijk.
Daarnaast wordt echter ook aandacht ge
schonken aan een aantal zuiver technische
correcties, waarvan in de practijk de nood
zakelijkheid gebleken is.
Van de voorgestelde herziening wordt
voor 's lands kas een bate van enkele mil
lioenen verwacht. Nauwkeurig te schatten
is het bedrag niet, maar het op 7Vfc mil
lioen stellende, blijft men vermoedelijk niet
zoo heel ver van de werkelijkheid.
Een dozijn redevoeringen zijn in eersten
termijn over het ontwerp gehouden.
Een mooie, prettige belasting vindt
niemand de omzetbelasting. Zelfs de
minister niet, al brengt ze hem plus
minus 75 millioen in het laatje. Men
kan echter dit bedrag voorshands niet
missen en ook niet zoo gemakkelijk
vervangen door iets anders.
Zij, die geen politieke verantwoordelijk
heid dragen, zooals de zich volstrekt af
wijzend stellende heeren Kersten, van
Houten, de Visser en de N.S.B.-ers,
mogen daar anders over denken, zulk
een opvatting is echter aan allen werke
lijkheidszin gespeend. Men kan haar poli
tiek niet serieus nemen en het heeft wei
nig zin om er ernstig op in te gaan. Te
minder omdat sommige beweringen van
dergelijke sprekers met de waarheid nogal
eens op gespannen voet staan.
Dat we voorloopig de Omzetbelasting
waarvan het stelsel in het debat niet is
aangevochten, zullen moeten handhaven,
werd buiten het viertal der negatie, dat we
noemden, vrijwel door alle sprekers aange
nomen. Zeer positief was op dit punt de
heer W a g e n a a r. Zelfs de heer v. d.
Heuvel, die sprak van een slechte belas
ting en de heer Bierema, die de kwa
lificatie „verderfelijk" gebruikte, legden er
zich dan ook bij neer. Meer dan een der
sprekers verklaarde bij voorbaat te begrij
pen, dat we er ook over vijf jaar nog wel
niet af zouden komen. Vermoedelijk is dit
niet onjuist gezien.
Over de uit de technische herziening
voortvloeiende verhoogde bate bleek vrij
wel niemand enthousiast. Maar ja, die mil-
lioentjes konden bezwaarlijk worden afge
wezen, nu men de meeste verschillende
technische wijzigingen als verbeteringeh
wilde accepteeren.
Daar moest het echter bij blijven, meen
den verschillende sprekers. Vrij algemeen
stelden ze zich afwijzend tegenover de ge
dachte om in de toekomst waarover wel
eens gesproken is het heffingspercentage
te verhoogen van 4 op 5. We spreken
elkaar daarover nog wel eens nader.
Minister de Wilde heeft deze contro-
vers op den laten middag spoedig uit de
wereld geholpen. Hij wees er op, dat van
een do-ut-des-beleid geen sprake is. De des
betreffende passage in de Memorie van
Antwoord dient in het juiste verband te
worden opgevat. En dat is dit: het wijzi-
gingsontwerp hangt samen met den toe
stand van de schatkist. Eveneens de vrij
stellingen. Die moeten worden bezien bin
nen het raam van financieele mogelijk
heden. De minister zou alles wel willen
vrijstellen. Maar dat gaat niet. Het spreekt
echter van zelf, dat bij een verhooging met
1 pet, die 18 19 millioen zou opbrengen,
iets gemakkelijker plooien glad te strij
ken zijn dan op het oogenblik het geval is.
Men moge de zaak zelf niet willen, de
redeneering is in ieder geval plausibel.
Bij aanvaarding van de technische her
zieningen vormden de vrijstellingen, welke
zij bij voorkeur thans geregeld wenschten
te zien voor de meeste sprekers het punt,
waarop vooral de aandacht werd samenge
trokken.
Het teveel perfect ioneeren van de wet
had voor den heer W a g e n a a r, die ove
rigens de een niet onbelangrijk bedrag op
brengende correcties als een soort verhoog
den belastingdruk zag, niet onbelangrijke
schaduwzijden. De regelen voor het belas
ten van eigen gebruik b.v. zullen allerlei
kunstmatige constructies uitlokken
einde tot een basis voor do heffing der be
lasting te komen.
De wetgever, zoo waarschuwde hij, moet
ook bedenken, dat er op het gebied van de
belastingtechniek grenzen zijn, die niet on-
gestraU—kunnen worden overschreden.
Minister de Wilde, die zijn rede slechts
begon, zal na rustig overdenken vandaag
zijn dozijn opponenten beantwoorden.
Z.h.s. heeft de Kamer besloten het en
quête-voorstel van den heer Wendelaar
inzake Oss aan de agenda toe te voegen.
het af. dat kleinfabrlkai
en handels?
De Minist
etbclasting
«uindvleesch-om-
i den accijns. Dit
verlenging van het ontwerp
orden aangevraagd. Het stelsel der
in 1933 blijkt
i nadrukkelijk gecc
-ziening breni
betreffende eigen gel
ing doen toenemen. Oo
.vitzlelng zal de omzetb
bedriifslevei
minder belemmer
Spr.
icht
tetbelas
De heer KERSTEN (s.g.p.) merkt op dal
mzetbelasting feitelijk op een mislukkin
itgeloopen. Het is een zakelijke belasting
et bedrijf ten nadeele van den mlddenst.
pr. sluit zich aan bij de adressen welke
telling vragen voor vleesch, fruit, zuivel,
ïring
bezi
VOORZITTER kan dat woord niet toela-
heer KERSTEN: onbetrouwbaren Volken-
De heer BIEREMA (Liberaal) Juicht
technische herzlenin toe. Spreker heeft
indruk dat verbeterlrgen zijn aangebi
Doch spr. betreurt, dat landbouwmachine!
verlichting voor het kleinbedrijf geen spra
ztjn.
De heer VAN DEN HEUVEL (a-r.) Is
tegen verlenging van de omzetbelasting
Het ware beter, haar opbrengst te vinden
lUdiging der heffin
allerlei vrtistellin-
>.ar belast, fruit en
e levensbehoeften.
ningf houdend met draagkracht, de
hoofdzakelijk bij kleinen middenst
en arbeider. Spr. is tegen verlengl
en voor algeheele afschaffing der
ting, doch ook voor de amendemen'
De heer VAN HOUTEN' (chr.-den
:akelljke bedrtifsbelai
saak had do>
Verslag
de algemeen© wet van
ANDRIESSEN (r.-k.)
op de groote ge2
:al vrijstellingen.
.-d.) kan de bei
mtee'ianaanhde
lalde artikelen
Doch de kw
irtikel thee.
leze technische herziening moe
vrijstellingen worden gegev<
lanzien van bokking. Voorts
De heer BACHG (r.k.
uister wat betreft de
i_op binnenlandsche product
Kleinhandel
ing van de las-
g altijd be-
■bedrtff hebbei
lichting van den druk.
yarne eenige nadere inlichtingen
i het kleinbedrijf.
THUIS (v.-
rschillende
rschll-
m het
ogelijk
kleinbedrijf i
toestand dei
rede hier af c
verdaagd tot
BINNENLAND
Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond
Dezer dagen kwam de groepsraad Rijks
waterstaatspersoneel te Utrecht, jijeen
onder presidium van den heer W. Braak-
h e k k e, die de vergadering op de gebrul-»
kelijke wijze opende en mede welkom heette
den 2den Secretaris van den Bond, den heer
J. Gnote. In zijn openingswoord herinner
de de voorzitter aan de herbenoeming van de
leden en heette den nieuwgekozene, den heer
S poe lstra, van IJmuiden. hartelijk wel
kom. Spr. gaf daarna een overzicht van het
geen in het belang van het waferstaatsper-
soneel in den afgeloopen tijd werd gedaan?
Bij de functieverdeeling werden de heeren
W. Braakhekke en H. J. Boterman,
respectievelijk als voorzitter en secretaris
herkozen. De secretaris gaf een breedvoerig
overzicht van het jaar 1937 en memoreerde
het zifting-verkregen hebben in de bijzon
dere commissie voor georganiseerd overleg?
Ook de groei neemt regelmatig toe.
Na tal van interne aangelegenheden be
sproken en afgedaan te hebben wordt beslo
ten het hoofdbestuur te adviseeren in Octo
ber een algemeene vergadering van de
groep Waterstaatspersoneel te doen houden'
in Deventer. De heer J. Goote verklaart zioli
bereid alsdan te refereeren over het onder
werp: Welke wenschen leven er onder het
rijkswaters taatepersoneel.
Gisteren werd te Pernis de landdag gehouden pan den B.V.L.. De autoriteiten die
dezen landdag bijwoonden. V.l.n.r. Reserve Generaal H. de longh: Z.Exc. Minister
van Boeien: Llit-generaal Baron van Voorst tot Voorst (Commandant van h-
veldleger) en Luit.-generaal tit. L. F.. Duymaet van Twist.