De Electriciteitsvoorziening
DE ELZENBER
Concessiestelsel, Koppelsysteem
Productiebedrijven en Tarieven
N.S.B. neemt een vrije dag
D E V EO
tfÉïif
G.RvanderBEEIV?
tej fi irpjjjs
INI1
8 ZATERDAG 11 JUNI 1938
DERDE BLAD PAG. 9
Tweede Kamer
Overzicht
De Kamer heeft een begin gemaakt
met de behandeling van het wetsont-
werp Algemcene Regelen ter zake van
de electriciteitsvoorziening.
Dat is een merkwaardig feit.
Want de regeling der electriciteitsvoor'.ie-
riing is in 0110 land wel reeds vele jaren aan
de orde, maar wetsontwerpen hebben het
nog nooit verder dan tot commissoriale be
spreking kunnen brengen.
Teruggezien kon op meer dan
tc poging om op dit sebied een
te brengen liet laatst, in 19J"2.
ontwerp \an wet van minis
In Februari 19H7 vatte minis'er v. Lidth de
Jende weer moed en ondernam een nieuwe
poging, hoofdzakelijk in den geest van het
ontwerp van 1928.
Dit nieuwe ontwerp gaf liet aanzijn aan
niet minder dan vijf nota's van wijzigingen,
waarvan minister v. Buureri er drie op zijn
naam beeft staan. Er is dus heel wat noodig
geweest om te koinen tot oen ontwerp, dat
in de Kamer ccnige kans van slagen bad.
Het thans in behandeling zijnde
gaat uit van
mogelijkheid van toezicht op tarieven en
fisecrinc van vvinslcn. streeft naar RiMlnr
veiligheid ten aanzien van gebruikte mate
rialen en is voorts bedacht op bevordering
van samenwerking tusschcn «Ie verschillen
de electriciteitsbedrijven door middel van
Jict koppelsysteem.
Voorts wordt de instelling van een elcc-
triciteitsraad in uitzicht gesteld.
De bepalingen op de verschillende voor
name punten zijn vrij algemeen gehouden
zoodat nog heel wat nader geregeld moet
worden, t«n einde tot meer eenheid te Ko
men in een groote zaak, waarbij in menig
opzicht tegenstrijdige belangen zich voor-
isiestelsel, opent de
Dat. c
as begrijpen.
neenineen dientengevolge ook van
.'scheidenheid blijk gaven, valt te
au staats-electriciteitsbedrijf
er; representeerde a! dadelijk een zeker uiterste
at' liet ging hem aan het hart, dat niet een
jif* Vuvchtige stap is gedaan in de richting van
>eI het koppelsysteem waarbij een eigen net
ny, past. Als echter deze efficient werkende kop-
iel3 peling maar centraal geregeld wordt, is de
lieer v. d Waerdcn ook wel bereid de prc-
v* yinciale centrales zelfstandig te doen blijven
Dat niet krachtig voortschrijden op den
?n3 weg «lor eenheid, op den weg naar een
it|« „elèctrisch Nederland", maakte de stemming
ar! van den heer v. d. Waerden lauw. Intus-
ret" si hen wilde, hij het reeds als een verdienste
abj zien, dat het ontwerp aan het 7. i- betere niet
in den weg staat. Overigens zag hij als goc
u 1 de zijden er van het concessioneeren van de
productiebedrijven in de groote steden en de
i mogelijkheid van rijksvoorschriften ten aan
zien van deugdelijkheid veiligheid en doel
md, matigheid van clectricïteitswerken.
i De konpeling vond ook in oud-minister v.
L i d t li 'd. e J e u d e een krachtig verdediger,
de minister was hem op dit punt te weinig
beslist. Ook de hoeren E b e I s en P o s t h u-
2; m a hadden op d-t punt gaarne stringente:
aw» bc oalingen gezien.
De heer B o n g a e r t s, die aan 't slot van
irsj don middag zorgde voor zoo iets als een
st* voorloopige "verdediging van het wetsont-
Buikgordels, soepel en gemakkelijk
Goed waschbaar
Mleen-verkoopi
Wester-Apotheek
Deveo-Depöt
F3. C. ROOSGfl Zn. Lild"'i^eTeLe376
rp, betreurde het dat reeds niet vee! eer
dep tot een koppelsystcem was overgegaan.
.vas intusschen bereid mtt het op dit
punt soepe|e stelsel van den minister mee
raau. omdat het in ieder geval in de
goede richting gaat.
De bepalingen omtrent de
keuringsvoorschriften
onden vrij algemcene instemming.
Wcnsc.hte op dit PU"t de heer v. Lidth de
Jeude absolute zeggenschap van het Rijk,
de lieer S vveens drong aan op invloed Jci
industrieelc organisatie.
Ook de in te stellen
Electriciteitsraad
een adviseerend college, vond geen bestrij
ding. W'ej drongen o.a. de heeron v J Waer
den en Bongaerts er op aan dit instituut om
tc zetten in een Energieraad.
Zeer ongunstig bleek het oordeel van den
heer Rutgers van Rozenburg over
hel ontwerp. I-lij noemde liet eenvoudig een
lappendeken
zonder concreten inhoud, maar met vrijwel
een blanco-volmacht voor den minister. De:c
zal beschikken over leven on dood van alio
bed rij yl'11. Intrekken leek hem eigenlijk het
beste.
Deze zelfde spreker had er evenals ric
lieer v d. Waerden op gewezen, dat
wil men eenheid en goedkoope energie dc
gemeentelijke centrales
niet huiten de wet mogen worden gohouclon
Zeer radicaal op dit .ount toonde zich ouk
de heer v. d. W e y d e n. die een stevige plii-
lippica hield tegen de electriciteitsbedrijven
der grootc steden l eiden scheen hij spe
ciaal op liet oog te hebben die zich nan
allerlei excessen ten amrien van het platte
land zouden schuldig maken. Hij citeerdi
o.a een geval, dat een buitengemeente mee
dan tienmaal zooveel betaalde voor eei
eenheid als een groot-winkelbedrijf in Lei
den.
Van een concessiestelsel met ^besnoeiing
der winsten van electriciteitsbedrijven w
echter de heer Bot ter weg eigenlijk hen-
lemaal niets weten. Het verdient, meent hij,
geen aanbeveling en het is zeer bezwaarlijk
Ook de heer v Lidth de Jeude, die de
vrijheid wcnschte te zien gehandhaafd
provinciale verordeningen te maken,
zooveel betreft punten, waarin dc wet
voorziet, achtte de winstfixaties weinig fraai
en geenszins doelmalig. Het zelfde stand
punt werd ingenomen door de hecrori
Ehcls en Sweens.
Waarom, worden, zoo luidde hun vraag
ten aanzien van gas en water ook niet dei-
gelijke bepalingen gemaakt?
I-Iun volmaakte tegenvoeter bleek de heer
Posthuma. Deze gunde de bedrijven
geen cent winst. Met dit sinds lang ver
ouderde standpunt, waarop ook eens de soc.
het verslag opgenomen te krijgen. Omdat
dcm. stonden, zal hij in de Kamer vrijwel
m eenling zijn.
Gematigder oordeelde weer de heer Bon-
aerts. Hij merkte op, dat de schattingen
omtrent «Ie winsten der productiebedrijven
iiloopcn en tusschcn 40 en 70 millioen
zich bewegen. Welnu..dit cijfer moet in het
ig van bevordering van het gebruik
electricileit, met name ook ten platie-
landc, en met het oog op een zeer gewenscii-
erlaging van vaste lasten, niet onaan
tastbaar geacht worden. Zeker behoeft liet
.int te stijgen.
Volgende week Dinsdag wordt het debat
'oortgezet.
De N.S.B. heeft weer eens voor een ver-
akelijke noot in het debat gezorgd.
Hun comediespelletje was ais volgt gc-
isceneerd:
De Kamer besloot indertijd, mede op voor-
el van den heer de Marchant et d'A n-
e m b o tl r g, de derde nota van w ij-
i gi n gen in de ufdcelingen te onder
teken.
Toen dat onderzoek plaats had. werd van
N.S B.-zijde gepoogd over de electriciteits-
oorzicning ten principale opmerkingen in
Gisteren werd het 75-
jarig bestaan van de
wcesinrichting ..Neer
bosch" feestelijk her
dacht. en werd in de
kapel een herdenkings
bijeenkomst gehouden.
T ijdens de herden
kingsrede. welke werd
uitgesproken door Ir
A. de Graaf, inspec
teur van den Centra-
len Bond voor Chr
Philantropische In
richtingen. Op de eer
ste rij van links naar
rechts: de vice-voorz.
Ds B. ten Kate. Z.Exc.
Minister C. M. F.
Goseling. de burge
meester v. Nijmegen J.
A. H. Steinweg. daar
naast twee wethouders
achter dezen de vroe
gere directeur van
„Neerbosch"
Ds Schrijver en zijn
echtgcncote.
Bij Examens en Openbaar Optreden, Gejaagdheid, Onrust en Zenuwachtigheid,
gebruike men de Zenuwstillende Mijnhardt's Zenuwtabletten. Buisje 40 en 75 ct.
deze kwestie niet aan de orde was, heeft dc
commissie van voorbereiding deze beschou
wingen c-r niet in verwerkt. De heer de Mar
chant et d'Ansembourg had om die reden
het verslag niet willen teekenen en ver
klaarde nu. dat bij wijze van protest z:\n
vrienden waren weggebleven en ook hij z~-.it
aan de behandeling van het ontwerp geen
deel zou nemen. Hij achtte die behandeling
zelfs onwettig.
Wc gunnen den'bruine heeren hun extra-
vrijen dag van harte, ook al is die een ge
volg van staatsrechtelijk onverstand. Want
de commissie handelde slechts overeenkom
stig bet reglement van Orde der Kanier. Wet
is dat in geen geval.
Het gebeurde werd nog belachelijker toen'
de heer Bongaerts het verloop van za
ken meedeelde en bovendien vertelde, dat
in con brief ter motiveering van de gewei
gerde handtekening, gesproken werd van
een protest, dat t«*r zake aan de beslissing
der commissie reeds binnenskamers zou z:ju
geuit.
Daar heeft niemand iets van gemerkt,
lichtte de boer Bongaerts in. Over het (puni
in kwestie is rustig gesproken. Zonder iers
te zeggen, zonder een hand te geven is de
heer de Marchant c\cn later weggegaan. We
hebben op hem gewacht mecncnde, dat
hij naar een andere („zekere") plaats was,
maar we hebben hem niet meer teruggezien
Men doet het beste over deze vertooning
eens hartelijk te lachen en zich te verwon
deren, dat het onderscheidingsvermogen de
zer heeren zoo miniem is.
Kinderen in de politiek zijn het, maar
meesters in politieke dwaasheden.
Verslag
De nieuw gekozen Senaat van het Studentencorps der Theologische Hoogeschool te
Kampen, gereed zijn opwachting te maken bij het gemeentebestuur
Belangrijke veranderingen
wikkeling; in ons land
hoog'e vlucht nemen.
!pr. vraagt zich af. hoe het zou worden
ook ten opzichte van gas- en water-
jrzlcning in ons land de weg: van dit
tsontwerp werd in&eslagren, Het tarieven
iagst.uk behoeft niet bü een wet als deze
worden gereg:eld.
ls niet van oordeel, dat de electrlcitelts-
een monopolistische positie
DOCH Ua.
U het feuilleton „Hun Geluksland" ten einde ïs, zullen
vele lezers ongetwijfeld met spanning uitzien naar het
nieuwe vervolgverhaal, dat zij straks in hun dagblad zullen
aantreffen.
Het doet ons daarom groot genoegen te kunnen meedeelen,
dat ook ons nieuwe feuilleton waarvan men den titel hier
boven vindt -- weer een vlot en boeiend geschreven verhaal
is. dat van meet af zijn lezers zal vast houden.
Menschen uit den polder worden er ons in geteekend, en reeds
in 't eerste hoofdstuk blijkt de auteur te beschikken over een
plastiek, die voor 't schrijven van zulk een streekroman een
eerste vereischte is.
De stugge boer Jan Donkerstal zien we vóór ons en aan
stonds leven we mee in den strijd, die zijn berekenende tac
tiek bij Gijs en Stijn twee hoofdpersonen van 't verhaal
wakker roept.
Die spanning, die tragiek werkt in *t heele verhaal en leeft
tenslotte weer vol en fel op in Tinus, den zoon van Gijs
en Stijn.
Dat de schrijver de gesprekken in dialect geeft, maakt 't ver
haal nog warmer en rijker. Onze gewone taal zou niet bij
machte zijn zóó de zielsworsteling van de zwoegende en
vaak struikelende menschen uit den polder weer te geven.
De beste karakteristiek van ons nieuwe feuilleton waarvan
de lezing de beste aanbeveling zal blijken te zijn is wel
licht het woord van Thomas a Kempis, dat de auteur als
motto op 't titelblad schreef: „Indien Gij wilt. dat ik in duis
ternis ben, wees geprezen: en indien Gij wilt, dat ik ben in
het licht, wees nogmaals geprezen".
(117, Slot)
Maar mijn arm meiske, je hebt verdriet. Dat in de eer
ste plaats heeft mijn dag zwaar gemaakt, dat heeft me al
lang gekweld. Ik heb het gevoeld de laatste maanden, al
zei je het niet, ik heb het gezien in je oogen. Kindje, ik
heb zoo voor je gebeden. Op eersten Kerstdag meende ik,
dat mijn gebed was verhoord, maar op tweeden Kerstdag
wist ik, dat het niet zoo was. Mijn arm. arm meiske!
Ik heb mezelf zooveel te verwijten. Ik had beter naar
moeder moeten luisteren. Ik heb altijd gedacht, dat de
weg, dien ik voor »e koos, de beste was, maar moeder had
het beter met je voor. Je kunt niet begrijpen, hoe ik heb
geleden, toen ik ging begrijpen, dat je niet gelukkig was.
O, Willeke, ik ben bijna in opstand gekomen. God heeft
er me voor bewaard. Hem den dank daarvoor.
Morgen wil je me vertellen, wat je deert. Het is toch
misschien weer heel anders, dan ik het me voorstel. Ik
wéét het niet, maar dat weet ik: je bent in Gods hand en
Hij zal niets over je brengen, wat schadelijk voor je is.
Weet je, Willy, onze smart komt zoo vaak voort uit wat
we misdreven. Het zijn niet enkel onze eerste ouders ge
weest, die grepen naar de verboden vrucht, wijzelf doen het
telkens, en we zijn soms zoo onwillig, om de gevolgen te
dragen. Wat ik de laatste weken heb doorgemaakt en ook
vandaag, Willy, dat is mijn vagevuur geweest. Mijn
daden herleefden, door wroeging werd ik verteerd, ik wou
herstellen, wat onherstelbaar was, ik ben door zeeën van
wanhoop gegaan. Het is voorbij. Ik dank God, dat Hij mij
mijn zonden heeft doen zien. Ik weet ze vergeven, alle
maal, uitgewischt door Christus' bloed. Spoedig zal ik voor
eeuwig thuis zijn. Treur dan niet om me. Ik verlang zoo.
Maar jij, mijn kind. jij moet het leven nog dóór. Ook jij
zult in de engte worden gedreven, ook over jou zal be
nauwdheid komen. Ontvlied die niet. Je oude vader ver
zekert het je: er komt een tijd, dat je dankt voor het lijden.
Weet je, wat ons ongeluk is? We willen naar de kroon
grijpen, zonder het kruis te dragen. Dat heeft de Heiland
niét gedaan, dat gedoogt Hij ook niet in de zijnen. Je weet,
hoe Hij zegt: „Wie zijn kruis niet draagt en Mij navolgt,
die kan Mijn discipel niet zijn". Zijn discipel, dat is Zijn
leerling, dat is ook Zijn medebouwer aan den tempel Gods.
Om nu eens even héél persoonlijk te zijn, Willy: Je man
heeft nog geen deel aan het Koninkrijk der Hemelen. Je
bidt voor hem, je praat met hem, het helpt niet. Zou de
Heere het dan misschien anders willen? Zou jouw gewil
lig en blijmoedig kruisdragen noodig zijn, om hem te trek
ken? Wie weet!
Wat heeft het me bitter gestemd, toen ik merkte, dat je
een kruis te dragen had! Ik meende zoo zeker, dat je het
geluksland was binnen gegaan.
Het geluksland! Dat zoeken we allemaal. Moeder zocht
het hare, ik het mijne, jij het jouwe. We mógen ons ge
luksland zoeken, als we het maar doen op de rechte
manier. Als we ons laten leiden, dan vinden we het. Als
we zelf de teugels in handen nemen, komen we er nooit.
God zij dank, dat Hij ze ons ontrukt. Het doet wel pijn,
maar het is noodig. Hij alleen weet den weg en met Hem
kómen we er, mijn kind, met Hem komen we er zeker.
Ik denk vaak, en vanavond heel in het bijzonder, aan
wat moeder zei van dit leven. Ze zei: dit is hét leven niet:
dit is slechts vóórspel. Ja, voorspel! Preludium! De melodie
is van God, de dissonanten zijn van ons. Na korter of
langer preludeeren volgt het eeuwigheidslied, waarin geen
enkele wanklank meer zal worden gehoord".
Dit alles is in vaders keurig, regelmatig schrift. Dan, met
wankele, stumperige letters volgt er;
„Kind, ik heb geslapen, geloof ik. Ik heb gedroomd. Ik
zag je moeder en in de verte was het zoo licht en dat licht
kwam nader, al grooter, al feller, ik kon er niet meer in
kijken
Rijkelijk vloeien Willy's tranen, als ze leest en herleest,
maar smartetranen zijn het niet. Een groote rust komt over
haar en een stille vreugde. Ze sluit de oogen. Ze ziet de
kamer van het ouderhuis, ze ziet de gebogen gestalte van
vader, die schrijft. Hij schrijft al langzamer, al moeilijker, hij
legt de pen neer, leunt achterover. De glimlach komt, de
glimlach van een mensch, die in open hemel schouwt. Nu
sidderen zijn oude oogen niet meer terug voor het felle licht,
want uit de gouden stralen treedt met uitgebreide armen
Jezus Christus hem tegemoet.
Vaders boodschap:
Niet naar de kroon grijpen, eer het kruis gedragen is.
De gevolgen van je daden aanvaarden.
Ze had Hans gewild, ondanks alles. Ze had geweten, dat
hij onder het oog van haar ouders slechts een rol speelde.
Wie dat in betrekking het eene kan, kan het ook in betrek
king het andere.
Zij had gemeend hem te kunnen leiden op den weg die
ten hemel voert en nu hij den weg naar de hel heeft gekozen
had ze hem willen verlaten. Hij heeft gezondigd, maar zij
ook. zij veel erger misschien.
Hij is haar ontrouw geweest. Zij bleef niet trouw aan God.
Den man, voor wien ze eenmaal gemeend had te mogen
danken, had ze willen loslaten, omdat hij niet was, zooals zij
hem zich wenschte.
Ze wil een van Jezus' discipelen zijn, ze wil in Zijn kracht-
meebouwen aan den tempel Gods, al moet het dan ook zijn
met het kruis op de schouders, met het kruis ten einde toe.
Einde? Er is geen einde. Met den laatsten toon van het
preludium valt het kruis.
Ze zoekt papier en pen. Ze schrijft, dat ze haar verzoek
tot scheiden intrekt. Ze gaat de deur uit, om het te posten. Ze
komt terug, om te wachten op Hans. Hij zal het vreemd vin-»
den, dat ze nog op is. Dat is hij niet gewoon.
Ze zal hem haar besluit zeggen. Ze zal hem vertel
len van vaders brief. Blij
zal hij zijn. héél blij. Oude
beloften zal hij met nieuwe
woorden zeggen. Het zal
haar moeilijk vallen, naar
hem te luisteren. Waar ze
hem buiten haar leven had
gebannen, zal het niet ge
makkelijk zijn, hem daarin
weer plaats te geven. Het
kruis zal zwaar zijn, zwaar
der misschien nog worden,
maar mét het kruis achter
Jezus voert tóch de weg
naar het geluksland heen.
Hun
Geluksland
door
D. Menkens v. d. Spiegel
verschijnt in boekvorm
plm. 400 Pag., gebonden
in prachtband f 2.75.
Bestellingen nu reeds op
te geven aan Uw boek
handelaar, den agent of
aan de administratie-
bureaux van dit blad.
EINDE