KLEUTERS
£i^ïg I
HET PINKSTERFEEST
KAORGEN vieren we het Pinksterfeest.
Dit is een van de mooiste feesten, want
dan denken we eraan, dat de Heere Jezus, toen
Hij zelf naar de hemel was opgevaren, de Hei
lige Geest gezonden heeft naar Zijn discipelen,
die op de aarde achtergebleven waren.
Wat zullen die discipelen zich eenzaam gevoeld
hebben, toen ze na de hemelvaart van den Heere
Jezus, naar Jeruzalem terug gingen.
Nog niet lang geleden was hun droefheid groter
geweest. Dat was, toen hun Meester gekruisigd
en begraven was. Toen hadden ze helemaal
geen hoop meer gehad. Ze waren zelfs ver
geten, dat Hij gezegd had, dat Hij zou opstaan
uit het graf en hen voorgaan naar Galilea.
Hoe verheugd waren ze geweest, toen de Heere
Jezus, na Zijn opstanding, plotseling in hun
ze de eenvoudige mensen, die daar in die kamer
bijeen zaten, in hun eigen vreemde taal hoorden
spreken. Ze zeiden tegen elkaar: „Hoe is dat
toch mogelijk; deze mannen zijn Galileërs en
wij kunnen ze allen verstaan?"
Nee, ze begrepen er niets van.
Er waren ook spotters. Zij wilden de discipelen
belachelijk maken en zeiden, dat ze dronken
waren.
Toen stond de vurige Petrus op. De Heilige
Geest, die nu in hem woonde, had zijn verstand
verlicht. Nu begreep hij pas goed, dat Jezus
gekruisigd en opgestaan was om zondige men
sen te redden. En nu hij dat eenmaal goed had
begrepen, kon hij niet meer zwijgen. Hij moest
spreken. Dezelfde Petrus, die nog niet lang ge
leden voor een eenvoudige dienstmaagd zijn
Heere had verloochend, was nu niet bang om
voor al die vreemde mensen te spreken.
midden verscheen, en zij allen zagen, dat Hij
leefde.
En nu was Hij weer van hen weggegaan.
Ze konden nu echter niet bedroefd zijn. Het
was immers voor hun bestwil, dat hun Meester
naar de hemel opgevaren was. Dan pas kon Hij
Zijn belofte vervullen en hen de Trooster, de
Heilige Geest, zenden.
Het was heel druk in Jeruzalem. Van alle lan
den der wereld waren de Joden naar de Hei
lige Stad gekomen om daar het Joodse Pink
sterfeest te vieren. Op dat feest dachten de
vrome Israëlieten aan oude tijden, toen God op
Horeb Zijn wet aan Zijn volk had gegeven.
Ook was het Pinksterfeest het feest van de
eerstelingen van de oogst.
Maar afgescheiden van die drukte in de stad
waren de discipelen bijeen en spraken over de
dingen, die ze kort geleden beleefd hadden.
Maar vooral dachten ze aan de schone belofte,
die de Heere hen nog vlak vóór Zijn hemel
vaart gegeven had. Zij baden samen en smeek
ten of Hij hen nu maar spoedig de Trooster
zenden wilde. Ze waren al meer dagen zo
samengekomen, maar de belofte was nog niet
vervuld.
Maar op het Pinksterfeest, toen ze weer bijeen
waren, is het gebeurd.
In Handelingen 2 lezen we, dat er uit de hemel
een geluid kwam als van een geweldige, ge
dreven wind, die het hele huis, waar zij zaten,
vervulde.
Zij zagen bij elkaar verdeelde tongen, als van
vuur. die op ieder van hen zaten. En zij werden
allen vervuld met den Heiligen Geest en be
gonnen te spreken in vreemde talen.
Op het wonderlijke geluid waren veel Joden
komen toelopen om te zien, wat er gebeurd
was. Hoe verbaasd waren de Joden, die uit
verre en vreemde landen waren gekomen, toen
264
Op de plaats waar
vroeger de prachtige
Tempel te Jeruzalem
stond, staat nu dit ge
bouw. Van de schone
paleizen uit de dagen
van 't eerste Pinkster
feest is weinig meer
over.
Hij vertelde hen, dat Jezus, van Wien ze allen
wel gehoord hadden, die predikend en zieken
genezend door het land was gegaan en einde
lijk gekruisigd en begraven was, na drie dagen
weer was opgestaan en nog niet lang geleden
naar de hemel was opgevaren.
Zo had Hij bewezen, dat Hij waarlijk de Zoon
van God was.
De Joden waren zeer bevreesd, toen ze hoor
den, dat de Heere Jezus, dien zij gekruisigd
hadden, de Zoon van God was. Ze riepen
angstig uit: „Wat zullen we nu doen?"
Petrus antwoordde hen: „Bekeert U tot den
Heere Jezus, dan zullen al Uw zonden ver
geven worden".
Velen van de omstanders geloofden in den
Op de rots waar Abra
ham zijn zoon Izak
wilde offeren, is nu een
tempel gebouwd, die er
van binnen zó uit ziet.
PINKSTERLIED
O Geest van Vader en van Zoon!
Die ons de weg wijst tot de troon,
Getrouw Bestierder onzer gangen,
U, die ons in de waarheid leidt
En die ons 't hoogst geluk bereidt,
U loven onze feestgezangen,
U, die in ons al 't goede werkt,
Bewaart, vermeerdert en versterkt.
Och, brak de dag toch spoedig aan,
Dat Kaffer, Moor en Indiaan
De knie voor U, o Jezus! bogen.
O Geest! o Geest! breek door, breek door!
Dat alle volk Uw heilleer hoor;
Zo blijkt Uw Godlijk alvermogen.
Dan zingt Uw volk, Uw kerk alom
En zij heel d'aard Uw heiligdom.
DE KIDANG EN DE OTTER
(Javaanse fabel)
De otter en de glazenmaker
„Zeg moordenaar kom jij eens hier,
En luister eens, pronkzuchtig dier!
Jij bent met jouw gedans de schuld,
Dat zich mijn hart met droefheid vult!
Jouw dansen en je trotse zwieren
Maakt, dat de spin gaat aan 't versieren,
De kidang raakt in grote nood,
En trapt mijn arme kindje dood!
Maar 'k zal je krijgen gruwlijk dier,
'k Gebied je, kom nu dadelijk hier,
Ik zal je met mijn kiezen kraken,
Voordat my meerder leed zal naken!
„Och kom!" spreekt nu de glazenmaker,
„Niet ik, maar zoek de loze kwaker,
Die door zyn lied de schuld van alles is.
Want dat is zeker en gewis,
Begint de kikvors met zijn lied,
Dan staak ik vast mijn dansen niet.
't Is dan, als klinkt de gamelan
En 't zwieren, zwaaien vangt 'r an.
Ik kan 't niet helpen, hem de schuld,
Dat zich uw hart met droefheid vult."
,,'t Is goed! Ik spreek je vrij van straf
En ga dadelijk op de kikker af.
Hij is de schuld en hij alleen.
Ik knauw en breek hem ieder been.
Ik dood hem zeker en gewis.
Dat is een ding dat zeker is.
(Wordt vervolgd)
Gamelan is een Javaans orkest.
Heere Jezus, zodat er op die dag ongeveer drie
duizend mensen gedoopt konden worden. De
Heilige Geest kwam nu ook in hun harten
wonen, zodat ze even gelukkig en blij werden
als Petrus en de andere discipelen.
ZATERDAG 4 JUNI No. 22 JAARGANG 19?8
De Rotterdammer, Nieuwe Haagsche Courant
Nieuwe Utrechtsche Courant, Nieuwe Leidsche
Courant en Dordtsch Dagblad
Donderdagavond
BUITENLAND
MET aan zekerheid grenzende waarschynlyk-
heid mag thans wel worden aangenomen,
dat de Tsjecho-Slowaaksche bui overdrijft. Wel is
waar zijn er nog af en toe incidenten, die de in
middels ingetreden ontspanning trachten te ver
storen, doch het ergste gevaar schijnt geweken.
Nu Engeland besloten heeft zich in de zaak tc
mengen teneinde een gruwelijke oorlog van 200
millioen menschen te voorkomen, heeft Berlijn de
Henleinisten tot matiging in hun eischen aange
spoord en dit is niet zonder resultaat gebleven.
Anderzijds beseft Praag heel goed, dat men dc
steun van Londen slechts kan behouden als men
de uiterste tegemoetkomendheid betracht. Het
zijn natuurlijk uiterst delicate kwesties, die gere
geld moeten worden, doch het stemt in ieder ge
val tot verheuging, dat partijen van goeden wille
zijn en de onderhandelingen reeds konden worden
aangevangen. In dit verband is van groot belang
de verklaring der Sudetenduitschers, dat Tsjecho-
Slowakije als staat ongerept kan blijven, als de
Regeering hun eischen inzake autonomie inwilligt.
Van beteekenis is ook, dat de eisch inzake een
heroriëntatie van de buitenlandsche politiek van
Praag losgelaten schijnt te zijn, zoodat eventueel
de betrekkingen met het buitenland van het auto
nome Sudetenduitsche gebied vanuit Praag zullen
worden geregeld.
Uit den aard der zaak is dit voor Berlijn waar
velen zich al op een „militaire wandeling" naar
Praag hadden ingesteld een bittere pil, doch
men troost zich met de gedachte ,dat de tijd alle
wonden heelt en dat het niet aangaat om voor
3millioen Sudetenduitschers het leven van mil-
lioenen andere Duitschers in de waagschaal te
zetten. Er zal wel een oogenblik komen, dat ver
der gaande verlangens zullen kunnen worden ge
steld. zoodat het minderheden-statuut, dat thans
wordt uitgewerkt, slechts de overbrugging zal vor
men naar een tijdstip waarop het Sudetenduitsche
gebied bij het Derde Rijk zal worden ingelijfd.
Ook te Londen is men wel overtuigd, dat het min
derheden-statuut geen duurzame en bevredigende
regeling van het probleem zal brengen. Meer en
meer wint de overtuiging veld al zegt men dat
niet met evenzoovele woorden dat op den duur
een volksstemming onder internationale controle
met de „Anschlusz" als gevolg niet zal kunnen uit
blijven.
Teekenend voor de stemming is wel, dat Enge
land vermoedelijk bereid is voor een oplossing van
het probleem de koloniale kwestie op het tapijt
te brengen. Het moet Berlijn wat waard zyn twee
vliegen in één klap te slaan. Natuurlijk is de tijd
voor radicale oplossingen nog lang niet rijp. Lang
durige en moeizame onderhandelingen zyn er
mee gemoeid. Het is geruststellend, dat het komen
de minderheden-statuut goede diensten zal kunnen
bewijzen om de periode welke ons nu nog scheidt
van de definitieve regeling, te overbruggen.
De berichten, welke uit Spanje tot ons komen
wijzen er op, dat Franco bezig is opnieuw het
sinds enkele weken tot stand gekomen evenwicht
in zijn voordeel te doen doorslaan. Wel schiet hij
betrekkelijk langzaam op, doch het komt er aller
eerst op aan de weerstand der Regeeringstroepen
wel geruimen tijd zal duren. Van de snelle over
winning, waarvan een paar maanden geleden
sprake was, hoort men nu niets meer. Het is te be
grijpen, dat dit niet naar den zin is van Duitschland
en Italië, welke landen er belang bij hebben, dat
het conflict zoo spoedig mogelijk wordt teneinde
gebracht. In dit licht heeft men te bezien de gru
welijke bombardementen van Alicante en Granol-
lers, waar honderden weerlooze burgers werden
afgeslacht en die ten doel hebben het moreel der
burgerbevolking te breken. Franco bereikt er ech
ter het tegendeel mee: groeiende verontwaardiging
in het buitenland (de Britsche stap te Salamanca)
en prikkeling tot uitersten weerstand by de link*
schen.
Voorloopig neemt het lijden van het Spaansche
volk geen einde.
Ook andere gedeelten van dit aardsche tranendal
hebben deze week de wereldbelangstelling tot zich
getrokken. Allereerst waren daar de ontzettende
bombardementen van den Japanschen overwel
diger in China op Kanton.
Het gaat de laatste weken met den gang van
zaken in China voor Tsjang Kai Sjek niet best. Men
moet bewondering hebben voor de heldhaftige
wijze, waarop de Chineezen stand houden! Ook
al leden zij bij Soetsjau een zware nederlaag
(de Japansche verliescijfers werden gedemen
teerd) zij hebben het niettemin bestaan deze week
een aanval op Hankau het volgende doelwit
der Japanners krachtig af te slaan, zoodat een
groot aantal Japansche vliegtuigen werden neer
geschoten. Zoowel politiek als militair is echter
de positie der Chineezen ongetwijfeld verzwakt.
Het gaat er thans om of de Chineesche opperbevel
hebber er in zal slagen ook in de toekomst met
zijn legers een beslissende slag te ontwijken en
of hy er nog in zal slagen de Japansche troepen
zooveel mogelijk op te houden o.a. door ge-
heele streken onder water te zetten (het water
in de Gele Rivier wast nl. in Juni zeer snel). De
jongste Japansche Kabinetswijziging wijst er op
dat Japan thans alle krachten concentreert op een
spoedige overwinning. Desalniettemin blijft het
een feit, dat de oorlog de Japansche volkskracht
Minister-president Dr H. Colijn tijdens zijn rede op de 19e algemeene vergadering van den Ned. Chr,
Vrouwenbond, deze week te Den Haag gehouden.
te breken, met name ten Zuiden van Teruel, van
waar Franco blijkbaar een aanval op Valencia in
den zin heeft, nu hij in Catalonië is vastgeloopen.
De poging om Catalonië af te snijden van Frank
rijk is mislukt, mede door den tegenstand van de
z.g. „verloren divisie". Deze divisie, die uit enkel
Spanjaarden bestaat, heeft zich vastgenesteld in
de met sneeuw bedekte dalen en toppen van de
hooge Pyreneeën langs de Fransche grens. De
divisie was „verloren", omdat ze de technisch veel
beter uitgeruste Franco-troepen niet zou kunnen
tegenhouden. Maar het pakte anders uit. De sol
daten nestelden zich in de kloven en grotten,
waar ze beschermd waren tegen de bommenregen
der nationalisten. Ze stelden machinegeweren op
achter rotsblokken en dekten met hun leven de
bedreigde grensstrook. Tevergeefs liepen de beste
troepen van Franco storm tegen deze onneembare
vesting. Langzamerhand is er in het linksche
Spanje een romantisch waas komen te hangen
rondom de heldendaden dezer verloren divisie en,
wat Franco stellig niet had verwacht, ze sterkten
het zeer verzwakte moreel der Regeeringstroepen
elders. De Catalaansche militielegers grepen
nieuwen moed en, inplaats van in het defensief,
kwamen zij in het offensief. In de richting van de
Fransche grens heeft Franco voorloopig geen kans
meer. Daarom concentreert hij thans zijn krachten
op den opmarsch naar Valencia, dat hij in Juli
hoopt in te nemen. Daardoor zal Madrid het weer
moeilijker krijgen en men hoopt dan de hoofdstad
in September te kunnen nemen. De „genadeslag"
aan Catalonië zal echter nauwelijks nog dit jaar
plaats kunnen hebben, zoodat de burgeroorlog nog