HET WERKLOOSHEIDSDEBAT rOOMil VRIJDAG 3 JUNI 1938 DERDE BEAD PAG. 9 24 sprekers hebben bij het debat het woord gevoerd Wat is het juiste middel? Overzicht Dc Kamer heeft het hij het Werkloos heidsdebat tot 24 sprekers gebracht, zijn- de een vierde van de (presente sterkte. Maar nu is het dan ook uit. Hoezeer het debat was uitgeput bewezen 5vel de laatste vier sprekers. Dr. Mol 1 e r hield een klassiek gelardeer de rede over de „cultureele werkloozen" en bestreed nog eens de verplichte arbeidskam pen. De communist Roeetam nam dc rol .van propagandist voor de imperiale zelf voorziening en samenwerking tusschen Ne derland en Indië van den in Insulinde ver toevende heer Van Poll over. De tweede 50 pCt. van C.D.U.-fractie stortte zich ook nog in het debat met verlenging van leerplicht en staatspensioneering in het vaandel, ter wijl de heer Ruys de Beerenbrouck, 'de zevende Katholieke spreker en tevens de hekkensluiter was met een pleidooi voor eon Vliegveld te Heerlen, waarvoor gelden a fronds perdu verstrekt, er toe zouden moe ten bijdragen om dezen ouden wensch van |Zuid-Limburg te verwezenlijken Ter zijde kunnen we ook stellen een rede (van den beer Zandt, welke zich kenmerk- Ho niet door zakelijke argumentatie, maar 'door anathema's tegen Anti-Rcv. en Katho lieken. Overigens behield deze spreker zich zijn stem over het óntwerp, dat z.i. een ver keerde richting uitgaat, voor, De overige redevoeringen vragen iets jn.eer aandacht, al konden ze uit den aard der zaak weinig nieuws meer brengen. Het demografisch betoog van Ir, Bongaerts bracht in meer weten- schappelijken vorm de beschrijving van een feit, dat ons allen bekend is, n.l. dat zooals hij zich uitdrukte de „wer kende moot van ons volk'" groeit en er dus meer werk noodig is. Yan dat tot werken geschikte deel doen He weinigen mee. Het is 2S ipCt. van de ar beidsgeschikte volwassenen, had de heer Bongaerts berekend, maar het behooren er .eigenlijk 35 te zijn. Wil nu de Regeering 'door activeering van het bedrijfsleven, wel ke in haar plannen teredht primair gestold Is, een deel van den achterstand overwin- hen, dan kan zij en dat was de conclu sie van het betoog niet ontkomen aan ver korting van arbeidsduur. In deze richting koerste ook, maar langs tmdere wegen, de fractiegenoot van den persten spreker .van den middag, de heer Kuiper. Ilij wees er"'de optimisten op, daï "de [voorbereiding van openbare werken om technische en andere redenen vaak veel jtijd kost. Daarom moet men van deze stimulans om blijvende werkgelegen heid te bevorderen en de overgangs periode te overbruggen, piet dadeljjk .wonderen verwachten, Fr is echter ook veel onderhouds werk te doen, dat minder voorbereiding kost. Men kan beginnen om vooral daar- an aandacht te schenken Deze ipractische wijsheid werd aangevuld door enkele beschouwingen over mechanisatie en rationalisatie Met het oog op onze positie op de wereld markt kunnen we, teneinde goedkoop te kunnen produceeren en de welvaart te be vorderen, geen van beide missen. Wel ech ter zal in verschillende vormen, maar niet uniformen maatstaf, werktijdverkor ting noodig zijn. Deze werd gemiddeld op zes uur gesteld. Hal de heer Bongaerts zich over de kosten daarvan niet uitgelaten, de heer Kuiper deed dat wel. Hij wilde de noodige looncompensatie verdeelen over den staat, de werkgevers en de arbeiders. Een gedachte, die hoezeer deze maatregel ook ernstige be zwaren heeft steun vond bij den heer De Geer, De chr.-hist leider, die zijn groote instem ming betuigde met de rede van den heer Beaufort, merkte op, dat bij de bestrijding der werkloosheid de groote moeilijkheid is het juiste middel te vinden Anders dan hij de Defensie, waar voor de zorg met de bestrijding der werk loosheid op één lijn te stellen is. Bij de De fensie weten we wat we doen moeten, bij de werkloosheidsbestrijding gaan we om trent het „hoe" uiteen, omdat dc appreciatie van het effect der te bezigen middelen ver schilt, Maar dat is "vervolgde 'de heer De Geer nog geen reden om elkaar min der bewogenheid met de slachtoffers te verwijten. En ook wordt daardoor niet gerechtvaardigd de uitspraak, dat „eco nomische waarheden moeten wijken yoor Christelijke naastenliefde", Deze laatste opmerking, om niet te zeg gen terechtwijzing, gold vermoedelijk zeker schrijver in „De Nederlander", die zich in zijn crisisbeschouwingen meer door lyri sche beschouwingen en radicale algemeen heden dan door concrete denkbeelden on derscheidt. Hoe politiek onvruchtbaar dat is, kan hem nu misschien duidelijk worden, na het gezaghebbend woord van den leider zijner partij. De heer Van Houten was degene, die in de eerste door den heer De Geer gesigna leerde fout was vervallen. Hem gold het verwijt, dat zulk een discriminatie van an- derer eerlijke overtuiging het debat niet ver hoogt Deze opmerking is volkomen juist. Maar wat zou er van de C.D.U. overblijven als zij haar discriminatie-politiek zou loslaten? Zij vindt daarin juist haar groote kracht, welke haar bij den voortduur in het gezelschap der soc.-democraten brengt en maakt tot soc.- dem. in buitengewonen dienst, zooals wel eens gezegd is. Aan de groote-werken-polif lek hoe noodig ook in de gegeven omstandig heden, kende de heer De Geer slechts be trekkelijke waarde toe. De grens er van is niet absoluut te bepalen en het is ook goed met anderer ervaringen rekening te hou den en tevens de productiviteit dezpr wer ken in het oog te houden. Maar dat verge ten zelfs de radicale .voorstanders er yan niet geheel, Tweede Kamer Van dezelfde opvatting bleek de heer jKortenhorst. 1-Iad de heer De Geer op Amerika gewezen, de bekwame R.K. spreker na hem herinnerde er aan, dat het in België met het plan van den arbeid van De Man „spaak" geloopen was. De koopkrach t-theorie heeft er ge faald, De befaamde geldomlooptheorie is ook de basis, waarop het niet al te serieus in elkaar gezette openbare-werken-rapport van het socialistische vakverbond rust en eveneens de interpellatie-v- Gelderen. Grondslag en opbouw zijn dus, wat kwaliteit betreft, met elkaar te vergelijken: ze deugen geen van beide. Want met die geldomlooptheorie is het heelemaal in orde, althans wat de praktijk betreft. Op papier schijnt alles te kloppen, maar de uitkomsten in het practische leven blijken veelal tegenovergesteld aan de schoonschijnende redeneering We kennen de landen, waar deze theorie welke zoo weinig rekening houdt met de imponderabilia^ de moeilijk te meten en te wegen interne reacties in het economisch leven in meerdere of mindere mate is toegepast. Geen er van heeft er blijvend voor deel van gehad; eer is er aanleiding tot een tegenovergestelde conclusie. Het meest frappante voorbeeld op dit ge bied is wel Amerika, het land van de plan matige forsche milliarden-stooten om het bedrijfsleven tot nieuwe ontplooing te brengen. A la v. Gelderen dus. Wat was de uitkomst? Het blijken pijnstillende middelen te zijn geweest, die geen blijvende vermindering van werkloosheid brachten en na betrekke lijk korten tijd hun invloed verloren hadden. De milliarden liepen niet meer om en de werkloosheid bleek ten slotte verdubbeld en grooter te zijn dan in schier eenig ander land* Enkele maanden geleden is men opnieuw begonnen met zoo'n milliarden inspuiting van koopkracht. Volgens de laatste berichten blijft echter de bedrijvigheid in het zakenleven gaande weg achteruitgaan. Do credieubehoeften krimpen daardoor in en beschikbare gelden en credieten blijven ongebruikt. De staalproductie is ingekrompen tot be neden een derde, de autofabricage maakt het al niet veel beter. De voorraden zijn zoo groot, dat allerwege groote aantallen arbei ders worden ontslagen. De spoorwegen ko men niet uit en wenschen loonen te verla gen en vrachten te verhoogen. De goederen- prijzen hebben een laagterecord, bereikt Lanclbouwartikelen staan zoo laag als in geen vijf jaar het geval is geweest Ziedaar het resultaat van de geldomloop- theorie. Men is geneigd van een erbar melijk fiasco te spreken. In België en Frankrijk zijn de uitkomsten weinig beter geweest. Onnoodig kapitaalgebruiki, kapitaal dooden door het te verteren" en hiermede Eeeren we tot den heer de Geer l'erug is een vaarlijk werk. Het maakt ons zwak juist als we kracht noodig hebben. Normaliter be hoort echter sparen met investeeren gepaard ve paan. Sparen brengt geld onder de men- schen op solieder wijze en meer ln het alge meen belang dan de heer v. Gelderen wenseht met zijn verteringstheorie. Dat de heerKortenhorst Ir. Vos, die de economische iwijsheid fn pacht tneent te hebben, eens even de ooren zou wasschen, was geen wonder, Heeft het afdoende geholpen?. Het geschiedde met gratie, maar stevig. Naar de meening van Dr. Kortenhorst past den heer Vos eenige bescheidenheid bij het bezien van de negatieve uitkomsten elders van hetgeen door hem, in navolging van zijn buitenlandsche theoretische voorgan gers, hier te lande als panacee, als un' seel heilmiddel tegen het kwaad der werk loosheid, wordi' aanbevolen. Cijfers en feiten ondersteunden deze philippics. Het systeem van den heer Vos1, staatsver- teringen op groote schaal, is in Duitschland toegepast. Men heeft er een sïaatsconjunc- tuur willen maken en daartoe beslag gelegd op alle volksbezit en allen bevolkingsrijk- dom, Wie de spaarzamelijke 6e richten In 'de Duitsche pers over den welvaarts- toesuand nagaat, vindt het antwoord. Er wordt weer over sparen gesproken. Verklaard wordt: de overheid kan alle gevraagde investeeringen niet meer verzorgen, wil het niet op inflatie uit- loopen. Het ondermijningsproces is dus wel zeer ver voortgeschreden! Zoover zelfs, dat niemand minder dan Dr. Schacht de vermaning heeft doen weer klinken: ,we moeten weer spa ren om te'leven. Economisch bezien zag de heer Korten- horst onze positie bever dan in 1930. Wel I dreigen nog gevaren uit Amerika en Enge land. maar er valt te wijzen op allerlei fac toren, die gunstiger zijn dan twee jaar gele den. Stellig is h.v. onze koopkracht hooger. Van de beschikbare middelen ter bestrij ding van de werkloosheid wil Dr. Korten- horst naar omstandigheden gebruik ge maakt zien. Eenzijdig moeten we daarbij niet worden. Boven een eenzijdige ïnvesteerings- politiek geeft hij de voorkeur men begrijpt het reeds aan een met zorg opgesteld tarief van invoerrechten. Ook en daarover had voor hem reeds de heer De Geer gesproken is verlaging van bedrijfslasten aan te bevelen, Met groote instemming hebben we het slot an de rede van den heer Kortenhorst aan gehoord. Waarom zoo vroeg hij de werk- Ioozenpolitiek misbruikt om een storm te verwekken tegen de Regeering en alle goedwillenden in den lande? Som meering en in gebrekestelling brengt ons niet verder, Juist. We hopen, dat dit wijze maanwoord dat zeker niet uitsluitend het oog had op de soc.-dem., in breeden kring worde verstaan. Morgenmiddag zal Dr. Colijn het debat, waarbij weinig onderwerpen tusschen hemel en aarde niet bespreken zijn, beantwoorden. Verslag -ulrnlngen van de lnterpellatle- atrent het beleid der Regeering te de bestrijding der werkloosheid. Twee R. K. sprekers van de Regeering doch i ,uu..Inlichtingen ontvangen o' naar standpunt Inzake verkorting van arbeids- luur, In daarvoor in aanmerking komend iernemingen. Onder opsomming van tal van cüfers betoogt »pr. dat er geen evenwicht is op de arbeids markt. De kern van het vraagstuk ligt irbeldsduur; al het andere ls als aanvul beschouwen. Is de Regeering bereid, de i •.„.•jèn?"' De heer KUIPER (r.-k.) ziet in de werkloos heid een toenemende dreiging voor de welv land. Spr. is het met d0 Regeering uac we bedacht moeten zijn op uitbreiding van blijvende werkgelegenheid. Stimulcerlng van 't particuliere bedrijfsleven i3 primair, het uit- ïctio: irbö gt zich af. of n ...0 aandacht bestet lükheden. Teg< ...„„v .illend en we rekening logelijkheden. Sp -kloosheid /an technische nadruk op in autarchische moge ic„.iiifsche wette- i tijd kan men zich niet afdoende r. zegt dat in ons land d illlg 60 pCt. een gevolg oorzaken. Daarom legt spr. den nadruk op ar- beidstüdverkortlng en arbeids-spreidlng. Anders 's er niet tot bevredigende resultaten te komen, pr. acht een verkorting van de werkweek mei es u.ur gewenacht. Daarbij moeten dan nog ndere maatregelen komen, als een vacantle- -egeling, de leeftijd van toelating ln'het ar beidsproces enz. De S.G.P. aan hef woord De heer ZANDT (s.g.p.) betoogt dat de tegen woordige toestanden het tegendeel bewerken van het bevorderen van spaarzaamheid. Spi ivo 1 gen van de „Wel te rusten Tenslotte zal de i ïbare werken-politlek leiden tot werl minder economisch nut. Dus zal ook i :ien van het bedrijfsleven tot het bren? offers moeten worden overgegaan, zoo eft allerlei lai die hier te lande nieuwe produi vliegtuig-motoi De heer Oud heeft gesproken over ïaar niet voldoende bedacht dat spar< het middel ls »ring ook i, sparen slechter dl ider li ird. Maar hoewel spr. tol zonder of gerim Is. Steriel is econo- vordt dik- voorzich- doelmatig Ing van de 40- oordeelen kunnen brengen, mits in de nen geen verandering wordt g< uurlooi Verdere sprekers De heer KORTENHORST (r.-k.) vraagt of de economische toestanden in Amerika. België, Frankrijk zooveel beter zvln dan hier te lande. 1930, door verschillende toen groote overproductie was. Spr. gaat de verdere oorzaken voor het verschil na. Spr. waarschuwt tegen de denkbeelden den interpellant. We hebben geen „ruk" dig. De heer v. Gelderen behandelt het vraag stuk te eenzijdig, hü zoekt ten onrechte baat in het maar veel geld uitgeven. Zool! vraag ontbreekt, 1s het van de overh< keerd geld in de industrie te steken. BU de ordlnalie-plannen moeten de Dc ten niet vergeten worden. Het volle rendei ter bestrijding der werkloosheid is daaruit niet verkregen. Spr. zegt dat de sociaal-democratie verkeerd doet, door het vraagstuk der werkloosheid te gebruiken als argument in haar striid tegen andersdenkenden op de wijze, als ze doet. De heer MODDER (r.-k.) bepleit de belar van de cultureele werkloozen, welker aa voortdurend toeneemt. Spr. schetst het cultureel belang der betrokkenen voor de samenleving. imdat er zooveel Jongeren bü betrok- nsie-opdrach- edlggang van zeker 450.000 werkloozen. Tal van misstanden, als cumulatie e.d. blijven inmiddels voortduren. Al3 het nog tien Jaar moet duren, n welke ellende zullen we dan verzeild z(jn ge raakt. Bü de steunregeling moet meer met het behoefte-element worden gerekend. Spr. kan ziel; met de tweeslachtige politiek der regee ring niet verecnigcn. Rede van Jhr. de Geer De heer DE GEER (c.-h.) noemt het vraag stuk der werkloosheid even nüpend als dat dei Defensie, en de oorzaken liggen in de crisis en in de mechanisatie, "t Heeft weinig nut, in de korte opleving zich te verdiepen. ZATERDAG 4 JUNI HILVERSUM I. 1875 en 415.5 M. KRO-Ult*en- ding. 4.00—5.00 HIRO. 8.90—9.15 Gram.muz, (Om 8.15 Berichten). 10.00 Gram.muzleK, De toestand is weer even ernstig als te voren, feitelük ernstiger omdat we er nog zoo weinig van weten. De bestriding der 11.30 Religieuze causerie. 12.00 Berichten. 12 15 XRO-Melodisten m.m.v. solist (1.00 1.20 Gram.muziek en om 1.15 Berichten). 1.4S „Het 20-jarig jubileum van de Indische Ka werkloosheid la nu een primordiaal belang, en dat geldt de energie waarmede ze moet worden aangevat, zoowel als de offers. tholieke Partü". 3.00 Kinderuurtje. 4.00 Be richten, gram.muziek. 4 05 Causerie voor Handelsreizigers en handelsagenten. 4.2S Gram.muziek. 4.30 Berichten. 4.35 Gram.muz. daarbü te brengen. Hoe pakken we het vraagstuk aan? Is er wei een middel, om het monster to verdelgen? Het is de on- 4.40 Causerie over bestrijding der vivisectie. 6.00 KRO-Orkest 6.45 De KRO-Nachte- g aaltjes. 6.15 Gram.muziek. 7.00 Berichten. 7 15 MLssiepraatje. 7.35 Actueele aetherfUt- werkloosheld-vraagstuk zooveel moeilijker maakt, dan het Defensie-vraagstuk. Inmid dels zün we bü alle verschil van Inzicht al Medltatle met muzikale omlijsting. 8.35 KRO-Orkest. 9.20 Zwemles. 9.30 Operette „Parels en tranen". ^1^39^^ Berichten ANP. len evenzeer bewogen met het lot der slachtoffers, al wordt dat wel eens anders HILVERSUM II. 301.5 M. VAR A-U It zending. 10.0010.20 v.m. en 7.30—8.00 n.m. VPRO. mogen niet voor büzaken wüken: men kan echter die vraagstukken verschillend be- Spr. bestrijdt vervolgens het standpunt van den heer v. Houten. Door het verdachtmaken van anderer bedoelingen wordt het peil van de debatten niet verhoogd. Het verschil van inzicht Is van invloed op den omvang, waarin men de openbare-werken- politiek wil voeren. De sterkste voorstandera willen nog altüd vasthouden aan de productl- Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbei ders in de Continubedrijven. 12.00 Gram. muziek. (Om 12.16 Berichten). 12.30 Orgel spel. 1.001.45 Gram.muziek. 2.00 Filmpraat- Je. 2.15 Gram.muziek. 3 00 Reportage. 3.30 Versterkte Kamerorkest-vereenlging Am sterdam, „Stem des Volks". solisten. 4.30 Radlotooneel, met muzikale begeleiding. 4.50 VARA-Orkest. m.m.v. solisten. 5 40 Literaire causerie. 6.90 Orgelspel. 6.30 Drentsche uit zending. 7.00 Filmland. 7 30 Reportage. 8.05 Herhaling SOS-Berichten. 8.07 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.20 Orgelspel. 8.40 „De bercldheid om de groote vraagstukken aan te pakken; de verschilpunten behoeven nu geen scherpe tegenstelling meer te zün. Men moet niet alles op een kaart zetten. Wie zegt dat de openb. werken-politiek alleen doeltreffend kan zijn? We kunnen ook geen tien jaar op de blü- vende Werkverruiming wachten, en bovendien kunnen die tien Jaar ook wel twintig of dertig jaar z(jn. De regeering moet haar belangstelling laten gaan naar de openbare werken zoowel als naar Krekeltjes". 9.00 Toespraak. Hierna gram. muziek. 9.15 „En nuOké!". 10.30 Be richten ANP. 10.35 Fragm. operette „Monl- ka". 11.00 VARA-Orkest. 11.45—12.09 Gram.- muzlek. DROITWICH 1500 M. 11.20 Orkest 12.20 OrgeL 1.50 Reportage. 2.20 Orgel. 2.50 Band. 3.35 Octet 4.05 Militair concert 4.50 Declamatie. 5.20 Band. 8.05 Harmonie-orkest 7.50 Radio journaal. 8.29 Music-hall-programma, 9.55 RadiotooneeL 10.35 Orkest 11.35 Band. ADIO-PARIS 1648 M. 12.35 Orkest (Om 1.60 Zang). 3.20. 4.05 en 6.05 Zang. 8.35 Zang. 8.50 Declamatie. 9.30 Variété. 10.25 Sympho- ..._>t 7.30 Sext__ 10.50 Orkesten. 12.20 Concert. BRUSSEL 322 cn 484 M. 322 M.: 12.50 en 1.30 Orkest. 4 20 Cello. 4.35 Zang. 4.50 Cello. 6.2(1 en 6.35 Orkest 8.20 Cabaret 9.20 Orkest 10.30 Jazz. 11.20 Populair concert 484 M.12.59 en 1.30 Orkest 5.35 en 6.00 Or kest 8.20 Symphonie-orkest en koor. 9.20 Orkest 10.30 Orkest. VOOR IEDERE BEURS VOOR ELK INTERIEUR hebben wij een passende verlichting. RADIO BAKKER KAASMARKT 8 ROTTERDAM ken .zijn. De regeering moge bijv. ook voor de kunstenaars, scheppende •-'"-oerende. wat de laatsten betreft groot belang heeft bü het vraatrs loosheid ln het moederland. Zonder Indië had opeenstapeling van rentelooze millioenen en an derzijds de ontstellende werkloosheid. De heer POSTHUMA (chr. dom.) zegt dat de "ön, ln plaats van steun, redelijk loosheid. O.m. vraagt spr. steun voor een vliegveld In Zuid-Limburg; ala een der arbeid verschaffen de werken. Spr. wenscht meer soepelheid bü do Regeering. De Minister van Algemeene Zaken, de heer COLIJN verzoek, morgen de sprekers te mogen De vergadering wordt to 6.40 uur verdaagd Wat zien ze er schattig uit in het nieuwe Novana. Ook voor de allerkleinsten zijn er de aardigste Novana-modellen! In mooie pasteltinten, waschecht Voor groot en klein ia Novana de aangewezen dracht! In wol, kunstzijde en katoen. GEEN GOED ZOO GOED ALS ONDERGOED N-V. Trieolltbriek Te Strike «c Verkouteren, (A.teaN.B.) De nieuwe, „overvelte" Rinso doet beslist wonderen in de machine. Eén pak Rinso op 30 liter water geeft een ongelofelijke hoeveelheid sop. En door het bijzonder hoge vetgehalte is het Rinso sop zo volmaakt reinigend, dat Uw was goed een ongekende helderheid krijgt en U, na het witte goed, ook nog het gekleurde goed in hetzelfde sop prachtig schoon wast. De nieuwe Rinso is werkelijk een wonder van doelmatigheid en zuinigheid! En niet alleen in elke wasmachine, maar ook in elke tobbel Bovendien op elk pak een bon voor fraaie geschenken, „OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE :<nr I Hij had verteld het weinige, dat er te vertellen was. n »,Ik zou mevrouw ook graag even condoleeren", had hij jjgezegd en was opgestaan, hopend haar bij den doode te B Vinden. „Ja, dan zult u moeten wachten. Mijn vrouw Is naar Veen-» örecht. Ik hoop, dat ze nog terugkomt vanavond, maar zeker Nveet ik het niet. Ze moest daar wel heen, om met onze nicht Hè spreken. We hopen, dat onze nicht, mevrouw Rengers, I ide practijk wil waarnemen, ziet u! 't Is wel hard op een dag b- fels deze aan het zakelijke te moeten denken, maar het leven $taat niet stil, men heeft allerlei te regelen, moet aan duizend Hingen gelijk denken. Aan de eene kant misschien ook weer I 'goed. Mijn vrouw trekt het zich erg aan, dat de oude heer J alleen was, dat begrijpt u. 't Spijt mij ook ontzettend. Ik was bezet, gisteravond, ik kon onmogelijk hierheen, 'k Wou nog, |?i Hat mijn vrouw zonder mij zou gaan, maar daartoe was ze ls' biet te bewegen. Achteraf spijt haar dat natuurlijk vreeslijk", ig „Ik ga maar", was al wat Ko na deze uiteenzetting zeggen 2» Icon. ,,Ik zie haar op een andere keer dan wel". r, „Ik wil haar niet zien, ik wil haar nooit meer ontmoeten", u Hacht hij. t wMijn lieveling", stond er boven den brief. „Mijn lieveling", 24 aad he| hem geklaagd heel dien langen nach$ en dag. Hij had gemeend, dat ze de wanhoop nabij zou zijn. Had moeder dan toch gelijk? Zóó was het dus. Die man had haar nog willen overhalen om te gaan, maar zij wou niet. Prachtig. Met hèm zou ze nog vaak genoeg oud-en-nieuw kunnen vieren, maar dit eene keertje kon er niet voor haar vader af. En in plaats, dat ze nu verteerd werd door wroeging, trok ze heel gemoedereerd op die nicht af, om over haar practijk te spreken. Hoe kon een mensch, een ^rouw, dat, na zóó iets vreeslijks. Hij moest zich dan altijd erg in haar vergist hebben. Ko liep maar, liep maar, wist zelf niet hoe lang. Het dorp lag ver achter hem. Hij dacht nog aan geen terugkeeren, hoe wel een kille regen begon te vallen. Wat trok hij zich eigen lijk nog van het schepsel aan? Waar maakte hij zich druk over? In haar leven had hij nooit iets beteekend, waarom nam ze dan nog zoo'n groote plaats in, in het zijne? Ze moest er uit, heelemaal en voor goed. Dit was de weg naar Veendrecht. Dit was de weg, die ze eens samen hadden gefietst, héén enterug. Als hij haar nu eens tegenkwam? Ze zou wel gegaan zijn met het kleine roode wagentje, dat den heelen dag voor het hek had gestaan. Als ze daarmee nu eens terugkwam? Hij wou haar wel niet meer zien, maar als het nu was op dezen avond Nee, hij zou niet met haar meerijden, hij zou haar de brief geven, haar zeggen, hoe hij over haar dacht. Er passeerden hem verscheidene auto's, maar het roode wagentje was er niet bij. Feller striemde de regen. De wind stak op, zwol binnen *t kwartier tot storm. Hij moest terug. Hij zag haar toch niet. Hij zou er heel wat over te hooren krijgen, dat hij zoo nat thuis kwam. Zijn jas was zwaar van het water, zijn schoenen hadden al lang den strijd opgegeven, 't Was of zijn kille natte voeten bij eiken stap zwaarder werden. Zijn hoofd bonsde of het bersten zou. De storm joeg hem voort. In draf dreven hem nu en dan de rukwinden. Hij wóu wel. Hij verlangde ineens sterk naar huis, naar bed. In het meestershuis waren de lichten gedoofd, toen hij er langs kwam. Het roode wagentje stond er niet. Zelfs in zijn dood was Willy niet bij haar vader. Zijn moeder was nog op, vroeg hem, waar hij zoo laat vandaan kwam. „Och een eindje omgeloopen, 'k had hoofdpijn", en met een wou hij naar boven gaan. Moeder moest liever niet zien, hoe nat hij was. Moeder zag het tóch. Zóó naar boven? Geen sprake van. Eerst dat natte goed uit. Maar hoe ver was hij dan toch in vredesnaam geweest? Wat bezielde hem! 't Was goed om ziek te worden. „Ik wórd ziek", wist hij een uur later, toen hij, ondanks een warme kruik, die moeder noodig had geacht, lag te klapper tanden van koorts. De brief, waar was die? In zijn portefeuille. En zijn portefeuille lag op het tafeltje. Hij stond op. Wat had hij het ineens te pakken. Zijn beenen konden hem nauwelijks dragen. Wie weet, hoe lang het nu duren zou, eer hij haar den brief kon geven. En, stel dat er eens iets van belang in stond, iets dat ze weten moest? Zou hij zóu hij hem lezen? Nee, dat was min. Geen enkel fatsoenlijk mensch las de brieven van een ander. Maar als meester nu eens iets geschreven had over zijn begrafenis? Daar dacht hij nu pas aan. Dan moest hij hem lezen. „Meester, vergeef me", stamelde hij. Hij las, trachtte althans te lezen. Was het door de koorts, dat de vellen trilden in zijn handen? Was het door de kou, dat hij telkens den zakdoek noodig had? „Meester, meestertje toch!" Hij deed den brief in een nieuw couvert, sloot hem in zijn koffer. Nee, er stond niets in, dat ze onmiddellijk hoefde te weten. Zoo gauw hij de deur uitkon, zou hij hem wel geven. Misschien was hij morgen weer beter. Hij hoopte het. 't Was eigenlijk ellèndig, zoo'n brief in je bezit. En Willy als ze verdriet had haar vader zou haar wel het beste kennen Het bonkte in zijn hoofd toen hij weer in bed lag. zijn keel brandde, in zijn ledematen krampte een weeë pijn. Griep natuurlijk. Als het maar niet lang duurde, want die brief- Toch, nee wroeging over het lezen voelde hij niet. Die brief, dat was mééster, héélemaal meester, dat was meester voor het laatst. Wordt vervolgd. HUN GELUKSLAND Het zoozeer de aandacht gespannen houdend verhaal van Mevrouw D. Menkens-van der Spiegel, nadert zijn eind. Nog enkele feuilleton-nummers zullen volgen. Op veler verzoek deelen wy mede, dat dit verhaal in boekformaat zal verschijnen. De uitgave, alleen gebonden verkrijgbaar, zal bijna 400 blad zijden dik zijn. De prijs is door ons zoo laag moge lijk gesteld, namelijk op 2.75. Men kan dit bedrag reeds thans overschrijven of storten op ons giro nummer. Ook kan men bestellen bij onze bureaux, bij den agent of bezorger van ons blad, zoomede bij den boekhandel. erry

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9