HET WERKLOOSHEIDSDEBAT
rOOMil
VRIJDAG 3 JUNI 1938
DERDE BEAD PAG. 9
24 sprekers hebben bij
het debat het woord
gevoerd
Wat is het juiste middel?
Overzicht
Dc Kamer heeft het hij het Werkloos
heidsdebat tot 24 sprekers gebracht, zijn-
de een vierde van de (presente sterkte.
Maar nu is het dan ook uit.
Hoezeer het debat was uitgeput bewezen
5vel de laatste vier sprekers.
Dr. Mol 1 e r hield een klassiek gelardeer
de rede over de „cultureele werkloozen" en
bestreed nog eens de verplichte arbeidskam
pen. De communist Roeetam nam dc rol
.van propagandist voor de imperiale zelf
voorziening en samenwerking tusschen Ne
derland en Indië van den in Insulinde ver
toevende heer Van Poll over. De tweede 50
pCt. van C.D.U.-fractie stortte zich ook nog
in het debat met verlenging van leerplicht
en staatspensioneering in het vaandel, ter
wijl de heer Ruys de Beerenbrouck,
'de zevende Katholieke spreker en tevens de
hekkensluiter was met een pleidooi voor eon
Vliegveld te Heerlen, waarvoor gelden a
fronds perdu verstrekt, er toe zouden moe
ten bijdragen om dezen ouden wensch van
|Zuid-Limburg te verwezenlijken
Ter zijde kunnen we ook stellen een rede
(van den beer Zandt, welke zich kenmerk-
Ho niet door zakelijke argumentatie, maar
'door anathema's tegen Anti-Rcv. en Katho
lieken. Overigens behield deze spreker zich
zijn stem over het óntwerp, dat z.i. een ver
keerde richting uitgaat, voor,
De overige redevoeringen vragen iets
jn.eer aandacht, al konden ze uit den aard
der zaak weinig nieuws meer brengen.
Het demografisch betoog van Ir,
Bongaerts bracht in meer weten-
schappelijken vorm de beschrijving van
een feit, dat ons allen bekend is, n.l. dat
zooals hij zich uitdrukte de „wer
kende moot van ons volk'" groeit en er
dus meer werk noodig is.
Yan dat tot werken geschikte deel doen
He weinigen mee. Het is 2S ipCt. van de ar
beidsgeschikte volwassenen, had de heer
Bongaerts berekend, maar het behooren er
.eigenlijk 35 te zijn. Wil nu de Regeering
'door activeering van het bedrijfsleven, wel
ke in haar plannen teredht primair gestold
Is, een deel van den achterstand overwin-
hen, dan kan zij en dat was de conclu
sie van het betoog niet ontkomen aan ver
korting van arbeidsduur.
In deze richting koerste ook, maar langs
tmdere wegen, de fractiegenoot van den
persten spreker .van den middag, de heer
Kuiper.
Ilij wees er"'de optimisten op, daï "de
[voorbereiding van openbare werken om
technische en andere redenen vaak veel
jtijd kost. Daarom moet men van deze
stimulans om blijvende werkgelegen
heid te bevorderen en de overgangs
periode te overbruggen, piet dadeljjk
.wonderen verwachten,
Fr is echter ook veel onderhouds
werk te doen, dat minder voorbereiding
kost. Men kan beginnen om vooral daar-
an aandacht te schenken
Deze ipractische wijsheid werd aangevuld
door enkele beschouwingen over
mechanisatie en rationalisatie
Met het oog op onze positie op de wereld
markt kunnen we, teneinde goedkoop te
kunnen produceeren en de welvaart te be
vorderen, geen van beide missen. Wel ech
ter zal in verschillende vormen, maar niet
uniformen maatstaf, werktijdverkor
ting noodig zijn. Deze werd gemiddeld op
zes uur gesteld.
Hal de heer Bongaerts zich over
de kosten daarvan niet uitgelaten, de heer
Kuiper deed dat wel.
Hij wilde de noodige looncompensatie
verdeelen over den staat, de werkgevers
en de arbeiders. Een gedachte, die
hoezeer deze maatregel ook ernstige be
zwaren heeft steun vond bij den heer
De Geer,
De chr.-hist leider, die zijn groote instem
ming betuigde met de rede van den heer
Beaufort, merkte op, dat bij de bestrijding
der werkloosheid de groote moeilijkheid is
het juiste middel
te vinden Anders dan hij de Defensie, waar
voor de zorg met de bestrijding der werk
loosheid op één lijn te stellen is. Bij de De
fensie weten we wat we doen moeten, bij
de werkloosheidsbestrijding gaan we om
trent het „hoe" uiteen, omdat dc appreciatie
van het effect der te bezigen middelen ver
schilt,
Maar dat is "vervolgde 'de heer De
Geer nog geen reden om elkaar min
der bewogenheid met de slachtoffers te
verwijten. En ook wordt daardoor niet
gerechtvaardigd de uitspraak, dat „eco
nomische waarheden moeten wijken
yoor Christelijke naastenliefde",
Deze laatste opmerking, om niet te zeg
gen terechtwijzing, gold vermoedelijk zeker
schrijver in „De Nederlander", die zich in
zijn crisisbeschouwingen meer door lyri
sche beschouwingen en radicale algemeen
heden dan door concrete denkbeelden on
derscheidt. Hoe politiek onvruchtbaar dat is,
kan hem nu misschien duidelijk worden,
na het gezaghebbend woord van den leider
zijner partij.
De heer Van Houten was degene, die in
de eerste door den heer De Geer gesigna
leerde fout was vervallen. Hem gold het
verwijt, dat zulk een discriminatie van an-
derer eerlijke overtuiging het debat niet ver
hoogt
Deze opmerking is volkomen juist. Maar
wat zou er van de C.D.U. overblijven als zij
haar discriminatie-politiek zou loslaten? Zij
vindt daarin juist haar groote kracht, welke
haar bij den voortduur in het gezelschap der
soc.-democraten brengt en maakt tot soc.-
dem. in buitengewonen dienst, zooals wel
eens gezegd is.
Aan de
groote-werken-polif lek
hoe noodig ook in de gegeven omstandig
heden, kende de heer De Geer slechts be
trekkelijke waarde toe. De grens er van is
niet absoluut te bepalen en het is ook goed
met anderer ervaringen rekening te hou
den en tevens de productiviteit dezpr wer
ken in het oog te houden. Maar dat verge
ten zelfs de radicale .voorstanders er yan
niet geheel,
Tweede Kamer Van dezelfde opvatting bleek de heer
jKortenhorst. 1-Iad de heer De Geer op
Amerika gewezen, de bekwame R.K. spreker
na hem herinnerde er aan,
dat het in België met het plan van den
arbeid van De Man „spaak" geloopen
was. De koopkrach t-theorie heeft er ge
faald,
De befaamde geldomlooptheorie is ook de
basis, waarop het niet al te serieus in elkaar
gezette openbare-werken-rapport van het
socialistische vakverbond rust en eveneens
de interpellatie-v- Gelderen. Grondslag en
opbouw zijn dus, wat kwaliteit betreft, met
elkaar te vergelijken: ze deugen geen van
beide.
Want met die geldomlooptheorie is het
heelemaal in orde, althans wat de praktijk
betreft. Op papier schijnt alles te kloppen,
maar de uitkomsten in het practische leven
blijken veelal tegenovergesteld aan de
schoonschijnende redeneering
We kennen de landen, waar deze theorie
welke zoo weinig rekening houdt met de
imponderabilia^ de moeilijk te meten en te
wegen interne reacties in het economisch
leven in meerdere of mindere mate is
toegepast. Geen er van heeft er blijvend voor
deel van gehad; eer is er aanleiding tot een
tegenovergestelde conclusie.
Het meest frappante voorbeeld op dit ge
bied is wel Amerika, het land van de plan
matige forsche milliarden-stooten om het
bedrijfsleven tot nieuwe ontplooing te
brengen. A la v. Gelderen dus.
Wat was de uitkomst? Het blijken
pijnstillende middelen te zijn geweest,
die geen blijvende vermindering van
werkloosheid brachten en na betrekke
lijk korten tijd hun invloed verloren
hadden. De milliarden liepen niet
meer om en de werkloosheid bleek ten
slotte verdubbeld en grooter te zijn dan
in schier eenig ander land*
Enkele maanden geleden is men opnieuw
begonnen met zoo'n milliarden inspuiting
van koopkracht.
Volgens de laatste berichten blijft echter
de bedrijvigheid in het zakenleven gaande
weg achteruitgaan. Do credieubehoeften
krimpen daardoor in en beschikbare gelden
en credieten blijven ongebruikt.
De staalproductie is ingekrompen tot be
neden een derde, de autofabricage maakt
het al niet veel beter. De voorraden zijn zoo
groot, dat allerwege groote aantallen arbei
ders worden ontslagen. De spoorwegen ko
men niet uit en wenschen loonen te verla
gen en vrachten te verhoogen. De goederen-
prijzen hebben een laagterecord, bereikt
Lanclbouwartikelen staan zoo laag als in
geen vijf jaar het geval is geweest
Ziedaar het resultaat van de geldomloop-
theorie. Men is geneigd van een erbar
melijk fiasco te spreken.
In België en Frankrijk zijn de uitkomsten
weinig beter geweest.
Onnoodig kapitaalgebruiki,
kapitaal dooden
door het te verteren" en hiermede Eeeren
we tot den heer de Geer l'erug is een
vaarlijk werk. Het maakt ons zwak juist als
we kracht noodig hebben. Normaliter be
hoort echter sparen met investeeren gepaard
ve paan. Sparen brengt geld onder de men-
schen op solieder wijze en meer ln het alge
meen belang dan de heer v. Gelderen
wenseht met zijn verteringstheorie.
Dat de heerKortenhorst Ir. Vos,
die de economische iwijsheid fn pacht
tneent te hebben, eens even de ooren
zou wasschen, was geen wonder,
Heeft het afdoende geholpen?.
Het geschiedde met gratie, maar stevig.
Naar de meening van Dr. Kortenhorst past
den heer Vos eenige bescheidenheid bij het
bezien van de negatieve uitkomsten elders
van hetgeen door hem, in navolging van
zijn buitenlandsche theoretische voorgan
gers, hier te lande als panacee, als un'
seel heilmiddel tegen het kwaad der werk
loosheid, wordi' aanbevolen. Cijfers en feiten
ondersteunden deze philippics.
Het systeem van den heer Vos1, staatsver-
teringen op groote schaal, is in Duitschland
toegepast. Men heeft er een sïaatsconjunc-
tuur willen maken en daartoe beslag gelegd
op alle volksbezit en allen bevolkingsrijk-
dom,
Wie de spaarzamelijke 6e richten In
'de Duitsche pers over den welvaarts-
toesuand nagaat, vindt het antwoord. Er
wordt weer over sparen gesproken.
Verklaard wordt: de overheid kan alle
gevraagde investeeringen niet meer
verzorgen, wil het niet op inflatie uit-
loopen. Het ondermijningsproces is dus
wel zeer ver voortgeschreden! Zoover
zelfs, dat niemand minder dan Dr.
Schacht de vermaning heeft doen weer
klinken: ,we moeten weer spa
ren om te'leven.
Economisch bezien zag de heer Korten-
horst onze positie bever dan in 1930. Wel I
dreigen nog gevaren uit Amerika en Enge
land. maar er valt te wijzen op allerlei fac
toren, die gunstiger zijn dan twee jaar gele
den. Stellig is h.v. onze koopkracht hooger.
Van de beschikbare middelen ter bestrij
ding van de werkloosheid wil Dr. Korten-
horst naar omstandigheden gebruik ge
maakt zien. Eenzijdig moeten we daarbij
niet worden.
Boven een eenzijdige ïnvesteerings-
politiek geeft hij de voorkeur men
begrijpt het reeds aan een met zorg
opgesteld tarief van invoerrechten. Ook
en daarover had voor hem reeds de
heer De Geer gesproken is verlaging
van bedrijfslasten aan te bevelen,
Met groote instemming hebben we het slot
an de rede van den heer Kortenhorst aan
gehoord.
Waarom zoo vroeg hij de werk-
Ioozenpolitiek misbruikt om een storm
te verwekken tegen de Regeering en
alle goedwillenden in den lande? Som
meering en in gebrekestelling brengt
ons niet verder,
Juist. We hopen, dat dit wijze maanwoord
dat zeker niet uitsluitend het oog had op de
soc.-dem., in breeden kring worde verstaan.
Morgenmiddag zal Dr. Colijn het debat,
waarbij weinig onderwerpen tusschen hemel
en aarde niet bespreken zijn, beantwoorden.
Verslag
-ulrnlngen van de lnterpellatle-
atrent het beleid der Regeering te
de bestrijding der werkloosheid.
Twee R. K. sprekers
van de Regeering doch i
,uu..Inlichtingen ontvangen o'
naar standpunt Inzake verkorting van arbeids-
luur, In daarvoor in aanmerking komend
iernemingen.
Onder opsomming van tal van cüfers betoogt
»pr. dat er geen evenwicht is op de arbeids
markt. De kern van het vraagstuk ligt
irbeldsduur; al het andere ls als aanvul
beschouwen. Is de Regeering bereid, de i
•.„.•jèn?"'
De heer KUIPER (r.-k.) ziet in de werkloos
heid een toenemende dreiging voor de welv
land. Spr. is het met d0 Regeering
uac we bedacht moeten zijn op uitbreiding van
blijvende werkgelegenheid. Stimulcerlng van 't
particuliere bedrijfsleven i3 primair, het uit-
ïctio:
irbö
gt zich af. of n
...0 aandacht bestet
lükheden. Teg<
...„„v .illend
en we rekening
logelijkheden. Sp
-kloosheid
/an technische
nadruk op
in autarchische moge
ic„.iiifsche wette-
i tijd kan men zich niet afdoende
r. zegt dat in ons land d
illlg 60 pCt. een gevolg
oorzaken. Daarom legt spr. den nadruk op ar-
beidstüdverkortlng en arbeids-spreidlng. Anders
's er niet tot bevredigende resultaten te komen,
pr. acht een verkorting van de werkweek mei
es u.ur gewenacht. Daarbij moeten dan nog
ndere maatregelen komen, als een vacantle-
-egeling, de leeftijd van toelating ln'het ar
beidsproces enz.
De S.G.P. aan hef woord
De heer ZANDT (s.g.p.) betoogt dat de tegen
woordige toestanden het tegendeel bewerken
van het bevorderen van spaarzaamheid. Spi
ivo 1 gen van de
„Wel
te rusten
Tenslotte zal de i
ïbare werken-politlek leiden tot werl
minder economisch nut. Dus zal ook i
:ien van het bedrijfsleven tot het bren?
offers moeten worden overgegaan, zoo
eft allerlei lai
die hier te lande nieuwe produi
vliegtuig-motoi
De heer Oud heeft gesproken over
ïaar niet voldoende bedacht dat spar<
het middel ls
»ring ook
i, sparen
slechter dl
ider li
ird. Maar hoewel spr. tol
zonder
of gerim
Is. Steriel
is econo-
vordt dik-
voorzich-
doelmatig
Ing van de 40-
oordeelen kunnen brengen, mits in de
nen geen verandering wordt g<
uurlooi
Verdere sprekers
De heer KORTENHORST (r.-k.) vraagt of de
economische toestanden in Amerika. België,
Frankrijk zooveel beter zvln dan hier te lande.
1930, door verschillende
toen groote overproductie was. Spr. gaat de
verdere oorzaken voor het verschil na.
Spr. waarschuwt tegen de denkbeelden
den interpellant. We hebben geen „ruk"
dig. De heer v. Gelderen behandelt het vraag
stuk te eenzijdig, hü zoekt ten onrechte baat
in het maar veel geld uitgeven. Zool!
vraag ontbreekt, 1s het van de overh<
keerd geld in de industrie te steken. BU de
ordlnalie-plannen moeten de Dc
ten niet vergeten worden. Het volle rendei
ter bestrijding der werkloosheid is daaruit niet
verkregen.
Spr. zegt dat de sociaal-democratie verkeerd
doet, door het vraagstuk der werkloosheid te
gebruiken als argument in haar striid tegen
andersdenkenden op de wijze, als ze doet.
De heer MODDER (r.-k.) bepleit de belar
van de cultureele werkloozen, welker aa
voortdurend toeneemt. Spr. schetst het cultureel
belang der betrokkenen voor de samenleving.
imdat er zooveel Jongeren bü betrok-
nsie-opdrach-
edlggang van zeker 450.000 werkloozen. Tal van
misstanden, als cumulatie e.d. blijven inmiddels
voortduren. Al3 het nog tien Jaar moet duren,
n welke ellende zullen we dan verzeild z(jn ge
raakt. Bü de steunregeling moet meer met het
behoefte-element worden gerekend. Spr. kan
ziel; met de tweeslachtige politiek der regee
ring niet verecnigcn.
Rede van Jhr. de Geer
De heer DE GEER (c.-h.) noemt het vraag
stuk der werkloosheid even nüpend als dat dei
Defensie, en de oorzaken liggen in de crisis en
in de mechanisatie, "t Heeft weinig nut, in de
korte opleving zich te verdiepen.
ZATERDAG 4 JUNI
HILVERSUM I. 1875 en 415.5 M. KRO-Ult*en-
ding. 4.00—5.00 HIRO. 8.90—9.15 Gram.muz,
(Om 8.15 Berichten). 10.00 Gram.muzleK,
De toestand is weer even ernstig als te
voren, feitelük ernstiger omdat we er nog
zoo weinig van weten. De bestriding der
11.30 Religieuze causerie. 12.00 Berichten.
12 15 XRO-Melodisten m.m.v. solist (1.00
1.20 Gram.muziek en om 1.15 Berichten). 1.4S
„Het 20-jarig jubileum van de Indische Ka
werkloosheid la nu een primordiaal belang,
en dat geldt de energie waarmede ze moet
worden aangevat, zoowel als de offers.
tholieke Partü". 3.00 Kinderuurtje. 4.00 Be
richten, gram.muziek. 4 05 Causerie voor
Handelsreizigers en handelsagenten. 4.2S
Gram.muziek. 4.30 Berichten. 4.35 Gram.muz.
daarbü te brengen. Hoe pakken we het
vraagstuk aan? Is er wei een middel, om
het monster to verdelgen? Het is de on-
4.40 Causerie over bestrijding der vivisectie.
6.00 KRO-Orkest 6.45 De KRO-Nachte-
g aaltjes. 6.15 Gram.muziek. 7.00 Berichten.
7 15 MLssiepraatje. 7.35 Actueele aetherfUt-
werkloosheld-vraagstuk zooveel moeilijker
maakt, dan het Defensie-vraagstuk. Inmid
dels zün we bü alle verschil van Inzicht al
Medltatle met muzikale omlijsting. 8.35
KRO-Orkest. 9.20 Zwemles. 9.30 Operette
„Parels en tranen". ^1^39^^ Berichten ANP.
len evenzeer bewogen met het lot der
slachtoffers, al wordt dat wel eens anders
HILVERSUM II. 301.5 M. VAR A-U It zending.
10.0010.20 v.m. en 7.30—8.00 n.m. VPRO.
mogen niet voor büzaken wüken: men kan
echter die vraagstukken verschillend be-
Spr. bestrijdt vervolgens het standpunt van
den heer v. Houten. Door het verdachtmaken
van anderer bedoelingen wordt het peil van de
debatten niet verhoogd.
Het verschil van inzicht Is van invloed op
den omvang, waarin men de openbare-werken-
politiek wil voeren. De sterkste voorstandera
willen nog altüd vasthouden aan de productl-
Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbei
ders in de Continubedrijven. 12.00 Gram.
muziek. (Om 12.16 Berichten). 12.30 Orgel
spel. 1.001.45 Gram.muziek. 2.00 Filmpraat-
Je. 2.15 Gram.muziek. 3 00 Reportage. 3.30
Versterkte Kamerorkest-vereenlging Am
sterdam, „Stem des Volks". solisten. 4.30
Radlotooneel, met muzikale begeleiding. 4.50
VARA-Orkest. m.m.v. solisten. 5 40 Literaire
causerie. 6.90 Orgelspel. 6.30 Drentsche uit
zending. 7.00 Filmland. 7 30 Reportage. 8.05
Herhaling SOS-Berichten. 8.07 Berichten
ANP. VARA-Varia. 8.20 Orgelspel. 8.40 „De
bercldheid om de groote vraagstukken aan te
pakken; de verschilpunten behoeven nu geen
scherpe tegenstelling meer te zün. Men moet
niet alles op een kaart zetten. Wie zegt dat de
openb. werken-politiek alleen doeltreffend kan
zijn? We kunnen ook geen tien jaar op de blü-
vende Werkverruiming wachten, en bovendien
kunnen die tien Jaar ook wel twintig of dertig
jaar z(jn.
De regeering moet haar belangstelling laten
gaan naar de openbare werken zoowel als naar
Krekeltjes". 9.00 Toespraak. Hierna gram.
muziek. 9.15 „En nuOké!". 10.30 Be
richten ANP. 10.35 Fragm. operette „Monl-
ka". 11.00 VARA-Orkest. 11.45—12.09 Gram.-
muzlek.
DROITWICH 1500 M. 11.20 Orkest 12.20 OrgeL
1.50 Reportage. 2.20 Orgel. 2.50 Band. 3.35
Octet 4.05 Militair concert 4.50 Declamatie.
5.20 Band. 8.05 Harmonie-orkest 7.50 Radio
journaal. 8.29 Music-hall-programma, 9.55
RadiotooneeL 10.35 Orkest 11.35 Band.
ADIO-PARIS 1648 M. 12.35 Orkest (Om 1.60
Zang). 3.20. 4.05 en 6.05 Zang. 8.35 Zang.
8.50 Declamatie. 9.30 Variété. 10.25 Sympho-
..._>t 7.30 Sext__
10.50 Orkesten. 12.20 Concert.
BRUSSEL 322 cn 484 M. 322 M.: 12.50 en 1.30
Orkest. 4 20 Cello. 4.35 Zang. 4.50 Cello. 6.2(1
en 6.35 Orkest 8.20 Cabaret 9.20 Orkest
10.30 Jazz. 11.20 Populair concert
484 M.12.59 en 1.30 Orkest 5.35 en 6.00 Or
kest 8.20 Symphonie-orkest en koor. 9.20
Orkest 10.30 Orkest.
VOOR IEDERE BEURS
VOOR ELK INTERIEUR
hebben wij
een passende verlichting.
RADIO BAKKER
KAASMARKT 8 ROTTERDAM
ken .zijn. De regeering moge bijv.
ook voor de kunstenaars, scheppende
•-'"-oerende. wat de laatsten betreft
groot belang heeft bü het vraatrs
loosheid ln het moederland. Zonder Indië had
opeenstapeling van rentelooze millioenen en an
derzijds de ontstellende werkloosheid.
De heer POSTHUMA (chr. dom.) zegt dat de
"ön, ln plaats van steun, redelijk
loosheid.
O.m. vraagt spr. steun voor een vliegveld In
Zuid-Limburg; ala een der arbeid verschaffen
de werken. Spr. wenscht meer soepelheid bü do
Regeering.
De Minister van Algemeene Zaken, de heer
COLIJN verzoek, morgen de sprekers te mogen
De vergadering wordt to 6.40 uur verdaagd
Wat zien ze er schattig uit in het nieuwe
Novana. Ook voor de allerkleinsten zijn er
de aardigste Novana-modellen! In mooie
pasteltinten, waschecht Voor groot en
klein ia Novana de aangewezen dracht!
In wol, kunstzijde en katoen.
GEEN GOED ZOO GOED ALS
ONDERGOED
N-V. Trieolltbriek Te Strike «c Verkouteren, (A.teaN.B.)
De nieuwe, „overvelte" Rinso doet beslist wonderen in de
machine. Eén pak Rinso op 30 liter water geeft een ongelofelijke
hoeveelheid sop. En door het bijzonder hoge vetgehalte
is het Rinso sop zo volmaakt reinigend, dat Uw was
goed een ongekende helderheid krijgt en U, na het witte
goed, ook nog het gekleurde goed in hetzelfde sop
prachtig schoon wast. De nieuwe Rinso is werkelijk een
wonder van doelmatigheid en zuinigheid! En niet
alleen in elke wasmachine, maar ook in elke tobbel
Bovendien op elk pak een bon voor fraaie geschenken,
„OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE
:<nr
I Hij had verteld het weinige, dat er te vertellen was.
n »,Ik zou mevrouw ook graag even condoleeren", had hij
jjgezegd en was opgestaan, hopend haar bij den doode te
B Vinden.
„Ja, dan zult u moeten wachten. Mijn vrouw Is naar Veen-»
örecht. Ik hoop, dat ze nog terugkomt vanavond, maar zeker
Nveet ik het niet. Ze moest daar wel heen, om met onze nicht
Hè spreken. We hopen, dat onze nicht, mevrouw Rengers,
I ide practijk wil waarnemen, ziet u! 't Is wel hard op een dag
b- fels deze aan het zakelijke te moeten denken, maar het leven
$taat niet stil, men heeft allerlei te regelen, moet aan duizend
Hingen gelijk denken. Aan de eene kant misschien ook weer
I 'goed. Mijn vrouw trekt het zich erg aan, dat de oude heer
J alleen was, dat begrijpt u. 't Spijt mij ook ontzettend. Ik was
bezet, gisteravond, ik kon onmogelijk hierheen, 'k Wou nog,
|?i Hat mijn vrouw zonder mij zou gaan, maar daartoe was ze
ls' biet te bewegen. Achteraf spijt haar dat natuurlijk vreeslijk",
ig „Ik ga maar", was al wat Ko na deze uiteenzetting zeggen
2» Icon. ,,Ik zie haar op een andere keer dan wel".
r, „Ik wil haar niet zien, ik wil haar nooit meer ontmoeten",
u Hacht hij.
t wMijn lieveling", stond er boven den brief. „Mijn lieveling",
24 aad he| hem geklaagd heel dien langen nach$ en dag. Hij
had gemeend, dat ze de wanhoop nabij zou zijn. Had moeder
dan toch gelijk?
Zóó was het dus. Die man had haar nog willen overhalen
om te gaan, maar zij wou niet. Prachtig. Met hèm zou ze nog
vaak genoeg oud-en-nieuw kunnen vieren, maar dit eene
keertje kon er niet voor haar vader af. En in plaats, dat ze
nu verteerd werd door wroeging, trok ze heel gemoedereerd
op die nicht af, om over haar practijk te spreken. Hoe kon een
mensch, een ^rouw, dat, na zóó iets vreeslijks. Hij moest zich
dan altijd erg in haar vergist hebben.
Ko liep maar, liep maar, wist zelf niet hoe lang. Het dorp
lag ver achter hem. Hij dacht nog aan geen terugkeeren, hoe
wel een kille regen begon te vallen. Wat trok hij zich eigen
lijk nog van het schepsel aan? Waar maakte hij zich druk
over? In haar leven had hij nooit iets beteekend, waarom nam
ze dan nog zoo'n groote plaats in, in het zijne? Ze moest er
uit, heelemaal en voor goed.
Dit was de weg naar Veendrecht. Dit was de weg, die
ze eens samen hadden gefietst, héén enterug. Als hij
haar nu eens tegenkwam? Ze zou wel gegaan zijn met het
kleine roode wagentje, dat den heelen dag voor het hek had
gestaan. Als ze daarmee nu eens terugkwam? Hij wou haar
wel niet meer zien, maar als het nu was op dezen avond
Nee, hij zou niet met haar meerijden, hij zou haar de brief
geven, haar zeggen, hoe hij over haar dacht.
Er passeerden hem verscheidene auto's, maar het roode
wagentje was er niet bij.
Feller striemde de regen. De wind stak op, zwol binnen
*t kwartier tot storm. Hij moest terug. Hij zag haar toch niet.
Hij zou er heel wat over te hooren krijgen, dat hij zoo nat
thuis kwam. Zijn jas was zwaar van het water, zijn schoenen
hadden al lang den strijd opgegeven, 't Was of zijn kille
natte voeten bij eiken stap zwaarder werden. Zijn hoofd
bonsde of het bersten zou.
De storm joeg hem voort. In draf dreven hem nu en dan
de rukwinden. Hij wóu wel. Hij verlangde ineens sterk naar
huis, naar bed.
In het meestershuis waren de lichten gedoofd, toen hij er
langs kwam. Het roode wagentje stond er niet. Zelfs in
zijn dood was Willy niet bij haar vader. Zijn moeder was
nog op, vroeg hem, waar hij zoo laat vandaan kwam.
„Och een eindje omgeloopen, 'k had hoofdpijn", en met
een wou hij naar boven gaan. Moeder moest liever niet zien,
hoe nat hij was.
Moeder zag het tóch. Zóó naar boven? Geen sprake van.
Eerst dat natte goed uit. Maar hoe ver was hij dan toch in
vredesnaam geweest? Wat bezielde hem! 't Was goed om
ziek te worden.
„Ik wórd ziek", wist hij een uur later, toen hij, ondanks een
warme kruik, die moeder noodig had geacht, lag te klapper
tanden van koorts. De brief, waar was die? In zijn portefeuille.
En zijn portefeuille lag op het tafeltje.
Hij stond op. Wat had hij het ineens te pakken. Zijn
beenen konden hem nauwelijks dragen. Wie weet, hoe lang
het nu duren zou, eer hij haar den brief kon geven. En, stel
dat er eens iets van belang in stond, iets dat ze weten moest?
Zou hij zóu hij hem lezen? Nee, dat was min. Geen enkel
fatsoenlijk mensch las de brieven van een ander. Maar als
meester nu eens iets geschreven had over zijn begrafenis?
Daar dacht hij nu pas aan. Dan moest hij hem lezen.
„Meester, vergeef me", stamelde hij.
Hij las, trachtte althans te lezen. Was het door de koorts,
dat de vellen trilden in zijn handen? Was het door de kou,
dat hij telkens den zakdoek noodig had?
„Meester, meestertje toch!"
Hij deed den brief in een nieuw couvert, sloot hem in zijn
koffer. Nee, er stond niets in, dat ze onmiddellijk hoefde te
weten. Zoo gauw hij de deur uitkon, zou hij hem wel geven.
Misschien was hij morgen weer beter. Hij hoopte het. 't Was
eigenlijk ellèndig, zoo'n brief in je bezit. En Willy als ze
verdriet had haar vader zou haar wel het beste kennen
Het bonkte in zijn hoofd toen hij weer in bed lag. zijn keel
brandde, in zijn ledematen krampte een weeë pijn. Griep
natuurlijk. Als het maar niet lang duurde, want die brief-
Toch, nee wroeging over het lezen voelde hij niet. Die brief,
dat was mééster, héélemaal meester, dat was meester voor het
laatst.
Wordt vervolgd.
HUN GELUKSLAND
Het zoozeer de aandacht gespannen houdend verhaal
van Mevrouw D. Menkens-van der Spiegel, nadert
zijn eind. Nog enkele feuilleton-nummers zullen
volgen. Op veler verzoek deelen wy mede, dat dit
verhaal in boekformaat zal verschijnen. De uitgave,
alleen gebonden verkrijgbaar, zal bijna 400 blad
zijden dik zijn. De prijs is door ons zoo laag moge
lijk gesteld, namelijk op 2.75. Men kan dit bedrag
reeds thans overschrijven of storten op ons giro
nummer. Ook kan men bestellen bij onze bureaux,
bij den agent of bezorger van ons blad, zoomede
bij den boekhandel.
erry