Svalöf kweekte een nieuwe van cJdazr an. tu&Lrtsi, vttvr* /oouner ojttuCn, graansoort LANDBOUWERS, zoekt Uw voordeel! ..UNICUM" GRONINGEN' d'Ervaring van den mensch Neemt toe met ieder uur, d'Illusies daarentegen Verdwijnen op den duur. WOENSDAG 1 JUNI 1938 No. 436 Bastaardtype tusschen rogge en tarwe Zal deze oen voorname rol gaan spelen Het Zweedsche veredelingsinstituut te Svalöf heeft zich sedert jaren met deze onderzoekingen bezig gehouden, die op het oogenblik zoover zijn, dat men een overzicht heeft, wat de praktische landbouw in de naaste toekomst hiervan kan venvachten. Het gaat in dezen om het verkrijgen van hoogere opbrengsten door het kweeken van nieuwe bastaardtypen nl- tusschenvormen van Rogge en Tarwe en verhcoging van gerst-opbrengsten door chromosomen-ver- hooging. zoo lezen we in de „Deutsche Land wirtschaftliche Prcsse". Men vraagt zich af, zoo gaat het blad verder, wat deze wet e nschapp? lijke vooruit gang voor den ipraktischen landbouw kan beteekenen en daarom is het goed even in de geschiedenis terug te gaan. Het Instituut Svalöf werd cO jaar geleden met een staatsbijdrage van 5 millioen kro nen opgericht. De directeur, prof. Nilsson Ehle, wijst erop, dat alleen de Zweedsche landbouw per jaar, als gevolg van de weten schappelijke prestaties van Svalöf, een meer-opbrengst van 100 millioen kronen ont vangt. Dit is alleen het tastbare resultaat van het verdienstelijk werk van Svalöf. Rij tarwe zijn bv. de oogst-opbrengsten in Zwe den miet 70 pet gestegen, hiervan komen 35 pet voor rekening van de zaadveredeling en 35 pet voor cultuurtechnische vooruitgang en sterkere bemesting. Hiermede zijn wij hij de hoofdzaak van het probleem geko men, nl.: Veredeling van zaaigraan, sterkere plan ten betere korrclkwaliteit en daardoor ver- hooging van opbrengsten. Het hoofd van de Chromosomen-afdeeling te Svalöf prof. dr Müntzing, die enkele weken geleden in ons land pp verschillende plaatsen over deze studie lezingen hield, heeft er op gewezen, dat de chromo somen-vermeerdering voor de cultuurplan ten in den landbouw en voor de oogstver- meerdering nieuwe mogelijkheden opent. Chromosomen zijn de energiecentra's van de celkernen en hoe grooter het aantal chromosomen, des te bever zal de betreffende vrucht (rogge, tarwe, appels enz.) zijn- Ge wone appels bevatten 34 chromosomen (2 x 17), duurzame appels van goede kwaliteit 51 chromosomen, de eerste bevatten 11 m. gr. C-vitainine op iedere 100 gram, „de tweede 23 m. gr. C-vitamine op 100 gram. In Svalöf heeft men een nieuwe appel met 68 chromosomen gekweekt met een nog hooger vitamine-gehalte. De toepassing in de praktijk zal tengevolge hebben, dat deze nieuwe appel met een zoo hoog chromoso men-getal, de beste Amerikaansche appel niet alleen gelijkwaardig is, doch nog zal overtreffen. Vermeerdert men bv. gerst van een chro mosomen-tal van 14 tot 28, dan worden de korrels 20—25 pet erooter. Prof. Müntzing deelde nog mede, dat bij de laatste proeven door de verhooging van het ohromosomen- getal een korrel werd verkregen, die 50 pet grooter was dan de gewone gerstekorrel. Deze gerst met een zoo hoog chromosomengetal heeft op dit oogenblik nog maar één gebrek, nl. dat de korrelopbrengst nog niet aan de verwachtingen heeft voldaan. Men slaat dit gebrek in Svalöf echter niet zeer hoog aan, omdat men gelooft, dat in korten tijd de ge- wenschte opbrengstvermeerdering zal kun nen worden bereikt. De eerste phase op den weg daarheen is 5ntussch<yi met zeer groot succes afgelegd- De chromosomen-vermeerdering bereikte men, doordat men de tarweplanten, tempe raturen van 4042 gr. liet ondergaan, maar ook hierin zal men wel een voor de prak tijk eenvoudiger methode kunnen aangeven. Zijn dus reeds goede tastbare resultaten met het kweeken van gerst met een hoog chromosomengetal bereikt, daarnaast kan men zeggen, dat de proeven in Svalöf met Rogge-Tarwe, nog betere perspectieven voor den practischen landbouw geven. Het is ech ter van groot belang, dat naast zekerheid van hooge opbrengsten, zooals bij de ver edeling van rogge en tarwe wordt beoogd, ook meer dan tot dusverre gestreefd wordt naar betere kwaliteit van het graan. Voor de dichtbevolkte Europeesche landen is een goede kwaliteit en voedingswaarde van het broodgraan van veel belang. De proefnemingen in Svalöf met het bastaardtype Rogge-Tarwe, zijn hierop ge richt. Aangezien veelal nog geen duidelijk in zicht heerscht omtrent het product, dat Rogge-Tarwe wordt genoemd, is het van helane om voor den praktischen landbou wer min of meer duidelijk te maken, wat dit begrip eigenlijk inhoudt. Uitgegaan wordt van het kruisen van rogge met tanve, teneinde e>en product te verkrijgen met een hooger chromosomengetal. Rogge heeft 14 chromosomen, tarwe 42. De uit dezen arbeid Verkregen nieuwe planten kunnen een ver schillend aantal chromosomen bezitten, welk aantal op een bepaalde wijze kan wor den vastgesteld. Ontdaan van alle wetenschappelijke ter men en theoriën zal men kunnen zeggen, dat er zijn: de primaire-typen, dat zUn de bastaarden, die 28 chromosomen bezitten en hun nakomelingen; de secundaire-typen, die meer chromosomen hebben en welke laatste groep kan worden verdeeld in 2 categorieën n.l. typen met 42 chromosomen en met 56 chromosomen. Iedere practisohe landbouwer weet, dat 'tanve en rogge, botanisch en biologisch ge zien zeer veel verschillen. Vroegere proeven, waarbij men rogge al moederplant nam, mislukten geheel. Beter gelukten de proeven, wanneer men ïarwc als moederplant nam, maar men moest gemiddeld noc 300 bloeiende tanveplanten met roggestuifmeel bestuiven om één bas- taardplant te krijgen- Neemt men voor een kruising een naald- looze tarwe (wat men in den regel zal doen) dan gelijkt de bastaardplant meer op tarwe dan op rogg.e aangezien de roggebaarden ge- boel wee blijver. De primaire Rogge-Tarwebastaarden heb ben in den regel een goede groeikracht doch een groote onvruchtbaarheid. De oorzaak daarvan is de ongelijkmatige onderlinge verhouding der tarwe en rogge chromoso men, n.l. 42 tarwe tot 14 rogge. Betere rogge "tarwe krijgt men door z.g. terugkruising maar ook deze kruisingspro ducten schijnen niet de noodzakelijke hoog waardige rogge-tarwe in de toekomst te kunnen geven. De hoogopbrengende rogge-tarwe der toe komst zal .het 56 chomosomenhoudende rog- getarwe-type zijn. Dat is de rogge-tarwe, die in de toekomst voor de practisohe landbou wer een voorname rol zal spelen. Oppervlakkig gezien onderscheiden de 5G chomosomcnhoudende roggetarwe"korrels zich nauwelijks van 28 chromosomenhoudeu den, maar des te meer door de eigenschap pen, daar de 56 chromosomenhoudende rogge-tarwe een merkwaardige vrucht baarheid en standvastigheid bezit, twee eigenschappen die beide eerstgenoemde rog- getarwesoorten missen. Een wetenschappelijke verklaring kan hiervoor gemakkelijk gegeven worden, doch kan in dit verband achterwege blijven. Het zij voldoende vast te stellen, dat deze rogge-tarwe de bruikbare soort in de prak tijk za] zijn. Ook heeft men de wintervastheid van de 56 chromosomenhoudende rogge-tarwe on derzocht, waarbij aan het licht is gekomen, dat ze een Finschen en Noord-Zweedschen winter -roed kan doorstaan. Uit de chemische analyse bleek, dat hei eiwit in deze roggoriarwe de eigenschappen bezit die soms typeerend zijn voor tarwe en dan weer voor rogge, terwijl bovendien het werkelijke eiwitgehalte verrassend hoog bleek te zijn. Prov- Ackermann van Svalöf heeft op uit gebreide wijze deze nieuwe rogge-tarwe ty pen op de bakwaarde onderzocht en vr- kreeg daarbij brood van de beste kwaliteit en 6maak- De rijpheid van de rogge-tanve valt tus schen dit van rogge-tarwe in; in ieder geval rijpt ze belangrijk vroeger dan de andere tanvesoorten. De opbrengst heeft echter nog niet de gewenschie hoogte bereikt. Dit laat ste zal wel niet moeilijk te bereiken zijn door verdere selectie arbeid. Voorloopig wordt dan ook ijverig aan verdere vererde ling gewerkt. Prof. Müntzing zelf hoopt, dat de nu groeiende rogge-tanve typen mogelijk de oplossing voor de praktijk zullen bren gen, maar de oogst in 1938 zal hierover uit eindelijk moeten beslissen. De vooruitzichten blijken in ieder geval bemoedigend, en rechtvaardigen de ver wachting, dat aan den landbouw in de toe komst een rogge-tarwe type kan worden af gegeven, dat die niet alleen grootere korrels met hoog gehalte produceert en waarvan beter en meer brood met grooter gebruiks waarde wordt verkregen, maar naast deze eigenschappen ook hoogere opbrengsten zal geven. Ook heeft men reeds Kropaar met 35 in- plaats van 28 chromosomen, die een hoogere opbrengst geeft, terwijl een 63 öhromoso- mige T#nothee 14 pet. meer opbrengst gaf dan de gewone Timothee met 42 chromoso men. Het laat zich aanzien, dat Svalöf, welk Instituut hier te lande reeds zoo vele goede rassen heeft gebracht, door deze nieuwe on derzoekingen ook in de toekomst z;jn lei dende positie zal weten te handhaven. Dreigende insectenplagen Dennenbladwesp, dennenscheerder en loofhoutrups komen in actie De Nederlandsche Heidemaatschappij wijst er op, dat wanneer het mooie lente weer aanhoudt, thans de kansen voor 1 ontstaan van dennenbladwesp-p 1 en gunstig-zijn. Het is binnenkort zaak, dat de eigenaren hun opstanden op de aanwezigheid van eierlegsels onderzoeken en dit na ongeveer drie weken nog eens herhalen. Vooral de Zuidranden der fcosschen vor men de plaatsen, waaruit zich een plaag verder verbreidt en deze verdienen dus uiter aard de meeste aandacht. Treft men vele legsels aan, dan drale men niet, de Ned- Heide Maatschappij te waar schuwen. Nu is er nog niets aan te doen, DE COLORADOKEVER Vooral letten op beschadigde bladeren In de Wieringermeerpolder staan thans uitgestrekte velden met koolzaad in bloei, die de bijen een groote hoeveelheid honig bevatten. Geen wonder, dat te midden van die gele zeeën de bijenhouders hun volken plaatsen om in ruil voor den diensit, die de bijen voor de bestuiving verrichten, zoo mogelijk een honigvloed te ontvangen. Een imker slaat het drukke gedoe der bijen met belangstélling gade. maar zoodra uit de eieren de jonge bast aardrupsjes zijn te voorschijn gekomen, wat over ongeveer een maand gebeurt, dan kan men door een eenvoudige be6tuivlng met derrispoeder de plaag in de kiem smoren en kaalvreterij van het bosch voorkomen. Bovendien verzoekt de Nederlandsche Heide Maatschappij, mede namens enkele buitcn- landsche geleerden, die op het oogenblik een studie maken van de denneniblad-wesp, opzending van legsels naar haar hoofd bureau te Arnhem- Men kan, om een te snelle uitdroging te voorkomen, de vakjes met legsels pakken in vochtig mos. Dennenscheerders: maakten reeds maanden geleden haar inboorgatcn; maar veel verder dan eierleggen war1;) zij nog niet gekomen. Thans tchter heeft het war me weer de jonge larf jet verlokt, ue eieren te verlaten en daarmede i3 Jan tevens net tijdstip aangebroken, dat met. het schillen der boomsvammeu kan worden begonnen, hoewel de tijd nog niet dringt, waclite men daarmede niet te lang. Tevens kappe en schille men met deze vangbonmen de den nen, waaraan harspijpjes ven-aden, dat zij door dennenscheerders zijn aangetast Loofhoutrupsen beginnen schadelijk te worden bastaardsatijn-vlinderrupsen waren dit reeds. Zij toch hebben reeds vele knoppen uitgevreten. Een bestrijding dezer dieren is nog mogelijk met pyrethrum poeder, tevens bestrijde men daarmede de jonge rupsen van plakker en ringelspinner, die onderscheidenlijk sinds 5 en 13 Mei haar eieren beginnen te verlaten. Nu zijn de jonge rupsjes nog uiterst ge,- voelig en is afdoende bestrijding door py- retrum mogelijk, eer wij ernstiger schade lijden door kaalvreterij. welke vooral in de boomgaarden nadeelig op de opbrengst kan werken- Men bedenke, dat bij voedselgebrek deze dieren zich uit de omringende beplan tingen naar onze boomgaarden begeven. DORDEN Vraag 28. Gaarne zou ik iets weten over die behandeling van de Deutzia, die nu is uitgebloeid. Moet deze verpot worden? Welke grond? U- A IL Antwoord: Wij kennen de Deutzia niet aLs kamerplant, wel als sierstruik in de duinen, waarin deze fraaie heester in vele variëteiten (een vijftiental) het zéér mooi doet. Doch als kamerplant en zoo bedoelt U het toch, naar we uit Uw schrijven op moeten maken, is ons de Deutzia geheel onbekend. We hebben er nog verschillende boeken en boekjes die over kamerplanten handelen, op nageslagen, doch ook daar niets ge vonden. Nu kan het heel wel, dat een parti- DE DAKRUITER. Het belangrijke droogtoestel voor den landbouw, waarop in 1936 door de Nederlandsche Heidemaatschappij in ons land in het groot de aandacht werd gevestigd. DE KLAVERRUITER. Het droogtoestel met een meer dan 25-j arige reputatie. LEVERING DOOR HET GEHEELE LANIÏ Brochures en prijsopgave verstrekt de Directie der Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem. VERZEKERT UW OOGST DOOR GEBRUIK VAN DAK- en KLAVERRUITERS culier een of andere sierheester in de kamer zet en daar met succes laat groeien. Ook met een Deutzia is dat m.i. zeer goed mogelijk. Er zijn n.l. laag- blijvende variëteiten, o.a. de Deutzia gracilis en D. Lemoinei (de meeste soorten worden echter 1 tot 2 M. hoog), die zich goed laten trekken in kassen en dus ook wel bij wat goede behandeling het in de kamer zu'len doen. Ik zou deze plant, als het inderdaad een Deutzia is, na de bloei 4n den tuin zette Als U de plant weer als kamer plant wilt hel>. cn. moet U ze in de pot laten nadat eerst versche aarde is ge geven als dit noodig is. Klop de klui» uit de pot. Is de aarde zoo goed als verteerd en alles een wortelmassa ge worden, geef dan een iets grootere pot Geef gewone tuinaarde met wat oude koemest vermengd. Houd de plant matig vochtig, zooals de gewone tuin heesters. Nadat we bovenstaande reeds den vragensteller hadden geschreven, bleek ons, dat inderdaad hier en daar boven staande variëteiten als kamerplanten gezien worden. Vraag 29. Ik heb in mijn tuintje achtei mijn woning veel last van oorwormen en z.g. issibedden. -Ze kruipen vooral "s avonds uit den grond en dringen soms hot huis binnen. Is hier iets tegen ie uoen? Ruimen moerasschildpadider. utze insecten op? H G. J. Antwoord: Beide door U genoemd? insecten kunnen vooral als ze grooten getale voorkomen, groote schadt doen aan de planten, daar ze jonge planten en knoppen aanvreten, zoowel van verschillende groenten als van bloemen. De oorworm is daarbij ook een liefhebber van zacht fruit Het aangewezen middel tegen beide is Parijsch grpen. Dit is zeer giftig, dus voorzichtig met huisdieren; kippen en eenden. Tegen oorwormen neme men het volgende mengsel: 20 dln. tarwekorrels, 10 dln. suiker, 10 dln. vleeschmeel en 3 dln. Parijsch groen. (Dit zijn gewichts verhoudingen (his b.v. een ons tarwe korrels, een half ons suiker, een half ons vleeschmeel en 15 gram Parijscn groen). Meng dit alles droog goed door elkaar en strooi dit droge mengsel bij en om de planten, die aangetast worden. De oorwormen eten dit mengsel graag en sterven er aan. Tegen pissebedden neemt men 50 dln. havermout, 5 dln. suiker en 2 dln. Parijsch groen (ook gewichtsdeelen) Ook dit mengsel droog uitstrooien. Stuk gestooten Zelio-korrels eten de pisse bedden ook graag en is dus ook een goed middel. Van de opruiming door Moerasschild padden moet U zich niet veel voorstellen D.VAN DEN BOSCH Telefoon 28 NAALDWIJK Tuinbouw gereedschappen KASSENBOUW IN IJZER VERWARMING WATERLEIDING STALEN WAGENS en BURRIES De meest volmaakte Hooi- en Graanelevator! 0 GEBR. OLDENH UIS T ransporleurbouw B1ERUM (GR.). TELEFOON De Plantenziektenkundigen Dienst tóWa geningen schrijft ons: Hei' tijdstip, waarop het optreden van den Coloradokever in de aardappelvel den verwacht kan worden, is wederom aangebroken. Als het warmer wordt, verlaat de kever den grond, waarin hij den winter heeft doorgebracht en be geeft hij zich naar aardappelplanten om zidh daarmede ve voeden en daarop eieren te leggen. Bij flink warm en zon nig weer en bij wind uit Zuidelijke rich ting, kunnen ook kevers uit België aan vliegen en in onze aardappelvelden te recht komen. Daarom moet in alle aardappelvelden, kleine zoowel als groote, van nu af aan weer nauwkeurig op de aanwezigheid van het insect gelet worden en als spo ren ervan gevonden worden, moet daar van onmiddellijk mededeeling worden gedaan, opdat alle maatregelen voor een volledige uitvoering genomen kun nen worden. Het vorige jaar is de Coloradokever op drie plaatsen in ons land gevonden. Door den Plantenziektenkundigen Dienst zijn toen alle maatregelen genomen, die in verband met het tijdstip van ontdekking genomen konden worden, om deze haarden volledig uit te roeien. De kever ie dus niet meer een bedreiging op een afstand, maar is een wer kelijk gevaar voor onze aardappelcultuur en voor onzen uitvoerhandel geworden. Wij zullen echter met alle beschikliare middelen daartegen vechten en wij kunnen zonder twijfel daarin veel bereiken, als wij de medewerking van alle verbouwers van aardappelen in de provinciën Limburg, Noord-Brabant en Zeeland verkrijgen. Van rijkswege zal zeer veel gedaan wor den, om de gevaren voor verspreiding van den kever, die aan het optreden in het vo rige jaar verbonden zijn, tegen te gaan, zoo wel door bespuiting van de velden in de omgeving van de drie haarden met loodar- senaat, als door het organiseeren van een zoekdienst in het meest bedreigde deel van ons land. Maar het zijn ook de aardappel- verbouwers zelf, die daarbij moeten mede werken en die voortdurend met aandacht hun gewas, plant voor plant, moeten gade slaan en van elke vondst of van een verden king van de aanwezigheid van net insect melding moeten maken. Wij moeten met de mogelijkheid dat het insect op meerdere plaatsen optreedt, rekening houden en er is zooveel aan gelegen, dat de uitroeiingsmaat regelen met de grootste nauwkeurigheid worden genomen, dat zij alleen onder toe zicht van den Plantenziektenkundigen Dienst mogen worden uitgevoerd. Laat dus elke aardappelverbouwer in de provinciën Limburg, Noord-Brabant en Zee land. of hij vele hectaren dan wel een klein .hoekje in zijn tuin verbouwt, van nu af aan gelmatig zijn gewas onderzoeken op de aanwezigheid van kevers of larven en van de door deze veroorzaakte vreterij aan de bladeren. De kever is pl.m. 1 cm lang, in den vorm van een lievenheersbeestje, met gele dekschilden waarop 10 zwarte stre pen in de lengterichting. De larven zijn rood van kleur, zaoht van huid en met sterk gezwollen achterlijf. Zoowel de ke ver als de larven vreten in de bladeren der aardappelplanten. Het is vooral op deze aanduidingen dat moet worden Volgens de bepalingen van de Colorado- keverwet is ieder, die een kever of larven vindt, verplicht, daarvan onmiddellijk aan- Landbouwers naar Frankrijk De Rijkslandbouwconsulent te Parijs be schikt over de adressen van een aantal land bouwers, die bereid zijn dezen zomer een of meer jongelieden uit Nederland als volon tair op hun bedrijf te plaatsen. Zij, die voor een van deze plaatsen in aanmerking wen- schen te komen, kunnen zich rechtstreeks, onder opgave van volledige inlichtingen over hun opleiding, enz., in verbinding stel len met den Rijkslandbouwconsulent voor noemd, Dr. A. Sevenster, Rue de Grenelle 85 te Parijs. WEET GE dat thans ook in Japan lanital melkwolver vaardigd zal worden volgens het patent Farretti, welk patent thans wordt toe gepast in Italië, Frankrijk, Duitschland Engeland, België, Polen, Canada, N e- derland en Japan; dat in Berlijn 104 erfhoeven zijn, die geza menlijk een oppervlakte beslaan van ruim 100 h.a.; dat de aspergeteelt in Duitschland zich zóó heeft hitgebreid, dat het moeilijk is een goeden middelmatigen oogst geheel en al af te zetten, zoodat van overheids wege ingegrepen is en de afzet geregeld wordt en prijzen worden vastgesteld; dat de vlasuitvoer uit Sovjet-Rusland in de laatste jaren sterk is teruggeloopen; deze liep van 65.200 ton in 1930 op tot 96.000 ton in 1934, doch daalde sinds en be droeg in 1937 slechts 34.500 ton. dat de prijs van volle-melkpoeder in het eerste kwartaal van 1938 ongeveer 35 pet. hooger was dan een jaar geleden doch nog geen ioonenden melkprijs Alg. Onderl. Maatsch. tot Verzekering van Paarden en Rundvee. Catbarijnesingel 75 UTRECH1 TELEFOON 12138. Directie: Leopold. Verzekering op billijke Voorwaarde^ tegen lage onderlinge of vaste premi^ RESERVE: 178.799.44. Deskundige vertegenw. gevraagd! °l TE KOOP Schitterende HENNEN en HANE^' met 8 dagen op zicht. on Witte legh. en Rode Islands Reds en gi kruiste Hennen, 5 wk. 70 en 7 wk. 80 en sc wk. 85 en 11 wk. 1.05 en 13 wk. f 1.1aJ Witte legh. hanen 5 wk. 6 ct. en 7 wk. 9 c Reds hanen 7 wk. 25 ct. Alle dieren raszui126 ver, kerngez. Vanaf station franco remb. me zichtb. verp. gratis. Uitsluitend eigen folt0 Bekend fokker. HOENDERPARK ka JAN v. ASSELT MEENT No. 1 GELD. VEENENDAAL. gifte te doen bij den burgemeester zijner go meente, terwijl het ook wenschelijk is, dai ten spoedigste mededeeling gedaan wordL aan een ambtenaar van den PlantenziektenL kundigen Dienst. L Het ie zoowel voor onze aardappelcultuuï als voor onzen uitvoerhandel in aa.rdappeleno en andere land- en tuinbouwproducten, vaije het grootste belang, dat alles gedaan wordili om een verspreiding van den Coloradokever over ons land tegen te gaan, maar daarvood 1 is een krachtige en eensgezinde samenwerk king tusschen de aardappelverbouwers e»1 den Plantenziektenkundigen Dienst noodirfr Wij rekenen dan ook op aller medewerking; In de andere provinciën is waakzaamheid wel gewensoht, maar de kans op optreden nog zeer gering. LET OP DEN COLORADOKEVER De Coloradokever verricht bij een aardappelplant zijn verwoestend werk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8