Het N.J.V. neemt bezit van Den Bosch
NorthState
JW
VRIJDAG 37 MEI 1938
TWEEDE BLAD PAG. 5
Qmericanxiqamtei
Enthousiasme, liefde en toewijding
Ds. P. Veen neemt aischeid en wordt tot
Eere-voorzitter benoemd. Dr G. P. v. Itterzon
als zijn opvolger aangewezen
Prof. Berkelbach v, d. Sprenkel spreekt over
„Christus en het Wereldgebeuren
Den Bosch, Hemelvaartsdag.
Gelukkig, de zon schijnt,was onze
eerste gedachte toen we vanmorgen in
één van de vele gemoedelijke hotels van
het gastvrije Den Bosch, wakker wer
den. De vrees van gisteren, dat het wel
weer eens een echte Hollandsche regen
dag zou worden, is ongegrond gebleken,
't Is nog wel frisch, wat bewolkt, maar
de wind zorgt er voor dat de wolken
telkens weer uiteen drijven en zoo
doende de zon gelegenheid geven, zich
behoorlijk te doen gelden.
In de buurt van de Herv. Kerk ,aan de
Kerkstraat valt de bijzondere drukte reeds
op. Trouwens op de Markt zeggen de vele
bussen uit Zuid-Holland en Friesland wel,
dat heel wat jongelui zich hebben opge
maakt dezen Bondsdag bij te wonen. Extra
treinen hebben in massa uit Friesland en
Gicningen en uit Zuidholland vrienden van
het N.J.V. aangevoerd.
In de Herv. Kerk werd als waardig be
gin van den Bondsdag een godsdienstoefe-
r„ng gehouden, waarin Ds. J. Douwes,
van Den Bosch, voorging en over Hande
lingen 1 vs. 11 het Hemelvaartsevangelie
.verkondigde. De belangstelling was zóó
groot, dat in het gebouw „Bethel" a<an de
Grobbendönckstraat een tweede dienst
moest worden gehouden, welke eveneens
zeer druk bezocht was. Hier predikte Dr. G.
P. van Itterzon, van Den Haag, over
Matth. 28 vs. 18a: de Christus op den
koningsberg, de Christus op den profeten-
berg, de Christus op den priesterberg. De
officieele Bondsdag had hiermede een aan
vang genomen.
De huishoudelijke vergadering
Woensdag kwamen reeds vele honderdien
afgevaardigden in „Casino" bijeen, om de
huishoudelijke ergadering hij te wonen.
Het zijn toch altijd weer benijdenswaardi-
gen, die zulk een huishoudelijke vergadering
mogen meemaken, wat een enthousiasme,
welk een liefde en toewijding vindt men
hier! Geen wonder, dat elk jaar het aantal
afgevaardigden grooter is. Na de begroeting
opende de Bondsvoorzitter Ds. P. Veen de
grwone huishoudelijke, vergadering.
De verschillende verslagen en rapporten
werden uitvoerig besproken en deden zien,
welk een liefde er voor elk onderdeel van
he» Bondswerk bestaat.
Namens den Chr. Jeugdraad sprak Rector
Bannenberg eenige zeer waardeerende
.woorden.
Er werden telegrammen gezonden aan
HM. de Koningin, dJe Prinses en den Prins.
Als plaatsen waar men 't volgend jaar
den Bondsdag zou willen houden, werden
door de vergadering opgegeven: Haarlem,
'Apeldoorn en Leeuwarden.
Met algemeen goedvinden werd overeen
gekomen, dat het Hoofdbestuur hierover
zal beslissen. Hierna splitste men de ver
gadering in 4 afdeelingen, n.l. voor Bestuur
ders en Correspondenten, Stadswerk, Jon
genswerk en Drankbestrijding.
Het Bondsbestuur ten stadhuize
Ondertusschen kwam er een verzoek bin
nen van den burgemeester van Den Bosch,
Mr. F. J. van Lanschot, of het Bonds
bestuur zijn opwachting wilde maken ten
stadhuize, waaraan gevolg werd gegeven.
Na de zeer hartelijke ontvangst, dankte het
hoofdbestuur den Burgemeester voor alles
wat hij gedaan heeft om den Bondsdag van
het N.J.V. in Den Bosch te kunnen doen
slagen (het Gebouw der Veehallen is o.a.
gratis afgestaan).
Om 8 uur werd de avondvergadering ge
houden, waarin enkele bedrijven van het
Zendingsspel„De Geest der oude helden"
,van H. L. C. Schütz werden opgevoerd door
de C.J.V. uit Laren (Gld.)
De avond' werd besloten met een plech
tige bidstond, onder leiding van Dr. G. P.
,tan Itterzon.
DE GROOTE ALGEMEENE
VERGADERING
Tegen half elf begint de drukte op de
terreinen van die Veehallen pas goed. De
N.J.V.-ers stróómen het gebouw binnen. De
hallen zijn met de nationale kleuren ge
tooid. Het gebouw van samenkomst herbergt
weldra 5000 bezoekers en bezoeksters, die
een fleurige en kleurige en tevens machtige
aanblik bieden.
Op den achtergrond van het podium zijn
breede banen van paars en groen aange
bracht, waarop het monogram van het
N.J.V. prijkt. Palmen en bloemen sieren
de spreekplaats.
Leden van het N.J.V. hebben des nachts
het gebouw, dat een dag tevoren nog markt
Was, op grondige wijze gemetamorfoseerd.
Hulde voor dit werk, dat óók Bondsarbcid
Was!
Op het podium hadden behalve het be
stuur van het N.J.V. en de regelingscom
missie ook Z.Exc. H. van Boeyen, Minis
ter van Binnenlandsche Zaken, en Mr. F. J.
van Lanschot, burgemeester van Den
Bosch, plaats genomen. Verder waren daar
aanwezig afgevaardigden van het Belgisch
Verhond, van de Ned. Chr. Studenten Ver-
ceniging, van „Patrimonium", van den Chr.
Werkmansbond en van de Federatie van
Chr. vrouwen en meisjes.
W elkom- toespraken
De heer G. Nieuwenhuizen, voorzit
ter van de prov. commissie van Noord
brabant, roept vóór de opening der bijeen
komst namens die commissie allen een
welkom toe en spreekt zijn verheugenis uit
over dezen Verbondscfcag, al is er een wee
moedige zijde aan verbonden.
De medewerking van de Bossche afdee-
ling en van heel de provincie meeft de
commissie in staat gesteld, haar taak als
gastvrouwe te vervullen. Spr. eindigt met de
beste wenschen voor dozen dag.
De heer J- F. Siebrands, voorzitter
van de Bossche afdeeling, voegt hieraan
nog eenige woorden toe, waarna burge
meester Mr. F. J. van Lanschot allen
©en welkom, een buitengewoon hartelijk
welkom!, binnen de stokoude muren van
Den Bosch en de gloednieuwe hallen toe
roept. Na er op gewezen te hebben, dat
Christus het kompas voor dit leven en voor
het hiernamaals is, vervolgt Spr. zijn gees
tige toespraak, welke meer dan eens onder
broken wordt door gulle lach of applaus,
om te eindigen met den wensch, dlat niet
alleen het gebouw, doch ook de hallen een
volgenden keer eveneens gevuld zullen zijn
zooals hier.
De Voorzitter Ds. P. Veen, dankt voor de
drie toespraken, bijzonder voor die van Mr.
van Lanschot, wiens naam met Den Bosch
verweven is. Spr. roept Z.Exc. H. v. Boeyen
M. uister van Binnenlandsche Zaken, die
vroeger in het Verbond zoo krachtig mee
werkte een hartelijk welkom toe.
De geweldig groote samenkomst wordt
thans geopend met het zingen van: „Lof zij
den Heer, den almachtigien Koning der
eere".
Na gebed door den voorzitter, het lezen
van een Schriftgedeelte uit Efeze, het afleg
gen van de Geloofsbelijdenis en het zingen
van Gezang 52 vs. 13, spreekt Ds. P. Veen
voor het laatst,
de Bondsrede
uit.
Met een gelulkwensch in verband met den
85en verjaardag van het Verbond vangt Ds
Veen z,:jn openingsrede aan. Hij mag
voorts gewagen van een frisoh en opgewekt
Bondsleven, uitkomende ook ia. het mooie
bedrag van het dankoffer: f 9650, bij
eengebracht door de leden der C.
J. M. V. en de j on ge n s. Maar ook ander
zijds is er reden tot voldoening, als we let
ten op de werkvergaderingen, conferenties,
enz.; in :t bijzonder noemt Spr. die op de
Ernst Sillemhoeve. Naast den arbeid in de
Commissies voor de Zending, de drankbe
strijding e.d., welke met veel toewijding
werken, is het zorgenkind: het werk in de
mijnstreek. Spr. wijst op de heeren Tabak
en I ngwersen, die leiding geven aan de
werkkampen; de financieering daarvan
baart zorg omdat er vakbekwame leiders
noodig zijn. Op de Hoeve is veel mooi werk
door de werklooze Bondsleden verricht.
De arbeid van Verbond en Bondsbestuur
Dan richt Spr. de aandacht op den velen
arbeid van het Bondsbestuur en de aange-
nafe verhoudingen in dien kring. Hjj her
denkt den overleden penningmeester J. A.
Amesz, diens opvolger Ir F. S pre ij en
den nieuwen 2en voorzitter, Dr G. P. van
Itterzon. En ten slotte herinnert Ds
Veen aan zijn aangekondigd aftreden als
Bondsvoorzitter Sedert 24 Me) 1906 was hij
lid van het Bondsbestuur, sedert 1919 voor
zitter. Hij dankt de Bondsvrienden voor hun
steun, hartelijkheid en medeleven.
Is er in het peil van het Bondsleven reden
tot blijdschap, er zijn ook zwakke plekken.
Eén daarvan zit in de afdeelingen. Van de
leiders der afd. wordt soms te veel gevraagd.
Toch ziet spr. nog andere oorzaken: de me
thode van werken en de vorming der leiders
Het peil van het Bondsleven
Ds Veen gelooft, dat een deel der oplos
sing te vinden is in het vormen van buurt
vereenigingen. Zoo komt ook het groo.
testadsprobleem in de aandacht. De leiders
vorming heeft reeds jaren zorg gewekt on
oen goede regeling wacht op geld en tijd.
Dan ook is er de vraag naar het aantrekke
lijker maken der afdeelingsvergaderingcn.
Het. door het Bondsbestuur op de agenda
voor de prov Commissie gebrachte onder
werp „Ontspanning" heeft vele zijden. Im
mers moet, naar de „Vlissinger verklaring"
ernstig rekening gehouden worden met dc
zedelijke, maatschappelijke, verstandelijke
en lichamelijke belangen der jongemannen.
Wij moeten ervoor waken, aldus Spr.
dat we ons leven in twee deelen knip
pen, een geestelijk en een nict-geestelijk
deel. Ontspanning is geen bijwerk maar
deel van het geheel. En in het geheel
moet één leidende gedachte domineeren-
Wat kan ik doen om den ander tot
Christus Jezus te brengen?
Het vooropstaande en in de provinciale
Bondsdagen behandelde onderwerp was:
„wat kan de C.J.M.V. en .het Verbond
doen voor de vorming onzer jongeman
nen tot mannen, ook al laten wij nu den
zuiveren godsdienstigen invloed van
vrienid op vriend, van ouderen makker
op jongeren, door gebed, bijbelstudie of
geestelijk lied. rusten".
Om misverstand te vermijden, wil Spr. er
aan herinneren, dat ditmaal over de geeste
lijke zijde van het werk minder uitvoerig is'
gesproken, omdat de grondslag van 't stre
ven van den Bond in de laatste jaren her
haaldelijk en in 't bijzonder was besproken.
De C.J.M.V., een gastvrij huis
zen tijd heeft. De C J.M.V. zij een gastvrij
huis. waar de jongeman zich thuis voeit,
een veilige plek, waar hij achter alles den
persoon van Jezus Christus ziet staan. In
dit verband geeft Spr. tal van ernstige wen
ken.
Men zoekt in onzen tijd graag wat nieuws,
een nieuwen man, 'n nieuwe methode. Men
zij voorzichtig en verwachte niet alles van
nieuwe plannen en andere mensohen. Beter
is, acht te geven op de geweldige beteekenis
der z.g. kleine dingen; het groote is de som
van die vele kleine dingen. Dc zedelijke
macht van een mensch wordt het meest ver
zwakt doordat, hij geen acht slaat op de
veronachtzaming van één oogenblik.
Er zijn tal van jonge mcnschen, die den
mond vol hebben over misstanden die er zijn
in Kerk, Staat. Maatschappij, Vereeniging
die ge er nooit toe krijgt zich te wijden aan
de verbetering van een klein onderdeel,
waardoor de toestand verbeteren zou.
De Bondsbouw en de Bondstrouw
Ongeveer een jaar geleden werd in Vught,
hier vlak bij den Bosch, een gemeentehuis
in gebruik genomen. Het eigenaardige van
dit bouwwerk is, dat het verbouwd en inge
richt is uitsluitend door werklieden en kun
stenaars uit Vught. Geen vreemden hebben
hun hulp verleend. Toen het gebouw werd
dat God de krachten geeft. De uitnoodi-
ging van het Verbond was Spr. te sterk,
het Verbond, waaraan hij zulke bijzondere
herinneringen heeft. Een vijfentwintig jaar
geleden mocht Spr. een heel klein beetje
werk voor het Verbond verrichten. Het
heeft een stempel op Spr.'s leven gediukt
en zekerheid aan zijn werk gegeven. Het
Verbond heeft gedeelteijk de taak zijner
ouders overgenomen en in Spr.'s leven is
het vaak van groote beteekenis geweest.
Spr. uit zijn dankbaarheid voor het Ver
bond en dat hij zich in een kling mag
weten, waar hij zich één gevoelt. Welk een
zegen ook, dat er in ons land nog een deel
is, dat zijn knieën niet buigt voor Baal,
nog een overblijfsel der genade. Dat zoo-
velen Jezus als onzen Koning volgen, geelt
hoop voor de toekomst.
Spr. besluit met te wijzen op den zegen,
dat er in Nederland nog volgens ons be
ginsel geleefd kan worden.
Dankbaar applaus volgt op deze rede.
Hierna vereenigt men zich aan de koffie
tafel. Dc harmoniemuziek van het R.K.
jongenspatronaat luistert de pauze tot 2
uur op.
„Christus en het wereldgebeuren"
De middagvergadering wordt te 2 uur
geapend met het zingen van: „Wij loven U
o God".
Het afscheid van den voorzitter;
Dr. G. P. van Itterzon voorzitter
Nadat het Zwolsche mannenkoor onder
leiding van den heer E. van den Berg, twee
liederen heeft gezongen, neemt Ds. P. Veen
afscheid als voorzitter. Vooraf deelt Ds.
Veen mede, dat de vice-voorzitter Dr. G.
P. van Itterzon, te Den Haag, met
algemeene stemmen tot voor
zitter is aangewezen.
Dat Spr. gaat is louter en alleen, omdat
hij van meening is: Iaat nu een ander het
ook eens doen. Spr. dankt allen voor wat
zij voor hein geweest zijn. Hij reikt hierop
Dr. van Itterzon den voorzittershamer
Toespraak van den heer C. Tabak
Namens het Verbondsbestuur dankt de
heer C. Tabak Ds. P. Veen voor de zege
ningen, welke genoten zijn door zijn voor-
ziterschap, dat steeds een besliste lijn
toonde. Niet alleen hebben wij hoogachting
voor den persoon en het werk van den
voorzitter ook namens vaders en moeders,
echtgenooten en verloofden wordt dank ge
bracht.
Als blijk van de groote en onuitspreke
lijke dankbaarheid wordt Ds. Veen namens
Verbondsbestuur en N. J. V. een gouden
potlood en enveloppe met inhoud aange
boden. Een minuten lang applaus volgt
met een driewerf hoera op den oud-voor
zitter
'Jlieu are
fifmdexl better
Minister H. v. BOEYEN
Prof. Dr. S. F. H. J.
BERKELBACH VAN
DEN SPRENKEL
H. GORDEAU
Algemeen Secretarissen
geopend, werden de bewoners in staat ge
steld het te bezichtigen. Iemand, die daarbij
tegenwoordig was, vertelde mij, hoe aardig
het was te luisteren naar de opmerkingen,
die men maakte.
H>j hoorde iemand zeggen: „Kijk eens, die
lichtkroon heeft mijn vader gemaakt"; en
„dat stukwerk is van mijn zoon"; en „dat
metselwerk mocht ik doen"; en „die trapleu
ning werd gemaakt door smid die en die"
Niet eenmaal werd de opmerking verno
men: dit is mooier dan dat; de beteekenis
van ieder onderdeel werd naar eigen waar
de beoordeeld. Allen waren dankbaar, dat zij
hadden mogen bouwen aan hun eigen ge
meentehuis
Jongemannen, ook gij bouwt. Wat gij daar
toe in d<e eerste plaats noodig hebt, is trouw,
trouw, vooral in het kleine. Wie dit is,
bouwt mee aan het Bondswerk, en in dit
Bondswerk aan dat groote onzichtbare
bouwwerk, waarvan God de Kunstenaar en
Bouwmeester is.
Deze bezielende rede wordt meermalen
door hartelijke bijvalsbetuigingen onder
broken.
Gezongen wordt: „Jonge, vrome helden!"
De heer H. Gord eau van Bussum,
algemeen secretaris van het Verbond,
spreekt vervolgens een propagandistisch
woord voor den Wereldbond met een aan
beveling van een collecte voor den arbeid
\an dien bond.
Verkiezing Bondsbestuurders
Eenige vacatures in het Bondsbestuur
worden aangevuld. In de vacature-Ds. P.
Veen is gekozen Ds. C. J. Laarman, Velp;
in de vacature-Pels de heer G. Verschoor,
Sassenheim; in de voc.-Gaastra de heer R.
Klok, Smilde, en in de vac.-Hoogeveen, de
heer H. G. Bosch te Ede. De heer J. Spar-
reboom te Amsterdam is herkozen.
Van H.M. de Koningin wordt een tele
gram van dank op het Verbondstelegram
ontvangen, waarop het eerste couplet van
het Wilhelmus wordt aangeheven.
Toespraak Minister H. van Boeijen
Z. Exc. Minister H. van Boeyen,
richt een persoonlijk woord tot den voor
zitter, D s. P. Veen, daarbij opmerkend,
De voorzitter deelt mee, dat de collecte
voor den Wereldbond 1151 heeft opge
bracht
De heer W. S c h o 11 e n, voorzitter van
„Ons oud Verbond", vestigt de aandacht
der aanwezigen op genoemde organisat'e
van oud-leden en overhandigt een enve
loppe met inhoud 225) voor het N.J.V.
Prof. Dr. S. E. H. J. Berkelbach
van der Sprenkel, van Utrecht,
spreekt thans over: „Christus en het we
reldgebeuren."
Spr.'s onderwerp is moeilijk, vooral om
hetgeen er niet gezegd kan worden en wat
men toch zoo gaarne zou willen hooren,
moeilijk ook om hetgeen ervan gezegd
moet worden, wat men niet gemakkelijk
aanvaardt.
Dat dit onderwerp juist op den Hemel
vaartsdag aan de orde gesteld wordt, be
paalt den gedachtengang bij hetgeen mede
gedeeld wordt omtrent deze laatste ver
schijning. De volgelingen vragen aan hun
Heer of het Rijk nu haast komt. Het komt
hun echter niet toe, dit te weten, doch er
wordt aan toegevoegd, dat zij kracht zullen
ontvangen door den Heiligen Geest, om
Christus' getuigen te zijn.
Deze kring van jonge menschen belijdt
Jezus Christus als Heer. In hu'n volle be
teekenis spreken deze woorden uit, dat de
bekende Jezus als openbaring Gods, als ge
zaghebbende, als Heer wordt aanvaard
door de Zijnen, die zich ter beschiking stel
len, door Hem hun Heer te noemen.
Wanneer zal deze Heer zijn Rijk oprich
ten? Dit wordt niet beantwoord en is men
schen niet gegeven. Daarom is en blijft het
wereldgebeuren ook voor Christus' volge
lingen raadselachtig en ondoorzichtig: het
is ze niet gegeven Gods tijd te weten. Ze
worden echter niet maar meegesleurd door
het wereldgebeuren. De Heilige Geest komt
en geeft hun kracht; de Geest van Christus
wordt niet de dienstknecht van hun men-
schelijk bcgceren, maar maakt ze sterk en
standvastig in hun gehoorzaamheid.
Spr. wijst aan wat hun taak dan is: ge
tuige te zijn, d.i. martelaar. Er is sprake
van ernstig en moedig getuigenis. Alléén
zóó werkt Christus door de Zijnen in het
wereldgebeuren. De Zijnen dienen als Zijn
getuigen, wachtende op Gods tijd en ge
legenheid voor het Rijk. De kracht van dit
getuigenis ligt in den Geest. Het is God,
Die nog steeds niet heeft laten varen, wat
Hij in deze wereld begon.
Als antwoord op deze rede wordt gezon
gen: „Laat ons saam met Jezus wand'len."
CALVINISTISCHE JURISTEN
BIJEEN
Prof. Anema spreekt over
de Codificatie
Ds. P. Veen eere-voorzitter van het
N.J.V.
De nieuwe voorzitter spreekt de vergade
ring toe en deelt mee, dat Ds. Veen niet
geheel en al zich zal terugtrekken uit het
leven van het Verbond.
Uit naam van het Verbondsbestuur en
heel het Verbond wordt Ds. Veen benoemd
tot eere-voorzitter van het Ned. Jo
lingsverbond. Daarop aanvaardt Dr. van
Itterzon met een kort woord zijn taak.
Alen heffen hierop het Bondslied aan:
„Komt, reiken wij elkander de trouwe
broederhand."
Ds Veen is dankbaar voor dit eerevoor-
terschap, waardoor de band met het Ver
bond niet doorgesneden wordt. Hij dankt
allen, die het hem bij zijn zware taak
makkelijk hebben gemaakt.
Gezongen wordt: „Dankt, dankt nu allen
God", waarna Ds. Veen in dankzegging
voorgaat en de apostolische zegen door al
len gezongen wordt.
Hierna stroomt het geweldig groote ge
bouw leeg en verspreiden de duizenden
zich naar Oost en West, naar Noord en
Zuid, per extra-treinen en per autobussen.
Het beloofde een mooie dag, het is een
schitterende dag geworden!
Ongetwijfeld vervulde weemoed het hart
der medebestuurders van het N.J.V. bij het
afschid van den beminnelijken en popu-
lairen voorzitter Ds. Veen, die bijna 20 ja
ren die functie vervulde. Echter, de aan
wijzing van Dr. van Itterzon als opvolger
belooft een gelukkige te zijn. Diens be
kwaamheden als leider zijn bekend. Moge
God ook hem beweldadigen gelijk Hij het
Ds. Veen heeft gedaan!
CENTRALE DIACONALE CONFERENTIE
Het comité van de Centrale Diaconale
Conferentie besloot dat de 49e Conference
D.V. gehouden zal worden te Rotterdam—
Delfshaven op Woensdag 14 September.
„BEATRIX-SCHOOL' TE SOERABAJA
Aneta meldt, dat door de Vereen, voor
Chr. Scholen te Soerabaja is opgericht een
„Beatrix school". Deze school zal bestemd
zijn voor het geven van lager onderwijs aan
kinderen van beter gesitueerde inheemschen.
Prof. Anema
AMERSFOORT, 25 Mei. De Calv. Juristen
Vereeniging, hield der traditie getrouw, haar
jaarvergadering in het Berghotel. De Voor
zitter, Prof. Mr A. Anema, memoreerde,
dat de thans 15 jaar oude vereeniging, in
dertijd met 30 leden begonnen, thans 148 le
den telde. Hiervan waren 58 tegenwoordig.
Zijn openingsrede had de Voorzitter ont
leend aan het feit, dat nu een eeuw geleden
ons burgerlijk wetboek rechtskracht kreeg.
Spr. herinnerde aan de behoefte, welke in
dien tijd eraan gevoeld werd ondanks Von
Savigny's waarschuwingen tegen codificatie.
Het waren voor
al de eenheid van
redht en de daar-
warïte behoefte
aan rechtszeker
heid, die tot de in
voering van alge
meene wetboeken
hadden geleid.
Van den aanvang
af stond de ge
dachte der codifi
catie in verband
met theoretische
rechtsbeschou-
wingen. De school
van het natuur
recht of rede-
recht trachtte
langs dien weg het historisch geworden
recht voor de eisohen van den tijdgeest op te
ruimen. Hoewel wetboek en commentaar van
deze opvatting vrij bleven, ontstond niette-
daardoor een valsehe voorstelling, als
of het taak was van een verlichten wetgever,
zonder eerbiediging van volksleven en his
torie van boven af het recht te hervormen
„idéés préconcues", waarom ook de
historische school zich zoo tegen de codifica
tie verzette, zij het niet altijd gerechtvaardigd
Daarnaast waren er d e leer van de soe
vereiniteit der wet en voorts de trias-poli-
tica-leer van Montesquieu, die alle dreigden
het codificatiewerk ongunstig te zullen be
ïnvloeden. De soeveredniteitsleer kwam met
een valsch wetsbegrip, waarbij de wet een
wilsverklaring werd van het soevereine volk.
Spr. licht <ü't op enkele punten nader toe. De
leer van de trias politica verbood den rech
ter, om de innerlijke waarde en billijkheid
der wet te beoordeelen, waarbij de zelfstan
dige taak van den rechter totaal werd mis
kend. Meestal was de rechter echter in de
practrijk te verstandig, om zich al te stérk
aan die leer te houden.
Er is een betere opvatting gebleken, waar
bij het wezen van den rechter niet is gezien
in diens intellectueele deskundigheid, maar
in zijn zedelijk-juridisch karakter: zijn taak
is niet, om logische gevolgtrekkingen te ma
ken uit de wet, maar dde wet als richtsnoer
aan te wenden voor eigen zelfstandige werk
zaamheid en zoo vruchtbaar te maken voor
het rechtsleven. De heele trias-leer is door en
door in strijd met de werkelijkheid. De wet
gevende macht doet ook bestuursdaden en
oefent ook administratieve rechtspraak uit.
De uitvoerende macht beweegt zich telkens
op wetgevend gebied, berecht ook een goed
deel der administratieve geschillen. De rech
terlijke macht voert nog altijd allerlei admi
nistratie en schept een eigen rechterlijk
recht, dat practisch met wetgevende maat
regelen gelijk staat. Ondanks alle foutieve op
vattingen bij de codificatie leerde de werke
lijkheid ons, dat de rechter nog steeds
rechtsvormend werk verricht. De wet A.B.
geeft dan ook bij oppervlakkige lezing wel
een onjuist beeld van aard en wezen der co
dificatie van ons burgerlijk reoht.
Ook de practijk knaagde aan de gedachte
der codificatie. Allerlei zaken iijn buiten de
codificatie om door afzonderFjke wetten ge
regeld. Allerlei recht ontstond naast, soms in
strijd met het gecodificeerde. De codificatie-
gedachte heeft dan ook slechts een beperkte
beteekenis; in zooverre daardoor getracht is,
de gewoonte en den rechter als bronnen van
privaatrecht recht terug te dringen, is de
invloed zelfs ongunstig te noemen.
Toch is de codificatie van ons burgerlijk
recht in 1938 een goed werk geweest. Men
was bang voor verstarring; dat is niet ge
beurd. In Angelsaksische landen, waar men
die codificatie niet heeft ,is de klacht der
verstarring veel erger dan bij ons. Men kan
de codificatie heilzaam noemen, als men haar
niet ziet in den trant van Justinianus en in
het licht van valsdhe theorieën. Zij is ge
worden een vast centrum voor ons privaat
rechtelijk rechtsleven. Bij de verdere ont
wikkeling daarvan is ook voor de Calv. Jur.
Vereen, een taak weggelegd, hetgeen spr.
nader toelacht. Op vele deelen heeft het
christelijk beginsel reeds grooten invloed ge
oefend; dit kan worden uitgebouwd. Spr.
releveert in dit verband het 15 jaar bestaan
dezer vereeniging.
Bestuursverkiezing enz.
Bij de nu volgende bestuursverkiezing,
waarbij periodiek en volgens de statuten
niet-terstond-herkiesbaar aftraden Prof.
Gerbrandy en Mr. T. A. van Dijken,
werden gekozen de heeren Dr. E. J. Beu-
me r en oud-minister Dr. J. Donner.
Verder werden de rekening 1937/'38 en de
begrooting 1938/'39 vastgesteld.
De hoofdmoot van den dag was het refe
raat van Dr. E. J. Beumer over „Straf-
rechtsvragen", een practisch-principieele be
schouwing over diverse vraagstukken in het
strafrecht. Aan de discussie hierover namen
deel Prof. V. H. Rutgers, J. Donner, E.
J. E. G. Vonkenb erg, A. C. G. v. Proos
dij, J. v. Wolf eren, R. ten Kate, K.
GroenenP. J. Klaver.
Krachtens den vertrouwelijken aard der
vereeniging worden van referaat en discus
sies geen verslag gegeven.
Nadat de Voorzitter de geanimeerde ver
gadering gesloten had, ging de referent voor
in dankgebed.
Het Bestuur der Vereeniging is thans al
dus samengesteld: Prof. Mr. A. Anema
(Haarlem), voorzitter; Dr. J. Donner (Den
Haag), vice-voorzitten Dr. E. J. Beumer
(Utrecht): Mr. H. van Haeringen (Den
Haag); Dr. Joh. H. Scheurer (Amers
foort), secretaris-penningmeester.