Komende en gaande cultures
„UNICUM"
De Hollandsclie landbouw is een voor
beeld van moderne rationaliseering.
Dr Frost.
Dinsdag 10 Mei 1938 No. 434
van aJdazr tiMzZoln,
voor /camor
Hennep en hop weer in opkomst
Meekrapboekweit en tabak
bijna verdwenen
Naast producten, die jaren, wellicht
eeuwen onze cultuurbodem bezetten, zooals
varwe, rogge, haver, aardappelen enz., zijn-r
ook, die soms na een tijdlang verdwenen te
zijn. weer in eere komen of die voor 't eerst
intocht doen. Bij deze laatste denken we h.v
aan mais- Tot de eerste behooren liennop,
en hop.
Nu dezer dagen de aandacht is gevestigd
op de belangwekkende proefneming inzake
den verbouw in Westelijk Noordbrabant van
hennep nadat tevoren reeds in de streek
van IJeelstein en de Lopikerwaard de cul
tuur was toegepast), mag 't niet oninteres
sant worden geacht, schrijft „De Tijd", even
in hev kort aa nonze gedachten eenige cul
tures te laten voorbijgaan, welke in het Zui
den van ons land, laten we zeggen tijdens
de laatste driekwart eeuw, gingen en kwa-
Wat den zoo juist genoemden hennep, de
grondstof der touwindustrie, betreft, deze
werd tot nu toe hier te lande uitsluitend in
gevoerd, o.m. uit Italië. In verband niet de
gedurende den oorlog tegen Abessinië toe-
gepaste sancties, is het met dien uitvoer uil
Italië echter misgeloopen. Men is in ons land
toen gaan begrijpen, dat het gemis aan een
eigen hennepteelt onder bepaalde opzichten
moeilijkheden kon brengen en besloot tot
het nemen van proeven met die cultuur,
o.m. in het Westbrabantsche kleigebied. Een
veertigtal boerderijen dier streek nam reeds
inl936 cultuurproeven. Er is nu een klein
fabricksbedrijf in die omgeving in exploi
tatie. teneinde te onderzoeken of deze op
eigen bodem geteelde .hennep zal beantwoor
den aan de eischen, welke aan de grondstof
der touw- en voorts ook mattenfabricagc
worden gesteld.
Dit belangwekkende experiment op het
gebied der kleicultuur vindt een tegenhan
ger in een andere Zuidelijke agrarische
proefneming, met name een proef met 'den
verbouw van hop op zandgronden. Intus-
schen gaat het bij deze teelt niet om een
eigenlijk novum. Eenmaal, namelijk in de
tweede helft der vorige eeeuw, was dc hop
teelt. met name in de Brabantsche Lang
straat niet zonder belang. De cultuur kwam
echter tot verval als gevolg van ernstigo
fouten, die bij het oogsten van het gewas
werden gemaakt. In'zijn hoogte-tijd omvatte
de verbouw van de Nederlandsohe hop
eenige honderdtallen hectaren en de produc
tie ond gereeden afzet bij onze bierbrouwe
rijen, die momenteel niet minder dan voor
ca. driekwart millipen gulden .per jaar aan
buitenlandsclie .hop importeeren. Na' haar
bloeitijd schrompelde de teelt in, om ten
slotte geheel te verdwijnen. Te Vlijmen zijn
nu dc laatste jaren met steun \an over
heidsinstanties door de plaatselijke afdeeling
van den Noordbrabaritschen Christelijke»
Boerenbond (N.C.B.) proefvelden aangelegd,
teneinde te onderzoeken of, met vermijding
der vroegere fouten, mogelijk aan de hopcul-
tuur nieuw leven kan worden ingeblazen.
Over een derde nieuw gewas, uit natio
naal agrarisch nuttigheids-oogpunt do
beide genoemde ongetwijfeld overtreffend,
werd in deze kolommen reeds onlangs ge
schreven. We bedoelen de uitgebreide proef
nemingen. o.m. ook op de Brabantsche zand
gronden, met de teelt van korrelmais. Er
•zijn redenen om aan te nemen, dat dit
hoogst.gewichtige product in onzen vadur-
landschen landbouw, zijn weg wel zal vinden
Tegenrncr deze komende cultures staan
die, welke geheel of goeddeels zijn verdwe
nen. liet meest specifieke voorbeeld uit een
reeds betrekkelijk ver liggend verleden,
schrijft genoemd blad, is de verbouw van
meekrap. In liet Zuid-Westen van ons land,
Zeeland, werd dit product vroeger od grooie
schaal geteeld. De lot poeder geplette wor
tels van do meekrapplant werden als verf
stof gebruikt. Op vele Zeeuwsche dorpen trof
men een zoogenaamde „meestoot" aan
„Stoof" is het Zuid-Nederlandsche woorl
voor kachel. In de meesloven werd de mee
krap gedroogd, daarvandaan vorengenoem
de lennming. Onder den invloed \an nieuwe
uitvindingen werd de veebouw \an deze verf-
grondslof o\erbodig en was de belangrijke
rol uitgespeeld, welke de meekrap langen
tijd in het Zeeuwsche productie-proces had
ingenomen. Cultures echter komen en gaan,
en in de suikerbiet heeft de meekrap een
\olwaardige opvolgster gevonden.
Bij het registreeren der prijsgegeven cul
tures niag niet worden vergeten, de boek
weit. een gewas vol traditie, dat voorheen
wel tot dc moest kenmerkende, speciaal va-a
het uitgestrekte Oostbrabantsche land. be
hoorde. De boekweit, als graansoort in de
15e eeuw uit Azië naar Europa overgebracht,
werd een kwarteeuw geleden in Brabant nog
op ruime schaal verbouwd. Tegenwoordig
ziet men ze nagenoeg niet meer en niet haar
is ook rle „boekende-struif", de uit boekweit-
meel gebakken pannekoek. vrijwel algemeen
van den Brabantschen boerendisch verdwe
ne. Het moet tot de uilzonderingen worden
gerekend, hier of daar in de zandstreken
\an het Zuiden nog perceelen boekweit aan
te treffen.
Tenslotte zij als bijna geheel geliquideerd
gewas genoemd de tabak, die vooral in het
Land van Maas en Waal druk werd geteeld.
Tijdens den loop der landbouw-depressie
heeft' men gezonnen op middelen om ook
deze cultuur weer tot haar vroeger peil op
1e voeren. Voor de economisch zwaar getrof
fen' Zuldigeldersche landstreek zou het een
ware aanwinst zijn, indien de inlandsche
tabak nog'eens haar vroegere glorie, mocht
boleven.
GENEESKRUIDEN
Oude middelen
in nieuwe tijd
Vele planten bezitten
heilzame krachten
Terug tot de natuur! 't is een gevleugeld
woord geworden, waar men eenige tientallen
jaren geleden, toen het voor het eerst of bij
herhaling gehoord werd over geglimlacht
heeft.
Keer terug tot de natuur! 't is niet alleen
bij deze uitdrukking gebleven,, het is een
daad geworden.
Velen zijn tot de natuur teruggekeerd.
De natuur, die zoo smadelijk de rug was
toegekeerd.
Thans is het mode geworden aan „natuur
onderzoek" te doen. Thans is er gelukkig
niet allen als modegril, een beter kennen
een beter waardeer en, een beter genieten van
de natuur gekomen.
Op menig gebied was de natuur vergeten.
De mensch was gemechaniseerd, geïndustria
liseerd en gechemiseerd. Mechanisme, indus
trie en chemie waren de goden van den tijd.
Men juichte over wat langs mechanische weg
mogelijk was geworden, men bejubelde de
verregaande industrialisatie, men bracht ova
ties aan de chemie, die voor kamillethee as-
perientjes schiep en saccharine voor suiker.
In de geneeskunde was het wel heel sterk
hoe de chemie de natuur verdrong, en welk
een vlucht de fabricage van geneesmiddelen,
Men zwoer bij tubes en pastilles.
Maar de reactie trad in. Men ontdekte dat
de chemische middelen vaak schade deden
aan andere organen, zoodat soms verplaatsing
der moeilijkheden het gevolg van het ge
bruik was en meermalen het middel erger
dan de kwaal.
Zeer zeker is door de chemische genees
middelen heel wat goeds gedaan. Maar toch
gaat men hoe langer hoe meer inzien, dat
men in de geheesmiddelenleer, teveel de
tuur heeft vergeten en gaan ook doktoren
weer meer dan voorheen kruidenmedicijnen
voorschrijven.
Geneeskruiden krijgen weer belang
stelling. Enkele eeuwen terug was het
aafttal planten, waaraan men genees-
krafcht toeschreef heel groot meer dan
duizend- thans is men tot de conclusie
gekomen, dat daar heel veel planten bij
waren, die als geneeskruid geen waarde
hebben. Werkelijke geneeskracht zullen
in ons land hoogstens een driehonderd
tal planten bezitten.
Wie daarvan de meest belangrijke wil
leeren kennen kan veel genoegen bele
ven van het boekje van A. D i n a n d,
bewerkt door den welbekenden natuurbe-
schrijver Rinke Tolman „Het zak
boek der geneeskruiden" (uitgave van A.
G. Schoonderbeek te Laren).
In dit boek staan niet alleen een 74-tal
fraai gekleurde afbeeldingen van geneeskrui
den, doch ook een nauwkeurige beschrijving
de kwalen waarvoor de planten» gene-
Bloeiende magno
lia een sieraad
Het is nog koud en het weidevee kan nog niet zonder dek. ook al is het reeds
bijna hal[ Mei.
zing kunnen aanbrengen.
Aangegeven wordt waar de plant het best
te vinden is, wanneer ze bloeit, welke deelen
geneeskracht bevatten, en welke genees
kracht. Hoe cn hoeveel gebruikt moet
den bij verschillende kwalen.
Voor hen, die de natuur, die de planten
voor de beste geneesheer houden, een heel
interessant boek.
Den dokter kan men niet missen
migen meenen dat wel, doch ze vergissen
zich deerlijk doch eenig eigen inzicht
de meest geëigende middelen voor de ge
makkelijk te herkennen kwalen is niet ver-
Weer veel meer komt de geneeskruiden
teelt en het gebruik van plantaardige genees
middelen op den voorgrond.
Onschatbare diensten zal dit handig zak
boek met zijn waardevollen, leerzamen in
houd daarbij bewijzen. In een afzonderlijk
hoofdstuk wordt aangegeven hoe de planten
gebruikt moeten worden, hoe thee, poeder,
sap, tinctuur, wijn, oliën, zalven, siropen,
compressen bereid moeten worden.
Nadruk word': er op gelegd, dat men met
dit boek den dokter niet kan missen, doch
deze in bijzondere gevallen steeds moet raad
plegen.
Als voorbeeld laten we hier volgen de be
schrijving van één der planten, de brand-
Groote Brandnetel, Urtica Dioica L
Een' 60-M30 cM. höoge plant, waarvan de
vierkante' s'ertgel brèndharen' heeft;' evenals
dë hartvormigei grbfgezaagdebladeren. »De
zeer algemeene plant kan men nagenóeg
al tegenkomen.
Bloeitijd: Juliherfst. De bloemtakken
aar-pluimvormig de bloemen zelf zijn nietig.
Verzameltijd der jonge bladeren
"Wortelstokken: in den zomer.
1. De thee (a) van de bladeren werkt
bloedzuiverend (bij huiduitslag), urine-
drijvènd en wordt gebruikt bij vers
mingeti der longen en ademhalir
or.g a n e n: bovendien zuivert ze de m:
wordt verder gebruikt bij geelzucht
aambeien; (b) de thee van de wortels
werkt krachtiger, vooral zeer goed bij begin
nende waterzucht en bij bloedvl
in gen.
2. Het sap doet het bloed water e
houden (dagelijks 2 eetlepels).
3. W ij n. In wijn of honing gekookt: (2
maal per dag 1 kleinen kop) goed bij asth
ma en aamborstigheid.
4. Gorgeldrank. Het aftreksel dient
als gorgeldrank bij verslyming va:
kee 1.
5. Wasschingen. Brandnetelwater
wordt aanbevolen voor wasschingen tegen
Men doopt een doek in 't water en wrijft
't zieke lichaamsdeel dagelijks 2 tot 3 maal
6. Haarmiddelen. tegen roos
haaruitval.
Homoeopathie. Alleen de kleine
brandnetel, Urtica urens L., wordt gebruikt
en wel tegen vormen van huiduitsl
netelzucht, waterzucht, en bra
wonden zonder blaren (van den eersten
graad).
MEI IN DEN TUIN
Wat er te doen is
In den moestuin wordt het nu tijd om de
stok- en slamboonen te leggen. Ook kan men
nog eens zaaien: radijs, kropsla, spinazie,
vroege worteltjes, cn kan een begin ge
maakt worden met hst zaaien van winter-
andijvie, en winterwortelen.
Wie van snijbiet houdt kan in deze
maand, wat zaaien, hoewel de eigenlijke
zaaitijd Juni of Juli is. In elk geval zouden
wij, zoolang het zoo koud is, nog maar even
wachten. In het laatst van de maand begint
de tijd om witlof ve zaaien-
Als 't weer heel moi wordt, dan kunnen op
een begin gemaakt worden met het planwn
van de verschillende koolsoorten.
Als het weel heel mooi wordt, dan kan op
een goed beschutte plek komkommer- en
augurkenzaden gelegd worden. Als men
planven kan krijgen, om met kluit geplant
te worden, dan kan men hev mits 't weer flink
omslaat probeeren, doch men dient de plan
ten dan van alle kanten eerst nog niet glas
platen te beschutten. Ook tomaven kunnen
geplant worden-
Met wat moeive is dus nog wel wat te be
reiken, doch het weer, het weer en nog eens
het weer moet medewerken.
Mei is de wiedmaand. Zorg er voor dat de
tuin goed schoon blijft Dat .geldt voor de
geheele tuin. dat geldt in het bijzonder voor
de aardbeienbedden. die- we nog al eens zien
verwaarloozen. Wat toch heusch niet mag.
Ilev kan zijn nut hebben er op te wijzen,
dat boonion en struiken, die tegen muren
schuttingen geplant zijn. lei hoornen en
iirozen bv- thans grootc kans hebben te
Idroog ve staan. Let daar dus wat op en giet,,
als de grond droog is. goed. Niet prutsen,
niet telkens een beetje, dat zoo weer ver
dwijnt, doch zoo nu en dan een flinke hoe
veelheid water dai' de grond door en door
In de bloementuin*
Mei is bloeimaand. Heel veel blo:men en
heesters kunnen doae maand bloeien. Denk
er aan, dat de uitgebloeide bloemen na den
bloei dadelijk weggebroken worden, maar
beschadig de daaronder zittende «noppen
niet
In deze maand begint men al last te krij
gen van het „wit", de meeldauw, in de ro
zen. Voorkom dit en bestrijd dit zooveel
mogelijk door geregeld te besproeien met
een salicylzuuroplosing. In 1 L. water lost
men op 20 gram groene zeep, dat is onj
veer een afgesvrelcen eetlepel vol. Dat wordt
wel eens half gedaan we bedoelen dat
oplossen en blijven er vlokken zeep in het
zeepsop zweven- Gebruik dus liever wal
warm water, daarin gaat het oplossen ge
makkelijker. Als hev water afgekoeld is doet
men er 1 gram salicylzuur, bij den drogist
te verkrijgen, door. Doch ook deze stof lost
niet gemakkelijk op. Daarom kan men beter
doen div eerst in een paar eetlepels vol brand
spiritus op te lossen- Dat gaat vlot en deze
oplossing doet men dan door het koude
- Besproei om de 10 of 14 dagen geregeld de
rozen hiermee. Dav is een best middel ter
voorkoming van liet „wit" en men bestrijdt
€r meteen de bladluizen mee.
ONDERMELK AAN KALVEREN
EN VARKENS
DE TEELT VAN KORRELMAIS
Ook in Duitschland
veel belangstelling
Zooals men weet wordt in de laatste ja
ren in ons land veel gedaan om de korrel
mais een plaats te geven in de rij der eigen
verbouw de voedergranen.
Niet alléén in ons land is dai' het geval
geweest. Ook andere landen in Midden- en
West-Europa hebben belangstelling voor
deze teelt.
Zoo kwam in de „Deutsche Landwirt-
schafvliche Presse" een artikel van dr. Chr*
Simon, die verbonde nis aan het Maisanbau
Gesellschaft" te Berlijn.
Deze schrijft o.m- dat het goed is maïs Ie
verbouwen in plaats van voedergranen en
niev in de plaats van hokvruchten.
De arbeidstechnische moeilijkheden van
maïsverbouw worden, zegt dr. Simons, bijna
steeds overschat. De maisverbouw vereischt
minder werk dan aardappelteelt- De meeste
bedrijven verbouwen twee soorten korrel
mais, een vroegere en een latere soort. De
eerie kan geoogst worden vóór de aardap-
peijs, waarna het land nog gereed gemaakt
kan worden voor wintergranen.
In normale jaren is h*:t goed maïs te
zaaien omstreeks 20 April, in warmere ge
bieden nog iets vroeger. Uitzaaien na 5 Mei
is rijkelijk laat, na 10 Mei te laat-
Te dicht moet nier gezaaid worden, daar
dan altijd planten in ontwikkeling achter
blijven en ook het drogen der kolven schade
lijk kan beïnvloed worden. Als meest ge
bruikelijke plantwijze geeft hij aan lot 60 x 20
cm bij vroege, 60 x 25 cm bij middelvroege
en 60 x 30 cm bij latere soorten.
Maar ook voor een te ruimen stand wordt
gewaarschuwd.
Wat de bemesting aangaat heeft 60 tot 70
kg zuivere fosforzuur, 100 kg kali en 60 kg
stikstof gunstige resultaten opgeleverd-
Vooral fosforzuur heeft een zeer gunstige
invloed op het gewas en een sterkere stik
stofgift, mits vroegtijdig gegeven, vertraagt
den oogst niet.
De reeltproeven wezen uit, dat maïe ook
op hoogveen zeer weelderig groeit. Maar ld
moet clan niet voor 5 Mei liefst omstreeks 10
Mei gezaaid worden, waarbij dan vroegrij-
pende soorten genomen moeten worden-
Op deze (hoogveen) gronden moet men
niet te veel stikstof geven, 20 a 30 kg is vol
doende.
De groote vijand van de maïsteelt op hoog
veen is de draadworm. Alleen hierdoor is
in N.W. Duitschland een vierde deel der
proeven mislukt. Soms bleef geen plant
me-ï over.
Ook de Tipula, de langpootmug, doet hier
schade, volgens Dr. Simon- Bedoeld zal wel
zijn de'larve van dit insect, de ook in ons
land beruchte enelt.
Aanbevolen voor het drogen der korrels
wórdt deze van de aarspil af te doen, daar
deze veel vocht bevat.. Hoewel deze aarspil
ook nog wel voedingswaarde bezit en hel
vermalen van de geJieele kolf voor eigen be
drijf een voeder geeft, dat evenwaardig is
aan gerst.
Evenals vorige jaren omstreeks dezen tijd
verkeeren wij weer in de periode van lage
kaas- en melkpoedcrprijzen en verdient het
aanbeveling, dat men nagaat of men niet
méér ondeimiclk naar de boerderij kan laten
teruggaan en de productie der genoc-mde
artikelen beperken-
Zoodra de ondermelkwaarde in kaas en
melkpoeder beneden een bepaald minimum
is gedaald, is het voor den boer, die onder-
melk iendalx'1 van kalveren en varkens kan
vervoederen, voordecligcr dit te doen- er
daarmede eiwitrijk krachtvoer uit ve sparen
Wij hebcn eens nagegaan, wat de voeder-
waarde der om] enne Ik is en wij zijn tot de
conclusie gekomen, dat deze voor den bo:r,
die op het oogenblik kracluvoedcr zou moe
ten vervocderen, plm. 1 ct. per L. bedraagt-
Voor den veehouder, die van de fabriek gra
tis wei ontvangt, ligt de zaak e»oiigszins an
ders. Voor hem moeven we van de voeder-
waarde der onderenclk, die van de overeen,
komstige hoeveelheid wei aftrekken. De hoe
veelheid ondemielk, welke door den veehou
der wordt terugontvangen, verhoudt zich tot
de hoevee lheid wei als Si 70 ofa Is 100 S3-
In geval van kaasbereiding moeë dus cle
voederw aarde van 100 L. ondemielk worden
verminderd met die van 83 L- wei, welke
bij de thans geldende prijzen der krachtvoe
dermiddclcn gesteld kan worden op circa 50
ct., zoodat dus de ondermelk voor hem min
der dan 0.5 ct. per L. niag kosten, indien hij
nog mei" voordeel ondermelk zal kunnen
voederen.
Wanneer wij met deze cijfers vergelijken
hetgeen thans bij de bereiding van kaas en
magere melkpoeder vooi- de onclermelk
wordt gemaakt, dan doet zich daarbij nog
de moeilijkheid voor, dat wij van de bruto-
waarde der ondemielk in kaas en magere
melkpoeder nog de onkosfen van de berei
ding moeten aftrekken en deze onkosten
vooral voor de kaas, moeilijk zijn te bepalen-
Stellen wij deze echter, om een globaal cijfer
te noemen, voor de kaasbereiding, op 35 ct.
en voor de bereiding van magere melkpoe
der op 45 ct- per 100 L. ondermelk, dan is
de neito-kaaswaarde der ondermelk op het
oogenblik 0.13 ct. (de bruto-kaaswaarde der
ondermelk volgens de noteering van den B.
v. C- Z. i. Fr-, verminderd met de onkosten)
en de nettopoedcrwaarde 0,39 ct. per L. on
dermelk.
Heigeen dc hoer dus op het oogenblik ont
vangt voor de ondermelk, Indien hij deze
aan de fabriek laat om er magere melkpoe
der of kaas van te bereiden, is nogal wat
minder dan wanneer hij deze in zijn bedrijf
zou kunnen vervoederen- Over de wijze
waarop de ondermelk kan worden gevoerd,
behoeven wij niet veel mee fe deelen. De
landbouwbladen hebben op dit terrein ge
noegzaam voorlichting gegeven. Ton over
vloede wijzen wij nog eens op dc publicatie
van de Directie van den Landbouw over
..Ondermelk en magere melkpoeder als voe
der voor varkens, kalveren en mestvee",
Ike gratis is te verkrijgen op aanvraag
n vereenieingen hij dc Directie van den
Landbouw, 2e afdeeling B te. 's-Gravenliage-
SATIRE EN TOCH...!
Hoe moet ik adresseeren
Aanbevelenswaardig voorbeeld
In „La fromagerie frangaise", een Fransch
'blad voor kaasbereiding, werd opgenomen
een adres, zooals een Amerikaansclie boer
zond aan den Araerikaansehen minister van
landbouw*
Wij geven dit adres hier in onze taal weer.
Misschien dat door het over en weer verta
len van het Amerikaansch Engelsch in de
Fransche taal en van deze weer in onze taal
de zuiverheid van woorden wat geleden
heeft, de bittere humor over bitter ernstige
dingen, die liet bedrijfsleven van de boeren
zoowel in Amerika als in Frankrijk cn ook
in Holland zoo moeilijk maken komt goed
uit cn is wel in staat de aandacht te vesti
gen op de dwaze wereld, waarin we in de
laatste jaren terecht gekomen zijn
Het adres luidt:
„Heer Minister, il
Mijn vriend Slim, uit Goedenaarde, heeft
dit jaar een check van 1.000 dollar gekregen
omdat hij geen varkens gekweekt heeft-
Wij hebben dus op onze hoeve besloven
een zaak van niet-kweekerij van varkens op
te richten. Dit schijnt ons zeer interessant
en zelfs boeiend- W» zullen daardoor ook
enkele werkloozen aan 't werk kunnen
zetten.
We zouden nu gaarne vernemen, Heer Mi.
nister, welke streken en welke soort van
varkens het best geschikt zijn voor die on
derneming. Is het geraadzamer witte dan
wel zwarte zwijnen te nemen of zijn. de
Berkshire de beste?
We hebben natuurlijk ook kapitaal noodiig
en vragen U om een uitgifte te mogen doen
van aandeelen in onze maatschappij van
niet-kweekers van varkens-
Wat ons echter het moei lij ksche 6cliijnt, Is
het opmaken van den inventaris van de var
kens die we niet zullen gekweekt hebben.
Slim is zeer optimistisch gestemd rakende
de toekomst van onze onderneming. Hij zegt
dat hij gedurende een twintigtal jaren zwij
nen gekweekt heeft en dat hem dat jaarlijks
een 350 dollar opbracht en 1918 zelfs 400-
En verleden jaar had hij een winst van 1.000
dollar door er geen te kweeken. Ge zult
moeten bekennen, Heer Minister, dat de ge
schiedenis van dien man wel roerend is, die
zijn levem lang varkens kweekt, zonder maai
te vermoeden dat hij meer kon verdieneu
met er geen te kweeken.
Indien we 1.000 dollar kunnen krijgen voor
het niet-kweeken van 500 varkens, krijgen
we natuurlijk h-rt dubbele voor het niet-
kweeken van 1 000 zwijnen. We zijn zinnens
de zaak in 't klein te beginnen, en we zullen
tlus een aanvang nemen met het niet-kwee
ken van 4 000 varkens dit jaar, hetgeen ons
een winst van S 000 dollar zal bezorgen.
Er is echter nog wat andere. Deze varkens
die we niet zullen kweeken zouden ongeveer
-100.000 bussels graan verslonden hebben.
Men zegt ons dat gij ook geld geeft aan de
landbouwers die geen graan le-clen. We ho
pen dan ook dat ge ons iets zult geven voor
die 100 000 bussels graan, die niet zullen ge-
teeld worden voor die 4.000 varkens die wfl
niet zullen kweeken.
Het zou ons zeer aangenaam zijn, Heftl
Minister, een spoedig antwoord te bekomen^
daar het seizoen ons zeer geschikt lijkt voor
het niet-kweeken van varkens, en we graag
zonder verder uitstel zouden willen begin*
Gelieve, enz.
P.S. Heer Minister, zou het ons toch tgege*
laten zijn een dozijn varkens te mogen vet
mesten voor eigen gebruik, terwijl wij onze
onderneming van niet-kweekerij voortzetten!
Juist genoeg om d>zen winter een weinig
spek of hesp hij ons brood te kunnen eten!''
Schurft bij appel en peer
Van Mededeeling no. 50 van den Planten-
ziektenkundigen Dienst: De schurftziekte bij
appel en peer is de vijfde druk verschenen*
Dit boekje is een volledige handleiding voor
de bestrijding van de schurftziekte en ala
zoodanig onmisbaar voor alle fruitkweekers.
Het is bij den Plantenziéktenkundigeat
Dienst te Wageningen verkrijgbaar.
WEET GE
dat door de Belgische regeering ook voor
1938 subsidies -verleend worden voor
stalverbeiering en dit jaar voor het
eerst ook voor het bouwen van silo's;
dat de groententeelt in Duitschland, naar
minister Darré bij de opening van de
tuinbouwtentoonstelling te Essen zei,
steeds toeneemt zoodav ook bij het toe
nemend groentenverbruik, het aandeel
dat de binnenlandsche productie levert
percentsgewijze ook nog stijgt;
dat de fruitteelt in Duitschland zeer toe
neemt en de binnenlandsche bevredi
ging van het stijgend verbruik toch vaa
75 tot 89 pet- steeg;
dat ter bevordering van de fruitteelt in da
jaren 1934 tot en met 1937 in Duitsch
land met behulp van Rijkssteun 2,S mil-
lioen vruchtboomen zijn geplant, terwijl
ongeveer een kwart millioen boomca'
zijn omgeënt;
dat door de koude der laatste weken, na 'd«
mooie Maart de grasoogst in verschil
lende deelen van ons land zeer verlaat
wordt;
dat men in Denemarken vooretellen leao
verwachten omtrent rationaliseering der
zuivelindustrie: men wil de kleine niet
rendeerende en minder goede kwaliteit
levlrende fabriekjes opheffen en vervan
gen door groote bedrijven;
dat de komkommerexport naar Duitschlan9
dit jaar in April 639000 kg bedroeg te
gen 403000 kg in April van 1937,
Ontvangen geschriften
BOERDERIJEN. Uitgave van Holkemai
en Warendorf N V.,' Amsterdam,
'Aan het bouwen van boerderijen worden
thans vrij wat zwaarder eischen gesteld dan
voorheen, hoewel ook dadelijk moet toege
geven worden, dat er voorheen, ook zondetj
dat men met de theorie op de hoogte was,
toch vaak prachtig werk is geleverd, ook ten
aanzien van de praktijk van het boerenbe
drijf.
Maar de eischen van den tegenwoordigen
tijd zijn zwaar. Daarom is het goed, dat
deze technische eischen imtrent bouw en in
richting der Nederlandsche boerderijen eens
in een afzonderlijke uitgave behandeld wor
den. Dat hierbij speciale aandacht geschon
ken wordt aan de ventilatie en isolatie van
veestallen is te prijzen. Nergens zijn in den
laatsten tijd zooveel boerderijen gebouwd als
in de Wieringermeer. Natuurlijk, dat de
bouwdeskundigen daar in de leer gaan. Na
tuurlijk, dat in een boek als dit veel ont*
leend wordt aan de boerderijbouw in onze
nieuwe provincie en de onderzoekingen daar
bij gedaan.
Men vindt in dit boek vele nuttige gege*
vens, vele schema's en sohetsteekeningen,
vele constructieteekeningen. vele foto's, vele
luchtfoto's van de Wieringermeer en ook, o.i*
minder passend in een boek als dit, een ta
melijk uitvoerig artikel over de drooglegging
van de Zuiderzee en de Wieringermeerpol-
der.
Dc uitvoering is heel mooi. Zwaar kunst-
druk-papier, scherpe foto's, zeer duidelijke
Alle eer aan de uitgevers en aan de sa
menstellers, de architecten Koen Limperg en
W. van Gelderen, den bouwkundigen ambte
naar van de Directie van de Wieringermeer,
A. D. van Eek en den adviseur van de direc
tie van de Wieringermeer, dr ir J. T. P.
Bijhouwer.
De meest volmaakte
Hooi- en Graanelevator!
GEBR. OLD EN HU IS,
T raasportear boo w
BIBRUM (GR.), TELEFOON
wmmEmm