Swift >e financiering van de Defensie-uitgaven WOENSDAG 6 APRIL 1938 DERDE BLAD PAG. 9 Tweede Kamer De toepassing van de iiiderzeesteunwet ook Benoorden Afsluitdijk Geen bijzondere reserve voor de P.T.T. e Överzïcht De Kamer, die na een reces van 4 5 Sreken vanmiddag weer bijeengekomen is, leeft kans gezien om reeds op den eersten gaderdag door te dringen tot het laat- j tevens voornaamste punt der agenda: partieele dekking der defensie-uitgaven, j Wat daaraan vooraf ging, werd kort af- Mdaan, aut6 Lang was parlementair gedokterd over aantal adressen van personen, die als ilanghebbenden bij de toepassing der ^iuiderzeesteunwet zich beschouwen en zich Mihpet de toepassing dier wet to hunnen op- ichte niet konden vereenigen. Het punt, dat zoo lange voorbereiding de parlementaire behandeling der op in aantal adressen te nemen beslissingen dig had gemaakt, betrof de vraag: moet Zuiderzeesteunwet oolc benoorden den i-EiJfsluitdijk toepassing vinden? 3EN| Minister v. Buuren had evenals zijn !°2jjoorgangers aanvankelijk een ontken- tend antwoord gegeven, maar is later tot age#der inzicht gekomen. edeJTWie benoorden den dijk een bedrijf uit- ctmfcfenen en meenen te voldoen aan den BuJsch van art- der wet V00r bclangheb- lenrfnden gesteld, kunnen voortaan een aan- n; jrage om tegemoetkoming indienen. lIart|Als gevolg hiervan zal de werking der fet niet langer beperkt zijn tot de plaatsen tenrfnncn ^et afgesloten deel der Zuiderzee Oplegen, maar krijgen ook andere Zuider- jeJevisschers en eveneens de wier(zeegras) Tajsschers van Texel, den Helder en andere *a™flaatsen een kans op steun. Reeds lang was daarop aangedrongen. Pawe Regeering had echter steeds een afwij- B^ind standpunt ingenomen, omdat zij uit- ^Jng van de juistheid van een wetenschap- ribet^lijk rapport, waarin was betoogd, dat de A4erdwijning van het wier ten Zuiden van Ie waddeneilanden een gevolg was van ziekte en niet speciaal van de afslui- ^3ng van de Zuiderzee. Deze ziekte zou L,LÖ»iaf Portugal verder langs de geheele Spefestkust van Europa voorkomen. Practische deskundigen ontkenden wel n 4101 wierziekte voorkwam, maar wa- rieapn toch van oordeel, dat het verdwijnen Smtt het wier vooral veroorzaakt werd door ^Jjerzouting van het water in de Wadden- Lcype, dat weinig toevoer meer kreeg van iJNbet water. Reeds in Maart 1937 heeft de Kamer den thJftrokken ininister uitgenoodigd de Zui- geitfcrzeesteunwet ook benoorden den afsltlit- '^Hijk toe te passen. Het heeft echter meer Jan een jaar geduurd eer de gewenschte Paufeslissing kwam. Zij werd eerst verkregen sijjadat van de zijde der Kamer, het weten- atwchappelijke rapport afdoende was weer legd geworden. De heer Bongaerts is op die weerlegging nog kort teruggekomen en heeft met de heeren Drop en Poethuma groote voldoening over 's ministers beslissing uitgesproken. Minister v. Buuren gaf nog eens de mo tieven aan voor zijn gewijzigd inzicht om de grenzen voor de toepassing der Zuider zeesteunwet te verleggen rot aan de wad deneilanden. Toegezegd werd, dat in Kon. besluiten, enz., met spoed de noodige wij zigingen zullen worden bevorderd en dat het nader onderzoek naar den invloed van de wierziekte op den achteruitgang der wierbedrijven eveneens zal worden be spoedigd. De menschen van de Zuiderzee zijn met de gevallen beslissing geluk ve wenechen. De verschillende conclusies op de adres sen werden zJi.s. aanvaard. Korte bespreking lokte uit het wetsont werp tot wijziging van de Mijnwet. Daarfcij wordt aan de uitvoerende macht groover bevoegdheid tot het treffen van veiligheids maatregelen verstrekt. Op weinig tegenstand stuitte ook de wij ziging van de maximum-foitnatie van ge rechtshoven en Techtbanken en de herklas- seering van kantongerechten. Minister Goseling verklaarde om finan- cieele redenen reeds niet te kunnen vol doen aan het verzoek van Mr. Truyen en Mevr. BakkerNort om de onderscheiding tusschen rechtbanken eersie en tweede klas te doen vervallen. Deze klassificatie steunt vooral op standplaatsverschil. Zou men haar opheffen, dan zou dit onderscheid roch weer op andere wijze tot uitdrukking moe ten worden gebracht De Kamer had geen bezwaar. Minister van Boeyen leed een klein echecje met zijn poging om voor het P.T.T. een algemeen reservefonds in te voeren tegelijk met de vorming van een reserve rekening voor de pensioenbijdragen van het personeel. De heer Wagenaar ontwikkelde princi- pieele bezwaren. Hij merkte daarbij o.a. op, dat z.i. de baten van den ipostcheque- en girodienst circa 4 millioen de winsten van het P.T.T.-bedrijf sterk flatteeren en eigenlijk op haar rekening niet thuis be- hooren, evenmin als de winsten van de Rijkspostspaarbank er op worden gebracht. Ook de heer Drees deelde de geopperde bezwaren, al vatte hij ze niet zoo princi pieel op. Het is geen tijd om thans voor een bepaald bedrijf, waarin steeds ruim is afgeschreven de laatste jaren ruim 36 millioen bijzondere reserves te gaan kweeken. De heer Teulings dacht er niet anders over. Slechts de heer Krijger stond op het stand punt van den Minister. Deze kon evenwel het pleit niet winnen, ondanks zijn verwijzing naar de gestegen kapitaalsinvestatie bij het bedrijf van 73 tot 130 millioen. Met 76 tegen 10 stemmen zag tenslotte de heer Wagenaar zijn amendement aange nomen, dat de bijzondere reserverekening uit,, het wetsontwerp verwijderde. Tegen het amendement stemden met de 8 CH's de anti-rev. Duymaer y. Twist en Amelink. Een wijziging van de Suikerwet, dienen de om de ontduiking van den accijns voor ruwe suiker tegen te gaan, ging er al even (DENK EROM MEVROUW, DAT UIN UW VELO WASMACHINE ALLÉÉN RINSO GEBRUIKT vio^'De vooraanstaande Velo WascbmachinemaatschappQ beveelt lert|steeds Rinso aan om in alle Velo wasmachines te gebruiken. ;em< En. .duizenden huisvrouwen hebben het reedsgeconstateerd: met Rinso komt de wasmachine het best tot zijn recht In inleen oogwenk een overvloedig sop, dat in anderhall uur lri«al hat wasgoed van 5 personen prachtig wit maakt voor [aktslechts 12$ cent. Dat is het resultaat, dat U alleen maar y®J»net de „overvette" Rinso-kan bereiken. En niet mÜi"een in e"<e wasmachine, maar ook in elke tobbe! Rei>bovendien heeft Rinso nog een bon voor geschenken. „OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE wijziging van het Sta- vlot door als tistiekrecht De Kamer was toen genaderd aan het laatste agendapunt: de partieele financie ring der defensie uitgaven. Voorgesteld is om f 10.2 millioen te ver krijgen uit 10 nieuwe opcenten op de In komsten belasting en een verhooging van de dividend- cn tantiémebclasting. Eerste spreker er over was mr Teulings, de financieele specialiteit der Katholieke fractie, wiens beschouwingen echter nog al eens aan onvolkomenheden lijden en daar door in den regel geen diepen indruk maken; ook zijn ze wel eens weinig objec tief. Hij WW bereid het wetsontwerp te vaarden, maar maakte zich reeds nu erg be zorgd over eventueelen bezuinigingsarbeid der Regeering en nog meer over de voor nemens tot een bedenkelijke verhooging van de Omzetbelasting en een onsympa thieke verzwaring der Personcele belasting, welke nog in overweging zijn. Eigenlijk wil hij daar niets van weten. Maar wat dan? Waarom geen weerbelasting Ingevoerd, zoo vroeg hij, of als men de bezwaren daartegen te ernstig acht een noodoffer aan ons volk gevraagd? Zoo'n heffing in eens brengt echter ge vaarlijke economische terugslagen te weeg. Die kon de heer Teulings moeilijk ontken nen en daarom ging bij maar dadelijk over tot iets anders: een rentelooze defensielee- ning dan wel een leening tegen lage rente. Deze zou dan moeten dienen om de stijgen de defensiekosten tot 1942 op te vangen. Met een heffing van 1^2 2 pet van 't vermogen zouden we er zijn, Noodoffer noch weerbelasting liggen in de lijn der Regeering. Deze heeft zich over een leening als door den heer Teulings be doeld echter nog niet uitgesproken, maar wel voor belastingverhoging, zij het in twee tempo's. Hoe noodzakelijk de defensieuitgaven ook zijn, niemand zal ontkennen, dat aan belas- tingverhooging een hoogst onaangename kant zit en er ook ernstige economische be zwaren tegen zijn aan te voeren. Dat geldt in het algemeen, z.ij het misschien van alle verhoogingen niet in dezelfde mate. Er moet uit vele kwaden een keus worden gedaan en men kan slechts hopen, dat deze de minst kwade zal blijken te zijn. De Minister heeft zijn keus gedaan. Dio van anderen viel anders uit, ook van hen, die het element der bezuiniging in hun be schouwingen hebben opgenomen. Wat de Kamer zal doen, dient te worden afgewacht, al schijnt het ons voorshands niet onwaarschijnlijk, dat zij, ondanks veler lei bezwaren, den Minister ditmaal zal volgen in het zoeken van de middelen om de verhoogde kosten van de Dienstplicht wet te dekken. Vandaag gaat de Kamer met dit belang rijke vraagstuk verder. Zij zal het. naar aannemen, ernstiger doen dan de heer De Marchant et d'Ansembourg, die er politiek van maakte, de Regeerins falen over de heele linie verweet en de fascistische lan den ons ten voorbeeljl stelde. We volgen echter zulke funeste voorbeel den maar liever niet Daarvoor zijn ons onze volksrechten en vrijheden en is ons onze volkswelvaart te lief. Verslag In de gistermiddag gehouden vergadering de Tweede Kaï •kschrlft» stemming over uit, dat over het geheel eenstemming ten aanzien van de toepassing der Zuiderzeesteunwet ls verkregen o.m. ook aangaande personen, die niet binnen den Af sluitdijk wonen. De heer DROP (s.-d.) waardeert eveneens de houding van den Minister. Spr. hoopt, dat de uitvoering der maatregelen nu ook royaal zal zijn. De heer POSTHUMA (chr. dem.) brengt den Minister eveneens dank voor zijn tegemoetko mende houding. Spr. kent het wlervlsscherij- bedrijf, doch het wier is grootendeels verdwe nen. Er ls gesproken over de wierziekte, doch mogelijk ls de verzouting van het water ln de Waddenzee oorzaak van het verdwijnen der wier. Kan de Minister mededeelen, wanneer het onderzoek ls afgeloopen? De heer VAN BUUREN, Minister van Water staat, verklaart dat het vroeger Ingenomen standpunt geenszins op losse gronden berustte. Geruimen tijd Jen van den Afsluitdijk t noodig. Het onderzoek r Verschillende wetsontwerpen •ontwer- >rde zUn de volgende de MUnwet 1903; 9. Nad' 5 Juli 1910, tot van gerechtshoven -e wijziging van do 8. Wijziging wijziging van de wet ziglng maximum-formatie n rechtbanken; 10. nade: vet van 5 Juli 1910 tot herklasseerlng van kaï ongerechten; 11. Aanvulling en wijziging var e wet van den 20sten September 1928 tot aan wijzing van de takken van rijksdienst omvat- ende de posterijen, de telegrafie en de telefo- ile, voor een beheer, ala bedoeld ln art 88 dei Comptabiliteitswet: 12. Wijziging van de Sul- :erwet 1924 en van de Tariefwet 1934: 13. Wil- lging der Tariefwet 1920, de wet op 't Sta- lstlekrecht en de Algemeene Wet van 26 Aug 1822; 14. Tijdelijke voorziening an de opbrengst vai nbelastlng e vermeld onder nr. 8 wordt itemming aangenomen. TRUI JEN (r.-k.) der hoofdelijke lij nr. 9 betrei daut de klasse-indeellng ls gehandhaafd. Mevr. BAKKER-NORT (v.-d.) acht de klas- -indeeling ook ongerechtvaardigd, speciaal sens jonge rechterlijke ambtenaren. Wenscht U zich ook zoo'n paar mooie Swift-schoenen? Welnu, Swift brengt tal van mooie modellen, ook in breede maten. Even prachtig van lijn en even- gemakkelijk. Mocht U een breede voet hebben, geen nood I Want dan heeft Swift voor U evengoed nog een elegante schoen. Zoo'n Swift-schoen kan tegen een stootje. Daar kunt U mee vooruit, want ze zijn oersolide. Laat Uw schoenwinkelier U de verschillende Swift-leesten toonen. U vindt er direct de Swift-schoen bij, die U vanaf het eerste moment lekker zit. SWIFT bewijst dat een STERKE schoen ook MOOI kan zijn. De Minister van Justitie, de heer GOSELING rjjst op de financieele consequenties van de "ng eener uniforme klasse^ Een drlj de aangelegenhel ls dit niet. De classificatie Reservevonnina bij de P.T.T. Bt) nr 11 betuigt de heer WAGENAAR (a.r.) erkentelijkheid voor de uitvoerige memorl-3 van antwoord. Spr. heeft bezwaar tegen een al gemeene reserve-rekening bij de P.T.T. Verge lijking met de Staatsmijnen is onjuist. Het ka rakter van de wlnstultkeerlngen der P.T.T. la ook geheel anders, mede door den giro-dienst, welke eigenlijk niet bjj de P.T.T. thuis bo- De Rijks- spaarbank t komsten van een giro-dienst behoorden' afzon derlijk In de Rijks-rekening te worden verant- Spr.' becijfert de elgenltjke winst der P.T.T. zelve over 1936 op ongeveer een half millioen. Spr. kan een algemeene reserve der P.T.T. niet goedkeuren. Vergelijking met de mijnen gaat niet op, ook wül deze een afzonderlijke loon politiek voeren doch die der P.T.T. een onder deel vormt van het geheel. Er moet ook zooveel mogelijk naar eenheid in 's rijksdienst worden Inti schen wil I tegendeel waardeert spr. dit volkomen. De heer DREES (s.-d.) zegt dat de algemee ne reserve-vorming bü de P.T.T. het hoofd- punt van het wetsontwerp uitmaakt. Spr. heeft daar ook bezwaar tegen, doch alleen op dit oogenblik. Een ander bezwaar dus dan de heer Wagenaar. Spr. ls in het algemeen voor stander van zelfstandige staatsbedrijven, dus ook ta-v. de P.T.T., waar een zelfstandige fi nanciering gewenscht la Het wetsontwerp past ook wel ln een goede conjunctuurpolitlek ten einde ook ln slechte jaren te kunnen ultkeeren. eer en onder welke omstandigheden lgeraeene reserve worden gevormd? In dezen voor het Rijk zoo zorgeljjken tijd? Laten we liever wachten tot ln het algemeen de landsfinanciën op v asteren bodem staan. Nu ls het op zijde leggen van een bedrag zon- denkb< lëele bestemming niet nuttig. Hoe: inister neme 't wetsontw ilchzelf •erktUden. Men wil dat kapitalls- r nog versterken. ht van de Tweede Kamer wordt len girodienst heer TEULINGS fr.-k.) heeft gelb'ksoortl- zwaren als de heer Wagenaar. Whisky Soda Car a m ell a Van Lonk a te Breda De heer KRIJGER (c.-h.) sluit zich i Je bezwaren aan. De wenscheljjkheld v voorgestelde bestaat al jaren. Spr. zal zij geven. zUn recht te doen kom blind staren op de bed Het voorgestelde ls t: het comptabel beheer, en gemeenten. Overal btj provinciën plotselinge dalli En bovendien geschiedt le practük feitelijk bM de eel wordt voorgesteld, ln e afschrijvingen. In 1920 et bedrüf geïnvesteerd, ln it houdt verband met de t wetsontwerp. Men moet Irijf ook niet beschouwen, laar deed; dit bedrijf kan. sten betreft, tot onvoorziene komen, waarom deze alge- :ekering als stootkussen noo- orts aan de activiteit der Sta- zelf, of het budget-recht ook Wagei zal worden De heer WAGENAAR (a.r.) repllcee klaart, niet door den Minister te zijn De heer DREES (s.-d.) repliceert. TER dupllcc Een amendement-Wagenaar Bö artikel II verdedigt de heer WAGENAATÏ (ar.) een amendement om de redactie van het wetsontwerp weder ln hoofdzaak In overeen stemming te brengen met het wetsontwerp, zoo als dat bö Kon. boodschap van 4 Mei 1937, d Ingediend. Spr. heeft n.l. bezwaar tegen de alger ïlng bö het Staatsbedrüf der Posterijen, Tele- -rafle en Telefonie. Ook het cpenen van de mo- elökheld tot het vormen van reserverekemn- en zonder dat vooraf de Staten-Generaal bij peciaa) wetsontwerp de gelegenheid hebben ehad zich over de wenschelökheld van dio Dekking der Defensie-uitgaven j technische züde te wll- elschen, thans aan stellen. Naast de "ieströdlng in olledlg dekkingsplan hebbel dooi een laag percentage. Tegen verhooging van 't percentage d' zetbelastlng en matige verhooging v: personeele belasting heeft spr. ernstig bezwaar Waarom niet liever een weerbelasting. door d« Regeering verworpen? Waarom ls die afge wezen? Spr. bectJfert een zwaarderen druk var 10 millioen door directe belastingen en var 27U door verzwaring der omzetbelasting. D< onbillijke druk der belastingen zou er nog doo: vergroot worden ten nadeele vooral van C groote gezinnen en de minst draagkrachtige. Spr. bepleit de de iale leening - le voor nog andere srlgens bereid, dit De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM BOURG (n.s.b.) betoogt dat de Minister do zuinige politiek van de waschvrouw wil vol gen. maar ze Jaagt haar klanten weg. Het Mi nisterie van Financiën begrüpt niets van de wintigste eeuw. het begrÖPt niet slecht regeerbeleld ook nu den weg aan om de middelen te vin den zonder verhooging der belasting De Re geering schuift alles maar op den Internatio nalen toestand. Het ligt méér.aan nationale lamlendigheid van Regeering en rechtsche partijen (de voorzitter hamert). Wie zön land lief heeft, elscht onmlddellüko aftreding van dit Ministerie. srgaderlng wordt t GEMENGD NIEUWS Auto door winkelpui gereden Bestunrder gewond Eergisteravond om elf uur. toen het ha* veneiland Breezand op den afsluitdijk W i e- r i n R e n-F r i e si a n d. in verband met de verduisterinprsoefeninj? in de Noordelijke provinciën geheel in het duister was pjehuld, is een vrachtauto, komende van Gronin gen en peladen met visch, waarschijnlijk door de duisternis, plotseling van den weg afgeweken en het café van den heer Blom binnengereden. De bestuurder van de auto bekwam vrij ernstige verwondingen. De pui van het café werd ingedrukt, ter wijl de auto. na eenige meters de zaal tc zijn binnen gereden, door den vloer zakte, In het café werd groote schade aange richt, terwijl de auto vernield werd. Er bevonden zich bij het ongeluk geen be zoekers in het café. H.K.H. Prinses Juliana, die op het oogenblik in de Residentie vertoeft, verlaat het paleis aan het Noordeinde, om zich naar de gisteren gehouden zitting van den, Raad van State te begeven 413 „Dat het anders worden kan ja, maar dat het anders ^•jjMorden zal, zie je! Daêr komt het op aan en daarvan ben ik 5J>tiet overtuigd. Bovendien, Hans, al zou ik toestemmen, dan °-®Waren er nog mijn ouders op wier toestemming je nooit hoeft jte rekenen, zoolang je blijft, wie je bent. Ik heb je dat al ge zegd, toen ik thuis nog niet over je had gesproken. Nu, in deze vacantie, nu gebeurde er iets, dat me drong te vertellen, .wat er tusschen ons was geweest. Mijn ouders zeiden, dat ik hooit met hun toestemming de vrouw of verloofde zou worden Van iemand, die niet geloofde. De avond voor mijn vertrek hebben we er nog een gesprek over gehad. Of ik al zei, dat er niets meer tusschen ons bestond, het hielp niet, ik moest hun beloven me op geenerlei wijze te binden aan iemand als jij. Iwi)at heb ik beloofd. Trouwens, Hans, ik zou toch nooit zonder de toestemming van mijn ouders trouwen. Ik zou nooit geluk- NSkig kunnen worden, als ik dat deed". „Natuurlijk niet", antwoordde hij, terwijl hij zacht haar jO-Ojhand streelde. „Maar Wil zijn je ouders niet wat al te streng? y jllk bedoel, houden ze zich niet te veel aan het weggetje, dat aJjzij kozen als het beste?" g-®! „Dat weggetje. Hans, Is de éénïge weg waarop Jezus ons 8Mb voorgegaan,". „Jawel, maar ik denk wel eens: bij oom Brinkman zijn ze ook geloovig, maar anders, zonniger, zou ik haast zeggen. Vroeger, wanneer ik er als jongen van een jaar of zestien, zeventien, logeerde, had ik dat gevoel al. Laat ik je dit zeg gen: de vroomheid van oom en tante Brinkman heeft me nooit afgestooten. Daar was het niet een: we móéten, maar we mógen". „Toch zeker ook wel eens: we mogen niet." „O, natuurlijk, maar ze zijn soepeler. Ze weigeren Hilda den omgang met Rengers niet en die behoort ook niet tot wat jullie geloovigen noemt". „Toch is Rengers anders dan jij. Rengers ïs, of was, onver schillig, jij bent vijandig. Bovendien heeft de omgang van Hilda nog weinig vaste vorm". „Rengers is of was onverschillig. Waarom kon daar niet op volgen: jij bent of was vijandig?" „Kan dat er op volgen. Hans? Mag ik dat „was" voor je gebruiken?" „Ja!" Heel stellig zei hij het. „Vijandig ben ik niet meer. Ik wil onderzoeken, niet meer critisch, maar geheel onbevan gen, nee sterker gezegd, verlangend overtuigd te worden". „Doe het biddend. Hans! Je hebt toch bidden geleerd?" „Ja. Van tante Anna". „Dan heeft ze in elk geval iets goeds gedaan. Jongen, ie zult menschen, als je tante Anna moeten vergeten. In zoo'n geval gaat vergeten aan het vergeven vooraf. Weet je, wat mijn vader eens zei over dergelijke menschen? Hij zei, dat je er feitelijk roeêlij mee hebben moet, want dat het vreeslijk is, als iemand, die beter weet, om wat aardsch gewin zijn ziel in gevaar brengt. Je hebt van die tante eens gezegd: Ze leeft gerust en ze sterft gerust en het is waar, dat dit kan. Een mensch kan het in zelfverblinding ver brengen, dat leert de Bijbel zelf ons. Heeft niet Jezus gesproken over menschen, die verwonderd zullen zijn in te gaan en over anderen, die er verwonderd over zullen zijn, buitengesloten te worden? Heb je wel eens ooit stilgestaan bij dat verschrikkelijke: gaat weg gij vervloekten. Ik heb u nooit gekend? Je hebt een hekel aan die tante, wat ik me best kan begrijpen, maar stel je nu eens voor, dat haar een dergelijk lot zou treffen! Stel je eens voor, dat ze zoo voortgaat, kerkgaand en Bijbellezend, dat ze op haar manier in vrede sterft, dat ze desnoods haar geld aan Christelijke instellingen vermaakt. Stel je voor, dat dan nóg eenmaal tot haar gezegd zou worden: ga weg gij vervloekte, ik heb u nooit gekend? Hans, zou je het zélfs voor die tante niet ontzettend vinden?" „Ja, dat wel. Van die kant heb ik het nog nooit bekeken". „Ik ook niet. Vader las onlangs dat hoofdstuk en toen moest ik ineens denken aan jouw tante en aan veel anderen, die net doen als zij. Laten we hopen, dat ze net als je vader, hier nog haar vagevuur krijgt". Hans staarde stil voor zich uit. Willy dacht na. Hoe moest het nu? Hem heenzenden? Ze wou het niet. Ze geloofde ook, dat ze het niet mócht. „Dus, Willy, hoe moet het nu?" „Daar zal ik nog eens over denken. Maandagavond zal ik je mijn antwoord zeggen". „Ze wil er thuis over spreken", begreep hij. „Mag ik zelf niet eens met je ouders komen praten? Als ik Zaterdagavond eens kwam?" „Nee. Hans, het is nog niet eens zeker, dat ik het ze vertel". Hij kende Willy voldoende, om te weten, dat hij nu het onderwerp moest laten rusten. Dat dééd hij. Hij ging vertel len van zijn reizen, liet foto's zien. Hij vertelde ook, hoe hij hard wou gaan werken, dat hij beslist het volgend jaar klaar wou zijn. 't Werd meer dan tijd. Vijf-en-twintig was hij nu al bijna. 't Was elf uur, toen hij vertrok. HOOFDSTUK XXXII en nu wou ik het zóó doen: hem één avond per week laten komen; tenminste, als u het goed vindt", eindigde Willy, nadat ze alles, wat Hans betrof, haar ouders had verteld. „En als we het niet goed vinden?" vroeg moeder. „Dan zal ik hem dat zeggen. Hij wil ook trouwens zelf zijn zaak wel komen bepleiten". ,,'t Was misschien niet kwaad, als hij eens kwam om kennis te maken", overlegde vader half-luid, keek daarbij moeder „Of gaat u eens met meneer en mevrouw Brinkman praten. Die kennen hem door en door". Willy voelde voorloopig niet; veel voor een onderhoud tusschen haar ouders en Hans. „Ja, dat konden we wel eens doen", vond vader. „We zijrï er in geen tijd geweest. Zeg moeder, als we dat eens deden op een Zaterdagmiddag?" „U bent er van harte welkom", hielp Willy. „Dat geloof ik wel", zei moeder, „maar ik denk toch nief, dat die menschen ons meer kunnen vertellen, dan jij gedaan hebt. Dan kunnen ze ons ook niet van meening doen ver anderen. Wij vinden: een geloovig meisje behoort zich niet aan een ongeloovigen jongen te binden". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9