De Internationale Wol-lmporthandel
Nc
JOG altijd is de schapenwol de voornaamste
dierlijke spinstof voor de textiel-industrie ge
bleven. De wolopbrengst is niet in alle landen
zuiver vast te stellen, aangezien een belangrijk
deel niet in den handel wordt gebracht, terwijl in
diverse landen een en ander niet voldoende statis
tisch is vastgelegd.
Zooals te begrijpen valt, is de wolhandel geheel
afhankelijk van den aard en het aantal der
schapen. Daarbij is de wolopbrengst der verschil
lende schapenrassen zeer uiteenloopend. Het zijn
de uit Spanje stammende Merino's, die wel als de
meest belangrijke wolschapen bekend staan, en
daarnevens de vele kruisingen van deze dieren met
andere schapenrassen ("crossbreds", „come
backs"). In Nieuw Zeeland komen schapen voor,
die het meervoud aan wol per schering leveren
van de z.g. landschapen, welke laatste slechts een
wolvlies van 1 tot V/2 K.G. bezitten. Wel een heel
groot verschil.
De beste schapen en dus ook de beste wol
vindt men op het Zuidelijk Halfrond: in Australië
met zijn prachtige weiden, vervolgens in Zuid-
Afrika en Zuid-Amerika.
Men schatte voor den wereldoorlog het totaal aan
tal schapen van de geheele wereld op rond 600
millioen stuks; na den oorlog op ongeveer 530 tot
550 millioen, terwijl ultimo 1937 het eerstgenoem
de aantal weder ongeveer werd bereikt.
Alleen reeds in Europa werden na den oorlog
ruim 36 millioen schapen minder geteld, hetgeen
hoofdzakelijk te wijten was aan het verhoogde
vleeschgebruik in de oorlogvoerende landen. Voor
al in Rusland en Frankrijk is het aantal schapen
sterk achteruitgegaan. In de overige landen, meer
in het bijzonder in de Vereenigde Staten van
Noord Amerika, in Uruguay en in Australië is deze
vermindering voornamelijk het gevolg van de
bevroren-vleesch-industrie. In het jaar 1912 wer
den uit Argentinië en Uruguay zeker 4 millioen
dieren in bevroren toestand uitgevoerd, tegen 2,7
millioen stuks in het daaraan voorafgaande jaar.
Dergelijke groote verschillen komen in de wol
productie niet voor. Werd deze voor den oorlog
en daarmede bedoelen wij het gemiddelde van de
jaren 19091913 op 1,4 tot 1,6 millioen ton
geschat, in de jaren 1921 en 1922 liep zij slechts
tot circa 1,2 millioen ton terug.
Het schapenaantal en de wolproductie zijn
afhankelijk van diverse factoren: klimaat, weers
omstandigheden, perioden van droogte, bodem
gesteldheid, voedsel, verzorging etc.
De zich na den oorlog in de voornaamste wolcentra
bevindende wolvoorra^en hebben den prijs niet
onbelangrijk beïnvloed. Tijdens den oorlog waren
de wolprijzen, gedeeltelijk tengevolge van de door
de Engelsche Regeering getroffen maatregelen
het opkoopen van de geheele wolproductie in
Australië en Nieuw Zeeland met garantie van
vaste minimumprijzen, die minstens 55 boven
den doorsnee-marktprijs van 191314 lagen
verveelvoudigd. En nog geruimen tijd na den
oorlog konden deze prijzen zich handhaven, ja
zelfs kwamen in sommige gevallen nog stijgingen
voor, in verband met de groote vraag van de
voornaamste wolverbruikende landen in het
bijzonder naar de betere wolsoorten.
Evenwel, de steeds dalende koopkracht van de
Midden-Europeesche verbruikers deed zich reeds
spoedig gevoelen en liet niet na invloed uit te
oefenen op de latere prijsontwikkeling. Daarbij
kwam, dat de groote buiten Europa opgeslagen
voorraden, niet in die mate, zooals verwacht werd,
afgenomen werden, zoodat reeds in 1920, samen
vallende met de wereldcrisis, een wolcrisis ont
stond, die een sterke prijsdaling tengevolge had.
In den loop van 1922 was er op den internationale
wolmarkt en hierbij speelde Engeland een
leidende rol weer een sterkere vraag naar wol,
daar als gevolg van de verminderde productie, ook
de wereldvoorraad in de daaraan voorafgaande
jaren sterk was achteruitgegaan.
De prijzen liepen daardoor einde 1922 zoodanig
op, dat deze voor de betere soorten 70 90
en voor de mindere kwaliteiten 50 60
hooger lagen dan in Juli 1914.
De wolindustrie in de geheele wereld is aange
wezen op de 3 wollanden bij uitnemendheid, n.l.
Australië, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika.
Voor ons land is de
INTERNATIONALE WOLIMPORTHANDEL
wel van zeer groot belang. Was vóór den wereld
oorlog Antwerpen het wolcentrum, gedurende en
na den oorlog trokken de groote wolimporteurs
naar Amsterdam, om er sedertdien te blijven. Zij
hebben in Zuid-Afrika, te Kaapstad, Port Eliza
beth, East London en Durban hun eigen inkoop
kantoren, alwaar zij van 95125 duizend balen
wol van circa 150 K.G. elk per seizoen koopen en
doen verschepen, op een totale productie van 750-
850 duizend balen.
Uit deze enkele cijfers blijkt wel het buitengewone
belang van den internationalen wolimporthandel
voor ons land in het algemeen en voor Amsterdam
in het bijzonder. Een leek bespeurt van dezen
handel die, van genoemd centrum uit een zeer
groot gedeelte van de wereld bestrijkt weinig
of niets. De fraaie koopmanshuizen van den inter
nationalen wolhandel toonen van buiten een
weldadige rust, maar nauwelijks binnen bespeurt
men, dat daar hard gewerkt wordt en dat de
wolhandel zeker geen sinecure is.
Tijdens de samenstelling van dit speciale nummer
hadden wij met eenige firma's uit dezen inter
nationalen wolimporthandel een aangenaam en
leerzaam onderhoud. Groote belangen hebben zij
in alle wolcentra der wereld, niet in het minst in
Zuid-Afrika. Alle pogingen ons land en Zuid-
Afrika nader tot elkaar te brengen, hebben hun
volle instemming en warme sympathie en waar
Zuid-Afrika zeker een belangrijk wolland genoemd
mag worden, mag voorzeker in dit nummer een
korte verhandeling over den wolimporthandel in
het algemeen en over de beteekenis van dien
handel voor onze hoofdstad in het bijzonder, niet
achterwege blijven. Aanspraak op volledigheid
kan dit artikel natuurlijk niet maken; het is
slechts een schuchter pogen iets van dien interes
santen handel te vertellen, waarvan alleen de-
insider de ware draagwijdte kent. Ook het bank
wezen, de nationale scheepvaart, assuradeuren,
expeditie- en veembedrijf hebben groote belangen
bij den bloei van den in Nederland gevestigden
wolimporthandel.
Het vermelden van cyfers heeft geen doel; een
leek kunnen zij onmogelijk interesseeren, terwijl
zij in de branche zelf overbekend zijn. Eindigen
wij dus met onze diepe bewondering uit te
spreken voor onzen internationalen wolimport
handel, met als voornaamste zetel de Hoofdstad
des Rijks.